ID.nl logo
Huis

Koopwijzer moederborden

Als je voor een bepaalde processor hebt gekozen, moet een moederbord hierbij passen. Dat wil zeggen: de chipset en processorvoet moeten het toelaten dat de processor huisvest op het moederbord. We lopen langs alle belangrijke zaken op een moederbord. .

Sockets

Op dit moment zijn vier sockets gangbaar. AMD heeft de FM1-voet voor de A-serie en de AM3-sockets voor de Bulldozers (en Phenoms / Athlon II’s). Intel heeft de 1155-processorvoet voor de instap- en midrange Core i-serie en 2011-socket voor de high-end Core i7 3000-serie. Let dus op bij de aanschaf van een moederbord dat allereerst de socket overeenkomt met de voet van de processor.

Het is wellicht leuk om te weten dat de naam van de sockets niet zomaar gekozen is. Intel telt simpelweg het aantal contactpunten. De Socket 1155 heeft 1155 contactpunten. De 2011-socket heeft… 2011 contactpunten. Grappige bijkomstigheid is dat deze ook in 2011 is uitgekomen.

AMD telde vroeger ook het aantal contactpunten. De socket 754 accepteerde processoren met 754 pinnetjes. De oude socket 939 heeft 939 ingangen. In 2006 is AMD een andere naam gaan voeren: AM2, later AM2+ en AM3. De nieuwere AM2- en AM2+-sockets hebben 940 contactpunten. De AM3-socket accepteert 941 pinnen. De naam verwijst natuurlijk gedeeltelijk naar AMD. Maar AMD heeft nog een socket: FM1. Hierbij staat de F voor Fusion. De 1 staat voor eerste generatie, maar waar de M voor staat?

Conclusie

Er is heel wat keuze bij moederborden. Verschillende maten, diverse chipsets en dan nog de variatie die de fabrikanten bieden: meer usb-poorten, sata3, usb3.0, meer slots… het houdt niet op. Schrijf op wat je nodig hebt om lekker te kunnen werken. Houd rekening met het uitbreiden van geheugen, extra schijven en wellicht een extra insteekkaart. Laat je niet verleiden door toeters en bellen die je waarschijnlijk niet gaat gebruiken, het maakt een moederbord onnodig duur. 

Prestatieverschillen

De hamvraag is natuurlijk: is een duur moederbord sneller? Dat is een heel goede vraag. Er zijn moederborden die daadwerkelijk sneller zijn dan andere met dezelfde chipset, maar in veel gevallen is het verschil zeer klein. Onze metingen laten zien dat de verschillen vaak binnen de drie tot vijf procent zitten. Dat zijn natuurlijk geen verschillen om honderden euro’s meer voor te betalen. Waar betaal je dan wel voor? Simpel: voor meer luxe en overklokbaarheid. Kortom: meer usb-poorten, meer sata-aansluitingen, betere koeling (voor het overklokken), extra slots, eventueel een nf200-chip voor meer pci-expressbandbreedte, et etera. 

Passen en meten

Als je dacht dat moederborden in één maat komen, heb je het mis. Er zijn heel wat formaten. De gangbaarste maat is atx: advanced technology extended. Een moederbord met atx-formaat meet 305 bij 244 millimeter. Nagenoeg alle moderne behuizingen laten een atx-moederbord toe.

Nog een gangbaar formaat is micro-atx. Dat is een vierkant moederbord dat op zijn kleinst 171 bij 171 millimeter meet. Micro-atx mag echter een afmeting hebben tot 244 bij 244 millimeter.

Ten slotte mini-itx: de kleinste maat die gangbaar is voor consumentenmoederborden: 170 bij 170 millimeter. Dit is ideaal voor een superkleine htpc, maar er is niet heel veel keuze in mini-itx.

Kan het ook groter? Jazeker. Sommige moederborden komen in de extended atx-maat: 305 bij 330 millimeter. Niet alle behuizingen laten dit toe, al kunnen de meeste moderne midi-towers er wel mee overweg. 

