ID.nl logo
Huis

Ockel lanceert eigen Ockelcoin

Er is een Ockelcoin ontwikkeld. Het plan was er al jaren, maar nu is de Security Token Offering (STO) een feit. Ockel-CEO Tim Haaksma: “Je kunt nu een klein stukje van ons bedrijf kopen.” Het bedrijf achter Sirius heeft een security token, waardoor iedereen die wil kan deelnemen. Allemaal via blockchaintechnologie.

Het gaat bij andere cryptovaluta vaak om een toepassing, bijvoorbeeld een bedrijf dat een nieuw product wil maken. Haaksma: “Deze coins hebben de pers geregeerd de laatste tijd, omdat hun waarde stijgt en daalt in een recordtempo. Dat werkt bij een security token anders,“ zegt Haaksma. “Wij laten mensen een klein stukje van het bedrijf kopen. Hoe goed het gaat met je bedrijf, heeft dan reflectie op de waarde van de token. Het is heel vernieuwend. We zijn niet alleen met producten innovatief, maar ook met de financiering ervan, daarom vind ik het zo leuk.”

Nasdaq

Een paar jaar geleden had Haaksma het plan al, om zijn eigen type Bitcoin op de markt te brengen. “Een vriend van me die professor in Finance is, zei dat blockchaintechnologie een heel interessante technologie zou gaan worden, ook voor het publiek uitgeven van aandelen. Ik heb letterlijk Nasdaq gebeld, maar die hadden geen idee waar ik het over had.” Inmiddels staat de website in de steigers en gaat de security token op 2 oktober publiek. Om mensen meer uit te leggen over deze Security Token Offering (uitgifte van aandelen) maken we geen whitepaper, maar een soort business memorandum. Het is een strategisch document waarin we uitleggen wat we nu doen en wat we gaan doen met de opbrengst.”

©PXimport

Ockel werkt samen met Liqwith uit Oud Gastel om dit plan waarheid te maken. Liqwith heeft technologie, processen en een platform ontwikkeld om bedrijven te begeleiden die op deze manier funding willen ophalen. De afspraken voor tokens zijn samen met notarissen en juristen vormgegeven, geheel conform de wet. Het is echter zo vernieuwend, dat we waarschijnlijk een stuk wet- en regelgeving vooruit zijn.“ Het is sowieso niet bepaald standaard voor een technologiebedrijf dat hardware maakt om met een eigen cryptovaluta te komen, zeker niet als het een security token is.

Ockelcoin is een Ethereum-coin (ERC 20) die wordt gebouwd door Liqwith, die je straks vanaf 25 euro kunt aanschaffen tegen transactiekosten van 3/10 cent. Herman Vissia, CTO van Liqwith: "We hebben voor het Ethereum-netwerk gekozen, omdat dit het meest

geavanceerde en geaccepteerde netwerk is van dit moment. Je hebt een turingcompleet omgeving tot je beschikking om alle eisen die je stelt aan een token in te kunnen programmeren. Dat wordt gedaan in de programmeertaal Solidity. De website waarop de tokens worden aangeboden, bouwen we ook. We werken via een Slim Contract, dat een bedrijf geheel laat aansluiten op de statuten van de BV. Je legt hierin vast hoe een token zich gedraagt en hoeveel er maximaal kunnen bestaan. Maar ook of je nieuwe aandelen mag uitgeven en wie dit precies mag doen."

Die regels worden softwarematig in een Slim Contract vastgelegd, dat vervolgens wordt gebouwd op een interface. Herman: "Wij hebben dat gedaan met Java en JavaScript. We hebben dus aan de ene kant een online softwarepakket waar elke aandeelhouder naar toe kan, een portal dus, waarbij een gedeelte van de Portal rechtstreeks contact maakt met de ethereum blockchain waar alle transacties worden vastgelegd. Je kunt daar straks aandelen naar elkaar overmaken, dividend claimen, jaaropgaves printen en overdrachten kunt printen. Ockel stuurt hier zelf de gehele aandelenlogistiek aan, zoals de uitgifte van eventuele toekomstige nieuwe aandelen, de actuele lijst van aandeelhouders en het whitelisten van nieuwe aandeelhouders."

