ID.nl logo
Nieuwe Intel-cpu, nieuw moederbord: welke past bij jou?
Huis

Nieuwe Intel-cpu, nieuw moederbord: welke past bij jou?

Overweeg je een nieuwe Intel Core Ultra-cpu, dan heb je daar een nieuw moederbord voor nodig. Voor de high-end cpu’s met het K-achtervoegsel die zojuist zijn gelanceerd (de Core Ultra 9 285K, Core Ultra 7 265K(F) en Core Ultra 5 245K(F)), zijn dat idealiter moederborden met een Z-voorvoegsel, oftewel de Z890-moederborden. Wij hebben zeventien nieuwe modellen getest die geschikt zijn voor deze processors. Wat zijn nu de verschillen en vooral: wat heb je écht nodig?

Na het lezen van dit artikel weet je wat er vernieuwd is aan de Z890-moederborden, zodat je daarop je keuze kunt baseren:

  • Genoeg PCIe-lanes voor een PCIe5.0-videokaart én een PCIe5.0-ssd op volle snelheid
  • Thunderbolt 4
  • Wifi 7
  • Alleen nog maar DDR5-geheugen
  • Ongewijzigd: de hoge prijzen

Handig: Met deze voorbeeldconfiguraties bouw ook jij je eigen desktop-pc

De nieuwe Core Ultra-processors maken gebruik van de nieuwe socket LGA 1851. De processors lijken wat vorm betreft niet heel anders dan de vorige generatie, maar oudere moederborden met socket LGA 1700 (Intel Z690- en Z790-chipsets) kunnen niet overweg met deze nieuwe processors. Je hebt dus een nieuw moederbord nodig als je een van de nieuwe Intel-processors wilt gebruiken. 

Wat is er nieuw?

De Z890-chipset zelf voegt niet heel veel toe, we zien vooral evolutie van vorige generaties. Zo zitten we nog altijd op PCI Express 5.0, alleen krijgen we bij Intel nu cpu’s en moederborden die genoeg PCIe-lanes bieden om zowel een PCIe5.0-videokaart en PCIe5.0-ssd op volle snelheid te verbinden, bij Z790 limiteerde een snelle ssd de gpu-bandbreedte.

Verder zien we vooral vooruitgang wat connectiviteit betreft. Thunderbolt 4 is nu standaard op alle Z890-borden waar het voorheen een optie was. Ook wifi 7 is nu praktisch standaard, waar op de vorige generatie 6 of 6E nog regelmatig voorkwam.

DDR4 komen we inmiddels echt niet meer tegen: high-end Z790-borden waren allemaal al met DDR5-geheugen, maar ook bij de Z890-chipset is DDR4 niet eens een optie meer. Z890-moederborden zullen iets hogere geheugensnelheden aankunnen en ondersteunen de nieuwe CUDIMM-geheugenmodules, die nog hogere kloksnelheden mogelijk maken. Zo hebben wij al zonder problemen DDR5-8200- en DDR5-8400-geheugen kunnen draaien en binnen korte tijd verwachten we dat zelfs DDR5-10000 niet meer uitzonderlijk is.

Ongewijzigd zijn de relatief hoge prijzen. Zelfs de goedkoopste optie kost bijna 300 euro, al krijg je daar tegenwoordig een veel beter en praktischer bord voor terug dan een high-end model van vijf jaar geleden. Zo zien we bij alle fabrikanten veel aandacht voor praktisch gemak: zo kun je de installatie van M.2-ssd’s veelal volledig zonder schroevendraaier doen en zijn ouderwetste IO-shields verdwenen. Bovendien zijn de moederborden in het hogere segment nu kwalitatief beter dan de borden van enkele jaren terug.

Elk moederbord in deze test is voorzien van een wifi7-kaartje en een multi-gigabit-netwerkaansluiting.

