ID.nl logo
Review Apple iMac 24 inch (2023) – Vooral wat sneller
Huis

Review Apple iMac 24 inch (2023) – Vooral wat sneller

Iets meer dan twee jaar geleden bracht Apple de eerste iMac met een eigen M1-processor uit. Die eerste eigen processorgeneratie is inmiddels opgevolgd door de M2- en M3-familie, dus het was de hoogste tijd voor een nieuwe processor. Wij hebben de vernieuwde iMac met M3-processor getest en vertellen je wat er zoal veranderd is.

Uitstekend
Conclusie

Apples vernieuwde iMac is in de praktijk eigenlijk niet veel anders dan de het voorgaande model met M1-processor. Dat is niet zo gek, want de vernieuwde processor is in feite de enige verbetering. Heel erg is dat niet: de iMac blijft de fraaiste all-in-one-pc die je kunt kopen en valt op door zijn uitstekende scherm met hoge resolutie. In de meeste taken is de M3-processor een stuk sneller dan de M1, al maakt het bij normale kantoorwerkzaamheden niet zo veel uit. Het is al met al een prima computer, maar inmiddels begint het wel een beetje vreemd te worden dat ook de duurdere configuratie over slechts 8 GB RAM beschikt. Bovendien heeft zeker de goedkoopste uitvoering te weinig aansluitingen. Verder zou het handig zijn als de voet in hoogte verstelbaar zou zijn.

Plus- en minpunten
  • Stevige en goed afgewerkte behuizing
  • Fraai scherm
  • Goede webcam
  • Snelle processor
  • Goed geluid
  • Standaard maar 8 GB RAM
  • Weinig aansluitingen
  • Niet in hoogte verstelbaar
  • Muis en toetsenbord geen usb-c

Op zich kunnen we kort zijn over de 2023-uitvoering van de Apple iMac 24 inch, want de enige veranderingen zijn een snellere processor, de toevoeging van wifi 6E en bluetooth 5.3. Het uiterlijk is dan ook identiek aan de machine die Apple in 2021 introduceerde. Dit ontwerp gaat een beetje terug naar de roots van de iMac en is net als de allereerste iMac uit 1998 te koop in verschillende vrolijke kleuren: blauw, groen, roze, zilver, geel, oranje en paars. Die laatste drie kleuren zijn alleen beschikbaar in combinatie met duurdere configuraties die zijn voorzien van een iets snellere gpu, twee extra usb-c-poorten en een netwerkaansluiting.

©Jeroen Boer - ID.nl

Bij elke kleur worden twee tinten op de behuizing gebruikt, want de aluminium kin en voet zijn uitgevoerd in een pasteltint die ook terugkomt op het toetsenbord en muis, terwijl de aluminium achterzijde in een harde kleur is uitgevoerd. Voor deze review ontvingen we een groene variant die we zelf erg fraai vinden.

©Jeroen Boer - ID.nl

Weinig aansluitingen

Het ontwerp van de iMac is verder ongewijzigd en zodoende blijft een van de belangrijkste minpunten helaas intact: de iMac heeft voor een desktop-pc bijzonder weinig aansluitingen. De door ons geteste basisconfiguratie heeft achterop twee usb-c-aansluitingen met ondersteuning voor Thunderbolt 3 en usb 4. Dat is erg karig. Niettemin gaat Apple ervan uit dat je af en toe een poort vrij hebt, want zowel de muis als het toetsenbord laad je met een meegeleverde usb-c-kabel op...

©Jeroen Boer - ID.nl

Kies je een van de duurdere configuraties, dan krijg je nog twee usb-c-poorten (gen 2, tot 10 Gbit/s) extra. Ook zijn de duurdere configuraties voorzien van een gigabit-netwerkaansluiting in de voedingsadapter; die ontbreekt in de basisconfiguratie, waardoor wifi je enige communicatiemogelijkheid is.

Als je de iMac bij Apple zelf bestelt, kun je voor 26 euro extra wel een voedingsadapter met netwerkaansluiting toevoegen. Welke variant je ook kiest, je krijgt alleen usb-c-poorten. Dat is tegenwoordig niet echt een nadeel meer en mocht je toch behoefte hebben aan usb-a, dan zijn er genoeg goedkope adapters verkrijgbaar. Dat de hoofdtelefoonaansluiting op de zijkant geplaatst is, blijft dan weer handig.

