ID.nl logo
Review Dockcase Smarthub - Klein en fijn, maar lastig te bedienen
© Dockcase
Huis

Review Dockcase Smarthub - Klein en fijn, maar lastig te bedienen

De meeste usb-c-dockingstations zijn simpele grijze of zwarte kastjes die gewoon hun werk doen en verder weinig uitstraling hebben. De Dockcase Smarthub pakt het anders aan. Dit model heeft een klein scherm waarop je de status van aangesloten apparatuur ziet, biedt ruimte voor een ssd en is met je vinger te bedienen. Handig en slim, of overbodige franje?

Goed
Conclusie

De Dockcase 7-in-1-hub is handig voor wie het fijn vindt om meerdere apparaten of accessoires zoals een muis en toetsenbord tegelijkertijd te hebben aangesloten terwijl er maar één kabel naar je laptop hoeft te gaan. Het feit dat er dan ook nog een interne ssd kan worden ingebouwd is dan een extra pluspunt. Dat de Dockcase een display heeft dat je kunt bedienen is een leuke extra, maar in de praktijk gebruik je het waarschijnlijk nauwelijks. Misschien stel je bij de eerste keer wat zaken in, maar daarna zal het schermpje grotendeels ongebruikt blijven.

Plus- en minpunten
  • Inbouw van ssd mogelijk
  • Veel aansluitmogelijkheden
  • Compact
  • Display met apparaatstatus
  • Bediening soms wat langzaam
  • Wordt relatief warm
  • Instellingenscherm niet te beveiligen

Dockingstations zijn er in vele soorten en het zijn allang niet meer van die logge apparaten die alleen passen op een specifieke laptop. Ze zijn allemaal gericht op aansluiting via usb en bieden extra uitgangen voor een monitor, extra externe harde schijven of een sd-kaartje uit je camera.

Zo ook deze Dockcase USB-C Hub 7-in-1. Deze mini-hub is zo'n 5 bij 10 cm groot en ongeveer 2 cm dik en is voorzien van een usb-c-poort, een usb-a-2.1-poort, HDMI-poort, een CF-kaartslot en een MicroSD-slot. Het apparaat is via Kickstarter gelanceerd en zal in het voorjaar verschijnen. We hebben hier nog te maken met een bètaversie, maar die geeft ons al een goede indruk wat deze 7-in-1 hub voor ons in petto heeft.

Video en opladen

Als jouw laptop het versturen van het videosignaal en opladen via de usb-c-poort ondersteunt, dan kun je de Dockcase-hub gebruiken om je laptop op te laden via de PD-poort en tegelijkertijd de HDMI-poort van het kastje gebruiken om een monitor aan te sluiten. Bij de Dockcase wordt ook een speciale usb-c-kabel geleverd die opladen tot maar liefst 240 Watt ondersteunt, maar een adapter om dit voor elkaar te krijgen zit er niet bij; die moet je nog apart aanschaffen (en die zijn niet heel goedkoop). Ook jammer is dat het meegeleverde kabeltje wat kort is (30 centimeter), waardoor je weinig flexibel bent in waar je de Dockcase plaatst.

©Mark Gamble

Ingebouwde ssd en uitbreidingen

Uniek aan deze Dockcase hub is dat je er een m2-ssd in kunt inhouwen. Geen full size-exemplaar, maar eentje van de 2230- en 2242-form factor. Die getallen staan respectievelijk voor voor 22 bij 30mm en en 22 bij 42mm, terwijl een gewone ssd m2.module 22 bij 80mm meet. De compacte behuizing kan – juist vanwege die compactheid – geen normaal formaat aan. Voor m2's van 22 bij 30mm wordt een verlengstukje meegeleverd, omdat het schroefje voor de ssd iets verder naar buiten is geplaatst.

©Mark Gamble

Een 2230 m2-ssd is ingebouwd en kan eenvoudig worden geüpgraded naar een variant met meer opslag.