Intel High End

De toplijn van Intel bestaat uit één chipset: X79. Dit high-end platform biedt alles wat de vermogende tweaker of zware gebruiker nodig heeft. Opvallend is de gigantische pci-expressbandbreedte: 40 pci-express3.0-datalijnen en daarbij ook nog acht pci-express2.0-datalijnen. Dat is ook een van de reden dat de chip zo gigantisch groot is, maar de quadchannel ddr3-controller heeft natuurlijk ook een handje geholpen.

Het platform biedt verder veertien usb2.0- poorten (nog geen usb3.0, dat is aan de moederbordfabrikant). Net als het midrangeplatform zijn er standaard vier sata2-poorten en twee sata3-poorten. Het is toch opvallend dat Intel bij dit platform nog steeds niet ‘native’ usb3.0 en sata3 biedt. De meeste moederborden zullen met aparte chips werken om meerdere usb3.0-aansluitingen en sata3-poorten te bieden.

Opvallend bij de X79-chipset is dat er variatie is in het aantal geheugenslots op het moederbord. Er zijn modellen met vier en acht geheugenslots. Dat is uiteraard een ruimtekwestie, maar ook iets om op te letten. De 3000-serie biedt een quadchannel geheugencontroller. Wil je het maximale uit het platform halen, dan moet je vier modules plaatsen. Als je na een jaar het geheugen wilt uitbreiden, is het niet gunstig een compleet nieuwe set te halen.

Overklokken gaat uitstekend met X79. Het platform is er voor ontwikkeld. Het is mogelijk de baseclock te verhogen, maar net als bij de P67- en Z68-chipsets zijn er andere onderdelen verbonden aan deze klok. Een verhoging van meer dan drie megahertz zorgt er doorgaans voor dat het systeem instabiel wordt. Dat is dus niet aan te raden.

Intel heeft gelukkig een trucje: een cpu-strap. Dat zorgt er voor dat de baseclock alsnog omhoog kan zonder dat andere onderdelen daar last van hebben. Er worden keurig ‘dividers’ toegepast, waardoor bijvoorbeeld de pci-expressbus, de sata-poorten of de usb-hub niet overgeklokt worden. Hierdoor kan de cpu alsnog sneller werken; een handige toevoeging voor de tweakers.

Goed om te weten is dat de 3000-serie-processoren eigenlijk geen baseclk-verhoging nodig hebben. De meeste zullen unlocked zijn, waardoor het mogelijk is de cpu op een hogere snelheid te laten werken door simpelweg de multiplier te verhogen en het voltage aan te passen. Er zijn ook modellen van de 2000-serie die dat toelaten. Deze hebben een K achter het typenummer. 

Intel middensegment

Tot voor kort had Intel in het middensegment de keuze uit de H67- en P67-chipset (Platform Controller Hub). De H67 is voor de gemiddelde gebruiker die de geïntegreerde grafische chip gebruikt, wellicht de zakelijke gebruiker. De P67-chipset is meer voor de tweakende gebruiker. Het is, in tegenstelling tot de H67-chipset, mogelijk een geünlockte Core i-chip over te klokken met de P67-chipset. De P67-PCH biedt echter niet de optie om de onboard grafische chip te gebruiken, die wordt uitgeschakeld. Immers, een tweaker of serieuze gebruiker plaatst toch wel een discrete kaart... dacht Intel. Hier heeft Intel echter een denkfout gemaakt: de onboard grafische chip biedt namelijk voordelen, zoals Intel Quick Sync dat het converteren van video versnelt, waarin bepaalde gebruikers zijn geïnteresseerd. Bovendien zijn er vast gebruikers te vinden die onboard graphics gebruiken en alsnog de chip wat sneller willen laten werken.

