ID.nl logo
De beste PoE-switches (Power over Ethernet) getest
© Reshift Digital
Huis

De beste PoE-switches (Power over Ethernet) getest

We testen netwerkswitches met vijf tot acht poorten, die stroom leveren via een gewone cat5-ethernetkabel met Power over Ethernet. Denk aan PoE-compatibele apparatuur zoals wifi-accesspoints, bewakingscamera’s en voip-telefoons. Zoek je debeste PoE-switch van het moment, lees dan verder.

Voor kleine netwerken, privé of in een thuiskantoor, volstaat een goedkopere switch met vijf à acht poorten die werkt in de tweede laag van het bekende OSI-netwerkmodel. Die zijn er vandaag de dag tegen een kleine meerprijs ook met Power over Ethernet (PoE).

Met een relatief dunne cat5-ethernetkabel van maximaal honderd meter kun je een netwerkapparaat dat zelf ook over PoE beschikt van stroom én netwerkverkeer voorzien.Voor de precies werking van PoE verwijzen we je graag door naar dit artikel: De voor- en nadelen van Power over Ethernet.

Soorten PoE-switches

In deze groepstest behandelen we uitsluitend switches die voldoen aan de PoE type-1- en/of PoE+-standaarden (respectievelijk 802.3af en 802.3at). Zo kun je niks verkeerd aansluiten: als het aangesloten apparaat niet het juiste signaal aan de switch doorgeeft, zal de switch geen stroom op de ethernetkabel zetten. Het verschil tussen de gewone PoE- en de plus-variant zit hem in het maximale wattage per apparaat: 15,4 watt voor de gewone en 30 watt voor de plus-standaard.

Daarnaast is ook het totale PoE-stroombudget van de switch van belang. Vaak is dat lager dan het totaal van de aanwezige PoE-poorten. De switch verdeelt de stroom zelfstandig over de aangesloten apparaten. Het is een goed idee om een PoE-apparaat met een grotere stroombehoefte op de eerste PoE-poort aan te sluiten en de rest in volgorde van het gewenste wattage aan de resterende PoE-poorten te koppelen.

De geteste switches zijn normale netwerkverkeerschakelaars die het mac-adres van elk netwerkpakket op elke poort analyseren. Power over Ethernet is gewoon een extra mogelijkheid. Netwerkswitches weten welke netwerkpakketten voor welke knooppunten bestemd zijn en sturen ze alleen door naar de poort waarop het bestemmingsstation is aangesloten. Dat werkt efficiënter dan een gewone, ‘domme’ netwerkhub die alle netwerkverkeer naar álle poorten doorstuurt.

Een beheerde switch kun je zelf configureren, in tegenstelling tot een gewone switch, die volledig automatisch werkt. Die beheerfunctie is niet altijd nodig; een onbeheerde switch zal bij het merendeel van de thuisgebruikers ook goed functioneren.

Met een iets duurdere ‘managed’ switch verleen je bepaalde soorten netwerkverkeer voorrang. Of je maakt één of meer virtuele netwerken (VLAN’s), zodat je verschillende types netwerkverkeer over aparte segmenten stuurt. Meestal kun je ook netwerkpoorten aan elkaar koppelen voor een hogere gecombineerde doorvoersnelheid.

Testmethode

Snelheidstesten hebben bij switches weinig zin. Zelfs als je alle poorten tegelijk maximaal belast, zal een switch dicht bij zijn opgegeven capaciteit presteren. Dat blijkt ook uit de informele client/serversnelheidstest die we probeerden: er was nooit een meetbaar snelheidsverschil met de geteste switches. Alle fabrikanten vermelden die capaciteit op dezelfde manier. Je vindt deze belangrijke cijfers dan ook terug in onderstaande de tabel.

De totale switching-capaciteit (ook wel backplane-bandbreedte genoemd) vermeldt de snelheid van de switch in Gbit/s. In de praktijk komt het erop neer dat een switch met meer poorten logischerwijze een hogere totale bandbreedte heeft (simpel gezegd: een snellere processor). Belangrijker is daarom de maximale snelheid van elke poort (de ‘line rate’), eveneens uitgedrukt in Gbit/s. Ten slotte is er de snelheid waarmee pakketten verwerkt worden, uitgedrukt in megapakketten of megaframes per seconde (Mpps/Mfps). We hebben punten gegeven op deze drie waarden.