Slimme Contracten en Solidity Een Slim Contract is een manier waarop mensen die niet dezelfde taal spreken, toch zaken kunnen doen, omdat het softwarematig is vastgelegd hoe dat gebeurt. Een Slim Contract is eigenlijk een soort applicatie die autonoom functioneert. Solidity is de taal waarmee wordt gecodeerd op de Ethereum Virtual Machine, die ervoor zorgt dat Ethereum nodes (computers binnen de blockchain) worden opgeslagen en dat data wordt verwerkt om zo tot een betaling te komen. Solidity is een object-geörienteerde, domeinstepecifieke programmeertaal die zich qua syntax het beste laat vergelijken met ECMAScript (Javascript). Dit is echter een statisch typesysteem, waarin bepaald wordt hoe de taal gegevens classificeert per datatype en checkt hoe de datatypen kunnen worden samengevoegd. Bij het coderen in Solidity wordt een compiler gebruikt die ervoor zorgt dat er instructies ontstaan als ‘ga terug naar de instructie bij geheugenpunt x’. Andere talen die worden gebruikt op de Ethereum Virtual Machine zijn Serpent en LLL.

Je logt in op de portal met je wallet (private key). "We bieden voor investeerders die onbekend zijn met wallets, de mogelijkheid deze aan te schaffen, veilig te stellen en te beheren." Het is mogelijk om een voorconfigureerde hardwarewallet aan te schaffen. "Je kunt je privésleutel op een RVS-plaat gegraveerd krijgen en we kunnen direct wat Ether op zijn wallet zetten om mee te betalen bij het uitvoeren van aandelentransacties op de blockchain. Daarnaast kan een kleine investeerder altijd een gratis MetaMask wallet aanmaken (om gedecentraliseerde apps, dApps, in je browser uit te voeren, red.). Met een beetje lezen kan je ook deze heel veilig gebruiken, maar je moet er dan iets meer moeite voor doen."

Crowdfunded company

Enerzijds past deze moderne manier van financieren goed bij Ockel, anderzijds is het de vraag waarom het crowdfunding via een platform als Indiegogo loslaat. Dit is een succesvolle manier van financieren gebleken, waarmee het nieuwe varianten van Sirius mogelijk heeft gemaakt. Haaksma: “We zullen nog steeds naar Indiegogo gaan als we een nieuw product willen maken. Deze security token gaat echt om een investering in ons bedrijf, niet slechts een product en uiteindelijk is dit slechts een andere vorm van fondsen ophalen, wederom door een groep mensen die enthousiast zijn over Ockel. We blijven een crowdfunded company.”

De Ockeltoken is een nieuwe manier van crowdfunding voor het bedrijf. De aandelen van Ockel worden vertegenwoordigd door een ERC20-token of coin, waardoor je aandeelhouder kunt worden tegen minder hoge kosten dan in het geval van gewone aandelen van een BV. “Als je een BV hebt en je wilt er een aandeelhouder bij, dan kost dat tijd en geld. Je moet naar de notaris, er moet een jurist naar kijken: dat doe je niet voor 25 euro.” Een token waardoor je een beetje eigenaarsschap krijgt over een stukje Ockel betekent niet dat je ook zeggenschap mag verwachten. “Er is geen stemrecht, dus je krijgt niet iets te zeggen over ons bedrijf. Wel heb je er een stukje van en als het goed gaat, dan profiteer je daarvan doordat er winst wordt uitgekeerd. Als het niet goed gaat, dan verlies je mogelijk je investering, dat is het risico dat je neemt.”

