ID.nl logo
Huis

In 10 stappen video's bewerken op je iPhone of iPad

Filmen doen we tegenwoordig vooral met de smartphone en soms met een tablet. Het ligt daarom voor de hand om ook het monteren rechtstreeks op deze mobiele apparaten te doen. Met de juiste apps kan dat. Zelfs filmpjes tussen smartphone en tablet uitwisselen, zodat je ze kunt bewerken, is een eitje.

Tip 01: iPhone en iPad

Om gave filmmontages op je iPad of iPhone te maken, is iMovie van Apple de aangewezen app. Sinds het najaar van 2013 krijg je de app zelfs gratis als je een nieuwe telefoon of tablet koopt. Heb je jouw apparaat al wat langer, dan kost de app 4,49 euro. Dat lijkt veel, maar voor dat bedrag mag je hem zowel op je iPhone als de iPad gebruiken. Eenmaal opgestart, tik je op het tabblad Projecten op het plusteken om een nieuwe filmmontage te maken. Lees ook: Films vanuit Dropbox bekijken op je iPad.

Je krijgt dan twee keuzes. Kies je voor Film, dan heb je tijdens het monteren alle vrijheid om te maken wat jij wilt. Ga je voor Trailer, dan krijg je een sjabloon voorgeschoteld, waarmee je een korte preview in Hollywoord-stijl maakt. Je zit dan wel in een strak keurslijf, maar toch is zo'n trailer het proberen waard. Alleen al omdat je gedwongen wordt ultrakorte fragmenten uit te kiezen, waarmee je een compleet verhaal opbouwt. Al doende leer je zo hoe je een boeiende film maakt die ook voor anderen de moeite waard is.

©PXimport

Tip 01 iMovie is hét montageprogramma voor iPhone en iPad.

Tip 02: Monteren met iMovie

Om snel wegwijs te worden in de app, kiezen we voor Film. Aan het einde van dit artikel komen we nog even terug op het maken van een trailer. Vervolgens kies je een thema uit. Een thema bepaalt het uiterlijk van je film. Je kunt ze stuk voor stuk bekijken om alvast een indruk te krijgen. Kies een thema dat je aanspreekt en tik vervolgens rechts bovenin op Maak film om ermee aan de slag te gaan. De volgende stap is om filmmateriaal aan de montage toe te voegen.

Behalve filmpjes kun je trouwens ook foto's en muziek toevoegen. Op een iPad in liggende stand kun je direct een keuze maken via de drie tabs Video, Foto's en Audio. Staat je iPad rechtop of werk je op de iPhone, dan tik je eerst op het pictogram van een filmstripje met een muzieknoot ernaast. Daarna verschijnen de drie tabbladen in beeld.

©PXimport

Tip 02 Een montage kan uit een combinatie van video, foto's en een lekker deuntje bestaan.

Tip 03: Materiaal toevoegen

Om een filmpje aan de montage toe te voegen, ga je dus eerst naar het tabblad Video en tik je vervolgens op het materiaal dat je wilt gebruiken. Daarna tik je op het omlaag wijzende pijltje om het filmpje aan de tijdlijn toe te voegen. Dit herhaal je voor elke film die je in de montage wilt gebruiken. Verder mag je ook foto's toevoegen en hang je er natuurlijk een leuk muziekje onder.

Via het camera-pictogram kun je eventueel nieuw beeldmateriaal opnemen, gewoon rechtstreeks vanuit iMovie. Gebruik het microfoon-pictogram om commentaar bij de beelden in te spreken of om andere geluiden op te nemen. Er verschijnt dan een kadertje waarmee je de geluidsopname start en weer stopt. Zorg wel eerst dat de verticale balk in de tijdlijn zich op de juiste positie in het filmpje bevindt waar je het geluid wilt toevoegen.

©PXimport

Tip 03 Je kunt ook een commentaarstem of geluiden toevoegen.

Tip 04: Tijdlijn ordenen

De volgorde in de tijdlijn bepaal je helemaal zelf. Druk je vinger eventjes op een film, foto, muziekje, of geluidsfragment en sleep het vervolgens naar de gewenste plek toe. Inkorten van een filmpje of muziek werkt ook eenvoudig: tik bijvoorbeeld op een filmpje, zodat er een geel kader omheen verschijnt. Versleep vervolgens de dikke balk aan het begin of het einde om het fragment in te korten.

