ID.nl logo
Zekerheid & gemak

De opmars van computers als scheidsrechters

Was het wel of geen doelpunt? Binnen of buiten het strafschopgebied? En wie was er eigenlijk eerder over de finish? Techniek maakt de sport als geheel veiliger, spannender, maar ook eerlijker. En dat in een wereld die bekend staat als conservatief en weinig veranderingsgezind. Vervangen computers straks alle menselijke scheidsrechters?

Het was een unicum op het wereldkampioenschap voetbal afgelopen zomer: de ‘video assistant referee’ (VAR). Niet langer werden alle beslissingen op het veld genomen en stonden die vast zodra er was gefloten. Om de onvermijdelijke fouten die een scheidsrechter tijdens een wedstrijd maakt in te perken, is in het seizoen 2016/2017 begonnen met het testen van het gebruik van videoscheidsrechters. De internationale vuurdoop beleefde het systeem bij een bekerwedstrijd tussen Ajax en Willem II.

Bij de Confederations Cup 2017, het officieuze oefen-WK, werd de VAR ingezet, om een jaar later dus ook op het echte WK zijn intrede te maken. De snelheid waarmee de veranderingen in minder dan twee seizoenen zijn doorgevoerd en de consensus die heerst over het nut ervan, bewijst dat zeker een conservatieve sport als het voetbal, en daarmee de sport als geheel, baat heeft bij technologische verbeteringen.

Doellijn

Hoewel zonder twijfel de meest ingrijpende technologische verandering in het voetbal, is de VAR zeker niet de eerste. Al veel langer kunnen spelers achteraf geschorst worden op basis van beschikbaar beeldmateriaal, mits de scheidsrechter van dienst de situatie op het veld niet al heeft beoordeeld. Toen op het WK in Zuid-Afrika in 2010 een doelpunt van de Engelse speler Frank Lampard werd afgekeurd en de hele wereld in de herhalingen kon zien dat de bal de lijn overduidelijk had gepasseerd, werd ook de roep om doellijntechnologie luider.

Dat systeem werd in 2012 daadwerkelijk geïmplementeerd. Het is gebaseerd op het Hawk-Eye-systeem. Door middel van meerdere camera’s wordt de bal gedurende de volledige wedstrijd gevolgd. Daarmee wordt een continu 360graden-beeld gecreëerd, dat op elk moment een op de millimeter nauwkeurige plaatsbepaling van de bal kan maken.

Als de bal de doellijn op een plek tussen de palen en de lat passeert, wordt een signaal gestuurd naar het horloge om de pols van de scheidsrechter: het horloge begint te trillen en het woord ‘goal’ verschijnt op het schermpje. Een ontegenzeggelijk doelpunt.

©PXimport

Hockey

Waar het voetbal pas sinds enkele jaren gebruikmaakt van een systeem om scheidsrechterlijke beslissingen in twijfel te trekken en waar nodig terug te draaien, is dat in het hockey al langer het geval. Daar is het echter niet de video-assistent zelf die op een knop drukt als een twijfelgeval of duidelijke fout wordt geconstateerd, maar de spelers op het veld.

Iedere ploeg krijgt gedurende de wedstrijd de mogelijkheid een challenge aan te vragen, bijvoorbeeld als de bal in de cirkel op de voet van de tegenstander belandt, wat een strafcorner, een goede scoringskans, zou moeten betekenen. Een speler van de gedupeerde ploeg kan de scheidsrechter vragen de video-assistent in te schakelen.

De scheidsrechter speelt de specifieke vraag van de speler door aan de assistent, die de situatie terugkijkt met gebruik van de beelden van elke beschikbare camera, veelal uitgebreider en talrijker dan de beelden die de televisieregistratie halen. Krijgt de speler gelijk, dan behoudt het team het recht een challenge aan te vragen; zo niet, dan vervalt dat recht en is de ploeg overgeleverd aan de grillen van de scheidsrechter en diens keuze eventueel zelf de videoreferee in te schakelen.

©PXimport

Ook op tactisch gebied is het hockey vooruitstrevend. Bekend zijn de beelden van coaches langs de zijlijn met een futuristische bril die nog het meest lijkt op de vr-toepassingen van vandaag de dag. Daarmee kunnen, nog tijdens de wedstrijd, spelsituaties worden teruggekeken en tactische beslissingen worden genomen.

Ook in trainingen speelt technologie een grote rol. Wederom wordt een bril gebruikt, een stroboscopische. Die bril heeft speciale glazen waarin lcd-schermpjes verwerkt zitten die vijf tot honderdvijftig keer per seconde knipperen. Het spel wordt zo een aantal keer per seconde ‘stilgezet’, waardoor de speler zelf het traject van de bal in moet vullen. Die techniek wordt overigens ook gebruikt om dyslectici beter te leren lezen.

