ID.nl logo
Nieuwe Intel-cpu, nieuw moederbord: welke past bij jou?
Huis

Nieuwe Intel-cpu, nieuw moederbord: welke past bij jou?

Overweeg je een nieuwe Intel Core Ultra-cpu, dan heb je daar een nieuw moederbord voor nodig. Voor de high-end cpu’s met het K-achtervoegsel die zojuist zijn gelanceerd (de Core Ultra 9 285K, Core Ultra 7 265K(F) en Core Ultra 5 245K(F)), zijn dat idealiter moederborden met een Z-voorvoegsel, oftewel de Z890-moederborden. Wij hebben zeventien nieuwe modellen getest die geschikt zijn voor deze processors. Wat zijn nu de verschillen en vooral: wat heb je écht nodig?

Na het lezen van dit artikel weet je wat er vernieuwd is aan de Z890-moederborden, zodat je daarop je keuze kunt baseren:

  • Genoeg PCIe-lanes voor een PCIe5.0-videokaart én een PCIe5.0-ssd op volle snelheid
  • Thunderbolt 4
  • Wifi 7
  • Alleen nog maar DDR5-geheugen
  • Ongewijzigd: de hoge prijzen

Handig: Met deze voorbeeldconfiguraties bouw ook jij je eigen desktop-pc

De nieuwe Core Ultra-processors maken gebruik van de nieuwe socket LGA 1851. De processors lijken wat vorm betreft niet heel anders dan de vorige generatie, maar oudere moederborden met socket LGA 1700 (Intel Z690- en Z790-chipsets) kunnen niet overweg met deze nieuwe processors. Je hebt dus een nieuw moederbord nodig als je een van de nieuwe Intel-processors wilt gebruiken. 

Wat is er nieuw?

De Z890-chipset zelf voegt niet heel veel toe, we zien vooral evolutie van vorige generaties. Zo zitten we nog altijd op PCI Express 5.0, alleen krijgen we bij Intel nu cpu’s en moederborden die genoeg PCIe-lanes bieden om zowel een PCIe5.0-videokaart en PCIe5.0-ssd op volle snelheid te verbinden, bij Z790 limiteerde een snelle ssd de gpu-bandbreedte.

Verder zien we vooral vooruitgang wat connectiviteit betreft. Thunderbolt 4 is nu standaard op alle Z890-borden waar het voorheen een optie was. Ook wifi 7 is nu praktisch standaard, waar op de vorige generatie 6 of 6E nog regelmatig voorkwam.

DDR4 komen we inmiddels echt niet meer tegen: high-end Z790-borden waren allemaal al met DDR5-geheugen, maar ook bij de Z890-chipset is DDR4 niet eens een optie meer. Z890-moederborden zullen iets hogere geheugensnelheden aankunnen en ondersteunen de nieuwe CUDIMM-geheugenmodules, die nog hogere kloksnelheden mogelijk maken. Zo hebben wij al zonder problemen DDR5-8200- en DDR5-8400-geheugen kunnen draaien en binnen korte tijd verwachten we dat zelfs DDR5-10000 niet meer uitzonderlijk is.

Ongewijzigd zijn de relatief hoge prijzen. Zelfs de goedkoopste optie kost bijna 300 euro, al krijg je daar tegenwoordig een veel beter en praktischer bord voor terug dan een high-end model van vijf jaar geleden. Zo zien we bij alle fabrikanten veel aandacht voor praktisch gemak: zo kun je de installatie van M.2-ssd’s veelal volledig zonder schroevendraaier doen en zijn ouderwetste IO-shields verdwenen. Bovendien zijn de moederborden in het hogere segment nu kwalitatief beter dan de borden van enkele jaren terug.

Elk moederbord in deze test is voorzien van een wifi7-kaartje en een multi-gigabit-netwerkaansluiting.

