ID.nl logo
Wifi-netwerken analyseren met WinFi Lite
© PXimport
Huis

Wifi-netwerken analyseren met WinFi Lite

Draadloze netwerken zijn wel zo handig – als je de signalen ervan een beetje weet te temmen. Doe je dat niet, dan zouden naburige netwerken weleens je eigen wifi-netwerk kunnen verstoren. Een wifi-analyzer als het gratis WinFi Lite brengt al die draadloze signalen mooi in kaart. Wifi-netwerken analyseren doe je ermee als volgt.

WinFi Lite werd specifiek ontwikkeld voor Windows 10. Op het moment van schrijven is de tool (tijdelijk?) niet meer beschikbaar in de Microsoft Store, maar gelukkig biedt de ontwikkelaar zelf een downloadlink voor de desktopversie 1.0 aan. Download WinFi Lite hier. We kunnen je alvast vertellen dat WinFi Lite een van de meest uitgebreide wifi-analyzers is die we kennen. ‘Lite’ is dus wel erg bescheiden.

Na een snelle installatie vind je WinFi Lite terug in het Windows Startmenu. Meteen na de start begint de tool naar draadloze signalen te scannen. Er blijkt een weelde aan informatie beschikbaar; die kan wat intimiderend werken. Het moment dus om enige klaarheid te scheppen.

Werken met kolommen

Mocht je pc met meerdere wifi-adapters zijn uitgerust: linksboven selecteer je het gewenste exemplaar. Rechtsboven vind je de knoppen 2.4 GHz en 5 GHz: hiermee krijg je alleen de draadloze netwerken te zien op die specifieke frequentieband. Klik op ALL voor alle netwerken. Houd er overigens rekening mee dat veel routers van het dualband-type zijn die vaak simultaan op beide frequenties kunnen uitzenden.

Het aantal informatiekolommen hangt onder meer af van de gekozen weergave. Die stel je rechtsboven in. Je kunt bijvoorbeeld opteren voor Basic, Pro en Default View. Een oranje bol in de kolom Network Name geeft het netwerk aan waarmee je pc momenteel is verbonden.

Overigens zijn er nog heel wat meer kolommen mogelijk; wij telden er liefst 65. Je kunt echter zelf beslissen welke je zichtbaar wilt maken. Klik op het tandwielpictogram en op +Columns. Je hoeft nu maar een vinkje te plaatsen naast de kolomnamen die je nuttig acht. Zijn niet alle kolommen zichtbaar: via de schuifbalk onderaan het venster krijg je die alsnog in beeld.

Je kunt kolommen ook naar een andere locatie verslepen. Om snel te wisselen tussen verschillende weergaves kun je zo’n weergave in een profiel onderbrengen. Klik op het pijltje helemaal rechtsboven, kies Create New Profile en vul een profielnaam in; het profiel verschijnt in de lijst.

Scannen

©PXimport

Standaard scant WinFi Lite om de drie seconden naar draadloze netwerken. Om dit scanproces te pauzeren, druk je linksboven op de Pause-knop. Nogmaals drukken en het scanproces gaat weer verder. Je kunt de scanfrequentie overigens ook aanpassen. Klik op Settings, open de rubriek Data Grid en kies een geschikte frequentie bij Scan Interval (van 0 tot 10 seconden). Merk op dat Unreachable AP’s hier standaard staat ingesteld op Remove After 3 min. Dat houdt in dat netwerken die daarnet wel (nog) actief of detecteerbaar waren, na drie minuten niet langer zichtbaar zijn. Je kunt deze optie echter ook instellen op Don’t show of de onbereikbare netwerken pas na 15 minuten niet langer laten weergeven.

We raden je in elk geval aan het vinkje bij Show Tooltips te laten staan: wanneer je met de muisaanwijzer over bepaalde begrippen gaat, dan krijg je hierover nuttige informatie.

