ID.nl logo
Wat brengt usb 3.1?
© Reshift Digital
Huis

Wat brengt usb 3.1?

De nieuwe usb 3.1-standaard biedt hogere snelheden dan we tot nu toe gewend waren van usb 3.0. Tegelijkertijd hebben de bedrijven achter de populaire standaard een nieuwe stekker bedacht: usb Type-C is niet alleen handig in gebruik, maar biedt ook verschillende nieuwe mogelijkheden.

De usb-poort is op een moderne pc niet meer weg te denken: of het nu gaat om muis en toetsenbord, een externe harde schijf, een printer of een webcam, tegenwoordig wordt zo'n beetje alle randapparatuur aangesloten met één en dezelfde stekker. Wie ruim vijftien jaar geleden al met pc's in de weer was, zal zich de tijd van vele verschillende aansluitingen nog wel herinneren en zal het gebruiksgemak van usb extra kunnen waarderen. Lees ook: In 3 stappen - Maak van je usb-stick een toegangssleutel.

Usb werd geïntroduceerd in 1996 en de initiële versies (usb 1.0 en 1.1) kenden een maximale doorvoersnelheid van 12 megabit per seconde, wat men destijds Full Speed USB noemde. In 2000 volgde usb 2.0 - Hi-Speed USB in officieel jargon - dat 40x hogere prestaties bood: 480 megabit/s. Usb 3.0 ofwel SuperSpeed USB stamt uit 2008 en biedt doorvoersnelheden tot 5 gigabit/s. Bij al deze bestaande varianten gaan dankzij zogenaamde 8b/10b-codering voor iedere 8 bit die verstuurd worden, er 10 bit daadwerkelijk over de kabel. Hierdoor zijn de datasnelheden van de drie standaard respectievelijk 1,2 megabyte/s, 48 megabyte/s en 500 megabyte/s. Dankzij overhead van de gebruikte protocollen kun je in de praktijk met usb 1.1, 2.0 en 3.0 snelheden tot circa 0,8 mbyte/s, 35 mbyte/s en 400 mbyte/s behalen.

Usb 3.1

Die 400 mbyte/s die usb 3.0 in de praktijk kan bieden, is voor veel toepassingen meer dan voldoende, maar begint voor andere toepassingen een bottleneck te worden. Denk bijvoorbeeld aan externe schijven: dankzij SSD-technologie is het eenvoudig om een externe disk te maken die snelheden richting de gigabyte per seconde biedt, maar dan moet er wel een interface zijn die dat ondersteunt. Maar ook voor bijvoorbeeld camera's die (vrijwel) ongecodeerde HD- of Ultra HD-video doorsturen kan usb 3.0 te weinig snelheid bieden.

Vandaar dat in 2013 de usb3.1-standaard werd voltooid. De eerste producten zijn inmiddels op de markt. De nieuwe versie luistert naar de naam SuperSpeed+ en de signaalsnelheid is verdubbeld van 5 gigabit/s naar 10 gigabit/s. Tegelijkertijd is de 8b/10b codering veranderd naar 128b/132b, ofwel voor iedere 128 bit data, gaan er 132 over de kabel. Dat zorgt voor minder verlies en maakt dat usb 3.1 tot 1241 mbyte/s kan transporteren. In de praktijk verwacht men dat snelheden tot circa 1000 mbyte/s mogelijk gaan zijn, ruim een verdubbeling ten opzichte van usb 3.0 dus!

Usb 3.1 kan gebruikmaken van dezelfde kabels als usb 3.0, hardwarematig is er in feite niets veranderd. Wel is het zo dat tegelijkertijd een nieuwe stekker is bedacht, waarover hierna meer. Waar usb3.0-poorten bij de meeste pc's en laptops te herkennen zijn aan een blauwe kleur - wat overigens nooit een verplichting is geweest - schrijft het consortium achter de standaard voor usb 3.1 een blauwgroenige kleur voor. In de praktijk wordt die echter door maar weinig fabrikanten van moederborden, pc's en laptops gebruikt.