Stroomvoorziening

Een belangrijk onderdeel van een moederbord is de stroomvoorziening. De VRM’s (Voltage Regulator Modules) zijn hierbij cruciaal voor een stabiele werking van je systeem. Hoe krachtiger de cpu, hoe beter de VRM’s moeten zijn. Door de grote aandacht voor dit onderwerp in de afgelopen jaren zie je nog maar zelden moederborden met een matige stroomvoorziening. Bovendien heeft Intel ditmaal flinke stappen gezet op het gebied van energieverbruik en efficiëntie, waardoor het nog minder een zorg is. Elk van de zeventien geteste moederborden kan bijvoorbeeld moeiteloos overweg met een Intel Core Ultra 9 285K. Alleen als je wilt overklokken, is het slim om hier extra op te letten.

In tegenstelling tot extreme overklokkers maken wij geen onderscheid tussen een prima of overdreven zware stroomvoorziening. Zolang de VRM’s niet in de buurt komen van oververhitting, merk je in de praktijk nauwelijks verschil. Hoe graag fabrikanten ook pronken met hun ‘superieure’ ontwerpen, op een gegeven moment wordt het gewoon overkill. Meer overkill betekent niet automatisch een langere levensduur; complexere borden bevatten juist meer onderdelen die kapot kunnen gaan.

Overige eigenschappen

De volgende stap is om te kijken naar de functies en aansluitingen die het moederbord biedt. In onze adviezen wegen we alle mogelijkheden mee, maar iedere gebruiker heeft eigen wensen. Bedenk daarom vooraf wat jij echt nodig hebt. Hoeveel M.2-ssd’s wil je kunnen plaatsen? Hoeveel usb-poorten heb je nodig en hoe snel moeten die zijn? Is thunderbolt 5 interessant voor jou? Of wil je misschien extreme overklokopties?

Zo kom je uit bij het moederbord dat het best bij je past. De stroomvoorziening is zoals gezegd bij alle geteste borden dik in orde, dus daar hoef je je geen zorgen over te maken. Richt je in plaats daarvan op de overige eigenschappen en of die aan jouw eisen voldoen. Denk daarbij ook aan eventuele toekomstplannen, maar besef dat een veel duurder moederbord weinig zin heeft als een goedkoper model al ruimschoots aan je wensen voldoet. Wil je wat extra’s betalen voor een bepaald uiterlijk of een merkvoorkeur, dan kan dat natuurlijk. Maar zodra je eisen zijn ingevuld, maakt een moederbord van 600 euro je pc niet sneller dan eentje van 350 euro.

Dezelfde koelers

Ondanks de nieuwe socket is de koelermontage ongewijzigd. De nieuwe socket heeft dezelfde afmetingen en de afstand tussen de montagegaten is hetzelfde gebleven. Het zal even duren voordat alle koelerfabrikanten hun websites en verpakkingen aanpassen, maar een koeler die geschikt is voor socket LGA 1700 werkt ook op de nieuwe moederbroden met socket LGA 1851.

Bestaande processorkoelers die werken met socket LGA 1800 zoals de Noctua NH-U12A werken ook op socket LGA 1851.

Het beste bord tot 375 euro

Van de zeventien geteste moederborden blijven er maar vijf onder de 375 euro. Omdat het leven al duur genoeg is, kijken we eerst naar het goedkoopste model: de ASUS Prime Z890-P WiFi voor 279 euro. Technisch gezien voldoet dit bord prima, ook met een Core Ultra 9-cpu, en op veel vlakken is het modern. Tegelijk is het wel sterk uitgekleed: een eenvoudige audiochip, een minder stevige stroomvoorziening en in totaal slechts acht usb-poorten, waarvan zes op 5 Gbit/s of lager. Maar als elke euro telt, ontkom je hier bijna niet aan.

Overweeg je een high-end platform voor een serieuze werkmachine, dan biedt de MSI MAG Z890 Tomahawk een veel aantrekkelijker totaalplaatje. Je levert op vrijwel geen enkel punt in ten opzichte van duurdere alternatieven. Deze Tomahawk heeft vier ssd-sloten (allemaal met heatsink), acht fan-headers, drie (a)RGB-headers, een 5Gbit/s-LAN-aansluiting, tien usb-poorten waarvan twee met thunderbolt 4 (40 Gbit/s) en vier met 10 Gbit/s, een optische audio-uitgang, leddisplay voor foutcodes, een stevigere stroomvoorziening en een moderne audiochip.

