ID.nl logo
Virtuele machines aanmaken met Proxmox VE
© PXimport
Huis

Virtuele machines aanmaken met Proxmox VE

Terwijl de systeemeisen van Windows en Linux al jaren nauwelijks veranderen, biedt elke nieuwe generatie computers méér cores, méér threads en méér werkgeheugen. Virtualisatie is een leuke manier om de rekenkracht die in een computer schuilt ook eens echt te gebruiken. We gaan virtuele machines aanmaken met Proxmox VE.

Doorgaans is er op een computer één besturingssysteem geïnstalleerd. Gebruik je de computer, dan werk je met dat besturingssysteem. Er kunnen wel meerdere besturingssystemen geïnstalleerd zijn, maar ook dan gebruik je er altijd maar één tegelijk. Om iets in een ander besturingssysteem te doen, moet de computer opnieuw opstarten en het andere besturingssysteem laden.

Virtualisatie is een manier om wel meerdere besturingssystemen of meerdere versies van hetzelfde besturingssysteem tegelijk te gebruiken. Proxmox VE is een gratis opensource softwarepakket waarmee je dit kunt doen.

Bij virtualisatie wordt tussen de hardware van een computer en het besturingssysteem een extra laag software geplaatst, de virtualisatiesoftware. Deze virtualisatiesoftware beheert de hardware en geeft elk besturingssysteem een deel daarvan.

Het doet dit zo goed dat het mogelijk wordt bijvoorbeeld Windows én Linux gelijktijdig op één computer te gebruiken, of verschillende versies van Windows of Linux. Deze vorm van virtualisatie wordt bare-metal virtualisatie genoemd, omdat de virtualisatiesoftware direct op de hardware draait.

Proxmox VE installeren

Om Proxmox VE te installeren, download je eerst de installatiesoftware. Klik op Proxmox Virtual Environment / ISO Images en kies de laatste versie. Open de Verkenner, klik met de rechtermuisknop op het iso-bestand en kies Schijfkopiebestand branden wanneer je de installatie vanaf een cd/dvd wilt doen. Wil je een usb-stick gebruiken, download dan bijvoorbeeld Rufus en start het programma.

Selecteer als Apparaat de lege usb-stick en bij Opstartselectie via Selecteren het iso-bestand. Klik daarna op Starten. De Proxmox-iso kan op twee manieren naar de stick worden geschreven, belangrijk is te kiezen voor Schrijven in DD-image modus.

©PXimport

Voordat je Proxmox installeert, is het belangrijk de systeemeisen te controleren én een back-up te maken. Volgens de minimale systeemeisen heeft Proxmox VE een 64-bit Intel- of AMD-processor nodig met Intel VT- of AMD-V-virtualisatieondersteuning. Mogelijk moet je deze virtualisatieondersteuning nog inschakelen in het BIOS van je pc. Daarnaast is minimaal 4 GB werkgeheugen vereist, liefst meer. Ook is minimaal één harde schijf of ssd nodig.

De schijf of ssd waarop Proxmox wordt geïnstalleerd, wordt bij de installatie volledig gewist. Daarom, maar ook omdat door een fout ook andere opslag in de pc geraakt kan worden, is het belangrijk eerst een volledige back-up te maken van alle gegevens op de computer. Gebruik hiervoor een goed back-upprogramma zoals Acronis True Image of een vergelijkbare oplossing.

Zijn alle gegevens geback-upt, dan kun je Proxmox installeren. Plaats hiertoe de installatie-cd, -dvd of -stick in de pc en start de computer. Kies bij het opstarten voor het bootmenu (meestal via een druk op de F12-toets) en kies Install Proxmox VE.

Na een aantal tests volgt de gebruikerslicentie, klik op I agree. Het volgende scherm is even oppassen, zeker wanneer er meerdere harde schijven of ssd’s in de pc zitten en je Proxmox op specifiek een daarvan wilt installeren. Onder in het scherm, een beetje onopvallend, staat de Target Harddisk. Selecteer hier de juiste schijf en klik dan op Next.

Daarna wijst het zichzelf. Kies bij Country voor Netherlands en bij Time Zone voor Europe/Amsterdam. Bij Layout selecteer je je toetsenbordindeling, doorgaans is dit U.S. English. Configureer een wachtwoord bij Password. Als laatste kun je op het blad Management Network Configuration de naam en de netwerkconfiguratie kiezen. Controleer tot slot de gekozen opties en klik op Install om Proxmox ook echt te installeren.

©PXimport

NFS-share koppelen

Heb je een NAS in het netwerk? Dan kun je opslag besparen door de iso-bestanden niet naar de Proxmox-server te uploaden, maar een NFS-koppeling te maken tussen de Proxmox-machine en de NAS. Hoe dit moet, verschilt per NAS.

Heb je een Synology, open dan File Station en kies Maken / Nieuwe gedeelde map maken. Geef de map de naam Proxmox en kies verder alleen voor de standaardopties. Selecteer de map en kies Bewerken / NFS-machtigingen. Belangrijk is het pad dat onder in het scherm staat, dit is nodig om vanaf de Proxmox-server de koppeling te maken. Klik op Maken en voer in het scherm Een NFS-regel maken bij Hostnaam of IP het ip-adres van de Proxmox-machine in. Sluit af met Opslaan.

Ga nu naar de Proxmox-server en kies Datacenter / Storage / Add / NFS. Geef de koppeling bij ID een naam, typ bij Server het ip-adres van de NAS en bij Export het pad zoals dat op de NAS werd aangegeven. Selecteer bij Content het ISO-image en klik op Add om de koppeling te maken.

In het rechtermenu onder de pve (Proxmox Virtual Environment) staat nu de nieuwe opslagruimte. Klik daarop en je ziet de inhoud van de map op de NAS. Door nu iso-installatiebestanden in de map /template/iso in de NFS-map op de NAS te plaatsen, worden deze direct op de Proxmox-server beschikbaar.

©PXimport

Virtual machine maken in Proxmox

Om een virtuele machine (vm) te maken, selecteer je de pve-server en klik je vervolgens op Create VM. Het maken van een vm gebeurt in enkele stappen, verdeeld over verschillende tabbladen.

Vul op het tabblad General bij Name een naam in voor de vm. Klik op Next en selecteer op het tabblad OS bij Use CD/DVD disc image file (iso) de opslaglocatie waar de iso’s staan en daarna het juiste iso-image. Controleer of bij Guest OS het juiste type en versie van het te installeren besturingssysteem zijn gekozen, en pas dit aan indien nodig.

Bij Hard Disk bepaal je de grootte van de harde schijf en kies je onder Storage de plaats waar je de vm wilt opslaan. Is er maar één schijf aanwezig, dan is deze laatste optie niet beschikbaar.

Selecteer bij CPU en Memory de hoeveelheid rekenkracht en geheugen. De standaardopties voldoen doorgaans prima, al kan het – afhankelijk van de rekenkracht en het geheugen van de onderliggende pc – handig zijn iets meer cores en geheugen te geven, maar dat is ook afhankelijk van wat je met de vm gaat doen.

Zet als laatste op het tabblad Confirm een vinkje bij Start after created en klik op Finish. Even later zie je onder in de inventory van de pve de nieuwe machine gemaakt worden.

©PXimport

Is de vm gemaakt en opgestart, dan open je via Console een scherm naar de vm. Daar zal nu de installatie starten. Is het een nieuwe vm, dan zal de installatie van het besturingssysteem in de vm volgen. Dit is niet anders dan een installatie direct op echte hardware. Is het een al bestaande vm, dan kan deze na het opstarten gewoon gebruikt worden net als elke andere pc.

De installatie op virtualisatiesoftware zoals Proxmox maakt het mogelijk om meerdere vm’s tegelijk actief te hebben. Maak dus na de eerste ook nog andere vm’s met verschillende besturingssystemen. Ze kunnen, via het netwerk, tegelijk gestart en gebruikt worden. 

Richt elke vm in zoals je gewend bent van een echte pc, met applicaties, met de juiste beveiliging en zorg ook voor updates. Heb je een vm even niet nodig, dan kun je die via het pulldown-menu naast Shutdown pauzeren, in slaapstand zetten of ruwweg stoppen. Gewoon afsluiten binnen de vm kan ook altijd.

©PXimport

Proxmox afsluiten

Zeker zolang de Proxmox-server vooral bedoeld is om ermee te leren werken of gewoon eens een vm op te spinnen, kun je de server rustig uitschakelen wanneer die niet gebruikt wordt. Hiervoor selecteer je in de serverweergave (links) de pve en klik je vervolgens rechts op Shutdown.

Wil je alleen een keer de server opnieuw opstarten, dan is Reboot de goede keuze. Bevestig in beide gevallen de handeling met een klik op Yes. Voordat je de server opnieuw opstart of uitschakelt, moeten wel ook eerst de vm’s worden uitgeschakeld of gepauzeerd.

▼ Volgende artikel
Weg met die zweetlucht! Zo krijg je je sportkleding écht fris
© BGStock72 - stock.adobe.com
Huis

Weg met die zweetlucht! Zo krijg je je sportkleding écht fris

Na een stevige sportsessie voel je je voldaan. Je bent trots op jezelf dat je het 'weer geflikt' hebt. Maar je sportkleding? Die ruikt allesbehalve fris. Wassen helpt natuurlijk, maar wat doe je als die geur hardnekkig blijft hangen?

De tips in dit artikel in het kort:

  • Was sportkleding het liefst meteen, maar laat het eerst weken in natuurazijn en water
  • Zet de wasmachine op een sportprogramma of op maximaal 30 graden
  • Gebruik vloeibaar wasmiddel (niet te veel)

Lees ook: Schoenen wassen in de wasmachine, zo doe je dat

Sterke zweetlucht? Natuurazijn!

Om ervoor te zorgen dat de sterke zweetlucht niet in de kleding blijft, gooi je de kleding 15 tot 20 minuten voor het wassen in een bak met koud water en een flinke scheut natuurazijn. De azijn haalt de penetrante geur eruit en verwijdert al wat vuil, maar tast het textiel niet aan. Dit helpt ook bij sportkleding met een oude zweetgeur. Daarna was je de kleding met de wasmachine of met de hand.

Heb je een flinke training gehad en echt geen tijd om je sportkleding voor de volgende wedstrijd te wassen? Je frist je sportkleding tijdelijk op door een plantenspuit te vullen met water en azijn, verhouding: 50/50. Spray het mengsel op het kledingstuk en de zweetgeur is weg. Was de kleding na de wedstrijd wel gelijk.

🧊 Extreem sterke geuren krijg je ook uit je sportkleding door de kleding in een plastic zak te stoppen, deze dicht te knopen en de zak in de vriezer te stoppen. De kou doodt de bacteriën die de zweetgeur veroorzaken. Na 24 uur haal je de zak met kleding er weer uit.

Was je sportkleding niet te heet!

Waarschijnlijk denk je: hup, wasmachine aan op 60 graden. Maar doe dit liever niet. Sportkleding is meestal gemaakt van speciaal materiaal dat sneller droogt, een ademende eigenschap heeft en vocht afdrijft. Deze stof is vaak delicater dan bij gewone kleding. Daarom is het belangrijk dat je de kleding voorzichtig wast, op maximaal 30 graden. Zet de wasmachine op een sportprogramma of een programma voor synthetische kleding. Een heter programma kan ervoor zorgen dat de sportkleding krimpt en het elastiek aangetast raakt. Check altijd voor het wassen het waslabel voor de specifieke wasinstructies van de kleding.

Keer de kledingstukken binnenstebuiten voordat je ze in de wastrommel gooit. Hiermee bescherm je de opdrukken en kleuren aan de buitenkant van je kleding. Bovendien zitten de bacteriën en dode huidcellen toch aan de binnenkant van je kleding. Prop de wasmachine niet te vol, want dan wordt je sportkleding niet goed gespoeld.

©Oriol Roca

💡 Geen zin om je sportkleding meteen in de was te gooien? Trek de kleding wel meteen uit en laat het even uithangen. Als je het op een hoopje op de grond gooit, verspreiden de bacteriën alleen maar meer. En hoe langer je wacht, hoe erger de geuren worden.

Wel: vloeibaar wasmiddel. Niet: wasverzachter

Voordat je uit gewoonte een flinke scheut wasmiddel in de machine giet omdat je sportkleding zo vies ruikt: even wachten. Te veel wasmiddel zorgt er juist voor dat er zeepresten in de stof achterblijven. En dit zorgt ervoor dat de kleding je dode huidcellen nog beter blijft vasthouden. Het gevolg: nare geurtjes waar niemand blij van wordt. Gebruik het liefst vloeibaar wasmiddel, want de resten van waspoeder blijven vaak achter in kleding. Je mag wel een beetje baking soda in de wasmachine doen, dit neutraliseert de zweetlucht.