Stroomvoorziening

Een belangrijk onderdeel van een moederbord is de stroomvoorziening. De VRM’s (Voltage Regulator Modules) zijn hierbij cruciaal voor een stabiele werking van je systeem. Hoe krachtiger de cpu, hoe beter de VRM’s moeten zijn. Door de grote aandacht voor dit onderwerp in de afgelopen jaren zie je nog maar zelden moederborden met een matige stroomvoorziening. Bovendien heeft Intel ditmaal flinke stappen gezet op het gebied van energieverbruik en efficiëntie, waardoor het nog minder een zorg is. Elk van de zeventien geteste moederborden kan bijvoorbeeld moeiteloos overweg met een Intel Core Ultra 9 285K. Alleen als je wilt overklokken, is het slim om hier extra op te letten.

In tegenstelling tot extreme overklokkers maken wij geen onderscheid tussen een prima of overdreven zware stroomvoorziening. Zolang de VRM’s niet in de buurt komen van oververhitting, merk je in de praktijk nauwelijks verschil. Hoe graag fabrikanten ook pronken met hun ‘superieure’ ontwerpen, op een gegeven moment wordt het gewoon overkill. Meer overkill betekent niet automatisch een langere levensduur; complexere borden bevatten juist meer onderdelen die kapot kunnen gaan.

Overige eigenschappen

De volgende stap is om te kijken naar de functies en aansluitingen die het moederbord biedt. In onze adviezen wegen we alle mogelijkheden mee, maar iedere gebruiker heeft eigen wensen. Bedenk daarom vooraf wat jij echt nodig hebt. Hoeveel M.2-ssd’s wil je kunnen plaatsen? Hoeveel usb-poorten heb je nodig en hoe snel moeten die zijn? Is thunderbolt 5 interessant voor jou? Of wil je misschien extreme overklokopties?

Zo kom je uit bij het moederbord dat het best bij je past. De stroomvoorziening is zoals gezegd bij alle geteste borden dik in orde, dus daar hoef je je geen zorgen over te maken. Richt je in plaats daarvan op de overige eigenschappen en of die aan jouw eisen voldoen. Denk daarbij ook aan eventuele toekomstplannen, maar besef dat een veel duurder moederbord weinig zin heeft als een goedkoper model al ruimschoots aan je wensen voldoet. Wil je wat extra’s betalen voor een bepaald uiterlijk of een merkvoorkeur, dan kan dat natuurlijk. Maar zodra je eisen zijn ingevuld, maakt een moederbord van 600 euro je pc niet sneller dan eentje van 350 euro.

Dezelfde koelers

Ondanks de nieuwe socket is de koelermontage ongewijzigd. De nieuwe socket heeft dezelfde afmetingen en de afstand tussen de montagegaten is hetzelfde gebleven. Het zal even duren voordat alle koelerfabrikanten hun websites en verpakkingen aanpassen, maar een koeler die geschikt is voor socket LGA 1700 werkt ook op de nieuwe moederbroden met socket LGA 1851.

Bestaande processorkoelers die werken met socket LGA 1800 zoals de Noctua NH-U12A werken ook op socket LGA 1851.

Het beste bord tot 375 euro

Van de zeventien geteste moederborden blijven er maar vijf onder de 375 euro. Omdat het leven al duur genoeg is, kijken we eerst naar het goedkoopste model: de ASUS Prime Z890-P WiFi voor 279 euro. Technisch gezien voldoet dit bord prima, ook met een Core Ultra 9-cpu, en op veel vlakken is het modern. Tegelijk is het wel sterk uitgekleed: een eenvoudige audiochip, een minder stevige stroomvoorziening en in totaal slechts acht usb-poorten, waarvan zes op 5 Gbit/s of lager. Maar als elke euro telt, ontkom je hier bijna niet aan.

Overweeg je een high-end platform voor een serieuze werkmachine, dan biedt de MSI MAG Z890 Tomahawk een veel aantrekkelijker totaalplaatje. Je levert op vrijwel geen enkel punt in ten opzichte van duurdere alternatieven. Deze Tomahawk heeft vier ssd-sloten (allemaal met heatsink), acht fan-headers, drie (a)RGB-headers, een 5Gbit/s-LAN-aansluiting, tien usb-poorten waarvan twee met thunderbolt 4 (40 Gbit/s) en vier met 10 Gbit/s, een optische audio-uitgang, leddisplay voor foutcodes, een stevigere stroomvoorziening en een moderne audiochip.