Vandaar dat Intel eieren voor zijn geld heeft gekozen, de twee platforms heeft samengevoegd in de Z68 en als bonus Intel Smart Response heeft toegevoegd. Deze technologie voegt een gewone harde schijf en een (kleine) ssd samen tot een soort hybrideschijf. Een grappige gedachte, maar we vragen ons af hoeveel mensen hier behoefte aan hebben. Wat zit er allemaal in de Z68-chipset? De PCH biedt eigenlijk 

hetzelfde als de P67- en H67-PCH’s, dus een dmi-verbinding met 4GB/s om met de processor te praten. Daarbij komen nog acht pci-expressdatalijnen, twee sata3-poorten, vier sata2-poorten en maar liefst veertien usb2.0-aansluitingen. Nieuw bij Z68 is dus de Smart Response-technologie.

Bijna alle Intel-chipsets voor Core iX werken met de Intel Matrix raid-software. Z68 werkt, net als P67 en H67, met raid0, -1, -10 en -5. Een uitzondering in de consumentenline-up is de H61, die een zwaar uitgeklede H67-versie is: geen sata3, zes pci-expressdatalijnen in plaats van acht, geen gpu-boostsysteem en geen raid-ondersteuning. Het is wellicht een interessant moederbord voor htpc’s, maar wij vinden hem wat kaal voor een desktop-pc. 

AMD 900-serie

AMD’s 900-serie is rond juli 2011 uitgekomen en is dus niet helemaal nieuw. De chipset werkt op moederborden met een AM3-socket die Bulldozer, Phenom II, Athlon II en nieuwe Semprons kan huishouden. Dit is een prettig beleid van AMD: de compatibiliteit tussen oud en nieuw is altijd groot.

De 900-serie biedt een drietal smaken: 990FX, 990X en 970. Het mag duidelijk zijn dat de 990FX voor de gevorderde, enthousiaste gebruiker bedoeld is. Het is een tweakers-chipset met talloze opties voor overklokken. Het grootste verschil tussen de drie smaken is echter dat de 990FX crossfire en nVidia sli aankan met 2 x 16 lanes pci-expressbandbreedte of 16 + x8 + x8 of 4 x 8 lanes. De 990X biedt 2 x 8 lanes en de 970 biedt geen mogelijkheid voor crossfire of sli, maar biedt simpelweg 1 x 16 lanes pci-expressbandbreedte.

De 900-serie-chipset kan worden gecombineerd met een aantal southbridges. De twee nieuwste zijn de SB920 en de SB950. Deze zijn nagenoeg identiek. Het verschil is dat de SB950 ook raid5 ondersteunt. Verder bieden ze beide zes sata3 (6 Gbit/s)-poorten, veertien usb 2.0-poorten en usb3.0 via een chip van bijvoorbeeld NEC.

Het is mogelijk dat een fabrikant uit kostenbesparing een wat oudere southbridge pakt, bijvoorbeeld een 710, 750, 810 of 850. De SB850 biedt exact dezelfde mogelijkheden als de SB950, maar de overige southbridges bieden geen sata3, wel usb3.0 via een NEC-chip. Als er een pata-poort op het moederbord zit, weet je dat er een SB710 is gebruikt. We raden in verband met uitbreidbaarheid een model met sata3 aan.

Fusion Hub

Toen AMD met de fusion-lijn op de markt kwam, is er ook direct een geheel nieuwe chipset gekomen. De A-serie maakt gebruik van de A45-, A55-, A75- en A85X-chipsets. Er is ook nog een mobiele serie en een embedded-serie.

Bijzonder aan de A-serie is dat deze geen southbridge meer heeft, maar een Fusion Controller Hub, net als Intel de PCH (Platform Controller Hub) heeft. De AMD FCH werkt direct samen met de cpu via een umi die bestaat uit vier pci-express 2.0-datalijnen (bij de mobiele variant zijn dat generatie1-datalijnen). Dat biedt 2 GB/s aan bandbreedte, voldoende voor de sata-poorten, usb3.0 en eventueel gigabit-ethernet. Er zullen weinig gebruikers zijn die vier high-end ssd’s in raid0 gebruiken op een fusionplatform van AMD.

