ID.nl logo
Netgear Orbi Wifi 6E AX11000 – Topprestaties voor hoge prijs
© PXimport
Huis

Netgear Orbi Wifi 6E AX11000 – Topprestaties voor hoge prijs

Hoewel Wifi 6 nog maar net op de markt lijkt te zijn, is er in de vorm van Wifi 6E alweer een opvolger. Netgear biedt met de Orbi Wifi 6E AX11000 RBKE963 zijn eerste wifi-mesh-systeem op basis van deze nieuwe wifi-generatie. Wij hebben de nieuwe set getest.

De nieuwe set draagt officieel de lange naam Orbi Quad-band WiFi 6E-mesh-systeem AX11000 (RBKE963), is Netgears eerste wifi-mesh-systeem voorzien van Wifi 6E. Dit is een uitbreiding op wifi 6 waarbij gebruik wordt gemaakt van een nieuwe 6GHz-band naast de al bestaande 2,4- en 5GHz-banden.

Bij het uitpakken valt deze wifi 6E Orbi-set ook om een andere reden direct op, want er zitten zwarte nodes in de verpakking. Tot nu toe waren alle Orbi-systemen alleen leverbaar in het wit, een kleur die goed in de meeste interieurs zou passen. Voor de beste prestaties dien je de satellieten immers in het zicht te zetten. Toch was er vanuit gebruikers vraag naar een zwarte variant en met de nieuwe wifi 6E-set komt Netgear aan die wens tegemoet. De set is overigens ook nog in het wit leverbaar. 

Iets anders dat direct opvalt, is het forse gewicht van maar liefst 1,36 kilogram per stuk. Daarnaast zijn dit met een hoogte van 28 centimeter ook nog eens de grootste torentjes tot nu toe. De set valt (zeker in het zwart) kortom goed op. De vormgeving lijkt dan weer op die van de al bestaande sets.

©PXimport

©PXimport

Ook opvallend: op de router zit op de voorkant een sticker geplakt met daarop het SSID en het wachtwoord van het standaard ingeprogrammeerde netwerk. Handig en wel zo veilig, maar deze sticker bleek wel heel erg goed te plakken en lastig verwijderbaar.

©PXimport

Netgear verkoopt de nieuwe Orbi in sets van drie, vier of vijf stuks met prijzen vanaf 1699 euro voor de set van drie stuks. Er is in tegenstelling tot andere Orbi-systemen vooralsnog geen set met twee stuks verkrijgbaar, de instapprijs naar de nieuwste technologie is dus fors.

Volledig multigigabit

De toevoeging van wifi 6E is niet de enige technische vernieuwing die je ten opzichte van de eerdere varianten krijgt. Netgear heef één van de kritiekpunten van het Wifi 6-topmodel (RBK852 en RBK853) opgelost door nu ook de satellieten van een multigigabit-netwerkaansluiting te voorzien. 

Het gaat om een 2,5Gbit-variant, afdoende voor een wifi 6E-accesspoint. Ook de router is van een 2,5Gbit-aansluiting voor het opzetten van een multigigabitnetwerk voorzien. En de WAN-aansluiting is uitgevoerd in multigigabit met een snelheid tot 10 Gbit/s. Daarnaast zijn zowel de router als satellieten drie gigabit-poorten geplaatst. 

Je zou die multigigabit-poort kunnen gebruiken voor het aansluiten van een multigigabit-apparaat zoals een NAS, maar je kunt er een satelliet natuurlijk ook bedraad mee aansluiten op een multigigabit-netwerk. Uiteraard kun je op de multigigabit-aansluitingen ook normale gigibitapparatuur aansluiten. 

Het blijft wel bij netwerkaansluitingen, een usb-poort zoals we op oudere Orbi-routers zagen ontbreekt. Je kunt Orbi dus niet als veel routers inzetten als een simpele NAS.

©PXimport

©PXimport

Eenvoudige installatie

Netgear gaat voor de installatie primair uit van de Orbi-app die beschikbaar is voor iOS en Android. Om deze app te gebruiken, moet je een Netgear-account aanmaken. Overigens heb je niet per se een smartphone nodig voor de installatie. Je kunt ook met je laptop verbinding maken en naar de webinterface surfen om de installatie af te ronden. 

