ID.nl logo
Huis

Koopwijzer moederborden

Als je voor een bepaalde processor hebt gekozen, moet een moederbord hierbij passen. Dat wil zeggen: de chipset en processorvoet moeten het toelaten dat de processor huisvest op het moederbord. We lopen langs alle belangrijke zaken op een moederbord. .

Sockets

Op dit moment zijn vier sockets gangbaar. AMD heeft de FM1-voet voor de A-serie en de AM3-sockets voor de Bulldozers (en Phenoms / Athlon II’s). Intel heeft de 1155-processorvoet voor de instap- en midrange Core i-serie en 2011-socket voor de high-end Core i7 3000-serie. Let dus op bij de aanschaf van een moederbord dat allereerst de socket overeenkomt met de voet van de processor.

Het is wellicht leuk om te weten dat de naam van de sockets niet zomaar gekozen is. Intel telt simpelweg het aantal contactpunten. De Socket 1155 heeft 1155 contactpunten. De 2011-socket heeft… 2011 contactpunten. Grappige bijkomstigheid is dat deze ook in 2011 is uitgekomen.

AMD telde vroeger ook het aantal contactpunten. De socket 754 accepteerde processoren met 754 pinnetjes. De oude socket 939 heeft 939 ingangen. In 2006 is AMD een andere naam gaan voeren: AM2, later AM2+ en AM3. De nieuwere AM2- en AM2+-sockets hebben 940 contactpunten. De AM3-socket accepteert 941 pinnen. De naam verwijst natuurlijk gedeeltelijk naar AMD. Maar AMD heeft nog een socket: FM1. Hierbij staat de F voor Fusion. De 1 staat voor eerste generatie, maar waar de M voor staat?

Conclusie

Er is heel wat keuze bij moederborden. Verschillende maten, diverse chipsets en dan nog de variatie die de fabrikanten bieden: meer usb-poorten, sata3, usb3.0, meer slots… het houdt niet op. Schrijf op wat je nodig hebt om lekker te kunnen werken. Houd rekening met het uitbreiden van geheugen, extra schijven en wellicht een extra insteekkaart. Laat je niet verleiden door toeters en bellen die je waarschijnlijk niet gaat gebruiken, het maakt een moederbord onnodig duur. 

Prestatieverschillen

De hamvraag is natuurlijk: is een duur moederbord sneller? Dat is een heel goede vraag. Er zijn moederborden die daadwerkelijk sneller zijn dan andere met dezelfde chipset, maar in veel gevallen is het verschil zeer klein. Onze metingen laten zien dat de verschillen vaak binnen de drie tot vijf procent zitten. Dat zijn natuurlijk geen verschillen om honderden euro’s meer voor te betalen. Waar betaal je dan wel voor? Simpel: voor meer luxe en overklokbaarheid. Kortom: meer usb-poorten, meer sata-aansluitingen, betere koeling (voor het overklokken), extra slots, eventueel een nf200-chip voor meer pci-expressbandbreedte, et etera. 

Passen en meten

Als je dacht dat moederborden in één maat komen, heb je het mis. Er zijn heel wat formaten. De gangbaarste maat is atx: advanced technology extended. Een moederbord met atx-formaat meet 305 bij 244 millimeter. Nagenoeg alle moderne behuizingen laten een atx-moederbord toe.

Nog een gangbaar formaat is micro-atx. Dat is een vierkant moederbord dat op zijn kleinst 171 bij 171 millimeter meet. Micro-atx mag echter een afmeting hebben tot 244 bij 244 millimeter.

Ten slotte mini-itx: de kleinste maat die gangbaar is voor consumentenmoederborden: 170 bij 170 millimeter. Dit is ideaal voor een superkleine htpc, maar er is niet heel veel keuze in mini-itx.

Kan het ook groter? Jazeker. Sommige moederborden komen in de extended atx-maat: 305 bij 330 millimeter. Niet alle behuizingen laten dit toe, al kunnen de meeste moderne midi-towers er wel mee overweg. 