Ter gelegenheid van onze test werd er een 256GB m2-ssd-module meegeleverd van het Koreaanse merk Skhynix. Houd er rekening mee dat, wanneer je de Dockcase Smarthub zelf aanschaft, er géén opslagmodule bij zit; die moet je er zelf nog bij kopen. Fijn om te weten: de materialen om een zelf gekochte 2230 m2 in te bouwen worden wél met de hub meegeleverd. Het schroefje om die ssd te bevestigen alsmede een schroevendraaiertje voor het openen van de case zitten er gewoon bij. En je hebt het hierboven al genoemde opzetstukje nodig. Wanneer je het dockingstation aansluit, is de ssd direct in de Verkenner zichtbaar als een van de aangesloten stations. Datzelfde gebeurt ook bij het plaatsen van een microSD- of flashkaartje.

Schermbediening

VIa het aanraakscherm van de Dockcase kun informatie opvragen van de aangesloten apparaten. Je ziet dan onder meer de doorvoersnelheid die geboden wordt in het geval van een aangesloten usb-apparaat zoals een usb-stick of een externe harde schijf. Snelheidsinformatie en status (zoals de gezondheid van de geheugencellen) vind je uiteraard ook terug van een eventueel ingebouwde ssd.

©Mark Gamble

Op het schermpje van de Dockcase kun je ook de status van de ssd uitlezen.

Alle items die op het display een groene kleur hebben, kun je aantikken. Je krijgt dan extra instelmogelijkheden. Voor de ssd geldt alleen dat je de opslag wel of niet op read-only kunt zetten. Zet je deze op read-only dan kun je er – met een aangesloten apparaat als een laptop of smartphone – geen bestanden naartoe schrijven. Je kunt deze beveiliging overigens niet zelf vergrendelen, bijvoorbeeld met een pincode. Iedereen met toegang tot het dockingstation kan de instellingen dus aanpassen, maar ook toegang krijgen tot de ssd als hij of zij hem aansluit op zijn eigen computer. Gebruik binnen een kantooromgeving is dan wellicht niet aan te raden.

©Mark Gamble

Ventilator met bijgeluid De Dockcase USB-C Hub 7-in-1 heeft een ingebouwde SoC (System on a chip), een eigen display en een interne ssd-aansluiting. Als die apparaten produceren natuurlijk warmte en daarom is de Dockcase voorzien van een ventilatortje.

Als het apparaat warm wordt – en dat werd hij tijdens het testen al vrij snel – dan springt de kleine ventilator aan en produceert een hoog zoemend geluid. Afhankelijk van de ondergrond van de Dockcase kan dat een vervelend geluid veroorzaken. De ventilator kun je wel helemaal uitschakelen, maar gezien de warmte die het apparaat afgeeft, is dat niet aan te raden.

Swipen

Zoals gezegd verloopt de bediening van het apparaatje via het kleine schermpje. Dat gaat over het algemeen prima, maar om uit een gekozen menu te komen, moet je met je vinger over het schermpje swipen. Soms wordt de swipe niet meteen door het apparaatje geregistreerd en moet je het nog een keertje proberen. Wil je een bepaalde instelling openen, dan kan dat alleen als het bijbehorende pictogram groen is.

©Dockcase

Voeding

Een usb-c-dockingstation of ieder ander docking station heeft normaal gesproken een eigen voeding nodig om te kunnen werken. Er moet immers wat slimme aansturing plaatsvinden van de aangesloten apparaten. De Dockcase wordt echter geleverd zonder eigen adapter, maar kan in principe stroom betrekken via de meegeleverde usb-c-kabel, bijvoorbeeld vanaf een laptop die op zijn beurt weer aan een vaste stroomadapter is aangesloten. Idealiter laat je de Dockcase echter zelfstandig draaien en fungeren als centrale hub tussen de monitor en laptop, en als mini opslag-servertje. In dat geval heb je dus een aparte adapter nodig. Wil je een laptop ook permanent opladen, houd er dan rekening mee dat de Dockcase alleen adapters ondersteunt van maximaal 100 watt. Heb je een laptop die een hoger wattage nodig heeft om op te laden, dan is de kans groot dat laden niet werkt.

Firmware-updates en software Voor het updaten van de firmware is een verbinding met een computer nodig. Je schakelt de firmwaremenu in via het menu op de hub en start een tooltje om de firmware te updaten. Tijdens het testen was er nog geen firmware-update beschikbaar, noch een tooltje om dit te doen. Als het apparaat op de markt komt, zal er ook een firmwaretool beschikbaar komen.

We hebben aan de fabrikant ook nog gevraagd of het mogelijk is de instellingen van de Dockcase 7-in-1-hub via een softwaretool te bedienen vanaf de computer, zodat je de opties wat makkelijker kunt instellen, maar die mogelijkheid staat niet op de planning.

Conclusie

De Dockcase 7-in-1-hub is handig voor wie het fijn vindt om meerdere apparaten of accessoires zoals een muis en toetsenbord tegelijkertijd te hebben aangesloten terwijl er maar één kabel naar je laptop hoeft te gaan. Het feit dat er dan ook nog een interne ssd kan worden ingebouwd is dan een extra pluspunt. Dat de Dockcase een display heeft dat je kunt bedienen is een leuke extra, maar in de praktijk gebruik je het waarschijnlijk nauwelijks. Misschien stel je bij de eerste keer wat zaken in, maar daarna zal het schermpje grotendeels ongebruikt blijven.

▼ Volgende artikel
Je muur als canvas: slimme lichteffecten met de Philips Hue Play wall washer
© Philips
Zekerheid & gemak

Je muur als canvas: slimme lichteffecten met de Philips Hue Play wall washer

Op zoek naar slimme verlichting die méér doet dan alleen een kamer verlichten? De nieuwe Philips Hue Play wall washer projecteert kleurrijke lichteffecten op je muur en tilt sfeer naar een hoger niveau, ideaal voor films, muziek en ontspannen avondjes.

Een lege muur is vaak gewoon… nou ja, leeg. Praktisch misschien, maar niet echt spannend. Daar wil Philips Hue met de nieuwe Play wall washer iets aan veranderen. Deze compacte designlamp projecteert een kleurrijk lichtspel op je wand, waarmee je in één beweging sfeer aan je kamer toevoegt. Van subtiele achtergrondverlichting tot passende effecten tijdens een film of game, de wall washer is verrassend veelzijdig.

©Philips

Lavalamp 2.0: licht dat meer doet dan verlichten

De Philips Play wall washer is ontworpen om je muren tot leven te brengen. Dankzij een nieuwe techniek, ColorCast genaamd, ontstaan vloeiende kleurverlopen die echt iets doen met de ruimte. Het licht voelt rijk en dynamisch aan, alsof je muur zelf begint te ademen. Sluit je de lamp aan op je Hue-entertainmentsysteem, dan reageert het licht bovendien op wat je kijkt of luistert – of dat nu een film is, een game of je favoriete playlist.

Ook lezen: Review Philips Hue Play Gradient Lightstrip - duur, maar wel leuk

Je bepaalt zelf hoe groot het projectiegebied moet zijn: zet je de lamp dichter bij de muur, dan krijg je een strakke lichtbundel; plaats je hem verder weg, dan spreidt het effect zich breder uit. Via de Hue-app stel je alles eenvoudig in, inclusief richting, helderheid en de snelheid waarmee de kleuren worden afgewisseld.

©Philips

Designlamp met een slimme binnenkant

Wat meteen opvalt, is dat de lamp zelf geen aandacht opeist. De behuizing is strak, mat en gemaakt van aluminium – geen plastic spul dus. In zwart of wit past hij moeiteloos in een modern interieur. Het projectievenster is transparant en subtiel, zodat het vooral het licht is dat de show steelt. Daardoor ervaar je de wall washer meer als een designobject dan als tech-gadget.

De lamp werkt naadloos samen met het Hue-ecosysteem. Of je nu gebruikmaakt van een afstandsbediening, je smartphone of je stem via Siri, Alexa of Google Assistant, alles werkt zoals je mag verwachten van Hue. De wall washer is bovendien volledig compatibel met accessoires zoals de Hue HDMI Sync Box en de desktop-apps voor pc en tv.

Een vleugje AI in je verlichting

Tegelijk met de lamp lanceert Philips Hue ook zijn eerste AI-assistent. Die denkt bijvoorbeeld met je mee over de juiste sfeer. Je zegt of typt bijvoorbeeld 'gezellige avond' of 'ochtendenergie' en de assistent kiest automatisch een bijpassende lichtscène, of stelt er zelf eentje samen als er nog geen goede match is.

De AI werkt voorlopig alleen als je de Hue-app op Engels hebt staan en is beschikbaar in Nederland, België en Luxemburg. Andere landen volgen later dit jaar.

