ID.nl logo
Nieuwe Intel-cpu, nieuw moederbord: welke past bij jou?
Huis

Nieuwe Intel-cpu, nieuw moederbord: welke past bij jou?

Overweeg je een nieuwe Intel Core Ultra-cpu, dan heb je daar een nieuw moederbord voor nodig. Voor de high-end cpu’s met het K-achtervoegsel die zojuist zijn gelanceerd (de Core Ultra 9 285K, Core Ultra 7 265K(F) en Core Ultra 5 245K(F)), zijn dat idealiter moederborden met een Z-voorvoegsel, oftewel de Z890-moederborden. Wij hebben zeventien nieuwe modellen getest die geschikt zijn voor deze processors. Wat zijn nu de verschillen en vooral: wat heb je écht nodig?

Na het lezen van dit artikel weet je wat er vernieuwd is aan de Z890-moederborden, zodat je daarop je keuze kunt baseren:

  • Genoeg PCIe-lanes voor een PCIe5.0-videokaart én een PCIe5.0-ssd op volle snelheid
  • Thunderbolt 4
  • Wifi 7
  • Alleen nog maar DDR5-geheugen
  • Ongewijzigd: de hoge prijzen

Handig: Met deze voorbeeldconfiguraties bouw ook jij je eigen desktop-pc

De nieuwe Core Ultra-processors maken gebruik van de nieuwe socket LGA 1851. De processors lijken wat vorm betreft niet heel anders dan de vorige generatie, maar oudere moederborden met socket LGA 1700 (Intel Z690- en Z790-chipsets) kunnen niet overweg met deze nieuwe processors. Je hebt dus een nieuw moederbord nodig als je een van de nieuwe Intel-processors wilt gebruiken. 

Wat is er nieuw?

De Z890-chipset zelf voegt niet heel veel toe, we zien vooral evolutie van vorige generaties. Zo zitten we nog altijd op PCI Express 5.0, alleen krijgen we bij Intel nu cpu’s en moederborden die genoeg PCIe-lanes bieden om zowel een PCIe5.0-videokaart en PCIe5.0-ssd op volle snelheid te verbinden, bij Z790 limiteerde een snelle ssd de gpu-bandbreedte.

Verder zien we vooral vooruitgang wat connectiviteit betreft. Thunderbolt 4 is nu standaard op alle Z890-borden waar het voorheen een optie was. Ook wifi 7 is nu praktisch standaard, waar op de vorige generatie 6 of 6E nog regelmatig voorkwam.

DDR4 komen we inmiddels echt niet meer tegen: high-end Z790-borden waren allemaal al met DDR5-geheugen, maar ook bij de Z890-chipset is DDR4 niet eens een optie meer. Z890-moederborden zullen iets hogere geheugensnelheden aankunnen en ondersteunen de nieuwe CUDIMM-geheugenmodules, die nog hogere kloksnelheden mogelijk maken. Zo hebben wij al zonder problemen DDR5-8200- en DDR5-8400-geheugen kunnen draaien en binnen korte tijd verwachten we dat zelfs DDR5-10000 niet meer uitzonderlijk is.

Ongewijzigd zijn de relatief hoge prijzen. Zelfs de goedkoopste optie kost bijna 300 euro, al krijg je daar tegenwoordig een veel beter en praktischer bord voor terug dan een high-end model van vijf jaar geleden. Zo zien we bij alle fabrikanten veel aandacht voor praktisch gemak: zo kun je de installatie van M.2-ssd’s veelal volledig zonder schroevendraaier doen en zijn ouderwetste IO-shields verdwenen. Bovendien zijn de moederborden in het hogere segment nu kwalitatief beter dan de borden van enkele jaren terug.

Elk moederbord in deze test is voorzien van een wifi7-kaartje en een multi-gigabit-netwerkaansluiting.

Stroomvoorziening

Een belangrijk onderdeel van een moederbord is de stroomvoorziening. De VRM’s (Voltage Regulator Modules) zijn hierbij cruciaal voor een stabiele werking van je systeem. Hoe krachtiger de cpu, hoe beter de VRM’s moeten zijn. Door de grote aandacht voor dit onderwerp in de afgelopen jaren zie je nog maar zelden moederborden met een matige stroomvoorziening. Bovendien heeft Intel ditmaal flinke stappen gezet op het gebied van energieverbruik en efficiëntie, waardoor het nog minder een zorg is. Elk van de zeventien geteste moederborden kan bijvoorbeeld moeiteloos overweg met een Intel Core Ultra 9 285K. Alleen als je wilt overklokken, is het slim om hier extra op te letten.

