ID.nl logo
Huis

ASUS AiMesh review

De belangrijkste trend op routergebeid zijn wifi-mesh-systemen die bestaan uit meerdere draadloos verbonden accesspoints. Maar wat als je al een prima router hebt? Als die router van ASUS is, heb je wellicht geluk! Want met AiMesh voegt ASUS mesh toe aan een gedeelte van zijn ac-routers. Lees er alles over in deze ASUS AiMesh review.

De introductie van wifi-mesh-systemen heeft ervoor gezorgd dat je op een erg eenvoudige manier je hele huis van een kwalitatief goed dekkend draadloos netwerk kunt voorzien. Tegelijkertijd blijft een systeem met bedraad verbonden acccesspoints krachtiger. Daar staat tegenover dat veel wifi-mesh-systemen ook het (deels) bedraad aansluiten van accesspoints ondersteunen.

Het enige dat je dan echt mist is PoE, alle wifi-mesh-systemen die we tot nu toe gezien hebben vereisen ook in combinatie met een netwerkkabel een losse voedingsadapter. Nadat Netgear eind 2016 met Orbi het eerste systeem in Nederland op de markt bracht, hebben inmiddels vrijwel alle netwerkfabrikanten een wifi-mesh-systeem op de markt.

Mesh met routers

ASUS heeft met Lyra al een ‘echt’ wifi-mesh-systeem op de markt, dat je kunt aanschaffen in een set van een router plus twee nodes. Opmerkelijk is dat ASUS met AiMesh inmiddels nog een andere mesh-oplossing op de markt heeft. Dit wifi-mesh-systeem maakt gebruik van bestaande ASUS-routers die te koppelen zijn tot één wifi-mesh-systeem. Op de site van Asus vind je behalve uitleg ook een lijst met voor AiMesh geschikte routers. Logischerwijs zijn dit allemaal 802.11ac-routers, maar we zien wel behoorlijk wat variatie. Zo zijn er AC1900-, AC2900-, AC3100- en AC5300-modellen.

Nog iets interessants: alle wifi-mesh-systemen die we tot nu toe gezien hebben, inclusief ASUS’ eigen Lyra, maken gebruik van Qualcomm-chips. De routers met ondersteuning voor AiMesh bevatten allemaal chips van grote concurrent Broadcom. Je kunt al deze routers met elkaar combineren tot één AiMesh-netwerk, maar voor de beste prestaties heb je een triple-band-router met een tweede 5GHz-radio nodig.

Dit zijn de ASUS RT-AC5300 of de ASUS ROG Rapture GT-AC5300. Beide topmodellen combineren een 2,4GHz-radio met twee 5GHz-radio’s, waarbij alle radio’s maar liefst vier datastromen ondersteunen. Beide triple-band-topmodellen zijn vrij dure routers. De RT-AC5300 kost ongeveer 360 euro en de ROG Rapture GT-AC5300 399 euro.

Nodes

Je kunt maximaal vier nodes met een router combineren tot een AiMesh-systeem. Er zitten echter wel wat mitsen en maren aan dit verhaal. Alleen wanneer je maximaal twee nodes combineert met een router, is er sprake van een volledig mesh-systeem. De tweede node kan indien gewenst via de eerste node verbinding maken met de router. Hierdoor kun je de router op de begane grond zetten en vervolgens een node op zowel de eerste verdieping als de zolder plaatsen.

De beperking komt als je meer nodes gaat toevoegen: er kan namelijk maximaal één node via een andere node verbinding maken met het mesh-netwerk. De overige nodes moeten een directe verbinding met de router hebben. Dit noemen we ook wel een sternetwerk. Nu is deze beperking op zich jammer, maar in de meeste situaties wel theoretisch. Je zult (ook vanwege de kosten) niet snel meer dan twee nodes in een wifi-mesh-systeem gebruiken.

©PXimport

ASUS stuurde ons twee ROG Rapture GT-AC5300-routers om AiMesh te testen. We hadden AiMesh graag ook in combinatie met goedkopere dualband-routers getest, maar die hadden we helaas niet voorhanden. We kunnen met deze twee topmodellen wel testen wat ASUS maximaal in huis heeft. Ter vergelijking hebben we ook Netgears Orbi RBK50 voor dit artikel opnieuw getest. De Orbi RBK50 is uit onze eigen ervaring nog altijd het beste en krachtigste wifi-mesh-systeem dat te koop is, dus we zijn benieuwd of AiMesh dit in combinatie met twee krachtige AC5300-routers kan overtreffen.