Zolang dit gele kader te zien is, kun je via opties onderin het scherm het filmpje ook nog splitsen, dupliceren, de afspeelsnelheid ervan aanpassen of een titel toevoegen. Verder is het volume regelbaar van het geluidspoor dat in de film zit. Van een geluidsfragment of muziekstuk is het volume ook nog afzonderlijk instelbaar en kun je het laten in- en uitfaden. Een foto kun je dupliceren of een titel geven. Iets verwijderen uit de tijdlijn kan met het prullenbak-pictogram. De manier waarop twee filmpjes in elkaar overgaan, regel je via het kleine pictogram (twee driehoekjes die naar elkaar wijzen) dat steeds tussen twee filmfragmenten getoond wordt.

©PXimport

Tip 04 Beeldmateriaal, muziek en geluiden zie je in de tijdlijn.

Tip 05: Video uitwisselen

Montages maken met iMovie kan op zowel de iPad als de iPhone. Je kunt het daarom doen waar en wanneer je ook maar wilt. Dan moet je natuurlijk wel al het benodigde beeldmateriaal op het betreffende apparaat hebben staan. Staan (enkele) films op de iPhone en wil je liever monteren op een iPad vanwege het ruimere scherm? Of heb je straks een paar momenten over en wil je liever met de iPhone in de hand aan de slag? Je wisselt onder andere films en foto's snel en eenvoudig uit tussen je mobiele Apple-apparaten via AirDrop.

Haal op beide apparaten met een veeg vanaf de onderzijde van het scherm het bedieningspaneel tevoorschijn. Tik vervolgens op AirDrop en geef aan dat je iPhone of iPad zichtbaar mag zijn voor naar keuze alleen je contacten of voor iedereen. Start daarna de app Foto's, zoek een filmpje op dat je naar het andere apparaat wilt versturen en tik op het delen-pictogram (vierkant met omhoog wijzende pijl). Tik op AirDrop of wacht enkele seconden, waarna je als het goed is de naam van de andere iPhone of iPad te zien krijgt. Tik erop en accepteer op het ontvangende apparaat het verzoek voor het binnenkomende bestand. Ook filmpjes van vrienden haal je zo binnen.

©PXimport

Tip 05 Met AirDrop haal je het benodigde materiaal eenvoudig binnen.

Tip 06: Ander filmmateriaal

Misschien film je wel eens met een filmcamera of fototoestel en wil je dat materiaal ook in de montage gebruiken. Hoe krijg je dat op je iPhone of iPad? Allereerst is het zaak om deze films naar het juiste formaat om te zetten, want Apple-apparaten zijn erg kieskeurig. Converteren is een makkie met het gratis programma Handbrake. Wijs via de knop Source een film aan. Geef bij de optie Destination de map op waar het resultaat terecht moet komen. Kies uiterst rechts voor welk apparaat je het filmmateriaal wilt omzetten. En klik tot slot op de knop Start om de film te converteren. Meerdere films tegelijk omzetten kan eventueel ook door met een wachtrij te werken (via de knop Add to Queue). Na het converteren hoef je de film(s) alleen nog maar op je iPhone of iPad te zetten.

©PXimport

Tip 06 Films van andere apparaten moet je eerst omzetten.

Tip 07: Synchroniseren

Via iTunes zet je de geconverteerde films over naar je mobiele Apple-apparaat. Sluit de iPhone of iPad met een kabeltje op de computer aan. In iTunes ga je via de knop rechtsboven naar het apparaat en dan naar het tabblad Foto's. Zet een vinkje bij Synchroniseer foto's uit en wijs erachter de map aan waarin de filmpjes op de computer staan. Let op dat ook de optie Inclusief video's moet aanstaan en eventueel Alle mappen als er submappen zijn. Rechtsonder klik je op Synchroniseer, waarna de films naar de iPhone of iPad worden gekopieerd. Ze zijn dan net zoals filmpjes die je met het apparaat zelf maakt, gewoon in apps zoals Foto's en iMovie te zien.

©PXimport

Tip 07 Geconverteerde films via iTunes overzetten.