In tegenstelling tot extreme overklokkers maken wij geen onderscheid tussen een prima of overdreven zware stroomvoorziening. Zolang de VRM’s niet in de buurt komen van oververhitting, merk je in de praktijk nauwelijks verschil. Hoe graag fabrikanten ook pronken met hun ‘superieure’ ontwerpen, op een gegeven moment wordt het gewoon overkill. Meer overkill betekent niet automatisch een langere levensduur; complexere borden bevatten juist meer onderdelen die kapot kunnen gaan.

Overige eigenschappen

De volgende stap is om te kijken naar de functies en aansluitingen die het moederbord biedt. In onze adviezen wegen we alle mogelijkheden mee, maar iedere gebruiker heeft eigen wensen. Bedenk daarom vooraf wat jij echt nodig hebt. Hoeveel M.2-ssd’s wil je kunnen plaatsen? Hoeveel usb-poorten heb je nodig en hoe snel moeten die zijn? Is thunderbolt 5 interessant voor jou? Of wil je misschien extreme overklokopties?

Zo kom je uit bij het moederbord dat het best bij je past. De stroomvoorziening is zoals gezegd bij alle geteste borden dik in orde, dus daar hoef je je geen zorgen over te maken. Richt je in plaats daarvan op de overige eigenschappen en of die aan jouw eisen voldoen. Denk daarbij ook aan eventuele toekomstplannen, maar besef dat een veel duurder moederbord weinig zin heeft als een goedkoper model al ruimschoots aan je wensen voldoet. Wil je wat extra’s betalen voor een bepaald uiterlijk of een merkvoorkeur, dan kan dat natuurlijk. Maar zodra je eisen zijn ingevuld, maakt een moederbord van 600 euro je pc niet sneller dan eentje van 350 euro.

Dezelfde koelers

Ondanks de nieuwe socket is de koelermontage ongewijzigd. De nieuwe socket heeft dezelfde afmetingen en de afstand tussen de montagegaten is hetzelfde gebleven. Het zal even duren voordat alle koelerfabrikanten hun websites en verpakkingen aanpassen, maar een koeler die geschikt is voor socket LGA 1700 werkt ook op de nieuwe moederbroden met socket LGA 1851.

Bestaande processorkoelers die werken met socket LGA 1800 zoals de Noctua NH-U12A werken ook op socket LGA 1851.

Het beste bord tot 375 euro

Van de zeventien geteste moederborden blijven er maar vijf onder de 375 euro. Omdat het leven al duur genoeg is, kijken we eerst naar het goedkoopste model: de ASUS Prime Z890-P WiFi voor 279 euro. Technisch gezien voldoet dit bord prima, ook met een Core Ultra 9-cpu, en op veel vlakken is het modern. Tegelijk is het wel sterk uitgekleed: een eenvoudige audiochip, een minder stevige stroomvoorziening en in totaal slechts acht usb-poorten, waarvan zes op 5 Gbit/s of lager. Maar als elke euro telt, ontkom je hier bijna niet aan.

Overweeg je een high-end platform voor een serieuze werkmachine, dan biedt de MSI MAG Z890 Tomahawk een veel aantrekkelijker totaalplaatje. Je levert op vrijwel geen enkel punt in ten opzichte van duurdere alternatieven. Deze Tomahawk heeft vier ssd-sloten (allemaal met heatsink), acht fan-headers, drie (a)RGB-headers, een 5Gbit/s-LAN-aansluiting, tien usb-poorten waarvan twee met thunderbolt 4 (40 Gbit/s) en vier met 10 Gbit/s, een optische audio-uitgang, leddisplay voor foutcodes, een stevigere stroomvoorziening en een moderne audiochip.

MSI’s MAG Z890 Tomahawk WiFi combineert een zeer aantrekkelijke totaalplaatje met een prijs die nog enigszins redelijk is.

Er is één bord dat de Tomahawk op de hielen zit: de Gigabyte Z890 Aorus Elite. Gigabyte maakt op dit moederbord net iets andere keuzes. Het heeft ‘slechts’ een netwerkverbinding van 2,5 Gbit/s, iets tragere usb-poorten achterop en maar één thunderbolt4-poort, maar daar tegenover staan fysieke knoppen (aan-uit, reset) op het bord zelf, een en een interne HDMI-aansluiting voor nichebehuizingen met een extra ingebouwd display. Verder zijn zowel de ssd-sloten als alle heatsinks volledig zonder gereedschap toegankelijk.

De Gigabyte Z890 Aorus Elite is een goed alternatief als je die specifieke unieke eigenschappen nodig hebt.