Daarnaast geven we punten op ruim tachtig verschillende technische criteria, variërend van de grootte van de geheugenbuffer voor het schakelen van pakketten, over de ondersteuning van allerlei standaarden tot criteria zoals het geproduceerde lawaai en het maximale wattage per PoE-poort. Met deze cijfers berekenen we een gewogen oordeel en komen we uit op een sterrenscore.

©PXimport

D-Link DGS-1008P

©PXimport

De helft van de poorten van deze stevig gebouwde desktop-switch leveren elektriciteit via de netwerkkabel volgens de IEEE 802.3af en -at-standaarden. Dankzij de ondersteuning voor de recentere at-standaard (ofwel PoE+) kan de DGS-1008P via een gewone cat5-kabel bijna twee keer zoveel energie leveren als een PoE-type-1-switch met alleen 802.3af, namelijk 30 watt in plaats van 15,4 watt.

De forse externe voeding is voldoende krachtig voor een totaal PoE-stroombudget van 68 watt. De vier PoE+-poorten kunnen dus niet allemaal tegelijk het maximale poortwattage leveren. Uiteraard voert de switch zelf de nodige metingen uit op de aangesloten apparatuur voordat energie wordt geleverd; een gebruiker kan dus niets verkeerd aansluiten.

Dit is trouwens onbeheerde switch, die direct werkt zonder dat je iets hoeft te configureren via software of een browser. Een groepje veelkleurige leds op de voorkant naast de poorten toont wat er aangesloten is en of er eventuele problemen zijn. Je vindt de details terug in de installatiehandleiding, die ook een Nederlandstalig gedeelte bevat.

Deze switch voldoet aan de IEEE 802.3az-standaard ofwel Energy Efficient Ethernet (EEE). Die standaard bespaart energie door niet-actieve poorten af te koppelen, en door de lengte van de aangesloten kabel te meten en het stroomverbruik overeenkomstig te regelen.

D-Link DGS-1008P

7Score70

  • Pluspunten

  • Direct gebruiksklaar

  • Stil

  • Lange opgegeven levensduur

  • Minpunten

  • Forse externe voeding

Netgear GS305P

©PXimport

De GS305P is het goedkoopste model in een hele reeks onbeheerde (plug-and-play) PoE-switches van Netgear. Er zijn modellen met 5 tot 48 poorten, naar keuze P-types met gewone PoE (15,4 watt per poort) of PP-types met PoE+ (30 watt per poort). De GS305P heeft dezelfde afmetingen als de D-Link DGS-1008P, maar is nog enkele millimeters platter en enkele grammen lichter. De voeding is ook wat kleiner en lichter. Niettemin is de bouwkwaliteit onberispelijk, met een volledig metalen zwarte behuizing en alle nodige statusleds bij elke poort.

De eerste vier poorten leveren elektriciteit, met een totaal PoE-stroombudget van 55,5 watt (of 83 watt voor het PP-model) over een maximale cat5-kabellengte van honderd meter. De switch regelt zelf de verdeling van de stroom over de aangesloten apparatuur, waarbij de eerste poort voorrang krijg op poort twee enzovoort tot nummer vier. Is het totale stroombudget overschreden, dan wordt eerst de stroom op poort vier uitgeschakeld.

Via de leds zie je van welk apparaat de elektriciteit wordt uitgeschakeld, of minder dan zeven watt beschikbaar heeft. Je kunt niets verkeerd aansluiten, maar je hebt dus wel invloed op het PoE-verbruik: apparatuur die meer energie nodig hebben, sluit je bij voorkeur aan op de lager genummerde poorten. Ook deze switch voldoet aan de IEEE 802.3az-energiestandaard (EEE).

Netgear GS305P

7Score70

  • Pluspunten

  • Direct gebruiksklaar

  • Stil

  • PoE-troubleshooting via leds

  • Minpunten

  • Insight-app alleen voor registratie nuttig

TP-Link TL-SG108PE

©PXimport

De eerste vier poorten van deze kleine donkergrijze switch met acht poorten zijn IEEE 802.3af-poorten van maximaal 15,4 watt per poort. Het totale PoE-stroombudget is 55 watt, dus je kunt niet alle vier poorten maximaal belasten. De switch regelt dit allemaal zelf; je kunt niks verkeerd aansluiten. De grote externe voeding weegt overigens de helft van de switch zelf.

