ID.nl logo
Overal wifi: 25 tips voor je draadloze netwerk
© PXimport
Huis

Overal wifi: 25 tips voor je draadloze netwerk

Een (draadloos) netwerk is een complex samenspel van allerlei hardware, drivers, protocollen en software. Zodoende kan het verdraaid lastig zijn een oplossing te vinden als je ergens vastzit of er iets fout loopt. Je wilt immers overal wifi hebben. In dit artikel hebben we maar liefst 25 wifi-perikelen verzameld en van mogelijke oplossingen voorzien. Je zult zien dat de oorzaak van een wifi-probleem ook best elders in je netwerk kan liggen.

1 Optimale positie

Wat is de optimale positie voor mijn draadloze router of toegangspunt?

Om uit te vissen waar je je draadloze router of toegangspunt het best kunt plaatsen, kun je een ‘site survey’ uitvoeren, bijvoorbeeld met het gratis Ekahau Heatmapper of met de betaalde variant van NetSpot. Het komt erop neer dat je de software op een laptop installeert, waarna je door je woning wandelt en veelvuldig je actuele locatie aanduidt. Na afloop geeft de tool de sterkte van het wifi-signaal op al die locaties weer (‘heatmap’). Herhaal deze procedure nadat je bijvoorbeeld de router of het toegangspunt hebt verplaatst, zodat je weer de optimale positie kunt bepalen.

Overigens moet je wel weten dat een draadloze router een min of meer bolvormig signaal in nagenoeg alle richtingen uitzendt, zodat er doorgaans heel wat signalen verloren gaan. Ben je van plan een 802.11ac-router aan te schaffen, dan kun je een model met ‘beamforming’ overwegen. Die stuurt de signalen dan automatisch zo veel mogelijk richting je (ac-)clients.

Wat trouwens de beste positie voor de routerantennes betreft: daar kunnen we helaas geen eenduidig op geven, zoals ook wel hieruit blijkt.

©PXimport

2 Beperkt bereik

Het signaal van mijn draadloze router komt niet tot in de slaapkamer.

Er zijn diverse (mogelijke) oplossingen voor dit probleem, gesteld dat een herpositionering van je router niet helpt of niet mogelijk is (zie vraag 1). Je kunt overwegen een range-extender of repeater in te zetten, een oplossing die momenteel wordt gepromoot door provider Ziggo. Zo’n apparaat plaats je doorgaans op een plek waar het nog minstens 50 procent van het signaal van je router oppikt. Houd er echter rekening mee dat zo’n repeater de snelheid van het wifi-signaal doorgaans halveert. Dat geldt niet per se voor multiband-repeaters (zoals de ASUS ExpressWay), die één radio toewijzen aan de verbinding met de router en de andere gebruiken voor de verbinding met de client.

Een alternatief is een Homeplug (AV)/Powerline-set, die handig gebruik kan maken van het stroomnet. Een derde mogelijkheid is het inzetten van een tweede router of toegangspunt (zie ook vraag 3). Tot slot kun je nog investeren in een heus mesh-netwerk, waarbij één router-unit op je modem is aangesloten en het wifi-signaal tussen de andere units wordt gecommuniceerd, wat zorgt voor een beter bereik (zie het artikel rond wifi-mesh elders in dit nummer).

©PXimport

3 Tweede router

Ik heb nog een (oude) router liggen. Kan ik die inzetten om het draadloze bereik te vergroten?

Dat is inderdaad mogelijk. Dat gaat het makkelijkst als je tweede router een bridge- of repeater-modus ondersteunt, maar je kunt die ook zo instellen dat die als een draadloos toegangspunt fungeert. De eenvoudigste opzet is die waarbij je een lan-poort op elk van beide routers via een utp-kabel (en een switch) met elkaar verbindt. Je zorgt er tevens voor dat het wan-ip-adres van de tweede router, die niet rechtstreeks met je modem is verbonden, binnen hetzelfde subnet ligt als dat van je eerste router – bijvoorbeeld 192.168.0.200 wanneer router 1 als lan-ip-adres 192.168.0.1 heeft. Let er wel op dat het adres dat je aan router 2 geeft niet binnen het dhcp-bereik van router 1 valt. Je geeft beide wel hetzelfde subnetmasker mee (wellicht 255.255.255.0 of /24). Schakel bovendien de dhcp-service op router 2 uit.

©PXimport

4 Automatisch overschakelen

Als ik met mijn mobiele toestel naar boven ga, schakelt die niet (altijd) automatisch over naar het toegangspunt op de eerste verdieping.

In de meeste gevallen is het aan te raden op beide toegangspunten hetzelfde ssid in te stellen, net als dezelfde encryptiestandaard en hetzelfde wachtwoord. Stel elk van beide echter in op een (zo) verschillend (mogelijk) kanaal. Wanneer je je nu naar het andere toegangspunt begeeft, zal een client die continu checkt of er toegangspunten met hetzelfde ssid in de nabijheid zijn dankzij het sterkste signaal automatisch overschakelen naar dat toegangspunt Afhankelijk van de draadloze netwerkadapter op je laptop kun je dat automatisch overschakelen ook iets sneller laten verlopen. Open Apparaatbeheer (devmgmt.msc) en roep het eigenschappenvenster van je draadloze netwerkadapter op. Met wat geluk tref je op het tabblad Geavanceerd de optie Roaming aggressiveness. Ga na wat er gebeurt als je die op een iets hogere waarde instelt. Op een Android-toestel kun je de installatie van de gratis app Wifi Roaming Fix overwegen, die iets soortgelijks doet.

5 Kanaal

Mijn wifi-verbinding laat het geregeld (even) afweten: de ene keer werkt het, de andere keer niet.

In veel gevallen heeft een wegvallend signaal te maken met interferentie, vooral wanneer je apparaten zich via de 2,4GHz-band verbinden. Dit spectrum wordt namelijk óók gebruikt door andere apparaten, zoals magnetrons, draadloze telefoons en babyfoons. Of misschien word je geplaagd door naburige draadloze netwerken die zich van datzelfde spectrum bedienen. In de meeste gevallen helpt het dan om voor je eigen draadloze netwerk een ander wifi-kanaal in te stellen, dat bij voorkeur minstens vijf kanalen is verwijderd van dat van het (meest) storende netwerk. Tools als NetSpot en WIFI Channel Picker helpen je bij het opsporen van de meest gebruikte kanalen, zodat je op basis daarvan zelf het ideale kanaal kunt instellen.

©PXimport

6 Toch wifi

Hoe sluit ik mijn apparaat zonder wifi toch aan op mijn draadloze netwerk?