MSI’s MAG Z890 Tomahawk WiFi combineert een zeer aantrekkelijke totaalplaatje met een prijs die nog enigszins redelijk is.

Er is één bord dat de Tomahawk op de hielen zit: de Gigabyte Z890 Aorus Elite. Gigabyte maakt op dit moederbord net iets andere keuzes. Het heeft ‘slechts’ een netwerkverbinding van 2,5 Gbit/s, iets tragere usb-poorten achterop en maar één thunderbolt4-poort, maar daar tegenover staan fysieke knoppen (aan-uit, reset) op het bord zelf, een en een interne HDMI-aansluiting voor nichebehuizingen met een extra ingebouwd display. Verder zijn zowel de ssd-sloten als alle heatsinks volledig zonder gereedschap toegankelijk.

De Gigabyte Z890 Aorus Elite is een goed alternatief als je die specifieke unieke eigenschappen nodig hebt.

MSI Tomahawk of Pro-A

In de tabel aan het einde van dit artikel vind je zowel de MSI Z890 Tomahawk als de MSI Pro Z890-A. Technisch zijn deze twee moederborden identiek, het verschil zit vooral in het uiterlijk. Daarnaast heeft MSI bij de Pro-A één heatsink en enkele clips voor het eenvoudiger installeren van M.2-ssd’s weggelaten. De verschillen zijn zo klein dat je gerust voor de Pro-A kunt kiezen als je die mooier vindt.

Het beste bord tot 500 euro

Voordat je meer uitgeeft dan bij de eerder besproken borden, bedenk eerst goed wat je echt nodig hebt. In onze ogen zijn er vier redenen om een stapje hoger te gaan: meer opslag, meer aansluitingen, betere overklokmogelijkheden en een specifieke uitstraling.

Het eerste moederbord in deze hogere prijsklasse is de Gigabyte Z890 Aorus Pro Ice. Met 12 usb-poorten (waarvan twee thunderbolt 4), vijf M.2-sloten (allemaal met heatsink en zonder gereedschap te monteren) en een aantrekkelijk wit-zilveren uiterlijk, scoort deze goed op drie van de vier genoemde punten. Daarnaast is het PCB wat beter, en zijn er fysieke knoppen en leddisplay voor foutcodes aanwezig. Als je die extra’s nodig hebt, is de prijs van 429 euro vergeleken met de Tomahawk en Aorus Elite nog best redelijk.

De Gigabyte Z890 Aorus Pro Ice geeft je meer aansluitingen dan de goedkopere borden.

Wil je ook nog gaan overklokken en heb je behoefte aan meer aansluitingen, dan is de ASUS ROG Strix Z890-F Gaming WiFi zeker het overwegen waard. Het bord is niet alleen fysiek indrukwekkend, maar biedt ook volop mogelijkheden: vijf M.2-sloten (alle met heatsink), veertien usb-poorten (waaronder twee met thunderbolt 4 en zes op 10 Gbit/s) en als enige onder de 500 euro: twee interne usb3.0-headers voor extra poorten aan de voorzijde van je behuizing.

De betere stroomvoorziening onderscheidt de Strix van de Aorus Elite, en samen met ASUS’ uitgebreide BIOS-functionaliteit zal dat fanatieke overklokkers aanspreken. Of overklokken bij deze nieuwe processors echt zin heeft, moeten we nog ontdekken, maar dit bord houdt die deur in elk geval open.

Ben je van plan om te experimenteren met overklokken, dan is de ASUS ROG Strix Z890-F Gaming WiFi een goede keuze als je maximaal 500 euro wilt uitgeven.

In deze prijscategorie vallen de MSI Edge Ti en de ASUS ROG Strix Z890-A een beetje tussen wal en schip. Ze zijn niet slecht, maar bijvoorbeeld de Z890 Edge Ti biedt vooral wat snellere usb-poorten dan de Aorus Pro Ice, en kost toch meer. De ASUS Strix Z890-A lijkt op de Z890-F, maar in een witte vormgeving en met enkele beperkingen voor een kleinere prijsbesparing. Prima als je die uitstraling wilt, maar de Z890-F is dan eigenlijk de betere keuze.