In de processor zitten al de pci-expresscontroller, de geheugencontroller en de grafische chip verwerkt. Vandaar dat in de FCH alleen nog maar usb, sata, lan, IR en bijvoorbeeld geluid verwerkt zitten. De A45-chipset is de enige zonder sata3-controller. De A55 en A75 zijn vergelijkbaar, maar de A55 heeft iets meer usb2.0-poorten. Het verschil met de A85X is dat deze raid5 biedt. De overige FCH’s bieden raid0, -1 en -10. 

Chipsets en Extra's

Als AMD of Intel een geheel nieuwe processor maakt, moet daar ook een nieuwe chipset bij komen. De chipset werkt samen met de processor om bijvoorbeeld de sata-poorten en ethernetverbindingen te koppelen aan de cpu. Het is dus lang niet altijd mogelijk om een nieuwe processor op een ouder moederbord met dezelfde voet te gebruiken. Om een voorbeeld te geven: de Intel 975-chipset werkt met een socket 775, maar kan niet overweg met de 45nm Intel Core 2 Q9650-processor, terwijl deze processor wel in deze voet past.

Hetzelfde geldt voor AMD. De AM2-socket laat het toe om een hexacore Phenom II 1100T te plaatsen, maar de oudere chipsets herkennen deze processor niet en zullen dus niet werken. Kortom, let behalve op de socket ook op de chipset en kijk voor de zekerheid ook in de compatibiliteitslijst van de moederbordfabrikant.

Er bestaan talloze chipsets, omdat gebruikers lang niet allemaal dezelfde features nodig hebben. De luxe, dure chipsets zoals de Intel Z68, X79 of de AMD 990FX bieden alles wat de high-end gebruiker nodig heeft: doorgaans goede overklokbaarheid, gigabit lan, meedere pci-express-slots, sata3, soms onboard wifi en bijzonder veel usb-poorten, waaronder usb3.0. Het loont enorm om de verschillen van chipsets te bekijken, want in veel gevallen heb je helemaal niet de duurste, uitgebreidste versie nodig. We gaan ons in de nieuwste versies van Intel en AMD verdiepen.

▼ Volgende artikel
Lenovo Legion R27qe gaming monitor - Razendsnel beeldscherm
© gorodenkoff
Huis

Lenovo Legion R27qe gaming monitor - Razendsnel beeldscherm

Wie een lekker potje wil gamen, doet er goed aan om een goede gaming monitor aan te schaffen. Dat zorgt er niet alleen voor dat je game er nog beter uitziet, je eigen prestaties gaan er ook van omhoog. De Lenovo Legion R27qe is een 27 inch beeldscherm met een hoge verversingssnelheid en een QHD-paneel. Hier lees je alles over de monitor.

Partnerbijdrage - In samenwerking met Lenovo

27 inch QHD

De Lenovo Legion R27qe heeft een diameter van 27 inch, oftewel een kleine 70 centimeter. Daarmee is het een relatief compact beeldscherm, maar nog steeds ruim voldoende groot om alle details goed te kunnen zien.

Het IPS-paneel zelf heeft een resolutie van 2560 x 1440 pixels, waarmee het een QHD-scherm is. Zo kun je games spelen op hoge kwaliteit, en zie je nog meer van wat er op je scherm gebeurt.

180 Hz verversingssnelheid

De verversingssnelheid of refresh rate is bij elk beeldscherm belangrijk, maar bij een gaming monitor is dat helemáál het geval – je wilt natuurlijk precies kunnen zien wat er binnen je game gebeurt. Bij de Legion R27qe is die snelheid maar liefst 180 Hz, oftewel: 180 verversingen per seconde. Dat is beduidend hoger dan bij veel andere gaming monitoren.