©Jeroen Boer - ID.nl

Opvallend is de magnetische voedingsaansluiting die je bijzonder eenvoudig aansluit. Ondanks de magneet is de aansluiting niet vergelijkbaar met het MagSafe-systeem dat we van de MacBooks kennen, want de magneet is te sterk om los te schieten als je over het snoer struikelt. Vermoedelijk is de magneet vooral bedoeld om de stekker met relatief veel pinnetjes (er kan immers ook een netwerksignaal doorheen) automatisch in de juiste oriëntatie aan te sluiten.

De behuizing is uiteraard ook voorzien van luidsprekers, en dat zijn er maar liefst zes (vier woofers en twee tweeters) die zorgen voor een uitstekende geluidskwaliteit. De speakers zijn achter de aluminium ‘kin’ geplaatst en stralen hun geluid naar openingen aan de onderkant.

Twee varianten

Zoals gezegd Net als zijn voorganger is de iMac met M3-processor net als zijn voorganger te koop in twee verschillende varianten, die verschillen in de gebruikte M3-chip en het aantal aansluitingen. De prijs van de goedkoopste basisconfiguratie (die er in vier kleuren is) begint bij 1619 euro. Dat is dus een stuk duurder dan de 1449 euro die Apple voor de basisconfiguratie met M1 in 2021 vroeg. Al gold die prijs niet meer, want Apple verhoogde de prijs begin dit jaar al naar 1569 euro.

Voor die hogere prijs krijg je nog steeds een iMac voorzien van 8 GB RAM en een 256GB-ssd. Het goedkoopste model is verder voorzien van een M3-chip met 8-core cpu en 8-core gpu, terwijl de duurdere variant een 10-core gpu heeft. Op deze instapconfiguratie ontbreken verder twee extra usb-c-poorten, een vingerafdrukscanner op het toetsenbord en de netwerkaansluiting op de voeding. Voor die ethernetaansluiting betaal je eventueel 26 euro extra en de vingerafdrukscanner kun je kiezen voor 50 euro extra.

De duurdere variant, die je in zeven kleuren kunt bestellen, biedt daarnaast twee extra usb-c-poorten, een netwerkaansluiting, vingerafdrukscanner en snellere gpu, en begint bij 1849 euro. Voor dat geld krijg je nog steeds een configuratie voorzien van 8 GB RAM en 256 GB opslag. Vooral die 8 GB RAM vinden we op een computer die 1849 euro kost wel magertjes, want achteraf upgraden is er niet bij.

Zelf zouden we toch wel voor minimaal 16 GB RAM (maximaal 24 GB) kiezen, wat een meerprijs van 230 euro met zich meebrengt. Ook een upgrade naar meer opslag is mogelijk vanaf 230 euro, maar als je ruimte tekortkomt kun je dat dankzij de snelle usb-poorten op zich ook wel extern oplossen.

Geen nieuwe muis

Het meegeleverde invoersetje bestaat uit een Magic Keyboard en Magic Mouse 2, waarvan het aluminium is uitgevoerd in dezelfde pastelkleur als de iMac. Op de basisconfiguratie krijg je een toetsenbord zonder vingerafdrukscanner – een mogelijkheid die de duurdere uitvoering wel heeft en bij een basisconfiguratie eventueel mogelijk is voor 50 euro extra. Het toetsenbord tikt fijn, zeker als je een voorkeur hebt voor een plat toetsenbord.

©Jeroen Boer - ID.nl

Over de meegeleverde muis zijn we minder tevreden; we vinden de platte Magic Mouse 2 niet lekker in de hand liggen. Ook de onderop geplaatste laadaansluiting blijft vreemd. Die laadaansluiting is net als de laadaansluiting op het toetsenbord nog altijd een Lightning-poort, iets dat inmiddels toch wel ouderwets aanvoelt in Apples assortiment. Er wordt dan wel een usb-c-kabel meegeleverd, maar het is eigenlijk toch wel tijd voor een nieuwe variant met daarop een usb-c-poort.