MSI Tomahawk of Pro-A

In de tabel aan het einde van dit artikel vind je zowel de MSI Z890 Tomahawk als de MSI Pro Z890-A. Technisch zijn deze twee moederborden identiek, het verschil zit vooral in het uiterlijk. Daarnaast heeft MSI bij de Pro-A één heatsink en enkele clips voor het eenvoudiger installeren van M.2-ssd’s weggelaten. De verschillen zijn zo klein dat je gerust voor de Pro-A kunt kiezen als je die mooier vindt.

Het beste bord tot 500 euro

Voordat je meer uitgeeft dan bij de eerder besproken borden, bedenk eerst goed wat je echt nodig hebt. In onze ogen zijn er vier redenen om een stapje hoger te gaan: meer opslag, meer aansluitingen, betere overklokmogelijkheden en een specifieke uitstraling.

Het eerste moederbord in deze hogere prijsklasse is de Gigabyte Z890 Aorus Pro Ice. Met 12 usb-poorten (waarvan twee thunderbolt 4), vijf M.2-sloten (allemaal met heatsink en zonder gereedschap te monteren) en een aantrekkelijk wit-zilveren uiterlijk, scoort deze goed op drie van de vier genoemde punten. Daarnaast is het PCB wat beter, en zijn er fysieke knoppen en leddisplay voor foutcodes aanwezig. Als je die extra’s nodig hebt, is de prijs van 429 euro vergeleken met de Tomahawk en Aorus Elite nog best redelijk.

De Gigabyte Z890 Aorus Pro Ice geeft je meer aansluitingen dan de goedkopere borden.

Wil je ook nog gaan overklokken en heb je behoefte aan meer aansluitingen, dan is de ASUS ROG Strix Z890-F Gaming WiFi zeker het overwegen waard. Het bord is niet alleen fysiek indrukwekkend, maar biedt ook volop mogelijkheden: vijf M.2-sloten (alle met heatsink), veertien usb-poorten (waaronder twee met thunderbolt 4 en zes op 10 Gbit/s) en als enige onder de 500 euro: twee interne usb3.0-headers voor extra poorten aan de voorzijde van je behuizing.

De betere stroomvoorziening onderscheidt de Strix van de Aorus Elite, en samen met ASUS’ uitgebreide BIOS-functionaliteit zal dat fanatieke overklokkers aanspreken. Of overklokken bij deze nieuwe processors echt zin heeft, moeten we nog ontdekken, maar dit bord houdt die deur in elk geval open.

Ben je van plan om te experimenteren met overklokken, dan is de ASUS ROG Strix Z890-F Gaming WiFi een goede keuze als je maximaal 500 euro wilt uitgeven.

In deze prijscategorie vallen de MSI Edge Ti en de ASUS ROG Strix Z890-A een beetje tussen wal en schip. Ze zijn niet slecht, maar bijvoorbeeld de Z890 Edge Ti biedt vooral wat snellere usb-poorten dan de Aorus Pro Ice, en kost toch meer. De ASUS Strix Z890-A lijkt op de Z890-F, maar in een witte vormgeving en met enkele beperkingen voor een kleinere prijsbesparing. Prima als je die uitstraling wilt, maar de Z890-F is dan eigenlijk de betere keuze.

De beste borden boven de 500 euro

Als een moederbord van boven de 350 euro al lastig te rechtvaardigen is, geldt dat natuurlijk nog sterker voor exemplaren boven de 500 euro. Ook hier draait het vooral om heel specifieke aansluitmogelijkheden, extreme overklokmogelijkheden of andere unieke eigenschappen die je elders niet aantreft.

Eén bord toont dat als geen ander: de ASUS ProArt Z890-Creator WiFi. Sommige zaken zijn niet bijzonderder dan bij veel goedkopere borden, zoals de stroomvoorziening die niet speciaal op extreem overklokken is gericht, of het feit dat je ‘maar’ tien usb-poorten hebt. Maar de ProArt is wel het enige bord met twee thunderbolt5-aansluitingen, én het enige bord dat DisplayPort IN ondersteunt (voor thunderbolt-monitors in combinatie met een losse videokaart). Bovendien is dit het goedkoopste bord met een 10Gbit/s-netwerkaansluiting zonder add-in-kaart, en heeft het twee PCIe5.0x16-sloten. Het strakke design richt zich duidelijk op professionals in plaats van gamers, en praktische details zoals een opklapbaar heatsinkmechanisme maken het installeren van vijf ssd’s een fluitje van een cent. ASUS laat hiermee goed zien dat het een specifieke doelgroep serieus neemt.