De beste borden boven de 500 euro

Als een moederbord van boven de 350 euro al lastig te rechtvaardigen is, geldt dat natuurlijk nog sterker voor exemplaren boven de 500 euro. Ook hier draait het vooral om heel specifieke aansluitmogelijkheden, extreme overklokmogelijkheden of andere unieke eigenschappen die je elders niet aantreft.

Eén bord toont dat als geen ander: de ASUS ProArt Z890-Creator WiFi. Sommige zaken zijn niet bijzonderder dan bij veel goedkopere borden, zoals de stroomvoorziening die niet speciaal op extreem overklokken is gericht, of het feit dat je ‘maar’ tien usb-poorten hebt. Maar de ProArt is wel het enige bord met twee thunderbolt5-aansluitingen, én het enige bord dat DisplayPort IN ondersteunt (voor thunderbolt-monitors in combinatie met een losse videokaart). Bovendien is dit het goedkoopste bord met een 10Gbit/s-netwerkaansluiting zonder add-in-kaart, en heeft het twee PCIe5.0x16-sloten. Het strakke design richt zich duidelijk op professionals in plaats van gamers, en praktische details zoals een opklapbaar heatsinkmechanisme maken het installeren van vijf ssd’s een fluitje van een cent. ASUS laat hiermee goed zien dat het een specifieke doelgroep serieus neemt.

De ASUS ProArt Z890-Creator WiFi valt op door de twee thunderbolt5-aansluitingen.

Andere borden in dit segment zijn niet per se minder doelgericht, maar de prijs-prestatieverhouding loopt dan snel scheef. De ASUS Z890 Hero is prachtig, met leuke extra’s voor extreme (LN2-)overklokkers (voor de leken: met vloeibare stikstof!) of aangepaste waterkoelingssystemen. Ook biedt hij als enige twee interne type-c-headers, een zesde M.2-slot en een SlimSAS-aansluiting voor nog meer snelle opslag. Voor ruim 700 euro mis je echter wel de 10Gbit/s-netwerkaansluiting van de ProArt, dus vraag jezelf af of het dat waard is.

De MSI Ace kent een vergelijkbaar verhaal: praktisch alles is aanwezig, inclusief een 10Gbit/s-netwerkaansluiting en vijftien usb-poorten, maar geen thunderbolt 5. Ook hier is de prijs fors, wat een echte aanbeveling moeilijk maakt.

De Gigabyte Z890 Aorus Master komt in deze groep iets gunstiger uit de bus. Met 650 euro nog steeds duur, maar wel zo’n honderd euro goedkoper dan de absolute top. Daarvoor krijg je veertien usb-poorten, een 10Gbit/s-netwerkaansluiting, een zeer stevige stroomvoorziening voor serieus overklokken, plus allerlei praktische gemakken zoals gereedschapsvrije heatsinks.

De Gigabyte Z890 Aorus Master kost veel, maar geeft je wel vrijwel alle mogelijkheden die je maar kunt bedenken.

Echte nicheborden: ITX en xOC

Niet alle moederborden passen in de gebruikelijke rangorde van goed, beter, best. Sommige modellen richten zich op een heel specifieke doelgroep en zijn daardoor voor de meeste gebruikers nauwelijks relevant. Tegelijk kunnen ze binnen hun niche vaak de enige echte optie zijn.

Een opvallende, bijna vergeten doelgroep zijn de liefhebbers van compacte mini-ITX-systemen. MSI en Gigabyte hebben voor deze nieuwe chips geen compacte borden uitgebracht, waardoor de ASUS ROG Strix Z890-I Gaming WiFi al snel de aantrekkelijkste mini-ITX-optie wordt. Dat ASUS al jaren prima mini-ITX-borden maakt, schept vertrouwen. Uiteraard zijn er compromissen vanwege het beperkte formaat, en mini-itx blijft relatief prijzig, maar de beschikbare ruimte is uitstekend benut. Het is lastig een behuizing of scenario te bedenken waarin dit bord tekortschiet. De meegeleverde externe Hive-audiocontroller is bovendien een prettige toevoeging op je bureau, met onder meer een aan-uitknop, volumeregeling en wat extra usb-poorten.

