ID.nl logo
Verconsumentering in 2013: de verwachtingen
© Reshift Digital
Huis

Verconsumentering in 2013: de verwachtingen

Afgelopen jaar zagen we de acceptatie van smartphones en tablets in het bedrijfsleven toenemen en diensten die voorheen enkel voor consumenten bedoeld waren, kregen een zakelijke tegenhanger. Wat gaat er komend jaar gebeuren? Dit zijn de grootste vraagstukken.

Wie blijft er over in het smartphoneslagveld?

Sinds drie jaar wordt de markt voor smartphones gedomineerd door twee spelers: Apple's iOS en Google's Android. Met hun gigantische, sterke ecosystemen hebben ze concurrenten als Microsoft, Nokia en RIM weggeblazen.

In 2013 proberen Microsoft en RIM iets van hun vroegere relevantie terug te winnen. Sommige telecomproviders zouden klanten graag wat meer keuze willen bieden, maar hebben diezelfde consumenten hier boodschap aan? Over de opkomst van Windows Phone 8 en BlackBerry 10 en aanverwante trends schreef redacteur Kristian van Tuil onlangs een uitgebreide analyse.

Hoe evolueert Android verder?

In 2012 wist Android eindelijk de kinderziektes van zich af te schudden en zich te positioneren naast iOS als hoogwaardig innovatief besturingssysteem. De Nexus 7-tablet van Google toonde aan dat een 7 inch tablet succesvol kan zijn en noopte Apple tot het uitbrengen van de iPad Mini. Samsung werd 's werelds grootste telefoonfabrikant dankzij toptoestellen als de Galaxy S III.

Toch zijn er de nodige problemen. Zo schakelen zowel consumenten als fabrikanten traag over naar nieuwere versies en dreigt het gevaar van forks door Samsung, LG, HTC en anderen. Daarnaast wordt het interessant om te zien wat Google gaat doen met het overgenomen Motorola, als het daarmee überhaupt plannen heeft.

De aanstaande veldslag op gebied van cloudopslag en collaboration

In 2012 leek iedereen de zakelijke Dropbox-dienst uitgevonden te hebben. Box heeft de diepste zakken en het momentum, maar YouSendIt heeft meer gebruikers. Concurrenten als Egnyte, EMC Syncplicity en Sugarsync proberen ondertussen een graantje van de markt mee te pikken.

Ondertussen blijft Dropbox het cijfermatig ontzettend goed doen. De dienst is de mijlpaal van 100 miljoen gebruikers voorbij en lijkt binnenkort met serieuze zakelijke functionaliteit te komen. 2013 zou heel goed het jaar kunnen worden waarin een grote leverancier de portemonnee trekt en miljarden euro's voor de dienst gaat neerleggen.

Weten Windows 8 en touch aan te slaan?

Met veel bombarie werden eind 2012 Windows 8 en de Microsoft Surface tablet aangekondigd. Ondanks de verkoop van behoorlijk wat licenties, lijkt Windows 8 de pc-markt niet uit het slop te trekken.

Het wordt in 2013 spannend om te zien of consumenten wel te porren zijn voor Windows 8 en touchscreen (hybride) laptops of dat ze toch liever blijven hangen bij Windows 7 en concurrenten als de iPad. Als consumenten nooit warm zullen gaan lopen voor Windows 8, zou Microsoft het roer weleens om kunnen gaan gooien en zich volledig richten op het bedrijfsleven door Office te pushen, beveiligingsmogelijkheden te vergroten en misschien de focus weer op de traditionele desktopomgeving te leggen.

Sociale tools worden het alternatief voor e-mail

Afgelopen die jaar hebben we een stortvloed aan nieuwe zakelijke tools gezien die Facebook-achtige omgevingen naar de kantooromgeving brengen. In 2012 haalde Yammer de nieuwskoppen doordat het voor ruim 1 miljard dollar werd overgenomen door Microsoft. Intussen is het in SharePoint geïntegreerd,, maar er zijn nog vele andere spelers op dit gebied, bijvoorbeeld Salesforce Chatter, IBM Connections, Jive, Huddle en Asana, die elk hun eigen specialiteit kennen.

In 2013 wordt de populariteit van deze tools in het bedrijfsleven nog groter en zullen ze een plek veroveren naast e-mail. Anderen sterven een vroege dood of worden overgekocht door leveranciers die nog geen vinger in de sociale pap hebben.