De ASUS ProArt Z890-Creator WiFi valt op door de twee thunderbolt5-aansluitingen.

Andere borden in dit segment zijn niet per se minder doelgericht, maar de prijs-prestatieverhouding loopt dan snel scheef. De ASUS Z890 Hero is prachtig, met leuke extra’s voor extreme (LN2-)overklokkers (voor de leken: met vloeibare stikstof!) of aangepaste waterkoelingssystemen. Ook biedt hij als enige twee interne type-c-headers, een zesde M.2-slot en een SlimSAS-aansluiting voor nog meer snelle opslag. Voor ruim 700 euro mis je echter wel de 10Gbit/s-netwerkaansluiting van de ProArt, dus vraag jezelf af of het dat waard is.

De MSI Ace kent een vergelijkbaar verhaal: praktisch alles is aanwezig, inclusief een 10Gbit/s-netwerkaansluiting en vijftien usb-poorten, maar geen thunderbolt 5. Ook hier is de prijs fors, wat een echte aanbeveling moeilijk maakt.

De Gigabyte Z890 Aorus Master komt in deze groep iets gunstiger uit de bus. Met 650 euro nog steeds duur, maar wel zo’n honderd euro goedkoper dan de absolute top. Daarvoor krijg je veertien usb-poorten, een 10Gbit/s-netwerkaansluiting, een zeer stevige stroomvoorziening voor serieus overklokken, plus allerlei praktische gemakken zoals gereedschapsvrije heatsinks.

De Gigabyte Z890 Aorus Master kost veel, maar geeft je wel vrijwel alle mogelijkheden die je maar kunt bedenken.

Echte nicheborden: ITX en xOC

Niet alle moederborden passen in de gebruikelijke rangorde van goed, beter, best. Sommige modellen richten zich op een heel specifieke doelgroep en zijn daardoor voor de meeste gebruikers nauwelijks relevant. Tegelijk kunnen ze binnen hun niche vaak de enige echte optie zijn.

Een opvallende, bijna vergeten doelgroep zijn de liefhebbers van compacte mini-ITX-systemen. MSI en Gigabyte hebben voor deze nieuwe chips geen compacte borden uitgebracht, waardoor de ASUS ROG Strix Z890-I Gaming WiFi al snel de aantrekkelijkste mini-ITX-optie wordt. Dat ASUS al jaren prima mini-ITX-borden maakt, schept vertrouwen. Uiteraard zijn er compromissen vanwege het beperkte formaat, en mini-itx blijft relatief prijzig, maar de beschikbare ruimte is uitstekend benut. Het is lastig een behuizing of scenario te bedenken waarin dit bord tekortschiet. De meegeleverde externe Hive-audiocontroller is bovendien een prettige toevoeging op je bureau, met onder meer een aan-uitknop, volumeregeling en wat extra usb-poorten.

We hebben slechts één mini-itx-bord getest, maar dat is wel een prima keuze.

De ASUS ROG Maximus Z890 Apex is een meer traditionele niche-oplossing voor extreme overklokkers. Dit bord kost ruim 750 euro en is speciaal gebouwd voor maximale geheugenprestaties en recordbrekende benchmarkruns. Het is niet de uitgeklede overklokker die we soms zagen in het verleden; deze Apex kan ook als allrounder mee. Maar als je niets met (extreem) overklokken hebt, zie je de meerwaarde niet. Je kunt er natuurlijk wél heel veel geld tegenaan gooien puur voor de uitstraling, maar daar geven wij uiteraard geen punten voor.

De ASUS ROG Maximus Z890 Apex is het bord voor als overklokken je ultieme hobby is.

Ultra High-End?

Elke fabrikant heeft zijn ultra high-end topmodel, waarvan wij alleen de ASUS ROG Maximus Z890 Extreme hebben getest. Dit soort borden dienen als uithangbord voor wat een fabrikant allemaal kan, met werkelijk alle toeters en bellen. In het geval van de Extreme zijn dat onder andere mooi weggewerkte aansluitingen aan de zijkant. Maar met een prijs van zo’n 1400 euro – en Gigabytes topmodel wordt naar verluidt nog duurder – is dit geen bord dat we serieus kunnen aanbevelen.

Resultaten

In onderstaande afbeelding vind je de testresultaten van de geteste moederborden.

Conclusie

Voor deze zeventien moederborden geldt hetzelfde als bij de vorige test: er zijn geen echt slechte producten meer, alleen nog slechte prijzen. Het blijft daarom belangrijk om goed in kaart te brengen wat jij nu en in de toekomst echt nodig hebt. Zo voorkom je dat je later functies mist.

