ID.nl logo
Philips Hue Centris – slimme plafondlamp met lichtbalk en spotjes
© PXimport
Zekerheid & gemak

Philips Hue Centris – slimme plafondlamp met lichtbalk en spotjes

Philips heeft onlangs de Philips Hue Centris uitgebracht. Dit is een slimme plafondlamp voorzien van een lichtbalk en enkele spotjes. De Centris is via de app van Philips Hue te bedienen; dat kan via wifi (met een Hue-bridge), maar ook via de bluetoothverbinding (zonder bridge). De lampen stel je warm of juist heel koel in en ondersteunen in totaal zestien miljoen kleuren.

Voor deze review kijken we naar het model met een adviesprijs van 399,99 euro. Het beschikt over een lichtbalk en drie spotjes aan één zijde van de lamp. Het gevaarte voor aan het plafond is 87,3 centimeter breed, 11 centimeter diep en 14,3 centimeter hoog, en verkrijgbaar in de kleuren zwart en wit. Er is een maximale helderheid van 3650 lumen aanwezig, evenals ondersteuning voor Amazon Alexa, Apple HomeKit, Google Assistent, Homey, IFTTT, Samsung SmartThings en Nest.

©PXimport

Philips Hue Centris is veilig op te hangen

Met zo’n hoge adviesprijs mag je het één en ander verwachten van je product. Aan de montage en het veilige ophangsysteem ligt het in elk geval niet. De Philips Hue Centris is simpel en snel op te hangen met twee te boren gaten in het plafond. Daar bevestig je de bevestigingsbeugel aan. Dat metalen balkje is voorzien van een musketonhaak en een ander bevestigingssysteem, waardoor de bak echt niet naar beneden valt (tenzij heel het plafond naar beneden komt).

Het design kent wel twee nadelen. Ten eerste moet het strakke ontwerp maar net bij je interieur passen. Je hebt geen keuze voor de vorm, alleen voor de kleur (wit of zwart). Ook gaat Philips Hue ervan uit dat je de Centris precies boven de centraaldoos en de kroonsteen hangt. Er is namelijk geen opening te vinden op het omhulsel, waardoor je die dus zelf moet maken wanneer je hem op een andere plek wil ophangen. Dat doet toch iets af van het stijlvolle design.

©PXimport

Bediening via Philips Hue-app

Je bedient de Philips Hue Centris via de gratis Hue-app, beschikbaar voor Android en iOS. Na het toevallig van de lamp, wat overigens een zeer simpel proces is, krijg je er ineens vier lampen bij in je huis. De drie spotjes en de lichtbalk zijn namelijk losse lampen, ook al zitten ze in één ombouw. Daardoor is het mogelijk de lampen per stuk in te stellen, wat een tof idee is. Elke lamp kan een eigen helderheid, kleur of warmte hebben en dat biedt gewoonweg veel mogelijkheden.

Het spreek ook voor Philips Hue dat ze deze vorm van personalisatie toelaten. Een ietwat luie fabrikant had misschien bedacht voor alle lampen dezelfde instelling aan te houden, maar dat is hier niet het geval. Dat kan wel hoor, wanneer je ze bijvoorbeeld aan een ruimte of zone toevoegt. Maar het hoeft niet. Zo kun je de lichtsterkte voor een deel van het te belichten oppervlak aanpassen, bijvoorbeeld aan tafel, waardoor spelletjes aan tafel leuk blijven voor iedereen.

Verder krijg je toegang tot alle gemakken en mogelijkheden van de Philips Hue-app. Je naast kleuren, helderheid en warmte, kun je ook scenes instellen. Je kunt de lampen per stuk aan- of uitzetten, maar ook in één keer. Bovendien kun je ze meenemen in je (al dan niet bestaande) routines en kunnen ze samenwerken met allerlei accessoires die je mogelijk al hebt. Helaas levert Philips geen dimmers of iets dergelijks mee, wat wel een mooie aanvulling had geweest.

