ID.nl logo
Uefi of bios: Overeenkomsten en verschillen
© PXimport
Huis

Uefi of bios: Overeenkomsten en verschillen

Kort na het inschakelen van je pc geeft je besturingssysteem de eerste tekenen van leven, zoals een logo of een welkomstscherm. In de tussentijd moet er heel wat gebeuren om de opstart van het besturingssysteem mogelijk te maken. Uefi, dat tussen de systeemfirmware en het besturingssysteem zit, maakt dat mogelijk.

Uefi (Unified Extensible Firmware Specification) is een specificatie die een software-interface definieert tussen de systeemfirmware en een besturingssysteem. Uefi kun je zien als de opvolger van het bios en is vooral bedoeld om het initiële opstartproces veiliger, sneller en flexibeler te maken.

Er wordt vaak gezegd dat uefi een complete vervanging is van het aloude bios (Basic Input Output System), maar dat is niet helemaal correct. Immers, zowel ‘legacy’- als uefi-gebaseerde moederborden hebben bios-rom’s aan boord. Die bevatten firmware die instaat voor de initiële opstartconfiguratie voordat programmacode in het geheugen wordt geladen en uitgevoerd.

Het belangrijkste verschil tussen de firmware van een legacy-bios en van een uefi-bios is waar die code wordt opgehaald, hoe het systeem voor de uitvoering van die code wordt voorbereid en welke extra functies voor die code beschikbaar zijn.

Legacy-bios

Om te begrijpen waarom uefi nodig was, is enig inzicht in het traditionele legacy-bios nodig. Op zo’n legacy-systeem voert het bios de gebruikelijke initialisaties uit, zoals de configuratie van de geheugencontroller, de pci-bus en de grafische kaart. Vervolgens valt het systeem tijdelijk terug in een neerwaarts-compatibele ‘real mode’, met slechts ca. 1 MB direct aanspreekbaar geheugen. Dat was knap lastig voor fabrikanten van bijvoorbeeld interfaces als usb, eSATA en thunderbolt knap lastig.

Verder, om te kunnen booten, verwacht dit bios ook een mbr-partitie (Master Boot Record) op de eerste fysieke schijfsector. Aangezien de partitietabel het aantal sectoren (standaard 512 bytes) via een 32bit-waarde aangeeft, levert dat een maximale bootschijf-grootte van zo’n 2 TB op, wat tegenwoordig erg beperkt is. Ondanks enkele zinvolle uitbreidingen, waaronder ACPI (Advanced Configuration and Power Interface), is het legacy-bios er niet in geslaagd alle moderne ontwikkelingen en systeemvereisten bij te houden.

Van IBI naar uefi

Uefi lost dergelijke tekortkomingen op en heeft nog enkele nuttige extra’s. Alles begon met de efi-specificatie, zijn beurt de verderzetting van het IBI-project (Intel Boot Initiative) uit 1998. Deze specificatie werd ontwikkeld door Intel bij het lanceren van de Itanium server-processors. Het bedrijf zocht namelijk naar een flexibelere methode voor de controletransitie tussen de hardware en het besturingssysteem.

De Itanium-servers leverde helaas niet het gehoopte succes op en het efi-project kwijnde weg, tot efi 1.1 door het Unified EFI Forum werd opgepikt, met als resultaat de release van uefi 2.0 begin 2006. Intussen hebben vele tientallen bedrijven zich hierbij aangesloten.

©PXimport

Basiskenmerken

Uefi bracht al meteen enkele verbeteringen. Terwijl een legacy-bios standaard beperkt is tot een 16bit-processormodus, kan uefi zowel met 32- als 64bit-modi overweg. Firmware-implementaties met een 64bit-uefi ondersteunen overigens de zogenoemde ‘long mode’ waardoor applicaties reeds in de PE-omgeving (Preboot Environment) via 64bit-geheugenadressering al het beschikbare geheugen kunnen aanspreken. Dit vereist dan wel een match tussen de firmware en de besturingssysteem-bootloader en kernel: 64bit-uefi-firmwares kunnen dus uitsluitend een 64bit-besturingssysteem laden.

