ID.nl logo
Overal wifi: 25 tips voor je draadloze netwerk
© Reshift Digital
Huis

Overal wifi: 25 tips voor je draadloze netwerk

Een (draadloos) netwerk is een complex samenspel van allerlei hardware, drivers, protocollen en software. Zodoende kan het verdraaid lastig zijn een oplossing te vinden als je ergens vastzit of er iets fout loopt. Je wilt immers overal wifi hebben. In dit artikel hebben we maar liefst 25 wifi-perikelen verzameld en van mogelijke oplossingen voorzien. Je zult zien dat de oorzaak van een wifi-probleem ook best elders in je netwerk kan liggen.

1 Optimale positie

Wat is de optimale positie voor mijn draadloze router of toegangspunt?

Om uit te vissen waar je je draadloze router of toegangspunt het best kunt plaatsen, kun je een ‘site survey’ uitvoeren, bijvoorbeeld met het gratis Ekahau Heatmapper of met de betaalde variant van NetSpot. Het komt erop neer dat je de software op een laptop installeert, waarna je door je woning wandelt en veelvuldig je actuele locatie aanduidt. Na afloop geeft de tool de sterkte van het wifi-signaal op al die locaties weer (‘heatmap’). Herhaal deze procedure nadat je bijvoorbeeld de router of het toegangspunt hebt verplaatst, zodat je weer de optimale positie kunt bepalen.

Overigens moet je wel weten dat een draadloze router een min of meer bolvormig signaal in nagenoeg alle richtingen uitzendt, zodat er doorgaans heel wat signalen verloren gaan. Ben je van plan een 802.11ac-router aan te schaffen, dan kun je een model met ‘beamforming’ overwegen. Die stuurt de signalen dan automatisch zo veel mogelijk richting je (ac-)clients.

Wat trouwens de beste positie voor de routerantennes betreft: daar kunnen we helaas geen eenduidig op geven, zoals ook wel hieruit blijkt.

©PXimport

2 Beperkt bereik

Het signaal van mijn draadloze router komt niet tot in de slaapkamer.

Er zijn diverse (mogelijke) oplossingen voor dit probleem, gesteld dat een herpositionering van je router niet helpt of niet mogelijk is (zie vraag 1). Je kunt overwegen een range-extender of repeater in te zetten, een oplossing die momenteel wordt gepromoot door provider Ziggo. Zo’n apparaat plaats je doorgaans op een plek waar het nog minstens 50 procent van het signaal van je router oppikt. Houd er echter rekening mee dat zo’n repeater de snelheid van het wifi-signaal doorgaans halveert. Dat geldt niet per se voor multiband-repeaters (zoals de ASUS ExpressWay), die één radio toewijzen aan de verbinding met de router en de andere gebruiken voor de verbinding met de client.

Een alternatief is een Homeplug (AV)/Powerline-set, die handig gebruik kan maken van het stroomnet. Een derde mogelijkheid is het inzetten van een tweede router of toegangspunt (zie ook vraag 3). Tot slot kun je nog investeren in een heus mesh-netwerk, waarbij één router-unit op je modem is aangesloten en het wifi-signaal tussen de andere units wordt gecommuniceerd, wat zorgt voor een beter bereik (zie het artikel rond wifi-mesh elders in dit nummer).

©PXimport

3 Tweede router

Ik heb nog een (oude) router liggen. Kan ik die inzetten om het draadloze bereik te vergroten?

Dat is inderdaad mogelijk. Dat gaat het makkelijkst als je tweede router een bridge- of repeater-modus ondersteunt, maar je kunt die ook zo instellen dat die als een draadloos toegangspunt fungeert. De eenvoudigste opzet is die waarbij je een lan-poort op elk van beide routers via een utp-kabel (en een switch) met elkaar verbindt. Je zorgt er tevens voor dat het wan-ip-adres van de tweede router, die niet rechtstreeks met je modem is verbonden, binnen hetzelfde subnet ligt als dat van je eerste router – bijvoorbeeld 192.168.0.200 wanneer router 1 als lan-ip-adres 192.168.0.1 heeft. Let er wel op dat het adres dat je aan router 2 geeft niet binnen het dhcp-bereik van router 1 valt. Je geeft beide wel hetzelfde subnetmasker mee (wellicht 255.255.255.0 of /24). Schakel bovendien de dhcp-service op router 2 uit.

©PXimport

4 Automatisch overschakelen

Als ik met mijn mobiele toestel naar boven ga, schakelt die niet (altijd) automatisch over naar het toegangspunt op de eerste verdieping.

In de meeste gevallen is het aan te raden op beide toegangspunten hetzelfde ssid in te stellen, net als dezelfde encryptiestandaard en hetzelfde wachtwoord. Stel elk van beide echter in op een (zo) verschillend (mogelijk) kanaal. Wanneer je je nu naar het andere toegangspunt begeeft, zal een client die continu checkt of er toegangspunten met hetzelfde ssid in de nabijheid zijn dankzij het sterkste signaal automatisch overschakelen naar dat toegangspunt Afhankelijk van de draadloze netwerkadapter op je laptop kun je dat automatisch overschakelen ook iets sneller laten verlopen. Open Apparaatbeheer (devmgmt.msc) en roep het eigenschappenvenster van je draadloze netwerkadapter op. Met wat geluk tref je op het tabblad Geavanceerd de optie Roaming aggressiveness. Ga na wat er gebeurt als je die op een iets hogere waarde instelt. Op een Android-toestel kun je de installatie van de gratis app Wifi Roaming Fix overwegen, die iets soortgelijks doet.

5 Kanaal

Mijn wifi-verbinding laat het geregeld (even) afweten: de ene keer werkt het, de andere keer niet.