De Netgear Orbi RBK50 is een tri-band-systeem met een aparte 5GHz-radio voor de verbinding tussen router en nodes. Deze aparte radio gebruikt vier datastromen, terwijl de clientradio’s op 2,4 en 5 GHz ieder twee datastromen ondersteunen. De ASUS ROG Rapture GT-AC5300 is eveneens een tri-band-systeem waarbij alle radio’s vier datastromen ondersteunen. In theorie zou AiMesh in combinatie met AC5300-routers de indrukwekkende backbone met vier datastromen van Orbi RBK50 dus moeten kunnen evenaren.

Routers koppelen

Net als bij normale wifi-mesh-systemen functioneert in een AiMesh-systeem één apparaat als router, terwijl de andere routers als gekoppelde nodes fungeren. Je kunt een router in de webinterface echter niet omschakelen van routermodus naar nodemodus. In plaats daarvan dien je de router die je als node wilt gebruiken volledig te resetten naar fabrieksinstellingen door de resetknop van de router minimaal vijf seconden ingedrukt te houden. Vervolgens laat je de naar fabrieksinstellingen herstelde router aanstaan zonder dat je een verdere configuratie doet.

Log in op de router die je in je mesh-netwerk als router wilt gebruiken en klik in de linkerkolom op Network Map. Vervolgens klik je op het AiMesh-logo waarna in de rechterkolom de instellingen voor AiMesh verschijnen. Klik op Search om de router toe te voegen die je naar fabrieksinstellingen hebt hersteld. Wanneer het toevoegen is gelukt, dan verschijnt de toegevoegde node in de lijst.

©PXimport

Je kunt op de node klikken om aan te geven op welke fysieke locatie je hem hebt neergezet, bijvoorbeeld je woonkamer. De twee routers vormen vervolgens een AiMesh-netwerk waarna je de router die als node functioneert op een ander plek kunt neerzetten. Kijken we met een wifi-scanner naar de draadloze netwerken in de lucht, dan bieden beide ASUS-routers in het AiMesh-systeem via alle radio’s dezelfde ssid aan. Er wordt dus niet constant één radio gereserveerd voor de verbinding tussen beide routers.

Testresultaten

Om te achterhalen wat AiMesh toevoegt aan één router, hebben we eerst de prestaties van één ASUS ROG Rapture GT-AC5300 getest. We halen op de begane grond een uitstekende 600 Mbit/s. Op de eerste verdieping is hier nog maar 123 Mbit/s van over terwijl we op zolder slechts 12 Mbit/s halen. Zoals verwacht is één router dus zeker niet genoeg om het hele huis van een voldoende snel dekkend draadloos netwerk te voorzien. Mesh moet uitkomst bieden, dus hebben we de tweede GT-AC5300 als node aan het systeem gekoppeld en de test herhaald.

Op de begane grond halen we nu een wat lagere snelheid van 536 Mbit/s. Op de eerste verdieping is de snelheid met 305 Mbit/s echter beduidend hoger. En waar we op de zolder eerst vrijwel geen signaal hadden, halen we nu een nette 156 Mbit/s. Een tweede GT-AC5300 heeft dus een duidelijke meerwaarde ten opzichte van één router.

Maar hoe verhoudt AiMesh zich tot een ‘echt’ wifi-mesh-systeem? We hebben ter vergelijking de Orbi RBK50 opnieuw getest die bestaat uit een router plus een draadloze node. Met Orbi halen we op de begane grond 520 Mbit/s en op de eerste verdieping 380 Mbit/s, terwijl we op de zolder 86 Mbit/s halen. Op de begane grond en eerste verdieping is Orbi gemiddeld dus wat sneller, terwijl op zolder AiMesh weer een stuk sneller is. De ASUS-routers hebben dan ook acht indrukwekkende antennes die het signaal wellicht net wat efficiënter naar zolder verspreiden.