Niet goedkoop, wel doordacht

Met een prijs van 199,99 euro (en 349 euro voor een 2-pack) voor een enkele lamp is de wall washer duidelijk bedoeld als luxe toevoeging, niet als basisverlichting. Maar als je van sfeer, detail en controle houdt én je hebt al wat spullen van Philips Hue hangen, dan is dit een opvallend compleet pakket. De combinatie van slim licht, subtiel design en – nou ja, laten we het creatieve vrijheid noemen, maakt deze lamp interessant voor iedereen die meer uit z'n lege muren wil halen.

Meer informatie is te vinden op de site van Philips Hue.

▼ Volgende artikel
Zelf je tv kalibreren: kan dat eigenlijk (en zo ja, hoe?)
© Robert Daly/KOTO
Huis

Zelf je tv kalibreren: kan dat eigenlijk (en zo ja, hoe?)

Kijk je graag films of series zoals ze bedoeld zijn? Dan heb je vast weleens gehoord dat je je televisie moet kalibreren. In professionele kringen is dat dé manier om kleur, contrast en helderheid perfect af te stemmen. Maar hoe haalbaar is dat voor thuisgebruik? En wat kun je zelf doen om het beeld te verbeteren zonder dure meetapparatuur?

Dit ga je lezen

In dit artikel leggen we uit wat kalibratie precies inhoudt, waarom het zo lastig is om zelf te doen, en welke eenvoudige instellingen je wél kunt aanpassen voor beter beeld. Ook bespreken we hoe je dit aanpakt bij deze televisiemerken: Samsung LG Sony Philips Panasonic TCL Hisense

Lees ook: Tv direct na aankoop laten kalibreren: zinvol of niet?

Wat is een gekalibreerd beeld?

Een gekalibreerd beeld voldoet aan internationale normen voor helderheid, kleur en contrast. Zo zie je wat de regisseur of producent voor ogen had. Bij nieuws en sport vertaalt dat zich in natuurlijke kleuren, met name bij huidskleuren. Onze ogen herkennen die immers feilloos. Films zijn wat lastiger, omdat makers vaak opzettelijk een bepaalde kleurtoon gebruiken – neem bijvoorbeeld een film als The Shape of Water, die bewust groenig is. Juist dan is een goede afstelling belangrijk. Alleen dan zie je alle details in donkere scènes en blijft de sfeer van het beeld overeind.

Zelf kalibreren: kan dat eigenlijk?

Ja, maar het is niet eenvoudig. Je hebt gespecialiseerde apparatuur nodig zoals een kleurmeter, software en een patroongenerator. Dat kost je al snel honderden tot duizenden euro's. Daarnaast moet je metingen correct uitvoeren en de data goed kunnen interpreteren. Er is online wel hulp te vinden, maar het blijft ingewikkeld. Voor de meeste mensen is zelf kalibreren daarom geen realistische optie, tenzij je er diep induikt als hobby.

Wat kun je dan wél doen?

Met de juiste instellingen kom je verrassend dicht in de buurt van een gekalibreerd resultaat. Zo'n 90 tot 95 procent, en dat zonder extra apparatuur.

Begin met het kiezen van de juiste beeldmodus. Zet je televisie op Film, Bioscoop, Cinema of – bij Sony – op Professioneel. Heeft je tv een Filmmaker Mode? Gebruik die dan. Voor sport is het prettig om de optie voor vloeiender beeld in te schakelen. Die vind je onder Motion- of Beweging-instellingen. Games speel je het beste in Game- of Spelmodus.

Beeldmodi zoals Film of Filmmaker Mode zijn vaak wat donkerder ingesteld. Pas de helderheid aan via opties als Achtergrondverlichting, OLED-helderheid of Helderheid. Activeer ook de lichtsensor, zodat de tv zich automatisch aanpast aan het omgevingslicht.

Wat is Filmmaker Mode en waarom zou je dit gebruiken?

