ID.nl logo
Dit wil je weten over de wasprogramma’s van je wasmachine
© dasom - stock.adobe.com
Huis

Dit wil je weten over de wasprogramma’s van je wasmachine

Wasmachines hebben allerlei verschillende wasprogramma’s. De een is nog geavanceerder dan de ander. Waarschijnlijk gebruik je uit gemak vaak hetzelfde programma, omdat je niet weet welk programma nou precies wat doet. Maar vanaf vandaag mag je hier verandering in brengen. In dit artikel leggen we uit wat alle wasprogramma’s betekenen en wanneer je welk programma het beste aanzet.

Dit artikel in het kort: 👚 Welke wasprogramma’s zitten er standaard op je wasmachine? 👚 Welke extra wasprogramma’s zijn er? 👚 Welke opties zijn er om wasprogramma’s aan te passen?

Dit vind je waarschijnlijk ook interessant: Wasmachine met stoomfunctie: waar is dat goed voor?

Welke wasprogramma’s zitten er standaard op je machine?

Er zijn een aantal wasprogramma’s die op vrijwel elke wasmachine zitten en vaak worden gebruikt. Soms zijn er wel verschillende benamingen voor.

Katoen

Dit is het meest gebruikte wasprogramma voor vrijwel alle temperaturen. Je kunt het gebruiken voor alle temperaturen: van een koude was tot een was van 95°C. De naam zegt het al: dit programma is geschikt voor katoen - maar het is ook bruikbaar voor linnen en gemengde stoffen. Het programma duurt gemiddeld ruim 3 uur. Je kunt de trommel vullen met het maximaal aantal kilo’s en de wasmachine instellen op het hoogste toerental.

Gemengde was/ mix

Dit wasprogramma gebruik je voor wasgoed dat op max. 60°C gewassen hoeft te worden. Het programma centrifugeert iets minder hard en je vult de trommel voor de helft van het maximaal aantal kilo’s. Dit programma is geschikt voor een mix van linnen, katoen, synthetische of gemengde stoffen.

Synthetisch/ Antikreuk/ Kreukherstellend/ EasyCare

Heb je synthetische stoffen die je voorzichtiger moet wassen, zoals polyacryl, polyester en viscose? Dan gebruik je dit programma. Het wast je wasgoed met een lager maximum toerental tot 60°C. De trommel vul je voor de helft van het maximaal aantal kilo’s. Sommige wasmachines gebruiken bij dit programma stoom om kreukels te verminderen. Wat ook kan, is dat de trommel blijft bewegen tot je de was eruit haalt (want ook dat gaat kreukels tegen). Het programma duurt zo’n 2 uur.

Eco 40-60

Voor normaal vies geworden katoenen wasgoed waarbij het waslabel het advies geeft om het item op 40°C of 60°C te wassen, gebruik je dit programma. De temperatuur van deze stand kan niet aangepast worden. Het betekent dat je was nét zo schoon wordt als dat je het op een 40°- of 60°-programma zou draaien. Alle nieuwe wasmachines hebben in ieder geval dit programma, omdat het nieuwe energielabel dat in 2021 is geïntroduceerd hierop is gebaseerd.

Eco katoen

Voor katoen, linnen en gemengde stoffen die je op max. 60°C mag wassen, zet je dit programma aan. Veel ‘oudere’ wasmachines hebben dit programma, omdat het oude energielabel (voor 2021) hierop is gebaseerd.

Ook interessant voor jou: Energielabels lezen.

Delicaat/ Fijne was/ Zijde

Soms heb je een wasje van fijne stoffen, zoals viscose, zijde of andere synthetische stoffen. Bij dit programma draait de trommel minder hard en ook het centrifugeren gaat op een laag toerental. Het programma werkt alleen op lage temperaturen en je kunt het beste maar kleine hoeveelheden wasgoed in de trommel doen. Deze was wordt op het waslabel aangeduid met twee streepjes onder de wastobbe.

Centrifugeren/ Spoelen/ Zwieren/ Afpompen

Gebruik het programma spoelen als je wilt dat je wasgoed alleen met water wordt schoongemaakt. Bijvoorbeeld omdat je kleding alleen opgefrist moet worden. Op dit programma volgt altijd het centrifugeren en afpompen van water. Als je de was na een normaal programma ook nog extra wilt spoelen, kies je voor de extra optie water of spoelen.