Tip 08: Direct naar iMovie

Misschien wil je die extra films wel in iMovie gebruiken, maar ze verder niet op je iPhone of iPad zien. Ook dat kan. In iTunes ga je dan naar het tabblad Apps van het betreffende apparaat, bladert helemaal omlaag en klikt onder Bestandsdeling op iMovie. Klik daarna rechts onderin op Voeg toe en wijs de film(s) aan. Het materiaal wordt nu rechtstreeks in de opslagruimte van iMovie op je iPad of iPhone gezet en niet in een gewoon album. Om zo'n film te kiezen, ga je in iMovie helemaal terug naar het tabblad Projecten op het beginscherm. Tik op het vierkant met de omlaag wijzende pijl en importeer hiermee de film(s). Je kunt er meteen een nieuwe filmmontage van maken of ze in een bestaande montage opnemen.

©PXimport

Tip 08 Films rechtstreeks in iMovie zetten kan ook.

Tip 09: Exporteren en delen

Alle montages die je met iMovie maakt, vind je terug op het al eerder genoemde tabblad Projecten op het beginscherm van iMovie. Tik op de miniatuur van een montage om hem opnieuw te bewerken, de titel aan te passen, het project weg te gooien of het einderesultaat (de uiteindelijke film) te genereren.

Dat laatste doe je via het delen-pictogram (vierkant met pijl omhoog). Hiermee kun je de video lokaal op het apparaat bewaren, maar ook delen op bijvoorbeeld Facebook of YouTube. Helemaal gaaf is dat je ook hier weer AirDrop kunt kiezen, maar dan om het complete project naar een ander apparaat over te zetten. Zo kun je bijvoorbeeld beginnen met monteren op je iPhone, om er op een later moment mee verder te gaan op je iPad.

©PXimport

Tip 09 Genereer de gemonteerde film of deel hem met vrienden.

Tip 10: Hollywood-trailer

Zoals we in tip 1 al aangaven, kun je met iMovie op je iPhone of iPad een Hollywood-trailer maken. Eerst kies je een sjabloon uit, waarmee je het soort verhaal aangeeft dat je wilt vertellen. Daarna zie je twee grote tabs. Bij Overzicht vul je allerlei gegevens in voor onder meer de aftiteling en op het Storyboard doe je de uiteindelijke montage. De volgorde op de tijdlijn ligt al helemaal vast.

Je hoeft alleen de vakjes die elk een vaste tijdsduur hebben nog maar met een filmfragment te vullen. Tik op een vakje van het storyboard en daarna op een filmpje. Het gele kader geeft meteen de juiste lente aan. Je mag het verschuiven om het juiste fragment uit een film te pakken. De titels in de blauwe balken pas je uiteraard ook aan voor jouw verhaal.

©PXimport

Tip 10 Om een trailer te maken volgt je een vast stramien.

▼ Volgende artikel
Vingerafdruk, pincode of gezichtsherkenning: wat is het veiligste manier om je smartphone te beveiligen?
© ID.nl
Huis

Vingerafdruk, pincode of gezichtsherkenning: wat is het veiligste manier om je smartphone te beveiligen?

Je smartphone is tegenwoordig veel meer dan een telefoon; het is de kluis van je digitale leven. Bankzaken, privéfoto's, e-mails en locatiegegevens: het staat er allemaal op. Het goed beveiligen van die toegang is dus geen overbodige luxe. Maar kies je voor het ouderwetse wachtwoord, je vingerafdruk of toch je gezicht? Wij leggen de voor- en nadelen van elke methode naast elkaar.

De klassieker: pincode of wachtwoord

Elke telefoon vraagt erom bij het opstarten: een code. Dit is de basisbeveiliging. Zonder code kun je vaak geen gezichtsherkenning of vingerafdruk instellen. Maar is het ook de beste methode voor dagelijks gebruik?

©ID.nl

Pincode of wachtwoord: de voordelen

• Veiligheid in eigen hand

Het sterke aan een code is dat het in je hoofd zit. Maar een code als 1234 of 0000 is zo gekraakt. Maar kies je voor een langere cijferreeks? Dan is het voor iemand die je smartphone in handen krijgt digitaal gezien nagenoeg onmogelijk om de code te kraken. Voeg je ook letters toe, (zie kader), dan is dit digitaal gezien de moeilijkste methode om te kraken.