MSI’s MAG Z890 Tomahawk WiFi combineert een zeer aantrekkelijke totaalplaatje met een prijs die nog enigszins redelijk is.

Er is één bord dat de Tomahawk op de hielen zit: de Gigabyte Z890 Aorus Elite. Gigabyte maakt op dit moederbord net iets andere keuzes. Het heeft ‘slechts’ een netwerkverbinding van 2,5 Gbit/s, iets tragere usb-poorten achterop en maar één thunderbolt4-poort, maar daar tegenover staan fysieke knoppen (aan-uit, reset) op het bord zelf, een en een interne HDMI-aansluiting voor nichebehuizingen met een extra ingebouwd display. Verder zijn zowel de ssd-sloten als alle heatsinks volledig zonder gereedschap toegankelijk.

De Gigabyte Z890 Aorus Elite is een goed alternatief als je die specifieke unieke eigenschappen nodig hebt.

MSI Tomahawk of Pro-A

In de tabel aan het einde van dit artikel vind je zowel de MSI Z890 Tomahawk als de MSI Pro Z890-A. Technisch zijn deze twee moederborden identiek, het verschil zit vooral in het uiterlijk. Daarnaast heeft MSI bij de Pro-A één heatsink en enkele clips voor het eenvoudiger installeren van M.2-ssd’s weggelaten. De verschillen zijn zo klein dat je gerust voor de Pro-A kunt kiezen als je die mooier vindt.

Het beste bord tot 500 euro

Voordat je meer uitgeeft dan bij de eerder besproken borden, bedenk eerst goed wat je echt nodig hebt. In onze ogen zijn er vier redenen om een stapje hoger te gaan: meer opslag, meer aansluitingen, betere overklokmogelijkheden en een specifieke uitstraling.

Het eerste moederbord in deze hogere prijsklasse is de Gigabyte Z890 Aorus Pro Ice. Met 12 usb-poorten (waarvan twee thunderbolt 4), vijf M.2-sloten (allemaal met heatsink en zonder gereedschap te monteren) en een aantrekkelijk wit-zilveren uiterlijk, scoort deze goed op drie van de vier genoemde punten. Daarnaast is het PCB wat beter, en zijn er fysieke knoppen en leddisplay voor foutcodes aanwezig. Als je die extra’s nodig hebt, is de prijs van 429 euro vergeleken met de Tomahawk en Aorus Elite nog best redelijk.

De Gigabyte Z890 Aorus Pro Ice geeft je meer aansluitingen dan de goedkopere borden.

Wil je ook nog gaan overklokken en heb je behoefte aan meer aansluitingen, dan is de ASUS ROG Strix Z890-F Gaming WiFi zeker het overwegen waard. Het bord is niet alleen fysiek indrukwekkend, maar biedt ook volop mogelijkheden: vijf M.2-sloten (alle met heatsink), veertien usb-poorten (waaronder twee met thunderbolt 4 en zes op 10 Gbit/s) en als enige onder de 500 euro: twee interne usb3.0-headers voor extra poorten aan de voorzijde van je behuizing.

De betere stroomvoorziening onderscheidt de Strix van de Aorus Elite, en samen met ASUS’ uitgebreide BIOS-functionaliteit zal dat fanatieke overklokkers aanspreken. Of overklokken bij deze nieuwe processors echt zin heeft, moeten we nog ontdekken, maar dit bord houdt die deur in elk geval open.

Ben je van plan om te experimenteren met overklokken, dan is de ASUS ROG Strix Z890-F Gaming WiFi een goede keuze als je maximaal 500 euro wilt uitgeven.

In deze prijscategorie vallen de MSI Edge Ti en de ASUS ROG Strix Z890-A een beetje tussen wal en schip. Ze zijn niet slecht, maar bijvoorbeeld de Z890 Edge Ti biedt vooral wat snellere usb-poorten dan de Aorus Pro Ice, en kost toch meer. De ASUS Strix Z890-A lijkt op de Z890-F, maar in een witte vormgeving en met enkele beperkingen voor een kleinere prijsbesparing. Prima als je die uitstraling wilt, maar de Z890-F is dan eigenlijk de betere keuze.