Kies voor centrifugeren als je een handwas hebt gedaan die alleen nog gecentrifugeerd moet worden. Hierdoor wordt het overtollige water uit de kleding gedraaid, zodat het sneller droogt aan de waslijn. Dit programma wordt altijd gecombineerd met afpompen, zodat het overtollige water uit de wasmachine gaat. En afpompen gebruik je als er nog wat water in de wastrommel is achtergebleven, omdat je het programma tussentijds hebt gestopt.

👚 Was-weetje Elk wasprogramma heeft in ieder geval een bepaald temperatuurverloop, trommelbeweging en toerental. De duur van het programma en het verbruik hangt weer af van het programma en hoeveel wasgoed je in de trommel doet.

©Viktoria - stock.adobe.com

Specifieke wasprogramma’s

Veel wasmachines hebben ook specifieke wasprogramma’s die gemaakt zijn voor een bepaald soort materiaal of wasgoed. Meestal mag je de trommel tijdens zo’n programma niet te vol doen.

Gordijnen

Gordijnen was je niet zo vaak, daardoor zijn ze op den duur erg stoffig. Dit wasprogramma wast de gordijnen eerst goed voor en spoelt ze ook grondig na.

Jeans en donkere was

Dit programma zet je aan voor een kleine hoeveelheid donkere was of jeans. Keer je jeans en donkere kleding wel eerst binnenstebuiten en gebruik het liefst vloeibaar wasmiddel dat geschikt is voor de donkere was.

Overhemden

Een programma voor overhemden werkt meestal op een lager toerental. Hierdoor komen je overhemden minder gekreukt uit de trommel, wat je weer een lange strijksessie bespaart.

©StockPhotoPro - stock.adobe.com

De extra wasprogramma’s

Op je wasmachine zitten niet alleen standaard programma’s, maar ook extra wasprogramma’s. Dit zijn een aantal die je op veel wasmachines ziet.

Stoom

Voor stoom zijn er soms aparte wasprogramma’s en soms is het een extra optie voor bij een wasprogramma. Dit programma is beter voor het wasgoed dan wanneer je een wasprogramma kiest met water en wasmiddel. Stoom frist het wasgoed op, zodat geurtjes verdwijnen. Dat is handig voor als je kleding wat muf ruikt, maar nog wel schoon is. Dankzij stoom kreukt je wasgoed ook minder, zodat je niet zo lang hoeft te strijken. Haal het wasgoed wel meteen uit de trommel zodra de wasmachine klaar is. De stoom zorgt er ook voor dat bacteriën worden gedood, zelfs als je deze extra functie aanzet bij een wasprogramma op een lage temperatuur. Ook verwijdert stoom hardnekkige vlekken uit je wasgoed. Vul de trommel met maar een paar kledingstukken, tot maximaal 2 kilo, om het programma goed te laten werken.

Bekijk hier alle wasmachines op Bol.com

Tip: je kunt filteren op Stoomfunctie

Voorwas

Een voorwas is handig om veel stof of zand weg te spoelen voordat het echte programma aan gaat. Zoals bij kleding van je kinderen die in de zandbak hebben gespeeld. Dit programma is niet nodig voor kleding met veel vlekken; daarvoor kun je beter een behandeling met speciaal vlekkenmiddel gebruiken.

Kort programma/ Speed/ Quick/ Express

Heb je een paar kilo wasgoed dat niet zo vuil is? Dan gebruik je een kort wasprogramma. Hierbij wordt het wasgoed minder goed schoongewassen dan een compleet wasprogramma: het spoelt het wasmiddel minder uit en centrifugeert minder. Sommige korte programma’s duren maar 15 minuten, sommige wel een uur. Dit programma is echt bedoeld om wasgoed op te frissen.

Impregneren/ Outdoor

Voor jassen die je waterbestendig wilt maken, gebruik je het programma Impregneren of Outdoor. Zorg dat je nooit wasverzachter gebruikt tijdens dit programma. Dit tast namelijk de impregneerlaag van je jas aan.

Allergie/ Hygiëne

Dit extra programma wast voor een langere periode op een hogere temperatuur, om zo alle allergenen te verwijderen. Het wast met meer water om ervoor te zorgen dat er geen wasmiddel in het wasgoed achterblijft.

Machinereiniging/ Trommelreiniging

Om je wasmachine in goede staat te houden, draai je af en toe het programma Machinereiniging of Trommelreiniging. Doe dit vooral als je vaak wasjes doet op lage temperaturen. Tijdens dit programma doe je geen wasgoed in de trommel, maar wel een oude doek. In de handleiding van je wasmachine staat beschreven of er wasmiddel nodig is of een wasmachinereiniger voor dit programma.