• Juridisch sterker

Een interessant weetje: in veel rechtsgebieden val je met een toegangscode onder het zwijgrecht. De politie mag je vaak niet dwingen je code af te staan. Je vinger op een scanner leggen kan in sommige situaties wel als dwangmiddel worden ingezet.

💡 Tip: Gebruik letters voor extra veiligheid

Veel mensen denken dat ze bij het vergrendelen van hun telefoon vastzitten aan een cijfercode, maar dat is niet zo. Je kunt ook kiezen voor een alfanumeriek wachtwoord (een combinatie van cijfers, letters en tekens). Dit is vele malen moeilijker te kraken dan een traditionele cijfer-pincode.

Zo stel je het in:

iPhone: Ga naar Instellingen > Face ID en toegangscode > Wijzig toegangscode. Tik vervolgens op het blauwe tekstje 'Toegangscode-opties' en kies voor 'Aangepaste alfanumerieke code'.

Android: Ga naar Instellingen > Beveiliging > Schermvergrendeling. Kies hier niet voor 'Pincode', maar voor de optie 'Wachtwoord'.

Pincode of wachtwoord: de nadelen

• Afkijken

Iemand die in de trein over je schouder meekijkt, heeft je pincode zo gezien. Ook vette vingers op het scherm kunnen je patroon verraden.

• Gemak

Tachtig keer per dag een lange code intikken gaat vervelen. Mensen kiezen daardoor vaak voor een te simpele code, en dat maakt het juist onveilig.

©ID.nl

2. Lekker snel (maar niet altijd even veilig): vingerafdrukscanner

De vingerafdrukscanner is mateloos populair vanwege het enorme gebruiksgemak: in één soepele beweging pak je je telefoon en ben je vrijwel direct binnen. Toch is het belangrijk om te weten dat de ene scanner de andere niet is en dat dit systeem zowel sterke als zwakke punten heeft.

Vingerafdrukscanner: de voordelen

• Snelheid

Het is vaak de snelste manier om je telefoon te openen, zeker als de scanner in de aan-knop verwerkt zit.

• Betrouwbaarheid (bij de juiste techniek)

Heb je een toestel met een fysieke scanner (achterop/zijkant) of een moderne ultrasone scanner (zoals in de Samsung S-serie)? Dan is de beveiliging uitstekend. Ultrasone scanners maken een 3D-map van je vinger en zijn zeer moeilijk te foppen.

Vingerafdrukscanner: de nadelen

• Natte vingers en pleisters

Heb je natte handen? Dan weigeren veel scanners dienst. Ook met een pleister om je vinger herkent de telefoon je niet. Tip: zorg daarom dat je vingerafdrukken van allebei je handen opslaat.

• Ongewenste toegang

Een klein (maar reëel) risico is dat iemand toegang krijgt terwijl je slaapt of bewusteloos bent, door voorzichtig je vinger op de scanner te leggen.

• Onveilige optische scanners

Veel budget-telefoons hebben een 'optische scanner' onder het scherm. Deze maakt een 2D-foto van je vinger. Dit is minder veilig en makkelijker te foppen dan de ultrasone varianten.

©ID.nl

Gezichtsherkenning: gemak of schijnveiligheid?

Telefoon ontgrendelen door ernaar te kijken voelt als magie. Maar pas op: hier zit de grootste valkuil voor consumenten.

Gezichtsherkenning: de voordelen

• Ultiem gemak

Je hoeft niets aan te raken. Kijken is openen. Ideaal als je bijvoorbeeld handschoenen draagt in de winter.

• Extreem veilig (alleen bij 3D)

Heb je een iPhone (FaceID) of een dure Android met 3D-sensoren? Dan worden er duizenden onzichtbare puntjes op je gezicht geprojecteerd om diepte te meten. Dit is amper te misleiden.

Gezichtsherkenning: de nadelen

• Schijnveiligheid (bij 2D)

Veel goedkopere Android-telefoons gebruiken simpelweg de selfiecamera (2D-herkenning). Dit is niet veilig. Soms is een foto van jou (van Facebook of Instagram) al genoeg om in te breken. Gebruik dit type gezichtsherkenning zeker nooit voor je bank-app.