Met die hoge refresh rate lijkt het alsof je zelf midden in de actie zit, omdat alles veel vloeiender verloopt. Bovendien heb je een voordeeltje ten opzichte van je tegenstanders, omdat ook elk detail op je scherm net iets sneller ververst.

©Dragos Condrea

0,5 ms reactietijd

Niet alleen de refresh rate is een belangrijke factor bij gaming monitoren, ook de reactietijd speelt een rol. De reactietijd is de tijd die het duurt voor het scherm heeft gereageerd op bewegingen.

Voor veel gaming monitoren ligt die reactietijd rond de één à twee milliseconden. Bij de Legion R27qe is dat slechts een halve milliseconde: net even sneller dus, wat je ook weer een voordeel oplevert als je gaat gamen.

Daarbij beschikt de Legion R27qe over AMD Freesync. Dat is een techniek die ervoor zorgt dat screen tearing, het fenomeen waarbij het lijkt alsof er iemand met een schaar door je scherm is gegaan, tot het verleden behoort. Veel populaire gaming monitoren gebruiken die techniek, en de R27qe is daar geen uitzondering op.

450 nits helderheid

Een ander belangrijk punt om rekening mee te houden bij het kopen van een gamingbeeldscherm is de helderheid. Dat zorgt ervoor dat je details nog beter kunt zien, ook als je zelf in een goed verlichte ruimte zit en het beeld op het scherm juist donker is.

Gemiddelde beeldschermen hebben een helderheid van zo'n 300 nits, de eenheid die wordt gebruikt om de felheid van verlichting aan te geven. Bij de Legion R27qe is dat maar liefst 450 nits, genoeg om te kunnen blijven gamen, zelfs als de zon vol op het scherm gericht staat.

Verstelbare hoogte

Een nadeel van veel gaming monitoren is dat de voet niet in hoogte verstelbaar is, zodat je altijd afhankelijk bent van de vaste positie. Bij de R27qe is dat niet het geval: je kunt het scherm in alle hoeken draaien en keren.

Dat geldt zowel voor de hoogte als voor de positie. Het scherm is los van de voet te draaien, zelfs volledig verticaal, en te kantelen, zodat je altijd de perfecte hoek hebt.

Felle kleuren en diepe schaduwen

Ook qua kleurweergave is de R27qe een goede keuze. Het scherm kan overweg met meer dan een miljard kleuren, zodat je altijd een waarheidsgetrouw beeld voor je neus krijgt. Bovendien beschikt het beeldscherm over speciale technologieën die het licht en de schaduwen nog realistischer maken.

©RyanKing999

Low blue light

Blauw licht is funest als je lange tijd naar je beeldscherm wilt of moet staren: het zorgt ervoor dat je ogen sneller vermoeid raken, en je komt achteraf moeilijker in slaap. Toch zenden veel monitoren een behoorlijk fel blauw licht uit, omdat dat makkelijker af te lezen is.

De Lenovo Legion R27qe doet dat niet. Via de Low Blue Light technologie wordt het blauwe licht zoveel mogelijk gedempt, zodat je minder last krijgt van je ogen en langer door kunt gamen of werken.

Conclusie

Wie op zoek is naar een goede gaming monitor, moet zeker de Lenovo Legion R27qe overwegen. Het scherm geeft kleuren, licht en schaduwen zeer realistisch weer. Met de hoge verversingssnelheid en de lage reactietijd heb je altijd een voordeel ten opzichte van je tegenstanders.

De hoogte en de hoek van de monitor zijn makkelijk aan te passen, zodat je altijd recht voor het scherm zit. De Low Light technologie zorgt ervoor dat je minder last krijgt van je ogen, en 's avonds na je gamesessie makkelijker in slaap kunt komen.