©Jeroen Boer - ID.nl

Uitstekend scherm

Er is weinig veranderd aan de iMac, en de M3-variant is dan ook voorzien van hetzelfde 24inch-scherm als zijn voorganger. Erg is dat niet, want het 24inch-paneel met een resolutie van 4480 x 2520 pixels levert een uitstekend beeld. De helderheid kan ook lekker hoog, al heb je dat door de glanzende afwerking soms ook wel nodig.

Boven het scherm is een webcam in de rand verwerkt en dat is een uitstekend exemplaar. De Full-HD-camera levert scherpe en heldere beelden en doet dat ook in wat lastigere lichtomstandigheden. Iets wat nog altijd ontbreekt, is gezichtsherkenning. Een mogelijkheid waar Apple op de iPhone en iPad dankzij vergelijkbare processors juist wel op inzet.

Prestaties

De vernieuwde iMac is tijdens dagelijks gebruik een vlotte computer, waardoor applicaties snel opstarten. Dat is geen heel grote verrassing, want ook de voorganger met M1-processor was al een prettig systeem om op te werken. Maar de M3-processor is weer een stukje sneller dan de M1. Zo heeft deze iMac een Single-Core Score van 2351 punten in Geekbench 5, terwijl zijn voorganger tot 1744 punten kwam. Ook de Multi-Core Score is met 10.730 flink hoger dan de 7726 punten van de M1.

Dat beeld wordt grotendeels bevestigt in Cinebench R23, waar deze iMac 1906 punten in de single-core-test scoort tegenover 1510 punten voor zijn voorganger. Ook de multicore-prestaties zijn met 9767 punten hoger dan de 7364 punten van de voorganger. In toepassingen die de machine langdurig zwaar belasten zakken de deze scores naar 1898 en 7473 punten. Die multi-core-score komt in de buurt van de 7343 punten van de voorganger; voor echt langdurig zwaar werk is deze nieuwe iMac dus niet heel veel sneller dan de M1.

Apple stuurde ons het instapmodel voorzien van een 256GB-ssd. Die ssd is met een lees- en schrijfsnelheid van 1549 en 1700,4 MB/s opvallend veel langzamer dan die in het vorige model. In de iMac met M1-processor scoorde de 256GB-ssd een lees- en schrijfsnelheid van 2837,1 en 2303,4 MB/s. Dat is een ontwikkeling die we de laatste jaren vaker zien bij Apple; ssd’s met relatief weinig opslagcapaciteit worden langzamer doordat er minder geheugenchips nodig zijn. De snelste ssd’s zijn immers zo snel omdat er parallel meerdere geheugenchip tegelijkertijd worden gebruikt. Heel erg is dat ook weer niet, want de ssd is voor vrijwel alle werkzaamheden snel genoeg. De ssd's met meer opslagcapaciteit zullen vermoedelijk sneller zijn.

Conclusie

Apples vernieuwde iMac is in de praktijk eigenlijk niet veel anders dan de het voorgaande model met M1-processor. Dat is niet zo gek, want de vernieuwde processor is in feite de enige verbetering. Heel erg is dat niet: de iMac blijft de fraaiste all-in-one-pc die je kunt kopen en valt op door zijn uitstekende scherm met hoge resolutie.

In de meeste taken is de M3-processor een stuk sneller dan de M1, al maakt het bij normale kantoorwerkzaamheden niet zo veel uit. Het is al met al een prima computer, maar inmiddels begint het wel een beetje vreemd te worden dat ook de duurdere configuratie over slechts 8 GB RAM beschikt. Bovendien heeft zeker de goedkoopste uitvoering te weinig aansluitingen. Verder zou het handig zijn als de voet in hoogte verstelbaar zou zijn.

▼ Volgende artikel
Review Amazon Kindle Paperwhite (2024) – Geen echt grote stap vooruit, maar toch de moeite waard
© Wesley Akkerman
Huis

Review Amazon Kindle Paperwhite (2024) – Geen echt grote stap vooruit, maar toch de moeite waard

Op papier (!) voegt de Amazon Kindle Paperwhite niet ontzettend veel toe. Maar de aanpassingen kunnen wel waardevol zijn voor iedereen die al jaren een (verouderde) Kindle-versie heeft. Wat brengt de 2024-variant?