Veel mensen gooien het liefst ook nog wat wasverzachter met een geurtje bij de was, maar voor sportkleding is dit niet aan te raden. Wasverzachter legt namelijk een laagje over de vezels en verstopt hierdoor de vezels, waardoor de kleding niet meer goed schoon wordt. Hierdoor ruikt je kleding na een sportsessie juist erger naar zweet. En wasverzachter kan de stof en de elasticiteit ervan aantasten, waardoor de kleding gaat lubberen.

©anetlanda

⚠️ Droog je sportkleding liever niet in de droger. Veel sportkleding krimpt door de hitte. Het is veel beter voor de kleding om het buiten aan de lijn te laten drogen of in een ruimte met goede ventilatie.

Toe aan nieuwe sportkleding?

Van sport-bh tot fitnessbroek

▼ Volgende artikel
Slim wonen zonder pottenkijkers: 5 tips voor privacy in je smart home
© Koen Barten | Philips
Zekerheid & gemak

Slim wonen zonder pottenkijkers: 5 tips voor privacy in je smart home

Vanuit je luie stoel de lampen aanzetten of de temperatuur in huis regelen: smart devices zijn er om het leven nét wat makkelijker te maken. Helaas vormen zulke IoT-apparaten ook een risico voor je privacy. Wil je niet alleen slim, maar ook veilig wonen? Met deze tips voorkom je pottenkijkers in je smart home.

In dit artikel lees je: 💡Wat IoT-apparaten oftewel slimme apparaten precies zijn 💡Hoe slimme apparaten aan hun data komen 💡Waarom slimme apparaten een gevaar kunnen vormen voor je privacy 💡Hoe je je slimme apparaten zo instelt dat de kans op een hack minimaal wordt

Lees ook: Slimme stekkers – welke modellen zijn echt zuinig?

IoT (Internet of Things) omvat alle huishoudelijke apparaten die met het internet verbonden zijn, zoals slimme lampen, speakers en thermostaten. Zelfs gordijnen, deursloten en koelkasten kunnen tegenwoordig slim worden gemaakt door ze aan een netwerk te koppelen. Om jou als gebruiker zo goed mogelijk te kunnen bedienen, verzamelen IoT-apparaten de hele dag door data die je gedrag en gewoonten in kaart brengen. Ben je tussen negen en drie niet thuis? Dan weet je slimme thermostaat dat de verwarming omlaag moet, zal het beveiligingssysteem in die uren extra alert zijn op bewegingen rondom je huis en gaat je robotstofzuiger aan de slag om je vloer spic en span te maken. 

Ook jij hebt wat te verbergen

Slimme apparaten komen op allerlei manieren aan hun data, bijvoorbeeld via spraakopdrachten ('Hé Alexa, speel jazzmuziek af'), commando's die je in een app geeft en zelfs via sensoren die beweging, licht en temperatuur detecteren. Al die gegevens worden ergens opgeslagen, en het probleem is dat de meesten van ons geen idee hebben wat er met die data gebeurt. Vaak vinden we dat ook helemaal niet zo interessant: we denken immers al snel dat criminelen niets met onze data kunnen. Maar als je denkt dat je niets te verbergen hebt, heb je het mis. Cybercriminelen die toegang krijgen tot je smart home kunnen veel meer dan alleen je lampen bedienen. Ze kunnen je bankgegevens stelen (bijvoorbeeld via een gehackt apparaat dat toegang geeft tot je thuisnetwerk), het alarmsysteem van je woning uitschakelen en persoonlijke gesprekken afluisteren via je slimme speaker – om maar een paar voorbeelden te noemen. Hoe meer slimme apparaten je in huis hebt, hoe groter de kans dat er ergens een datalek ontstaat. Dat wil je natuurlijk voorkomen.

©StockPhotoPro

Er zijn allerlei manieren om je smart home te beschermen tegen pottenkijkers. Als je niet zo technisch aangelegd bent, kunnen zulke tactieken je al snel overweldigen. Daarom houden we het bij een aantal algemene tips die voor iedereen makkelijk uit te voeren zijn en die toch een groot verschil kunnen maken in de beveiliging van je smart home.