We hebben slechts één mini-itx-bord getest, maar dat is wel een prima keuze.

De ASUS ROG Maximus Z890 Apex is een meer traditionele niche-oplossing voor extreme overklokkers. Dit bord kost ruim 750 euro en is speciaal gebouwd voor maximale geheugenprestaties en recordbrekende benchmarkruns. Het is niet de uitgeklede overklokker die we soms zagen in het verleden; deze Apex kan ook als allrounder mee. Maar als je niets met (extreem) overklokken hebt, zie je de meerwaarde niet. Je kunt er natuurlijk wél heel veel geld tegenaan gooien puur voor de uitstraling, maar daar geven wij uiteraard geen punten voor.

De ASUS ROG Maximus Z890 Apex is het bord voor als overklokken je ultieme hobby is.

Ultra High-End?

Elke fabrikant heeft zijn ultra high-end topmodel, waarvan wij alleen de ASUS ROG Maximus Z890 Extreme hebben getest. Dit soort borden dienen als uithangbord voor wat een fabrikant allemaal kan, met werkelijk alle toeters en bellen. In het geval van de Extreme zijn dat onder andere mooi weggewerkte aansluitingen aan de zijkant. Maar met een prijs van zo’n 1400 euro – en Gigabytes topmodel wordt naar verluidt nog duurder – is dit geen bord dat we serieus kunnen aanbevelen.

Resultaten

In onderstaande afbeelding vind je de testresultaten van de geteste moederborden.

Conclusie

Voor deze zeventien moederborden geldt hetzelfde als bij de vorige test: er zijn geen echt slechte producten meer, alleen nog slechte prijzen. Het blijft daarom belangrijk om goed in kaart te brengen wat jij nu en in de toekomst echt nodig hebt. Zo voorkom je dat je later functies mist.

De onderlinge concurrentie tussen de overgebleven fabrikanten is stevig, en het verschil tussen een categoriewinnaar en een bord dat nauwelijks genoemd wordt, zit ‘m vaak in kleine details, zoals het aantal aansluitingen. Heb je een merkvoorkeur omdat je goede ervaringen hebt, of bekend bent met hun BIOS of software, dan is er weinig reden om van merk te switchen. De verschillen zijn zelden écht groot, maar check voor de zekerheid toch de tabel.

Heb je geen uitgesproken voorkeur, kijk dan eerst naar de MSI MAG Z890 Tomahawk, gevolgd door de Gigabyte Z890 Aorus Elite. Beide bieden voor 350 euro (in deze test is dat nog relatief betaalbaar) een meer dan comfortabele basis voor vrijwel iedere pc. Ze krijgen daarom allebei ons keurmerk Redactietip.

Het is bijna onmogelijk om een ‘beste’ bord aan te wijzen zonder meteen naar de duurste opties te grijpen. Wij trekken echter de lijn bij moederborden die echte meerwaarde bieden voor een high-end desktop. De ASUS ProArt Z890-Creator WiFi doet dat volgens ons het best, met meer opslagmogelijkheden, extra gemak, meer connectiviteit (inclusief thunderbolt 5 en 10Gbit/s-LAN) en zonder dat de prijs volledig uit de bocht vliegt. Die verdient dus ons keurmerk Best Getest.

▼ Volgende artikel
Je eigen handtekening in Word: signeren in stijl
© Andreas Prott - stock.adobe.com
Huis

Je eigen handtekening in Word: signeren in stijl

Je wilt brieven, verslagen en documenten in Word voorzien van een echte handtekening? Dat kan bijvoorbeeld met een tablet-pc en een digitale pen. Als je die niet hebt, dan kun je gebruikmaken van de OneDrive-app van Microsoft, als die op je telefoon staat.