Die installatie is via zowel de app als webinterface eenvoudig en zorgt ervoor dat de satellieten aan het systeem gekoppeld worden en je netwerk een zelfgekozen SSID krijgt.

De app en webinterface zijn vrijwel hetzelfde als op eerdere Orbi-modellen. Zeker via de webinterface krijg je alle mogelijkheden die je van een router verwacht en voor een wifi-mesh-systeem krijg je veel instelmogelijkheden. Zo kun je het routergedeelte uitschakelen en Orbi instellen als accesspointsysteem als aanvulling op een eigen router. Ook bevat Orbi een VPN-server

Netgear biedt netwerkbeveiliging via Netgear Armour dat gebruikt maakt van Bitdefender-technologie. Helaas kun je de beveiligingstoepassing slechts een maand gratis uitproberen en dien je hierna extra abonnement af te sluiten. Het abonnement loopt via Bitdefender en kost 99,99 euro per jaar. Dat gegeven is overigens niet nieuw, maar voor een set met deze prijs hadden we toch een wat langere probeerperiode verwacht.

De app is minder uitgebreid dan de webinterface, maar biedt genoeg functionaliteit voor de meest veelvoorkomende wijzigingen. Handig is dat je met de app kunt bepalen wat de sterkte van je draadloze netwerk is, iets dat je helpt met het goed positioneren van de satellieten. 

Deze Orbi-set heeft overigens een sterke draadloze backhaul en is niet heel kritisch qua plaatsing. Bij het plaatsen in een huis met verschillende verdiepingen is het wel handig om de nodes relatief bij het trapgat te zetten indien mogelijk.

©PXimport

©PXimport

Orbi biedt nu naast het gastnetwerk ook een apart IoT-netwerk, maar van een uitgebreide scheiding tussen netwerkapparaten op basis van VLAN's is dan weer geen sprake. Zeker als je het systeem in combinatie met een eigen router gebruikt, is er geen mogelijkheid om apparaten echt van de rest van je netwerk te isoleren. Uitgebreidere functionaliteit op dat gebied is gezien de hoge prijs van deze nieuwe set wel iets dat we verwacht hadden.

De Orbi biedt net als de oudere sets normaal gesproken alle frequenties onder één SSID aan en dat zijn bij dit systeem dus de 2,4-, 5- en 6GHz-band. Clients bepalen dan zelf welke frequentieband gekozen wordt en in de praktijk wordt door veel apparaten netjes de snelst mogelijke band gekozen. Toch kun je situaties tegenkomen waarin dat niet vlekkeloos werkt.

Om er zeker van te zijn dat je Wifi 6E-apparaten echt via de 6GHz-band verbinding maken, heb je de mogelijkheid om een apart 6GHz-netwerk aan te zetten. De 6GHz-band is dan overigens ook nog steeds bruikbaar via het normale netwerk. Het systeem ondersteunt wpa3-beveilging en heeft een modus om wpa2 en wpa3 tegelijkertijd aan te beiden.

©PXimport

©PXimport

©PXimport

Dezelfde backhaul

Eerdere topmodellen Orbi-systemen maakten gebruik van een tri-band-configuratie waarbij iedere node van drie radio’s was voorzien: twee voor de clients terwijl de derde gereserveerd werd voor de backhaul. Dit nieuwe wifi 6E-systeem maakt gebruik van een quad-band-configuratie: drie radio’s zijn bedoeld voor clientcommunicatie terwijl de vierde radio voor de backhaul is bedoeld. 

De extra radio ten opzichte van de voorganger is een wifi 6E 4x4-radio op de 6GHz-band met een maximale theoretische snelheid van 4800 Mbit/s. De overige twee clientradio’s zijn bedoeld voor de 2,4- en 5GHz-band en zijn beide uitgevoerd in een 4x4-configuratie voor een maximale snelheid van 1200 en 2400 Mbit/s.