Intel High End

De toplijn van Intel bestaat uit één chipset: X79. Dit high-end platform biedt alles wat de vermogende tweaker of zware gebruiker nodig heeft. Opvallend is de gigantische pci-expressbandbreedte: 40 pci-express3.0-datalijnen en daarbij ook nog acht pci-express2.0-datalijnen. Dat is ook een van de reden dat de chip zo gigantisch groot is, maar de quadchannel ddr3-controller heeft natuurlijk ook een handje geholpen.

Het platform biedt verder veertien usb2.0- poorten (nog geen usb3.0, dat is aan de moederbordfabrikant). Net als het midrangeplatform zijn er standaard vier sata2-poorten en twee sata3-poorten. Het is toch opvallend dat Intel bij dit platform nog steeds niet ‘native’ usb3.0 en sata3 biedt. De meeste moederborden zullen met aparte chips werken om meerdere usb3.0-aansluitingen en sata3-poorten te bieden.

Opvallend bij de X79-chipset is dat er variatie is in het aantal geheugenslots op het moederbord. Er zijn modellen met vier en acht geheugenslots. Dat is uiteraard een ruimtekwestie, maar ook iets om op te letten. De 3000-serie biedt een quadchannel geheugencontroller. Wil je het maximale uit het platform halen, dan moet je vier modules plaatsen. Als je na een jaar het geheugen wilt uitbreiden, is het niet gunstig een compleet nieuwe set te halen.

Overklokken gaat uitstekend met X79. Het platform is er voor ontwikkeld. Het is mogelijk de baseclock te verhogen, maar net als bij de P67- en Z68-chipsets zijn er andere onderdelen verbonden aan deze klok. Een verhoging van meer dan drie megahertz zorgt er doorgaans voor dat het systeem instabiel wordt. Dat is dus niet aan te raden.

Intel heeft gelukkig een trucje: een cpu-strap. Dat zorgt er voor dat de baseclock alsnog omhoog kan zonder dat andere onderdelen daar last van hebben. Er worden keurig ‘dividers’ toegepast, waardoor bijvoorbeeld de pci-expressbus, de sata-poorten of de usb-hub niet overgeklokt worden. Hierdoor kan de cpu alsnog sneller werken; een handige toevoeging voor de tweakers.

Goed om te weten is dat de 3000-serie-processoren eigenlijk geen baseclk-verhoging nodig hebben. De meeste zullen unlocked zijn, waardoor het mogelijk is de cpu op een hogere snelheid te laten werken door simpelweg de multiplier te verhogen en het voltage aan te passen. Er zijn ook modellen van de 2000-serie die dat toelaten. Deze hebben een K achter het typenummer. 

Intel middensegment

Tot voor kort had Intel in het middensegment de keuze uit de H67- en P67-chipset (Platform Controller Hub). De H67 is voor de gemiddelde gebruiker die de geïntegreerde grafische chip gebruikt, wellicht de zakelijke gebruiker. De P67-chipset is meer voor de tweakende gebruiker. Het is, in tegenstelling tot de H67-chipset, mogelijk een geünlockte Core i-chip over te klokken met de P67-chipset. De P67-PCH biedt echter niet de optie om de onboard grafische chip te gebruiken, die wordt uitgeschakeld. Immers, een tweaker of serieuze gebruiker plaatst toch wel een discrete kaart... dacht Intel. Hier heeft Intel echter een denkfout gemaakt: de onboard grafische chip biedt namelijk voordelen, zoals Intel Quick Sync dat het converteren van video versnelt, waarin bepaalde gebruikers zijn geïnteresseerd. Bovendien zijn er vast gebruikers te vinden die onboard graphics gebruiken en alsnog de chip wat sneller willen laten werken.

Vandaar dat Intel eieren voor zijn geld heeft gekozen, de twee platforms heeft samengevoegd in de Z68 en als bonus Intel Smart Response heeft toegevoegd. Deze technologie voegt een gewone harde schijf en een (kleine) ssd samen tot een soort hybrideschijf. Een grappige gedachte, maar we vragen ons af hoeveel mensen hier behoefte aan hebben. Wat zit er allemaal in de Z68-chipset? De PCH biedt eigenlijk 

hetzelfde als de P67- en H67-PCH’s, dus een dmi-verbinding met 4GB/s om met de processor te praten. Daarbij komen nog acht pci-expressdatalijnen, twee sata3-poorten, vier sata2-poorten en maar liefst veertien usb2.0-aansluitingen. Nieuw bij Z68 is dus de Smart Response-technologie.