De beste borden boven de 500 euro

Als een moederbord van boven de 350 euro al lastig te rechtvaardigen is, geldt dat natuurlijk nog sterker voor exemplaren boven de 500 euro. Ook hier draait het vooral om heel specifieke aansluitmogelijkheden, extreme overklokmogelijkheden of andere unieke eigenschappen die je elders niet aantreft.

Eén bord toont dat als geen ander: de ASUS ProArt Z890-Creator WiFi. Sommige zaken zijn niet bijzonderder dan bij veel goedkopere borden, zoals de stroomvoorziening die niet speciaal op extreem overklokken is gericht, of het feit dat je ‘maar’ tien usb-poorten hebt. Maar de ProArt is wel het enige bord met twee thunderbolt5-aansluitingen, én het enige bord dat DisplayPort IN ondersteunt (voor thunderbolt-monitors in combinatie met een losse videokaart). Bovendien is dit het goedkoopste bord met een 10Gbit/s-netwerkaansluiting zonder add-in-kaart, en heeft het twee PCIe5.0x16-sloten. Het strakke design richt zich duidelijk op professionals in plaats van gamers, en praktische details zoals een opklapbaar heatsinkmechanisme maken het installeren van vijf ssd’s een fluitje van een cent. ASUS laat hiermee goed zien dat het een specifieke doelgroep serieus neemt.

De ASUS ProArt Z890-Creator WiFi valt op door de twee thunderbolt5-aansluitingen.

Andere borden in dit segment zijn niet per se minder doelgericht, maar de prijs-prestatieverhouding loopt dan snel scheef. De ASUS Z890 Hero is prachtig, met leuke extra’s voor extreme (LN2-)overklokkers (voor de leken: met vloeibare stikstof!) of aangepaste waterkoelingssystemen. Ook biedt hij als enige twee interne type-c-headers, een zesde M.2-slot en een SlimSAS-aansluiting voor nog meer snelle opslag. Voor ruim 700 euro mis je echter wel de 10Gbit/s-netwerkaansluiting van de ProArt, dus vraag jezelf af of het dat waard is.

De MSI Ace kent een vergelijkbaar verhaal: praktisch alles is aanwezig, inclusief een 10Gbit/s-netwerkaansluiting en vijftien usb-poorten, maar geen thunderbolt 5. Ook hier is de prijs fors, wat een echte aanbeveling moeilijk maakt.

De Gigabyte Z890 Aorus Master komt in deze groep iets gunstiger uit de bus. Met 650 euro nog steeds duur, maar wel zo’n honderd euro goedkoper dan de absolute top. Daarvoor krijg je veertien usb-poorten, een 10Gbit/s-netwerkaansluiting, een zeer stevige stroomvoorziening voor serieus overklokken, plus allerlei praktische gemakken zoals gereedschapsvrije heatsinks.

De Gigabyte Z890 Aorus Master kost veel, maar geeft je wel vrijwel alle mogelijkheden die je maar kunt bedenken.

Echte nicheborden: ITX en xOC

Niet alle moederborden passen in de gebruikelijke rangorde van goed, beter, best. Sommige modellen richten zich op een heel specifieke doelgroep en zijn daardoor voor de meeste gebruikers nauwelijks relevant. Tegelijk kunnen ze binnen hun niche vaak de enige echte optie zijn.

Een opvallende, bijna vergeten doelgroep zijn de liefhebbers van compacte mini-ITX-systemen. MSI en Gigabyte hebben voor deze nieuwe chips geen compacte borden uitgebracht, waardoor de ASUS ROG Strix Z890-I Gaming WiFi al snel de aantrekkelijkste mini-ITX-optie wordt. Dat ASUS al jaren prima mini-ITX-borden maakt, schept vertrouwen. Uiteraard zijn er compromissen vanwege het beperkte formaat, en mini-itx blijft relatief prijzig, maar de beschikbare ruimte is uitstekend benut. Het is lastig een behuizing of scenario te bedenken waarin dit bord tekortschiet. De meegeleverde externe Hive-audiocontroller is bovendien een prettige toevoeging op je bureau, met onder meer een aan-uitknop, volumeregeling en wat extra usb-poorten.