©PXimport

AiMesh ondersteunt ook een bedrade aansluiting tussen router en node, in dat geval halen we 620 Mbit/s. Ook Orbi ondersteunt een bedraad aangesloten node en haalt dan 550 Mbit/s. We hebben de ‘link’ tussen router en node gemeten door aan beide kanten een pc bedraad aan te sluiten. In het AiMesh-systeem bedraagt de linksnelheid in onze testsituatie 690 Mbit/s terwijl de linksnelheid bij de Orbi 648 Mbit/s bedraagt. Al met al is een AiMesh-systeem bestaande uit twee AC5300-routers gewaagd aan het Orbi-systeem.

Conclusie

ASUS heeft de technologie goed voor elkaar, qua snelheid zijn twee AC5300-routers gewaagd aan Netgears Orbi RBK50, het beste wifi-mesh-systeem dat momenteel te koop is. Daarbij biedt ASUS meer snelheid op zolder waar voor zowel AiMesh als Orbi in deze test geen node staat. Het AiMesh-systeem biedt in combinatie met twee AC5300-routers dus een prima dekking. Daar staat tegenover dat je dan wel meer dan twee keer zoveel geld kwijt bent als voor het Orbi-systeem waar we een vergelijking mee maken.

Eén ASUS ROG Rapture GT-AC5300 kost 399 euro, voor twee exemplaren ben je 798 euro kwijt. Een Orbi RBK50-set bestaande uit een router en draadloze node kost zo’n 369 euro. Koop je bij de RBK50 een optionele Orbi-satelliet voor 249 euro, dan ben je nog steeds minder geld kwijt, terwijl de snelheid op zolder dan een stuk hoger zal liggen. Een AC5300-roouter zal wel voordeel bieden als je een groot aantal apparaten tegelijkertijd op één plek wilt gebruiken, maar dan moet je wel een zware gebruiker zijn.

Technisch werkt AiMesh in combinatie met AC5300-routers prima, maar het is dus wel een prijzige oplossing. AiMesh lijkt erg interessant als je al een ondersteunde router hebt en er vervolgens een tweede exemplaar bij aanschaft. We hopen AiMesh daarom in de toekomst nog eens in combinatie met een dualband-router te testen.

Uitstekend
Conclusie

**Prijs:** Verschilt per confiuratie **Website:** [asus.com](https://www.asus.com/aimesh/)

Plus- en minpunten
  • Flexibel
  • Eenvoudig te koppelen
  • Goede prestaties
  • Kan prijzig zijn
▼ Volgende artikel
Zelf je elektrische kookplaat aansluiten? Zo doe je dat slim en veilig!
© andrey
Huis

Zelf je elektrische kookplaat aansluiten? Zo doe je dat slim en veilig!

Hoewel koken op gas voorlopig nog mag, is duidelijk dat de toekomst elektrisch is. Veel mensen stappen nu al over op elektrisch koken – vaak in combinatie met inductie. Ben jij toe aan een nieuwe kookplaat of wil je van het gas af? Dan is het goed om te weten hoe je zo’n elektrische kookplaat aansluit, waar je op moet letten en wanneer je beter een professional kunt inschakelen.

Na het lezen van dit artikel weet je:
  • Dat er 1-, 2- en 3-fase-aansluitingen en -kookplaten zijn
  • Hoe je met de multimeter bepaalt wat voor aansluiting jij hebt
  • Hoe je de elektrische kookplaat aansluit

Dit vind je vast ook interessant: Wat voor soort kookplaten zijn er?

Eén, twee of drie fasen: wat betekent dat?

In tegenstelling tot een gaskookplaat, die je simpelweg aan een gasaansluiting koppelt, is een elektrische kookplaat net iets technischer. Zo'n kookplaat kan worden aangesloten op één, twee of drie elektrische fasen. Welke van de drie je nodig hebt, hangt af van het vermogen van je kookplaat én van de aansluiting in je keuken.

Een 1-fase kookplaat is het eenvoudigst. Die werkt op een gewone stekker met twee pinnen, precies zoals je gewend bent van andere apparaten in huis. Deze modellen hebben een beperkt vermogen – maximaal 3680 watt – maar zijn vaak krachtig genoeg voor wie niet al te fanatiek kookt. Aansluiten is simpel: stekker erin en je kunt aan de slag.