In veel gevallen heeft een wegvallend signaal te maken met interferentie, vooral wanneer je apparaten zich via de 2,4GHz-band verbinden. Dit spectrum wordt namelijk óók gebruikt door andere apparaten, zoals magnetrons, draadloze telefoons en babyfoons. Of misschien word je geplaagd door naburige draadloze netwerken die zich van datzelfde spectrum bedienen. In de meeste gevallen helpt het dan om voor je eigen draadloze netwerk een ander wifi-kanaal in te stellen, dat bij voorkeur minstens vijf kanalen is verwijderd van dat van het (meest) storende netwerk. Tools als NetSpot en WIFI Channel Picker helpen je bij het opsporen van de meest gebruikte kanalen, zodat je op basis daarvan zelf het ideale kanaal kunt instellen.

©PXimport

6 Toch wifi

Hoe sluit ik mijn apparaat zonder wifi toch aan op mijn draadloze netwerk?

Als je apparaat over een usb-poort beschikt, kun je een usb-naar-wifi-adapter gebruiken. Zo’n dongle kost je tussen de 10 en de 30 euro, afhankelijk van de specificaties (bijvoorbeeld single band 802.11n versus dual-band 802.11 ac), en kun je bijvoorbeeld gebruiken op een oude laptop of een Raspberry Pi zonder wifi-ondersteuning. Voor deze laatste vind je de nodige instructies hier. Gaat het om een desktop-pc die je van wifi wilt voorzien, dan is een interne wifi-kaart ook een optie (prijzen rond de 20 euro).

Je kunt het natuurlijk ook over een andere boeg gooien en een wireless bridge inzetten. Zo’n apparaat pikt het draadloze signaal van je toegangspunt of router op en voorziet in een switch waarop je bekabelde toestellen kunt aansluiten. Overigens zijn er ook draadloze routers en toegangspunten die zich als wireless bridge laten instellen.

7 Altijd thuis

Ik heb een draadloze printer, maar die is opeens niet meer bereikbaar.

Dat komt wellicht doordat je printer een ip-adres krijgt toebedeeld via de dhcp-service van je router. Het valt niet uit te sluiten dat die op een bepaald moment, bijvoorbeeld na een reset, een ander ip-adres aan je draadloze printer toekent. Je doet er daarom goed aan apparaten die je altijd op hetzelfde ip-adres wilt kunnen bereiken, zoals een printer, nas of ip-cam, een vast ip-adres mee te geven dat buiten de adrespool van je router ligt. Als het ip-bereik bijvoorbeeld tussen 192.168.0.10 en 192.168.0.50 ligt, dan zou je als adres 192.168.0.51 kunnen nemen. Een handig alternatief is dhcp-reservering. Je geeft in je router dan zelf aan welk toestel, op basis van apparaatnaam of mac-adres, altijd hetzelfde ip-adres uit het dhcp-bereik moet krijgen.

©PXimport

8 Van buitenaf

Ik heb een draadloze ip-camera hangen die ik ook graag via internet wil benaderen.

De kans is reëel dat je dan één of meerdere poorten in je router moet openzetten. Indien je ip-camera luistert op poort 88, dan ga je naar een rubriek als Port forwarding in je router en vul je het interne ip-adres van je ip-camera in en geef je zowel bij de externe als de interne poort 88 mee. Het is echter ook mogelijk bij de externe poort bijvoorbeeld 80 in te vullen als je voor de benadering van je ip-camera liever niet telkens :88 in de url wilt opnemen. Als protocol kies je dan tcp of udp – of beide (raadpleeg de handleiding bij je ip-cam). Overigens vind je op hier instructies voor tal van routermodellen. Vervelend is wel dat je dan het (actuele) wan-ip-adres van je netwerk moet kennen om je ip-cam te bereiken. Dat kun je oplossen met een dynamische dns-service – zoals het gratis Dynu, eventueel in combinatie met een tool als Dynu IP Update Client (beschikbaar voor diverse platformen).

©PXimport

9 Mobiele hotspot

Hoe maak ik met mijn mobiele apparaat toch een wifi-connectie als er geen draadloos netwerk beschikbaar is?

Stel, je hebt op je hotelkamer wel een bekabelde verbinding voor je laptop, maar geen wifi voor je tablet of smartphone. Of je hebt een 4G-verbinding voor je smartphone, maar er is geen bekabelde of draadloze verbinding voor je laptop. Dan maak je van je laptop of smartphone een mobiele hotspot. Op je laptop met Windows 10 (jubileumupdate) kan dat via Instellingen / Netwerk en internet / Mobiele hotspot, waar je de schakelaar op Aan zet en de – bekabelde – internetverbinding selecteert die je wilt delen. Via Bewerken verzin je dan een eigen ssid en wachtwoord of je zet een tool in als Virtual Router.

Ook je smartphone laat zich echter als mobiele hotspot inzetten: voor Android vind je de nodige instructies hier en voor iOS kun je hier terecht.

10 Verkeerd verbonden

Ik kom niet meer op het draadloze netwerk met mijn wifi-printer.

Het komt wel vaker voor: opeens lukt het niet meer om een wifi-apparaat met je draadloze netwerk te verbinden. Dat kan bijvoorbeeld gebeuren wanneer de netwerkconfiguratie van het apparaat om een of andere reden opnieuw is geïnitialiseerd. Dat maakt het natuurlijk ook lastig om je draadloze printer te bereiken. In dat geval verbind je die met de usb-poort van je pc, waarna je het apparaat met de tools die de fabrikant beschikbaar heeft gesteld of via je browser alsnog probeert te bereiken. Ga in dat geval na wat het standaard ip-adres van het toestel is of maak gebruik van een gratis tool als Angry IP Scanner (voor Windows, MacOS of Linux) of de mobiele Android-app Fing om het ip-adres van de toestellen binnen je netwerk te achterhalen. Daarna is het slechts een kwestie van opnieuw de juiste netwerkinstellingen vastleggen. Eventueel laat je de printer het wifi-netwerk even tijdelijk vergeten, waarna je het opnieuw probeert.

11 Geen internet (1)

Ik heb blijkbaar wel wifi (of een netwerkverbinding), maar ik kan toch het internet niet op.

Geldt dat voor meerdere apparaten, dan moet je de oorzaak van het euvel centraal zoeken. Je kunt alvast beginnen met het uit- en weer inschakelen van je modem, gevolgd door je router en eventuele switches en toegangspunten. Herstart vervolgens ook je client. De kans is groot dat (een van) deze ingrepen het probleem oplossen.

Laten we er echter even van uitgaan dat het probleem zich bij één toestel voordoet, zoals je laptop. Verbind die dan (tijdelijk) via een utp-kabel met je netwerk. Lukt het nu wel, dan kun je het alvast proberen door het draadloze netwerk-profiel te verwijderen in Windows. Ga als administrator naar de opdrachtprompt en voer het commando netsh wlan show profiles uit, gevolgd door netsh wlan delete profile <naam_van_profiel>, waar je <naam_van_profiel> vervangt door de naam van het nukkige wifi-profiel (zie ook vraag 20). Vervolgens klik je het netwerkpictogram in het Windows-systeemvak aan, waarna je opnieuw verbinding met dat profiel maakt.

©PXimport

12 Geen internet (2)

Ik heb blijkbaar wel wifi (of een netwerkverbinding), maar ik kan toch het internet niet op.

Er zijn echter nog andere mogelijke oorzaken. Open het Netwerkcentrum en kies Adapterinstellingen wijzigen. Roep het eigenschappenvenster van je (draadloze) netwerkverbinding op, selecteer Internet Protocol versie 4, klik op Eigenschappen en ga na of alles correct staat ingesteld, zoals de standaardgateway en dns-servers.

Desnoods haal je er een hersteltool als NetAdapter Repair All-in-One bij, waarmee je eenvoudig enkele netwerkinstellingen kunt resetten.

Nog steeds geen oplossing? Dan zet een grondige studie van het wifi-rapport je wellicht op het spoor. Daar zorgt opdrachtregelcommando netsh wlan show wlanreport voor, dat je als administrator uitvoert, waarna je het resulterende html-rapport in je browser opent. Meer informatie over dit en andere nuttige commando’s vind je hier.

©PXimport

13 Laptop zonder wifi

Mijn laptop heeft wifi, maar plots weigert het toestel nog een verbinding op te zetten.

Dit probleem zou zomaar eens aan een functietoets of een klein (schuif)knopje te wijten kunnen zijn. Veel laptops hebben namelijk een minuscuul knopje, soms nauwelijks zichtbaar aan de voorzijde, waarmee je de wifi-adapter in- en uitschakelt. Of je schakelt die functie in of uit met behulp van een of andere functietoets of toetscombinatie. Vaak moet je daarbij de Fn-toets samen met een andere toets indrukken.

©PXimport

14 Upgrade

De wifi van mijn oude laptop is te traag voor mijn nieuwe router.

Je hebt een fraaie 802.11ac-router gekocht, maar je oude laptop komt niet verder dan 802.11g of -n. Wil je op het niveau van je router komen, dan zit er weinig anders op dan de wifi-adapter van je laptop te vervangen door een nieuwer model. Ga eerst na of (het bios van) je laptop wel de beoogde wifi-adapter (of specificatie) ondersteunt: de website van je fabrikant geeft je de nodige feedback. Eventueel kan een bios-update soelaas bieden. Het kan echter gebeuren dat het formaat van de nieuwe kaart niet zomaar (lees: niet zonder bracket adapter) in je laptop past. Ga bovendien na of je laptop wel over het benodigde aantal antennes beschikt: voor nieuwere adapters zijn dat er vaak drie, zodat je misschien een derde antenne afzonderlijk moet aanschaffen. Controleer na de installatie of je wel over de up-to-date driver beschikt.

©PXimport

15 Firmware

Mijn router ondersteunt bepaalde functies niet. Een nieuwe dan maar?

Dat hangt ervan af. Ga in elk geval eerst na of je router wel is voorzien van de nieuwste firmware. Met wat geluk voegt een firmware-update namelijk net die functie(s) toe die je nodig hebt. Dat gaat van het wegwerken van inmiddels gekende kwetsbaarheden en bugs over het toevoegen van functies als vpn-ondersteuning, wireless bridging en QoS-bandbreedtetoewijzing, tot zelfs de ondersteuning van nieuwere wifi-standaarden.

De aanpak voor een firmware-upgrade kan per router verschillend zijn, maar in grote lijnen komt het hierop neer: roep via je browser de webinterface van je router op en spoor de rubriek voor de firmware-upgrade op (iets als Firmware Update, Maintenance of About this Router). Vervolgens download je het firmware-bestand dat bij jouw routermodel hoort. Vaak kan dat rechtstreeks, maar soms moet je het bestand eerst op je pc bewaren, waarna je het via de webinterface kunt benaderen. Ten slotte kun je de upgrade uitvoeren. Belangrijk is wel dat je dit upgradeproces onder geen beding onderbreekt.

Als je meer van het avontuurlijke type bent, kun je ook de installatie van alternatieve firmware overwegen, zoals dd-wrt of OpenWRT. Ga dan wel eerst goed na of deze firmware wel geheel compatibel is met je router(model).

©PXimport

16 Trááág…

Mijn internetverbinding werkt opvallend traag.