Uefi definieert ook een nieuwe standaardlay-out voor de partitietabel, de gpt (Guid Partition Table). Die rekent met enkele vervelende beperkingen van mbr af: in theorie zijn nu 128 primaire partities mogelijk tot wel 9,4 ZB (zettabyte).

Ook het eigenlijke bootproces is nu veel flexibeler. Zo kan uefi-firmware een willekeurige uefi-applicatie – lees: een pe-executable – in een geheugenadres laden dat tijdens runtime wordt bepaald. Zo’n applicatie kan de controle ook weer teruggeven aan de firmware, waarna die naar een ander bootmedium zoekt of bijvoorbeeld een diagnostisch menu toont.

Bij het uitvoeren van zo’n applicatie geeft de firmware tevens een systeemtabel door met verwijzingen naar allerlei informatie die relevant is voor het besturingssysteem, zoals acpi-tabellen en de geheugenmap. Er zijn trouwens verschillende types – zinvolle – uefi-applicaties mogelijk, waaronder configuratie- en optimalisatietools, diagnostische tools en beveiligingsapplicaties, zoals antimalwarescanners en schijfencryptietools.

Booten met klasse

Een speciaal soort uefi-applicaties zijn de besturingssysteem-bootloaders, die uiteindelijk de controle doorgeven aan het besturingssysteem. Uefi hangt dus niet af van een vaste bootsector, zoals bij het legacy-bios. Uefi kan zo’n besturingssysteem-bootloader (mede op basis van de systeemarchitectuur) immers automatisch detecteren, wat ook het opstarten van verwijderbare media vereenvoudigd. Zo is het standaardpad naar zo’n besturingssysteem-bootloader op een x86-64-machine /efi/BOOT, op een doorgaans verborgen en fat-geformatteerde efi-systeempartitie oftewel ESP, met als eigenlijke bootloaders bijvoorbeeld bootx64.efi of grubx64.efi.

Om voor gebruikers van wat oudere systemen de overgang van het legacy-bios (ook wel uefi-klasse 0 genoemd) naar uefi te vergemakkelijken, werd het uefi-platform in een aantal klassen onderverdeeld. Veel besturingssystemen in de beginjaren van uefi waren namelijk niet geschikt voor uefi en daarom werd met uefi-klasse 1 een speciale csm-modus ontwikkeld (Compatibility Support Module) die standaard een klassieke bios-interface te zien gaf, zodat de gebruiker niets van uefi merkt.

Veel huidige systemen werken nog met klasse 2, waarbij de gebruiker in principe zelf kan schakelen tussen uefi en csm-legacy bios. Inmiddels heeft Intel de ondersteuning voor csm beëindigd en ondersteunt het bedrijf alleen zuivere uefi (klasse 3). Dit betekent direct het einde van 32bit-besturingssystemen.

©PXimport

Secure boot

Vanaf uefi-versie 2.2 werd tot slot ook stevig aan de veiligheid van het systeem gesleuteld, met de invoering van secure boot, een functie die tot en met uefi-klasse 3 nog kan worden uitgeschakeld (wat met hogere klassen niet langer het geval zal zijn).

Kort door de bocht beveiligt deze functie het bootproces door te verhinderen dat drivers en besturingssysteem-loaders worden geladen die niet over een geldige digitale handtekening beschikken. Dit wordt gecontroleerd via een lokaal vertrouwd certificaat of door de binaire checksum te vergelijken met een vooraf goedgekeurde lijst. Deze wordt opgeslagen als efi-variabelen in niet-vluchtig geheugen (dat door de uefi-firmware ook wordt gebruikt voor allerlei configuratiedata).

Secure boot wordt inmiddels breed ondersteund, door Windows bijvoorbeeld vanaf Windows 8 en door Ubuntu vanaf versie 12.04.2.