Lees ook: Betekenis wassymbolen: wat zijn die wasvoorschriften?

©Krakenimages.com - stock.adobe.com

De opties om je wasprogramma aan te passen

Een wasprogramma heeft standaard al bepaalde instellingen voor het verloop van temperatuur, de trommelbeweging, de hoeveelheid water dat gebruikt wordt, het toerental en de duur van het programma. Dit kun je aanpassen met verschillende opties.

Extra behoedzaam

Voor kwetsbare kleding is deze extra optie ontwikkeld. Deze optie zorgt ervoor dat de trommel minder bewegingen maakt en het programma korter duurt dan normaal.

Extra stil

Ideaal voor ’s nachts of als je kleine kinderen hebt die overdag nog een dutje doen, is de optie Extra stil. Dankzij deze optie centrifugeert je wasmachine minder hard en is je wasmachine dus stiller. Het programma duurt vaak wel langer vanwege deze optie.

Watch on YouTube

P.S. Kijk ook onze video De 6 grootste misverstanden over zuinig wassen.

▼ Volgende artikel
Last van hoge energiekosten in de winter? Zo laat je je was en vaat zuiniger draaien
© ID.nl
Huis

Last van hoge energiekosten in de winter? Zo laat je je was en vaat zuiniger draaien

In de winter loopt de energierekening al snel op. De droger gaat vaker aan omdat de was buiten niet droogt, en omdat we vaker thuis koken en eten gaat ook de vaatwasser vaker aan. Ook de wasmachine draait op volle toeren, want nat weer en dikke kleding leveren extra was op. Hét moment dus om even stil te staan bij het energieverbruik van deze drie apparaten. Met wat kleine aanpassingen zorg je voor een zichtbaar (gunstig!) verschil op je stroomrekening.

In het kort

In dit artikel lees je hoe je met eenvoudige ingrepen energie bespaart bij het wassen, drogen en afwassen. We kijken naar slimme instellingen, zuinige programma's en klein onderhoud waarmee je het energieverbruik omlaag brengt.

Lees ook: 5 stille wasmachines met zuinig label

Slim plannen loont

Wie een slimme meter of dynamisch energietarief heeft, kan precies zien wanneer stroom het goedkoopst is. Door het programma van je wasmachine, droger of vaatwasser daarop af te stemmen, draai je letterlijk op de voordeligste momenten. Veel moderne apparaten hebben een startuitstelknop, waarmee je eenvoudig plant dat een was 's nachts of vroeg in de ochtend klaar is.

Heb je geen dynamisch contract, dan is het slim om eerst te kijken of jouw leverancier een piek- en daltarief hanteert. Bij een dubbeltariefmeter geldt het lagere tarief meestal alleen tussen ongeveer 23.00 en 07.00 uur, niet standaard in het weekend. Even checken bij je energieleverancier voorkomt verrassingen.

Gebruik van nachtstroom

Heb je een dubbeltariefmeter, dan betaal je tijdens de daluren vaak minder. Handig om te weten, maar houd rekening met geluid als je apparaten laat draaien terwijl je slaapt. Sluit de deur van het washok of gebruik het stille programma als dat aanwezig is.

Wassen op lagere temperatuur

De grootste energiebesparing zit in de temperatuur van het waswater. Een was van 30 graden is meestal voldoende schoon, zeker met de huidige wasmiddelen die ook bij lage temperatuur goed werken. Alleen bij sterk vervuilde was of handdoeken kan een hogere stand nodig zijn. Een wasbeurt op 60 graden of af en toe een machinereiniger houdt de trommel fris en voorkomt vetluis - een kookwas op 90 graden is bij moderne machines niet meer nodig.

Een andere eenvoudige stap is de wasmachine pas te laten draaien als hij goed vol is. Een halve was verbruikt bijna evenveel energie als een volle: zonde. Ook de juiste dosering helpt: te veel wasmiddel kan op den duur zeepresten achterlaten, waardoor de machine harder moet werken.

Droger of droogrek?

De droger is een onmisbare hulp in de winter, maar verbruikt veel stroom. Centrifugeer je was daarom eerst op de hoogste stand, zodat er minder vocht overblijft. Hoe droger het de trommel ingaat, hoe korter het droogprogramma duurt. Warmtepompdrogers verbruiken het minst stroom, al bespaar je nog meer door de was af en toe op te hangen. In een goed geventileerde kamer, bijvoorbeeld bij de verwarming, droogt het prima zonder dat je ernaar hoeft om te kijken.