Ga om te beginnen na of de snelheid merkbaar beter is als je de laptop via een utp-kabel rechtstreeks met het modem verbindt. Je kunt hiervoor een online speedtest gebruiken als www.beta.speedtest.net of je gebruikt die van je eigen provider, zoals www.ziggo.nl/speedtest of www.kpn.com/internet/speedtest. Is de snelheid bedraad inderdaad hoger, zie dan ook de antwoorden op vragen 1 tot 5. Wellicht helpt het als je je laptop dichter bij je router plaatst of een repeater of extra toegangspunt inschakelt, of stel die eens in op een ander kanaal (binnen de 2,4GHz-band).

Blijft het probleem zich voordoen, probeer het dan eerst door je modem/router te herstarten. Is er nog altijd geen verbetering, dan ligt het wellicht bij je provider.

Overigens moet je je er ook van bewust zijn dat de theoretische transfersnelheid van een wifi-standaard in de praktijk nagenoeg nooit haalbaar is. Lees je bijvoorbeeld dat 802.11n 150 Mbit/s haalt, dan zal dat in de praktijk vaak eerder richting de 50 Mbit/s gaan, en bij 802.11ac valt de theoretische doorvoersnelheid (van 433 of zelfs 866 Mbit/s) vaak terug tot circa 30 procent. Deze terugval is vooral te verklaren door de vaak hogere overhead van een draadloze verbinding als gevolg van allerlei storende (omgevings)factoren. Bij een bekabelde verbinding ligt die overhead gewoonlijk rond slechts 10 procent.

©PXimport

17 Vergeten wachtwoord

Ik wil een nieuw apparaat toegang geven tot mijn draadloze netwerk, maar ik ben het wachtwoord vergeten.

Als je het wachtwoord van de draadloze router of toegangspunt nog wel weet, kun je in de meeste gevallen via de webinterface van dat toestel alsnog het wachtwoord achterhalen in een rubriek als Wireless. Ben je via een (ander) Windows-toestel met dat netwerk verbonden, dan kun je het ook hier aflezen. In Windows 10 zit dat overigens wel diep verstopt. Ga naar het Netwerkcentrum en klik, rechts bij Verbindingen, het draadloze netwerk aan waarmee je verbonden bent. Kies Eigenschappen van draadloos netwerk, open het tabblad Beveiliging en plaats een vinkje bij Tekens weergeven.

Of je gebruikt een gratis tool als Magical Jelly Bean Wi-Fi password revealer, maar dan wel op een Windows-pc die al eerder verbinding met dat netwerk maakte.

18 Gastnetwerk

Ik wil mijn bezoekers toegang geven tot mijn wifi-netwerk, maar mijn wachtwoord geef ik ze liever niet.

Een mogelijk uitweg – althans voor bezoekers met een Android-toestel – is dat je een QR-code met het login-id (ssid en wachtwoord) voor je draadloze netwerk creëert, bijvoorbeeld met www.zxing.appspot.com/generator, via de optie Wifi network. Een veel betere oplossing is echter dat je een gastnetwerk instelt. Voorwaarde is wel dat je router die optie ondersteunt – wellicht na een firmware-update (zie ook vraag 15). In de meeste gevallen volstaat het deze functie (ook wel gasttoegang of guest access geheten) te activeren op je router en die van een ssid en een afzonderlijk wachtwoord te voorzien. Bijkomend voordeel is dat gebruikers die zich met dit netwerk verbinden niet bij de gedeelde mappen van je eigen draadloze netwerk kunnen komen. Sommige routers bieden de mogelijkheid een maximumaantal gebruikers in te stellen dat simultaan het gastnetwerk mag gebruiken. Vaak dienen gebruikers dan eerst hun browser te openen om daar het gastwachtwoord in te vullen voordat ze effectief toegang krijgen.

Interessant is de functie Wireless Isolation, ook wel bekend als AP/Client/Station Isolation, Internet access only of Access intranet off. Die zorgt ervoor dat gebruikers van dat netwerk niet met andere apparaten kunnen communiceren; ze kunnen in feite alleen het internet op. Houd er wel rekening mee dat deze functie sommige draadloze applicaties, zoals Google Chromecast, kan hinderen.

Als je router dat allemaal niet ondersteunt, is het echter ook mogelijk zelf een gastnetwerk op te zetten. Dat vereist wel de inzet van twee (of drie) routers op een specifieke manier. Meer uitleg hierover vind je hier.

©PXimport

19 Extra beveiliging

Is het nuttig om extra beveiligingen als mac-filtering en het verbergen van het ssid in te schakelen?

Zo’n beetje de enige beveiliging die er écht toe doet, is de wifi-encryptie – bij voorkeur een stevige wpa2-encryptie (op basis van aes) met een stevig wachtwoord. Het inschakelen van mac-filtering en het niet laten broadcasten van het ssid kun je eventueel als bijkomende beveiliging activeren, maar weet dat je het hiermee hooguit de brave buurman of de toevallige voorbijganger wat lastiger zult maken. Een hacker heeft die beveiligingen zo omzeild met behulp van tools als Kismet of Aircrack. Bovendien bemoeilijk je hiermee het toevoegen van een nieuw ‘legitiem’ apparaat, aangezien je dan zelf het mac-adres aan de whitelist moet toevoegen en ook zelf het ssid en het beveiligingstype moet instellen. Veel te omslachtig dus.

Wat het verbergen van het ssid betreft: dat kan de beveiliging zelfs iets minder sterk maken, vooral als je in Windows de optie Verbinding maken, zelfs wanneer het netwerk niet uitzendt activeert (ga naar Netwerkcentrum, kies Een nieuwe verbindingof een nieuw netwerk instellen / Handmatig verbinding met een draadloos netwerk maken / Volgende). In dit geval zal je laptop, ongeacht waar je toestel zich bevindt, je draadloze netwerk proberen te op te sporen door via ‘probe requests’ uit te vissen of het netwerk (ssid) bereikbaar is.

©PXimport

20 Oude netwerken

Hoe vermijd ik dat mijn smartphone, tablet of laptop zich automatisch met oude, bekende netwerken verbindt?