We hebben slechts één mini-itx-bord getest, maar dat is wel een prima keuze.

De ASUS ROG Maximus Z890 Apex is een meer traditionele niche-oplossing voor extreme overklokkers. Dit bord kost ruim 750 euro en is speciaal gebouwd voor maximale geheugenprestaties en recordbrekende benchmarkruns. Het is niet de uitgeklede overklokker die we soms zagen in het verleden; deze Apex kan ook als allrounder mee. Maar als je niets met (extreem) overklokken hebt, zie je de meerwaarde niet. Je kunt er natuurlijk wél heel veel geld tegenaan gooien puur voor de uitstraling, maar daar geven wij uiteraard geen punten voor.

De ASUS ROG Maximus Z890 Apex is het bord voor als overklokken je ultieme hobby is.

Ultra High-End?

Elke fabrikant heeft zijn ultra high-end topmodel, waarvan wij alleen de ASUS ROG Maximus Z890 Extreme hebben getest. Dit soort borden dienen als uithangbord voor wat een fabrikant allemaal kan, met werkelijk alle toeters en bellen. In het geval van de Extreme zijn dat onder andere mooi weggewerkte aansluitingen aan de zijkant. Maar met een prijs van zo’n 1400 euro – en Gigabytes topmodel wordt naar verluidt nog duurder – is dit geen bord dat we serieus kunnen aanbevelen.

Resultaten

In onderstaande afbeelding vind je de testresultaten van de geteste moederborden.

Conclusie

Voor deze zeventien moederborden geldt hetzelfde als bij de vorige test: er zijn geen echt slechte producten meer, alleen nog slechte prijzen. Het blijft daarom belangrijk om goed in kaart te brengen wat jij nu en in de toekomst echt nodig hebt. Zo voorkom je dat je later functies mist.

De onderlinge concurrentie tussen de overgebleven fabrikanten is stevig, en het verschil tussen een categoriewinnaar en een bord dat nauwelijks genoemd wordt, zit ‘m vaak in kleine details, zoals het aantal aansluitingen. Heb je een merkvoorkeur omdat je goede ervaringen hebt, of bekend bent met hun BIOS of software, dan is er weinig reden om van merk te switchen. De verschillen zijn zelden écht groot, maar check voor de zekerheid toch de tabel.

Heb je geen uitgesproken voorkeur, kijk dan eerst naar de MSI MAG Z890 Tomahawk, gevolgd door de Gigabyte Z890 Aorus Elite. Beide bieden voor 350 euro (in deze test is dat nog relatief betaalbaar) een meer dan comfortabele basis voor vrijwel iedere pc. Ze krijgen daarom allebei ons keurmerk Redactietip.

Het is bijna onmogelijk om een ‘beste’ bord aan te wijzen zonder meteen naar de duurste opties te grijpen. Wij trekken echter de lijn bij moederborden die echte meerwaarde bieden voor een high-end desktop. De ASUS ProArt Z890-Creator WiFi doet dat volgens ons het best, met meer opslagmogelijkheden, extra gemak, meer connectiviteit (inclusief thunderbolt 5 en 10Gbit/s-LAN) en zonder dat de prijs volledig uit de bocht vliegt. Die verdient dus ons keurmerk Best Getest.

▼ Volgende artikel
Smartphone-abonnement kiezen: dit is het verschil tussen providers en virtuele providers
© Scanrail - stock.adobe.com
Huis

Smartphone-abonnement kiezen: dit is het verschil tussen providers en virtuele providers

Wie op zoek gaat naar een nieuw mobiel abonnement, komt al snel bekende namen tegen als KPN, Vodafone en Odido. Maar daarnaast kun je ook kiezen voor andere aanbieders op, zoals Simyo, Ben of Youfone. Die lijken misschien op gewone providers, maar dat zijn zogeheten virtuele providers. Wat is precies het verschil, en waar kies je als consument het best voor?