Lees ook: Dicteren in Word: typen is zilver, spreken is goud

Stap 1: Scannen

Eerst zet je de handtekening op papier en daarna open je de mobiele OneDrive-app. Die app synchroniseert snel met de cloudopslag van Microsoft én is voorzien van een prima scanfunctie. Wellicht moet je de toegang tot de camera van je telefoon nog toestaan. Wanneer de app geopend is, tik je op het blauwe plusteken en dan selecteer je onderaan de optie Foto scannen. Vervolgens zorg je dat de handtekening goed belicht is en neem je een foto van de handtekening.

In de volgende stap kun je de handtekening uitsnijden. Daarna tik je onderaan op de Filters en je kiest de filteroptie Document of Zwart-wit. Voordat je de app sluit, moet je de afbeelding een naam geven en aanduiden in welke map dit bestand wordt opgeslagen.

Optimaliseer de helderheid en het contrast met het filter Document.

Stap 2: Invoegen

Vervolgens kun je de foto van de handtekening invoegen op de gewenste locatie van het Word-document. Gebruik in het tabblad Invoegen de knop Afbeeldingen. Daarna kies je bij Afbeelding invoegen de optie Dit apparaat. In de Mac-versie van Microsoft Word kies je Invoegen / Afbeeldingen / Afbeelding uit bestand. Na het invoegen kun je de afbeelding nog verkleinen. Zorg dat de afbeelding geselecteerd is en sleep de hoeken van het selectiekader om de handtekening te schalen.

Je kunt de handtekening schalen door de hoekpunten te verslepen.

Stap 3: Bouwsteen

Om de handtekening altijd bij de hand te hebben, kun je er een zogeheten Bouwsteen van maken. Selecteer de ingevoegde handtekening en eventueel de aanvullende tekst. Gebruik de toetscombinatie Alt+F3 of ga naar Invoegen / Snelonderdelen / Selectie opslaan in galerie Snelonderdelen. Voeg een korte beschrijving toe onder Naam.

In de toekomst kun je deze bouwsteen razendsnel toevoegen via het tabblad Invoegen. Kies Snelonderdelen / Autotekst en klik op het onderdeel met de handtekening. Een snellere manier van invoegen is de naam van de bouwsteen typen, gevolgd door F3. Let op dat er geen spatie staat tussen de naam van de bouwsteen en de cursor wanneer je op F3 drukt.

Geef het nieuwe Snelonderdeel een naam.

▼ Volgende artikel
Je energierekening onder de loep: wat apparaten écht verbruiken
© Alex Yeung - stock.adobe.com
Energie

Je energierekening onder de loep: wat apparaten écht verbruiken

Krijg je het benauwd van je energierekening? Dan is het logisch dat je je afvraagt hoeveel stroom je apparaten daadwerkelijk verbruiken. De koelkast, oven, televisie, vaatwasser en wasmachine – ze draaien dagelijks, maar wat kosten ze je precies? In dit artikel leer je hoe je met een eenvoudige berekening inzicht krijgt in het stroomverbruik per toestel.

Dit artikel in het kort:

Het is verstandig dat je weet ongeveer hoeveel een elektrisch apparaat verbruikt. Je begint met het achterhalen van het vermogen in watt. Daarna kun je het verbruik in kilowattuur berekenen door getallen te vermenigvuldigen.

Hierdoor word je bewust van de elektriciteitsconsumptie van ieder apparaat. Bij de aankoop van een nieuw toestel kun je exact voorspellen wat de impact zal worden op de energierekening.

Lees ook: Grip op je energieverbruik: houd bij wat al jouw apparaten verbruiken

De bewuste verbruiker

Wie het precies wil weten, kan een energiemeter aanschaffen. Die plug je tussen het stopcontact en het apparaat waarvan je het verbruik wilt meten. Handig, maar zelfs de eenvoudigste modellen geven al snel een berg aan cijfers. Voor wie daar niet meteen wijs uit raakt, of een aankoop nog overweegt, is er een alternatieve manier. Door zelf een eenvoudige berekening te maken, krijg je snel en overzichtelijk inzicht in het stroomverbruik van een apparaat. Bovendien kun je op die manier gemakkelijk verschillende toestellen met elkaar vergelijken.  