Je vindt de TL-SG108PE in het netwerk met de Easy Smart Configuration Utility. Daarmee wijzig je de ip-configuratie (vast in plaats van dhcp-toegewezen) en log je in op de beheerinterface. Deze app werkt alleen onder Windows. Gebruik je een ander besturingssysteem, dan kun je via een browser naar de beheerinterface, zodra je het ip-adres van de switch achterhaalt.

De switch is nog voorzien van de originele firmware uit 2018 en vraagt je helaas niet om de standaard inloggegevens admin/admin te wijzigen in iets veiligers. De recentste firmware is van eind 2019 en die voert wél die verplichting in. Nieuwe firmware download je van de supportwebsite en pas je handmatig toe via de beheerinterface.

Het beheer kan zoals gezegd via de browser of de Windows-app. De mogelijkheden van beiden zijn identiek, maar de app is gemakkelijker in een klein venster op de Windows-desktop te plaatsen. Je kunt twee groepen poorten aan elkaar koppelen: elke ‘trunk’ mag tussen de twee of vier poorten bevatten, zolang er geen gespiegelde poort tussen zit.

Je kunt immers de ene poort ‘mirroren’ op de andere om zo het netwerkverkeer te monitoren, naar keuze voor netwerkverkeer naar buiten, naar binnen of gecombineerd. Eigenschappen zoals een kabeltest, loopback-preventie, VLAN en prioritering zijn eveneens op poortniveau te configureren.

TP-Link TL-SG108PE

9Score90

  • Pluspunten

  • Betaalbaar

  • Levenslange garantie

  • Compact

  • Minpunten

  • Forse externe voeding

Ubiquity UniFi Switch 8-60W

©PXimport

Deze 8poorts-switch is niet veel groter dan een flinke mannenhand. De externe voeding is bijna half zo groot als de zilverkleurige, metalen switch zelf. Dat is nodig om genoeg energie te kunnen leveren. Vier poorten leveren elk tot 15,4 watt aan een verbonden netwerkapparaat, zolang dat voldoet aan de IEEE 802.3af-standaard. De switch detecteert dit zelf, zodat er geen ongelukken kunnen gebeuren.

Leds op de bovenkant tonen de lijnsnelheid en de eventuele activering van de PoE-functie. Het beheer gebeurt via de UniFi Controller-software, beschikbaar voor Linux, macOS en Windows. Deze tool spoort de switch in het netwerk op en start de managementinterface in de standaard browser, bij voorkeur Chrome of Firefox. Je kan ook ssh gebruiken. UniFi geeft de switch zelf een sterk ssh-wachtwoord, al kun je dit weigeren, maar dat is omwille van de veiligheid geen goed idee.

De UniFi Controller, die ook in het Nederlands werkt, beheert alle Ubiquity-apparaten in het netwerk: switches, security-gateway(s) en draadloze accesspoints. Omdat we maar één switch hoeven te beheren, kunnen we de meeste opties negeren. Eerst dien je de switch te ‘adopteren’ (het bedrijf bedoelt in gebruik nemen). Is er een firmware-update, dan krijg je die na de adoptie direct aangeboden. Klik op Adopteer en upgrade en wacht tot het proces is voltooid. Het duurt een minuut of vijf. Daarna kan je de switch beheren. Tijdens de upgrade knippert de led op de voorkant wit/blauw. Zodra het stabiel blauw brandt, kun je verder met het beheer.

Je kunt back-ups van je configuraties bewaren en herstellen. Er valt niet heel veel te beheren aan deze kleine switch. Je gebruikt de interface vooral om statistieken op te vragen. Geavanceerdere functies zijn beschikbaar in een netwerk waarin ook een apart verkochte UniFi Security Gateway (USG) hangt. Dan kan deze kleine switch bijvoorbeeld onderdeel zijn van een met de USG geconfigureerd VLAN. Ook is het dan mogelijk het geheel veilig via het internet te beheren (UniFi Hybrid Cloud).

Ubiquity UniFi Switch 8-60W

8Score80

  • Pluspunten

  • Stil

  • Compact

  • Minpunten

  • Forse externe voeding

  • Switch wordt zeer warm

Zyxel GS1200-5HP v2

©PXimport

De GS1200-5HP v2 is een brede, maar smalle en dunne 5poorts-switch met PoE+ en beheermogelijkheden. Hij bestaat ook in een 8poorts-versie en in goedkopere onbeheerde varianten. De zilverkleurige behuizing is gemaakt van licht, maar stevig aluminium. Het blijft natuurlijk een rechte blok, maar met een design dat niet opvalt in een klein kantoor of een woonkamer. De externe voeding is wel aan de forse kant.