©PXimport

Haaksma wil dat Ockel autonomie behoudt. “Een private equitypartij zal zijn stem meteen ergens op drukken en ik wil de vrijheid houden om radicaal te innoveren. Een aandeelhouder wil misschien kort rendement, maar wij willen er een langetermijnding van maken. Wij willen één aandeelhouder in de vorm van een grote groep mensen die gelooft in wat we doen. Iedereen kan het token kopen en als het goed gaat met Ockel dan heb je volledig recht op dividend. Een investeerder zal de economische upside interessant vinden, dus de waardeontwikkeling van het bedrijf en daarmee ook de token. We zijn overigens niet op zoek naar grote investeerders, maar als er partijen zijn die een groter bedrag willen neerleggen, dan kan dat. Alleen krijgen die de token onder dezelfde voorwaarden, dus ze hebben dan alsnog niets te zeggen. Als je in onze ambitie en plannen gelooft, dan ben je welkom.”

Verantwoordelijkheid

Met zoveel meer mensen die gebaat zijn bij hoe goed je bedrijf loopt, heb je ook meer verantwoordelijkheid en is er meer behoefte aan transparantie. Haaksma: “Het risico wordt voor mij niet anders, maar ik heb wel verantwoordelijkheid naar een extra aandeelhouder. Ik heb echter nu al ook verantwoordelijkheid naar medewerkers en stakeholders. Er komt wel wat meer werk bij kijken, omdat de informatievoorziening via die nieuwe website zal gaan. Ik heb goed nagedacht over die transparantie, samen met een team financieel adviseurs die onder andere bij Goldman Sachs en Morgan Stanley hebben gewerkt. We hebben veel ICO’s onderzocht en wat we elke keer merken is dat het vooral belangrijk is helder uit te leggen wie je bent, waar je naartoe wilt en wat iemand ervoor krijgt.”

De plannen van Ockel zijn vooral gerelateerd aan haar product Sirius. Ockel wil bijvoorbeeld het bereik van de mobiele PC vergroten. “We werken vooral aan de Nederlandse en Belgische markt, maar we hebben de hele wereld als speelveld. Die bereiken we wel online, maar we hebben geen verkoopafdelingen in allerlei landen. Dat is wel een stap die we kunnen maken, in bijvoorbeeld Japan, Singapore, Amerika en Hong Kong waar veel animo is voor Sirius. We willen ook nieuwe producten ontwikkelen en dat zijn grote investeringen. Het opschalen van productie kost veel geld. Er is nu een productierun gaande, maar de vraag is groot en daar moet je wel aan kunnen voldoen. We hebben nu bijna geen voorraad meer. Die hebben we wel nodig. We zitten nu in een pilot bij Target in Amerika. Daar wordt Sirius aangeboden in probeersetting en als dat een succes is dan praten we verder.”

De revival van de ultramobile PC

Toen Sirius verscheen hadden veel mensen wat te zeggen over het apparaat, vooral omdat hij bijna alles kon, maar net niet de smartphone kon vervangen. “Steve Jobs die zei dat je nooit aan mensen moet vragen wat de ‘next best thing’ moet worden. Mensen weten niet wat ze willen gaan gebruiken. Dat geldt zeker voor radicale innovatie. Sirius is geboren vanuit een visie dat er een mobiele wereld en een desktopwereld is en dat deze naar elkaar toegroeien. Er zit al veel van die gedachte in dat apparaat, maar er zit nog geen simkaart in. Dat was met de huidige stand van de techniek ook niet makkelijk.”

Dat komt bijvoorbeeld door het feit dat Microsoft de techpartner is van Ockel en Sirius draait op Windows 10. “Je kunt niet zomaar even een desktoplicentie gebruiken en daarmee gaan bellen. Onze ultramobile PC’s zijn een soort revival: in 1997 waren Microsoft, Intel en Sony er druk mee bezig, maar toen was daar in 2007 de iPhone. We zijn tien jaar verder, wij zijn nu een van de eersten die dat weer hebben opgepakt en waarin we nog steeds een grote kans zien. Het is een categorie waarbij je een volledig portable apparaat hebt met Windows-licentie. Daar kun je heel andere dingen mee dan met de huidige smartphones die toch vaak concessies doen in apps. Hoewel de chipset van de Ockel Sirius A nog tot in ieder geval 2020 op de markt blijft, loopt Intel-chip die we gebruiken in Sirius B richting end-of-life. We willen met een nieuw model komen met betere specs, wederom via Indiegogo.”

Het bedrijf wil groeien en start mede daarom met een private fase om haar ICO bij mensen uit het privénetwerk uit te leggen. Op 2 oktober zal Ockels token publiek gaan met 20 miljoen tokens à 12,5 cent. “We willen 2,5 miljoen euro ophalen, dat is de hard cap. Als het meer is dan 2,5 miljoen dan gaan we waarschijnlijk nog meer vermarkten. Halen we dat bedrag niet, dan blazen we het af."

Het Security Token is een certificaat van een aandeel, een financieel product. Omdat Ockel een financieel instrument uitgeven aan particuliere beleggers moeten dit vooraf worden geregistreerd bij de AFM. Haaksma: "De AFM houdt utility tokens goed in de gaten, omdat dat schimmig kan zijn. Ik denk dat de AFM security tokens waarschijnlijk liever zal zien dan utility tokens, omdat het transparanter is. Er zijn Initial Coin Offerings waarvan de eigenaren naar een eiland zijn verdwenen: juist omdat ICO's vaak theoretische oplossingen zijn voor een probleem, maar geen bestaande business. De urgentie om het idee daadwerkelijk uit te voeren verdwijnt kennelijk als ze ineens veel geld ophalen. Wij zijn een serieus bedrijf met bestaande business. Het is crowdfunding in ultieme vorm.”

Veiligheid

Het is wel een risico, dat een eigenaar zomaar naar een eiland verdwijnt, of dat bijvoorbeeld wordt gehackt waardoor de private key wordt ontfutseld. “Volgens mij is iedereen ervan overtuigd dat juist blockchaintechnologie veilig is. Hacken kan niet, maar private keys kunnen worden gestolen als je ze niet private houdt. Niet iedereen hoeft alle techniek van een auto te snappen om erin te rijden. Als er mensen zijn voor wie dit nieuw is, dan hebben we je juist de intentie dit heel goed uit te leggen. Je hebt in een paar minuten een wallet aangemaakt en het kopen van tokens gaat niet anders dan als je een nieuwe jas koopt bij Wehkamp.”

“De ethereum kun je niet overschrijven of manipuleren. Het netwerk controleert voortdurend of er transacties zijn die verandering brengen in het totaal. Het is per definitie juist heel erg veilig, zolang je je private key niet weggeeft. Je kunt in het geval van het Ockeltoken je tokens niet zomaar verhuizen naar een andere plek, dus qua veiligheid is dit juist de ultieme oplossing. Als je er maar voor zorgt dat je die private key goed opslaat. Sommige mensen slaan hem in een stalen plaat en leggen die bij de notaris, dat als het kantoor afbrandt, de code alsnog niet verloren gaat.”

©PXimport

Exchange

Haaksma hoopt uiteindelijk op een exchange te komen. “Er zijn nog geen security exchanges, maar ik verwacht over twaalf maanden wel minstens vijf grote platformen hiervoor. De eerste twaalf maanden gaan we sowieso niet voor een listing, dus je kunt de tokens de eerste 12 maanden niet verhandelen. Bestaande aandeelhouders mogen hun aandelen onderling verhandelen, dat zal altijd onderhands zijn waarbij wij geen actieve rol spelen. In ieder geval whitelisten we wallets, want we moeten weten wie onze tokens heeft.