▼ Volgende artikel
Huis

Waar voor je geld: 5 mini-LED-tv’s onder de 800 euro

Mini-LED-technologie staat bekend om zijn uitstekende contrast, diepe zwartwaarden en hoge helderheid. Het mooie nieuws? Je hoeft er tegenwoordig geen duizend euro meer voor neer te leggen. We zetten vijf aantrekkelijke modellen voor je op een rij, allemaal onder de 800 euro en elk met hun eigen pluspunten.

1. Philips 55PML9009/12 'The Xtra'

Met z’n driezijdige Ambilight, quantum dot mini-LED-scherm en een native verversingssnelheid tot 144 Hz biedt de Philips 55PML9009/12 'The Xtra' een bijzonder complete kijkervaring. De tv ondersteunt Dolby Vision, HDR10+ en HLG, en beschikt over het intuïtieve Titan OS. Een opvallende eigenschap is het 4-speakersysteem van 4x 10 watt, dat Dolby Atmos ondersteunt voor een krachtig en meeslepend geluid. De helderheid piekt tot 1000 nits, wat HDR-content prachtig tot zijn recht laat komen.

Toepassingen: Sfeervol filmkijken, gamen met vloeiend beeld, streaming via populaire apps Bijzonderheden: 4x HDMI 2.1, Ambilight, Dolby Atmos, P5 Perfect Picture Engine

2. Hisense 50U6NQ

De Hisense 50U6NQ is een uitstekende keuze voor wie mini-LED-techniek zoekt binnen een beperkt budget. Het 50-inch VA-paneel levert diepe zwarttinten en sterke contrasten, met een piekhelderheid van 600 nits. De tv ondersteunt Dolby Vision en HDR10+, en komt met Dolby Atmos-geluid via 2x 10 watt-speakers. De verversingssnelheid van 60 Hz is minder geschikt voor fanatieke gamers, maar voor dagelijks gebruik en filmavonden is dit een meer dan degelijke keuze.

Toepassingen: Reguliere tv-kijkers, HDR-filmliefhebbers, instapgebruikers Bijzonderheden: VIDAA-smartplatform, Filmmaker Mode, DTS Virtual:X, strak contrast

3. TCL 50C803

Deze 50-inch QD-mini-LED-tv van TCL combineert snelheid en beeldkwaliteit. Dankzij een native verversingssnelheid van 100 Hz (uitbreidbaar naar 144 Hz) en ondersteuning voor Dolby Vision IQ, HDR10+ en HLG komt content vloeiend en levendig over. De lage input lag van circa 6 ms maakt dit toestel bovendien zeer geschikt voor gamers. Dolby Atmos-audio en Google TV als platform zorgen voor gebruiksgemak en rijke content.

Toepassingen: Gamen, sport kijken, vlot schakelen tussen apps en streamingdiensten Bijzonderheden: Game Master Pro 2.0, HDMI 2.1, Motion Clarity Pro, 600 nits piekhelderheid

4. LG 65QNED866RE

Met zijn 65 inch schermformaat biedt deze LG een bioscoopervaring in huis. Het QNED-paneel is gebaseerd op mini-LED-technologie en werkt met de α7 AI Processor Gen6, die beelden slim analyseert en opschaalt. De verversingssnelheid van 120 Hz en ondersteuning voor Dolby Vision, HDR10 en HLG maken dit toestel veelzijdig. WebOS biedt intuïtieve toegang tot apps en instellingen, en Dolby Atmos ondersteunt ruimtelijke audio.