In dit artikel

We leggen uit wat het verschil is tussen providers en virtuele providers, en hoe dat invloed heeft op je smartphone-abonnement. Je leest welke netwerken er in Nederland actief zijn, hoe virtuele aanbieders zoals Simyo, Ben en Youfone werken en waarom ze vaak goedkoper zijn. Ook bespreken we de belangrijkste voor- en nadelen van virtuele providers, en wat dat betekent voor zaken als internetsnelheid, service en de aanschaf van een nieuwe smartphone. Tot slot komt kijken we ook nog naar eSIM, de digitale simkaart.

Waar voor je geld: 5 smartphones met eSim voor minder dan 400 euro

De drie netwerken in Nederland

In Nederland zijn er drie bedrijven met een eigen mobiel netwerk: KPN, Vodafone en Odido. Zij bezitten de zendmasten, frequenties en infrastructuur waarmee mobiele communicatie mogelijk is. Deze partijen worden de netwerkproviders genoemd. Hun netwerken dekken vrijwel het hele land en worden continu uitgebreid met nieuwe technologie, zoals 5G.

Wat virtuele providers doen

Virtuele providers, ook wel MVNO's genoemd (Mobile Virtual Network Operators), maken gebruik van het netwerk van een van deze drie aanbieders. Ze hebben dus geen eigen zendmasten, maar kopen netwerkcapaciteit in en bieden die onder hun eigen naam aan. Bekende voorbeelden zijn Simyo (op het netwerk van KPN), Ben (Odido) en hollandsnieuwe (Vodafone).

Ze regelen zelf de klantenservice, abonnementen, facturering en vaak ook extra diensten, maar het dataverkeer en bellen lopen volledig via het netwerk van de hoofdprovider.

Virtuele providerNetwerk van
Budget MobielKPN
LebaraKPN
SimyoKPN
YoufoneKPN
BenOdido
SimpelOdido
hollandsnieuweVodafone
50+ MobielVodafone

Voordelen van virtuele providers

Virtuele providers staan bekend om hun lagere prijzen. Doordat ze geen eigen netwerk hoeven te onderhouden, kunnen ze de kosten laag houden. Ook zijn ze vaak flexibel: je kunt maandelijks opzeggen, zelf je databundel aanpassen of extra opties in- en uitschakelen. Dat spreekt vooral consumenten aan die niet vast willen zitten aan een duur abonnement.

Een ander voordeel is eenvoud. Virtuele providers richten zich vaak op één duidelijk aanbod zonder allerlei combinatiedeals of ingewikkelde voorwaarden. Bovendien profiteer je als klant indirect van de netwerkverbeteringen van de hoofdprovider: als KPN zijn 5G-dekking uitbreidt, geldt dat ook voor Simyo-gebruikers.

Nadelen ten opzichte van netwerkproviders

Er zitten ook verschillen in wat je krijgt. Virtuele providers hebben meestal minder aanvullende diensten, zoals tv-pakketten, internationale bundels of toegang tot exclusieve hotspots. Ze bieden zelden nieuwe smartphones aan in combinatie met een abonnement; vaak gaat het om sim-only.

Daarnaast kan de snelheid of prioriteit op het netwerk iets lager liggen. Hoewel je technisch op hetzelfde netwerk zit, krijgen klanten van de hoofdprovider soms voorrang bij piekdrukte. Dat merk je vooral op drukke plekken of tijdens evenementen.

Tot slot zijn er verschillen in klantenservice. Virtuele aanbieders werken vaak met goedkopere, grotendeels online dienstverlening. Dat houdt de prijs laag, maar betekent ook dat persoonlijke hulp via telefoon of winkel beperkt kan zijn.

Wat past bij jou?

Wie veel reist, de nieuwste telefoon wil combineren met een abonnement of extra diensten zoals tv en internet belangrijk vindt, zit goed bij een van de drie netwerkproviders. Wie vooral een betrouwbare en betaalbare mobiele verbinding zoekt en weinig behoefte heeft aan toeters en bellen, vindt bij een virtuele provider vaak een gunstiger aanbod.