Bijna alle Intel-chipsets voor Core iX werken met de Intel Matrix raid-software. Z68 werkt, net als P67 en H67, met raid0, -1, -10 en -5. Een uitzondering in de consumentenline-up is de H61, die een zwaar uitgeklede H67-versie is: geen sata3, zes pci-expressdatalijnen in plaats van acht, geen gpu-boostsysteem en geen raid-ondersteuning. Het is wellicht een interessant moederbord voor htpc’s, maar wij vinden hem wat kaal voor een desktop-pc. 

AMD 900-serie

AMD’s 900-serie is rond juli 2011 uitgekomen en is dus niet helemaal nieuw. De chipset werkt op moederborden met een AM3-socket die Bulldozer, Phenom II, Athlon II en nieuwe Semprons kan huishouden. Dit is een prettig beleid van AMD: de compatibiliteit tussen oud en nieuw is altijd groot.

De 900-serie biedt een drietal smaken: 990FX, 990X en 970. Het mag duidelijk zijn dat de 990FX voor de gevorderde, enthousiaste gebruiker bedoeld is. Het is een tweakers-chipset met talloze opties voor overklokken. Het grootste verschil tussen de drie smaken is echter dat de 990FX crossfire en nVidia sli aankan met 2 x 16 lanes pci-expressbandbreedte of 16 + x8 + x8 of 4 x 8 lanes. De 990X biedt 2 x 8 lanes en de 970 biedt geen mogelijkheid voor crossfire of sli, maar biedt simpelweg 1 x 16 lanes pci-expressbandbreedte.

De 900-serie-chipset kan worden gecombineerd met een aantal southbridges. De twee nieuwste zijn de SB920 en de SB950. Deze zijn nagenoeg identiek. Het verschil is dat de SB950 ook raid5 ondersteunt. Verder bieden ze beide zes sata3 (6 Gbit/s)-poorten, veertien usb 2.0-poorten en usb3.0 via een chip van bijvoorbeeld NEC.

Het is mogelijk dat een fabrikant uit kostenbesparing een wat oudere southbridge pakt, bijvoorbeeld een 710, 750, 810 of 850. De SB850 biedt exact dezelfde mogelijkheden als de SB950, maar de overige southbridges bieden geen sata3, wel usb3.0 via een NEC-chip. Als er een pata-poort op het moederbord zit, weet je dat er een SB710 is gebruikt. We raden in verband met uitbreidbaarheid een model met sata3 aan.

Fusion Hub

Toen AMD met de fusion-lijn op de markt kwam, is er ook direct een geheel nieuwe chipset gekomen. De A-serie maakt gebruik van de A45-, A55-, A75- en A85X-chipsets. Er is ook nog een mobiele serie en een embedded-serie.

Bijzonder aan de A-serie is dat deze geen southbridge meer heeft, maar een Fusion Controller Hub, net als Intel de PCH (Platform Controller Hub) heeft. De AMD FCH werkt direct samen met de cpu via een umi die bestaat uit vier pci-express 2.0-datalijnen (bij de mobiele variant zijn dat generatie1-datalijnen). Dat biedt 2 GB/s aan bandbreedte, voldoende voor de sata-poorten, usb3.0 en eventueel gigabit-ethernet. Er zullen weinig gebruikers zijn die vier high-end ssd’s in raid0 gebruiken op een fusionplatform van AMD.

In de processor zitten al de pci-expresscontroller, de geheugencontroller en de grafische chip verwerkt. Vandaar dat in de FCH alleen nog maar usb, sata, lan, IR en bijvoorbeeld geluid verwerkt zitten. De A45-chipset is de enige zonder sata3-controller. De A55 en A75 zijn vergelijkbaar, maar de A55 heeft iets meer usb2.0-poorten. Het verschil met de A85X is dat deze raid5 biedt. De overige FCH’s bieden raid0, -1 en -10. 