Al met al is de Lenovo Legion R27qe een compacte, maar uitgebreide gaming monitor, waarmee je de nieuwste games in QHD-resolutie en zeer waarheidsgetrouw op het scherm tovert.

Ontdek de Lenovo Legion R27qe gaming monitor

op Kieskeurig.nl

▼ Volgende artikel
Review Odido Klik&Klaar - De voor- en nadelen van 5G voor thuis
© Rens Blom
Huis

Review Odido Klik&Klaar - De voor- en nadelen van 5G voor thuis

Odido schudt de markt van vast internet voor thuis op met Klik&Klaar, een dienst van 25 euro per maand die 5G-signaal omzet naar wifi voor al je apparaten. Klik&Klaar is zo een alternatief voor internet via de kabel of glasvezel, en waarschijnlijk ook goedkoper dan wat je nu betaalt voor bekabeld internet. Wij hebben Klik&Klaar een maand getest in een appartement en delen de plus- en minpunten van de dienst met je.

Goed
Conclusie

Odido Klik&Klaar is kinderlijk eenvoudig te installeren, is – afhankelijk van je locatie – razendsnel en werkt over het algemeen goed. De verbindingsproblemen tijdens slecht weer zijn ons wel tegengevallen. Dit is voor ons reden om te blijven bij de stabielere vaste internetaansluiting in onze woning. Klik&Klaar lijkt ons wel ideaal voor een campingstandplaats, vakantiehuisje of andere plek zonder (betaalbare) vaste internetaansluiting.

Plus- en minpunten
  • Betaalbaar internet thuis
  • Maakt beloofde snelheid ruimschoots waar
  • Gebruiksvriendelijke installatie
  • Instabiel internet bij slecht weer
  • Problemen met wifirepeaters

De eerste plus is de prijs. Met 25 euro per maand is Klik&Klaar lekker betaalbaar. Heb je al een geselecteerd mobiel abonnement van Odido, dan betaal je slechts 20 euro per maand voor Klik&Klaar. De dienst is maandelijks opzegbaar, waardoor je lekker flexibel bent.

Het bestellen via de Odido-website is eenvoudig en we ontvingen het pakket na twee werkdagen thuis, in ons appartement in Castricum. In de doos vind je een Zyxel 5G-modem en een 5G-simkaart, die je in de router stopt om internet te ontvangen. Het blijft fascinerend hoe je al je apparaten van wifi kunt voorzien dankzij een simkaartje ter grootte van je nagel.

©Rens Blom

Het simkaartje dat je bij de router krijgt.

Installatie

Om Klik&Klaar te installeren, download je de gratis Klik&Klaar-app op je iPhone of Android-smartphone. Die loodst je binnen het beloofde kwartiertje door de installatie heen. De app laat duidelijk zien waar je de router het beste kunt neerzetten. Neem die instructies serieus, want weggestopt in een hoek ontvangt de router geen goed internetsignaal en heb je dus ook weinig aan de dienst. Na de eenvoudige installatie geef je je wifinetwerk een naam en verbind je je apparaten. Vervolgens zijn je smartphone, computer, tablet, smart-tv en andere gadgets online. Je hebt onbeperkt internet op de hoogst mogelijke snelheid, zoals je gewend bent van internet voor thuis.

©Rens Blom

De installatie van Klik&Klaar is eenvoudig.

Ervaringen

Na ruim een maand gebruik zijn we over het algemeen erg tevreden over Odido Klik&Klaar, maar sturen we de router toch terug. Dat ligt niet aan de internetsnelheden. Odido belooft via deze dekkingskaart dat de router op ons adres een snelheid van 300 Mbit/s of meer biedt en dat klopt. In de woonkamer – waar de router voor het raam staat – halen we tussen de 300 en 600 Mbps download en 70 tot 200 Mbps upload. Dat zijn uitstekende snelheden. In andere kamers, verder weg van de router, halen we nog steeds meer dan 100/50 Mbps. Netjes.