Met een PoE-stroombudget van totaal 60 watt kun je er bijvoorbeeld tegelijk een draadloos accesspoint, een ip-camera en een voip-telefoon aan koppelen. Met behulp van poortgebaseerde Quality of Service-functie (maximaal vijf wachtrijen), igmp-snooping en VLAN-afscheiding optimaliseer en beveilig je netjes het netwerkverkeer. Poorten drie en vier koppel je desgewenst aan elkaar om bijvoorbeeld nas-verkeer te versnellen (maximaal 2 Gbit/s). Je kan ook de ene netwerkpoort spiegelen op een andere en die bewaken om bijvoorbeeld netwerkproblemen mee op te sporen.

Het beheer is door de fabrikant ingesteld op een vast netwerkadres (192.168.1.3). Je hebt daarom een pc of laptop nodig die je tijdelijk in hetzelfde ip-subnet plaatst om de webinterface van de switch te openen. De webinterface vraagt je direct om een nieuw, sterk wachtwoord te configureren. Daarna kun je de ip-configuratie aanpassen aan je thuisnetwerk (dhcp instellen is het eenvoudigst).

De Engelstalige beheerinterface is volledig menugestuurd. Hij start standaard met het System Information-overzicht waarin je in één oogopslag de ip-configuratie en individuele status van de poorten ziet. Alle andere opties (poortconfiguratie, VLAN, trunking, mirroring, Quality of Service, igmp-snooping en systeemopties) vind je elk op hun eigen pagina. Een eventuele firmware-update moet je zelf installeren, de switch haalt updates niet automatisch binnen. De energiebesparende EEE-functie (IEEE 802.3az) is ook aanwezig.

Zyxel GS1200-5HP v2

9Score90

  • Pluspunten

  • Overzichtelijk beheer

  • Discreet en stil

  • Veel mogelijkheden

  • Minpunten

  • Forse externe voeding

Conclusie

De Zyxel GS1200-5HP is goedkoop, heeft een onopvallend design en biedt veel mogelijkheden. Hij verdient het keurmerk Best getest. Wil je meer dan vijf poorten, dan biedt de iets goedkopere TP-Link TL-SG108PE veel van dezelfde mogelijkheden met een iets ingewikkeldere beheerinterface en een klassieker design. Deze PoE-switch krijgt het keurmerk Slimme koop.

▼ Volgende artikel
Wat is local dimming en waarom is het belangrijk?
© ER | ID.nl
Huis

Wat is local dimming en waarom is het belangrijk?

Het gebrek aan een rijk contrast is een van de grootste ergernissen bij lcd- en ledtelevisies. Fabrikanten hebben daarom een slimme techniek bedacht die het contrast aanzienlijk verbetert: local dimming. In dit artikel leggen we uit hoe deze techniek van jouw grijze nachtlucht weer een inktzwarte sterrenhemel maakt.

Het contrast van je televisie is misschien wel de belangrijkste eigenschap voor mooi beeld. We willen dat wit verblindend wit is en zwart echt inktzwart. Bij oledtelevisies is dat makkelijk, want daar geeft elke pixel zelf licht. Maar de meeste televisies in de Nederlandse huiskamers zijn nog steeds lcd- of ledschermen (inclusief QLED). Die werken met een lamp achter het scherm, de zogeheten backlight. Local dimming is de techniek die probeert de nadelen van die achtergrondverlichting op te lossen.

Om te begrijpen waarom local dimming nodig is, moet je eerst weten hoe een standaard led-tv werkt. Simpel gezegd is het een groot paneel met pixels die zelf geen licht geven, maar alleen van kleur veranderen. Achter die pixels brandt een grote lichtbak. Als het beeld zwart moet zijn, sluiten de pixels zich om het licht tegen te houden. Helaas lukt dat nooit voor de volle honderd procent; er lekt altijd wat licht langs de randjes. Hierdoor zien donkere scènes er vaak wat flets en grijzig uit. De achtergrondverlichting staat immers vol aan, ook als het beeld donker moet zijn.

Nooit meer te veel betalen? Check Kieskeurig.nl/prijsdalers!