Als je apparaat over een usb-poort beschikt, kun je een usb-naar-wifi-adapter gebruiken. Zo’n dongle kost je tussen de 10 en de 30 euro, afhankelijk van de specificaties (bijvoorbeeld single band 802.11n versus dual-band 802.11 ac), en kun je bijvoorbeeld gebruiken op een oude laptop of een Raspberry Pi zonder wifi-ondersteuning. Voor deze laatste vind je de nodige instructies hier. Gaat het om een desktop-pc die je van wifi wilt voorzien, dan is een interne wifi-kaart ook een optie (prijzen rond de 20 euro).

Je kunt het natuurlijk ook over een andere boeg gooien en een wireless bridge inzetten. Zo’n apparaat pikt het draadloze signaal van je toegangspunt of router op en voorziet in een switch waarop je bekabelde toestellen kunt aansluiten. Overigens zijn er ook draadloze routers en toegangspunten die zich als wireless bridge laten instellen.

7 Altijd thuis

Ik heb een draadloze printer, maar die is opeens niet meer bereikbaar.

Dat komt wellicht doordat je printer een ip-adres krijgt toebedeeld via de dhcp-service van je router. Het valt niet uit te sluiten dat die op een bepaald moment, bijvoorbeeld na een reset, een ander ip-adres aan je draadloze printer toekent. Je doet er daarom goed aan apparaten die je altijd op hetzelfde ip-adres wilt kunnen bereiken, zoals een printer, nas of ip-cam, een vast ip-adres mee te geven dat buiten de adrespool van je router ligt. Als het ip-bereik bijvoorbeeld tussen 192.168.0.10 en 192.168.0.50 ligt, dan zou je als adres 192.168.0.51 kunnen nemen. Een handig alternatief is dhcp-reservering. Je geeft in je router dan zelf aan welk toestel, op basis van apparaatnaam of mac-adres, altijd hetzelfde ip-adres uit het dhcp-bereik moet krijgen.

©PXimport

8 Van buitenaf

Ik heb een draadloze ip-camera hangen die ik ook graag via internet wil benaderen.

De kans is reëel dat je dan één of meerdere poorten in je router moet openzetten. Indien je ip-camera luistert op poort 88, dan ga je naar een rubriek als Port forwarding in je router en vul je het interne ip-adres van je ip-camera in en geef je zowel bij de externe als de interne poort 88 mee. Het is echter ook mogelijk bij de externe poort bijvoorbeeld 80 in te vullen als je voor de benadering van je ip-camera liever niet telkens :88 in de url wilt opnemen. Als protocol kies je dan tcp of udp – of beide (raadpleeg de handleiding bij je ip-cam). Overigens vind je op hier instructies voor tal van routermodellen. Vervelend is wel dat je dan het (actuele) wan-ip-adres van je netwerk moet kennen om je ip-cam te bereiken. Dat kun je oplossen met een dynamische dns-service – zoals het gratis Dynu, eventueel in combinatie met een tool als Dynu IP Update Client (beschikbaar voor diverse platformen).

©PXimport

9 Mobiele hotspot

Hoe maak ik met mijn mobiele apparaat toch een wifi-connectie als er geen draadloos netwerk beschikbaar is?

Stel, je hebt op je hotelkamer wel een bekabelde verbinding voor je laptop, maar geen wifi voor je tablet of smartphone. Of je hebt een 4G-verbinding voor je smartphone, maar er is geen bekabelde of draadloze verbinding voor je laptop. Dan maak je van je laptop of smartphone een mobiele hotspot. Op je laptop met Windows 10 (jubileumupdate) kan dat via Instellingen / Netwerk en internet / Mobiele hotspot, waar je de schakelaar op Aan zet en de – bekabelde – internetverbinding selecteert die je wilt delen. Via Bewerken verzin je dan een eigen ssid en wachtwoord of je zet een tool in als Virtual Router.

Ook je smartphone laat zich echter als mobiele hotspot inzetten: voor Android vind je de nodige instructies hier en voor iOS kun je hier terecht.

10 Verkeerd verbonden

Ik kom niet meer op het draadloze netwerk met mijn wifi-printer.

Het komt wel vaker voor: opeens lukt het niet meer om een wifi-apparaat met je draadloze netwerk te verbinden. Dat kan bijvoorbeeld gebeuren wanneer de netwerkconfiguratie van het apparaat om een of andere reden opnieuw is geïnitialiseerd. Dat maakt het natuurlijk ook lastig om je draadloze printer te bereiken. In dat geval verbind je die met de usb-poort van je pc, waarna je het apparaat met de tools die de fabrikant beschikbaar heeft gesteld of via je browser alsnog probeert te bereiken. Ga in dat geval na wat het standaard ip-adres van het toestel is of maak gebruik van een gratis tool als Angry IP Scanner (voor Windows, MacOS of Linux) of de mobiele Android-app Fing om het ip-adres van de toestellen binnen je netwerk te achterhalen. Daarna is het slechts een kwestie van opnieuw de juiste netwerkinstellingen vastleggen. Eventueel laat je de printer het wifi-netwerk even tijdelijk vergeten, waarna je het opnieuw probeert.

11 Geen internet (1)

Ik heb blijkbaar wel wifi (of een netwerkverbinding), maar ik kan toch het internet niet op.

Geldt dat voor meerdere apparaten, dan moet je de oorzaak van het euvel centraal zoeken. Je kunt alvast beginnen met het uit- en weer inschakelen van je modem, gevolgd door je router en eventuele switches en toegangspunten. Herstart vervolgens ook je client. De kans is groot dat (een van) deze ingrepen het probleem oplossen.

Laten we er echter even van uitgaan dat het probleem zich bij één toestel voordoet, zoals je laptop. Verbind die dan (tijdelijk) via een utp-kabel met je netwerk. Lukt het nu wel, dan kun je het alvast proberen door het draadloze netwerk-profiel te verwijderen in Windows. Ga als administrator naar de opdrachtprompt en voer het commando netsh wlan show profiles uit, gevolgd door netsh wlan delete profile <naam_van_profiel>, waar je <naam_van_profiel> vervangt door de naam van het nukkige wifi-profiel (zie ook vraag 20). Vervolgens klik je het netwerkpictogram in het Windows-systeemvak aan, waarna je opnieuw verbinding met dat profiel maakt.

©PXimport

12 Geen internet (2)

Ik heb blijkbaar wel wifi (of een netwerkverbinding), maar ik kan toch het internet niet op.

Er zijn echter nog andere mogelijke oorzaken. Open het Netwerkcentrum en kies Adapterinstellingen wijzigen. Roep het eigenschappenvenster van je (draadloze) netwerkverbinding op, selecteer Internet Protocol versie 4, klik op Eigenschappen en ga na of alles correct staat ingesteld, zoals de standaardgateway en dns-servers.

Desnoods haal je er een hersteltool als NetAdapter Repair All-in-One bij, waarmee je eenvoudig enkele netwerkinstellingen kunt resetten.

Nog steeds geen oplossing? Dan zet een grondige studie van het wifi-rapport je wellicht op het spoor. Daar zorgt opdrachtregelcommando netsh wlan show wlanreport voor, dat je als administrator uitvoert, waarna je het resulterende html-rapport in je browser opent. Meer informatie over dit en andere nuttige commando’s vind je hier.

©PXimport

13 Laptop zonder wifi

Mijn laptop heeft wifi, maar plots weigert het toestel nog een verbinding op te zetten.

Dit probleem zou zomaar eens aan een functietoets of een klein (schuif)knopje te wijten kunnen zijn. Veel laptops hebben namelijk een minuscuul knopje, soms nauwelijks zichtbaar aan de voorzijde, waarmee je de wifi-adapter in- en uitschakelt. Of je schakelt die functie in of uit met behulp van een of andere functietoets of toetscombinatie. Vaak moet je daarbij de Fn-toets samen met een andere toets indrukken.

©PXimport

14 Upgrade

De wifi van mijn oude laptop is te traag voor mijn nieuwe router.

Je hebt een fraaie 802.11ac-router gekocht, maar je oude laptop komt niet verder dan 802.11g of -n. Wil je op het niveau van je router komen, dan zit er weinig anders op dan de wifi-adapter van je laptop te vervangen door een nieuwer model. Ga eerst na of (het bios van) je laptop wel de beoogde wifi-adapter (of specificatie) ondersteunt: de website van je fabrikant geeft je de nodige feedback. Eventueel kan een bios-update soelaas bieden. Het kan echter gebeuren dat het formaat van de nieuwe kaart niet zomaar (lees: niet zonder bracket adapter) in je laptop past. Ga bovendien na of je laptop wel over het benodigde aantal antennes beschikt: voor nieuwere adapters zijn dat er vaak drie, zodat je misschien een derde antenne afzonderlijk moet aanschaffen. Controleer na de installatie of je wel over de up-to-date driver beschikt.

©PXimport

15 Firmware

Mijn router ondersteunt bepaalde functies niet. Een nieuwe dan maar?

Dat hangt ervan af. Ga in elk geval eerst na of je router wel is voorzien van de nieuwste firmware. Met wat geluk voegt een firmware-update namelijk net die functie(s) toe die je nodig hebt. Dat gaat van het wegwerken van inmiddels gekende kwetsbaarheden en bugs over het toevoegen van functies als vpn-ondersteuning, wireless bridging en QoS-bandbreedtetoewijzing, tot zelfs de ondersteuning van nieuwere wifi-standaarden.

De aanpak voor een firmware-upgrade kan per router verschillend zijn, maar in grote lijnen komt het hierop neer: roep via je browser de webinterface van je router op en spoor de rubriek voor de firmware-upgrade op (iets als Firmware Update, Maintenance of About this Router). Vervolgens download je het firmware-bestand dat bij jouw routermodel hoort. Vaak kan dat rechtstreeks, maar soms moet je het bestand eerst op je pc bewaren, waarna je het via de webinterface kunt benaderen. Ten slotte kun je de upgrade uitvoeren. Belangrijk is wel dat je dit upgradeproces onder geen beding onderbreekt.

Als je meer van het avontuurlijke type bent, kun je ook de installatie van alternatieve firmware overwegen, zoals dd-wrt of OpenWRT. Ga dan wel eerst goed na of deze firmware wel geheel compatibel is met je router(model).

©PXimport

16 Trááág…

Mijn internetverbinding werkt opvallend traag.

Ga om te beginnen na of de snelheid merkbaar beter is als je de laptop via een utp-kabel rechtstreeks met het modem verbindt. Je kunt hiervoor een online speedtest gebruiken als www.beta.speedtest.net of je gebruikt die van je eigen provider, zoals www.ziggo.nl/speedtest of www.kpn.com/internet/speedtest. Is de snelheid bedraad inderdaad hoger, zie dan ook de antwoorden op vragen 1 tot 5. Wellicht helpt het als je je laptop dichter bij je router plaatst of een repeater of extra toegangspunt inschakelt, of stel die eens in op een ander kanaal (binnen de 2,4GHz-band).

Blijft het probleem zich voordoen, probeer het dan eerst door je modem/router te herstarten. Is er nog altijd geen verbetering, dan ligt het wellicht bij je provider.

Overigens moet je je er ook van bewust zijn dat de theoretische transfersnelheid van een wifi-standaard in de praktijk nagenoeg nooit haalbaar is. Lees je bijvoorbeeld dat 802.11n 150 Mbit/s haalt, dan zal dat in de praktijk vaak eerder richting de 50 Mbit/s gaan, en bij 802.11ac valt de theoretische doorvoersnelheid (van 433 of zelfs 866 Mbit/s) vaak terug tot circa 30 procent. Deze terugval is vooral te verklaren door de vaak hogere overhead van een draadloze verbinding als gevolg van allerlei storende (omgevings)factoren. Bij een bekabelde verbinding ligt die overhead gewoonlijk rond slechts 10 procent.

©PXimport

17 Vergeten wachtwoord

Ik wil een nieuw apparaat toegang geven tot mijn draadloze netwerk, maar ik ben het wachtwoord vergeten.

Als je het wachtwoord van de draadloze router of toegangspunt nog wel weet, kun je in de meeste gevallen via de webinterface van dat toestel alsnog het wachtwoord achterhalen in een rubriek als Wireless. Ben je via een (ander) Windows-toestel met dat netwerk verbonden, dan kun je het ook hier aflezen. In Windows 10 zit dat overigens wel diep verstopt. Ga naar het Netwerkcentrum en klik, rechts bij Verbindingen, het draadloze netwerk aan waarmee je verbonden bent. Kies Eigenschappen van draadloos netwerk, open het tabblad Beveiliging en plaats een vinkje bij Tekens weergeven.

Of je gebruikt een gratis tool als Magical Jelly Bean Wi-Fi password revealer, maar dan wel op een Windows-pc die al eerder verbinding met dat netwerk maakte.

18 Gastnetwerk

Ik wil mijn bezoekers toegang geven tot mijn wifi-netwerk, maar mijn wachtwoord geef ik ze liever niet.

Een mogelijk uitweg – althans voor bezoekers met een Android-toestel – is dat je een QR-code met het login-id (ssid en wachtwoord) voor je draadloze netwerk creëert, bijvoorbeeld met www.zxing.appspot.com/generator, via de optie Wifi network. Een veel betere oplossing is echter dat je een gastnetwerk instelt. Voorwaarde is wel dat je router die optie ondersteunt – wellicht na een firmware-update (zie ook vraag 15). In de meeste gevallen volstaat het deze functie (ook wel gasttoegang of guest access geheten) te activeren op je router en die van een ssid en een afzonderlijk wachtwoord te voorzien. Bijkomend voordeel is dat gebruikers die zich met dit netwerk verbinden niet bij de gedeelde mappen van je eigen draadloze netwerk kunnen komen. Sommige routers bieden de mogelijkheid een maximumaantal gebruikers in te stellen dat simultaan het gastnetwerk mag gebruiken. Vaak dienen gebruikers dan eerst hun browser te openen om daar het gastwachtwoord in te vullen voordat ze effectief toegang krijgen.

Interessant is de functie Wireless Isolation, ook wel bekend als AP/Client/Station Isolation, Internet access only of Access intranet off. Die zorgt ervoor dat gebruikers van dat netwerk niet met andere apparaten kunnen communiceren; ze kunnen in feite alleen het internet op. Houd er wel rekening mee dat deze functie sommige draadloze applicaties, zoals Google Chromecast, kan hinderen.

Als je router dat allemaal niet ondersteunt, is het echter ook mogelijk zelf een gastnetwerk op te zetten. Dat vereist wel de inzet van twee (of drie) routers op een specifieke manier. Meer uitleg hierover vind je hier.

©PXimport

19 Extra beveiliging

Is het nuttig om extra beveiligingen als mac-filtering en het verbergen van het ssid in te schakelen?

Zo’n beetje de enige beveiliging die er écht toe doet, is de wifi-encryptie – bij voorkeur een stevige wpa2-encryptie (op basis van aes) met een stevig wachtwoord. Het inschakelen van mac-filtering en het niet laten broadcasten van het ssid kun je eventueel als bijkomende beveiliging activeren, maar weet dat je het hiermee hooguit de brave buurman of de toevallige voorbijganger wat lastiger zult maken. Een hacker heeft die beveiligingen zo omzeild met behulp van tools als Kismet of Aircrack. Bovendien bemoeilijk je hiermee het toevoegen van een nieuw ‘legitiem’ apparaat, aangezien je dan zelf het mac-adres aan de whitelist moet toevoegen en ook zelf het ssid en het beveiligingstype moet instellen. Veel te omslachtig dus.

Wat het verbergen van het ssid betreft: dat kan de beveiliging zelfs iets minder sterk maken, vooral als je in Windows de optie Verbinding maken, zelfs wanneer het netwerk niet uitzendt activeert (ga naar Netwerkcentrum, kies Een nieuwe verbinding of een nieuw netwerk instellen / Handmatig verbinding met een draadloos netwerk maken / Volgende). In dit geval zal je laptop, ongeacht waar je toestel zich bevindt, je draadloze netwerk proberen te op te sporen door via ‘probe requests’ uit te vissen of het netwerk (ssid) bereikbaar is.

©PXimport

20 Oude netwerken

Hoe vermijd ik dat mijn smartphone, tablet of laptop zich automatisch met oude, bekende netwerken verbindt?

Het is best handig als je mobiele toestel automatisch verbindt met een netwerk waarmee je eerder een connectie hebt gehad, zodat je niet telkens opnieuw hoeft aan te melden. Er kleeft natuurlijk ook een risico aan: hackers kunnen namelijk tools inzetten die de zoekpogingen van je toestel naar een bekend netwerk oppikken, waarna ze zich als het vertrouwde wifi-netwerk kunnen voordoen. Het kan echter ook gewoon vervelend zijn, met name in het geval van openbare hotspots die eerst een autorisatie vereisen. Je bent dan wel verbonden, maar je kunt het netwerk nog niet gebruiken. In deze gevallen kan het handig zijn het netwerk gewoon even te laten ‘vergeten’.

In Android doe je dat via Instellingen / Netwerk en internet / Wifi, waarna je het gewraakte netwerk selecteert en Netwerk vergeten kiest. Op een iOS-toestel doe je dat op nagenoeg dezelfde manier, via Instellingen / Wi-Fi, waarna je op de I-knop tikt naast de netwerknaam en Vergeet dit netwerk kiest.

Op een laptop met Windows 10 kan dat vanaf de opdrachtprompt (zie ook vraag 11), maar ook via Instellingen / Netwerk en internet / Wi-Fi / Bekende netwerken beheren, waarna je de netwerknaam aanklikt en Niet onthouden selecteert.

©PXimport

22 Indringer

Hoe ga ik na of iemand stiekem mijn (draadloze) netwerk gebruikt?

Je kunt alvast beginnen met het nakijken van de logs van je router. In de meeste gevallen kun je in een rubriek als Status een lijst vinden van de apparaten die met je netwerk verbonden zijn, inclusief ip- en mac-adres, vaak ook de hostnaam en soms zelfs de fabrikant, het model en het besturingssysteem. Op basis van het mac-adres kun je dan eventueel een mac-filter op je router activeren (zie ook vraag 19). Houd er wel rekening mee dat veel routers hier alleen de apparaten tonen die een adres via dhcp kregen toegewezen.

Verder kun je, in plaats van sporadisch zelf na te gaan of er zich een onbekend of niet-geautoriseerd toestel met je netwerk verbindt, een tool inzetten als Wireless Network Watcher of SoftPerfect WiFi Guard. De eerste tool scant je netwerk continu op de achtergrond en speelt een geluidje af zodra een nieuw toestel een verbinding opzet. De tweede tool is net iets flexibeler: je bepaalt zelf de scanfrequentie en je kunt toestellen ook instellen als ‘vertrouwd’, zodat die voortaan worden genegeerd. Let er bij beide tools wel op dat je de juiste netwerkadapter selecteert.

©PXimport

22 Activiteit

De ledjes van mijn (draadloze) router blijven maar knipperen. Moet ik verontrust zijn?

De intensiteit waarmee de ledjes van je router knipperen is natuurlijk niet de meest betrouwbare manier om na te gaan in hoeverre je netwerk(adapter) effectief wordt belast.

Met een Windows-pc krijg je alvast meer duidelijkheid via het ingebouwde taakbeheer (Ctrl+Shift+Esc) op het tabblad Netwerk: je leest dan per applicatie of proces de hoeveelheid dataverkeer af. Nog meer details krijg je via de module Broncontrole (druk op Windows-toets+R en voer het commando resmon uit), onder meer op het tabblad Netwerk en met name in de rubriek Processen met netwerkactiviteit. Plaats een vinkje bij een item voor nog meer details. Of je zet een tool in als NetLimiter: die laat je niet alleen het dataverkeer van of naar het internet monitoren, je kunt ook verkeer van specifieke apps prioriteren of limiteren naar kwantiteit of tijdsgebruik.

Om na te gaan welk verkeer er precies van of naar draadloze apparaten als een smartphone of tablet gaat, kun je je laptop eventueel tijdelijk instellen als een draadloze hotspot, waarna je je mobiele toestel(len) via die hotspot laat verbinden. Op die laptop installeer je dan een packet sniffer zoals het gratis WireShark, waarna die al het verkeer kan loggen. Dit pakket vergt echter wel een flinke dosis kennis van netwerkprotocollen.

©PXimport

23 Publieke hotspot

Is het veilig om me via een openbare hotspot met het internet te verbinden?

Ook als we ervan uitgaan dat het om een legitieme hotspot gaat – en dus geen ‘honey-spot’ opgezet door een hacker met een ssid als ‘Starbucks free’ – is het nooit echt veilig om daarvan gebruik te maken. Met de juiste tools kan een medegebruiker van zo’n netwerk je data immers onderscheppen. Dat geldt in principe ook voor bijvoorbeeld het draadloze netwerk van je hotel, indien ook de hacker (als gast) het bijhorende wachtwoord heeft gekregen.

Om een en ander veilig(er) te maken, maak je zo veel mogelijk gebruik van https-verbindingen en stel je je toestel zo in dat het niet automatisch opnieuw contact maakt met een eerder verbonden draadloos netwerk (zie ook vraag 20).

De beste remedie om te vermijden dat iemand data van je draadloze connectie ontfutselt, is een vpn-verbinding (virtual private network). Hiermee creëer je een ‘private tunnel’ naar een vpn-server, waarbinnen alle data stevig worden versleuteld. Een bijkomend voordeel is dat je door zo’n verbinding eventuele siteblokkades en webfilters omzeilt die door het openbare netwerk zijn ingesteld. Er zijn tal van vpn-aanbieders beschikbaar, waaronder CyberGhost (beschikbaar voor zowat alle platformen). Let er wel op dat gratis varianten vaak gelimiteerd zijn, ook op het gebied van transfersnelheid. Een mogelijk alternatief is dat je op je nas zelf een vpn-server opzet, bij voorkeur op basis van OpenVPN of l2tp/ipsec, maar dat is (technisch) weer een ander verhaal.

24 Snel verbinden

Mijn router ondersteunt wps, maar is het veilig om dat te gebruiken?

Wps staat voor wifi protected setup en is een techniek die in het leven is geroepen om makkelijker een draadloze verbinding op te zetten. Gewoonlijk volstaat het een wps-knop in te drukken of een pin-code in te vullen, waarna je client een verbinding met je wifi-netwerk kan opzetten. Onder meer Ziggo levert wifi-modems met deze functionaliteit.

Best makkelijk dus, maar in het verleden zijn er al vaker veiligheidsproblemen geweest: via een eenvoudige ‘brute force’-aanval konden hackers toegang tot zo’n netwerk krijgen. Als het kan, raden we je dus aan deze wps-functionaliteit op je router uit te schakelen.

©PXimport

25 Data delen

Hoe kan ik bestanden over mijn draadloze netwerk delen?

Zorg er om te beginnen voor dat je toestellen met dezelfde draadloze router verbonden zijn. Vervolgens ga je – we nemen een Windows 10-toestel als voorbeeld – het type netwerk na dat je hebt opgezet: open het Netwerkcentrum en ga bij De actieve netwerken weergeven na of het wel om een Particulier netwerk gaat. Indien dat niet zo is, ga dan naar Instellingen, kies Netwerk en internet, klik op Wi-Fi en selecteer Bekende netwerken beheren, waarna je de netwerknaam aanklikt, Eigenschappen kiest en Deze pc kan worden gevonden instelt op Aan. Ga opnieuw naar het Netwerkcentrum waar je nu bij Thuisgroep de optie Kan worden gemaakt afleest en bevestigt met Een thuisgroep maken, waarna je aangeeft wat je met anderen wilt delen (zoals Afbeeldingen, Muziek, Documenten en Printers & apparaten). Even later is je thuisgroep klaar en kun je ook andere Windows-toestellen via het gegeven wachtwoord van deze thuisgroep deel laten uitmaken (zie ook dit artikel).

Om bestanden tussen een Android-apparaat en Windows uit te kunnen wisselen, zijn er verschillende mogelijkheden (afgezien van cloudopslag die je als tussenstation laat fungeren). Zo zijn er apps beschikbaar die je via SMB/CIFS, maar ook via (s)ftp of WebDav bestanden laat uitwisselen, zoals ES File Explorer (met advertenties) of Solid Explorer. Of je maakt gebruik van een tool als Resilio Sync, waarbij het lijkt alsof je je met een cloudopslagserver verbindt, maar dan wel eentje op je eigen pc. Ook voor iOS zijn er apps beschikbaar, waaronder Air Transfer en FileBrowserLite. Instructies hiervoor vind je onder meer hier (daar vind je ook een link voor sharing met Android).

©PXimport

▼ Volgende artikel
Van neuraal netwerk tot deep learning: experimenteren met AI
© svitlini - stock.adobe.com
Huis

Van neuraal netwerk tot deep learning: experimenteren met AI

Dagelijks hoor en lees je over artificiële intelligentie (AI). Daarbij worden vaak termen als neuraal netwerk en deep learning gebruikt. In dit artikel vertellen je hier meer over en gaan we ook zelf met AI aan de slag. We doen dit via TensorFlow Playground en Google Teachable Machine.

In dit artikel laten we zien hoe je zelf kunt experimenteren met kunstmatige intelligentie:

  • Bouw met TensorFlow Playground een neuraal netwerk
  • Maak je eigen beeldherkenningsmodel met Google Teachable Machine
  • Train de AI met foto's van jezelf via je webcam
  • Pas de AI toe in een educatieve setting, zonder programmeerkennis

Ook bijzonder interessant: Makkelijk switchen tussen AI-taalmodellen? Maak kennis met Jan

Het begrip artificiële intelligentie verwijst naar de mogelijkheid om zelfstandig kennis op te nemen, problemen op te lossen en beslissingen te nemen, net zoals een mens. Het woord ‘artificieel’ duidt erop dat deze vorm van intelligentie door mensen is ontworpen en door computers of machines wordt uitgevoerd en dus niet door een biologisch brein.

Veel AI-toepassingen, zoals beeld- en spraakherkenning en taalverwerking, maken hierbij gebruik van zogenoemde neurale netwerken. Deze zijn namelijk uitstekend geschikt voor het herkennen van complexe patronen in grote hoeveelheden ongestructureerde data.

Zo’n digitaal neuraal netwerk (DNN) is gebaseerd op de werking en structuur van het menselijke brein, maar het blijft niet meer dan een abstracte vereenvoudiging. Het menselijke brein is tenslotte (vooralsnog) aanzienlijk complexer, flexibeler en vooral ook energiezuiniger met een maximaal verbruik van circa 20 watt. Ons brein is bovendien superieur in creativiteit, contextueel begrip en emotionele verwerking. 

Biologisch neuraal netwerk

De menselijke hersenen zijn opgebouwd uit een biologisch neuraal netwerk. Dat bestaat uit tientallen miljarden neuronen of zenuwcellen. Deze sturen signalen naar elkaar door via minuscule ruimtes tussen de neuronen, synapsen genoemd. Binnen een neuron (tussen het cellichaam en het uiteinde van de zenuwvezel) gebeurt dit elektrisch. Bij de overgang naar een ander neuron verloopt dit chemisch. Er worden signaalstoffen (neurotransmitters, zoals glutamaat, dopamine en serotonine) vrijgegeven. Deze binden zich aan receptoren van het ontvangende neuron.

Laten we dit verduidelijken. Wanneer je een dier ziet, sturen je ogen het beeld via het neurale netwerk naar je hersenen, door talrijke lagen van neuronen. Elke laag zoekt naar specifieke kenmerken, zoals oren, lichaamsgrootte en vacht. Door eerdere ervaringen zijn sommige neuronen getraind om bijvoorbeeld katten te herkennen, andere honden. Herkent het netwerk meer kenmerken van een kat, dan worden de bijbehorende neuronen sterker geactiveerd. Worden in de uitvoerlaag meer ‘kat-neuronen’ dan ‘hond-neuronen’ actief, dan beslissen je hersenen dat het om een kat gaat. Vergis je je, dan onthouden je hersenen dit en passen de verbindingen tussen neuronen zich aan (neuroplasticiteit): je leert.

Neurotransmitters zetten het signaal via de synaps over naar het ontvangende neuron.

Digitaal neuraal netwerk

Een digitaal neuraal netwerk (DNN) werkt net als het biologisch brein met neuronen (zie bovenstaand tekstkader). Alleen in een DNN gaat het hierbij om wiskundige rekeneenheden die informatie verwerken. Elk neuron ontvangt invoer, vermenigvuldigt deze met een gewicht om de relevantie te bepalen en telt daar een compensatiewaarde, de zogeheten bias, bij op. Samen vormen deze gewichten en biases de ‘parameters’. GPT-4 bevat er naar schatting 1,7 biljoen.

De informatie stroomt door een of meer verborgen lagen tussen de invoer- en uitvoerlaag. Elke verborgen laag verwerkt de gegevens verder, waardoor complexere patronen worden herkend. Hiervoor gebruikt elk neuron een zogeheten activatiefunctie, die bepaalt of en in welke mate de uitvoer wordt doorgegeven. Zonder activatiefuncties zou het netwerk alleen eenvoudige wiskundige verbanden leren, zoals rechte lijnen, terwijl het nu ook met complexe, gebogen of gelaagde patronen overweg kan.

Een eenvoudig digitaal neuraal netwerk, met één verborgen laag.

Sturing en zelflering

Mensen sturen het DNN indirect aan door het bepalen van het aantal lagen, het aantal neuronen per laag en het type activatiefunctie. Verder kiezen ze hoe het netwerk moet leren, bijvoorbeeld door te bepalen hoeveel data het ziet en hoe complex de gegevens zijn, hoe vaak het leert en hoe groot de aanpassingen mogen zijn. Tijdens deze training worden de parameters automatisch aangepast door het netwerk om optimaal patronen te herkennen en voorspellingen te doen.

Vereenvoudigd komt het hierop neer: nadat het netwerk een voorspelling heeft gedaan, wordt berekend hoe ver deze afwijkt van de juiste waarde, waartoe het netwerk tijdens de training toegang heeft. Deze afwijking wordt vervolgens teruggestuurd door het netwerk, van de uitvoer- naar de invoerlaag. Onderweg berekent het netwerk hoeveel elke verbinding (gewicht) en extra waarde (bias) heeft bijgedragen aan de fout. Daarop past het netwerk de parameters aan om de fout kleiner te maken. Dit proces herhaalt zich vele malen, zodat het netwerk steeds accurater wordt. Dit principe wordt ‘backpropagation’ genoemd (letterlijk: achterwaartse terugkoppeling) en maakt dat het netwerk grotendeels zelflerend is.

©Vallabh soni - stock.adobe.com

Backpropagation: het netwerk stuurt zelf bij op basis van de vastgestelde afwijking.

TensorFlow Playground

Spelen met werking DNN

Het wordt interessanter wanneer je zelf experimenteert met de principes en werking van een DNN. Ga naar https://playground.tensorflow.org. Hier herken je de lagen met neuronen: een invoerlaag, twee verborgen lagen en een uitvoerlaag. Bij DATA is al een specifieke dataset geselecteerd. Zodra je op Run (het pijltje) klikt, probeert het netwerk het patroon in de gekozen dataset te herkennen. Het resultaat verschijnt onder Output.

Hoe langer je het proces laat lopen, hoe hoger het aantal trainingscycli (hier epochs genoemd) en hoe accurater de ruimte-indeling of dataclassificatie in de output: blauwe achtergrond voor blauwe punten en oranje achtergrond voor oranje punten. Omdat het standaard om een eenvoudig datapatroon gaat, zal de Training loss waarschijnlijk 0.000 zijn. Dit betekent dat het netwerk het patroon vrijwel meteen correct herkent op basis van de ingestelde parameters, zodat er nauwelijks of geen backpropagation nodig is.

Met de standaardinstellingen kan dit neurale netwerk moeiteloos overweg.

Verdere aansturing

Je kunt het netwerk flink uitdagen door enkele instellingen aan te passen. We geven je enkele mogelijkheden die zeker leerzaam kunnen zijn. Activeer in de invoerlaag bijvoorbeeld alleen de bovenste eigenschap X1. Het netwerk classificeert dan uitsluitend op basis van de horizontale posities van de punten. Voor de derde dataset (linksonder) kan dit voldoende zijn, maar voor andere niet. Probeer het gerust zelf uit. Je zult ook merken dat hoe meer features je inschakelt, hoe meer informatie het netwerk gebruikt en hoe beter het complexe patronen kan herkennen.

Verhoog eens Noise (ruis) met de schuifknop om het leerproces te bemoeilijken. De datapunten worden hierdoor minder gestructureerd, wat je meteen terugziet in de Output. Verminder nu eens het aantal neuronen (via de minknop boven elke laag) om het netwerk minder complexe beslissingen te laten nemen. Minder verborgen lagen verlaagt eveneens de capaciteit om diepere datapatronen te leren.

Nog steeds te makkelijk? Verlaag dan de Learning rate naar bijvoorbeeld 0.0001. Een lagere leerratio betekent tenslotte kleinere stappen bij het aanpassen van de gewichten (wat zich hier visueel vertaalt als minder snel aangepaste lijndiktes tussen de neuronen), waardoor het netwerk langzamer leert.

Experimenteer gerust verder met andere, ook meer geavanceerde instellingen om het netwerk – en jezelf – uit te dagen.

Met deze instellingen wordt de training van het neurale netwerk nagenoeg onmogelijk.

Deep learning

Een DNN is een van de meest effectieve methoden of algoritmen binnen machine learning (ML), waarbij computers leren van data zonder ze expliciet te moeten programmeren. Het is vooral geschikt voor complexe taken zoals beeldherkenning, spraakherkenning en taalverwerking.

Eenvoudige ML-modellen hebben meestal een of enkele verborgen lagen. Bij een complexere architectuur met meerdere verborgen lagen, die in staat is complexere patronen en relaties te herkennen, spreekt men van deep learning (DL). Deep learning is daarmee een subonderdeel van machine learning, al is het onderscheid niet altijd scherp te maken.

Bij DL gebruikt het neurale netwerk logischerwijze meer parameters, wat meteen ook een grotere hoeveelheid data vereist om het effectief te kunnen trainen. Meer data en parameters vereisen uiteraard ook meer rekenkracht, waarvoor vaak talrijke gpu’s (Graphics Processing Units) of gespecialiseerde processors als Googles TPU’s (Tensor Processing Units) nodig zijn.

Een Google TPU op een PCIe-kaart.

Google Teachable Machine

Experimenten met AI

Het zal je nauwelijks verbazen dat je, behalve geavanceerde kennis, frameworks als TensorFlow of PyTorch nodig hebt om een DL-model te ontwikkelen. Wil je hier desondanks toch mee experimenteren, dan biedt Googles Teachable Machine een uitstekende omgeving. Dit project heeft namelijk een interface waarmee je zonder technische expertise toch een AI-model kunt trainen.

Het platform is gebaseerd op DL-technieken en gebruikt neurale netwerken om patronen en kenmerken in diverse datasets te herkennen. Het werkt met voorgetrainde modellen, maar je kunt ook eigen gegevens toevoegen om een aangepast model te trainen. Na training kun je het model exporteren in verschillende formaten en inzetten in een web-app, mobiele app of op toestellen als Raspberry Pi, Arduino of IoT-apparaten.

Via deze GitHub-pagina vind je talrijke leuke projecten met Teachable Machine (van Bananameter tot Snake Game), evenals tutorials. Maar laten we nu vooral zelf aan de slag gaan met een bescheiden project.

Dit model heeft meteen door dat deze banaan overrijp is.

Starten met project

Surf naar https://teachablemachine.withgoogle.com. Hier leer je een computer trainen om je eigen afbeeldingen, geluiden en houdingen te herkennen. Klik op Aan de slag om een nieuw project te starten en kies uit drie modelopties: Projectafbeelding, Audioproject of Project met houdingen.

Wij nemen het eerste model als voorbeeld. Dit opent een venster waarin je kunt kiezen tussen een Model voor standaard afbeelding (kleur, 224 × 224 pixels) of een Model voor ingesloten afbeelding (grijswaarden, 96 × 96 pixels). Dit laatste, een embedded model, is geschikt voor microcontrollers. Wij kiezen hier voor het wat grotere standaardmodel.

Teachable Machine laat je uit drie grote trainingsmodellen kiezen.

Dataset en klassen aanmaken

Je komt nu terecht op een webpagina waar je eerst je dataset moet aanmaken. In dit geval bestaat deze uit afbeeldingen. Je deelt deze op in twee of meer categorieën, die je ook labelt. Teachable Machine heeft standaard twee categorieën (klassen), maar via +Een klasse toevoegen kun je eenvoudig meer klassen toevoegen.

Het aantal klassen dat je nodig hebt, hangt af van je project. Voor het onderscheiden van bijvoorbeeld QR-codes en zebrapatronen volstaan twee klassen (QR en Zebra). Wil je echter overrijpe, rijpe en rauwe bananen classificeren, dan heb je er minstens drie nodig. Zorg eerst dat het juiste aantal klassen beschikbaar is. Via de knop met drie stippen verwijder je desnoods overtollige klassen. Klik bij elke klasse op het potloodicoon en geef de categorie een zinvolle naam.

Daarna voeg je data toe aan elke klasse via de knop Uploaden of Webcam. Bij gebruik van de webcam moet je de pagina toegang geven tot de aangekoppelde camera. Door op Ingedrukt houden om op te nemen te klikken, stuur je continu snapshots naar Teachable Machine. De afbeeldingen verschijnen vervolgens in de betreffende klasse.

Vul je dataset met voldoende en gevarieerde afbeeldingen, via webcam en/of uploads.

Trainen en testen

Zodra je voldoende en gevarieerde data hebt toegevoegd, kun je het AI-model trainen. Klik op Model trainen om direct te starten of pas eerst enkele instellingen aan via het pijlknopje bij Geavanceerd. Hier kun je Tijdvakken, Batchgrootte en Leersnelheid aanpassen, vergelijkbaar met Epochs, Batch size en Learning rate in TensorFlow Playground. Klik op het vraagteken voor meer uitleg. Bij Geavanceerde opties kun je in een apart venster interessante statistieken over het trainingsproces bekijken. Na afloop verschijnt de melding Model getraind.