©PXimport

Kwaliteit van het licht

Daar waar een normale Philips Hue-lamp goed is voor 800 lumen aan helderheid, zien we dat de lampen in de Philips Hue Centris (de versie van 399,99 euro) een maximaal aantal lumen van 3650 hebben. Dat is een behoorlijke bak licht die menig kamer van voldoende lichtkwaliteit zorgt. Bovendien zit er voor de lampen een matte plaat, waardoor de helderheid vrijwel nooit pijnlijk is voor de ogen, tenzij je er natuurlijk direct inkijkt. Over het algemeen is het zacht en fijn licht.

Wat ook best cool is, zijn de thema’s die je kunt instellen. Dat kan natuurlijk met elke Philips Hue-lamp in huis, maar het feit dat je nu direct een cluster in huis haalt, biedt mogelijkheden. Kies je voor de zonsondergang in de Savanne, dan kleuren twee lampen rood en twee lampen geel. De Arctische dageraad zorgen voor de kleuren turquoise en blauw en Lentebloem voor twee soorten roze. Omdat het uit één bak komt dit keer, kleurt de kamer ook evenredig mee in de gekozen kleuren.

©PXimport

Stembediening en integraties

Een slim product is weinig waard zonder voldoende integratie. Omdat er nou eenmaal veel stemassistenten en smarthomesystemen bestaan, en mensen wat te kiezen moeten hebben, is het fijn om te zien dat er ondersteuning is voor Google Assistent, Apple HomeKit en Siri, IFTTT, het Nederlandse Homey en platformen als Fibaro, en meer. Je kunt de lampen dus opnemen in bestaande netwerken en platformen; er is weinig dat momenteel niet ondersteund wordt.

Wanneer je Philips Hue al aan je Google Assistent gekoppeld hebt, dan verschijnen de lampen vanzelf in de lijst binnen de Google Home-app, in de kamer die je ingesteld hebt binnen de Hue-app. Echter, achteraf de locatie aanpassen van de lampen voor de Google Home-app, blijkt uitdagend te zijn. Het is ons niet gelukt de lampen te verplaatsen in Google Home, terwijl dat wel mogelijk is in de Philips Hue-applicatie. Een kleine smet op een ervaring die verder voor het grootste deel positief is.

©PXimport

Philips Hue Centris – conclusie

Kijk, niets weerhoudt je ervan zelf een paar slimme lampen te kopen (bijvoorbeeld van Ikea of Innr) en zelf een plafondlamp te maken. Misschien hangt er al een armatuur waar je simpelweg de lampen in kunt vervangen, misschien ben je zelf gewoon heel handig. Hoe dan ook, een plafondlamp hoeft echt niet zoveel te kosten als de Philips Hue Centris. Dat is ook meteen het grootste nadeel van dit product: het prijskaartje. Van pakweg 400 euro kun je een hoop leuke dingen doen.

Echter, wanneer je te maken hebt met een bewezen systeem als Philips Hue, de installatie zo vlekkeloos gaat, de bediening zo enorm simpel en uitgebreid is en de zekerheid hebt dat de lampenbak pas naar beneden komt wanneer het plafond het begeeft, dan snap je waarom je best de investering in de Philip Hue Centris kunt maken. Bovendien is de Centris strak ontworpen en kun je hem zowel gebruiken als sfeerlicht of voor feestjes en spelletjesavonden.

Fantastisch
Conclusie

**Prijs:**€ 399,99 (wit en zwart)**Fitting:**GU10**Aantal Lumen:**3650**SMarthome-integraties:**Amazon Alexa, Apple HomeKit, Google Assistant, Homey, IFTTT, Nest, Philips Hue, Samsung SmartThings**Kelvin:**2200K tot 6500K**Werkt met:**Android, iOS en Windows 10**Website:**[Philips Hue-website](https://www.philips-hue.com/nl-nl)

Plus- en minpunten
  • Veilig ophangsysteem
  • Strak design
  • Prettige lichtopbrengst
  • Uitgebreide app
  • Smarthome-integraties
  • Geen opening voor kabels
  • Design past niet bij iedereen
  • Duur systeem
▼ Volgende artikel
Hoe betrouwbaar zijn weer- en regenapps eigenlijk?
© Kaspars Grinvalds
Huis

Hoe betrouwbaar zijn weer- en regenapps eigenlijk?