Voor een 2-fase kookplaat heb je een zogenoemde perilex-stekker nodig, met vijf pinnen. Die zie je vooral bij iets krachtigere inductiekookplaten. Meestal worden dit soort kookplaten zonder stekker geleverd, en is het slim om een elektricien in te schakelen voor de installatie. Het benodigde vermogen ligt tussen de 3681 en 7360 watt.

Een 3-fase kookplaat vraagt nog meer stroom en werkt op krachtstroom. Ook hier gebruik je een perilex-stekker met vijf pinnen, maar je moet wel eerst controleren of je meterkast daar op is voorbereid. De aansluitwaarde ligt boven de 7360 watt en het is belangrijk dat de aansluiting klopt – anders werkt de kookplaat niet of loop je zelfs risico op overbelasting. Laat dit daarom bij voorkeur aan een vakman over.

©vectorizer88 - stock.adobe.com

Een kookplaat voor 1- en 2-fase

Je kunt ook kiezen voor een kookplaat met powermanagement. Dat is een kookplaat die je op een normaal stopcontact of op een perilex-stopcontact aansluit. Deze kookplaat kun je in de toekomst uitbreiden, als je dat wilt, maar hiervoor hoef je nu nog niet meteen de aanpassingen in de meterkast en aansluiting door te voeren. Als je wel de aanpassingen in de meterkast laat doen, heb je profijt van de kracht van een 2-fase kookplaat.

Hoe weet je welke kookplaat bij je keuken past?

Wat je kunt aansluiten, hangt af van het type stopcontact in je keuken. Heb je een standaard wandcontactdoos met twee gaten? Dan past daar alleen een 1-fase kookplaat op. Die worden meestal geleverd met stekker en snoer, zodat je hem meteen kunt gebruiken.

Zie je een perilex-stopcontact (met vijf gaten)? Dan is je keuken in principe geschikt voor een 2- of 3-fase kookplaat. Alleen weet je dan nog niet of je meterkast daadwerkelijk drie fasen aankan. Dat kun je op twee manieren controleren: met een multimeter of door in je meterkast te kijken.

Zo check je de aansluiting met een multimeter

Heb je een multimeter in huis? Dan kun je precies meten hoeveel fasen je aansluiting ondersteunt. Teken op een papier het patroon van het perilex-stopcontact en noteer per gat wat je meet. Prik met één pin in het middelste gat (de aarde) en meet met de andere pin de overige vier. Krijg je twee keer 230 volt en twee keer 0? Dan heb je een 2-fase aansluiting. Meet je drie keer 230 volt en één keer 0? Dan is het een 3-fase aansluiting. Label de gaten met ‘L’ voor stroom en ‘N’ voor nul, zodat je straks precies weet wat waar hoort.

©Dmitriy

Voordat je een kookplaat aanschaft, check je eerst de nismaat van je aanrechtblad. Meet met een rolmaat eerst de nis op in het aanrechtblad. Doe dit voor de breedte, de diepte en de hoogte. Komen de afmetingen niet overeen met de kookplaat die je graag wilt? Kijk dan of je het aanrechtblad kunt aanpassen.

Geen multimeter? Kijk in de meterkast

Heb je geen meetapparatuur? Dan kun je in de meterkast zien hoeveel fasen er beschikbaar zijn. Bij een 2-fase aansluiting zie je twee gekoppelde groepen met een hendel ertussen. Zie je vier gekoppelde groepen? Dan is er krachtstroom aanwezig en kun je dus ook een 3-fase kookplaat aansluiten – mits het stopcontact daar geschikt voor is.

©auremar

Zelf een kookplaat aansluiten

Ga je zelf aan de slag? Dan is het belangrijk dat je weet wat je doet. Elektriciteit is geen speelgoed, dus bij twijfel: bel een vakman. Heb je een 1-fase kookplaat met powermanagement die je op een normaal stopcontact wilt aansluiten? Dan moet je deze eerst correct instellen.

Leg om te beginnen een stuk piepschuim onder de kookplaat, zodat je hem veilig kunt omdraaien zonder krassen of barsten. Plak daarna de afdichtband rondom het apparaat, bij voorkeur zo dicht mogelijk bij de glasrand. Begin aan de achterkant, zodat de naad niet in het zicht valt.

Open het aansluitcompartiment onder de kookplaat en controleer het aansluitschema dat daar staat. Gebruik de bijgeleverde bruggetjes om de juiste verbindingen te maken. Sluit het snoer aan: bruin op L, blauw op N en geelgroen op aarde. Zet het snoer vast met trekontlasting en sluit het klepje.