Uitstekend
Conclusie

Hoewel we enthousiast zijn over de Amazon Kindle Paperwhite (2024) en de aanpassingen zeker de moeite waard vinden, betekent dat niet dat we iedereen aanraden om over te stappen vanaf het 2021-model – want daarvoor zijn de stappen te klein. Maar heb je een veel ouder model, dan kun je dat met een gerust hart wél doen. De basis is vertrouwd gebleven, en ondanks een paar kleine minpunten is dit zeker geen miskoop.

Plus- en minpunten
  • Sneller
  • Hoger contrast
  • Groter scherm
  • Geen echte grote stap vooruit
  • Bekende minpunten

We vallen meteen met de deur in huis. Mocht je de 2021-versie van de Amazon Kindle Paperwhite gekocht hebben, dan zal de stap naar de 2024-variant te klein zijn om opnieuw 180 euro uit te geven aan een (eerlijk is eerlijk: voortreffelijke) e-reader. Maar als jouw Kindle uit 2018 of eerder komt, dan is het wél tijd om de overstap te maken. De Amazon Kindle van de twaalfde generatie heeft namelijk twee belangrijke en waardevolle aanpassingen.

Ten eerste is het systeem nu tot 25 procent sneller. Amazon geeft weinig informatie vrij over de processor en andere specificaties; maar als je een oude en nieuwe Kindle naast elkaar houdt, merk je dat verschil. Het menu reageert vlotter op je aanrakingen, waardoor je minder lang hoeft te wachten. Dit is met name merkbaar wanneer je iets moet intypen, als je een boek zoekt bijvoorbeeld.

Daarnaast is het scherm ten opzichte van de 2021-editie is het scherm met een inch gegroeid. Er past nu net wat meer op het scherm: wat ons betreft betekent dat vooral meer leesplezier. Dat hij daardoor een paar gram zwaarder en wat groter is dan de voorgaande Paperwhite mag eigenlijk geen naam hebben. Met een gewicht van 211 gram en een scherm van 7 inch blijft de 2024-variant namelijk nog steeds een e-reader die niet zwaar of ontzettend groot is. Het is nog steeds een compact apparaat dat je vrijwel overal mee naartoe kunt nemen.

©Wesley Akkerman

Kleine frustratie

Het apparaat ligt lekker in de hand, maar is tevens ontzettend glad waardoor we een hoesje eigenlijk verplicht vinden. Zo voorkom je dat je de e-reader stevig vast wilt houden, waardoor je mogelijk met je duim op het e-inkt-scherm tikt.

Tikken op het scherm betekent dat je van pagina wisselt in een boek of comic. Dat wil je natuurlijk niet per ongeluk doen, want dat kan je een beetje uit het lezen halen. Het is geen groot probleem, maar wel een kleine smet op de ervaring. Verder hebben we weinig aan te merken op het ontwerp. Onderop zit de knop waarmee je hem uit de slaapstand haalt. Ook zit hier de usb-c-poort waarmee je hem oplaadt. De accu kan het tot drie maanden uithouden.

©Wesley Akkerman

(Bijna) hetzelfde, verbeterd

Net als bij andere Kindle-modellen kun je de kwaliteit van het scherm aanpassen op je eigen zicht. Zo heb je verschillende niveaus van helderheid, die er zowel in de avond als overdag prima uitzien. Daarnaast ben je in staat de warmte van het scherm te veranderen. Dan maak je de digitale pagina's in feite meer geel dan wit, maar dat vinden we geen groot probleem. Na een seconde is je zicht daaraan gewend en lees je de woorden prettig van het schermpje. Ook de contrastverhouding is nu hoger. Dat zie je voornamelijk wanneer je comics of graphic novels leest. Een verbetering waarvan we zeggen: meer dan welkom. Maar...

©Wesley Akkerman

Oude(re) Kindle vervangen of niet?

...Ondanks de verbeteringen wat betreft snelheid, schermgrootte en de hierboven beschreven contrastverhouding is de sprong tussen de variant uit 2021 en deze uit 2024 ook weer niet zó groot dat we meteen roepen dat je er nu een moet bestellen. Ja, de ervaring is beter – maar ook weer niet zó veel beter.