Wel of niet een terrasje pakken? Jas mee of hoeft dat niet? Vanavond de BBQ aan of toch maar binnen de airfryer? Even snel de weerapp checken is inmiddels een automatisme geworden. Vooral in de zomer bekijken we massaal de regenradar. Maar hoe betrouwbaar zijn die voorspellingen eigenlijk? Waarom kloppen ze soms tot op de minuut, en lijken ze op andere momenten nergens op? En kun je erop vertrouwen als je je planning erop afstemt?

☀️⛅☔ In dit artikel lees je:

• Hoe weerapps aan hun data komen • Waarom voorspellingen soms wel, en soms niet kloppen • Hoe je een weerapp zo goed mogelijk interpreteert • Waarom het weer (vooral lokaal!) toch altijd blijft verrassen

Lees ook: De handigste apps voor een onvergetelijke zomer

Van meting tot melding: hoe een app aan zijn data komt

Weerapps maken geen eigen voorspellingen, maar gebruiken data van meteorologische instituten zoals het KNMI, ECMWF (European Centre for Medium-Range Weather Forecasts) of het Amerikaanse NOAA (National Oceanic and Atmospheric Administration). Die instellingen verwerken gigantische hoeveelheden informatie uit weerstations, satellieten, vliegtuigen, weerballonnen en radars. Op basis daarvan draaien ze computermodellen die het weer proberen te voorspellen. Zo'n model analyseert bijvoorbeeld hoe luchtdruksystemen zich bewegen, hoe windrichtingen veranderen en wat de temperatuurverschillen zijn in verschillende lagen van de atmosfeer.

Een weerapp kiest één of meer van die modellen als basis en combineert dat met eigen algoritmes en visualisaties. De bekende buienradars gaan nog een stap verder en laten regen zien die al is gevallen of onderweg is. Daarvoor gebruiken ze gegevens van neerslagradars, die elk kwartier of zelfs elke vijf minuten een nieuwe 'foto' maken van waar regenbuien zich bevinden en hoe die zich verplaatsen.

Waarom voorspellingen wél en soms juist níet kloppen

In grote lijnen zijn de verwachtingen van weerapps vaak behoorlijk accuraat, zeker als het om de eerstkomende uren gaat. Hoe dichter je bij het moment zit, hoe betrouwbaarder de voorspelling. Dat komt omdat het weer zich op korte termijn minder grillig gedraagt dan op langere termijn. Je kunt een bui redelijk goed volgen over een tijdsbestek van een uur of twee, maar het is veel lastiger om drie dagen vooruit exact te zeggen wanneer en waar die bui valt.

Vooral bij regenval in de zomer zit daar vaak de grootste afwijking. Zomerse buien ontstaan door opwarming van de lucht en ontwikkelen zich snel en lokaal. Op het ene moment lijkt er nog niets aan de hand, en tien minuten later valt er een wolkbreuk in één wijk, terwijl een paar straten verderop de stoep droog blijft. Dat maakt het haast onmogelijk om op straatniveau precies te voorspellen waar het gaat regenen.

Daarnaast hangt veel af van welk weermodel de app gebruikt. Het Europese ECMWF-model wordt wereldwijd gezien als zeer nauwkeurig, maar is ook duur om te gebruiken. Sommige apps kiezen daarom voor Amerikaanse modellen of zelfs simpelere versies om kosten te besparen. Dat maakt de ene app betrouwbaarder dan de andere, ook al lijken ze qua uiterlijk op elkaar.

©ID.nl

De weerapp goed interpreteren

Wie slim omgaat met weerapps, kan er veel profijt van hebben. Kijk niet alleen naar het icoontje van een zon of wolk, maar naar de verwachte neerslag in millimeters en het tijdstip daarvan. Bekijk ook de regenradar in beweging en niet als stilstaand beeld: je ziet dan hoe snel een bui zich verplaatst en of je die kunt ontwijken.

Veel apps geven tegenwoordig ook aan hoe 'zeker' een voorspelling is. Staat er bijvoorbeeld 40% kans op regen? Dan betekent dat: op 4 van de 10 vergelijkbare dagen in het verleden viel er daadwerkelijk neerslag. Het is geen gokje, maar een inschatting op basis van modelberekeningen. En hoe hoger dat percentage, hoe groter de kans dat het ook echt nat wordt.