• Toegang tijdens slaap

Als je niet oplet, kan iemand je telefoon voor je gezicht houden terwijl je slaapt om hem te ontgrendelen. Tip: Zet in de instellingen altijd de optie "Aandacht vereist" of "Ogen open" aan. Dan werkt het alleen als je echt naar het scherm kijkt.

Hoe zit het met privacy?

Een veelgehoorde zorg: "Ik wil niet dat mijn biometrische gegevens in de cloud staan." We kunnen je geruststellen. Bij moderne smartphones worden je gezicht of vinger lokaal opgeslagen in een speciale, zwaarbeveiligde chip in de telefoon (de Secure Enclave). Deze data verlaat je telefoon nooit. Er wordt ook geen foto van je vinger opgeslagen, maar een versleutelde wiskundige code. Zelfs als de servers van de fabrikant gehackt worden, liggen jouw biometrische gegevens niet op straat.

Vingerafdruk, pincode of gezichtsherkenning: wat is het best?

Wat de slimste keuze is, hangt volledig af van je toestel. Heb je een iPhone of een high-end Android-telefoon met 3D-scan? Dan kun je gerust gebruikmaken van gezichtsherkenning; dat is niet alleen snel en makkelijk, maar ook veilig. Bezit je echter een middenklasse- of budgettoestel, kies dan liever voor de vingerafdrukscanner. De gezichtsherkenning op deze modellen is namelijk vaak onveilig.

Vergeet ook de basis niet: zorg altijd voor een sterke toegangscode (liefst alfanumeriek of langer dan vier cijfers) als back-up. Start je telefoon bovendien af en toe opnieuw op. Hierdoor wordt de biometrische beveiliging tijdelijk uitgeschakeld, waardoor je telefoon op zijn veiligst is.

📱Ook interessant: Help! Ik ben het wachtwoord van mijn Apple ID vergeten


Bescherm je smartphone optimaal met een stevig telefoonhoesje.

Zo blijft je toestel in topconditie, hoe je het ook ontgrendelt!
▼ Volgende artikel
Gratis en complete grafische tool: aan de slag met Gimp 3
© ID.nl
Huis

Gratis en complete grafische tool: aan de slag met Gimp 3

Ben je op zoek naar goede software voor het bewerken van foto’s en andere grafische bestanden? Dan is de kans groot dat je Gimp al kent als veelzijdig alternatief voor dure grafische pakketten. Nu is er een nieuwe versie beschikbaar: Gimp 3. Hoe verhoudt deze nieuwe versie zich ten opzichte van de andere grafische programma's?

Er is lange tijd gewerkt aan versie 3 van Gimp: het team heeft er maar liefst zeven jaar aan gesleuteld. De makers, bestaande uit vrijwilligers, begonnen direct aan deze editie na de release van Gimp 2.10 in 2018. Al terug in 2020 kregen we een voorproefje van Gimp 3.0 via een ontwikkelversie, maar pas in 2025 zag de definitieve editie het daglicht. Wie overigens nu denkt dat het Gimpt-team aan het uitrusten is, heeft het mis. Op dit moment is het team namelijk alweer bezig met een volgende versie: Gimp 3.2.

Brede ondersteuning

Wat erg prettig is aan Gimp is dat het programma beschikbaar is voor verschillende platformen. Voor dit artikel bekeken we versie 3.0.4. Deze versie is er voor Windows, Linux en macOS. Zorg bij Windows voor Windows 10 of hoger en bij macOS voor versie 11 of hoger. Je vindt de nieuwste edities via www.gimp.org/downloads.

Indeling

Je kunt Gimp tot in detail naar je hand zetten . Dat is geen overbodige luxe: het programma kent een relatief grote hoeveelheid opties die je niet altijd gebruikt. Hoe je Gimp indeelt, heeft voornamelijk te maken met de acties die je ermee wilt uitvoeren, bijvoorbeeld foto’s bewerken, illustraties maken of digitale kunst maken. Om de omgeving te stroomlijnen, kun je gebruikmaken van dokbare vensters. Open het menu Vensters en kies Dokbare vensters. Bepaal vervolgens welke opties je snel toegankelijk wilt hebben. Je vindt verschillende opties, zoals de kleurenwaaier, lettertypes, lagen en penselen.

Je kunt Gimp tot in detail naar je hand zetten.