De onderlinge concurrentie tussen de overgebleven fabrikanten is stevig, en het verschil tussen een categoriewinnaar en een bord dat nauwelijks genoemd wordt, zit ‘m vaak in kleine details, zoals het aantal aansluitingen. Heb je een merkvoorkeur omdat je goede ervaringen hebt, of bekend bent met hun BIOS of software, dan is er weinig reden om van merk te switchen. De verschillen zijn zelden écht groot, maar check voor de zekerheid toch de tabel.

Heb je geen uitgesproken voorkeur, kijk dan eerst naar de MSI MAG Z890 Tomahawk, gevolgd door de Gigabyte Z890 Aorus Elite. Beide bieden voor 350 euro (in deze test is dat nog relatief betaalbaar) een meer dan comfortabele basis voor vrijwel iedere pc. Ze krijgen daarom allebei ons keurmerk Redactietip.

Het is bijna onmogelijk om een ‘beste’ bord aan te wijzen zonder meteen naar de duurste opties te grijpen. Wij trekken echter de lijn bij moederborden die echte meerwaarde bieden voor een high-end desktop. De ASUS ProArt Z890-Creator WiFi doet dat volgens ons het best, met meer opslagmogelijkheden, extra gemak, meer connectiviteit (inclusief thunderbolt 5 en 10Gbit/s-LAN) en zonder dat de prijs volledig uit de bocht vliegt. Die verdient dus ons keurmerk Best Getest.

▼ Volgende artikel
Last van hoge energiekosten in de winter? Zo laat je je was en vaat zuiniger draaien
© ID.nl
Huis

Last van hoge energiekosten in de winter? Zo laat je je was en vaat zuiniger draaien

In de winter loopt de energierekening al snel op. De droger gaat vaker aan omdat de was buiten niet droogt, en omdat we vaker thuis koken en eten gaat ook de vaatwasser vaker aan. Ook de wasmachine draait op volle toeren, want nat weer en dikke kleding leveren extra was op. Hét moment dus om even stil te staan bij het energieverbruik van deze drie apparaten. Met wat kleine aanpassingen zorg je voor een zichtbaar (gunstig!) verschil op je stroomrekening.

In het kort

In dit artikel lees je hoe je met eenvoudige ingrepen energie bespaart bij het wassen, drogen en afwassen. We kijken naar slimme instellingen, zuinige programma's en klein onderhoud waarmee je het energieverbruik omlaag brengt.

Lees ook: 5 stille wasmachines met zuinig label

Slim plannen loont

Wie een slimme meter of dynamisch energietarief heeft, kan precies zien wanneer stroom het goedkoopst is. Door het programma van je wasmachine, droger of vaatwasser daarop af te stemmen, draai je letterlijk op de voordeligste momenten. Veel moderne apparaten hebben een startuitstelknop, waarmee je eenvoudig plant dat een was 's nachts of vroeg in de ochtend klaar is.

Heb je geen dynamisch contract, dan is het slim om eerst te kijken of jouw leverancier een piek- en daltarief hanteert. Bij een dubbeltariefmeter geldt het lagere tarief meestal alleen tussen ongeveer 23.00 en 07.00 uur, niet standaard in het weekend. Even checken bij je energieleverancier voorkomt verrassingen.

Gebruik van nachtstroom

Heb je een dubbeltariefmeter, dan betaal je tijdens de daluren vaak minder. Handig om te weten, maar houd rekening met geluid als je apparaten laat draaien terwijl je slaapt. Sluit de deur van het washok of gebruik het stille programma als dat aanwezig is.

Wassen op lagere temperatuur

De grootste energiebesparing zit in de temperatuur van het waswater. Een was van 30 graden is meestal voldoende schoon, zeker met de huidige wasmiddelen die ook bij lage temperatuur goed werken. Alleen bij sterk vervuilde was of handdoeken kan een hogere stand nodig zijn. Een wasbeurt op 60 graden of af en toe een machinereiniger houdt de trommel fris en voorkomt vetluis - een kookwas op 90 graden is bij moderne machines niet meer nodig.

Een andere eenvoudige stap is de wasmachine pas te laten draaien als hij goed vol is. Een halve was verbruikt bijna evenveel energie als een volle: zonde. Ook de juiste dosering helpt: te veel wasmiddel kan op den duur zeepresten achterlaten, waardoor de machine harder moet werken.

Droger of droogrek?