Het feit dat 95% van de investeerders betaalt met credit card, iDEAL, Paypal of overschrijving zorgt ervoor dat deze al door het "Know Your Customer"-proces is gegaan, wat betekent dat een bank of instantie de identiteit van de persoon checkt om te kunnen inschatten wat de risico's zijn om met deze persoon in zee te gaan. Ockel kijkt of de naam van de investeerder overeenkomt met de naam van de bankrekening van waaruit gestort is, daarna kan men whitelisten. Voor de laatste 5% investeerders die met Bitcoin of Ether betaalt, is er de mogelijkheid om een kopie paspoort te uploaden, zodat op die manier de identiteit kan worden vastgesteld.

Als het aan Haaksma ligt, dan is blockchain helemaal de toekomst, juist voor bedrijven. “Ooit in Nederland hebben we een aandelenpapiertje bedacht in de VOC en nu is dit een digitaal aandelenpapiertje geworden: afspraken liggen vast in de blockchain, dat maakt het

makkelijk om dit te doen. Vroeger was zoiets alleen voor grote bedrijven weggelegd, maar nu kunnen kleinere bedrijven het ook doen. Je zit niet meer aan grote kosten om openbaar te gaan. Dit is een vernieuwde versie van de economie die we in de zeventiende eeuw hebben bedacht.”

▼ Volgende artikel
Wat is local dimming en waarom is het belangrijk?
© ER | ID.nl
Huis

Wat is local dimming en waarom is het belangrijk?

Het gebrek aan een rijk contrast is een van de grootste ergernissen bij lcd- en ledtelevisies. Fabrikanten hebben daarom een slimme techniek bedacht die het contrast aanzienlijk verbetert: local dimming. In dit artikel leggen we uit hoe deze techniek van jouw grijze nachtlucht weer een inktzwarte sterrenhemel maakt.

Het contrast van je televisie is misschien wel de belangrijkste eigenschap voor mooi beeld. We willen dat wit verblindend wit is en zwart echt inktzwart. Bij oledtelevisies is dat makkelijk, want daar geeft elke pixel zelf licht. Maar de meeste televisies in de Nederlandse huiskamers zijn nog steeds lcd- of ledschermen (inclusief QLED). Die werken met een lamp achter het scherm, de zogeheten backlight. Local dimming is de techniek die probeert de nadelen van die achtergrondverlichting op te lossen.

Om te begrijpen waarom local dimming nodig is, moet je eerst weten hoe een standaard led-tv werkt. Simpel gezegd is het een groot paneel met pixels die zelf geen licht geven, maar alleen van kleur veranderen. Achter die pixels brandt een grote lichtbak. Als het beeld zwart moet zijn, sluiten de pixels zich om het licht tegen te houden. Helaas lukt dat nooit voor de volle honderd procent; er lekt altijd wat licht langs de randjes. Hierdoor zien donkere scènes er vaak wat flets en grijzig uit. De achtergrondverlichting staat immers vol aan, ook als het beeld donker moet zijn.

Nooit meer te veel betalen? Check Kieskeurig.nl/prijsdalers!

De lampen dimmen waar het donker is

Local dimming pakt dit probleem bij de bron aan. In plaats van één grote lichtbak die altijd aan staat, verdeelt deze techniek de achtergrondverlichting in honderden (en bij duurdere tv's soms duizenden) kleine zones. De televisie analyseert de beelden die je kijkt continu. Ziet de processor dat er linksboven in beeld een donkere schaduw is, terwijl rechtsonder een felle explosie te zien is? Dan worden de lampjes in de zone linksboven gedimd of zelfs helemaal uitgeschakeld, terwijl de lampjes rechtsonder juist fel gaan branden.

Het resultaat is direct zichtbaar. Zwart wordt weer echt zwart, simpelweg omdat er geen licht meer achter dat deel van het scherm brandt. Tegelijkertijd blijven de lichte delen van het scherm helder. Dat zorgt voor een veel groter contrast en geeft het beeld meer diepte. Vooral bij het kijken van HDR-films en -series is dat van belang. Zonder local dimming kan een led-tv eigenlijk geen goed HDR-beeld weergeven, omdat het verschil tussen licht en donker dan te klein blijft.