Kort samengevat: de netwerkprovider bouwt en beheert het mobiele netwerk, de virtuele provider gebruikt dat netwerk om voordeligere en flexibelere abonnementen aan te bieden. Beide werken dus samen, maar richten zich op een ander type gebruiker.

©Denys Prykhodov

Virtuele providers en eSIM

Steeds meer virtuele providers bieden tegenwoordig ook eSIM aan. Dat is de digitale variant van de traditionele simkaart, die je niet meer fysiek hoeft te plaatsen. Je activeert de eSIM via een QR-code of app en kunt zo binnen enkele minuten overstappen van provider of een tweede abonnement toevoegen, bijvoorbeeld voor werk of reizen.

Bij de grote netwerkproviders is eSIM inmiddels standaard, maar ook steeds meer virtuele aanbieders doen mee. Simyo, Youfone en Ben ondersteunen eSIM bijvoorbeeld al. 50+ Mobiel en Lebara bieden het nog niet aan, al wordt dat in de toekomst wel verwacht. Goed om te weten: de eSIM-ondersteuning bij virtuele providers wordt regelmatig uitgebreid, dus wat vandaag nog niet beschikbaar is, kan morgen al mogelijk zijn.

Nieuw abonnement, nieuwe smartphone?

Nieuw hoesje!
▼ Volgende artikel
Na storm Benjamin: zo controleer je je huis en meld je stormschade
© ronstik | Adobe Stock
Huis

Na storm Benjamin: zo controleer je je huis en meld je stormschade

Het is verstandig om na een zware storm zoals storm Benjamin je woning, tuin of bijgebouwen goed te inspecteren. Zodra de wind is gaan liggen, kun je dan tijdig ontdekken of er schade is ontstaan die hersteld moet worden. Zo voorkom je dat wat een kleine schade lijkt, alsnog uitgroeit tot een groot probleem, en kun je je verzekeraar tijdig inlichten.

In dit artikel lees je over

● Controleren op stormschade: De buitenkant van je huis | Eventuele zonnepanelen | De binnenkant van je huis |Je tuin, terras of balkon
● Stormschade voorkomen
● Stormschade melden bij de verzekering

Lees ook: Het stormt! Hoe zit het ook alweer met code rood, code oranje en code geel?


Buitenkant van het huis

Begin met een ronde om het huis en inspecteer het dak. Controleer of alle dakpannen nog heel zijn en stevig vastzitten. Kijk ook naar de dakgoten en regenpijpen. Zitten deze nog goed vast en zijn ze niet verstopt door takken, bladeren of andere rommel, zodat het regenwater goed kan weglopen? Controleer daarna alle ramen en deuren. Is er geen schade aan het glas of de kozijnen? Sluiten de deuren en ramen nog goed? Bekijk ook de muren en gevels. Zijn er scheuren of andere beschadigingen ontstaan, bijvoorbeeld door een boom die tegen de gevel is gewaaid? Zorg dat je loszittend voegwerk zo snel mogelijk herstelt of laat herstellen om verdere schade te voorkomen.

©stylefoto24

Zonnepanelen en storm

Zonnepanelen zitten gelukkig goed bevestigd, maar bij echt zware storm kunnen ze toch losgetrokken worden of anderszins beschadigd raken, bijvoorbeeld door een boom of rondvliegende dakpannen die op het dak (en de zonnepanelen) vallen. Het is altijd verstandig om nog eens nauwkeurig de voorwaarden van je woonverzekering/opstalverzekering door te lezen en om te kijken wat er qua stormschade wel en wat er niet vergoed wordt door je woonverzekering. Je zou zelfs kunnen overwegen een [speciale zonnepanelen-verzekering](https://id.nl/energie-en-klimaat/elektriciteit/zonnepanelen/zonnepanelen-verzekeren-is-het-nodig-om-een-verzekering-af-te-sluiten) af te sluiten.