Tip 1: Kies voor een betrouwbare fabrikant

Het merk van je slimme apparaten kan veel zeggen over hoe goed deze apparaten van zichzelf beveiligd zijn. Gerenommeerde merken zoals Philips, Homey en Amazon hebben immers een reputatie hoog te houden als het om veiligheid gaat. Bovendien moeten producten van A-merken in Europa aan strenge eisen voldoen, in tegenstelling tot bijvoorbeeld een merkloos model van een Chinese fabrikant. Laat je dus niet verleiden door aantrekkelijke deals terwijl je aan het browsen bent: als ze te mooi lijken om waar te zijn, zijn ze dat waarschijnlijk ook. Als je twijfelt of een merk betrouwbaar is, doe dan eerst uitgebreid onderzoek. Lees onafhankelijke reviews, onderwerp de webshop van het betreffende merk aan een kritische blik en controleer of het merk voldoet aan Europese keurmerken. 

Tip 2: Kies sterke wachtwoorden

Slimme apparaten worden doorgaans geleverd met een standaard wachtwoord waarmee je op de bijbehorende app kunt inloggen. Veilig zijn deze wachtwoorden niet. Sterker nog: een standaard wachtwoord aanhouden is haast net zo onveilig als helemaal geen wachtwoord op je smart device hebben. Het is dus belangrijk dat je het wachtwoord al tijdens de installatie van het product verandert in een unieke en sterke variant. Een sterk wachtwoord bestaat uit letters, cijfers én speciale tekens. Verwerk nooit je naam, geboortedatum of adres in het wachtwoord. Geef ook elk slim apparaat een uniek wachtwoord, zodat je andere apparaten bij een hack veilig zijn. En schakel tweestapsverificatie in als dat kan: hiermee voeg je een extra beveiligingslaag toe, zodat anderen niet zomaar kunnen inloggen als ze je wachtwoord weten. 

Tip 3: Maak gastnetwerken aan 

Je wifi-netwerk is voor criminelen een ware goudmijn. Krijgen criminelen toegang tot je wifi, dan kunnen ze niet alleen alles zien wat jij op het internet doet, maar ze kunnen ook slimme apparaten overnemen die op dat netwerk zijn aangesloten. Het is daarom verstandig om gastnetwerken aan te maken voor je slimme apparaten. Hiermee isoleer je het netwerk van deze apparaten van het hoofdnetwerk, wat de kans op een datalek flink verkleint. Ook verklein je op deze manier het risico dat hackers via een zwak beveiligd slim apparaat toegang krijgen tot bijvoorbeeld je laptop, e-mail of bankzaken op het hoofdnetwerk. 

Ook slim is het uitschakelen van de functie Universal Plug and Play (UPnP) op al je slimme apparaten. Deze functie helpt om via wifi automatisch met andere smart devices te verbinden, maar vergroot ook het risico dat je apparaten van buitenaf toegankelijk worden. 

©TStudious - stock.adobe.com

Tip 4: Houd je apparatuur up-to-date

Wacht je altijd weken of zelfs maanden voordat je een nieuwe software-update op je apparaten uitvoert? Foute boel! Updates hebben niet alleen als doel de functionaliteiten van je slimme apparaten te verbeteren, maar zijn er ook om beveiligingslekken te dichten die in eerdere versies zijn opgemerkt. Download je deze updates niet, dan laat je in feite de digitale achterdeur openstaan voor criminelen. Maak er daarom een gewoonte van om iedere week te checken of er nieuwe updates beschikbaar zijn en download deze dan direct. Het is slechts een kleine moeite die een groot effect kan hebben op je privacy.

Tip 5: Controleer de privacy-instellingen

Slimme apparaten komen doorgaans met standaardinstellingen die toestemming geven om bepaalde gegevens te verzamelen of op te slaan. Dat is vaak gunstig voor de fabrikant, maar als je geen pottenkijkers in huis wilt, is het zaak dat er zo min mogelijk gegevens van jou in de cloud terechtkomen. Gelukkig kun je de privacy-instellingen van je slimme apparaten meestal wijzigen. Zo kun je op veel slimme apparaten instellen dat de opnamegeschiedenis direct verwijderd wordt. Sommige apparaten sturen automatisch gegevens naar de fabrikant voor verbeteringsdoeleinden; ook dit kun je vaak uitschakelen. Zet ook altijd functies uit die je niet gebruikt. Gebruik je de spraakbediening op je slimme speaker niet? Schakel de microfoon dan helemaal uit. Zo verklein je in elk geval de kans dat je wordt afgeluisterd.

Je huis slimmer maken?

Slimme stekkers!