Gamification breekt door of valt keihard door de mand

Het probleem met zakelijke sociale netwerken als Jive en outbound marketingtools als Moxie is de lage acceptatiegraad – bedrijven rollen ze wel uit, maar werknemers aarzelen met het gebruik ervan. Een nieuwe soort leveranciers (waarvan Badgeville een voorbeeld is) probeert speltheorie onder managers populair te maken door badges en competitie aan doorgaans saaie bedrijfsprocessen toe te voegen.

De grote adviesbureaus lijken het spel vooralsnog mee te spelen; zo heeft CapGemini een heus gamification-programma opgesteld. Het wordt spannend om te zien of gamification in 2013 er voor zal kunnen zorgen dat saaie kantoorapplicaties vaker gebruikt gaan worden of dat het een hype wordt om snel te vergeten.

MDM wordt volwassen

Toen een paar jaar geleden iOS-apparaten ook onder werknemers populair werden, raakte IT in paniek – hoe kon men op deze voor IT-afdelingen ontoegankelijke apparaten data beheren en security handhaven? Er kwam een heel scala MDM-leveranciers op om deze problematiek in goede banen te leiden.

Tegenwoordig kunnen IT-afdelingen hun apparaten beheren via Exchange ActiveSync en heersen MDM-leveranciers als Airwatch, Good Technology en MobileIron over de rest van de markt. In 2013 is de verwachting dat de consolidatie toeneemt (neem de recente overname van Zenprise door Citrix) en gaan we evoluerende benaderingen voor mobiele beveiliging als containerisatie vaker terugzien.

Zal Google het bedrijfsleven opnieuw weten te verrassen?

Afgelopen vijf jaar heeft Google hard aan de weg getimmerd door Google Apps en nieuwe diensten als Drive en Compute Engine geschikt te maken voor het bedrijfsleven. Toch maakt de B2B-markt slechts 4 procent van de omzet van Google uit en geeft het bedrijf zelf ook toe producten in eerste instantie voor consumenten te ontwikkelen en daarna pas te denken aan de zakelijke markt.

Ondertussen heeft Google aardig wat veldslagen gewonnen, maar blijven Microsoft Exchange en Office de zakelijke standaarden. In 2013 zou Google het bedrijfsleven een hogere prioriteit kunnen geven door snellere productontwikkeling en een aantal belangrijke startups in te lijven.

Apple moet weer wat innovativiteit gaan tonen

Sommige analisten denken dat de glans er bij Apple intussen af is. Het voorbije jaar koos het voor veilige revisies van bestaande productlijnen in plaats van nieuwe producten te introduceren en begin het twee behoorlijke blunders in de vorm van Apple Maps en Siri. Als gevolg hiervan dook de aandelenkoers afgelopen maanden met bijna 25 procent naar beneden.

Voor komend jaar is het voor CEO Tim Cook en Apple noodzaak om het publiek opnieuw te verbazen door in een nieuwe industrie een revolutie te ontketenen – misschien wordt het de televisie, misschien iets wat we nu nog niet weten. De geschiedenis leert dat we iets moois kunnen verwachten: in 2007 zag de eerste iPhone het levenslicht, in 2010 werd de eerste iPad getoond.

▼ Volgende artikel
Wat is local dimming en waarom is het belangrijk?
© ER | ID.nl
Huis

Wat is local dimming en waarom is het belangrijk?

Het gebrek aan een rijk contrast is een van de grootste ergernissen bij lcd- en ledtelevisies. Fabrikanten hebben daarom een slimme techniek bedacht die het contrast aanzienlijk verbetert: local dimming. In dit artikel leggen we uit hoe deze techniek van jouw grijze nachtlucht weer een inktzwarte sterrenhemel maakt.

Het contrast van je televisie is misschien wel de belangrijkste eigenschap voor mooi beeld. We willen dat wit verblindend wit is en zwart echt inktzwart. Bij oledtelevisies is dat makkelijk, want daar geeft elke pixel zelf licht. Maar de meeste televisies in de Nederlandse huiskamers zijn nog steeds lcd- of ledschermen (inclusief QLED). Die werken met een lamp achter het scherm, de zogeheten backlight. Local dimming is de techniek die probeert de nadelen van die achtergrondverlichting op te lossen.

Om te begrijpen waarom local dimming nodig is, moet je eerst weten hoe een standaard led-tv werkt. Simpel gezegd is het een groot paneel met pixels die zelf geen licht geven, maar alleen van kleur veranderen. Achter die pixels brandt een grote lichtbak. Als het beeld zwart moet zijn, sluiten de pixels zich om het licht tegen te houden. Helaas lukt dat nooit voor de volle honderd procent; er lekt altijd wat licht langs de randjes. Hierdoor zien donkere scènes er vaak wat flets en grijzig uit. De achtergrondverlichting staat immers vol aan, ook als het beeld donker moet zijn.