Zuiniger én veiliger

Reinig na elke droogbeurt het pluizenfilter en controleer het rooster aan de achterkant. Ophoping van stof belemmert de luchtstroom, waardoor het apparaat langer draait en warmer wordt. Dat verhoogt niet alleen het energieverbruik, maar ook het risico op oververhitting.

Liever niet de wasdroger gebruiken?

Ga voor een droogrek!

De vaatwasser slim inzetten

Een vaatwasser verbruikt vooral energie om water te verwarmen. Kies daarom het eco-programma: dat duurt wat langer, maar gebruikt minder stroom en water doordat het water op lagere temperatuur wordt verwarmd. Grote etensresten kun je beter even wegschrapen, maar spoel servies niet voor onder de kraan - dat is onnodig en verspilt warm water. Licht aangekoekte pannen en schalen vormen voor moderne vaatwassers echt geen probleem.

Wie zonnepanelen heeft, kan de vaatwasser het beste overdag laten draaien, zodat de stroom direct uit eigen opwekking komt. Ook hier geldt dat een startuitstelknop handig is: je plant eenvoudig in dat het programma start zodra de zon op het dak staat.

Onderhoud maakt echt verschil

Goed onderhoud klinkt saai, maar heeft een direct effect op het energieverbruik. Een verstopt filter, kalk in de sproeiarmen of pluis in de droger laten apparaten harder werken dan nodig. Zet ze af en toe op een onderhoudsprogramma of gebruik een speciale reiniger. Dat voorkomt niet alleen geurtjes, maar zorgt ook dat de machine weer zo goed (lees: zo zuinig) mogelijk zijn werk kan doen.

Kleine aanpassingen, harde euro's

Energie besparen is vooral een optelsom van gewoontes. Door slimmer te plannen, de juiste temperatuur te kiezen en je apparaten schoon te houden, daalt het verbruik ongemerkt. En misschien nog belangrijker: je verlengt de levensduur van apparaten die het dagelijks zwaar te verduren hebben. Daarmee bespaar je ook op de langere termijn.

▼ Volgende artikel
Google Presentaties: presenteren kun je leren
© ID.nl
Huis

Google Presentaties: presenteren kun je leren

PowerPoint is voor velen nog steeds het standaardprogramma voor het maken van professionele presentaties. Maar wie geen geld wil uitgeven én makkelijker wil samenwerken, kan ook prima uit de voeten met Google Presentaties. Deze gratis webapp draait in de browser. Licenties, versieconflicten en het rondsturen van bijlagen behoren daarmee tot het verleden. We leggen uit hoe je eenvoudig overstapt.

Om je eerste slide te maken, heb je alleen een Google-account nodig. Log in op Drive (https://drive.google.com) en kies rechtsboven Nieuw, gevolgd door Google Presentaties (https://slides.google.com). Er opent automatisch een leeg bestand in een nieuw tabblad. Dat wordt opgeslagen in de cloud terwijl je typt. Links staat de dia-navigator, centraal het canvas, rechts het eigenschappenvenster.

Klik bovenin op Naamloze presentatie om de bestandsnaam te veranderen; dat is ook de naam van de link die je later deelt. Via Bestand / Pagina-instelling pas je het formaat aan, bijvoorbeeld breedbeeld 16:9 of klassiek 4:3. Vergeet niet via Bestand / Taal Nederlands te kiezen (als dat niet al goed staat), zodat autocorrectie goed werkt. Handig is ook de toetscombinatie Ctrl+M (zowel Windows als Mac) om nieuwe dia’s in te voegen. Net als in PowerPoint kun je thema’s toepassen: druk op Thema in de werkbalk en blader door de sjablonen. Kies maar een geschikte uit.

We zijn klaar om van start te gaan.

Soorten dia’s 

Als je eenmaal meerdere dia’s hebt, klik je met rechts op een miniatuur in de linkerbalk. Daar kies je voor Lay-out toepassen om snel tussen titel-dia, kop-inhoud of twee kolommen te wisselen. Je kunt bijvoorbeeld kiezen voor een nieuwe dia met alleen een kop, ideaal voor overgangsslides, of juist een wat meer uitgebreide slide.

Door een dia naar boven of beneden te slepen verander je de volgorde. Met Shift selecteer je meerdere slides tegelijk. Wil je een dia dupliceren? Gebruik dan de toetscombinatie Ctrl+D, of Cmd+D op de Mac, en pas alleen de details aan.