De lampen dimmen waar het donker is

Local dimming pakt dit probleem bij de bron aan. In plaats van één grote lichtbak die altijd aan staat, verdeelt deze techniek de achtergrondverlichting in honderden (en bij duurdere tv's soms duizenden) kleine zones. De televisie analyseert de beelden die je kijkt continu. Ziet de processor dat er linksboven in beeld een donkere schaduw is, terwijl rechtsonder een felle explosie te zien is? Dan worden de lampjes in de zone linksboven gedimd of zelfs helemaal uitgeschakeld, terwijl de lampjes rechtsonder juist fel gaan branden.

Het resultaat is direct zichtbaar. Zwart wordt weer echt zwart, simpelweg omdat er geen licht meer achter dat deel van het scherm brandt. Tegelijkertijd blijven de lichte delen van het scherm helder. Dat zorgt voor een veel groter contrast en geeft het beeld meer diepte. Vooral bij het kijken van HDR-films en -series is dat van belang. Zonder local dimming kan een led-tv eigenlijk geen goed HDR-beeld weergeven, omdat het verschil tussen licht en donker dan te klein blijft.

©ER | ID.nl

Niet alle local dimming is hetzelfde

Het klinkt als een wonderoplossing, maar de uitvoering verschilt enorm per televisie. Het grote toverwoord hierbij is het aantal zones. Hoe meer zones de tv onafhankelijk van elkaar kan aansturen, hoe preciezer het licht kan worden geregeld. Goedkopere televisies gebruiken vaak edge lit local dimming. Hierbij zitten de lampjes alleen in de rand van de tv. Dat werkt redelijk, maar is niet heel nauwkeurig. Je ziet dan soms dat een hele verticale strook van het beeld lichter wordt, terwijl er eigenlijk maar één klein object moest worden verlicht.

De betere variant heet full array local dimming. Hierbij zitten de lampjes over de hele achterkant van het scherm verspreid. De allernieuwste en beste vorm hiervan is miniLED. Daarbij zijn de lampjes zo klein geworden dat er duizenden in een scherm passen, wat de precisie van oled begint te benaderen. Als er te weinig zones zijn, kun je last krijgen van zogenaamde 'blooming'. Dat zie je bijvoorbeeld bij witte ondertiteling op een zwarte achtergrond: er ontstaat dan een soort wazige lichtwolk rondom de letters, omdat de zone groter is dan de tekst zelf.

Welke merken gebruiken local dimming?

Bijna elke grote televisiefabrikant past deze techniek inmiddels toe, maar ze doen dat voornamelijk in hun middenklasse en topmodellen. Samsung is een van de voorlopers, zeker met hun QLED- en Neo QLED-televisies, waarbij ze in de duurdere series gebruikmaken van geavanceerde miniLED-techniek voor zeer precieze dimming. Ook Sony staat bekend om een uitstekende implementatie van full array local dimming, die vaak geprezen wordt om de natuurlijke weergave zonder overdreven effecten. Philips past het eveneens toe in hun (mini)ledmodellen, vaak in combinatie met hun bekende Ambilight-systeem voor een extra contrastrijk effect.

Ga voor de full monty!

Local dimming is dus geen loze marketingkreet, maar een dankbare techniek voor iedereen die graag films of series kijkt op een led- of QLED-televisie. Het maakt het verschil tussen een flets, grijs plaatje en een beeld dat van het scherm spat met diepe zwartwaarden. Ben je in de markt voor een nieuwe tv? Vraag dan niet alleen óf er local dimming op zit, maar vooral of het gaat om full array dimming. Je ogen zullen je dankbaar zijn tijdens de volgende filmavond!

Vijf fijne televisies die full array local dimming ondersteunen

▼ Volgende artikel
Waar voor je geld: 5 robotstofzuigers voor een extra schone vloer
© ID.nl
Huis

Waar voor je geld: 5 robotstofzuigers voor een extra schone vloer

Bij ID.nl zijn we gek op producten waar je niet de hoofdprijs voor betaalt of die zijn voorzien van bijzondere eigenschappen. Met een robotstofzuiger wordt de vloer schoongehouden, terwijl je er niet bij hoeft te zijn. En stofzuigen is dan wel het minste dat ze kunnen, want ook dweilen is voor veel modellen geen proleem. We vonden vijf geavanceerde exemplaren.