©Dirk Schoofs

Door alle apparaten een tijdje aan een energiemeter te hangen, leer je het verbruik kennen.

Watt maal gebruikstijd: zo bereken je het verbruik

Het vermogen van een elektrisch toestel – uitgedrukt in watt (W) – vind je meestal op een sticker of typeplaatje aan de onder- of achterkant. Als je dit wattage vermenigvuldigt met het aantal uren dat je het toestel gebruikt, en vervolgens met het aantal dagen per jaar, weet je hoeveel energie het jaarlijks verbruikt. Deel dat getal door duizend om het om te zetten naar kilowattuur (kWh), en vermenigvuldig het resultaat met de actuele stroomprijs. Voor dit artikel rekenen we met een gemiddelde elektriciteitsprijs van 0,27 euro per kWh (september/oktober 2025).

💡KILOWATT VERSUS KILOWATTUUR

Op elk toestel en huishoudelijk apparaat vind je het energetisch vermogen van dat toestel uitgedrukt in watt of W. De eenheid dankt zijn naam aan een Schotse ingenieur James Watt, die beschouwd wordt als de uitvinder van de moderne stoommachine. In die tijd was er nog geen sprake van elektriciteit.

Hoe groter het aantal watt, het vermogen dus, hoe krachtiger het toestel. Om niet bij ontzettend grote getallen uit te komen gebruikt men bij grote apparaten liever de eenheid kilowatt (kW), wat overeenkomt met 1000 watt.

Watt en kilowatt worden vaak verward met kilowattuur (kWh). Kilowattuur heeft niets te maken met vermogen maar met energieverbruik. Daarom lees je de W en kW op het apparaat en kWh op de energierekening. 1 kWh is het verbruik van een elektrisch toestel met een vermogen van 1000 watt gedurende 1 uur.

Onthoud dus: watt en kilowatt slaan op vermogen, kilowattuur slaat op verbruik.

Enkele voorbeelden… 

Badkamerheater

Stel dat een gezin in de koude maanden – van oktober tot en met maart – dagelijks één uur lang een elektrische badkamerverwarmer van 1200 watt gebruikt. Dat komt neer op 182 dagen. De berekening is eenvoudig: 1 uur × 182 dagen × 1200 W = 218.400 wattuur. Omgerekend is dat 218,4 kWh. Bij een stroomprijs van 0,27 euro per kWh kost dat op jaarbasis 59 euro.

Strijkijzer

Een strijkijzer met een vermogen van 2500 watt, dat je twee uur per week gebruikt, tikt ook aan. De som: 2 uur × 52 weken × 2500 W = 260.000 wattuur, oftewel 260 kWh. Met dezelfde stroomprijs kom je uit op een jaarlijkse kost van 70,20 euro.  

©PhotoSG - stock.adobe.com

Wekkerradio

Op het eerste gezicht lijkt het verbruik van een wekkerradio verwaarloosbaar, maar dit bescheiden apparaatje draait 24 uur per dag, het hele jaar door. Met een vermogen van 5 watt ziet de berekening er zo uit: 24 uur × 365 dagen × 5 W = 43.800 wattuur, oftewel 43,8 kWh. Dat is goed voor een jaarlijkse kost van 11,83 euro – toch niet niks voor een apparaat dat je amper gebruikt.

Heb jij al een klokje in de douchecabine hangen?

Met deze douchewekker bespaar je tijd, stroom en water!

Ben je een kleine of grote stroomverbruiker?

Hoeveel elektriciteit een huishouden verbruikt, hangt natuurlijk af van het aantal mensen, hun gewoonten en het type apparaten in huis. De afgelopen jaren is het gemiddelde verbruik gestegen, mede door de opkomst van nieuwe toestellen zoals elektrische fietsen, oplaadbare auto’s, en het steeds intensiever gebruik van smartphones en andere gadgets. Tegelijk worden veel apparaten juist energie-efficiënter. Dat maakt het beeld genuanceerd: meer stroomverbruik, maar soms ook bewuster en zuiniger. 