Toepassingen: Familie-tv, grootbeeld filmkijken, soepel gamen Bijzonderheden: HDMI 2.1, VRR en ALLM, 900 nits piekhelderheid, uitstekende kijkhoeken

5. Hisense 65U7NQ

De Hisense 65U7NQ biedt indrukwekkende prestaties in een betaalbare jas. Mini-LED PRO-techniek, meer dan 300 dimming zones en een piekhelderheid van 1500 nits zorgen voor levendige beelden. Het paneel ververst tot 144 Hz – ideaal voor snelle games en sport. Het audiosysteem bestaat uit 2x 10 watt-speakers plus een 20 watt-subwoofer voor een krachtig, vol geluid. Met Dolby Vision IQ, Google TV, VRR en HDMI 2.1 is dit een allround topkeuze.

Toepassingen: Gamers, HDR-fans, filmkijkers die alles willen behalve een hoog prijskaartje Bijzonderheden: 40W-audio (2.1), 144 Hz refresh, ATSC 3.0, wifi 6E, EISA-award Best Buy 2024-2025

▼ Volgende artikel
'O nee, een vlek!' Met deze apparaten reinig je de vloer tot diep in de poriën
© Andrey Popov
Huis

'O nee, een vlek!' Met deze apparaten reinig je de vloer tot diep in de poriën

In dit artikel leggen we je uit hoe je verschillende soorten vloeren het best kunt schoonmaken — van tapijt tot gietvloeren. We leggen uit hoe vlekkenreinigers en stoomreinigers werken, wat je wel (en vooral níet) moet doen bij houten vloeren en waar je op moet letten bij het kiezen van het juiste apparaat. Zo houd je elke vloer in huis hygiënisch schoon en in topconditie.

In dit artikel lees je:

✔ Wat vlekkenreinigers doen op tapijt en vloerbedekking ✔ Hoe stoomreinigers werken op harde vloeren zoals tegels en gietvloeren ✔ Welke apparaten je beter níet gebruikt op houten vloeren ✔ Tips voor veilig en effectief reinigen van parket

Een schone vloer doet meer dan je denkt: het oogt fris, voelt prettig aan en zorgt voor een gezonde basis in huis. Maar niet elke vloer laat zich op dezelfde manier schoonmaken. Waar een tegelvloer gerust een stoomreiniger aankan, moet je bij hout juist oppassen met vocht en hitte. In dit artikel lees je welke vloerreiniger past bij welk type ondergrond. We duiken in vlekkenreinigers voor tapijt, stoomreinigers voor harde vloeren en bekijken wat wel en niet werkt op gevoelige materialen zoals parket. Ook leggen we uit hoe de apparaten precies werken en waar je op moet letten bij gebruik.

Vlekkenreinigers: speciaal voor zachte vloeren

Zachte vloerbedekking zoals tapijt en karpetten zijn comfortabel, maar kwetsbaar voor vlekken en geurtjes. Alleen een beetje stofzuigen is meestal niet genoeg: vuil zakt diep in de vezels en blijft daar hardnekkig zitten. Vlekkenreinigers of tapijtreinigers zijn hiervoor de oplossing. Ze werken met een combinatie van water, reinigingsmiddel en zuigkracht.

©Andrey Popov

De meeste apparaten hebben een reservoir met schoon water en een aparte tank voor vuil water. Tijdens het reinigen sprayt de machine een mix van water en reinigingsmiddel op het tapijt, en sommige apparaten gebruiken daarbij roterende borstels om het vuil los te werken. Tegelijkertijd zuigt het apparaat het vuile water weer op. Het resultaat: een tapijt dat zichtbaar schoon is én merkbaar frisser aanvoelt (en ruikt!).

Vlek op het tapijt of de nieuwe bank?!

Verwijder 'm snel en vakkundig met een vlekkenreiniger!

Het gebruik vergt wel enige voorbereiding. Voor een goed resultaat moet het tapijt eerst goed worden gestofzuigd. Daarna kun je met de vlekkenreiniger aan de slag. Houd er rekening mee dat het tapijt na afloop wel een paar uur moet drogen – het is dus aan te raden dit klusje op warme dagen te doen. Er bestaan trouwens ook compacte handmodellen voor kleinere oppervlakken of plaatselijke vlekken, bijvoorbeeld na een omgevallen glas wijn of een ongelukje van een huisdier.