Wil je je volledig concentreren op het document zelf? Dan kun je de dokvensters ook (tijdelijk) uitschakelen. Kies Vensters / Dokken verbergen (en dezelfde optie om ze later weer zichtbaar te maken). Een tussenvorm is ook mogelijk, waarbij je de gedokte vensters laat zweven. Je hebt hierdoor meer vrijheid bij het optimaal inrichten van je werkomgeving. Kies voor Vensters en verwijder het vinkje bij Enkelvenstermodus.

Ben je tevreden over je eigen indeling? Dan kun je deze direct opslaan. Kies dan Bewerken / Voorkeuren / Interface / Vensterbeheer. Klik op Vensterposities nu opslaan. Standaard wordt de werkomgeving bewaard zodra je het programma afsluit (controleer of Vensterposities opslaan bij verlaten is geactiveerd).

Als je gebruikmaakt van meerdere beeldschermen, dan kun je Gimp hiermee rekening laten houden. Activeer Open vensters op dezelfde beeldschermen als eerder. Heb je vensters verschoven, maar wil je snel terugkeren naar eerdere posities? Klik op Opgeslagen vensterposities terugzetten.

Handig: de aangepaste gebruikersomgeving bewaren.

Specifieke functies

Eerlijk is eerlijk: Gimp bevat een flinke hoeveelheid functies. De kans bestaat dat je een gewenste functie niet kunt vinden. In plaats van uren te zoeken, kun je de functie ook opzoeken in een overzicht. Kies Hulp / Een functie zoeken en deze uitvoeren. Typ de naam of omschrijving van de functie, bijvoorbeeld ‘lagen’.

In het zoekoverzicht toont Gimp alleen opties die met het trefwoord te maken hebben. Klik op een resultaat om de functie daadwerkelijk uit te voeren. Bij elke functie zie je ook waar deze zich in het programma bevindt, zodat je deze een volgende keer zelfstandig kunt uitvoeren.

In het zoekoverzicht kun je zoeken naar specifieke opties die je niet snel kunt vinden.

Meerdere schermen

Als je gebruikmaakt van meerdere schermen, kun je Gimp hiermee rekening laten houden. Zo kun je de vensters naar een ander scherm verplaatsen. Kies voor Beeld / Verplaatsen naar scherm. Ook kun je individuele vensters naar een ander scherm verplaatsen. Klik op het kleine pictogram rechtsboven (Tabblad configureren) en kies Verplaatsen naar scherm.

Grootte aanpassen

Je kunt op elk gewenst moment het formaat van de afbeelding aanpassen. Kies Afbeelding / Afbeelding schalen. Bepaal de gewenste breedte en hoogte in de sectie Afbeeldingsgrootte. Standaard is de eenheid millimeter, maar je kunt ook een andere eenheid kiezen. Bijvoorbeeld Pixels of Percent.

Die laatste optie is interessant als je de volledige afbeelding in één keer wilt vergroten of juist verkleinen. Standaard zijn de verhoudingen tussen breedte en hoogte aan elkaar gekoppeld. Dat is niet verplicht: klik op het pictogram van de ketting om die koppeling te verbreken. Tevreden met de nieuwe waarden? Bevestig met een klik op Schalen.

De titelbalk van de afbeelding die je hebt geopend, geeft in Gimp belangrijke informatie. Zo lees je in de titelbalk onder meer de bestandsnaam af, maar ook welke afmetingen het bestand heeft. Ook zie je hier welke kleurindeling wordt gebruikt, bijvoorbeeld RGB-kleur 8-bit, en uit hoeveel lagen de afbeelding is opgebouwd.

Je kunt zelf een afbeelding schalen.

Transformeren

Je kunt Gimp goed gebruiken om nieuw materiaal te maken, maar ook om bestaande grafische afbeeldingen aan te passen. Bijvoorbeeld door ze te roteren of bij te snijden. De meeste functies hiervoor vind je onder Gereedschap / Transformeren. Wil je bijvoorbeeld een afbeelding bijsnijden (croppen), dan kies je voor Gereedschap / Transformeren / Bijsnijden. Om een afbeelding te roteren, kies je in hetzelfde menu voor Draaien. Ook andere opties, zoals Schalen en Spiegelen, zijn ondergebracht in hetzelfde menu.