Waarom het weer (vooral lokaal!) blijft verrassen

Ondanks alle technologie blijft het weer een natuurverschijnsel met een eigen wil. Geen enkel model is feilloos. Kleine veranderingen in luchtdruk of windrichting kunnen grote gevolgen hebben, zeker in een land als Nederland waar zee, rivieren en open vlaktes allemaal invloed uitoefenen. Dat verklaart waarom het soms ineens hard begint te regenen terwijl je app nog droog weer beloofde – of andersom.

Toch is de betrouwbaarheid van de meeste apps de afgelopen jaren sterk toegenomen. Snellere computers, betere satellietbeelden en geavanceerdere modellen zorgen ervoor dat de inschattingen steeds dichter bij de werkelijkheid komen. Maar honderd procent garantie biedt geen enkele app, en dat is misschien maar goed ook: want we moeten natuurlijk wel íéts hebben om over te klagen, toch?

Regen én harde wind?

Kijk voor stormparaplu's

▼ Volgende artikel
10 tips om meer uit je robotstofzuiger te halen
© Mustafa_Art
Huis

10 tips om meer uit je robotstofzuiger te halen

Een robotstofzuiger scheelt flink wat werk, maar alleen als je hem goed gebruikt. Wie er net een in huis heeft, merkt al snel dat hij niet alles vanzelf doet. En ook als je al langer een robotstofzuiger gebruikt, valt er vaak nog winst te halen. Met deze tien praktische tips werkt je robotstofzuiger beter – en hoef jij minder te doen!

In het kort

Een robotstofzuiger kan je flink wat werk uit handen nemen, maar alleen als je hem goed gebruikt. Met deze 10 slimme tips werkt hij beter, blijft hij langer mee gaan en past hij zich aan jouw huishouden aan. Van zones instellen tot onderhoud: zo maak je er écht een huishoudhulp van.

Lees ook: Hier moet je op letten wanneer je een robotstofzuiger wilt kopen

1. Laat hem eerst je huis leren kennen

Veel robotstofzuigers kunnen een plattegrond van je woning maken. Dat kost eenmalig wat tijd, maar levert daarna veel gemak op. Tijdens zo'n verkenningsronde reinigt hij meestal nog niet, maar scant hij alleen. Geef hem de ruimte en zorg dat er geen spullen over de vloer slingeren. Als de kaart eenmaal is aangemaakt, kun je zones instellen, schoonmaakschema's maken en no-go-gebieden markeren.

2. Zorg voor voldoende licht

Robotstofzuigers met optische sensoren hebben licht nodig om goed te navigeren. Als je hem 's avonds laat rijden terwijl de lampen uit zijn, herkent hij obstakels minder goed. Plan het schoonmaken liever overdag of laat een lamp aan in de ruimte waar hij aan het werk is. Als het apparaat regelmatig moeite heeft om meubels of muren goed te herkennen, komt dat mogelijk door te weinig licht.

Licht, laser & optische sensoren

De lichtbehoefte van robotstofzuigers verschilt sterk per navigatiesysteem. Modellen met LiDAR-technologie (lasernavigatie) werken uitstekend in het donker omdat ze zelf licht uitstralen om obstakels te detecteren. Camera-gebaseerde robots daarentegen zijn afhankelijk van omgevingslicht om hun omgeving te kunnen 'zien' en hebben problemen in donkere ruimtes. Goedkopere modellen met alleen infrarood- of aanrakingssensoren navigeren weliswaar zonder licht, maar werken veel minder nauwkeurig en rijden vaker tegen obstakels aan.

3. Stel schoonmaakzones en kamers in

In de app van de meeste modellen kun je na de kaartopbouw aangeven welke kamers of delen van het huis wanneer moeten worden schoongemaakt. Dat is handig als je bijvoorbeeld elke ochtend de gang en keuken wilt laten doen, maar de slaapkamers alleen op zaterdag. Door het schoonmaken slim te verdelen, werkt de robotstofzuiger efficiënter en hoeft hij tussendoor minder vaak op te laden.