Het maken van een nieuwe dia en het schuiven met de volgorde werkt net zoals in PowerPoint.

Live samenwerken

De echte kracht van Google Presentaties ligt in het gelijktijdig samenwerken zonder gedoe met versienummers. Klik rechtsboven op Delen, voer e-mailadressen in of genereer een link met Iedereen met de link / Bewerker. Via Bekijken / Live aanwijzers / Mijn cursor tonen zien collega’s je cursor live bewegen; hun cursors krijgen elk een eigen kleur. Met het camerapictogram bovenaan kun je een call opzetten met iedereen die aan de presentatie aan het werk is. Reageren gebeurt via Opmerking toevoegen, waarna deelnemers met @naam anderen kunnen taggen en taken kunnen toewijzen.

Wanneer iemand een dia verwijdert, vind je die later terug onder Bestand / Versiegeschiedenis / Versiegeschiedenis bekijken. Daar herstel je elke vorige versie met een klik op Deze versie herstellen in het menu met de drie puntjes. Geef belangrijke mijlpalen een naam, zodat je later sneller kunt terugkeren. Voor offline overleg exporteer je naar PowerPoint via Bestand / Downloaden / Microsoft PowerPoint (.pptx); alle animaties blijven behouden. De omgekeerde route werkt ook: sleep een pptx-bestand naar Drive, open het, en het wordt automatisch geconverteerd zonder lay-outfouten.

Live samenwerken is een van de belangrijke pluspunten van Google Presentaties.

Verschillen met PowerPoint 

De grootste vraag bij overstappen is natuurlijk: wat mis ik als ik naar Google Presentaties verhuis? Verrassend weinig, maar er zijn verschillen die je workflow beïnvloeden. PowerPoint staat bekend om zijn uitgebreide animatietijdlijn en de mogelijkheid om meerdere bewegingstrajecten op één object te stapelen. Google Presentaties biedt basale vervaag-, verschuif- en inzoomtransities, maar je kunt nog geen complexe padanimaties tekenen. Ook ontbreken geavanceerde dia-overgangen zoals Morph.

Verder ondersteunt PowerPoint het insluiten van lettertypes in een pptx-bestand, waardoor je presentatie overal identiek blijft. Google Presentaties gebruikt daarentegen webfonts; bij offline export kan daardoor het uiterlijk iets verschuiven. Macro’s in VBA vind je niet terug, maar Apps Script (https://script.google.com) vult veel automatisering toch in.

Daar staat tegenover dat collaboratief werken, automatische versiegeschiedenis en publieksparticipatie standaard zijn en in PowerPoint pas met plug-ins beschikbaar komen. Kortom: heb je vooral statische of licht dynamische presentaties, dan stap je zonder problemen over. Voor complexe animaties kun je altijd PowerPoint achter de hand houden.

Interactieve elementen

Een presentatie springt eruit wanneer beeld, video en interactie worden ingezet. Voeg een foto in via Invoegen / Afbeelding / Uploaden vanaf computer of selecteer de ingebouwde optie Zoeken op internet om rechtenvrije afbeeldingen te vinden. Sleep de hoekgrepen om te schalen.

Uiteraard kun je ook gifjes uploaden via Invoegen / Afbeelding / Gif’s en stickers. Video werkt net zo eenvoudig: kies Invoegen / Video en plak een YouTube-url, of selecteer een Drive-bestand. In de rechterzijbalk stel je in of de video automatisch afspeelt, op een bepaald tijdstip start of stil wordt gezet.

Een hele tabel kun je inladen met Invoegen / Diagram / Uit spreadsheets; de resultaten verschijnen op een dia. Links voeg je toe door de tekst te selecteren en de toetscombinatie Ctrl+K of Cmd+K te gebruiken.

Uiteraard is het embedden van een YouTube-video een fluitje van een cent.

Presentatorweergave en Q&A

Tijdens het presenteren wil je meer dan alleen dia’s tonen; je wilt ook interactie en timing beheren. Start de diavoorstelling via Diavoorstelling rechtsboven met Ctrl+F5, of Cmd+Enter op Mac. Kies via het Pijltje voor Presentatorweergave en de presentatie opent in een nieuw venster terwijl een tweede tab verschijnt met een presentatorvenster. Daar zie je notities, een timer en knoppen om vragen te accepteren.