Signaalkwaliteit

Heb je verschillende draadloze toegangspunten met dezelfde netwerknaam, dan verschijnt die Network Name oftewel ssid (service set identifier) normaliter ook meerdere keren in WinFi Lite. Om uit te zoeken welk item bij welk toegangspunt hoort, kun je de kolom BSSID zichtbaar maken. Dat staat voor ‘basic service set identifier’ en is weinig meer dan het mac-adres dat voor elke netwerkadapter van het toegangspunt uniek is.

Je wilt natuurlijk weten hoe het met het signaal van je draadloze router of toegangspunt is gesteld. Er zijn verschillende kolommen die je hiervoor de nodige informatie verschaffen. De minst technische is Signal Quality. Die drukt de signaalkwaliteit uit in de vorm van een percentage: van onwerkbaar (0%) tot uitstekend (100%). Houd er evenwel rekening mee dat zelfs een hoog percentage niet noodzakelijk een gegarandeerde datadoorvoer voor je draadloze clients betekent. Immers, er kunnen storende signalen zijn die niet van je wifi-netwerk afkomstig zijn, maar van een ander netwerk of bijvoorbeeld van een babyfoon.

Ook de netwerkcapaciteit kan een rol spelen. Van dit laatste krijg je alvast een idee met de kolom Channel Utilization Graph. Hoe meer clients je toegangspunt benaderen en hoe meer dataverkeer, hoe hoger dit gebruikspercentage. Wanneer dit percentage 75% of hoger wordt, mag je rekening houden met meer data-uitval en vertraging.

©PXimport

Mag het gerust wat technischer voor je, maak dan zeker ook de kolommen RSSI en SNR zichtbaar. Rssi staat voor ‘received signal strength indicator’ en wordt in WinFi Lite uitgedrukt als een dBm-waarde (decibel-milliwatts). Houd er rekening mee dat het hier om negatieve waarden gaat, waarbij bijvoorbeeld -65 dBm een slechtere waarde aangeeft dan -25 dBm. Bij een waarde vanaf circa -70 dBm hoef je niet te rekenen op een netwerkverbinding van enige kwaliteit. Ga je met je laptop bijvoorbeeld wat dichter bij het toegangspunt staan, dan zal die waarde ongetwijfeld verbeteren.

De kolom SNR (signal to noise ratio) is nauw verwant aan de RSSI-data. Hoe hoger de snr-waarde, uitgedrukt in decibels (dB), hoe sterker het wifi-signaal uitkomt boven eventuele achtergrondruis. Valt het percentage lager uit dan circa 25 dB, dan hoef je niet veel te verwachten van het wifi-signaal.

Wifi-kanalen

Wanneer je toegangspunten in de 2,4GHz-band opereren, kan de kanaalkeuze van groot belang zijn, zeker wanneer er meerdere toegangspunten - of potentieel storende apparaten - worden gedetecteerd, zoals die van naburige netwerken. Je moet namelijk weten dat het aantal inzetbare kanalen binnen die band doorgaans beperkt is tot 11. Daarbij komt dat naburige kanalen elkaar overlappen.

Om zulke overlapping te vermijden – en dus mogelijke interferentie van bijvoorbeeld andere wifi-netwerken – stel je je draadloze router of toegangspunt het best in op een kanaal dat minstens vijf nummers is verwijderd van dat van naburige netwerken. In de praktijk komt dat neer op een keuze tussen kanalen 1, 6 en 11. Controleer dus goed de kolom CH (channel) en pas waar nodig het kanaal van je router of toegangspunt aan.

©PXimport

Archief

WinFi Lite laat je tevens toe de prestaties van draadloze netwerken over een langere periode te monitoren. Je laat gewoon WinFi Lite een tijdlang (geminimaliseerd) draaien en scannen. Na de testperiode druk je bovenaan op de knop Archive en klik je op de gewenste sessie. Vervolgens druk je op Replay zodat je in het vertrouwde programmavenster belandt. Via de afspeelknop krijg je een beeld van de opeenvolgende scans. Klik op de dubbele pijlknop om sneller door deze scanrondes te navigeren.

Er zijn weliswaar nog meer opties en mogelijkheden in WinFi Lite, maar de meeste daarvan zijn vooral toch gericht op meer gespecialiseerde wifi-analyses. Met bovenstaande informatie kom je al een heel eind!

Om je thuisnetwerk en alle verbonden apparaten optimaal te laten draaien bieden wij de Tech Academy cursus Netwerkbeheer voor thuis aan. Naast de online cursus kun je ook kiezen voor de cursusbundel Netwerkbeheer voor thuis, inclusief techniek- en praktijkboek.

▼ Volgende artikel
Gamers, opgelet: de ROG Xbox Ally en Ally X komen in oktober!
© ASUS
Huis

Gamers, opgelet: de ROG Xbox Ally en Ally X komen in oktober!

ASUS Republic of Gamers (ROG) heeft op Gamescom 2025 in Keulen de ROG Xbox Ally en de krachtiger ROG Xbox Ally X onthuld. Beide handhelds liggen vanaf 16 oktober 2025 wereldwijd in de winkels. Bezoekers van de gamingbeurs kregen deze week de primeur om de nieuwe apparaten zelf uit te proberen.

Laten we beginnen met wat specs: de standaard ROG Xbox Ally draait op een AMD Ryzen Z2 A-processor met vier Zen 2-cores en acht RDNA 2-GPU-cores. In combinatie met 16 GB LPDDR5X-6400 RAM, een 512 GB SSD en een 60 Wh-batterij mikt dit model op solide prestaties voor onderweg. De Ally X gaat echter nog een stapje verder: deze versie krijgt de nieuwe AMD Ryzen AI Z2 Extreme met acht cores, zestien threads, 16 RDNA 3.5-GPU-cores en een geïntegreerde NPU. Daarbij hoort 24 GB sneller LPDDR5X-8000 werkgeheugen, een 1 TB SSD en een grotere 80 Wh-batterij voor langere speeltijd.

Xbox-ervaring in handheld-vorm

Bij het inschakelen start de Ally direct in een fullscreen Xbox-omgeving. Daarmee voelt het apparaat aan als een natuurlijke uitbreiding van de console, terwijl Windows 11 onderliggend toegang biedt tot je volledige pc-bibliotheek. Spelen kan via Game Pass, Steam en andere pc-stores, maar ook via cloudgaming of remote play vanaf een Xbox-console. Xbox heeft bovendien met gamestudio's samengewerkt om duizenden titels beter geschikt te maken voor handhelds. In de bibliotheek verschijnen nieuwe aanduidingen als Handheld Optimized en Mostly Compatible, zodat je meteen weet welke games vlekkeloos draaien.

©ASUS

Scherm, geluid en comfort

Zowel de Ally als de Ally X hebben een 7-inch Full-HD-scherm met 120 Hz verversingssnelheid, 500 nits helderheid en FreeSync Premium voor vloeiende beelden. Het scherm is beschermd met Gorilla Glass. De Ally X onderscheidt zich met dual Smart-Amp speakers, vibrerende triggers en subtiele RGB-verlichting rond de sticks voor extra feedback. Ook ergonomie kreeg de nodige aandacht: de vorm van de grepen is geïnspireerd op de Xbox-controller, met een gebalanceerd gewicht zodat langere speelsessies comfortabel blijven.

Prestaties en uitbreidbaarheid

Om te zorgen dat de hardware ook bij intensief gebruik koel blijft, introduceert de Ally X een zogenoemd Zero Gravity-koelsysteem dat in elke houding stabiel presteert. Beide modellen zijn bovendien eenvoudig uit te breiden dankzij een M.2-slot voor extra opslag. De connectiviteit verschilt wel enigszins: waar de standaard Ally beschikt over usb-c (3.2 Gen 2), microSD en wifi 6E, voegt de Ally X daar usb 4 met Thunderbolt-ondersteuning aan toe.

©ASUS

Slimme software en AI-functies

Nieuwe softwarefuncties moeten het gebruik verder stroomlijnen. Shaders worden al tijdens het downloaden voorgeladen, waardoor games sneller starten en minder energie verbruiken. Voor de Ally X zijn vanaf 2026 bovendien extra AI-mogelijkheden gepland, zoals Automatic Super Resolution voor hogere beeldkwaliteit en het automatisch vastleggen van hoogtepunten in korte videoclips.