Aantal bewonersGemiddeld verbruik/jaar
11800 kWh
22500 kWh
33500 kWh
44500 kWh
55000 kWh
💡LET OOK OP HET SLUIPVERBRUIK

Sluipverbruik is het stiekeme verbruik van elektrische apparaten waarvan je denkt dat je ze hebt uitgeschakeld. Dit sluipverbruik kan oplopen tot 8 procent van het totale verbruik. In dit artikel lees je over wat het gemiddelde sluipverbruik is per apparaat. Je leest ook hoe je dit sluipverbruik kunt vermijden.

Wat zijn de grootste stroomvreters in huis?

Verwarming en airco

In veel huishoudens voeren verwarming en airconditioning de lijst van energieslurpers aan. Logisch, in een land waar de winters guur en de zomers steeds warmer worden. Het vergt nu eenmaal veel energie om het binnen aangenaam te houden. Gelukkig beschikken veel moderne systemen over een Eco-stand, waarmee je het verbruik aanzienlijk kunt beperken.

Elektrische boiler

Een boiler die zorgt voor warm water in de keuken en badkamer – bijvoorbeeld een model van 150 liter – kan bij een gezin van vier personen oplopen tot een verbruik van wel 2500 kWh per jaar. Dat maakt het een relatief dure oplossing, zeker als je elektrisch verwarmt.

Diepvriezer en koelkast

Koelkasten en diepvriezers staan nooit stil en draaien dus dag en nacht. Samen zijn ze goed voor gemiddeld 500 kWh per jaar. Vooral oudere modellen zijn vaak niet erg zuinig. Een koelkast met energielabel C verbruikt bijvoorbeeld 2,5 keer meer dan een toestel met label A. Ontdooi regelmatig, kies voor een toestel met een A-label, en plaats het niet naast een warmtebron zoals een droger of oven – dat scheelt echt.

Wasmachine

Gemiddeld draait een gezin zo’n 200 wasbeurten per jaar. Een moderne wasmachine met energielabel A verbruikt dan ongeveer 180 kWh. Hoe warm je wast, maakt een groot verschil: een wasbeurt op 40 graden verbruikt tot 30 procent minder energie dan een op 60 graden. Wil je zuinig wassen? Kies dan voor een lage temperatuur, een volle trommel en gebruik de Eco-stand.

Wasdroger

Vooral in de herfst en winter is een wasdroger erg praktisch. Maar dat gemak heeft een prijs: het verbruik ligt rond de 500 kWh per jaar. Wie zijn was regelmatig aan een rekje laat drogen, bespaart dus niet alleen energie, maar ook flink wat geld.

Vaatwasser

Een zuinige vaatwasser met energielabel A komt gemiddeld uit op 220 kWh per jaar. Door het Eco-programma te gebruiken kun je tot 60 kWh besparen. De vuistregel: zet je vaatwasser pas aan als hij helemaal vol is. Zo haal je het maximale rendement uit elk programma.

Oven

De oven is een van de meest energie-intensieve apparaten in de keuken. Afhankelijk van hoe vaak je hem gebruikt, schommelt het jaarlijkse verbruik tussen de 160 en 200 kWh. Ook hier loont het om bewuster te plannen: bak meerdere gerechten na elkaar, zodat de ovenwarmte optimaal wordt benut.

Circulatiepomp

Een verrassende stroomverbruiker is de circulatiepomp van je verwarmingsinstallatie. In oudere systemen draait deze pomp het hele stookseizoen onafgebroken, vaak met een vermogen van 70 tot 80 watt. Bij 6000 draaiuren per jaar kom je dan uit op een verbruik tussen de 420 en 480 kWh – méér dan een koelkast, wasmachine of vaatwasser. Moderne cv-installaties hebben efficiëntere pompen met drie standen, die slechts 25 tot 75 watt vragen. Een slimme vervanging kan dus behoorlijk wat opleveren.