Dan blijft de radio voor de backhaul over en daar is voor het eerst toch iets opmerkelijks mee. De kracht van de topmodellen uit de Orbi-reeks was tot nu toe namelijk dat er voor de draadloze backhaul gekozen werd voor de snelst beschikbare radiotechnologie in een 4x4-configuratie. Dat is bij dit systeem niet het geval, want ten opzichte van de al bestaande wifi 6-systemen is de backhaul niet veranderd. De backhaul maakt ook op dit systeem gebruik van wifi 6 op de 5GHz-band in een 4x4-configuratie voor een maximale theoretische snelheid van 2400 Mbit/s.

Waarschijnlijk is hiervoor gekozen omdat de 5GHz-band een groter bereik heeft dan de snellere 6GHz-band. Bij de backhaul is het bereik immers belangrijker dan bij de clientradio. Opgeteld komen de genoemde maximale snelheden op 10800 Mbit/s, wat afgerond het AX11000-marketinggetal verklaard dat Netgear op de set heeft geplakt.

©PXimport

Testscenario

We hebben de Orbi RBKE963 voor deze review in de praktijk getest in een woning met 2,5 verdiepingen. De ‘begane grond’ van dit appartement is uitgevoerd in split-level. Omdat een groot gedeelte van het appartement in beton is uitgevoerd, is er voor een overal goed presterend wifi-netwerk normaal gesproken voorzien in een bedraad wifi-systeem op basis van drie accesspoints.

Voor de test hebben we de router in het kantoor op het laagste split-levelniveau gezet, terwijl de nodes die dienst doet als satelliet in een slaapkamer (eerste verdieping) en de woonkamer (split-level-verdieping) staan. Op de 2,5GBit/s-lan-poort hebben een testserver met multigigabitaansluiting aangesloten.

Als client hebben we zelf een apparaat voorzien van een Intel wifi 6E-kaartje. Dat zou in theorie een eenvoudige oplossing moeten zijn om een bestaande laptop met wifi 5 of 6 van de nieuwste variant te voorzien. De praktijk blijkt helaas weerbarstiger. Laptops hebben steeds vaker een op het moederbord gesoldeerde wifi-chip, ook als dit een kaartje van Intel is. Uiteindelijk hebben we het Wifi 6E-kaartje daarom in een NUC geplaatst waarin wel een vervangbaar kaartje wordt gebruikt. 

Daarnaast is Wifi 6E echt een moderne aangelegenheid, want in Windows 10 hebben we het ondanks dat het in theorie zou moeten werken niet aan de praat gekregen. Pas na de installatie van Windows 11 werd de 6GHz-frequentie ook daadwerkelijk zichtbaar. Daarnaast is er nog een tweede laptop met een wifi 6-kaartje gebruikt voor het testen van de 5GHZ-band.

©PXimport

Prestaties

Bij het testen blijkt dat wifi 6E daadwerkelijk beter presteert dan wifi 6. In dezelfde ruimte als de router halen we via de 6GHz-band een snelheid van maar liefst 1,12 Gbit/s oftewel flink sneller dan gigabit door de lucht. Wifi 6E lost dus eindelijk de belofte van een echte gigabitverbinding via wifi in. Via wifi 6 op de 5GHz-band bedraag die snelheid op dezelfde plek een nog steeds snelle 875 Mbit/s.

In de woonkamer blijkt dat de RBKE963 ook een uitstekende backhaul heeft. Via de 5GHz-band halen we 782 Gbit/s, terwijl de 6GHz-band met 1,06 Gbit/s nog altijd sneller dan een gigabitverbinding is. Snelheden die flink hoger zijn dan de 429 Mbit/s die we zonder ingeschakelde satelliet halen. Overigens is ook dat een uitstekende score, een teken dat de antenneconfiguratie van deze Orbi-set uitstekend voor elkaar is.

Op de slaapkamer zijn de prestaties zoals bij alle geteste sets een stuk minder en zien we in de resultaten duidelijk de beperking van de backhaul terug, met respectievelijk 721 en 729 Gbit/s scoren beide frequentiebanden identiek. Dat is overigens nog steeds uitstekend en sneller dan bijvoorbeeld de Orbi RBK753 die we in dezelfde omgeving getest hebben.