▼ Volgende artikel
Inductie, keramisch of gas: welke pan past bij jouw kookplaat?
© Malkov Konstantin
Huis

Inductie, keramisch of gas: welke pan past bij jouw kookplaat?

Of je nu op gas, inductie of een keramische plaat kookt, het type kookplaat in je keuken bepaalt in grote mate welke pannen je kunt gebruiken. Daarbij draait het vooral om het materiaal van de pan. In dit artikel lees je wat je nodig hebt om zorgeloos en efficiënt te kunnen koken, wat er op jouw fornuis ook staat. Smakelijk alvast!

👨🏼‍🍳 In het kort:

• Gas, inductie of keramisch: zo werken deze kookplaten • Van koper tot roestvrijstaal: welke pan past bij welke kookplaat? • Onderhoudstips voor je kookplaat • Misvattingen ontkracht

Lees ook: Overstappen van gasfornuis naar inductieplaat: de voor- en nadelen

Hoe werkt jouw kookplaat eigenlijk?

Om te begrijpen welke pannen het best op jouw kookplaat werken, is het handig om eerst te weten hoe die kookplaten precies hun werk doen. Een gaskookplaat verwarmt je pan direct via een open vlam: simpel, doeltreffend en visueel controleerbaar. Bij inductie gebeurt dat heel anders: een spoel onder het kookoppervlak wekt een magnetisch veld op, waardoor alleen pannen met een magnetiseerbare bodem zelf warm worden. De plaat zelf blijft koel. Keramische kookplaten zitten daar qua techniek tussenin. Onder een glad glasoppervlak zit een elektrisch verwarmingselement dat de plaat en vervolgens de pan verwarmt.

Van koper tot RVS: welke pan werkt waarbij?

Pannen zijn er in allerlei materialen, en elk daarvan gedraagt zich anders op een kookplaat. Hieronder lees je wat je van de bekendste soorten kunt verwachten.

Roestvrijstaal (RVS)

RVS is een echte alleskunner. Deze pannen doen het goed op alle soorten kookplaten, zolang ze voor inductie wel een magnetische bodem hebben. RVS geleidt warmte iets minder goed dan bijvoorbeeld koper of gietijzer, maar met een goede, dikke bodem kun je er uitstekend mee uit de voeten, ook op inductie.

©tsarenko | Fototocam

Gietijzer

Gietijzeren pannen zijn zwaar, maar daar krijg je gelijkmatige warmteverdeling voor terug. Ze zijn prima geschikt voor gas en keramisch, en door hun magnetische eigenschappen ook voor inductie. Let wel op bij glas-keramische kookplaten: de wat ruwe of ongelijke bodem van gietijzer kan krassen veroorzaken en minder efficiënt verwarmen. Ook het onderhoud vraagt aandacht – afwassen doe je met warm water en keukenpapier, niet in de vaatwasser.

©kseyale

Check: geschikt voor inductie? Bij inductiekookplaten is het belangrijk dat de pan magnetisch is, anders zal deze niet werken. Dit kun je eenvoudig controleren door een magneet aan de onderkant van de pan te houden - als deze wordt aangetrokken, is de pan compatibel.

Lees ook: Zo kook je extra zuinig op een inductiekookplaat

Koper

Met koperen pannen kook je snel en nauwkeurig: koper geleidt warmte als de beste. Tegelijk zijn ze kwetsbaarder voor krassen en deuken, en ze vergen wat meer onderhoud om mooi te blijven. Niet geschikt voor de vaatwasser dus. Op gas en keramisch doen ze het prima, maar voor inductie heb je een speciale bodem nodig. Zonder die aanpassing werkt het simpelweg niet.