Ons probleem met Odido Klik&Klaar is de betrouwbaarheid. Niet alleen viel de router in een maand twee keer uit (om na een herstart weer te functioneren), tijdens flinke regenbuien en een najaarsstorm had de router grote moeite om een stabiel thuisnetwerk te bieden. Dipjes in het wifisignaal verstoorden onze videobelvergaderingen, onderbraken de muziek uit de Sonos-speakers en lieten onze telefoons af en toe automatisch overschakelen naar het mobiele netwerk. Ongemakken die we tijdens slecht weer niet ervaren via een vaste internetverbinding, en ongemakken waar we niet op zitten te wachten in het gure Nederland.

©Rens Blom

De Klik&Klaar-router uit de doos.

Goed om te weten: de router heeft twee 2,5Gbit/s-ethernetpoorten om apparaten bekabeld aan te sluiten. Wij hebben de smart-tv rechtstreeks aangesloten en de andere poort verbonden met een switch. De smart-tv heeft tijdens het kijken van Videoland, YouTube en NPO Plus nooit problemen met zijn internetverbinding gehad, ook niet tijdens slecht weer.  

Wifirepeaters

Voor een volledige test hebben we ook twee wifirepeaters van Odido Klik&Klaar besteld. Die heten Wifipunten, zijn optioneel en kosten 2,50 euro per stuk per maand. Je huurt ze en moet ze als ze niet bevallen of bij het stoppen van Klik&Klaar dus terugsturen.

©Rens Blom

©Rens Blom

De installatie van de Wifipunten.

Onze ervaringen met de kleine repeaters, die je neerzet in de vensterbank of op je bureau, zijn gemengd. Enerzijds verbeteren ze het wifisignaal in ons appartement duidelijk. Op onze werkplek, een vide boven de keuken/woonkamer en net buiten de directe zichtlijn van de router in de woonkamer, haalden we via router een downloadsnelheid van 270 Mbps en een uploadsnelheid van 120 Mbps. Na het installeren van een wifirepeater op de wifi, met bijna een zichtlijn op de router, schoot de downloadsnelheid omhoog naar 425 tot 616 Mbps – op basis van vier tests verspreid over een uur. De uploadsnelheid bedroeg bij deze tests 107 tot 110 Mbps en verbeterde dus niet ten opzichte van de oude situatie.

©Rens Blom

Een snelheidstest na het koppelen van een wifirepeater.

Een Wifipunt-wifirepeater heeft twee 2,5Gbit/s-lanpoorten om apparatuur bekabeld aan te sluiten. Onze computer op de werkplek tikte bekabeld op de repeater vrijwel dezelfde snelheden aan als via de wifi.

©Rens Blom

De wifirepeater is handzaam en daarom op veel plekken neer te zetten.

Opmerkelijk is dat heel wat van onze apparaten in de war raakten van de Wifipunten. Smartphones, laptops en tablets leken soms niet meer te weten met welk wifipunt (router, wifipunt één of wifipunt twee) ze het beste konden verbinden, wat leidde tot verbindingsproblemen. Dat terwijl we de repeaters geïnstalleerd hebben volgens de instructies van deKlik&Klaar-app, die in de weken erna steevast aangaf dat ons wifinetwerk er keurig uitzag. Na het verwijderen van de Wifipunten waren de verbindingsproblemen ook opgelost.

©Rens Blom

Conclusie

Odido Klik&Klaar is kinderlijk eenvoudig te installeren, is – afhankelijk van je locatie – razendsnel en werkt over het algemeen goed. De verbindingsproblemen tijdens slecht weer zijn ons wel tegengevallen. Dit is voor ons reden om te blijven bij de stabielere vaste internetaansluiting in onze woning. Klik&Klaar lijkt ons wel ideaal voor een campingstandplaats, vakantiehuisje of andere plek zonder (betaalbare) vaste internetaansluiting.