Het is best handig als je mobiele toestel automatisch verbindt met een netwerk waarmee je eerder een connectie hebt gehad, zodat je niet telkens opnieuw hoeft aan te melden. Er kleeft natuurlijk ook een risico aan: hackers kunnen namelijk tools inzetten die de zoekpogingen van je toestel naar een bekend netwerk oppikken, waarna ze zich als het vertrouwde wifi-netwerk kunnen voordoen. Het kan echter ook gewoon vervelend zijn, met name in het geval van openbare hotspots die eerst een autorisatie vereisen. Je bent dan wel verbonden, maar je kunt het netwerk nog niet gebruiken. In deze gevallen kan het handig zijn het netwerk gewoon even te laten ‘vergeten’.

In Android doe je dat via Instellingen / Netwerk en internet / Wifi, waarna je het gewraakte netwerk selecteert en Netwerk vergeten kiest. Op een iOS-toestel doe je dat op nagenoeg dezelfde manier, via Instellingen / Wi-Fi, waarna je op de I-knop tikt naast de netwerknaam en Vergeet dit netwerk kiest.

Op een laptop met Windows 10 kan dat vanaf de opdrachtprompt (zie ook vraag 11), maar ook via Instellingen / Netwerk en internet / Wi-Fi / Bekende netwerken beheren, waarna je de netwerknaam aanklikt en Niet onthouden selecteert.

©PXimport

22 Indringer

Hoe ga ik na of iemand stiekem mijn (draadloze) netwerk gebruikt?

Je kunt alvast beginnen met het nakijken van de logs van je router. In de meeste gevallen kun je in een rubriek als Status een lijst vinden van de apparaten die met je netwerk verbonden zijn, inclusief ip- en mac-adres, vaak ook de hostnaam en soms zelfs de fabrikant, het model en het besturingssysteem. Op basis van het mac-adres kun je dan eventueel een mac-filter op je router activeren (zie ook vraag 19). Houd er wel rekening mee dat veel routers hier alleen de apparaten tonen die een adres via dhcp kregen toegewezen.

Verder kun je, in plaats van sporadisch zelf na te gaan of er zich een onbekend of niet-geautoriseerd toestel met je netwerk verbindt, een tool inzetten als Wireless Network Watcher of SoftPerfect WiFi Guard. De eerste tool scant je netwerk continu op de achtergrond en speelt een geluidje af zodra een nieuw toestel een verbinding opzet. De tweede tool is net iets flexibeler: je bepaalt zelf de scanfrequentie en je kunt toestellen ook instellen als ‘vertrouwd’, zodat die voortaan worden genegeerd. Let er bij beide tools wel op dat je de juiste netwerkadapter selecteert.

©PXimport

22 Activiteit

De ledjes van mijn (draadloze) router blijven maar knipperen. Moet ik verontrust zijn?

De intensiteit waarmee de ledjes van je router knipperen is natuurlijk niet de meest betrouwbare manier om na te gaan in hoeverre je netwerk(adapter) effectief wordt belast.

Met een Windows-pc krijg je alvast meer duidelijkheid via het ingebouwde taakbeheer (Ctrl+Shift+Esc) op het tabblad Netwerk: je leest dan per applicatie of proces de hoeveelheid dataverkeer af. Nog meer details krijg je via de module Broncontrole (druk op Windows-toets+R en voer het commando resmon uit), onder meer op het tabblad Netwerk en met name in de rubriek Processen met netwerkactiviteit. Plaats een vinkje bij een item voor nog meer details. Of je zet een tool in als NetLimiter: die laat je niet alleen het dataverkeer van of naar het internet monitoren, je kunt ook verkeer van specifieke apps prioriteren of limiteren naar kwantiteit of tijdsgebruik.

Om na te gaan welk verkeer er precies van of naar draadloze apparaten als een smartphone of tablet gaat, kun je je laptop eventueel tijdelijk instellen als een draadloze hotspot, waarna je je mobiele toestel(len) via die hotspot laat verbinden. Op die laptop installeer je dan een packet sniffer zoals het gratis WireShark, waarna die al het verkeer kan loggen. Dit pakket vergt echter wel een flinke dosis kennis van netwerkprotocollen.

©PXimport

23 Publieke hotspot

Is het veilig om me via een openbare hotspot met het internet te verbinden?

Ook als we ervan uitgaan dat het om een legitieme hotspot gaat – en dus geen ‘honey-spot’ opgezet door een hacker met een ssid als ‘Starbucks free’ – is het nooit echt veilig om daarvan gebruik te maken. Met de juiste tools kan een medegebruiker van zo’n netwerk je data immers onderscheppen. Dat geldt in principe ook voor bijvoorbeeld het draadloze netwerk van je hotel, indien ook de hacker (als gast) het bijhorende wachtwoord heeft gekregen.

Om een en ander veilig(er) te maken, maak je zo veel mogelijk gebruik van https-verbindingen en stel je je toestel zo in dat het niet automatisch opnieuw contact maakt met een eerder verbonden draadloos netwerk (zie ook vraag 20).

De beste remedie om te vermijden dat iemand data van je draadloze connectie ontfutselt, is een vpn-verbinding (virtual private network). Hiermee creëer je een ‘private tunnel’ naar een vpn-server, waarbinnen alle data stevig worden versleuteld. Een bijkomend voordeel is dat je door zo’n verbinding eventuele siteblokkades en webfilters omzeilt die door het openbare netwerk zijn ingesteld. Er zijn tal van vpn-aanbieders beschikbaar, waaronder CyberGhost (beschikbaar voor zowat alle platformen). Let er wel op dat gratis varianten vaak gelimiteerd zijn, ook op het gebied van transfersnelheid. Een mogelijk alternatief is dat je op je nas zelf een vpn-server opzet, bij voorkeur op basis van OpenVPN of l2tp/ipsec, maar dat is (technisch) weer een ander verhaal.

24 Snel verbinden

Mijn router ondersteunt wps, maar is het veilig om dat te gebruiken?

Wps staat voor wifi protected setup en is een techniek die in het leven is geroepen om makkelijker een draadloze verbinding op te zetten. Gewoonlijk volstaat het een wps-knop in te drukken of een pin-code in te vullen, waarna je client een verbinding met je wifi-netwerk kan opzetten. Onder meer Ziggo levert wifi-modems met deze functionaliteit.

Best makkelijk dus, maar in het verleden zijn er al vaker veiligheidsproblemen geweest: via een eenvoudige ‘brute force’-aanval konden hackers toegang tot zo’n netwerk krijgen. Als het kan, raden we je dus aan deze wps-functionaliteit op je router uit te schakelen.

©PXimport

25 Data delen

Hoe kan ik bestanden over mijn draadloze netwerk delen?

Zorg er om te beginnen voor dat je toestellen met dezelfde draadloze router verbonden zijn. Vervolgens ga je – we nemen een Windows 10-toestel als voorbeeld – het type netwerk na dat je hebt opgezet: open het Netwerkcentrum en ga bij De actieve netwerken weergeven na of het wel om een Particulier netwerk gaat. Indien dat niet zo is, ga dan naar Instellingen, kies Netwerk en internet, klik op Wi-Fi en selecteer Bekende netwerken beheren, waarna je de netwerknaam aanklikt, Eigenschappen kiest en Deze pc kan worden gevonden instelt op Aan. Ga opnieuw naar het Netwerkcentrum waar je nu bij Thuisgroep de optie Kan worden gemaakt afleest en bevestigt met Een thuisgroep maken, waarna je aangeeft wat je met anderen wilt delen (zoals Afbeeldingen, Muziek, Documenten en Printers & apparaten). Even later is je thuisgroep klaar en kun je ook andere Windows-toestellen via het gegeven wachtwoord van deze thuisgroep deel laten uitmaken (zie ook dit artikel).

Om bestanden tussen een Android-apparaat en Windows uit te kunnen wisselen, zijn er verschillende mogelijkheden (afgezien van cloudopslag die je als tussenstation laat fungeren). Zo zijn er apps beschikbaar die je via SMB/CIFS, maar ook via (s)ftp of WebDav bestanden laat uitwisselen, zoals ES File Explorer (met advertenties) of Solid Explorer. Of je maakt gebruik van een tool als Resilio Sync, waarbij het lijkt alsof je je met een cloudopslagserver verbindt, maar dan wel eentje op je eigen pc. Ook voor iOS zijn er apps beschikbaar, waaronder Air Transfer en FileBrowserLite. Instructies hiervoor vind je onder meer hier (daar vind je ook een link voor sharing met Android).

©PXimport

▼ Volgende artikel
Spinnen in huis? Zo zet (en houd!) je ze buiten
© RHJ - stock.adobe.com
Huis

Spinnen in huis? Zo zet (en houd!) je ze buiten

Het is herfst, en dat betekent spinnen. Niet alleen buiten, maar ook binnen. Daar kun je flink van schrikken. Toch is er geen reden tot paniek. Spinnen zijn juist nuttig: ze vangen muggen, vliegen en andere hinderlijke insecten. Nederlandse spinnen zijn bovendien niet gevaarlijk voor mensen. Wil je ze toch liever niet in huis? Dit kun je doen!

🕷️ Dit artikel in het kort

Spinnen zijn nuttige insecteneters en doen in Nederland mensen geen kwaad. Toch zien we ze vooral in de herfst liever buiten dan binnen. In dit artikel lees je hoe je spinnen vangt, wat je kunt doen om ze te buiten te houden en hoe je de meest voorkomende soorten herkent. Daarnaast kijken we per ruimte in huis naar plekken waar spinnen zich graag verstoppen en wat je daartegen kunt doen. Lees ook: Slim ventileren in de herfst: zo voorkom je vocht en schimmel

Dat je in het najaar meer spinnen ziet, is trouwens logisch. De mannetjesspinnen zijn dan op zoek naar een vrouwtje. Of het nu mannetjes of vrouwtjes zijn, voor allemaal geldt: ze zijn snel, maar niet gevaarlijk. Je kunt ze makkelijk vangen, zolang je maar rustig blijft.

Geen paniek! Vangen en vrijlaten doe je zo

De eenvoudigste methode daarvoor is nog steeds het bekende glas met een stukje stevig papier, bijvoorbeeld een bierviltje. Zet een stevig glas over de spin en schuif er een kartonnetje of papiertje onder. Til het geheel voorzichtig op, houd het goed gesloten en zet de spin buiten op enkele meters van je huis neer. Hoe verder, hoe kleiner de kans dat hij terug naar binnen kruipt.

Er bestaan ook speciale spinnenvangers: lange stelen met zachte borsteltjes of buisjes met een opvangreservoir. Handig als je liever wat afstand bewaart. Oefen eerst even, zodat je zeker weet hoe het werkt. Een spin doorspoelen of bespuiten met insectenspray kun je beter niet doen: er zijn betere, diervriendelijkere manieren om van ze af te komen.

©LeoniekvanderVlietPhotography

Waar komen spinnen binnen?

Spinnen kiezen niet bewust voor jouw woonkamer, maar volgen vaak insecten die aangetrokken worden door licht of warmte. Via kieren langs kozijnen, onder deuren of door ventilatieopeningen vinden ze hun weg naar binnen. Ook via spullen uit de schuur of garage kunnen ze mee naar binnen komen. Door deze routes af te sluiten of te controleren, verklein je de kans dat ze binnen belanden.

Voorkomen is ….