©fotofabrika

Aluminium

Aluminium is licht, betaalbaar en geleidt warmte goed. Het doet zijn werk uitstekend op gas en keramisch. Voor inductie moet aluminium speciaal bewerkt zijn – alleen dan werkt het magnetische veld. Aluminium krast en deukt snel, dus voorzichtigheid is geboden bij gebruik én schoonmaak.

Check: geschikt voor keramisch? Voor keramische kookplaten moet de bodem van de pan vlak en glad zijn om een goede warmteoverdracht te garanderen en krassen op de plaat te voorkomen.

Pannen met een dikke, goed geleidende bodem leveren doorgaans het beste resultaat, ongeacht het fornuis. Koper en gietijzer scoren hoog op warmteverdeling en -behoud, terwijl roestvrij staat en aluminium het juist moeten hebben van slimme combinaties en coatings. Denk bijvoorbeeld aan een antiaanbaklaag of een gelaagde bodem, die verschillende eigenschappen combineren voor betere prestaties.

Welke pan op welke kookplaat?

MateriaalGasInductieKeramisch
RVSJaJa*Ja
GietijzerJaJaJa
AluminiumJaNee**Ja
KoperJaNee**Ja

*= Mits voorzien van een ferromagnetische bodem ** = Alleen als ze een speciale inductie-geschikte bodem hebben

Nog even in het kort:

⚪ RVS pannen werken goed op alle kookplaten, maar kunnen door inductie sneller en gelijkmatiger verhit worden. ⚫ Gietijzer is minder geschikt voor inductie vanwege de oneffen bodem, maar werkt prima op gas en keramisch. 🟠 ⚪ Koper en aluminium geleiden goed, maar zijn gevoelig voor krassen en deuken.

Zo houd je je kookplaat en pannen in topvorm

Met een beetje aandacht gaan je kookplaat én pannen langer mee. Voor inductie is het cruciaal dat de bodem van je pan vlak en onbeschadigd is, anders kunnen er krassen op de plaat ontstaan. Keramische platen vragen om een zachte aanpak: gebruik geen schurende middelen of scherpe voorwerpen. Hardnekkige resten? Leg er wat vochtig keukenpapier op en laat het twintig minuten weken. Daarna kun je het vuil meestal met een nat doekje verwijderen. Voor echt aangekoekte plekken is een speciale keramische schraper een veilig alternatief.

Lees ook: Inductiekookplaat schoonmaken? Dit moet je wel doen en dit niet

©Maryna Pleshkun | zest_marina

Misverstanden de wereld uit: vier hardnekkige kookmythes

Er doen nogal wat verhalen de ronde over pannen en kookplaten. Tijd om de vier hardnekkigste misverstanden recht te zetten.

1. Overstappen betekent al je pannen vervangen

Niet per se. Veel pannen kun je gewoon blijven gebruiken, ook als je overstapt naar een andere kookplaat. Kijk goed naar het materiaal, de staat van de pan en of de bodem geschikt is voor je nieuwe kooktype. Je hoeft dus zeker niet halsoverkop een nieuwe pannenset te kopen.

2. Inductie is gevaarlijk

Sommige mensen maken zich zorgen over het magnetisme van inductieplaten. Dat is nergens voor nodig: het magnetische veld is zwak en werkt alleen als er een geschikte pan op staat. Voor de gebruiker is het volkomen veilig.

3. Keramische platen zijn breekbaar

Zolang je ze met zorg gebruikt en pannen met een gladde bodem kiest, gaan keramische kookplaten jarenlang mee zonder noemenswaardige schade. Het glas is stevig, maar vraagt wel om voorzichtig gebruik.

4. Elke pan werkt op elke kookplaat

Helaas, zo eenvoudig is het niet. Niet elk materiaal is compatibel met elk type kookplaat. De juiste pan kiezen begint bij weten wat voor kookplaat je hebt en wat voor bodem die pan nodig heeft.

Tot slot

Je weet nu waar je op moet letten als je een pan kiest voor jouw kookplaat. Niet ieder materiaal werkt overal even goed, maar met de juiste match zit je altijd goed. Tijd om de keuken in te duiken en je kookkunsten de vrije loop te laten. Veel plezier aan het fornuis!