Draai nu de kookplaat weer om en steek de stekker in het stopcontact. Leg de kookplaat op z’n plek in het aanrechtblad. Houd de pauzeknop vijf seconden ingedrukt om het menu te openen. Zoek via de plusknop naar het onderdeel ‘PO’ (power) en stel het vermogen in op 3.7 in plaats van 7.4. Bevestig dit door de pauzeknop nog eens vijf seconden ingedrukt te houden. Je kookplaat is nu geschikt voor een standaard aansluiting.

Houd de stekker op de juiste positie tijdens het meten met de multimeter. Kijk hoe je de stekker in het getekende stopcontact zou steken, zodat je de juiste kleuren van de draden noteert op je tekening.

Een 2-fase kookplaat aansluiten: zo werkt het

Heb je een 2-fase kookplaat? Dan moet je eerst bepalen welke kleur draad bij welk contact hoort. Meet het snoer door met een multimeter, op de piepstand of op de Ohm-stand. Noteer welke draad bij welke stekkerpin hoort en gebruik die info bij het aansluiten.

Open vervolgens het aansluitvak onder de kookplaat en kijk welk aansluitschema je moet gebruiken. L1 en L2 koppel je aan de juiste stroomdraden, 01 en 02 aan de juiste nuldraad. Maak de trekontlasting los, sluit de draden aan zoals je eerder hebt gemeten, en zet alles weer stevig vast.

Steek daarna de stekker in het stopcontact en plaats de kookplaat netjes in het blad. Dankzij de afdichtband blijft alles goed op z'n plek. Zet vervolgens de kookplaat aan en test of alle kookzones werken. Krijg je een foutmelding? Dan is er waarschijnlijk iets misgegaan bij het aansluiten. Geen foutmelding? Dan is je kookplaat klaar voor gebruik.

©S.Engels

Het is gebruikelijk dat de pannen een licht tikkend of zoemend geluid maken tijdens het koken. Dit heeft te maken met het magnetisch veld van de kookplaat. Ruik je een vreemde geur na het installeren van de kookplaat? Dit is ook gebruikelijk en de geur trekt uiteindelijk weg.

▼ Volgende artikel
⛈️ Wat te doen bij onweer: thuis, buiten en op de camping
© Olga Yastremska, New Africa, Africa Studio
Huis

⛈️ Wat te doen bij onweer: thuis, buiten en op de camping

Vooral in de zomer is het vaak raak: code geel of code oranje wegens onweer. Weet jij wat je wél en juist níet moet doen als er een onweersbui nadert? Thuis kun je veel risico's beperken, maar juist buitenshuis – en zeker op de camping – is het opletten geblazen. In dit artikel lees je hoe je jezelf en anderen beschermt, of je nu binnen, buiten of aan het kamperen bent.


In het kort:

⚡ Onweer & thuis ⚡ Onweer & buiten ⚡ Onweer en kamperen: 🏕️ Tent 🚐 Caravan

Lees ook: Regen, regen en nog eens regen … zo voorkom je wateroverlast

Thuis tijdens onweer: veilig, maar niet zonder risico's

In huis ben je relatief goed beschermd tegen blikseminslag, zeker als het gebouw voorzien is van een goede bliksemafleider. Toch zijn er een paar voorzorgsmaatregelen die je serieus moet nemen. Gebruik bij onweer liever geen apparaten die verbonden zijn met het stroomnet of met leidingen. Denk aan de wasmachine, een vaste telefoon of een bedrade computer. Bliksem kiest daarbij meestal de makkelijkste route naar de grond, en dat zijn vaak metalen onderdelen in huis zoals koperdraden of waterleidingen.

Trek bij voorkeur de stekkers uit het stopcontact van kwetsbare apparatuur zoals computers, tv's of de router. Een stekkerdoos met overspanningsbeveiliging biedt wel wat bescherming, maar niet bij een directe inslag. Ga liever ook niet douchen of in bad, want waterleidingen kunnen de elektrische spanning van een blikseminslag geleiden.

Ramen kun je gewoon dicht houden, en als je wilt kijken naar het natuurgeweld, doe dat dan vanaf een veilige plek binnenshuis. Zorg dat huisdieren binnen zijn en zet het alarmsysteem even uit als dat storingsgevoelig is bij blikseminslag.