©ER | ID.nl

Niet alle local dimming is hetzelfde

Het klinkt als een wonderoplossing, maar de uitvoering verschilt enorm per televisie. Het grote toverwoord hierbij is het aantal zones. Hoe meer zones de tv onafhankelijk van elkaar kan aansturen, hoe preciezer het licht kan worden geregeld. Goedkopere televisies gebruiken vaak edge lit local dimming. Hierbij zitten de lampjes alleen in de rand van de tv. Dat werkt redelijk, maar is niet heel nauwkeurig. Je ziet dan soms dat een hele verticale strook van het beeld lichter wordt, terwijl er eigenlijk maar één klein object moest worden verlicht.

De betere variant heet full array local dimming. Hierbij zitten de lampjes over de hele achterkant van het scherm verspreid. De allernieuwste en beste vorm hiervan is miniLED. Daarbij zijn de lampjes zo klein geworden dat er duizenden in een scherm passen, wat de precisie van oled begint te benaderen. Als er te weinig zones zijn, kun je last krijgen van zogenaamde 'blooming'. Dat zie je bijvoorbeeld bij witte ondertiteling op een zwarte achtergrond: er ontstaat dan een soort wazige lichtwolk rondom de letters, omdat de zone groter is dan de tekst zelf.

Welke merken gebruiken local dimming?

Bijna elke grote televisiefabrikant past deze techniek inmiddels toe, maar ze doen dat voornamelijk in hun middenklasse en topmodellen. Samsung is een van de voorlopers, zeker met hun QLED- en Neo QLED-televisies, waarbij ze in de duurdere series gebruikmaken van geavanceerde miniLED-techniek voor zeer precieze dimming. Ook Sony staat bekend om een uitstekende implementatie van full array local dimming, die vaak geprezen wordt om de natuurlijke weergave zonder overdreven effecten. Philips past het eveneens toe in hun (mini)ledmodellen, vaak in combinatie met hun bekende Ambilight-systeem voor een extra contrastrijk effect.

Ga voor de full monty!

Local dimming is dus geen loze marketingkreet, maar een dankbare techniek voor iedereen die graag films of series kijkt op een led- of QLED-televisie. Het maakt het verschil tussen een flets, grijs plaatje en een beeld dat van het scherm spat met diepe zwartwaarden. Ben je in de markt voor een nieuwe tv? Vraag dan niet alleen óf er local dimming op zit, maar vooral of het gaat om full array dimming. Je ogen zullen je dankbaar zijn tijdens de volgende filmavond!

Vijf fijne televisies die full array local dimming ondersteunen

▼ Volgende artikel
Waar voor je geld: 5 robotstofzuigers voor een extra schone vloer
© ID.nl
Huis

Waar voor je geld: 5 robotstofzuigers voor een extra schone vloer

Bij ID.nl zijn we gek op producten waar je niet de hoofdprijs voor betaalt of die zijn voorzien van bijzondere eigenschappen. Met een robotstofzuiger wordt de vloer schoongehouden, terwijl je er niet bij hoeft te zijn. En stofzuigen is dan wel het minste dat ze kunnen, want ook dweilen is voor veel modellen geen proleem. We vonden vijf geavanceerde exemplaren.

Philips HomeRun 7000 Series XU7100/01

De Philips HomeRun 7000 Series XU7100/01 is ontworpen om grote ruimtes aan te kunnen. Het apparaat heeft een stofzak van 3 liter en een werktijd tot 180 minuten in de laagste stand. In tegenstelling tot veel kleinere robots is deze HomeRun uitgerust met een stille motor; de opgave van 66 dB maakt hem relatief stil.