Chipsets en Extra's

Als AMD of Intel een geheel nieuwe processor maakt, moet daar ook een nieuwe chipset bij komen. De chipset werkt samen met de processor om bijvoorbeeld de sata-poorten en ethernetverbindingen te koppelen aan de cpu. Het is dus lang niet altijd mogelijk om een nieuwe processor op een ouder moederbord met dezelfde voet te gebruiken. Om een voorbeeld te geven: de Intel 975-chipset werkt met een socket 775, maar kan niet overweg met de 45nm Intel Core 2 Q9650-processor, terwijl deze processor wel in deze voet past.

Hetzelfde geldt voor AMD. De AM2-socket laat het toe om een hexacore Phenom II 1100T te plaatsen, maar de oudere chipsets herkennen deze processor niet en zullen dus niet werken. Kortom, let behalve op de socket ook op de chipset en kijk voor de zekerheid ook in de compatibiliteitslijst van de moederbordfabrikant.

Er bestaan talloze chipsets, omdat gebruikers lang niet allemaal dezelfde features nodig hebben. De luxe, dure chipsets zoals de Intel Z68, X79 of de AMD 990FX bieden alles wat de high-end gebruiker nodig heeft: doorgaans goede overklokbaarheid, gigabit lan, meedere pci-express-slots, sata3, soms onboard wifi en bijzonder veel usb-poorten, waaronder usb3.0. Het loont enorm om de verschillen van chipsets te bekijken, want in veel gevallen heb je helemaal niet de duurste, uitgebreidste versie nodig. We gaan ons in de nieuwste versies van Intel en AMD verdiepen.

▼ Volgende artikel
Verhoog je productiviteit met de Focusmodus in Windows 11
© sathit_koyram
Huis

Verhoog je productiviteit met de Focusmodus in Windows 11

Tijdens het werk word je waarschijnlijk regelmatig gestoord door binnenkomende e-mails, meldingen, berichtjes, systeemupdates en pop-ups. Het zijn meestal nuttige en leuke elementen, maar ze halen je wel uit je concentratie. In Windows 11 zit een nieuwe functie om deze afleidingen tijdelijk te dempen.

Snel afgeleid? Zo stel je in dat je computer je niet mag storen met allerlei meldingen:

  • Focus instellen vanuit de Windows Instellingen
  • Focus instellen via de tijd in het het systeemvak
  • Maximaliseer het Focus-venster voor nog meer opties

Hoe minder tijd achter de computer, hoe beter: Van schermverslaafd naar schermbewust: handige tips voor minder schermtijd

Focus instellen

Deze Focusmodus is een productiviteitstool die te vinden is in de Klok-app. Je kunt hem activeren vanuit de Windows Instellingen. Druk op Windows-toets+I en ga naar Systeem, waar je Focus vindt. Hier kun je de duur van een ongestoorde werksessie invoeren. Standaard is dit op 30 minuten ingesteld. Daaronder staan vier opties. Geef de timer weer in de Klok-app om zichtbaar te maken hoelang de sessie bezig is. Vink ook de optie aan om badges te verbergen in de taakbalk-apps. Daardoor kom je niet verleiding om aan die apps aandacht te schenken. Ook het knipperen in de taakbalk-apps verberg je om dezelfde reden. Schakel Niet storen in, dan worden al deze meldingen tijdens de sessie gedempt.

De meeste gebruikers vinken de vier opties aan.

Nog beter focussen?

Een koptelefoon met noisecancelling doet wonderen

In de klok

Het is ook mogelijk om Focus te activeren vanuit het systeemmeldingscentrum. Klik in de taakbalk op de datum- of tijdaanduiding. Hiermee open je de agenda en het meldingsgebied. Onderaan waar de knop Focus staat, kun je de duur aanpassen. Zodra je op de knop klikt, verschijnt de focustimer op het scherm. Terwijl een sessie actief is, zie je de klok en de resterende tijd en nog enkele andere relevante gegevens, zoals wanneer de volgende pauze is gepland. Zie je niet graag de tijdsduur die langzaam aftelt, dan verberg je die door op de drie puntje te klikken. Daarna kun je de optie Resterende tijd weergeven uitschakelen. Als je in de instellingen de optie Niet storen hebt ingeschakeld, blokkeert deze functie alle meldingen.