Buiten bij onweer: voorkom dat je zelf bliksemafleider bent

Ben je onderweg of buiten als het begint te donderen, dan is het zaak om snel te handelen.

Onthoud: als je de bliksem ziet en binnen 10 seconden de donder hoort, zit je binnen de gevarenzone. Zoek dan zo snel mogelijk een veilige schuilplek.

De veiligste plek is een gebouw met muren en een dak – bijvoorbeeld een winkel, huis of station. Een auto met metalen carrosserie is ook een prima optie. Die werkt als een kooi van Faraday en geleidt de stroom om je heen in plaats van door je heen.

Vermijd tijdens onweer open velden zoals weilanden of sportterreinen, want daar ben je letterlijk het hoogste punt. Ook hooggelegen plekken zoals duinen of heuveltoppen vormen een risico. Zoek geen beschutting onder een boom die in z'n eentje op een veld staat – dat is juist een bliksemmagneet. Blijf verder uit de buurt van metalen objecten zoals hekken, masten of fietsen, en houd afstand van water – of dat nu een meer, sloot of zwembad is.

Kun je nergens heen? Maak jezelf dan zo klein mogelijk: hurk neer op je voetzolen, houd je voeten tegen elkaar en wikkel je armen om je knieën. Ga niet liggen; zo vergroot je je contactoppervlak met de grond, wat het risico op aardstroom vergroot.

©ID.nl

Kamperen met onweer: extra opletten in tent of caravan

Kamperen geeft een gevoel van vrijheid, maar bij onweer ben je juist extra kwetsbaar. Een tent biedt geen enkele bescherming tegen bliksem, hoe stevig het doek ook is. Het metalen frame vergroot het risico juist, vooral als je op een open veld kampeert of vlak bij een losse boom staat.

Als er onweer op komst is, zoek dan zo snel mogelijk een veilig onderkomen. Een stenen sanitairgebouw, de receptie of je auto bieden veel meer bescherming dan een tent. Zit je in een camper of caravan met een metalen buitenkant? Dan ben je redelijk veilig, mits je ramen en deuren gesloten houdt en geen contact maakt met metalen delen. Stacaravans met een houten of kunststof omhulsel bieden die bescherming niet: het klopt dat ze geen stroom geleiden, maar ze voeren die ook niet af. Daardoor kan een blikseminslag via leidingen of metalen onderdelen binnen alsnog gevaarlijk uitpakken. Tijdens onweer blijf je dus beter uit de buurt van dat soort constructies.

Laat ook je elektronische spullen niet in de tent of aan opladers zitten. Berg ze los op, zonder kabels of contact met de grond.

Staan er bomen op de camping? Zorg dat je tent daar niet direct onder staat. Bij inslag kunnen takken afbreken of kan de bliksem via de wortels naar de grond doorslaan. Ook op campings in de bergen of aan open water is het risico op blikseminslag extra hoog – check bij aankomst wat de aanbevolen schuilplaatsen zijn.

En hoe zit het met de tentstokken?

Metalen tentstokken zijn niet per definitie gevaarlijk, maar ze kunnen wel extra risico opleveren bij onweer. Omdat tenten vrijwel altijd met metalen haringen in de grond staan, is er al snel sprake van een geleidende verbinding met de bodem. Bij een blikseminslag kan de stroom zich dan via het frame en de haringen verspreiden, met risico voor wie zich in de tent bevindt. Daarom blijft het advies: verlaat bij onweer de tent en zoek een écht veilige plek op.

Tot slot: een goede voorbereiding helpt

Kijk altijd naar de weersvoorspelling voordat je op pad gaat. Veel weerapps geven een melding bij onweerskansen, vaak met een tijdsindicatie en locatie. Op de camping is het handig om bij aankomst al te weten waar je naartoe kunt bij slecht weer.

Zorg ook dat je zaklamp, powerbank en radio of noodaccu paraat hebt als je kampeert, voor het geval de stroom uitvalt. En vooral: blijf rustig. Onweer is gevaarlijk, maar met de juiste kennis en voorzorgsmaatregelen voorkom je ongelukken.

🔦 Voor als de stroom uitvalt

Licht in de duisternis!