Er zit een dweilfunctie in zodat je de robot na het stofzuigen ook direct kunt laten dweilen. Via de app kies je voor een van de modi of plan je een schoonmaakprogramma in. De robot kan zichzelf navigeren, obstakels omzeilen en keert na gebruik terug naar het laadstation. Omdat de opvangbak groot is hoef je niet vaak te legen en dankzij de Li‑ion‑accu is hij geschikt voor grotere woningen. Het apparaat is van recente datum en daarom nog volop verkrijgbaar.

Dreame L10s Pro Ultra Heat

Deze robot combineert een groot stofreservoir van 3,2 liter met een lange werktijd van ongeveer 220 minuten. Dankzij de geïntegreerde dweilfunctie verwijdert hij niet alleen stof maar kan hij ook nat reinigen. De L10s Pro Ultra Heat gebruikt een zak in het basisstation, waardoor je het reservoir minder vaak hoeft te legen.

De Dreame is voorzien van een Li‑ion‑batterij aanwezig en de robot keert automatisch terug naar het station voor opladen en legen. De sensortechnologie helpt bij het vermijden van obstakels en het nauwkeurig schoonmaken van zowel harde vloeren als tapijt. Dankzij de meegeleverde app stuur je de schoonmaak aan, stel je no‑go‑zones in of plan je een dweilrondje.

Philips HomeRun 3000 Series Aqua XU3100/01

Deze Philips‑robot is bedoeld voor wie minder vaak handmatig wil schoonmaken. Hij beschikt over een gecombineerde stofzuig‑ en dweilfunctie en kan zichzelf legen via het automatische station. Met een gebruiksduur tot 200 minuten in de laagste stand en een geluidsniveau van 66 dB kan hij urenlang zijn werk doen zonder al te veel herrie. De stofcontainer van 35 cl is kleiner dan bij de HomeRun 7000, maar door het automatische leegmechanisme is dat geen probleem.

Je bedient het apparaat via de app en kunt daar zowel een schema programmeren als zones instellen. De Aqua XU3100/01 is een model uit de recente 3000‑serie en doordat hij een mop‑pad heeft kan hij zowel droog als nat reinigen, wat handig is voor harde vloeren zoals tegels en laminaat.

iRobot Roomba Combo j9+

De Roomba Combo j9+ is een model dat je vloeren zowel kan stofzuigen als dweilen. De Combo j9 beschikt over een opvangbak van 31 cl en hij kan zelf zijn inhoud legen in het automatische basisstation dat bij de set hoort. De Li‑ion‑accu zorgt voor een lange gebruiksduur en de robot maakt een routeplanning zodat elke ruimte efficiënt wordt schoongemaakt.

Via de app kun je zones instellen waar de robot niet mag komen en het dweilelement in‑ of uitschakelen. In de basis maakt de Combo j9+ zelfstandig een kaart van je woning en keert terug naar het station wanneer de accu moet opladen of de stofcontainer vol is. De robot is bedoeld voor huishoudens die gemak belangrijk vinden en biedt naast stofzuigen ook een dweilfunctie voor hardere vloeren.

MOVA Tech P50 Ultra

De MOVA Tech P50 Ultra is een forse robotstofzuiger met een basisstation. Het apparaat heeft een stofreservoir van 30 cl en wordt geleverd met een basisstation waarin je het stof eenvoudig kunt verwijderen. De robot produceert een geluidsniveau van 74 dB, iets hoger dan de Philips‑modellen, en weegt inclusief station ruim 13 kg.

Hij kan uiteraard ook automatisch terugkeren naar het station om op te laden of te legen. In de specificaties staat dat de MOVA is voorzien van een Li‑ion‑batterij en dat hij zowel kan stofzuigen als dweilen. De meegeleverde app maakt het mogelijk om routes in te stellen en zones te blokkeren. Met een vermogen van 700 W is hij krachtig genoeg voor tapijten en harde vloeren. Het is geschikt voor mensen die een uitgebreid station met automatische functies willen.