Nooit meer te veel betalen? Check Kieskeurig.nl/prijsdalers!

De lampen dimmen waar het donker is

Local dimming pakt dit probleem bij de bron aan. In plaats van één grote lichtbak die altijd aan staat, verdeelt deze techniek de achtergrondverlichting in honderden (en bij duurdere tv's soms duizenden) kleine zones. De televisie analyseert de beelden die je kijkt continu. Ziet de processor dat er linksboven in beeld een donkere schaduw is, terwijl rechtsonder een felle explosie te zien is? Dan worden de lampjes in de zone linksboven gedimd of zelfs helemaal uitgeschakeld, terwijl de lampjes rechtsonder juist fel gaan branden.

Het resultaat is direct zichtbaar. Zwart wordt weer echt zwart, simpelweg omdat er geen licht meer achter dat deel van het scherm brandt. Tegelijkertijd blijven de lichte delen van het scherm helder. Dat zorgt voor een veel groter contrast en geeft het beeld meer diepte. Vooral bij het kijken van HDR-films en -series is dat van belang. Zonder local dimming kan een led-tv eigenlijk geen goed HDR-beeld weergeven, omdat het verschil tussen licht en donker dan te klein blijft.

©ER | ID.nl

Niet alle local dimming is hetzelfde

Het klinkt als een wonderoplossing, maar de uitvoering verschilt enorm per televisie. Het grote toverwoord hierbij is het aantal zones. Hoe meer zones de tv onafhankelijk van elkaar kan aansturen, hoe preciezer het licht kan worden geregeld. Goedkopere televisies gebruiken vaak edge lit local dimming. Hierbij zitten de lampjes alleen in de rand van de tv. Dat werkt redelijk, maar is niet heel nauwkeurig. Je ziet dan soms dat een hele verticale strook van het beeld lichter wordt, terwijl er eigenlijk maar één klein object moest worden verlicht.

De betere variant heet full array local dimming. Hierbij zitten de lampjes over de hele achterkant van het scherm verspreid. De allernieuwste en beste vorm hiervan is miniLED. Daarbij zijn de lampjes zo klein geworden dat er duizenden in een scherm passen, wat de precisie van oled begint te benaderen. Als er te weinig zones zijn, kun je last krijgen van zogenaamde 'blooming'. Dat zie je bijvoorbeeld bij witte ondertiteling op een zwarte achtergrond: er ontstaat dan een soort wazige lichtwolk rondom de letters, omdat de zone groter is dan de tekst zelf.

Welke merken gebruiken local dimming?

Bijna elke grote televisiefabrikant past deze techniek inmiddels toe, maar ze doen dat voornamelijk in hun middenklasse en topmodellen. Samsung is een van de voorlopers, zeker met hun QLED- en Neo QLED-televisies, waarbij ze in de duurdere series gebruikmaken van geavanceerde miniLED-techniek voor zeer precieze dimming. Ook Sony staat bekend om een uitstekende implementatie van full array local dimming, die vaak geprezen wordt om de natuurlijke weergave zonder overdreven effecten. Philips past het eveneens toe in hun (mini)ledmodellen, vaak in combinatie met hun bekende Ambilight-systeem voor een extra contrastrijk effect.

Ga voor de full monty!

Local dimming is dus geen loze marketingkreet, maar een dankbare techniek voor iedereen die graag films of series kijkt op een led- of QLED-televisie. Het maakt het verschil tussen een flets, grijs plaatje en een beeld dat van het scherm spat met diepe zwartwaarden. Ben je in de markt voor een nieuwe tv? Vraag dan niet alleen óf er local dimming op zit, maar vooral of het gaat om full array dimming. Je ogen zullen je dankbaar zijn tijdens de volgende filmavond!

Vijf fijne televisies die full array local dimming ondersteunen

▼ Volgende artikel
Waar voor je geld: 5 robotstofzuigers voor een extra schone vloer
© ID.nl
Huis

Waar voor je geld: 5 robotstofzuigers voor een extra schone vloer

Bij ID.nl zijn we gek op producten waar je niet de hoofdprijs voor betaalt of die zijn voorzien van bijzondere eigenschappen. Met een robotstofzuiger wordt de vloer schoongehouden, terwijl je er niet bij hoeft te zijn. En stofzuigen is dan wel het minste dat ze kunnen, want ook dweilen is voor veel modellen geen proleem. We vonden vijf geavanceerde exemplaren.