Je bent overigens niet afhankelijk van dit menu: je kunt de functies ook bereiken via de werkbalk die standaard links in het venster wordt getoond. Houd de muisaanwijzer boven een knop voor meer informatie. Veel functies hebben gedetailleerde eigenschappen. Klik je bijvoorbeeld op Penseel, dan kun je kiezen welke grootte het penseel heeft, welk inkttype en welke kleuropties worden gehanteerd. Gimp toont die eigenschappen in het venster Gereedschapsopties, direct onder de werkbalk waarop je de eerdergenoemde opties vindt.

In de linkeronderhoek vind je details van geselecteerde acties.

Geschiedenis

Alle bewerkingen die je op een afbeelding toepast, worden vastgelegd in de geschiedenis. Dit tabblad wordt standaard links in het venster getoond en vult zich naarmate je de acties toepast. Om terug te keren naar een punt in het verleden, klik je op de actie in de lijst. De geschiedenis is handig, omdat je hiermee ziet welke acties je hebt uitgevoerd en kunt experimenteren met verschillende bewerkingen.

Herstellen

Gimp houdt bij welke acties je op een document uitvoert. Dat is handig: hierdoor kun je op een later moment terugkeren naar een eerder punt en wijzigingen ongedaan maken of juist doorvoeren. Je kunt deze geschiedenis op elk moment opvragen: kies voor Bewerken / Geschiedenis ongedaan maken. Linksonder verschijnt een venster met de verschillende stappen. Selecteer nu een bewerking en klik op de knop Ongedaan maken linksonder in het venster.

Heb je een aardige set bewerkingen gemaakt, ben je tevreden en wil je schoon schip maken? Dan kun je de geschiedenis van bewerkingen ook wissen. Afhankelijk van de hoeveelheid bewerkingen kan dit geheugen vrijmaken. Klik op de (verwarrende) knop Alles wissen uit Geschiedenis ongedaan maken. Je vindt deze knop rechtsonder in het geschiedenisvenster.

De geschiedenis geeft een overzicht van de gedane bewerkingen.

Filters

Gimp heeft een volwassen verzameling filters: open hiervoor het menu Filters. Er zijn verschillende categorieën. Met sommige filters kun je afbeeldingen verbeteren, bijvoorbeeld door ruis te verwijderen. Om een afbeelding te verbeteren door deze te verscherpen, kies je Filters / Verbeteren / Verscherpen. Ook kun je een afbeelding verbeteren door deze zachter en minder kartelig te maken, via Filters / Vervagen / Gaussiaanse vervaging of Focus vervaging. Om ruis uit een afbeelding (zoals een foto) te halen, kies je Filters / Ruis.

Ook de artistieke filters zijn het bekijken waard. Kies Filters / Artistiek. Zo kun je bijvoorbeeld kiezen voor het effect van een fotokopie, maar ook voor een getekende stijl (Cartoon) of voor verfeffect (Olieverven). Verder vind je in dezelfde categorie andere kenmerkende stijlen, zoals Textieldruk en Van Gogh.

Gimp heeft een flinke verzameling filters.

Effecten

Je kunt filters gebruiken om effecten op een afbeelding toe te passen, bijvoorbeeld door de belichting van een afbeelding aan te passen of door een ‘lens flare’ (een schittering) na te bootsen. Kies Filters / Licht en schaduw. Selecteer je bijvoorbeeld Kies belichtingseffecten, dan opent een venster waarin je opties kiest. Open de tab Licht en bepaal het effect.

Ook via de andere tabbladen in hetzelfde venster, zoals Materiaal en Omgevingsprojectie, kun je de effecten naar je hand zetten. Klik op Instellingen opslaan, zodat je het profiel een volgende keer snel kunt gebruiken. 

Afbeeldingsinfo

Heb je een bestand geopend en wil je alles weten over de afmeting, resolutie, bitdiepte en andere belangrijke gegevens? Kies Afbeelding / Afbeeldingsinfo. Of nog sneller: druk op de toetscombinatie Alt+Enter. Het venster bestaat uit drie tabbladen, waarbij Eigenschappen de meeste informatie bevat. Neem ook een kijkje bij Afbeelding / Metadata / Metagegevens bekijken. Hier vind je aanvullende informatie over het document.