Nog acht minuten geconcentreerd werken en dan volgt een pauze van vijf minuten.

Ontspannen werken

Wanneer je Focus maximaliseert, zie je rechts de voortgangsgrafiek die toont hoelang je gisteren en vandaag de tool hebt gebruikt. Je kunt ook een Spotify-afspeellijst selecteren om je sessies te begeleiden met ontspannende muziek. Onderaan krijg je de taken te zien die in de app Microsoft To Do op je wachten.

Wanneer je Focus maximaliseert, krijg je nog meer informatie te zien.

▼ Volgende artikel
Van speelgazon tot schaduwtuin: zo kies je de juiste grassoort
© africaimages.com (Olga Yastremska, Africa Images)
Huis

Van speelgazon tot schaduwtuin: zo kies je de juiste grassoort

Een gazon is meer dan een stukje groen. Het kan een speelplek zijn voor kinderen of juist vooral de blikvanger zijn in een strak aangelegde tuin. Soms ligt het vol in de zon, soms grotendeels in de schaduw. Voor elke situatie is er een passend graszaadmengsel. Wat past het best bij jouw tuin?

Graszaad is altijd een mengsel Graszaad bestaat uit een mix van verschillende grassoorten. Elke soort heeft zijn eigen eigenschappen: de ene soort groeit snel, de andere is fijn van structuur, weer een andere herstelt snel en goed. Door deze eigenschappen te combineren, ontstaat een mengsel dat goed is afgestemd op de specifieke omstandigheden in de tuin.

Lees ook: Groener gras? Maaien en onderhouden doe je zo

Wat voor graszaad je nodig hebt, hangt helemaal af van het soort grasveld dat je wilt. Voor een veldje waarop je kinderen lekker kunnen ravotten en een balletje trappen heb je ander gras nodig dan voor een gazon dat vooral bedoeld is voor de sier. Hieronder lees je per toepassing welke grassoorten het meest geschikt zijn.

Speelveld: stevig en snel herstellend

Een gazon waarop gespeeld, gelopen of gevoetbald wordt, moet vooral sterk zijn. Het gras moet tegen een stootje kunnen én zich snel herstellen. Daarvoor heb je een mengsel nodig met veel Engels raaigras (Lolium perenne). Dit gras kiemt snel en vormt stevige sprieten. Het is goed bestand tegen intensief gebruik en groeit snel terug als het beschadigd raakt. Vaak wordt het aangevuld met veldbeemdgras (Poa pratensis), dat ondergronds uitlopers vormt en zo kale plekken opvult. Samen zorgen deze soorten voor een duurzaam speelgazon dat veel belasting aankan.

Siergazon: fijn, traag groeiend en egaal

Voor een siergazon gelden weer andere zaken. Het moet vooral fijn van structuur zijn, gelijkmatig groeien en een egaal, verzorgd beeld geven. Voor dit type gazon zijn roodzwenkgras (Festuca rubra) en struisgras (Agrostis capillaris) geschikt. Deze grassoorten groeien langzaam en blijven laag, waardoor je minder vaak hoeft te maaien. Ze vormen een dichte mat van fijne sprietjes die er netjes uitziet, vooral bij regelmatig onderhoud. Een siergazon vergt wel iets meer zorg, want het is minder sterk en herstelt trager bij schade.

Schaduwgazon: licht nodig, maar minder zon

In tuinen met veel schaduw, bijvoorbeeld door bomen, heeft gras het moeilijk. De meeste grassoorten groeien slecht zonder zon, wat ruimte geeft aan mos. Een schaduwgazon moet daarom vooral weinig licht nodig hebben en toch stevig genoeg zijn om een dichte mat te vormen. Mengsels voor schaduw bevatten vaak fijne vormen van roodzwenkgras en soms bosgras (Festuca heterophylla), een soort die beter groeit bij weinig licht. Een kleine hoeveelheid Engels raaigras zorgt voor stevigheid, maar alleen als er dagelijks toch wat zonlicht aanwezig is. Let op: ook schaduwgazon heeft minimaal 2 tot 4 uur daglicht nodig om goed te blijven groeien.