Activeer Tools voor het publiek / Nieuwe sessie starten en deel de gegenereerde korte url boven in het scherm. Deelnemers stellen anoniem of met naam vragen op hun telefoon of laptop; jij ziet ze binnenkomen en markeert relevante items met Selecteren zodat ze in de dia verschijnen. Wil je tijdelijk pauzeren, druk dan op B om het scherm zwart te maken terwijl je spreekt. Zo bewaak je de regie, beantwoord je vragen en behoud je contact met je publiek in realtime.

Google Presentaties heeft een paar handige functies voor interactie ingebouwd.

Sneltoetsen die tijd besparen

Elke muisklik die je bespaart tijdens het bouwen van dia’s levert minuten op. De volgende toetscombinaties werken in vrijwel elke browser en versnellen je werkproces direct.

Met Ctrl+M maakt een nieuwe dia aan, terwijl Ctrl+D (Mac: Cmd+D) het geselecteerde element of de hele dia dupliceert.

Je zoomt in en uit met Ctrl+scrollwiel zodat je details nauwkeurig plaatst.

Druk op Shift+Pijltje om objecten per pixel te verplaatsen, zodat je ze nog nauwkeuriger kunt plaatsen.

Alt+Shift+F opent de werkbalk voor lettertypes, waarna je met de pijltjes door het lijstje bladert.

Tijdens het presenteren wissel je naar de vorige dia met P en ga je verder met N, of Spatie, of PijltjeRechts. Voor een virtuele laserpointer druk je op L; je cursor verandert in een rood spoor dat het publiek volgt. Leer deze combinaties uit het hoofd en je merkt meteen dat het ontwerp vlotter en preciezer verloopt bij elk project.

Offline en back-ups

Hoewel Google Presentaties online leeft, kun je zonder internet toch presenteren. Open eerst Google Drive, klik op het tandwiel, kies Instellingen en vink Offline aan. Google downloadt automatisch je recentste bestanden, inclusief presentaties. Test de verbinding door wifi uit te schakelen en druk op Presenteren; alles werkt lokaal, inclusief video die in Drive was opgeslagen. Zorg wel dat je de presentatie vooraf opent zodat de media worden opgeslagen en uit het geheugen worden opgehaald.

Maak daarnaast een back-up als pdf: ga naar Bestand / Downloaden / Pdf-document (.pdf). Zo kun je altijd nog dia’s tonen vanaf elke laptop. Google synchroniseert je wijzigingen zodra het netwerk terugkeert, waardoor niets verloren gaat en de versiegeschiedenis intact blijft. Zo presenteer je overal, zelfs in afgelegen conferentieruimtes zonder wifi.

Google Drive leeft online, maar Google Presentaties werkt ook als je geen internetverbinding hebt.

Extensies en automatisering

Wil je functies die verder gaan dan de standaardset, dan biedt de add-onmarkt verrassende mogelijkheden. Open Uitbreidingen / Add-ons / Add-ons toevoegen en zoek bijvoorbeeld naar Slides Toolbox, en loop door de stappen heen. Na installatie verschijnt een zijvenster waarin je met één klik dubbele spaties opruimt, lettergrootte gelijkmaakt of alle objecten exact centreert.

Voor datagedreven dia’s installeer je Autocrat. Daarmee maak je in Google Sheets een tabel, koppel je kolommen aan tekstvelden in je presentatie en laat je het script voor elke rij automatisch een maatwerkdeck genereren. Start de workflow via Extensies / Autocrat / Start en volg de wizard.

Er zijn add-ons voor het maken van video’s, tools voor het schrijven van wiskundige formules en - heel veel - AI-tools om slides of hele presentaties te maken.

Voor functies die niet zijn ingebouwd, kun je altijd kijken of er een add-on beschikbaar is.

Soepel en kosteloos

Met Google Presentaties kun je vrijwel alles doen wat je gewend bent in PowerPoint, maar dan zonder gedoe met licenties of losse bestanden. Je werkt direct in de cloud, kunt tegelijk met anderen aan de dia’s werken en alle versies worden automatisch bewaard.

Voor de uitstraling zijn er genoeg thema’s, sjablonen en uitbreidingen om je presentatie strak vorm te geven. En met de ingebouwde publieksweergave en Q&A-functie betrek je je publiek gemakkelijk. Zelfs zonder internet kun je doorgaan dankzij de offline-modus, waarna alles weer netjes wordt gesynchroniseerd.

Alleen wie ingewikkelde animaties nodig heeft, is soms nog beter af bij PowerPoint, maar voor verreweg de meeste presentaties – op school, werk of privé – is Google Presentaties een soepel en kosteloos alternatief.