Exporteren

Gimp ondersteunt een flinke hoeveelheid bestandsformaten. Standaard worden bestanden opgeslagen in xcf. Dit is de eigen bestandsindeling van Gimp. Een xcf-bestand bevat alle informatie, zoals lagen. Verder is er ondersteuning voor andere formaten. Dat is handig bij het opslaan van de bestanden.

Ben je klaar met een bestand, kies dan Bestand / Exporteren als. In het venster geef je een bestandsnaam op en bepaal je de locatie. Werp hierna een blik op Bestandstype selecteren. Kies de gewenste indeling, zoals gif-afbeelding of png-afbeelding. Het valt hierbij op dat Gimp ook exotischere grafische formaten ondersteunt, zoals Windows-pictogrammen of Windows-cursors.

Tevreden met de keuze? Bevestig met een klik op Exporteren. Afhankelijk van de keuze verschijnt een venster waarin je verregaande controle hebt over het eindresultaat. Kies je bijvoorbeeld voor jpeg, dan verschijnt het venster Afbeelding exporteren als JPEG. Via de balk Kwaliteit bepaal je de kwaliteit, en daarmee de bestandsgrootte van de afbeelding. Onder Geavanceerde instellingen kun je de afbeelding verder aanpassen, bijvoorbeeld door deze minder kartelig te maken. Onder Metadata kun je extra informatie aan de afbeelding meegeven, zoals wie de auteur van het beeld is. Maak je vaak gebruik van dezelfde instellingen, sla de set dan op als profiel via een klik op Instellingen opslaan.

Bepaal in welke bestandsindeling je de afbeelding wilt bewaren.

Xcf-bestand verkleinen

Afhankelijk van de complexiteit kan een xcf-bestand flink in omvang toenemen. Heb je behoefte aan een compactere omvang, dan kun je een betere compressie selecteren. Kies Bestand / Opslaan (XCF). In het nieuw geopende venster zet je een vinkje bij Dit XCF-bestand opslaan met betere maar tragere compressie. Houd er rekening mee dat je het bestand vervolgens alleen in de nieuwste versies van Gimp kunt gebruiken: in oudere edities kan het mogelijk niet worden ingelezen.

Standaardafbeelding

 Mogelijk werk je vaak met dezelfde soort afbeeldingen, bijvoorbeeld met dezelfde afmetingen. Je kunt tijd besparen door in Gimp deze waarden als standaard in te stellen. Kies Bewerken / Voorkeuren / Standaardafbeelding. Ga uit van een sjabloon, dat je eventueel nog kunt aanpassen.

Kies Sjabloon en selecteer de afmeting. Voor specifieke formaten heb je niet voldoende aan de opties in dat menu. Je kunt de afmetingen ook handmatig opgeven bij Afbeeldingsgrootte. Nog interessanter is de sectie Geavanceerde opties. Hier kun je onder meer de resolutie en een kleurprofiel bepalen, zodat je volledige controle hebt over de nieuwe afbeelding.

Bespaar tijd door een standaardafbeelding te definiëren.

Sneller werken

Grote kans dat je het grootste gedeelte van de tijd in Gimp werkt met muis of pen, maar je kunt het toetsenbord ook goed inzetten voor het uitvoeren van acties. De sneltoetsen vind je bij elke menuvermelding, maar je hoeft hiermee geen genoegen te nemen. In Gimp kun je ook eigen sneltoetsen samenstellen. Kies Bewerken / Voorkeuren / Interface. In de sectie Sneltoetsen klik je op Sneltoetsen configureren. Zoek de actie waarvoor je een sneltoets wilt maken of deze wilt aanpassen en selecteer de actie. Druk vervolgens op de toetscombinatie die je wilt toewijzen. Herhaal dit voor alle sneltoetsen die je gebruikt. Tevreden? Klik op Oké

Werken met raw-bestanden

Om met raw-bestanden in Gimp te werken, kun je gebruikmaken van externe hulp. Twee populaire uitbreidingen zijn RawTherapee (www.rawtherapee.com) en Darktable (www.darktable.org/install). Met deze uitbreidingen kun je de raw-bestanden klaarmaken en vervolgens verwerken in Gimp. Je mag beide programma’s kosteloos gebruiken.