Al met al is de Orbi RBKE963 hiermee het krachtigste en best presterende wifi-mesh-systeem dat we tot nu getest hebben. Al die kracht komt wel met een nadeel, want het energieverbruik behoort ook tot de hoogste die we gemeten hebben. Wanneer de router weinig doet, is het energieverbruik zo’n 19 watt en dat stijgt tot zo’n 23 watt bij activiteit. Een satelliet die vrijwel niks doet, verbruikt zo’n 16 watt en dat stijgt naar zo’n 21 watt bij activiteit. 

Het minimale energieverbruik voor de geteste set van drie nodes is dus 51 watt en dat wordt al snel meer, want je gebruikt de set immers niet om niks te doen.  Omgerekend is dat minimaal 432 kWh per jaar, iets dat tegenwoordig al snel zo'n 173 euro kost.

Meer tips voor een vlottere draadloze verbinding in je hele huis? Dan is de cursusbundel Thuisnetwerk upgraden iets voor jou!

Conclusie

Met de Orbi Wifi 6E AX11000 biedt Netgear het krachtigste wifi-mesh-systeem dat we tot nu toe getest hebben. Er is alleen één probleem en dat is de prijs. Voor de geteste set die bestaat uit drie nodes wil Netgear 1699 euro hebben. Dat is een forse meerprijs bovenop de al fors geprijsde wifi 6-topmodellen. Zeker omdat je alleen iets aan de extra kracht hebt als je daadwerkelijk in het bezit bent van wifi 6E-clients. 

Heb je een laptop of smartphone die voorzien is van de nieuwste wifi-technologie en heb je echt een draadloze verbinding van meer dan een gigabit nodig, dan kan deze set dat leveren. Daarvoor betaal je niet alleen bij aanschaf flink meer dan voor andere sets, ook het energieverbruik is hoog.

Daar komt bij dat het ondanks de aanwezigheid van multigigabitpoorten en het hoge prijskaartje geen set voor echt geavanceerde gebruikers is. Het blijft een systeem dat ondanks de vooruitstrevende techniek gericht is op de doorsnee consument. Geavanceerde mogelijkheden die semiprofessionele wifi-systemen bieden ontbreken. 

Uitstekend
Conclusie

**Prijs** € 1699,- (RBK963(B)), € 2399,- (RBK964(B)), € 2999,- (RBK965(B)) **Kleur** Wit of zwart **Aansluitingen router** 10 Gbit/s WAN-aansluiting, 2,5Gbit/s-netwerkaansluiting, 3 x 10/100/1000-netwerkaansluiting **Aansluitingen satelliet** 2,5Gbit/s-netwerkaansluiting, 3 x 10/100/1000-netwerkaansluiting **Draadloos netwerk** Wifi 6E (4x4-configuratie op de 2,4-, 5GHz- en 6GHz-band) **Draadloze backhaul** Wifi 6 (4x4 op de 5GHz-band) **Extra mogelijkheden** Link-aggregation voor wan-poort, Bedrade backhaul, accesspointmodus **Afmetingen** 27,94 x 19,05 x 8,38 cm **Website** [www.netgear.nl](https://www.netgear.com/nl/home/wifi/mesh/rbke963/)

Plus- en minpunten
  • Multigigabit-aansluitingen
  • Volledig beheer via webinterface
  • Uitstekende prestaties
  • Goede backhaul
  • Hoge prijs
  • Energieverbruik
  • Mist (t.o.v. prijs) geavanceerde mogelijkheden
  • Grote nodes
  • Sommige functionaliteit met abonnement
▼ Volgende artikel
Hoe werkt een Quooker eigenlijk?
© Quooker
Huis

Hoe werkt een Quooker eigenlijk?

Een Quooker lijkt op het eerste gezicht een gewone kraan, maar wie zo'n systeem eenmaal in huis heeft, wil vaak niet meer zonder. Met één draai of druk komt er direct kokend water uit de kraan. Ideaal voor thee, koken of schoonmaken. Maar hoe werkt zo'n Quooker eigenlijk precies? En wat gebeurt er allemaal onder het aanrecht? In dit artikel lees je er alles over.

Wat is een Quooker?