Sommige televisies bieden een speciale beeldinstelling genaamd Filmmaker Mode. Deze modus is ontwikkeld in samenwerking met filmmakers en studio's, met als doel het beeld precies zo weer te geven als bedoeld. Alle nabewerking zoals ruisonderdrukking, verscherping of bewegingscompensatie wordt uitgeschakeld. Kleuren, contrast en beeldverhoudingen blijven ongemoeid. De beeldinstelling schakelt automatisch in als je televisie de juiste metadata in een film of serie herkent. Werkt dat niet automatisch, dan kun je de modus handmatig selecteren. Je vindt hem meestal tussen de beeldmodi, net als de opties voor Film of Cinema. Niet elke televisie biedt deze stand, maar steeds meer merken ondersteunen hem – vooral in de midden- en hogere prijsklasse. Filmmaker Mode is bedoeld voor standaardbeeld (SDR), maar je kunt dezelfde filosofie toepassen op HDR-beelden. Kies in dat geval de Film-modus voor HDR-bronnen. Kijk je naar iets in Dolby Vision, dan is 'Dolby Vision Donker' of 'Dolby Vision IQ' meestal de beste keuze. Die modi respecteren grotendeels de oorspronkelijke kleurinstellingen, maar houden ook rekening met de omgeving waarin je kijkt.

©Eric Beeckmans


Ook interessant: Zo kies je de ideale televisie voor jouw woonkamer

Verschillende instellingen voor overdag en 's avonds

Het licht in je kamer verandert flink gedurende de dag. Bij veel daglicht kun je baat hebben bij een iets fellere helderheid, terwijl 's avonds een zachter beeld prettiger is voor je ogen. Hoewel de lichtsensor dit automatisch kan regelen, kun je ook zelf twee aparte beeldmodi instellen: een voor overdag en een voor 's avonds.

De meeste tv's laten je per ingang of beeldbron afzonderlijk instellingen opslaan. Je zou bijvoorbeeld de HDMI-poort van je mediabox kunnen instellen op een felle variant van de Film-modus, en de ingebouwde streaming-apps juist op een zachtere versie. Ook kun je sommige instellingen kopiëren of opslaan als aangepaste modus.

Zo schakel je snel tussen twee beelden die aansluiten bij de sfeer en verlichting in je kamer, zonder steeds handmatig de helderheid of kleur aan te passen.

©Eric Beeckmans

Waarom die lichtsensor zo belangrijk is

Je ogen nemen kleuren en contrast anders waar bij veel of weinig licht. Overdag lijken donkere scènes soms flets, terwijl diezelfde scènes in een verduisterde kamer ineens veel detail tonen. De lichtsensor past het beeld automatisch aan op basis van het omgevingslicht. Opties voor helderheid en donkere details mag je activeren. Soms zijn er ook opties om de kleurtemperatuur automatisch aan te passen; die raden we af.

Zo stel je de lichtsensor in per merk
  • Samsung: Instellingen, -> Algemeen en Privacy, -> Aan/uit en spaarstand, Helderheidsoptimalisatie.
  • LG: Instellingen, -> Algemeen, -> Energiebesparing; zet de Energiebesparingsstap op Automatisch.
  • Sony: Instellingen, -> Weergave en geluid, -> Beeld, -> Omgevingslichtsensor. Zet deze aan, en activeer Automatisch Luminantieniveau.
  • Philips: Instellingen, -> Weergave en Geluid, -> Beeld, -> Optimalisatie lichtniveau.
  • Panasonic: Hoofdmenu, -> Beeld, -> Instellingen omgevingssensor.
  • TCL: Instellingen, -> Beeld en geluid, -> Intelligente instellingen -> Intelligent beeld, -> Aanpasbare helderheid.
  • Hisense: Instellingen, -> Beeld, -> Achtergrondverlichting -> Automatische Lichtsensor.

Wat je beter niet kunt doen

Laat instellingen rond kleur en contrast zoveel mogelijk met rust. Die zijn bedoeld voor professionele afstelling en kunnen je beeld ook verslechteren. Instellingen voor scherpte en bewegingsscherpte zijn minder risicovol: daarmee kun je rustig experimenteren. Als het resultaat tegenvalt, kun je altijd de beeldmodus terugzetten naar de fabrieksinstellingen.

Geef jezelf even de tijd

Een tv die goed staat afgesteld oogt in het begin misschien wat vlak of flets. Maar na een paar dagen wennen merk je dat het beeld rustiger, natuurlijker en prettiger is om naar te kijken. Zet je het daarna terug naar de oorspronkelijke modus, dan lijkt het al snel te fel en te overdreven scherp. Dus neem even de tijd. Met een beetje geduld geniet je dan van beeld zoals jij dat het mooist vindt!