Daarnaast is het jammer dat Amazon de Amazon Kindle Paperwhite voorziet van slechts 16 GB aan opslagruimte. Nu zal dat voor je verzameling oude en nieuwe boeken en novels meer dan voldoende zijn, maar fans van audioboeken kunnen beter naar een model kijken met iets meer ruimte. De Paperwhite Signature Edition heeft bijvoorbeeld 32 GB aan opslagruimte, maar kost met 199 euro ook meteen twee tientjes meer.

©Wesley Akkerman

Een Kindle zoals verwacht

Het zal niemand verrassen dat de Amazon Kindle Paperwhite presteert zoals verwacht. Zoals altijd kun je heel fijn je boeken lezen op dit apparaat, zonder vermoeide ogen. De interface is toegankelijk en boeken aanschaffen is zo gepiept. Dat kan direct op de e-reader, met een Amazon-account, of via de website. Dan worden ze naar de e-reader gestuurd. Gekochte boeken worden verder netjes gepresenteerd op het thuisscherm van het apparaat. Zoals altijd is het ook mogelijk gratis epubs met een omweg naar het product te sturen.

Het apparaat biedt een aantal opties voor het aanpassen van de tekstgrootte en het lettertype, maar voelt tegelijkertijd ook een beetje beperkt. We zien graag meer opties in het menu staan. Daarnaast is het jammer dat de nieuwe Paperwhite geen koptelefoonaansluiting heeft en dat je voor luisterboeken bent aangewezen op bluetooth – zeggen we in het kader van veelzijdigheid.

©Wesley Akkerman

Amazon Kindle Paperwhite kopen?

Hoewel we enthousiast zijn over de Amazon Kindle Paperwhite (2024) en de aanpassingen zeker de moeite waard vinden, betekent dat niet dat we iedereen met een 2021-model aanraden om over te stappen – want daarvoor zijn de stappen te klein. Maar heb je een veel ouder model, dan kun je dat met een gerust hart wél doen. De basis is vertrouwd gebleven, en ondanks een paar kleine minpunten is dit zeker geen miskoop.

▼ Volgende artikel
Vrieskast, vrieskist of koelvriescombinatie: welk model vriezer moet ik kiezen?
© Hedgehog94
Huis

Vrieskast, vrieskist of koelvriescombinatie: welk model vriezer moet ik kiezen?

Of het nu gaat om pizza's, ijs of zelf ingevroren maaltijden: een goede vriezer is onmisbaar. Maar kies je voor een vrieskast, vrieskist of koelvriescombinatie? In dit artikel zetten we de verschillen op een rij, zodat jij de beste keuze kunt maken.

⏱ Dit artikel in het kort:

Een nieuwe vriezer kopen? Bedenk dan goed waar je het meeste aan hebt: een vrieskast, vrieskist of koelvriescombinatie. Een vrieskast is een staande vriezer met overzichtelijke lades, die er van buiten uitziet als een koelkast. Een vrieskist is een liggende vriezer met veel opbergruimte (tot wel 600 liter). Een koelvriescombinatie combineert een koelkast en vriezer in één apparaat en heeft vaak een relatief klein vriesgedeelte.

Lees ook: Hier moet je op letten bij de aanschaf van een nieuwe vriezer

Voordat je je zoektocht naar het juiste model vriezer start, is het belangrijk om te bepalen hoeveel vriesruimte je nodig hebt. Het zou zonde zijn als je een duur apparaat in de keuken of schuur hebt staan dat uiteindelijk te weinig opbergruimte blijkt te hebben, of juist een apparaat dat altijd maar tot de helft gevuld is en daardoor onnodig veel energie verbruikt. Of je nu een vrieskast, vrieskist of koelvriescombinatie kiest: voor alle modellen geldt dat je zo'n 50 liter vriesruimte per persoon rekent. Bestaat jouw huishouden uit vier mensen, dan heb je dus een vriezer met een inhoud van minstens 200 liter nodig. Met z'n tweeën heb je vaak genoeg aan 100 tot 150 liter.