Onduidelijk Wat ons betreft een faliekante misser van het consortium achter de standaard, is dat men bij de introductie van usb 3.1 de nieuwe standaard met hogere snelheid officieel 'USB 3.1 Gen 2' noemt en dat men usb 3.0 met terugwerkende kracht als 'USB 3.1 Gen 1' betitelt. Veel hardwarefabrikanten doen aan die onduidelijke naamgeving gelukkig niet mee en kiezen voor het duidelijke en simpele usb 3.0 en usb 3.1. Maar er zijn ook bijvoorbeeld moederborden waarbij de fabrikant aangeeft "2x usb 3.1 Gen 2 en 6x usb 3.1 Gen 1". Om het nóg vervelender te maken, zijn er ook fabrikanten en webshops die de generatie-toevoeging achterwege laten. Zo heeft de nieuwe Apple MacBook één usb3.1-aansluiting. Bij de meeste shops staat bij de specificaties echter niet duidelijk dat het over usb 3.1 Gen 1 gaat, in feite dus het bekende usb 3.0.

©PXimport

Nieuwe connector

Vrijwel tegelijkertijd met de nieuwe usb3.1-standaard heeft het consortium van fabrikanten dat de standaard ontwikkelt, ook een nieuwe connector afgeleverd: usb Type-C. Deze nieuwe stekker moet vooral een beter gebruiksgemak bieden. De Type-C-connector is ongeveer net zo klein als de bestaande micro-usb-stekker, maar is omkeerbaar, wat betekent dat het niet uitmaakt hoe je de stekker in een apparaat stopt. Bezitters van een iPhone of iPad met Lightning-connector weten hoe handig zo'n omkeerbare stekker is.

De Type-C-stekker is er verder zowel voor de zogenaamde host- als de client-kant. Ofwel: aan beide kanten van de kabel dezelfde stekker! Daarmee komt een eind aan het verschil tussen de zogenaamde Type-A-stekkers die je in de regel op pc en laptop vindt en Type-B-stekkers die je vindt op randapparatuur en mobiele apparaten. Vooral voor makers van laptops is dat goed nieuws, aangezien de normale usb-connector inmiddels een beperking wordt bij het alsmaar dunner maken van notebooks.

De nieuwe connector staat zoals geschreven los van de usb3.1-standaard. Dat houdt in dat er ook prima usb3.0-poorten met Type-C uitgevoerd kunnen worden. Dit is op de nieuwe MacBook bijvoorbeeld het geval. Tegelijkertijd kan usb 3.1 ook prima met de bestaande Type-A-connector worden uitgevoerd. Totdat de hele industrie over is op Type-C-connectors, wat vermoedelijk zal gaan gebeuren, zullen we nog een tijdje moeten prutsen met allerhande verloopkabels.

©PXimport

Meer dan alleen usb

Het mooie van de Type-C-stekker is dat deze officieel gebruikt kan en mag worden voor meer dan alleen usb. Dankzij de zogenaamde Alternative Mode staat het fabrikanten vrij om andere soorten interface over usb Type-C-kabels te laten gaan, in plaats van of aanvullend op usb. En dat gaat gebeuren ook! De VESA-organisatie die verantwoordelijk is voor de DisplayPort-standaard heeft al aangegeven dat men usb Type-C gaat gebruiken en Intel gebruikt de Type-C-stekker ook voor de nieuwe Thunderbolt3-interface. En aangezien de stekker ook nog eens gebruikt kan worden voor het met meer power opladen van apparaten, is het prima denkbaar dat op niet al te lange termijn laptops alleen nog maar een rijtje Type-C-connectoren hebben. De genoemde Apple MacBook is daar al een voorbode van.

Opladen

Usb-kabels worden al sinds jaar en dag gebruikt voor het opladen van smartphones, tablets en andere apparaten. Op dit moment kunnen usb2.0-poorten tot 2,5 W vermogen (5 V met 500 mA stroom) en usb3.x-poorten tot 4,5 W (5 V met 900 mA) vermogen leveren voor het laten werken of opladen van externe apparaten. Usb-laders bieden al hogere stromen (tot vlak boven de 2 A) om sneller op te laden, maar zonder gelijktijdige datacommunicatie.

De nieuwe usb Power Delivery-standaard biedt de mogelijk om usb Type-C-kabels veel hogere vermogens te laten transporteren dan de standaard 900 mA. De standaard voorziet in 10 W (5 V met 2 A), 18 W (12 V met 1,5 A), 36 W (12 V met 3 A), 60 W (12 V met 5 A of 20 V met 3 A) en zelfs 100W-profielen (20 V met 5 A). 60 of 100 watt is meer dan voldoende om een laptop op te laden!

©PXimport

Voor usb Power Delivery zijn wel speciale kabels nodig, waarin chips zitten die de aangesloten apparaten vertellen welke profielen ondersteund worden. De standaard maakt het in ieder geval mogelijk dat je in de toekomst een laptop via een Type-C kabel aansluit op een docking-station en dat via die kabel dus én de laptop wordt opgeladen, én de laptop communiceert met randapparatuur. En het gaat zelfs nog een stapje verder: de standaard voorzien in bi-directioneel opladen, waarmee apparaten dus kunnen overleggen wie wie van stroom voorziet. Op die manier kun je dus niet alleen je tablet opladen vanaf je laptop, maar dus ook je tablet gebruiken als 'powerbank' voor je laptop als dat op dat moment handig is.

In de praktijk

Het is nog even wachten op de eerste laptops of andere apparaten die de nieuwe usb Power Delivery-standaard ondersteunen, maar met usb 3.1 (of beter gezegd dus usb 3.1 Gen 2) kún je nu al aan de slag. De Taiwanese chipontwerper ASMedia heeft sinds enige maanden de eerste usb3.1-controllers beschikbaar die nu al gebruikt worden door onder meer verschillende moederbordfabrikanten op hun nieuwste modellen. Ook de eerste laptops met usb 3.1 zijn er al, al zal het in de mobiele markt voornamelijk wachten zijn op de volgende generatie modellen (die eind van het jaar uitkomen) eer de nieuwe standaard gemeengoed wordt.

©PXimport

Voor wie een bestaande desktop-pc wil uitbreiden met usb 3.1, heeft onder meer het merk Sharkoon een PCI Express-insteekkaart met daarop de nieuwe controller. De eerste usb3.1-randapparatuur begint ook langzaamaan op de markt te komen. Zo heeft bijvoorbeeld SanDisk al een snelle externe SSD met usb 3.1 aangekondigd en heeft het genoemde Sharkoon inmiddels een lege usb3.1-schijfbehuizing waar je zélf een 2,5inch-SSD in kunt plaatsen.

Wij hebben inmiddels al de nodige ervaring opgedaan met de nieuwe standaard bij tests van verschillende moederborden uit de nieuwste generatie met daarop de genoemde controller. Daarop sluiten we een externe SSD aan die intern is opgebouwd uit een RAID0-configuratie van twee snelle Samsung 850 Evo-SSD's. In verschillende benchmarks, waaronder Crystal DiskMark, hebben we snelheden boven de 700 megabyte/s gemeten. Wanneer je Windows instelt op Hoge Prestaties bij energiebeheer en ook in de BIOS van de pc diverse energiebesparende technieken uitschakelt, zijn zelfs snelheden ruim boven de 800 mbyte/s mogelijk. Dezelfde externe SSD aangesloten op een usb3.0-poort blijft net boven de 400 mbyte/s steken. Wanneer je bijvoorbeeld tientallen of honderden gigabytes aan data wilt kopiëren van of naar je externe schijf, kan dat vele minuten tijd schelen.

Conclusie

In de tijd van externe SSD's zijn de hogere snelheden van usb 3.1 zeer welkom. De nieuwe Type-C-stekker is echter veel groter nieuws: het kleine formaat en de 'omkeerbaarheid' zorgen voor een groter gebruiksgemak. Het feit dat de stekker ook voor andere doeleinden gebruikt zal gaan worden, waaronder DisplayPort, maakt dat de standaard nog universeler wordt dan ie al is. Zeker gecombineerd met de Power Delivery-standaard wordt het in de toekomst mogelijk om een laptop met één kabel op een dockingstation aan te sluiten en dan is alles geregeld. Toch zorgt de nieuwe standaard ook voor onduidelijkheid.

De usb 3.1 Gen 1 en Gen 2 benaming is wat ons betreft echt een grote misser van het consortium. We zien nu al dat producten worden aangeprezen als usb 3.1, terwijl het in feite om usb 3.0 gaat. En veel van dezelfde connectors op de pc kan ook verwarrend zijn, zeker als je in de toekomst Type-C-aansluitingen krijgt die puur DisplayPort bieden en geen usb. Het 'als het past werkt het'-adagium van usb gaat daarmee op de schop. Het is aan de fabrikanten van desktops, laptops en andere apparaten om op beide vlakken voldoende duidelijkheid te scheppen.

▼ Volgende artikel
Review Panasonic TV-55Z90BE6 -  Kwaliteit met een hoog prijskaartje
Huis

Review Panasonic TV-55Z90BE6 - Kwaliteit met een hoog prijskaartje

De Panasonic TV-55Z90BE6 is een premium OLED-tv, net onder het topmodel. Hij mikt op uitmuntende beeldkwaliteit en zal heel wat kijkers aantrekken, ongeacht wat hun favoriete kijkvoer is. Maar de concurrentie is zwaar en we vragen ons af of de tv iets extra te bieden heeft.

Fantastisch
Energy label
Samenvatting

De Panasonic Z90B levert prachtige beelden dankzij het heldere Master OLED Pro-paneel en uitstekende kalibratie. De tv ondersteunt alle HDR-formaten en is met snelle HDMI 2.1-poorten ideaal voor gamers. Het geluid is prima en de draaivoet handig. Minpunten zijn het gebrek aan DTS en ontbrekende Belgische apps op Fire TV.

Plus- en minpunten
  • Zeer goede piekhelderheid
  • OLED-contrast en zeer goed schaduwdetail
  • Goede kalibratie af fabrikant
  • Goede bewegingsscherpte
  • Gebrek aan lokale smart tv-apps voor België
  • Geen ondersteuning voor DTS
  • Hoge adviesprijs
Panasonic TV-55Z90BE6

Adviesprijs: 2.199 euro
Wat: Ultra HD 4K 144Hz W-OLED-tv
Schermformaat: 55 inch (139cm)
Aansluitingen: 4x HDMI (2x v2.1 48Gbps, 2x v2.0 18GBps, ARC/eARC, ALLM, 4K144 HFR, VRR), 3x USB, 1x optisch digitaal uit, 1x hoofdtelefoon/subwoofer, 3x antenne, 1x Ethernet, WiFi 5, Airplay2, Bluetooth
Extra’s: HDR10, HLG, Dolby Vision IQ, HDR10+ Adaptive, Dolby Atmos, Fire TV, USB/DLNA-mediaspeler, dual DVB-T2/C/S2, CI+-slot, HCX Pro AI Mk II Processor
Afmetingen: 1225 x 787 x 348 mm (incl. voet)
Gewicht: 23 kg (incl. voet)
Verbruik (per 1000 uur): SDR 84 kWh/1000h (G) / HDR 147 kWh/1000h (G)

Panasonic heeft nooit voor opvallende designs gekozen en dat is dit keer niet anders. Het zwarte toestel combineert een slank scherm met een relatief grote behuizing voor de elektronica en aansluitingen achteraan. De afwerking is piekfijn in orde. In tegenstelling tot veel concurrenten staat de Z90B op een draaivoet, een detail dat voor velen handig kan zijn. Opvallend is dat de Z90B voorwaarts gerichte luidsprekers heeft die in een balk onderaan het scherm zitten. Het toestel staat nauwelijks 2cm boven het meubel, maar wie een soundbar wil gebruiken kan die toch voor de tv zetten als de luidsprekerbalk in dat geval toch niet wordt gebruikt.

De aansluitingen staan allemaal zijwaarts of naar onder gericht zodat ze wandmontage niet bemoeilijken. De vier HDMI-poorten zijn onderverdeeld in twee HDMI 2.0-poorten en twee HDMI 2.1-poorten. Die laatste twee leveren 48Gbps bandbreedte en ondersteunen alle belangrijke gamerfuncties, ALLM, HDMI VRR, AMD FreeSync en NVIDIA G-Sync en kunnen gebruikt worden voor gaming in 4K120 (consoles) of 4K144 (pc). Gamers genieten van een lage input-lag, 6,0ms in 2K120 en 10,5ms in 4K60. Verder vinden we drie usb-poorten, ethernet, WiFi 5, Bluetooth, een optische digitale audio-uitgang en hoofdtelefoonaansluiting. Die laatste is via het menu om te schakelen naar een subwoofer-uitgang. Voor live tv is er een dubbele tuner (DVB-T2/C/S2) met een CI+-slot. 

De achterzijde met alle aansluitingen.

Referentie kalibratie en goede piekhelderheid

De Z90B is verder voorzien van een Master OLED Pro paneel, dat is hetzelfde of een gelijkwaardig paneel die we ook op de Philips OLED810 of LG C5 aantreft. Het paneel in ons testexemplaar toonde een bijzonder goede uniformiteit in heldere en donkere beelden, er is geen spoor van verticale strepen. De kijkhoek is zeer goed, zoals bij alle OLED-tv’s, en de anti-reflectielaag is degelijk, al blijft het van belang om sterke reflecties in het scherm te vermijden. Het toestel pakt uit met een bijzonder goede piekhelderheid. In HDR10 Filmmaker mode meten we 1316 nits op het 10%-venster, en 220 nits op het volledig wit scherm.

Lees ook: Zo testen we televisies voor ID.nl

Wat HDR-piekhelderheid betreft steekt de Z90B daarmee zelfs de LG C5 voorbij, al is het verschil klein. In SDR liggen de resultaten dichter bij elkaar, maar neem de LG C5 de leiding op het volledig wit veld waar hij 265 nits haalt, terwijl de Z90B op 202 nits zit. Voor SDR zal de C5 daardoor iets helderder lijken. Het kleurbereik van 98,3% P3 is wat we ondertussen al even gewend zijn van OLED-tv’s. Dat is zeer goed, en met die specificaties staat de Z90B uitstekend in de startblokken voor top HDR-beelden.

Veel hangt ook af van de kalibratie, en op dat vlak kunnen we de Z90B echt niets verwijten. We gebruiken graag Filmmaker Mode, in SDR is die erg donker ingesteld. Zet de Verlichtingssterkte op 70, en laat de lichtsensor aan en je bent klaar. De fouten die we meten zijn zo klein dat ze op een referentiemonitor niet zouden misstaan. Reken dan ook op mooie natuurlijke beelden, met veel kleurexpressie en goede schaduwdetails. Ook voor HDR10 is de Filmmaker Mode de beste keuze. De tv levert bijzonder goed schaduwdetail, zelfs in onze moeilijkste testscène, de strandscène uit House of Dragons.

Heb je iets meer detail nodig dan kan dat nog steeds door de ‘Dark Visibility’ instelling te gebruiken. Kleurweergave is erg goed, en heldere nuances blijven uitstekend bewaard. Enkel in de helderste tinten verliezen ze wat kleurintensiteit, dat is typisch voor W-OLED. De Z90B ondersteunt bovendien HDR10+ Adaptive en Dolby Vision IQ Precision Detail, voor de beste HDR-beeldkwaliteit. 

Beeldverwerking

De HCX Pro AI MkII processor die Panasonic ook in vorige modellen gebruikte levert bijzonder mooie prestaties. Deinterlacing van live tv (1080i) beeld en ruisonderdrukking scoren goed. Al dient gezegd dat Panasonic erg voorzichtig is met beeldverwerking. De ‘Min’ instelling is voor de meeste beeldverwerking een veilige keuze. Bevat de bron duidelijk ruis, dan zal dat vermoedelijk wat te voorzichtig zijn, de ‘Med’ instelling (voor ruisonderdrukking) levert dan betere resultaten. Upscaling zorgt voor mooie, scherpe beelden en met Resolutie Remasteren kan je zelfs wat extra accent leggen. Dat laat je echter best uitstaan bij erg oud (dvd-) beeldmateriaal, de processor accentueert immers ook ruis op dat soort bronnen.

In HDR was de processor erg goed in het vermijden van kleurstroken in zachte kleurovergangen. In SDR zien we nog wat ruimte voor verbetering op dat vlak. Zet ‘Vloeiende schakering’ op ‘Min’, eventueel kan je voor heel zware gevallen naar ‘Med’ schakelen. De processor vermijdt relatief goed dat er te veel detail verloren gaat. De bewegingsscherpte is uitstekend, en met Intelligent Frame Creation kan je de sportbeelden mooi vloeiend maken, of het schokken van het 24fps camerabewegingen in film wegwerken. 

Audiokwaliteit

De Z90B is uitgerust met een redelijk krachtige 2.1-audioconfiguratie van 60W. De stereoluidsprekers staan bovendien voorwaarts gericht, altijd een goed punt voor de audiokwaliteit. Hij ondersteunt Dolby Atmos, maar geen DTS. Voor wie de tv-luidsprekers gebruikt is dat geen belangrijk minpunt. Wie echter een soundbar of andere audio-oplossing gebruikt, moet weten dat de tv geen DTS-signalen doorgeeft via eARC/ARC. Sluit je bron in dat geval dan rechtstreeks aan op de soundbar. Onze filmfragmenten klonken vrij goed, met prima stereoscheiding en een vleugje surround. De woofermodule zorgt voor voldoende bas. De muziekpreset blies onze muziektesten wat extra leven in. De tv kan voldoende volume leveren, maar boven een bepaald niveau hoor je wel wat vervorming. 

Fire TV

Fire TV, het smart tv-systeem van Amazon, vervangt sinds vorig jaar het in huis ontwikkelde My Home Screen. De layout loopt gelijk met die andere smart tv-systemen. Op het Home-scherm neemt een content-caroussel de bovenste helft van het scherm in. Fire TV toont daar op dit moment enkel content-aanbevelingen, geen ongerelateerde reclame. We hopen dat dit zo blijft. Centraal in beeld vind je snelkoppelingen naar het ingelogde profiel, ingangen, bookmarks en de zoekfunctie. Daarnaast is er ruimte voor zes pictogrammen van favoriete apps. Heb je er meer, dan moet je even doorklikken. Verder naar onder zijn er talrijke rijen met aanbevelingen uit verschillende streamingdiensten al krijgt Prime Video duidelijk meer aandacht. De app-store bevat alle belangrijke internationale streamingdiensten, en ook Nederlandse lokale apps zijn vrij goed vertegenwoordigd. Belgische kijkers vinden helaas geen enkele lokale app, een onbegrijpelijk minpunt in 2025. Lees het artikel over Fire TV voor alle details.

De overstap naar Fire TV heeft Panasonic niet aangezet om voor een modernere afstandsbediening te kiezen. De grote afstandsbediening met afgeronde vorm ligt goed in de hand, en de aangename toetsen hebben een lichte aanslag met goede feedback. We zijn ook erg tevreden over de “My App”-toets die je zelf kunt toewijzen aan een app naar keuze, en de “Picture”-toets waarmee je snel van beeldmode verandert. Het ontwerp heeft echter ook nadelen. Door de afmetingen kan je niet alle toetsen bereiken zonder je hand te verplaatsen. En de veelheid aan toetsen is toch wat verouderd. Een compactere versie, met minder toetsen en een oplaadbare batterij zou beter scoren.

De afstandsbediening van de TV-55Z90BE6.

Conclusie

Dat de Panasonic TV-55Z90BE6 uitstekende beeldkwaliteit levert, daar mag je van op aan. Wat jammer dan dat de prijs zo hoog is, dat kost hem een half punt. Als we even vergelijken met concurrenten, dan is de Z90B zonder meer de duurste terwijl hij geen exclusieve features biedt. Minpunten zijn er vooral voor Belgische kijkers die geen enkele lokale app op Fire TV vinden. Het gebrek aan DTS-ondersteuning, daar tillen we minder zwaar aan. Deze tv levert prachtige beelden, zowel in SDR als HDR en hij ondersteunt dan ook nog eens alle belangrijke HDR-formaten. De audio-oplossing levert goede geluidskwaliteit en zorgt samen met de knappe beelden voor een hele mooie filmbeleving. Fire TV heeft alle internationale streaming-apps in huis. Gamers zullen deze televisie ook waarderen want ook voor hen heeft hij alle belangrijke features.

▼ Volgende artikel
Review Motorola Edge 70 – Licht toptoestel leg gewicht in de schaal
© Wesley Akkerman
Huis

Review Motorola Edge 70 – Licht toptoestel leg gewicht in de schaal

De Motorola Edge 70 volgt de recente trend van dunne, lichte smartphones, maar dan met een zachter prijskaartje van net geen 800 euro. Hoewel het geen directe concurrent is van vlaggenschepen als de S25 Edge, bewijst de Edge 70 dat een uniek premium ontwerp niet de hoofdprijs hoeft te kosten.

Uitstekend
Conclusie

De Motorola Edge 70 is een slimme aankoop als je een slank en licht toestel zoekt voor minder dan 1000 euro. De bouwkwaliteit, het scherm, de lange batterijduur en de robuustheid maken dit een fijne smartphone voor dagelijks gebruik. Ondanks de bloatware en de onvolwassen Moto AI bewijst dit toestel dat je geen duur vlaggenschip nodig hebt voor een vooruitstrevend ontwerp en vlotte prestaties.

Plus- en minpunten
  • Licht en slank ontwerp
  • Fijn en kleurrijk amoledscherm
  • Lange batterijduur
  • Robuust en duurzaam
  • Unieke kleurenopties
  • Geen telelens
  • Beperkte opties voor video-opnamen
  • Plaatsing vingerafdrukscanner
  • Onnatuurlijke foto's
  • Veel vooraf geïnstalleerde apps

Met een dikte van nét iets minder dan 6 millimeter en een gewicht van slechts 159 gram is de Edge 70 een van de lichtste en slankste telefoons op de markt. Desondanks voelt het toestel niet goedkoop aan, en dat is te danken aan een stevig aluminium chassis en een op nylon geïnspireerde bekleding. De Edge 70 biedt bovendien uitstekende duurzaamheid: hij heeft een MIL-STD-810H-certificering (MIL staat voor military grade), IP68- en IP69-ratings én is voorzien van Gorilla Glass 7i.

Het 6,7-inch amoledscherm heeft een resolutie van 2712 bij 1220 pixels en een adaptieve verversingssnelheid van 1 tot 120 Hz. Het vlakke oledpaneel biedt daarnaast een hoog contrast. Vooral de levendige, licht verzadigde kleuren, mogelijk gemaakt door de Pantone-nabewerking, vallen positief op. Het enige nadeel aan het display is de laag geplaatste vingerafdrukscanner; om die te gebruiken moet je je duim in een oncomfortabele positie buigen.

©Wesley Akkerman

Uitstekende middenklasser

De Edge 70 wordt aangedreven door de middenklasse Qualcomm Snapdragon 7 Gen 4-processor, bijgestaan door 12 GB werkgeheugen en 256 GB aan opslagruimte. Vooral de cpu is op papier minder krachtig dan die van de duurdere vlaggenschepen, maar in de praktijk maakt dat weinig uit. Apps worden snel geopend en multitasking gaat het apparaat goed af. Een groot voordeel is dat de processor niet erg heet wordt onder hoge druk en zijn werk dus zonder morren doet.

Een ander voordeel is dat de 4800mAh-batterij het opvallend lang volhoudt; zelfs bij matig tot zwaar gebruik is dat al snel een volledige dag. Daarmee overtreft hij de duurdere concurrentie van Samsung en Apple. Opladen gaat eveneens vlot, met 68 W bedraad, waardoor je binnen 50 minuten weer een volledig opgeladen batterij hebt. Ook op dit punt scoort Motorola flink wat punten.

©Wesley Akkerman

©Wesley Akkerman

Typisch Motorola

Traditioneel doet Motorola het goed op het gebied van software dankzij de bijna stock Android 16-ervaring. Helaas treffen we deze keer behoorlijk wat bloatware aan en zijn er advertenties zichtbaar in de weerapp; dubieus voor een toestel van 800 euro. Tijdens de installatie word je bovendien meermaals gevraagd om voorgestelde apps te installeren. En als je daar nee op zegt, kom je alsnog applicaties tegen waar je niet om vroeg, zoals TikTok en Perplexity AI.

Wat betreft ondersteuning kan de Motorola Edge 70 rekenen op vier Android-upgrades (tot Android 20) en vijf jaar aan beveiligingspatches. Hoewel dat voldoende is voor een middenklasser, blijft het wel iets achter bij de langere support die Samsung en Google bieden. Daarnaast voelt Moto AI nog aan als een achtergesteld project. De functies werken niet allemaal in het Nederlands, waardoor de AI-knop op het toestel eigenlijk nog maar weinig waarde heeft.

Groothoeklens

1x zoom

2x zoom

Foto's maken gaat prima

Het camerasysteem bestaat uit een 50MP-hoofdcamera met optische beeldstabilisatie, een 50MP-ultragroothoeklens en een 50MP-selfiecamera. Bij voldoende licht leveren deze camera's prettig ogende foto's met een ruim dynamisch bereik. Vooral in het donker verrast het toestel: dankzij de grote sensoren blijven beelden helder en gedetailleerd. Jammer is wel dat de software kleuren soms te nadrukkelijk verzadigt, waardoor foto's iets minder natuurlijk overkomen. Voor gebruik op sociale media zijn ze echter meer dan prima.

Toch kent het camerasysteem duidelijke beperkingen. Video's kunnen slechts in 4K met 30 fps worden opgenomen, terwijl beeldstabilisatie alleen werkt bij 1080p en 30 fps. Daarnaast kan de handmatige scherpstelling onverwacht invloed hebben op de helderheid. En doordat er geen telelens aanwezig is, ben je volledig aangewezen op digitale zoom. Begrijpelijk gezien de slanke behuizing van de Edge 70, maar alsnog een teleurstellend compromis.

Macrostand

Motorola Edge 70 kopen?

De Motorola Edge 70 is een slimme aankoop als je een slank en licht toestel zoekt voor minder dan 1000 euro. De bouwkwaliteit, het scherm, de lange batterijduur en de robuustheid maken dit een fijne smartphone voor dagelijks gebruik. Ondanks de bloatware en de onvolwassen Moto AI bewijst dit toestel dat je geen duur vlaggenschip nodig hebt voor een vooruitstrevend ontwerp en vlotte prestaties.