Ook voor meubels en autobekleding

Veel vlekkenreinigers hebben accessoires voor stoffen meubels of autostoelen. Dieptereiniging van je bank of eetkamerstoel is dus heel goed te doen. Gebruik bij voorkeur een speciaal opzetstuk en controleer altijd eerst of de bekleding kleurvast is. Laat de stof goed drogen om schimmelvorming te voorkomen.

Stoomreinigers: hygiëne zonder schoonmaakmiddel

Voor harde vloeren zoals tegels, vinyl of gietvloeren is een stoomreiniger een populaire keuze. Deze apparaten gebruiken uitsluitend water, dat wordt verhit tot stoom. Die hete stoom (meestal rond de 100 à 120 °C) wordt via een mondstuk op de vloer gespoten en maakt vuil, vet en bacteriën los zonder chemicaliën te hoeven gebruiken.

©marchsirawit

De meeste stoomreinigers zijn voorzien van een microvezeldoek onder het mondstuk, die het losgekomen vuil meteen opneemt. Dat maakt deze apparaten niet alleen milieuvriendelijk, maar ook geschikt voor mensen met allergieën: huisstofmijt en bacteriën op de vloer worden door de hitte grotendeels gedood.

Het gebruik is erg eenvoudig, al is enige voorzichtigheid wel geboden. Niet elke vloer is bestand tegen hoge temperaturen of vocht. Tegels, natuursteen, beton en gietvloeren zijn meestal geschikt, mits goed afgewerkt. Voor laminaat en vinyl is voorzichtigheid geboden: deze vloeren kunnen kromtrekken als er vocht tussen de naden komt. Controleer daarom altijd de aanbevelingen van de vloerenfabrikant.

Afhankelijk van het apparaat moet het waterreservoir regelmatig worden bijgevuld, zeker bij grotere ruimtes. En om kalkaanslag te voorkomen, is het aan te raden om gedemineraliseerd water of kortweg demiwater te gebruiken, vooral in regio's met hard water.

Houten vloeren: reinigen met beleid

Houten vloeren zoals parket of lamelparket geven een ruimte warmte en karakter, maar zijn wel een stuk gevoeliger dan andere vloerafwerkingen. Te veel vocht of hitte kan leiden tot opzwelling, barsten of verkleuring. Daarom zijn stoomreinigers in vrijwel alle gevallen ongeschikt voor hout, tenzij de vloerfabrikant expliciet vermeldt dat het veilig is (al is dat zeldzaam).

©Philips

Gelukkig zijn er diverse vloerreinigers en dweilapparaten die – in de juiste stand, met het juiste reinigingsmiddel en minimaal vochtgebruik – ook veilig te gebruiken zijn op goed afgewerkte houten vloeren (zoals gelakt of geolied parket).

Denk bijvoorbeeld aan:

  • Spraymoppen of vloerwissers met een ingebouwd reservoir voor een pH-neutraal schoonmaakmiddel. Ze brengen een fijne nevel aan en gebruiken zachte doeken, waardoor de vloer nauwelijks nat wordt. Lees bijvoorbeeld onze review van de Philips OneUp.

  • Multifunctionele vloerreinigers zoals de Kärcher FC 7 of Bissell CrossWave. Deze machines reinigen met draaiende borstels en een minimale hoeveelheid water, en worden vaak verkocht als geschikt voor afgewerkte houten vloeren.

  • Robotstofzuigers met dweilfunctie die ingesteld kunnen worden op een laag vochtgehalte.

Welke oplossing je ook kiest: gebruik altijd een reinigingsmiddel dat specifiek geschikt is voor houten vloeren, vermijd agressieve middelen of te veel water, en test het apparaat eerst op een onopvallende plek. Controleer daarnaast altijd de onderhoudsvoorschriften van de vloer zelf. Sommige houtsoorten of afwerkingen verdragen meer dan andere.