Klik rechts op Voorbeeld bekijken, zet Invoer op AAN en kies of je via Webcam of Bestand data wilt aanleveren. Wij kozen voor Webcam en testten met verschillende afbeeldingen van QR-codes en zebra’s. Bij Uitvoer toont Teachable Machine een percentage dat de zekerheid van de classificatie weergeeft.

Een QR-code op de rug van een zebra: daar heeft Teachable Machine niet van terug.

Export

Als alles goed werkt en je het model buiten de Teachable Machine-omgeving wilt gebruiken, klik je op Model exporteren. Kies voor Tensorflow.js, selecteer Downloaden en klik op Mijn model downloaden. Pak het gedownloade zip-bestand uit in een lege submap \my_model. Deze bevat een drietal bestanden, maar niet je trainingsdata. Dit komt doordat de neurale netwerkarchitectuur, geoptimaliseerde gewichten en modelconfiguratie kunnen volstaan voor nieuwe voorspellingen.

Ga vervolgens naar het tabblad Javascript, klik op Kopiëren en plak de code in een teksteditor, zoals Kladblok of Notepad++. Sla dit op als een html-bestand in de map net boven de submap \my_model.

Om lokaal te kunnen testen zonder browserfoutmeldingen zet je eerst een eenvoudige webserver op. Wij gebruikten de gratis Abyss Web Server (voor Windows, macOS en Linux). Plaats het html-bestand samen met de submap \my_model in de standaardmap C:\Abyss Web Server\htdocs. Dubbelklik erop om het in je browser te starten. Als het goed is, kun je nu meteen je AI-model testen. Succes.

Je kunt het model bijvoorbeeld testen via een lokale webserver.

▼ Volgende artikel
Waar voor je geld: 5 draagbare bluetooth-speakers voor minder dan 90 euro
© Olga Demina | stock.adobe.com
Huis

Waar voor je geld: 5 draagbare bluetooth-speakers voor minder dan 90 euro

Bij ID.nl zijn we gek op producten waar je niet de hoofdprijs voor betaalt. Een paar keer per week speuren we daarom binnen een bepaald thema naar zulke deals. Ben je op zoek naar een goede bluetooth-speaker voor mee op vakantie? Wij zochten vijf modellen voor je uit voor minder dan 90 euro.

Een draagbare bluetooth-speaker is superhandig als je graag muziek luistert, waar je ook bent. Je koppelt ze in een paar seconden aan je telefoon of tablet, en je kunt meteen je favoriete playlist afspelen – zonder gedoe met kabels of ingewikkelde installatie. Gewoon aanzetten, verbinden en gaan met die beat. Wij zochten vijf modellen voor buiten voor je op, voor minder dan 90 euro.

JBL FLIP 6

Deze Flip 6 van JBL neem je makkelijk overal mee naartoe, maar produceert ondanks zijn compacte formaat toch flink wat geluid. Hij is klein genoeg om in je tas te gooien, maar als je hem aanzet, komt er verrassend veel bas en helderheid uit. Perfect voor op het strand, in het park of gewoon thuis op de keukentafel. Hij kan tegen een stootje – letterlijk – en is helemaal waterdicht. Dus regen of zwembad? Geen probleem. De batterij gaat zo'n 12 uur mee, dus je komt wel een dagje door. En heb je een vriend die ook een JBL-speaker heeft? Dan kun je ze koppelen voor dubbel zoveel geluid.

💪 Gewicht: 941 gram
🌊 Waterdicht: IP67
🔊 RMS-vermogen: 10 watt
🔋 Speelduur: 12 uur

Marshall Willen

De Marshall Willen valt op: niet alleen qua geluid, maar ook door z'n iconische rock-'n-roll-uiterlijk. Hij past makkelijk in je jaszak en maakt indruk met z'n kraakheldere geluid. Ondanks z'n formaat krijg je verrassend veel punch. De accu gaat gerust een hele dag mee en je kunt 'm gewoon meenemen onder de douche of in de regen – hij is namelijk waterdicht. Wat ook fijn is: hij heeft een handige clip waarmee je 'm ergens aan kunt hangen. Ideaal voor onderweg of op de fiets.

💪 Gewicht: 476 gram
🌊 Waterdicht: IP67
🔊 RMS-vermogen: 10 Watt
🔋 Speelduur: 15 uur

Sony ULT Field 1

De Sony ULT Field 1 is compact, makkelijk te dragen en zit verrassend goed in elkaar. Wat echt opvalt is de bas: lekker diep en vol. En als je dat niet genoeg vindt, zet je gewoon de ULT-knop aan voor nog wat extra power. Hij is water- én stofdicht, dus je hoeft 'm niet te sparen. De batterij houdt het een uur of 12 vol, wat prima is voor een dagje buiten. Gewoon een fijne, robuuste speaker die doet wat je nodig hebt.

💪 Gewicht: 650 gram
🌊 Waterdicht: IP67
🔊 RMS-Vermogen: 30 Watt
🔋 Speelduur: 12 uur

Ultimate Ears WONDERBOOM 4

De WONDERBOOM 4 is klein, rond en vrolijk, maar klinkt alsof-ie twee keer zo groot is. Zet hem in het midden van de kamer of je picknickkleed en iedereen hoort even goed wat er speelt, dankzij 360° geluid – en dat werkt verrassend goed. Hij is waterdicht én kan drijven, dus hij mag mee in bad of op een bootje, zolang je 'm maar niet lang onder water houdt. De batterij gaat ongeveer 14 uur mee, en als je er twee hebt, kun je stereo afspelen. Kortom: klein ding, groot geluid, nul zorgen.

💪 Gewicht: 420 gram
🌊 Waterdicht: IP67
🔊 RMS-Vermogen: niet opgegeven
🔋 Speelduur: 14 uur

Denver BTG-615

Denver is misschien nog niet zo bekend als de grote merken, maar deze 15 Watt BTG-615 verrast zeker. Voor een speaker onder de 50 euro krijg je een stevig geluid en een leuke lichtshow dankzij de ingebouwde leds. Perfect voor feestjes in je woonkamer of buiten op het balkon. Hij is spatwaterdicht, dus een beetje regen overleeft-ie wel. De batterij gaat zo'n 5 uur mee - dat is wel een stuk minder dan de andere hier besproken modellen, maar in principe voldoende voor een middagje muziek. En met een handvat bovenop neem je hem zo mee. Geen poespas, gewoon een leuke speaker die doet wat je verwacht.

💪 Gewicht: 2 kg
🌊 Waterdicht: IPX5
🔊 RMS-Vermogen: 15 Watt
🔋 Speelduur: 5 uur