Hieronder lees je wat je in het algemeen kunt doen om insecten en spinnen buiten te houden. Ook kijken we specifiek naar bepaalde ruimtes in je huis.

Algemeen

Inspecteer je hele woning systematisch door langs plintnaden, kozijnen en doorvoeren te lopen. Dicht kieren af en vervang versleten tochtstrips. Plaats fijnmazig rvs-gaas voor ventilatieopeningen en maak ventilatieroosters jaarlijks schoon. Horren monteren voor ramen en deuren scheelt ook al een hoop.

Woonkamer

In de woonkamer trekken lampen vaak insecten aan, en daarmee ook spinnen. Plaats lampen niet direct bij de buitendeur en gebruik eventueel warmere lichtkleuren die minder insecten lokken – wit licht bevat namelijk veel UV- en blauwe componenten, echte insect-magneten. Ruim regelmatig achter kasten en banken op: rommelige hoeken bieden ideale plekken voor webben.

Slaapkamer

Zet bij warm weer het raam open met een hor ervoor. Zo ventileer je goed zonder dat spinnen en insecten naar binnen glippen. Trek ook gordijnen geregeld open en dicht; spinnen houden van rustige, donkere hoekjes.

Badkamer

Door de hoge luchtvochtigheid is de badkamer aantrekkelijk voor insecten en dus voor spinnen. Laat de ruimte goed drogen na het douchen (zet daar bijvoorbeeld de mechanische ventilatie voor aan of zet een raam een stukje open) en haal spinrag direct weg.

Kelder en berging

Dit zijn favoriete plekken voor grote huisspinnen. Ze houden van koelere, vochtige plekken waar ze met rust gelaten worden. Controleer leidingen en kieren, dicht openingen en zorg dat er niet te veel losse spullen op de grond staan.

Ventileren en opruimen helpt

Een goed geventileerd huis is minder aantrekkelijk voor insecten en dus ook voor spinnen. Laat roosters open, zet dagelijks kort ramen tegenover elkaar open voor frisse lucht en maak ventilatieopeningen schoon. Zo zorg je ervoor dat het in huis minder vochtig wordt – en daarmee geef je vliegjes, muggen en andere insecten minder kans.

Oude spinnenwebben kun je eenvoudig weghalen met een plumeau of stofzuiger. Leeg de stofzuigerzak daarna buiten, want een spin kan anders alsnog ontsnappen. Ook lege eizakjes haal je zo weg. Daarmee voorkom je dat er nieuwe generaties in je huis uitkomen.

Van huisspin tot kruisspin: zo herken je ze

Gevaarlijke spinnen? Die komen in Nederland eigenlijk niet voor. Maar dat maakt de angst er niet minder om. Herkennen wat voor spin je ziet, kan dan echt helpen. In september en oktober zie je binnenshuis vooral mannetjes van huisspinnen rondstruinen, terwijl vrouwtjes in hun web blijven. Met een app zoals ObsIdentify (voor Android en iOS) kun je eenvoudig een foto maken en direct zien om welke soort het gaat. Ook de webvorm geeft aanwijzingen: een strak wielweb, een trechter of een slordig matje is vaak soortspecifiek. Door je in de soorten te verdiepen, leer je dat de grote, donkere spinnen in huis simpelweg rondzwervende mannetjes zijn die een partner zoeken. Niets om bang voor te zijn dus!

Top 5 huisspinnen in Nederland

De kruisspin, Araneus diadematus, is jaar in jaar uit de publieksfavoriet én meest geteld; je herkent hem aan het lichte kruis op het achterlijf en het grote wielweb langs schuttingen en raamkozijnen. De grote trilspin, Pholcus phalangioides, hangt met lange poten onder het plafond en trilt heftig bij onraad; je vindt hem vaak in rustige hoekjes binnen. De gewone en grote huisspinnen, Eratigena-soorten, bouwen trechterwebben achter kasten en in kelders. De venstersectorspin, Zygiella x-notata, spant bij ramen een wielweb met een 'hapje' eruit; vaak zie je die in gevelhoeken. De herfsthangmatspin, Metellina segmentata, maakt kleine hangmatwebjes in struiken en rond tuinen en wordt regelmatig bij huizen gezien. De exacte volgorde varieert per jaar en telling, maar deze soorten staan steevast hoog in Nederlandse spinnentellingen.

©Anton Derkach | Iuliia - stock.adobe.com

Veelgestelde vragen over spinnen in huis

Zijn spinnen in Nederland giftig?

De spinnen die je binnenshuis tegenkomt, zoals huisspinnen of trilspinnen, zijn niet gevaarlijk. Ze kunnen hooguit bijten als ze in het nauw komen, maar dat gebeurt zelden en is vergelijkbaar met een muggenprik: een klein rood plekje dat snel verdwijnt. Ook buitenshuis leven er in Nederland geen gevaarlijk giftige spinnen voor mensen.

Kruipen spinnen in je slaap in je mond of oren?

Dit is een hardnekkige mythe. Spinnen zijn schuwe dieren die juist contact met mensen vermijden. Het idee dat ze in je slaap in je mond of oor kruipen is een broodjeaapverhaal. Ze lopen hooguit langs je bed op zoek naar een rustig hoekje, maar hebben geen enkele reden om een mens als schuilplek te gebruiken.

Waarom zie je vooral in de herfst zoveel spinnen?

In nazomer en herfst gaan mannetjes-huisspinnen op zoek naar een vrouwtje. Omdat ze rondzwerven, zie je ze vaker in kamers en gangen lopen. Vrouwtjes blijven meestal in hun web en vallen daardoor minder op. De seizoenspiek heeft dus alles te maken met hun voortplantingscyclus.

Kunnen spinnen eitjes in huis leggen?