De droger is een onmisbare hulp in de winter, maar verbruikt veel stroom. Centrifugeer je was daarom eerst op de hoogste stand, zodat er minder vocht overblijft. Hoe droger het de trommel ingaat, hoe korter het droogprogramma duurt. Warmtepompdrogers verbruiken het minst stroom, al bespaar je nog meer door de was af en toe op te hangen. In een goed geventileerde kamer, bijvoorbeeld bij de verwarming, droogt het prima zonder dat je ernaar hoeft om te kijken.

Zuiniger én veiliger

Reinig na elke droogbeurt het pluizenfilter en controleer het rooster aan de achterkant. Ophoping van stof belemmert de luchtstroom, waardoor het apparaat langer draait en warmer wordt. Dat verhoogt niet alleen het energieverbruik, maar ook het risico op oververhitting.

Liever niet de wasdroger gebruiken?

Ga voor een droogrek!

De vaatwasser slim inzetten

Een vaatwasser verbruikt vooral energie om water te verwarmen. Kies daarom het eco-programma: dat duurt wat langer, maar gebruikt minder stroom en water doordat het water op lagere temperatuur wordt verwarmd. Grote etensresten kun je beter even wegschrapen, maar spoel servies niet voor onder de kraan - dat is onnodig en verspilt warm water. Licht aangekoekte pannen en schalen vormen voor moderne vaatwassers echt geen probleem.

Wie zonnepanelen heeft, kan de vaatwasser het beste overdag laten draaien, zodat de stroom direct uit eigen opwekking komt. Ook hier geldt dat een startuitstelknop handig is: je plant eenvoudig in dat het programma start zodra de zon op het dak staat.

Onderhoud maakt echt verschil

Goed onderhoud klinkt saai, maar heeft een direct effect op het energieverbruik. Een verstopt filter, kalk in de sproeiarmen of pluis in de droger laten apparaten harder werken dan nodig. Zet ze af en toe op een onderhoudsprogramma of gebruik een speciale reiniger. Dat voorkomt niet alleen geurtjes, maar zorgt ook dat de machine weer zo goed (lees: zo zuinig) mogelijk zijn werk kan doen.

Kleine aanpassingen, harde euro's

Energie besparen is vooral een optelsom van gewoontes. Door slimmer te plannen, de juiste temperatuur te kiezen en je apparaten schoon te houden, daalt het verbruik ongemerkt. En misschien nog belangrijker: je verlengt de levensduur van apparaten die het dagelijks zwaar te verduren hebben. Daarmee bespaar je ook op de langere termijn.

▼ Volgende artikel
Google Presentaties: presenteren kun je leren
© ID.nl
Huis

Google Presentaties: presenteren kun je leren

PowerPoint is voor velen nog steeds het standaardprogramma voor het maken van professionele presentaties. Maar wie geen geld wil uitgeven én makkelijker wil samenwerken, kan ook prima uit de voeten met Google Presentaties. Deze gratis webapp draait in de browser. Licenties, versieconflicten en het rondsturen van bijlagen behoren daarmee tot het verleden. We leggen uit hoe je eenvoudig overstapt.

Om je eerste slide te maken, heb je alleen een Google-account nodig. Log in op Drive (https://drive.google.com) en kies rechtsboven Nieuw, gevolgd door Google Presentaties (https://slides.google.com). Er opent automatisch een leeg bestand in een nieuw tabblad. Dat wordt opgeslagen in de cloud terwijl je typt. Links staat de dia-navigator, centraal het canvas, rechts het eigenschappenvenster.

Klik bovenin op Naamloze presentatie om de bestandsnaam te veranderen; dat is ook de naam van de link die je later deelt. Via Bestand / Pagina-instelling pas je het formaat aan, bijvoorbeeld breedbeeld 16:9 of klassiek 4:3. Vergeet niet via Bestand / Taal Nederlands te kiezen (als dat niet al goed staat), zodat autocorrectie goed werkt. Handig is ook de toetscombinatie Ctrl+M (zowel Windows als Mac) om nieuwe dia’s in te voegen. Net als in PowerPoint kun je thema’s toepassen: druk op Thema in de werkbalk en blader door de sjablonen. Kies maar een geschikte uit.

We zijn klaar om van start te gaan.

Soorten dia’s 

Als je eenmaal meerdere dia’s hebt, klik je met rechts op een miniatuur in de linkerbalk. Daar kies je voor Lay-out toepassen om snel tussen titel-dia, kop-inhoud of twee kolommen te wisselen. Je kunt bijvoorbeeld kiezen voor een nieuwe dia met alleen een kop, ideaal voor overgangsslides, of juist een wat meer uitgebreide slide.