Philips HomeRun 7000 Series XU7100/01

De Philips HomeRun 7000 Series XU7100/01 is ontworpen om grote ruimtes aan te kunnen. Het apparaat heeft een stofzak van 3 liter en een werktijd tot 180 minuten in de laagste stand. In tegenstelling tot veel kleinere robots is deze HomeRun uitgerust met een stille motor; de opgave van 66 dB maakt hem relatief stil.

Er zit een dweilfunctie in zodat je de robot na het stofzuigen ook direct kunt laten dweilen. Via de app kies je voor een van de modi of plan je een schoonmaakprogramma in. De robot kan zichzelf navigeren, obstakels omzeilen en keert na gebruik terug naar het laadstation. Omdat de opvangbak groot is hoef je niet vaak te legen en dankzij de Li‑ion‑accu is hij geschikt voor grotere woningen. Het apparaat is van recente datum en daarom nog volop verkrijgbaar.

Dreame L10s Pro Ultra Heat

Deze robot combineert een groot stofreservoir van 3,2 liter met een lange werktijd van ongeveer 220 minuten. Dankzij de geïntegreerde dweilfunctie verwijdert hij niet alleen stof maar kan hij ook nat reinigen. De L10s Pro Ultra Heat gebruikt een zak in het basisstation, waardoor je het reservoir minder vaak hoeft te legen.

De Dreame is voorzien van een Li‑ion‑batterij aanwezig en de robot keert automatisch terug naar het station voor opladen en legen. De sensortechnologie helpt bij het vermijden van obstakels en het nauwkeurig schoonmaken van zowel harde vloeren als tapijt. Dankzij de meegeleverde app stuur je de schoonmaak aan, stel je no‑go‑zones in of plan je een dweilrondje.

Philips HomeRun 3000 Series Aqua XU3100/01

Deze Philips‑robot is bedoeld voor wie minder vaak handmatig wil schoonmaken. Hij beschikt over een gecombineerde stofzuig‑ en dweilfunctie en kan zichzelf legen via het automatische station. Met een gebruiksduur tot 200 minuten in de laagste stand en een geluidsniveau van 66 dB kan hij urenlang zijn werk doen zonder al te veel herrie. De stofcontainer van 35 cl is kleiner dan bij de HomeRun 7000, maar door het automatische leegmechanisme is dat geen probleem.

Je bedient het apparaat via de app en kunt daar zowel een schema programmeren als zones instellen. De Aqua XU3100/01 is een model uit de recente 3000‑serie en doordat hij een mop‑pad heeft kan hij zowel droog als nat reinigen, wat handig is voor harde vloeren zoals tegels en laminaat.

iRobot Roomba Combo j9+

De Roomba Combo j9+ is een model dat je vloeren zowel kan stofzuigen als dweilen. De Combo j9 beschikt over een opvangbak van 31 cl en hij kan zelf zijn inhoud legen in het automatische basisstation dat bij de set hoort. De Li‑ion‑accu zorgt voor een lange gebruiksduur en de robot maakt een routeplanning zodat elke ruimte efficiënt wordt schoongemaakt.

Via de app kun je zones instellen waar de robot niet mag komen en het dweilelement in‑ of uitschakelen. In de basis maakt de Combo j9+ zelfstandig een kaart van je woning en keert terug naar het station wanneer de accu moet opladen of de stofcontainer vol is. De robot is bedoeld voor huishoudens die gemak belangrijk vinden en biedt naast stofzuigen ook een dweilfunctie voor hardere vloeren.

MOVA Tech P50 Ultra

De MOVA Tech P50 Ultra is een forse robotstofzuiger met een basisstation. Het apparaat heeft een stofreservoir van 30 cl en wordt geleverd met een basisstation waarin je het stof eenvoudig kunt verwijderen. De robot produceert een geluidsniveau van 74 dB, iets hoger dan de Philips‑modellen, en weegt inclusief station ruim 13 kg.

Hij kan uiteraard ook automatisch terugkeren naar het station om op te laden of te legen. In de specificaties staat dat de MOVA is voorzien van een Li‑ion‑batterij en dat hij zowel kan stofzuigen als dweilen. De meegeleverde app maakt het mogelijk om routes in te stellen en zones te blokkeren. Met een vermogen van 700 W is hij krachtig genoeg voor tapijten en harde vloeren. Het is geschikt voor mensen die een uitgebreid station met automatische functies willen.