Ja, spinnen kunnen in huis eizakjes maken. Meestal gebeurt dat in rustige hoekjes of achter meubels. De jongen verspreiden zich na het uitkomen en veel halen de volwassen leeftijd niet. Door webben en eizakjes regelmatig weg te halen met de stofzuiger, houd je de aantallen eenvoudig onder controle.

Helpt het om spinnen weg te houden met pepermuntolie of azijn?

Er circuleren veel huismiddeltjes die zouden helpen, maar er is weinig bewijs dat spinnen echt wegblijven van bepaalde geuren. Belangrijker is het dichten van kieren, plaatsen van horren en regelmatig opruimen. Dat heeft aantoonbaar meer effect dan een schaaltje azijn of een oliebrandertje.

Kunnen huisspinnen springen of vliegen?

Nee, de huisspinnen die je binnenshuis tegenkomt kunnen niet springen of vliegen. Ze lopen of klimmen via draden. Soms zie je kleine jonge spinnen wel zweven aan een draadje; dat heet 'ballooning'. Dan gebruiken ze een draad als zweeflijn in de wind. Bij volwassen huisspinnen gebeurt dat niet binnenshuis. 

Wat moet ik doen als ik een spin echt niet durf te vangen?

Vraag iemand anders om te helpen of gebruik een lange spinnenvanger waarmee je voldoende afstand houdt. Als dat niet lukt, kun je de deur naar de buitenruimte openen en wachten tot het dier zelf naar buiten trekt. Het belangrijkste is kalm blijven: spinnen zijn sneller bang voor jou dan andersom.

Spinnenvanger nodig?

Kijk, koop en vang
▼ Volgende artikel
Oktober in je tuin: voorbereiden op de winter
© Roland Abel
Huis

Oktober in je tuin: voorbereiden op de winter

In oktober staat de tuin in het teken van de overgang naar de koude maanden. Planten hebben nog steeds zorg nodig en ook het onderhoud vraagt aandacht. Dit is het moment om alles klaar te maken, zodat je tuin de winter goed doorkomt.

In oktober maak je de tuin winterklaar. Sluit de buitenkraan af en berg de tuinslang leeg op. Koop vliesdoek en noppenfolie om kwetsbare planten te beschermen. Plant groenblijvende struiken, winterviolen en bloembollen voor kleur in de donkere maanden. Oogst appels, peren en pompoenen, en zaai veldsla of spinazie. Geef struiken en rozen nog voeding, verwijder zomerbollen uit de grond en snoei rozen, fruitbomen en loofbomen. Werk het gazon af met een laatste maaibeurt en hark het blad weg.

Lees ook: Van januari tot en met december tuinieren: tips voor het hele jaar buiten bezig

Bescherm de tuin tegen vorst

Met dalende temperaturen is het belangrijk om alles te beschermen tegen vorstschade. Laat de tuinslang volledig leeglopen en berg hem op, zodat er geen water in achterblijft. Draai vervolgens de buitenkraan dicht. Schaf vliesdoek of noppenfolie aan om gevoelige planten te beschermen zodra het gaat vriezen.

Planten en bollen voor een wintertuin

Wie in de winter ook kleur wil behouden, kan nu groenblijvende varens, lage heesters en kerstrozen planten. Voorjaarsbollen zoals sneeuwklokjes, kievitsbloemen en bosanemonen moeten direct de grond in, omdat ze snel uitdrogen. Ook winterjasmijn of knoflook zijn nu aan de beurt. Bedek de grond daarna met een laag bladeren.

In hangmanden kun je winterviolen, bollen en klimop zetten voor wat extra kleur. Rozen plant je alvast voor het nieuwe seizoen. Tulpen die niet in de grond kunnen overwinteren, zet je in bollenbakken. Andere bloembollen plaats je bij vaste planten die qua kleur en bloeitijd goed bij elkaar passen. Geprepareerde hyacinten zet je in glazen binnen om vroeg van hun bloemen te genieten.

Oogsten in de herfst – én zaaien in de moestuin

Oktober is de maand van de oogst. Peren en appels haal je nu van de boom; maak er moes of taart van. Pompoenen en sierkalebassen zijn ook rijp. Laat altijd een stuk steel zitten, dan blijven ze langer goed. Bewaar ze koel en vorstvrij. In de moestuin zaai je nog veldsla, pluksla of spinazie. Kies wel voor winterharde soorten. Groenten die niet tegen kou kunnen, zoals paksoi, koolrabi, bloemkool en broccoli, oogst je voor de winter.

©encierro - stock.adobe.com

Onderhoud in oktober

Struiken, rozen en hagen hebben nog baat bij wat mest. In de border en moestuin kan eventueel kalk gestrooid worden. Blijf onkruid weghalen zodat het in het voorjaar niet uit de hand loopt. Plantensteunen kunnen de schuur in; maak ze schoon voordat je ze opbergt.

Zomerbollen zoals dahlia's, bloemriet en Abessijnse gladiolen moeten gerooid worden na de eerste nachtvorst. Controleer ook potten en bakken: zorg dat de afwateringsgaten open zijn zodat regenwater goed kan weglopen.

Snoeien in oktober

Ramblerrozen knip je bij door lange scheuten wat in te korten. Oktober is ook geschikt voor het snoeien van berk, esdoorn en kastanje, maar doe dit niet later dan eind november, want de sapstromen van deze bomen komen al vroeg op gang. Appel- en perenbomen kunnen eveneens gesnoeid worden.

©maxbelchenko

Het gazon winterklaar maken

Geef het gras dit najaar nog een laatste beurt. Verticuteer om mos en dood gras te verwijderen en lucht in de bodem te brengen. Maai het gras nog een keer, maar laat het niet te kort worden. Steek de randen bij en hark het gevallen blad weg, zodat het gras niet verstikt onder een bladerdeken en in het voorjaar weer gezond kan uitlopen.