American football

In het American football gaat de video-arbitrage een stap verder. Die sport voltrekt zich in zogenaamde plays, korte momenten van actie waartussen het spel tijdelijk stilligt. Als er tijdens zo’n play iets gebeurt dat ook maar enige twijfel kan opwekken, gooit een van de scheidsrechters een gele doek op het veld. Het spel gaat door tot het op een normale manier stil komt te liggen. Als dat gebeurt, bekijkt een team van scheidsrechters in New York razendsnel de beelden.

Als wordt beslist dat er niets aan de hand is, gaat het spel op de normale manier door, anders volgt een straf voor een van de partijen. Bovenop deze toch al rigoureuze manier van video-arbitrage wordt iedere play waaruit een score of balverlies voortkomt ook nog eens uitgeplozen, ook als er geen directe aanleiding voor is, en krijgt elke coach per wedstrijd twee mogelijkheden tot het aanvragen van een challenge. Het onjuist aanvragen van zo’n challenge leidt slechts tot het verlies van een time-out.

Wielrennen

Net als het voetbal staat ook het wielrennen bekend als een ietwat logge sport waarbij veranderingen traag worden geaccepteerd. Nog steeds zijn er vele discussies gaande over de wijze waarop de jury gebruikmaakt van beeldmateriaal om renners te straffen die ongeoorloofde dingen doen. Innovaties als het live tonen van snelheid, hartslag en wattages (de kracht die een renner uitoefent op de pedalen) komen mondjesmaat van de grond.

De techniek is voldoende gevorderd, maar het zijn vaak de ploegen die veranderingen als deze tegenhouden: het weggeven van informatie, niet alleen aan de kijker maar ook aan de concurrentie, kan de winstkansen verkleinen.

Meer dan ooit worden wedstrijden beslist op details, op fracties van seconden en millimeters. Als er dan manieren zijn om die details in kaart te brengen en ze te beïnvloeden, is dat iets waar elke sporter en elk team zich mee moet verzoenen. Professionaliteit is meer dan ooit geboden. Technologische ontwikkelingen in de sport zorgen er niet alleen voor dat consumenten kunnen profiteren van jarenlang onderzoek en ontwikkeling, maar ook dat, simpel gezegd, de beste daadwerkelijk wint.

▼ Volgende artikel
Help, mijn airfryer stinkt! Wat moet ik doen?
© Saskia van Weert
Huis

Help, mijn airfryer stinkt! Wat moet ik doen?

Wie zijn airfryer vaak gebruikt, komt het vroeg of laat tegen: hij verspreidt een vreemd geurtje. Zelfs als je de mand en bak na elke sessie schoonmaakt, kan hij gaan stinken. Maar geen nood, met onze tips maak je een einde aan de onprettige luchtjes.

In dit artikel over je airfryer lees je:

• Waar die etenslucht vandaan komt • Hoe je je airfryer nog beter schoonmaakt • Hoe je voorkomt dat er nieuwe vervelende geurtjes ontstaan

Lees ook: Review Ninja Foodi Dual Zone-airfryer – Toegankelijke alleskunner

Hoe ontstaat een nare geur in de airfryer?

Een veelvoorkomende oorzaak van luchtjes is opgehoopt vet of achtergebleven voedselresten. Tijdens het bakken vallen er regelmatig kruimels, vet uit vlees of snacks of stukjes voedsel op de bodem van het apparaat, waar ze bij volgende sessies kunnen verbranden. Die deeltjes worden heet, waardoor je ze ruikt. Ze kunnen ook rookontwikkeling veroorzaken.

Ook als je sterk ruikende etenswaren bereidt, zoals vis of broccoli, ruik je dit tijdens het bakken en vaak ook de keer erna, als je je airfryer opwarmt.

Ook is het verwarmingselement gevoelig voor vervuiling. Als vet tijdens het bakken opspat en zich hecht aan het element, zal dit bij volgende keren verbranden, wat opnieuw geur- en rookoverlast veroorzaakt. Het element zit doorgaans boven in je apparaat, of achter de mand, waardoor je er eigenlijk niet goed bij kunt om even met een natte doek af te nemen.

Schoonmaken: de eerste stap naar een frisse airfryer

Reiniging van losse onderdelen

Begin bij de lade en het mandje van de airfryer. Laat deze componenten 15 tot 30 minuten weken in warm water met afwasmiddel. Gebruik daarna een zachte borstel of spons om achtergebleven vet en vuil te verwijderen. Als je een schuurspons gebruikt, kies dan de zachte kant.