©Wesley Akkerman | ID.nl

4. Gebruik virtuele afbakeningen waar nodig

Veel modellen bieden de mogelijkheid om virtuele grenzen aan te maken: gebieden waar de robotstofzuiger niet mag komen. Denk aan een speelkleed met speelgoed, een losse kabel achter de bank of een plek waar de vloer nat kan zijn. In plaats van zo'n verboden plek elke keer handmatig af te schermen, door er bijvoorbeeld iets voor te zetten, stel je die zones gewoon één keer digitaal in. Het apparaat houdt daar vanaf dan automatisch rekening mee en weet dat hij daar niet meer mag komen.

5. Dweilen? Wees voorzichtig met schoonmaakmiddelen

Kan jouw robotstofzuiger ook dweilen? Gebruik dan alleen het aanbevolen reinigingsmiddel of gewoon water. Veel gewone schoonmaakmiddelen zijn te sterk of laten resten achter, waardoor leidingen of sproeiers kunnen verstoppen. Sommige robotstofzuigers hebben een speciaal reservoir voor schoonmaakmiddel, maar dat geldt niet voor elk model. Iets om naar te kijken voordat je een robotstofzuiger gaat kopen.

6. Maak borstels, wieltjes en sensoren regelmatig schoon

Haren, stof en vuil hopen zich snel op rond de draaiende onderdelen van de robotzuiger. Vooral huisdierharen kunnen oor problemen zorgen. Maak elke week de hoofdborstel los, controleer de zijborstels en veeg vuil weg met een droge doek of meegeleverd hulpstuk. Vergeet ook de val- en navigatiesensoren niet: die kunnen door stof minder goed functioneren, wat de navigatie beïnvloedt.

©Vershinin Evgenii

7. Leeg het stofreservoir af en toe ook zelf

Veel robotstofzuigers hebben een zelflegende functie. Handig, maar ook dan is het slim om af en toe zelf te controleren of alles goed blijft werken. Het stofreservoir is meestal klein en raakt sneller verstopt dan je denkt. Leeg het na een paar schoonmaakbeurten, zeker als je merkt dat hij minder vuil opzuigt of als hij zelf aangeeft dat het reservoir leeg is, maar je toch nog stof en kruimels op de vloer ziet liggen.

8. Zet het laadstation op een vaste plek

Een robotstofzuiger onthoudt zijn omgeving en zoekt na elke beurt zijn laadstation op. Verplaats je dat station naar een andere plek, dan moet hij opnieuw leren waar hij zich bevindt. Zet het station dus op een centrale, bereikbare plek waar voldoende ruimte is en laat het daar staan. Zo voorkom je dat hij de weg kwijt raakt of fouten maakt bij het navigeren.

9. Pas op bij huisdieren

Een ongelukje van een huisdier kan vervelende gevolgen hebben als de stofzuiger erdoorheen rijdt. Laat hem daarom liever schoonmaken op momenten dat je huisdieren buiten zijn of je zeker weet dat de vloer schoon is. Zo voorkom je niet alleen vieze sporen, maar ook schade aan het apparaat en extra schoonmaakwerk achteraf.

©Надія Коваль - stock.adobe.com

10. Automatiseer waar het kan, maar houd controle

Robotstofzuigers zijn bedoeld om werk uit handen te nemen. Toch blijft het verstandig om regelmatig de app te openen, meldingen te controleren en updates uit te voeren. Soms kun je met een kleine aanpassing – zoals het verplaatsen van een kabel, het instellen van een extra schoonmaakbeurt op vrijdag – het resultaat flink verbeteren.

Robotstofzuiger klaar? Zuigen maar!

Het is simpel: hoe beter je robotstofzuiger weet wat hij moet doen, hoe beter hij zijn werk doet. Met deze tips zorg je ervoor dat dat het geval is. En ja, je moet zelf ook af en toe nog wat doen, zoals het stofreservoir controleren of dierenhaar uit de wieltjes te peuteren, maar dat kost hooguit een paar minuutjes van je tijd. Want je weet nu hoe je ervoor zorgt dat de omstandigheden zo goed mogelijk zijn én hoe je hem 'traint'. En daarmee komt hij dicht in de buurt van je ideale huishoudhulp!


🤖 🧹 Accessoires voor je robotstofzuiger?

Je vindt ze