Lees ook: Het regent, het regent … zo voorkom je wateroverlast

Binnenkant van het huis

Binnen werk je van boven naar beneden. Begin op de zolder. Zoek naar lekkages of vochtplekken die kunnen wijzen op dakschade. Inspecteer muren en plafonds in alle kamers, op zoek naar scheuren en andere beschadigingen. Heeft het tijdens de storm ook geonweerd en gebliksemd? Test of elektrische schakelaars en stopcontacten nog correct werken. Is er blikseminslag in de buurt geweest? Dat kan zorgen voor piekspanning, waardoor elektrische apparaten beschadigd kunnen zijn geraakt. Controleer die dus ook.

Om het huis: tuin, terras, en schutting

Loop ook een rondje om je huis en kijk of schuttingen en tuinhekken nog intact en stevig zijn. Controleer het terras en de tuinmeubels op stormschade. Kijk of losse spullen, zoals vuilcontainers en bloempotten, nog op hun plek staan en zet ze eventueel terug. Verzamel losse afgewaaide takken. Heb je bomen in of om je tuin staan? Controleer goed of ze nog stevig geworteld zijn. In januari dragen ze nauwelijks blad meer, maar zeker in de herfst of tegen het eind van de lente staan ze goed in het blad. Bij een storm kunnen ze dan instabiel worden: ze staan dan nu misschien wel overeind, maar zouden bij een volgende storm om kunnen gaan. Dreigt een boom om te vallen op de openbare weg? Bel dan de brandweer. Doe dat niet via 112 (dat nummer is echt alleen voor levensbedreigende situaties), maar via 0900-0904.

Lees ook: Schutting omvergeblazen? Zo herstel je hem

©Robertvt

Stormschade voorkomen

Er zijn gelukkig allerlei manieren om je huis beter stormbestendig te maken. Controleer dakpannen en goten regelmatig. Houd muren en schilderwerk in goede staat. Snoei bomen preventief voor het stormseizoen. Zet losse objecten in de tuin vast of berg ze tijdelijk op in de schuur of garage. Daarmee verklein je bij een volgende storm de kans op schade.

Lees ook:Zo maak je je dakgoot schoon

©Budimir Jevtic

Stappenplan stormschade melden

Heb je schade, neem dan zo snel mogelijk contact op met je verzekeraar. Dat kan meestal via de app en online, maar vaak kun je vanaf de website van je verzekeraar ook een papieren schadeformulier downloaden. Als je stormschade hebt aan je woning of bezittingen, is het voor de verzekering belangrijk om een duidelijk en gedetailleerd overzicht te hebben van de schade. Hier zijn de stappen die je moet volgen:

1. Fotografeer of film de schade

Zorg dat je foto's of video's maakt van alle schade voordat je iets opruimt of repareert. Dit geeft de verzekering een goed beeld van de impact van de storm.

2. Maak een lijst

Noteer alle beschadigde items en beschrijf de schade per item.

3. Bewaar beschadigde items

Gooi niets weg voordat de verzekering het heeft kunnen zien, tenzij het een gevaar oplevert voor de veiligheid.

4. Documenteer aankoopbewijzen

Als je deze hebt, voeg dan aankoopbewijzen of facturen toe van de beschadigde items om de waarde ervan aan te tonen.

5. Houd reparatiekosten bij

Als je noodreparaties moet uitvoeren, bewaar dan de bonnen en facturen van deze reparaties. Bel wel eerst met de verzekeraar: vaak kunnen zij zorgen dat er voor noodreparaties zo snel mogelijk iemand komt.

6. Contactinformatie van getuigen

Als buren of voorbijgangers schade hebben gezien, noteer dan hun contactgegevens. Zij kunnen eventueel je claim ondersteunen.

7. Datum, tijd en weer

Noteer de datum en de tijd (zo precies mogelijk) waarop de schade is ontstaan. Je kunt dan makkelijker aantonen dat het inderdaad tijdens een zware storm was, waardoor je claim meer kans maakt.

8. Correspondentie:

Bewaar een kopie van alle correspondentie met je verzekeraar, inclusief e-mails en brieven.

Vraag een offerte aan voor aannemers: