ID.nl logo
Wat brengt usb 3.1?
© PXimport
Huis

Wat brengt usb 3.1?

De nieuwe usb 3.1-standaard biedt hogere snelheden dan we tot nu toe gewend waren van usb 3.0. Tegelijkertijd hebben de bedrijven achter de populaire standaard een nieuwe stekker bedacht: usb Type-C is niet alleen handig in gebruik, maar biedt ook verschillende nieuwe mogelijkheden.

De usb-poort is op een moderne pc niet meer weg te denken: of het nu gaat om muis en toetsenbord, een externe harde schijf, een printer of een webcam, tegenwoordig wordt zo'n beetje alle randapparatuur aangesloten met één en dezelfde stekker. Wie ruim vijftien jaar geleden al met pc's in de weer was, zal zich de tijd van vele verschillende aansluitingen nog wel herinneren en zal het gebruiksgemak van usb extra kunnen waarderen. Lees ook: In 3 stappen - Maak van je usb-stick een toegangssleutel.

Usb werd geïntroduceerd in 1996 en de initiële versies (usb 1.0 en 1.1) kenden een maximale doorvoersnelheid van 12 megabit per seconde, wat men destijds Full Speed USB noemde. In 2000 volgde usb 2.0 - Hi-Speed USB in officieel jargon - dat 40x hogere prestaties bood: 480 megabit/s. Usb 3.0 ofwel SuperSpeed USB stamt uit 2008 en biedt doorvoersnelheden tot 5 gigabit/s. Bij al deze bestaande varianten gaan dankzij zogenaamde 8b/10b-codering voor iedere 8 bit die verstuurd worden, er 10 bit daadwerkelijk over de kabel. Hierdoor zijn de datasnelheden van de drie standaard respectievelijk 1,2 megabyte/s, 48 megabyte/s en 500 megabyte/s. Dankzij overhead van de gebruikte protocollen kun je in de praktijk met usb 1.1, 2.0 en 3.0 snelheden tot circa 0,8 mbyte/s, 35 mbyte/s en 400 mbyte/s behalen.

Usb 3.1

Die 400 mbyte/s die usb 3.0 in de praktijk kan bieden, is voor veel toepassingen meer dan voldoende, maar begint voor andere toepassingen een bottleneck te worden. Denk bijvoorbeeld aan externe schijven: dankzij SSD-technologie is het eenvoudig om een externe disk te maken die snelheden richting de gigabyte per seconde biedt, maar dan moet er wel een interface zijn die dat ondersteunt. Maar ook voor bijvoorbeeld camera's die (vrijwel) ongecodeerde HD- of Ultra HD-video doorsturen kan usb 3.0 te weinig snelheid bieden.

Vandaar dat in 2013 de usb3.1-standaard werd voltooid. De eerste producten zijn inmiddels op de markt. De nieuwe versie luistert naar de naam SuperSpeed+ en de signaalsnelheid is verdubbeld van 5 gigabit/s naar 10 gigabit/s. Tegelijkertijd is de 8b/10b codering veranderd naar 128b/132b, ofwel voor iedere 128 bit data, gaan er 132 over de kabel. Dat zorgt voor minder verlies en maakt dat usb 3.1 tot 1241 mbyte/s kan transporteren. In de praktijk verwacht men dat snelheden tot circa 1000 mbyte/s mogelijk gaan zijn, ruim een verdubbeling ten opzichte van usb 3.0 dus!

Usb 3.1 kan gebruikmaken van dezelfde kabels als usb 3.0, hardwarematig is er in feite niets veranderd. Wel is het zo dat tegelijkertijd een nieuwe stekker is bedacht, waarover hierna meer. Waar usb3.0-poorten bij de meeste pc's en laptops te herkennen zijn aan een blauwe kleur - wat overigens nooit een verplichting is geweest - schrijft het consortium achter de standaard voor usb 3.1 een blauwgroenige kleur voor. In de praktijk wordt die echter door maar weinig fabrikanten van moederborden, pc's en laptops gebruikt.

Onduidelijk Wat ons betreft een faliekante misser van het consortium achter de standaard, is dat men bij de introductie van usb 3.1 de nieuwe standaard met hogere snelheid officieel 'USB 3.1 Gen 2' noemt en dat men usb 3.0 met terugwerkende kracht als 'USB 3.1 Gen 1' betitelt. Veel hardwarefabrikanten doen aan die onduidelijke naamgeving gelukkig niet mee en kiezen voor het duidelijke en simpele usb 3.0 en usb 3.1. Maar er zijn ook bijvoorbeeld moederborden waarbij de fabrikant aangeeft "2x usb 3.1 Gen 2 en 6x usb 3.1 Gen 1". Om het nóg vervelender te maken, zijn er ook fabrikanten en webshops die de generatie-toevoeging achterwege laten. Zo heeft de nieuwe Apple MacBook één usb3.1-aansluiting. Bij de meeste shops staat bij de specificaties echter niet duidelijk dat het over usb 3.1 Gen 1 gaat, in feite dus het bekende usb 3.0.

©PXimport

Nieuwe connector

Vrijwel tegelijkertijd met de nieuwe usb3.1-standaard heeft het consortium van fabrikanten dat de standaard ontwikkelt, ook een nieuwe connector afgeleverd: usb Type-C. Deze nieuwe stekker moet vooral een beter gebruiksgemak bieden. De Type-C-connector is ongeveer net zo klein als de bestaande micro-usb-stekker, maar is omkeerbaar, wat betekent dat het niet uitmaakt hoe je de stekker in een apparaat stopt. Bezitters van een iPhone of iPad met Lightning-connector weten hoe handig zo'n omkeerbare stekker is.

De Type-C-stekker is er verder zowel voor de zogenaamde host- als de client-kant. Ofwel: aan beide kanten van de kabel dezelfde stekker! Daarmee komt een eind aan het verschil tussen de zogenaamde Type-A-stekkers die je in de regel op pc en laptop vindt en Type-B-stekkers die je vindt op randapparatuur en mobiele apparaten. Vooral voor makers van laptops is dat goed nieuws, aangezien de normale usb-connector inmiddels een beperking wordt bij het alsmaar dunner maken van notebooks.

De nieuwe connector staat zoals geschreven los van de usb3.1-standaard. Dat houdt in dat er ook prima usb3.0-poorten met Type-C uitgevoerd kunnen worden. Dit is op de nieuwe MacBook bijvoorbeeld het geval. Tegelijkertijd kan usb 3.1 ook prima met de bestaande Type-A-connector worden uitgevoerd. Totdat de hele industrie over is op Type-C-connectors, wat vermoedelijk zal gaan gebeuren, zullen we nog een tijdje moeten prutsen met allerhande verloopkabels.

©PXimport

Meer dan alleen usb

Het mooie van de Type-C-stekker is dat deze officieel gebruikt kan en mag worden voor meer dan alleen usb. Dankzij de zogenaamde Alternative Mode staat het fabrikanten vrij om andere soorten interface over usb Type-C-kabels te laten gaan, in plaats van of aanvullend op usb. En dat gaat gebeuren ook! De VESA-organisatie die verantwoordelijk is voor de DisplayPort-standaard heeft al aangegeven dat men usb Type-C gaat gebruiken en Intel gebruikt de Type-C-stekker ook voor de nieuwe Thunderbolt3-interface. En aangezien de stekker ook nog eens gebruikt kan worden voor het met meer power opladen van apparaten, is het prima denkbaar dat op niet al te lange termijn laptops alleen nog maar een rijtje Type-C-connectoren hebben. De genoemde Apple MacBook is daar al een voorbode van.

Opladen

Usb-kabels worden al sinds jaar en dag gebruikt voor het opladen van smartphones, tablets en andere apparaten. Op dit moment kunnen usb2.0-poorten tot 2,5 W vermogen (5 V met 500 mA stroom) en usb3.x-poorten tot 4,5 W (5 V met 900 mA) vermogen leveren voor het laten werken of opladen van externe apparaten. Usb-laders bieden al hogere stromen (tot vlak boven de 2 A) om sneller op te laden, maar zonder gelijktijdige datacommunicatie.

De nieuwe usb Power Delivery-standaard biedt de mogelijk om usb Type-C-kabels veel hogere vermogens te laten transporteren dan de standaard 900 mA. De standaard voorziet in 10 W (5 V met 2 A), 18 W (12 V met 1,5 A), 36 W (12 V met 3 A), 60 W (12 V met 5 A of 20 V met 3 A) en zelfs 100W-profielen (20 V met 5 A). 60 of 100 watt is meer dan voldoende om een laptop op te laden!

©PXimport

Voor usb Power Delivery zijn wel speciale kabels nodig, waarin chips zitten die de aangesloten apparaten vertellen welke profielen ondersteund worden. De standaard maakt het in ieder geval mogelijk dat je in de toekomst een laptop via een Type-C kabel aansluit op een docking-station en dat via die kabel dus én de laptop wordt opgeladen, én de laptop communiceert met randapparatuur. En het gaat zelfs nog een stapje verder: de standaard voorzien in bi-directioneel opladen, waarmee apparaten dus kunnen overleggen wie wie van stroom voorziet. Op die manier kun je dus niet alleen je tablet opladen vanaf je laptop, maar dus ook je tablet gebruiken als 'powerbank' voor je laptop als dat op dat moment handig is.

In de praktijk

Het is nog even wachten op de eerste laptops of andere apparaten die de nieuwe usb Power Delivery-standaard ondersteunen, maar met usb 3.1 (of beter gezegd dus usb 3.1 Gen 2) kún je nu al aan de slag. De Taiwanese chipontwerper ASMedia heeft sinds enige maanden de eerste usb3.1-controllers beschikbaar die nu al gebruikt worden door onder meer verschillende moederbordfabrikanten op hun nieuwste modellen. Ook de eerste laptops met usb 3.1 zijn er al, al zal het in de mobiele markt voornamelijk wachten zijn op de volgende generatie modellen (die eind van het jaar uitkomen) eer de nieuwe standaard gemeengoed wordt.

©PXimport

Voor wie een bestaande desktop-pc wil uitbreiden met usb 3.1, heeft onder meer het merk Sharkoon een PCI Express-insteekkaart met daarop de nieuwe controller. De eerste usb3.1-randapparatuur begint ook langzaamaan op de markt te komen. Zo heeft bijvoorbeeld SanDisk al een snelle externe SSD met usb 3.1 aangekondigd en heeft het genoemde Sharkoon inmiddels een lege usb3.1-schijfbehuizing waar je zélf een 2,5inch-SSD in kunt plaatsen.

Wij hebben inmiddels al de nodige ervaring opgedaan met de nieuwe standaard bij tests van verschillende moederborden uit de nieuwste generatie met daarop de genoemde controller. Daarop sluiten we een externe SSD aan die intern is opgebouwd uit een RAID0-configuratie van twee snelle Samsung 850 Evo-SSD's. In verschillende benchmarks, waaronder Crystal DiskMark, hebben we snelheden boven de 700 megabyte/s gemeten. Wanneer je Windows instelt op Hoge Prestaties bij energiebeheer en ook in de BIOS van de pc diverse energiebesparende technieken uitschakelt, zijn zelfs snelheden ruim boven de 800 mbyte/s mogelijk. Dezelfde externe SSD aangesloten op een usb3.0-poort blijft net boven de 400 mbyte/s steken. Wanneer je bijvoorbeeld tientallen of honderden gigabytes aan data wilt kopiëren van of naar je externe schijf, kan dat vele minuten tijd schelen.

Conclusie

In de tijd van externe SSD's zijn de hogere snelheden van usb 3.1 zeer welkom. De nieuwe Type-C-stekker is echter veel groter nieuws: het kleine formaat en de 'omkeerbaarheid' zorgen voor een groter gebruiksgemak. Het feit dat de stekker ook voor andere doeleinden gebruikt zal gaan worden, waaronder DisplayPort, maakt dat de standaard nog universeler wordt dan ie al is. Zeker gecombineerd met de Power Delivery-standaard wordt het in de toekomst mogelijk om een laptop met één kabel op een dockingstation aan te sluiten en dan is alles geregeld. Toch zorgt de nieuwe standaard ook voor onduidelijkheid.

De usb 3.1 Gen 1 en Gen 2 benaming is wat ons betreft echt een grote misser van het consortium. We zien nu al dat producten worden aangeprezen als usb 3.1, terwijl het in feite om usb 3.0 gaat. En veel van dezelfde connectors op de pc kan ook verwarrend zijn, zeker als je in de toekomst Type-C-aansluitingen krijgt die puur DisplayPort bieden en geen usb. Het 'als het past werkt het'-adagium van usb gaat daarmee op de schop. Het is aan de fabrikanten van desktops, laptops en andere apparaten om op beide vlakken voldoende duidelijkheid te scheppen.

▼ Volgende artikel
Vanilla OS maakt Linux simpel en krachtig
© Andreas Prott - stock.adobe.com
Huis

Vanilla OS maakt Linux simpel en krachtig

Vanilla OS is een Linux-distributie die zichzelf automatisch bijwerkt en tegelijk veel flexibiliteit biedt in het installeren van software uit diverse bronnen. Ook Linux-pakketten voor andere Linux-distributies kun je gebruiken met Vanilla OS.

Na het lezen van dit artikel weet je hoe Vanilla OS werkt en wat deze Linux-distributie voor jou kan betekenen: • Installeer Vanilla OS en maak gebruik van de versleutelde installatie • Configureer de GNOME-desktopomgeving en pas het systeem aan jouw voorkeuren aan • Houd je systeem up-to-date met automatische updates • Installeer software via Flatpak, de ingebouwde appwinkel, of gebruik traditionele Linux-pakketten via de geïsoleerde Vanilla System Operator (VSO) • Creëer subsystemen met Apx om software van andere Linux-distributies te draaien Ook interessant: Weg met Windows! Probeer deze Linux-alternatieven: EndeavourOS of Manjaro

Bij klassieke Linux-distributies zoals Ubuntu, openSUSE en Fedora komen zowel de componenten van het besturingssysteem als de extra software die je installeert uit één bron. De ontwikkelaars zorgen ervoor dat dit allemaal samenwerkt, maar toch treden er soms problemen op, met een instabiel systeem of niet-werkende software als gevolg.

Een andere aanpak zijn de zogenoemde ‘immutable’ (ofwel onveranderlijke) besturingssystemen. Hierbij kun je zelf niets veranderen aan de basiscomponenten van het besturingssysteem, dat automatische updates krijgt. Extra software installeer je geïsoleerd van het besturingssysteem, wat beter is voor de stabiliteit. Vanilla OS is zo’n immutable Linux-distributie en richt zich op toegankelijkheid voor iedereen.

1 Vanilla OS installeren

De nieuwste versie, Vanilla OS 2, vraagt minstens 4 GB geheugen en 32 GB opslagruimte op een 64bit-computer met UEFI-ondersteuning. Download het iso-image van de distributie en schrijf het met een programma zoals Win32 Disk Imager naar een usb-stick. Start je computer dan op vanaf de usb-stick.

In het welkomstscherm kies je voor Install. Selecteer vervolgens je taal (Nederlands staat ertussen), toetsenbordindeling en tijdzone. Selecteer dan de schijf waarop je Vanilla OS wilt installeren en klik op Use Entire Disk.

Vanilla OS stelt standaard voor om je volledige harde schijf te versleutelen. Kies een wachtwoord voor deze versleuteling. Bevestig daarna je instellingen. Na de installatie herstart je de computer en verwijder je de usb-stick. Vanilla OS start dan op en toont je een bootmenu met twee opties: Current State (A) en Previous State (B). Hiermee kun je na een mislukte update altijd terugkeren naar de vorige toestand. Vervolgens voer je het wachtwoord in om de schijf te ontsleutelen.

Stel een wachtwoord in voor de schijfencryptie.

2 Initiële configuratie

Na de eerste opstart van Vanilla OS krijg je de configuratiewizard te zien. Daarin kies je opnieuw je taal, toetsenbordindeling en tijdzone en daarna een kleurschema (licht of donker). In de volgende stappen maak je een gebruikersaccount, geef je de computer een naam en kies je welke toepassingen je wilt installeren. Bij elke categorie toepassingen kun je na een klik op het pijltje individueel aanvinken welke toepassingen je wenst. In de Common Utilities vind je zelfs toepassingen om games te spelen en Windows-software te draaien via Wine. Dat is een indicatie van de focus van Vanilla OS op het kunnen draaien van zo veel mogelijk software. Ook voor de browsers heb je heel wat keuze. Herstart daarna je computer.

Na de herstart en het invoeren van het wachtwoord voor de schijfencryptie kom je in het aanmeldvenster waar je met de ingestelde gebruikersnaam inlogt. Kies en bevestig daarna een wachtwoord voor de gebruiker. Nadat je bent aangemeld, moet je het wachtwoord nog eens invoeren om de installatiewizard toestemming te geven om toepassingen te installeren. De toepassingen die je voor de herstart hebt geselecteerd, worden nu als Flatpak-pakketten geïnstalleerd. Deze zijn volledig geïsoleerd van de basis van je besturingssysteem. De installatie kan even duren.

Vanilla OS biedt een uitgebreide selectie van browsers aan.

3 Automatische systeemupdates

Daarna biedt Vanilla OS je een overzicht van de mogelijkheden, met knoppen om bijvoorbeeld systeemupdates te configureren, via de appwinkel extra toepassingen te installeren, de instellingen van de gebruikte desktopomgeving GNOME aan te passen, en om online accounts voor e-mail en kalenders toe te voegen.

Als je op Configure Updates klikt, stel je de frequentie in waarmee Vanilla OS op systeemupdates controleert en die downloadt. Standaard gebeurt dit wekelijks, maar je kunt dit ook op dagelijks of maandelijks instellen. Met de optie Slimme updates, die standaard is ingeschakeld, zal Vanilla OS geen updates downloaden terwijl je computer actief is. Zo voorkom je dat de downloads je netwerkverbinding vertragen terwijl je aan het gamen of videobellen bent.

Systeemupdates gebeuren automatisch op een ingestelde frequentie.

4 GNOME-desktopomgeving

Vanilla OS gebruikt het klassieke GNOME als desktopomgeving. Als je al eens met Ubuntu, Fedora, openSUSE of een andere Linux-distributie hebt gewerkt die GNOME gebruikt, zul je snel met Vanilla OS kunnen werken. Rechts bovenaan vind je de systeemstatusicoontjes. Klik hierop om bijvoorbeeld meer informatie te krijgen over je netwerkverbinding, batterijlevensduur, energiemodus en audiovolume. In het kader dat verschijnt, staan ook icoontjes om rechtstreeks naar de systeeminstellingen te gaan, je scherm te vergrendelen, of om de computer uit te schakelen of te herstarten.

In het midden bovenaan zie je de datum en tijd. Klik je daarop, dan krijg je een kalender te zien en een lijst met recente notificaties. Het icoontje helemaal links bovenaan is de activiteitenknop. Wanneer je hierop klikt (of de Super- of Windows-knop op je toetsenbord indrukt), verschijnt het activiteitenoverzicht. Je krijgt dan alle open vensters te zien, een zoekveld bovenaan om naar toepassingen te zoeken en een balk met icoontjes onderaan met toepassingen, waaronder het icoontje met de negen bolletjes dat alle toepassingen toont. Helemaal rechts zie je ook een gedeelte van een nieuwe desktop, waarmee je een nieuwe werkruimte opent als je niet al je vensters op dezelfde desktop wilt hebben.

Vanilla OS is gebaseerd op de gebruiksvriendelijke desktopomgeving GNOME.

5 Software installeren

De aanbevolen manier om software te installeren in Vanilla OS is met het programma Software. Hiermee zoek je naar applicaties in Flathub, een appwinkel voor distributieonafhankelijke Linux-applicaties. Je kunt in een aantal categorieën een selectie van software bekijken of onmiddellijk met de zoekknop linksboven de naam van een toepassing intypen. Voor elke toepassing krijg je een beschrijving, een schermafbeelding, versiegeschiedenis, beoordelingen en een link naar de projectwebsite te zien. Flathub biedt overigens niet alleen opensource-software aan, maar ook propriëtaire software zoals Spotify en Steam.

Software die je op deze manier installeert, wordt standaard automatisch van updates voorzien. Wil je dat niet, klik dan op het menu van Software rechts bovenaan, kies Voorkeuren en kies bij Software-updates voor Handmatig in plaats van Automatisch. Automatische updates worden sowieso gepauzeerd in energiebesparingsmodus. Je kunt in Software ook de geïnstalleerde pakketten bekijken en verwijderen.

Met de toepassing Software installeer je duizenden toepassingen van Flathub.

6 Zonder Flatpak

Dankzij Flatpak zijn de toepassingen volledig gescheiden van het besturingssysteem en kun je dus niet per ongeluk je systeem om zeep helpen. Maar niet alle software is in een Flatpak-versie beschikbaar. Bovendien laat Vanilla OS ook niet toe om de systeemconfiguratie aan te passen buiten de mogelijkheden van de systeemapplicaties om. Je kunt dus niet zomaar als root-gebruiker inloggen zoals in een traditionele Linux-distributie, een willekeurig pakket installeren en de nodige systeembestanden aanpassen.

Om toch extra software te kunnen installeren, heeft Vanilla OS de Vanilla System Operator (VSO) ingebouwd. Dit is een geïsoleerd minibesturingssysteem dat in een container draait, waarin je wel zelf software zonder Flatpak kunt installeren. Er is zelfs een gebruiksvriendelijke interface rond gebouwd. Download je bijvoorbeeld een .deb-pakket, dat je traditioneel in Ubuntu of Debian zou kunnen installeren, dan hoef je alleen maar op het gedownloade bestand te dubbelklikken in het programma Bestanden om het in VSO te installeren met de hulp van het programma Sideloaden. Daarna is het beschikbaar tussen je geïnstalleerde toepassingen. Je ziet geen verschil met de Flatpak-toepassingen, maar onderhuids draait de toepassing in een container die van het besturingssysteem is geïsoleerd.

Vanilla OS installeert deb-bestanden in een geïsoleerde container.

7 Systeemterminal

Als je het standaard terminalprogramma van Vanilla OS opent, Black Box, dan open je geen shell in Vanilla OS zelf, maar in de container van Vanilla System Operator. Ook hier kun je extra software installeren met Debians pakketbeheerder apt, bijvoorbeeld terminalprogramma’s die je graag gebruikt. Dit alles kan zonder enige impact op de stabiliteit van het basisbesturingssysteem. De container is bovendien geïntegreerd met jouw persoonlijke map, zodat de erin geïnstalleerde software gewoon toegang heeft tot jouw bestanden.

We hadden bijvoorbeeld de terminal nodig toen we het .deb-bestand van de AI-software Jan met Sideloaden hadden geïnstalleerd en er na een klik op het icoontje van het programma niets gebeurde. We openden Black Box, voerden de opdracht jan uit en zagen een foutmelding over een ontbrekende bibliotheek libasound2.so. Blijkbaar gaf het .deb-bestand dit niet als afhankelijkheid aan. We installeerden de bibliotheek in de terminal met deze opdracht, waarna Jan wel opstartte:

sudo apt install libasound2

Overigens kun je vanuit VSO wel toegang krijgen tot een shell van Vanilla OS zelf met de opdracht host-shell. Aangezien het systeem onveranderlijk is, ben je wel beperkt in je mogelijkheden. Maar je kunt wel configuratiebestanden in de map /etc aanpassen en systemd-services beheren met systemctl. Met exit keer je terug naar de VSO-shell.

In Black Box heb je volledige toegang tot een geïsoleerde container.

Android is lastig

Op dezelfde manier dat je .deb-bestanden in een container kunt installeren, ondersteunt Vanilla OS ook Android-apps. De ontwikkelaars waarschuwen wel dat het om een experimentele functie gaat en tijdens onze test kregen we het zelf niet aan de praat. Je moet eerst het Android-subsysteem initialiseren. Typ daarvoor in de VSO-shell in Black Box deze opdracht in:

vso android init

Dit installeert Waydroid, Android in een container. Op het einde zou je in het groen SUCCESS moeten zien. Download daarna het apk-bestand van een Android-app, bijvoorbeeld op de website van F-Droid voor opensource-apps of diverse websites die apk-bestanden aanbieden van apps die op Google Play staan. Daarna zou je in het programma Bestanden op dit apk-bestand moeten kunnen dubbelklikken om het te installeren. Tijdens onze test moesten we eerst rechtsklikken, Openen met… kiezen, het programma Sideloaden kiezen en onderaan Altijd gebruiken voor dit bestandstype inschakelen. Dit toont al dat deze functionaliteit nog niet af is en zelfs na veel zoekwerk konden we hierna nog altijd geen Android-apps openen.

8 Linux-subsystemen

Met de functie Apx gaat Vanilla OS nog verder: hiermee kun je in containers subsystemen aanmaken gebaseerd op diverse Linux-distributies met bijbehorende pakketbeheerders.

Wil je een programma installeren dat in Arch Linux beschikbaar is? Maak dan gewoon een subsysteem aan met Arch Linux als stack en pacman als pakketbeheerder. Apx ondersteunt als stacks Alpine, Arch Linux, Fedora, openSUSE, Ubuntu en Vanilla OS. Als pakketbeheerders heb je zo de keuze uit apk, apt, dnf, pacman en zypper. Open het programma Apx en klik op het plusicoontje links bovenaan om een nieuw subsysteem aan te maken.

Ook voor ontwikkelaars is dit handig. Je installeert dan een geïsoleerde container met je gewenste softwarestack, die anders zou kunnen conflicteren met wat je in je basisbesturingssysteem hebt geïnstalleerd. Geef je subsysteem dus een naam, bijvoorbeeld gecko, kies een stack (het onderliggende besturingssysteem), bijvoorbeeld opensuse, en klik op Aanmaken. Apx toont dan een nieuw subsysteem gebaseerd op openSUSE, met de erbij horende pakketbeheerder zypper. Klik erop en dan op Start subsystem.

Via Apx maak je een subsysteem met een gekozen Linux-distributie.

9 Software in subsysteem installeren

Nu kun je vanuit de VSO-terminalsessie software installeren in het subsysteem. Heet je subsysteem bijvoorbeeld gecko, zoek dan naar de gewenste software, bijvoorbeeld Qucs, in het subsysteem met:

apx gecko search qucs

Krijg je een resultaat te zien (in dit geval het pakket qucs-s), dan installeer je dat met:

apx gecko install qucs-s

De deelopdrachten search, install enzovoort zijn hetzelfde voor alle pakketbeheerders en je kunt in het tabblad met pakketbeheerders in Apx zien welke achterliggende opdrachten er voor elke pakketbeheerder worden aangeroepen.

Na de installatie zie je de melding 1 apps geëxporteerd. Apx maakt de in de container geïnstalleerde toepassing namelijk ook beschikbaar in Vanilla OS zelf. Dat kun je uitproberen door het activiteitenoverzicht te openen en daarna naar Qucs te zoeken. De toepassing staat tussen je andere toepassingen als Qucs-S on gecko. Wanneer je hierop klikt, start Vanilla OS automatisch het subsysteem als dit nog niet is gebeurd en opent het daarin de toepassing. Het programma heeft ook, net zoals het hele subsysteem, toegang tot je bestanden. Je ziet alleen aan de andere stijl van het venster dat het in een container van een andere distributie draait.

Programma’s in een subsysteem start je rechtstreeks in Vanilla OS op.

10 In subsysteem werken

Je kunt ook vanuit de VSO-shell rechtstreeks in een subsysteem een terminalsessie openen met (met de naam van je subsysteem in plaats van gecko):

apx gecko enter

Hierin heb je toegang tot het volledige besturingssysteem dat je in het subsysteem hebt geïnstalleerd. Als je nu pakketten wilt installeren, kan dat wel niet met de apx-opdrachten, maar moet je de pakketbeheerder zelf gebruiken.

In dit subsysteem kun je een volledige ontwikkelomgeving of softwarestack opzetten, bijvoorbeeld om eenvoudig software in verschillende Linux-distributies uit te testen. Met exit verlaat je het subsysteem en keer je terug naar de VSO-shell. Daarin kun je ook met deze opdracht de status van alle geïnstalleerde subsystemen opvragen:

apx subsystems list

Kijk ook eens welke andere deelopdrachten van Apx er beschikbaar zijn door gewoon apx zonder toevoegingen te typen.

Met Vanilla OS draai je eenvoudig meerdere subsystemen van diverse Linux-distributies.

11 Stacks en pakketbeheerders toevoegen

Je bent zelfs niet beperkt tot de stacks en pakketbeheerders die Vanilla OS standaard in Apx aanbiedt. Open je in Apx links de lijst met stacks en klik je dan op het plusicoontje, dan opent het venster om een nieuwe stack aan te maken. Je geeft die een naam naar keuze en bij Basis vul je de url van een Docker-container in. In de lijst met bestaande stacks zie je bijvoorbeeld bij Alpine alpine:latest staan en bij openSUSE registry.opensuse.org/opensuse/tumbleweed:latest. Je kiest ook de pakketbeheerder voor het subsysteem uit de lijst en daaronder kun je zelfs pakketten opgeven die je standaard in de stack wilt installeren.

Op dezelfde manier voeg je een nog niet ondersteunde pakketbeheerder toe, bijvoorbeeld yay als alternatief voor pacman in Arch Linux-gebaseerde subsystemen. Je geeft de pakketbeheerder een naam, schakelt in of die met rootrechten moet draaien (de meeste wel), en vult alle opdrachten in zodat je pakketbeheertaken eenvoudig kunt uitvoeren met apx-opdrachten vanuit de VSO-shell. Het moge duidelijk zijn: welke Linux-software je ook wilt installeren, Vanilla OS biedt er een mogelijkheid voor.

Je kunt ook je eigen pakketbeheerder definiëren in Apx.

▼ Volgende artikel
Consumenten testen: de Philips Heating CX2120/01 compacte keramische verwarming
© Philips
Energie

Consumenten testen: de Philips Heating CX2120/01 compacte keramische verwarming

De Philips Heating CX2120/01 is een compacte en krachtige keramische verwarming. Met zijn snelle opwarming, stille werking en meerdere veiligheidsfuncties is het een ideale keuze voor kleinere ruimtes of als bijverwarming. Maar hoe bevalt dit apparaat in de praktijk? Lees hier wat het Review.nl Testpanel van de Philips Heating CX2120/01 vond.

Partnerbijdrage - in samenwerking met Philips

De Philips Heating CX2120/01 is een draagbare keramische verwarming met een vermogen tot 1500 W. Dit compacte model heeft vijf verwarmingsmodi en meerdere veiligheidsvoorzieningen, zoals een kantelbeveiliging en oververhittingsbescherming. Met een stille werking die minder geluid produceert dan fluisteren, is het apparaat geschikt voor gebruik in studeerkamers, slaapkamers en badkamers. 

De Philips Heating CX2120/01 heeft van de testers een gemiddelde reviewscore van 8,4 gekregen. Vooral de snelle opwarming, het compacte formaat en het strakke design worden geprezen. Hieronder worden de ervaringen van de testers uitgebreid besproken. 

Snel en lekker warm

Veel testers zijn onder de indruk van hoe snel de kachel een ruimte verwarmt. Tester J. zegt: "Het is een fijn product. Hij warmt mijn studeerkamer en badkamer erg snel op." JacquelinevK94 deelt deze ervaring: "Deze heater is binnen no-time warm, echt ideaal!" Ook Maup10 is enthousiast: "Binnen een paar seconden voel je al een aangename warmte, wat echt handig is op koude ochtenden." 

Daarnaast blijkt de kachel krachtig genoeg om zelfs iets grotere ruimtes te verwarmen. Tester B. zegt hierover: "Wat ons echt opviel, was dat het apparaat zelfs in grotere ruimtes merkbaar comfort toevoegt." W. bevestigt: "Onze veranda is wat groter dan 15 vierkante meter, maar deze heater kan ook daar prima ingezet worden om even voor wat bijverwarming te zorgen." 

Compact en makkelijk te verplaatsen 

De meeste testers waarderen het compacte en lichte ontwerp, waardoor de kachel eenvoudig te verplaatsen is. Lvw0604 zegt: "Je neemt hem gemakkelijk mee en binnen enkele minuten zit je comfortabel." JacquelinevK94 is ook tevreden: "De heater is lekker compact en licht, dus je zet hem zo van de ene kamer in de andere kamer." Het compacte formaat is ook handig wanneer je hem niet nodig hebt.  Hondijkje merkt op: "Je kunt dit kacheltje makkelijk opbergen als je hem niet in gebruik hebt."

©Philips

Veel veiligheidsvoorzieningen

De kachel is voorzien van meerdere veiligheidsopties, iets wat testers belangrijk vinden. Tester C. zegt: "Een belangrijk aspect is de aandacht die er is geschonken aan de veiligheid. Er zit een omvalbeveiliging op, oververhitting wordt voorkomen en hij wordt na een bepaalde tijd automatisch uitgeschakeld." Mvdm1973 vindt het heel safe voelen dat er beveiliging op zit in het geval de verwarming zou vallen.

"Ik was wat kritisch en vroeg me af of zo'n klein apparaat wel kon voldoen aan mijn wensen. Moet zeggen, dit is best wel een krachtpatser."

- Tester W.

Overwegend stil, maar soms hoorbaar 

Een groot pluspunt is dat de kachel vrijwel geluidloos werkt. Tester J. zegt: "Zelfs op de hoogste stand hoor je nauwelijks geluid." Maup10 is het hiermee eens: "Het apparaat werkt heel stil, wat perfect is als je het in de slaapkamer of in een thuiskantoor gebruikt."  Maar sommige testers ervaren dat anders. Zo merkt Troost op: "Enige minpunt is dat hij wel wat geluid maakt." 

©Philips

Duidelijke bediening, maar app wordt gemist

De bediening wordt als eenvoudig ervaren. Hondijkje zegt: " De pictogrammen op het kacheltje zijn makkelijk te lezen zodat je precies ziet op welke stand je de kachel ingesteld hebt staan." Wel zien sommige testers ruimte voor verbetering. Maup10 zegt: "Een klein nadeel vond ik dat je de temperatuur niet direct op het apparaat kunt instellen." Mw X. vult aan: "Er is helaas geen temperatuur zichtbaar en hij heeft ook geen app, waardoor ik een aparte thermometer gebruik."  Hoewel de app door meer testers gemist wordt, zegt JacquelinevK94 daarover: "Maar op zich is dat ook niet nodig door de duidelijke knopjes."

©Philips

✅ Pluspunten

  • Snel warm

  • Compact en lichtgewicht

  • Makkelijk te bedienen

  • Veiligheidsvoorzieningen

❌ Minpunten

  • Geen app

  • Energieverbruik bij langere gebruiksduur

Eindoordeel

De Philips Heating CX2120/01 is een efficiënte en compacte keramische verwarming die snel warmte levert en eenvoudig te verplaatsen is. Testers zijn enthousiast over de snelle opwarming, het gebruiksgemak en de stille werking. Ook de veiligheidsvoorzieningen worden gewaardeerd. Ondanks het ontbreken van een app scoort deze compacte keramische verwarming een fraaie 8,4 bij de testers.

Ontdek de Philips Heating CX2120/01 compacte keramische verwarming

Op Kieskeurig.nl