Door een dia naar boven of beneden te slepen verander je de volgorde. Met Shift selecteer je meerdere slides tegelijk. Wil je een dia dupliceren? Gebruik dan de toetscombinatie Ctrl+D, of Cmd+D op de Mac, en pas alleen de details aan.

Het maken van een nieuwe dia en het schuiven met de volgorde werkt net zoals in PowerPoint.

Live samenwerken

De echte kracht van Google Presentaties ligt in het gelijktijdig samenwerken zonder gedoe met versienummers. Klik rechtsboven op Delen, voer e-mailadressen in of genereer een link met Iedereen met de link / Bewerker. Via Bekijken / Live aanwijzers / Mijn cursor tonen zien collega’s je cursor live bewegen; hun cursors krijgen elk een eigen kleur. Met het camerapictogram bovenaan kun je een call opzetten met iedereen die aan de presentatie aan het werk is. Reageren gebeurt via Opmerking toevoegen, waarna deelnemers met @naam anderen kunnen taggen en taken kunnen toewijzen.

Wanneer iemand een dia verwijdert, vind je die later terug onder Bestand / Versiegeschiedenis / Versiegeschiedenis bekijken. Daar herstel je elke vorige versie met een klik op Deze versie herstellen in het menu met de drie puntjes. Geef belangrijke mijlpalen een naam, zodat je later sneller kunt terugkeren. Voor offline overleg exporteer je naar PowerPoint via Bestand / Downloaden / Microsoft PowerPoint (.pptx); alle animaties blijven behouden. De omgekeerde route werkt ook: sleep een pptx-bestand naar Drive, open het, en het wordt automatisch geconverteerd zonder lay-outfouten.

Live samenwerken is een van de belangrijke pluspunten van Google Presentaties.

Verschillen met PowerPoint 

De grootste vraag bij overstappen is natuurlijk: wat mis ik als ik naar Google Presentaties verhuis? Verrassend weinig, maar er zijn verschillen die je workflow beïnvloeden. PowerPoint staat bekend om zijn uitgebreide animatietijdlijn en de mogelijkheid om meerdere bewegingstrajecten op één object te stapelen. Google Presentaties biedt basale vervaag-, verschuif- en inzoomtransities, maar je kunt nog geen complexe padanimaties tekenen. Ook ontbreken geavanceerde dia-overgangen zoals Morph.

Verder ondersteunt PowerPoint het insluiten van lettertypes in een pptx-bestand, waardoor je presentatie overal identiek blijft. Google Presentaties gebruikt daarentegen webfonts; bij offline export kan daardoor het uiterlijk iets verschuiven. Macro’s in VBA vind je niet terug, maar Apps Script (https://script.google.com) vult veel automatisering toch in.

Daar staat tegenover dat collaboratief werken, automatische versiegeschiedenis en publieksparticipatie standaard zijn en in PowerPoint pas met plug-ins beschikbaar komen. Kortom: heb je vooral statische of licht dynamische presentaties, dan stap je zonder problemen over. Voor complexe animaties kun je altijd PowerPoint achter de hand houden.

Interactieve elementen

Een presentatie springt eruit wanneer beeld, video en interactie worden ingezet. Voeg een foto in via Invoegen / Afbeelding / Uploaden vanaf computer of selecteer de ingebouwde optie Zoeken op internet om rechtenvrije afbeeldingen te vinden. Sleep de hoekgrepen om te schalen.

Uiteraard kun je ook gifjes uploaden via Invoegen / Afbeelding / Gif’s en stickers. Video werkt net zo eenvoudig: kies Invoegen / Video en plak een YouTube-url, of selecteer een Drive-bestand. In de rechterzijbalk stel je in of de video automatisch afspeelt, op een bepaald tijdstip start of stil wordt gezet.

Een hele tabel kun je inladen met Invoegen / Diagram / Uit spreadsheets; de resultaten verschijnen op een dia. Links voeg je toe door de tekst te selecteren en de toetscombinatie Ctrl+K of Cmd+K te gebruiken.

Uiteraard is het embedden van een YouTube-video een fluitje van een cent.

Presentatorweergave en Q&A

Tijdens het presenteren wil je meer dan alleen dia’s tonen; je wilt ook interactie en timing beheren. Start de diavoorstelling via Diavoorstelling rechtsboven met Ctrl+F5, of Cmd+Enter op Mac. Kies via het Pijltje voor Presentatorweergave en de presentatie opent in een nieuw venster terwijl een tweede tab verschijnt met een presentatorvenster. Daar zie je notities, een timer en knoppen om vragen te accepteren.