Droge (zand)grond: diep wortelend en hittebestendig

Op lichte zandgrond of op plekken waar je weinig sproeit, heb je gras nodig dat tegen droogte kan. Dit soort gras moet diep kunnen wortelen en niet te snel verdrogen. Mengsels voor droge omstandigheden bevatten vaak een aangepaste selectie van veldbeemdgras en speciaal geselecteerde varianten van Engels raaigras die minder water nodig hebben. Soms wordt er ook hard zwenkgras aan toegevoegd, dat goed bestand is tegen droogte en hitte. Deze soorten wortelen dieper dan gemiddeld, waardoor ze vocht uit lagere lagen kunnen opnemen. Zo blijft je gazon ook bij warme zomers langer groen.

©Elena Elisseeva | Elenathewise

Wanneer en hoe zaai je gras?

De ideale periode om gras te zaaien is in het voorjaar (maart tot mei) of het najaar (september tot half oktober). Dan is de bodem warm genoeg en valt er meestal voldoende regen. Ook tussentijds bijzaaien is mogelijk – bijvoorbeeld als je last hebt van kale plekken of na het verwijderen van mos – zolang de bodemtemperatuur boven de 10 °C ligt en de grond vochtig blijft.

Begin altijd met een goede voorbereiding. Maai het bestaande gras kort, en verwijder mos en dood materiaal door het gazon te verticuteren. Dat kan met een verticuteerhark of een verticuteermachine.

Bij het herstellen van kale plekken hark je de grond los, zodat het zaad goed contact maakt met de aarde. Zaai vervolgens het juiste graszaadmengsel voor jouw situatie. Druk het zaad licht aan, bijvoorbeeld met een plank of de achterkant van een hark. Belangrijk: houd de bodem vochtig tot het gras begint te kiemen. Dat duurt gemiddeld 7 tot 14 dagen, afhankelijk van de soort en temperatuur. Wil je extra bescherming bieden? Strooi dan een dun laagje potgrond of compost over het zaad. Dat helpt tegen uitdroging en beschermt tegen vogels.

Wacht met maaien tot het gras minstens 8 cm hoog is, en gebruik dan een hoge maaihoogte bij de eerste maaibeurt. Zo geef je jonge sprietjes de kans om zich goed te wortelen.

Lees ook: Gras vol mos? Dit wil je weten over het verticuteren van je gazon

Tabel: deze grassoorten heb je nodig

Type gazonEigenschappen grasGeschikte grassoorten
SpeelgazonSterk, snelgroeiend, herstellendEngels raaigras, veldbeemdgras
SiergazonFijn, traaggroeiend, egaalRoodzwenkgras, struisgras, veldbeemdgras
SchaduwgazonGroeiend bij weinig lichtFijn roodzwenkgras, bosgras, beetje raaigras
DroogtebestendigDiep wortelend, hittebestendigVeldbeemdgras, hard zwenkgras, raaigrasvariant

Liever meteen resultaat? Kies voor graszoden Wil je niet wachten tot graszaad kiemt en opkomt? Kies dan voor graszoden. Dat zijn kant-en-klare rollen gras, opgekweekt op een kwekerij en direct klaar voor gebruik. Ideaal als je snel een groen gazon wilt, bijvoorbeeld bij een verhuizing of als je tuin in korte tijd helemaal wordt opgeknapt. Graszoden bestaan meestal uit een stevige combinatie van Engels raaigras en veldbeemdgras. Daardoor zijn ze geschikt voor intensief gebruik én vormen ze snel een dicht tapijt.

Het leggen van graszoden kan van maart tot en met oktober, zolang het niet vriest. Zorg dat de ondergrond egaal, losgemaakt en licht vochtig is. Rol de zoden strak tegen elkaar uit, druk ze goed aan en geef royaal water – zeker in de eerste weken. Na 10 tot 14 dagen zijn ze voldoende vastgegroeid om voor het eerst te maaien.