Voor hardnekkige vervuiling is baking soda een probate oplossing. Strooi het poeder op aangekoekte delen en schenk er een zure vloeistof over, zoals azijn. Het gaat dan bruisen. Laat even inwerken en neem af met een zachte doek.

©ID.nl

Reiniging van het verwarmingselement

Het verwarmingselement wordt vaak vergeten, terwijl dit juist de plek is waar hardnekkig aangekoekt vet gaat stinken. Zet de airfryer uit, haal de stekker uit het stopcontact en kantel het apparaat voorzichtig zodat het element goed bereikbaar is. Gebruik een zachte doek of borstel, eventueel met een milde ontvetter, om vetresten voorzichtig te verwijderen. Let erop dat je geen agressieve schoonmaakmiddelen of harde schuurmaterialen gebruikt – die kunnen het element beschadigen. Klaar? Gebruik dan een vochtige doek om eventuele resten van het schoonmaakmiddel weg te vegen.

Neutraliseren van geuren

Is je airfryer nog redelijk schoon of nieuw, dan kun je hem opfrissen met een simpele truc. Leg enkele plakjes citroen in een ovenschaaltje met water, zet dit in de airfryer en laat het apparaat circa tien minuten draaien op 180 graden. De stoom neutraliseert geurtjes en maakt het vet alvast wat los, zonder dat je hoeft te schrobben.

Een alternatief is het gebruik van azijn. Vul een hittebestendig schaaltje met een scheut witte azijn, plaats dit in de airfryer en laat het apparaat vijf minuten verwarmen op circa 160 graden. De dampen nemen geurtjes op – helemaal natuurlijk.

Voorkomen is beter dan genezen

Het structureel schoonhouden van de airfryer voorkomt dat geuren zich überhaupt kunnen ontwikkelen. Een van de handige manieren om geurtjes te voorkomen is om speciaal voor de airfryer ontwikkeld bakpapier te gebruiken, of herbruikbare siliconen vormen.

Maak er dus een gewoonte van om je airfryer na elk gebruik even schoon te maken. Ook als alles er schoon uitziet, blijven er vaak toch vetresten achter. Laat de bak en mand afkoelen en was ze daarna af – of zet ze in de vaatwasser, als dat kan. Neem tot slot het binnenwerk af met een vochtige doek.

Gebruik jij al airfryer-bakpapier?

Dat houdt je machine schoon (dus: minder afwas 😃)

©Hazal

Ideale aanpak

Een schone airfryer ruikt niet alleen frisser, maar werkt ook beter. Door regelmatig schoon te maken, af en toe citroen of azijn te gebruiken en ook het verwarmingselement niet over te slaan, voorkom je dat het apparaat gaat stinken.


 

▼ Volgende artikel
Ecostand op wasmachines: hoe werkt dat en wat bespaar je ermee?
© Washing in a washing machine
Huis

Ecostand op wasmachines: hoe werkt dat en wat bespaar je ermee?

We draaien thuis heel wat wasjes en dat maakt de wasmachine tot een van de grootste verbruikers van stroom en water. Energiezuinige functies zoals de ecostand moeten dat verbruik terugdringen. Maar hoe werkt zo'n stand precies? En belangrijker nog: wat levert het op?

In dit artikel lees je: • Waarom de ecostand écht zuiniger en goedkoper is • Wanneer je kunt kiezen voor wassen op lagere temperaturen • Waarom korte wasprogramma's juist níet zuinig zijn • Waar je op moet letten als je een energiezuinige wasmachine wilt kopen

Lees ook: Zo kies je de zuinigste huishoudelijke apparatuur in huis

In een gemiddeld huishouden is de wasmachine verantwoordelijk voor zo'n 5 procent van de energierekening. Per wasbeurt verbruikt een machine gemiddeld 60 liter water – vergelijkbaar met een lange douche. Vooral op het stroomverbruik valt winst te behalen. Wassen op lagere temperaturen is niet alleen gunstig voor je elektriciteitsverbruik, ook je kleding blijft langer mooi bij niet te hoge temperaturen. En het milieu vaart er ook wel bij.

Alle reden dus om bewuster te wassen. Vrijwel elke moderne wasmachine biedt meerdere zuinige programma's. Je kunt kleding wassen op 20 of 30 graden, maar dat is niet altijd de beste keuze. De ecostand is vaak slimmer.. En de knop voor de snelle was? Sla die maar zo veel mogelijk over.

©Monkey Business Images

De ecostand is écht zuiniger en goedkoper

De ecostand op de wasmachine is ontwikkeld om – inderdaad – stroom te besparen. Op nieuwere modellen herken je dit programma aan de naam 'Eco 40-60', bij oudere machines zie je vaak een 'e' of een icoontje met een blaadje. Wie dit programma weleens gebruikt, weet dat het aanzienlijk langer duurt dan een normaal wasprogramma. De vraag is dan ook: ben je met de ecostand echt voordeliger uit?

Het korte antwoord: ja. Een ecowasbeurt verbruikt gemiddeld zo'n 30 procent minder energie dan een standaardprogramma. Dat verschil zit vooral in de temperatuur. '40-60' verwijst niet naar de temperatuur van het ecoprogramma zelf, maar naar de temperatuur waarop je je kleding normaal zou wassen. De ecostand warmt het water minder op – meestal blijft de temperatuur onder de 40 graden – maar laat de trommel wel langer draaien. Daardoor wordt de was alsnog goed schoon. Qua stroomverbruik maakt die langere wastijd nauwelijks verschil; het verwarmen van water kost namelijk veel meer energie dan het ronddraaien van de trommel.

Per ecowasbeurt bespaar je ongeveer 0,4 kWh. Doe je honderd wasjes per jaar, dan komt dat neer op 40 kWh. Afhankelijk van je stroomtarief scheelt dat al snel enkele tientjes op jaarbasis. Ook het waterverbruik daalt: gemiddeld gebruik je 30 liter minder per wasbeurt.

Nog een voordeel aan dit wasprogramma is dat je dankzij de lage temperatuur al je kleding bij elkaar kunt gooien, of je deze nu normaal gesproken op 40 of 60 graden wast. Zo krijg je de trommel sneller vol, hoef je minder vaak te wassen en bespaar je nog meer.

Was niet al te vies? Op lagere temperaturen wassen kan ook

Een andere mogelijkheid is om een standaardprogramma te kiezen op een lagere temperatuur, bijvoorbeeld 20 of 30 graden. Dat is vaak een zuinige keuze, zolang je was niet al te vuil is. Deze programma's duren namelijk minder lang dan de ecostand, waardoor hardnekkig vuil soms blijft zitten. Is de was echt vies? Dan kies je beter voor het ecoprogramma.

Zelfs een verschil van 10 graden kan al behoorlijk schelen in je stroomverbruik. Volgens de Consumentenbond kost een was op 30 graden de helft minder dan eentje op 40 graden. En meestal wordt je was net zo schoon. Wanneer is 40 graden dan wel aan te raden? Bijvoorbeeld als je ziek bent geweest, een allergie hebt, of als je was echt vuil is – met geurtjes of vlekken. Ook ondergoed en sokken kunnen beter op 40 graden.

©Mr Doomits

Wist je dat handdoeken en beddengoed lang niet altijd op 60 graden gewassen hoeven te worden? Alleen als je zeker wilt zijn dat bacteriën worden gedood – bijvoorbeeld bij een huisstofmijtallergie, besmettelijke ziektes of wondjes – is die temperatuur echt nodig. In de meeste gevallen is dat niet aan de orde en volstaat een lagere stand prima. Vaak is zelfs 40 graden al meer dan genoeg. Houd er wel rekening mee: hoe warmer je wast, hoe sneller stoffen slijten.

Korte was: klinkt voordelig, is het niet

Op de meeste wasmachines vind je ook de mogelijkheid om extra snel te wassen. Deze optie staat meestal aangegeven als 'snelle was'. Je was is dan binnen een halfuur klaar, wat misschien zuinig lijkt. Maar dat ís het niet.

Omdat het programma in korte tijd net zo grondig moet wassen als een normaal programma, gebruikt het juist veel water en vooral veel energie. Per saldo ben je dus duurder uit dan met een standaard wasbeurt. Snelle programma's zijn vooral handig in noodgevallen – bijvoorbeeld als je iets hebt gemorst of een paar kwetsbare kledingstukken apart wilt wassen. Maar gebruik deze optie liever niet te vaak.

©Krakenimages.com

Overstappen op een energiezuinige wasmachine

Als je nog een oude wasmachine hebt staan, kan het lonen om over te stappen op een energiezuinig model. Dat kan je per wasbeurt zo een paar dubbeltjes schelen. Een moderner exemplaar mag dan misschien wat kosten, maar die investering betaalt zich uiteindelijk vanzelf terug.

De besparing zit vooral in het verwarmen van water – moderne machines doen dat een stuk slimmer. Daarnaast zijn veel zuinige modellen uitgerust met automatische beladingsdetectie. Daarmee meet de wasmachine precies hoeveel was er in de trommel zit, en soms zelfs hoe vuil die is. Op basis daarvan past het apparaat het water- en energieverbruik aan per wasbeurt. Ben je op zoek naar een nieuwe wasmachine? Bij goede witgoed(web)winkels kun je filteren op energielabel en op de aanwezigheid van automatische beladingsdetectie. Zo weet je zeker dat je niet te veel verbruikt!