Activeer Tools voor het publiek / Nieuwe sessie starten en deel de gegenereerde korte url boven in het scherm. Deelnemers stellen anoniem of met naam vragen op hun telefoon of laptop; jij ziet ze binnenkomen en markeert relevante items met Selecteren zodat ze in de dia verschijnen. Wil je tijdelijk pauzeren, druk dan op B om het scherm zwart te maken terwijl je spreekt. Zo bewaak je de regie, beantwoord je vragen en behoud je contact met je publiek in realtime.

Google Presentaties heeft een paar handige functies voor interactie ingebouwd.

Sneltoetsen die tijd besparen

Elke muisklik die je bespaart tijdens het bouwen van dia’s levert minuten op. De volgende toetscombinaties werken in vrijwel elke browser en versnellen je werkproces direct.

Met Ctrl+M maakt een nieuwe dia aan, terwijl Ctrl+D (Mac: Cmd+D) het geselecteerde element of de hele dia dupliceert.

Je zoomt in en uit met Ctrl+scrollwiel zodat je details nauwkeurig plaatst.

Druk op Shift+Pijltje om objecten per pixel te verplaatsen, zodat je ze nog nauwkeuriger kunt plaatsen.

Alt+Shift+F opent de werkbalk voor lettertypes, waarna je met de pijltjes door het lijstje bladert.

Tijdens het presenteren wissel je naar de vorige dia met P en ga je verder met N, of Spatie, of PijltjeRechts. Voor een virtuele laserpointer druk je op L; je cursor verandert in een rood spoor dat het publiek volgt. Leer deze combinaties uit het hoofd en je merkt meteen dat het ontwerp vlotter en preciezer verloopt bij elk project.

Offline en back-ups

Hoewel Google Presentaties online leeft, kun je zonder internet toch presenteren. Open eerst Google Drive, klik op het tandwiel, kies Instellingen en vink Offline aan. Google downloadt automatisch je recentste bestanden, inclusief presentaties. Test de verbinding door wifi uit te schakelen en druk op Presenteren; alles werkt lokaal, inclusief video die in Drive was opgeslagen. Zorg wel dat je de presentatie vooraf opent zodat de media worden opgeslagen en uit het geheugen worden opgehaald.

Maak daarnaast een back-up als pdf: ga naar Bestand / Downloaden / Pdf-document (.pdf). Zo kun je altijd nog dia’s tonen vanaf elke laptop. Google synchroniseert je wijzigingen zodra het netwerk terugkeert, waardoor niets verloren gaat en de versiegeschiedenis intact blijft. Zo presenteer je overal, zelfs in afgelegen conferentieruimtes zonder wifi.

Google Drive leeft online, maar Google Presentaties werkt ook als je geen internetverbinding hebt.

Extensies en automatisering

Wil je functies die verder gaan dan de standaardset, dan biedt de add-onmarkt verrassende mogelijkheden. Open Uitbreidingen / Add-ons / Add-ons toevoegen en zoek bijvoorbeeld naar Slides Toolbox, en loop door de stappen heen. Na installatie verschijnt een zijvenster waarin je met één klik dubbele spaties opruimt, lettergrootte gelijkmaakt of alle objecten exact centreert.

Voor datagedreven dia’s installeer je Autocrat. Daarmee maak je in Google Sheets een tabel, koppel je kolommen aan tekstvelden in je presentatie en laat je het script voor elke rij automatisch een maatwerkdeck genereren. Start de workflow via Extensies / Autocrat / Start en volg de wizard.

Er zijn add-ons voor het maken van video’s, tools voor het schrijven van wiskundige formules en - heel veel - AI-tools om slides of hele presentaties te maken.

Voor functies die niet zijn ingebouwd, kun je altijd kijken of er een add-on beschikbaar is.

Soepel en kosteloos

Met Google Presentaties kun je vrijwel alles doen wat je gewend bent in PowerPoint, maar dan zonder gedoe met licenties of losse bestanden. Je werkt direct in de cloud, kunt tegelijk met anderen aan de dia’s werken en alle versies worden automatisch bewaard.

Voor de uitstraling zijn er genoeg thema’s, sjablonen en uitbreidingen om je presentatie strak vorm te geven. En met de ingebouwde publieksweergave en Q&A-functie betrek je je publiek gemakkelijk. Zelfs zonder internet kun je doorgaan dankzij de offline-modus, waarna alles weer netjes wordt gesynchroniseerd.

Alleen wie ingewikkelde animaties nodig heeft, is soms nog beter af bij PowerPoint, maar voor verreweg de meeste presentaties – op school, werk of privé – is Google Presentaties een soepel en kosteloos alternatief.