Philips HomeRun 7000 Series XU7100/01

De Philips HomeRun 7000 Series XU7100/01 is ontworpen om grote ruimtes aan te kunnen. Het apparaat heeft een stofzak van 3 liter en een werktijd tot 180 minuten in de laagste stand. In tegenstelling tot veel kleinere robots is deze HomeRun uitgerust met een stille motor; de opgave van 66 dB maakt hem relatief stil.

Er zit een dweilfunctie in zodat je de robot na het stofzuigen ook direct kunt laten dweilen. Via de app kies je voor een van de modi of plan je een schoonmaakprogramma in. De robot kan zichzelf navigeren, obstakels omzeilen en keert na gebruik terug naar het laadstation. Omdat de opvangbak groot is hoef je niet vaak te legen en dankzij de Li‑ion‑accu is hij geschikt voor grotere woningen. Het apparaat is van recente datum en daarom nog volop verkrijgbaar.

Dreame L10s Pro Ultra Heat

Deze robot combineert een groot stofreservoir van 3,2 liter met een lange werktijd van ongeveer 220 minuten. Dankzij de geïntegreerde dweilfunctie verwijdert hij niet alleen stof maar kan hij ook nat reinigen. De L10s Pro Ultra Heat gebruikt een zak in het basisstation, waardoor je het reservoir minder vaak hoeft te legen.

De Dreame is voorzien van een Li‑ion‑batterij aanwezig en de robot keert automatisch terug naar het station voor opladen en legen. De sensortechnologie helpt bij het vermijden van obstakels en het nauwkeurig schoonmaken van zowel harde vloeren als tapijt. Dankzij de meegeleverde app stuur je de schoonmaak aan, stel je no‑go‑zones in of plan je een dweilrondje.

Philips HomeRun 3000 Series Aqua XU3100/01

Deze Philips‑robot is bedoeld voor wie minder vaak handmatig wil schoonmaken. Hij beschikt over een gecombineerde stofzuig‑ en dweilfunctie en kan zichzelf legen via het automatische station. Met een gebruiksduur tot 200 minuten in de laagste stand en een geluidsniveau van 66 dB kan hij urenlang zijn werk doen zonder al te veel herrie. De stofcontainer van 35 cl is kleiner dan bij de HomeRun 7000, maar door het automatische leegmechanisme is dat geen probleem.

Je bedient het apparaat via de app en kunt daar zowel een schema programmeren als zones instellen. De Aqua XU3100/01 is een model uit de recente 3000‑serie en doordat hij een mop‑pad heeft kan hij zowel droog als nat reinigen, wat handig is voor harde vloeren zoals tegels en laminaat.

iRobot Roomba Combo j9+

De Roomba Combo j9+ is een model dat je vloeren zowel kan stofzuigen als dweilen. De Combo j9 beschikt over een opvangbak van 31 cl en hij kan zelf zijn inhoud legen in het automatische basisstation dat bij de set hoort. De Li‑ion‑accu zorgt voor een lange gebruiksduur en de robot maakt een routeplanning zodat elke ruimte efficiënt wordt schoongemaakt.

Via de app kun je zones instellen waar de robot niet mag komen en het dweilelement in‑ of uitschakelen. In de basis maakt de Combo j9+ zelfstandig een kaart van je woning en keert terug naar het station wanneer de accu moet opladen of de stofcontainer vol is. De robot is bedoeld voor huishoudens die gemak belangrijk vinden en biedt naast stofzuigen ook een dweilfunctie voor hardere vloeren.

MOVA Tech P50 Ultra

De MOVA Tech P50 Ultra is een forse robotstofzuiger met een basisstation. Het apparaat heeft een stofreservoir van 30 cl en wordt geleverd met een basisstation waarin je het stof eenvoudig kunt verwijderen. De robot produceert een geluidsniveau van 74 dB, iets hoger dan de Philips‑modellen, en weegt inclusief station ruim 13 kg.

Hij kan uiteraard ook automatisch terugkeren naar het station om op te laden of te legen. In de specificaties staat dat de MOVA is voorzien van een Li‑ion‑batterij en dat hij zowel kan stofzuigen als dweilen. De meegeleverde app maakt het mogelijk om routes in te stellen en zones te blokkeren. Met een vermogen van 700 W is hij krachtig genoeg voor tapijten en harde vloeren. Het is geschikt voor mensen die een uitgebreid station met automatische functies willen.