Vrieskast

Een vrieskast lijkt door zijn verticale model veel op een koelkast, met als verschil dat de gehele kast bedoeld is om te vriezen. De binnenkant van een vrieskast bestaat dan ook uitsluitend uit lades. Het fijne daaraan is dat een vrieskast erg overzichtelijk is: als je ervoor staat, zie je in één oogopslag welke producten waar liggen. Dat is anders bij een vrieskist, waarin diepvriesproducten op elkaar gestapeld liggen in één groot vriesvak. Ook kun je in een vrieskast over het algemeen erg veel producten kwijt, in tegenstelling tot bijvoorbeeld het compacte vriesgedeelte van een koelvriescombinatie. Vrieskasten zijn er ook in tafelmodellen, die ideaal zijn voor kleinere keukens of huishoudens. Een tafelmodel plaats je bijvoorbeeld onder het keukenblad, waardoor hij geen extra ruimte in je keuken inneemt.

©carballo

Vrieskist

Iets minder populair dan de vrieskast en koelvriescombinatie is de vrieskist: een liggende vriezer met een deksel bovenop. Het voordeel van dit type vriezer is ook meteen een nadeel: een vrieskist is erg groot, waardoor hij niet in de gemiddelde keuken past. Vrieskisten scoren ook op esthetisch gebied wat minder hoog, waardoor de meeste mensen dit apparaat sowieso niet snel in de keuken zouden plaatsen. Toch kunnen vrieskisten juist vanwege hun grote formaat ontzettend handig zijn. Bijvoorbeeld als je vaak in bulk koopt, hobbykok bent, een moestuin hebt of in de zomer veel ijsjes of ijsblokjes wilt bewaren. Sommige vrieskisten hebben zelfs een netto inhoud van 600 liter! Als je ruimte overhebt in je schuur of garage en vaak voedsel invriest, is een vrieskist dus zeker het overwegen waard. Vrieskisten zijn daarnaast relatief goedkoop én energiezuinig, omdat de kou na het openen van het deksel direct weer terug in de kist 'valt'. Het apparaat hoeft na openen dus niet extra hard te werken om de vriesruimte weer op de juiste temperatuur te krijgen.

Lees ook: Een vrieskast in de schuur of garage? Een koud kunstje!

©Vinícius Bacarin

Coole tip: invriezen in diepvriesbakjes

Dan kun je lekker stapelen!

Koelvriescombinatie

Veruit de meeste huishoudens hebben een koelvriescombinatie: een koelkast en vriezer ineen. De vriezer bevindt zich meestal boven of onder het koelgedeelte. Zo'n koelvriescombinatie is natuurlijk hartstikke handig, want het bespaart een hoop ruimte in de keuken. Ook is een koelvriescombinatie over het algemeen goedkoper dan een losse koelkast en vriezer. En omdat er maar één compressor hoeft te draaien, is een koelvriescombinatie vaak ook energiezuiniger dan twee losse apparaten bij elkaar. Maar zo'n twee-in-één-apparaat heeft ook een nadeel: je kunt er veel minder diepvriesproducten in kwijt dan in een losse vrieskast of -kist. Vaak beslaat de koelruimte het grootste gedeelte van het apparaat, en blijven er drie tot vijf lades over voor het vriezen. Voor een gemiddeld gezin dat af en toe wat invriest is dat meestal wel voldoende. Heb je meer vriesruimte nodig, bijvoorbeeld omdat je vaak aanbiedingen koopt of aan mealpreppen doet? Dan heb je aan een koelvriescombinatie mogelijk niet genoeg en is een vrieskast of -kist voor jou een beter idee.

©Indofootage

Extra functies

Als je eenmaal besloten hebt voor welk type vriezer je gaat, zou je ook nog kunnen kijken welke functies je wilt dat het apparaat heeft. Veel moderne vrieskasten, -kisten en koelvriescombinaties beschikken over allerlei slimme functies die helpen om voedsel langer vers te houden en het apparaat efficiënt te laten werken. Zo hoef je met No Frost nooit meer te ontdooien, is de snelvriesfunctie handig voor het snel invriezen van nieuwe boodschappen en voorkomt een deuralarm dat warme lucht de vriezer binnendringt. Bij vrieskisten is binnenverlichting extra belangrijk, zodat je niet eindeloos hoeft te graaien als je een product zoekt. Let ook op het energielabel van je nieuwe vriezer, want vriezers vreten behoorlijk wat stroom. Wil je een zo zuinig mogelijk apparaat, ga dan voor een vriezer met energielabel C of hoger (tot A). Je kunt ook het energieverbruik in kWh/jaar gebruiken om apparaten te vergelijken; dit geeft het absolute verbruik van een vriezer aan.