De naam Quooker is een samentrekking van 'quick cooker' – een snelle manier om kokend water te krijgen. In de basis bestaat het systeem uit twee onderdelen: een speciale kraan op het aanrecht en een reservoir dat onder het aanrecht wordt geplaatst. Sommige modellen leveren naast kokend water ook warm, koud, bruisend of gekoeld water.

Hoewel Quooker een merknaam is, wordt de term vaak gebruikt als soortnaam voor kokendwaterkranen. Toch is het een gepatenteerd systeem dat op een andere manier werkt dan veel van de goedkopere alternatieven.

Het hart van het systeem: het reservoir

Onder het aanrecht bevindt zich het reservoir, dat meestal in een keukenkastje wordt geplaatst. Hierin wordt een voorraad water continu op 110°C gehouden onder druk. Omdat het reservoir is geïsoleerd, blijft de warmte behouden zonder dat er voortdurend veel energie nodig is. Je kunt het vergelijken met een thermosfles, maar dan geavanceerder en onder druk.

Doordat het water boven het kookpunt zit en onder druk wordt bewaard, kookt het pas als het uit de kraan komt. Dat voorkomt borrelend water in het reservoir zelf en maakt het systeem veiliger. Pas zodra je de kraan opent, ontsnapt de druk en wordt het water omgezet in 'echt' kokend water (100 °C).

Zo komt het water uit de kraan

De kraan op het aanrecht is speciaal ontworpen om kokend water veilig te kunnen doseren. Afhankelijk van het model moet je een draai-, druk- of duwbeweging maken, vaak met een extra beveiliging zoals een dubbele druk- en draaibeweging om per ongeluk gebruik te voorkomen. Zodra je de kraan opent, stroomt er direct kokend water uit.

Bij modellen met meerdere functies, zoals de Fusion of Flex, komt koud, warm en kokend water allemaal uit één kraan. Bij een Nordic-model zijn er aparte kranen: één voor gewoon water en één voor kokend water.

©Quooker

Veiligheid voorop

Veiligheid is een belangrijk aandachtspunt bij kokendwaterkranen. De Quooker-kraan heeft een vernevelde straal, waardoor de kans op ernstige brandwonden klein is. De buitenkant van de kraan wordt bovendien niet heet, ook niet bij veelvuldig gebruik. Daarnaast is de kraan vast gemonteerd; hij kan dus niet omvallen. En omdat het water constant op 110°C  gehouden wordt, is er ook geen kans op legionella. Tot slot zorgt de bediening (drukken en draaien) ervoor dat de kans dat iemand per ongeluk kokend water aftapt, klein is. En waar we 'iemand' zeggen, bedoelen we natuurlijk ook kinderen! Ook zie je aan de gekleurde ring of je met kokend water te maken hebt: rood = heet!

©Quooker | Inga Powilleit

Energieverbruik en efficiëntie

Op het eerste gezicht lijkt het energieverslindend om continu water op 110°C te houden. Maar door de goede isolatie verbruikt het reservoir verrassend weinig stroom: gemiddeld zo'n 10 watt in stand-by. Daarmee is het systeem zuiniger dan het meerdere keren per dag aanzetten van een waterkoker, zeker in huishoudens waar veel gebruik wordt gemaakt van heet water. Ter vergelijking: een Quooker verbruikt in 170 minuten stand-by ongeveer evenveel energie als een waterkoker in 1 minuut. Het totale jaarverbruik ligt op ongeveer 511 kWh voor een gemiddeld gezin; naast het verbruik in stand-by moet je natuurlijk ook rekening houden met de stroom die nodig is om steeds nieuw water op te warmen.

Bij sommige modellen kun je een Quooker ook combineren met een zogenaamde COMBI of COMBI+ boiler. Daarmee levert het systeem niet alleen kokend water, maar ook direct warm water voor bijvoorbeeld de keukenkraan. Dat voorkomt wachttijd en verspilling van water terwijl je wacht op warm water uit de cv-ketel.

Ook bruisend en gekoeld water

Wil je naast kokend water ook gekoeld en/of bruisend water uit de kraan, dan kun je het systeem uitbreiden met de Quooker CUBE. Dit is een aparte koelunit die naast het reservoir wordt geplaatst. Hierin zit ook een CO₂-cilinder waarmee je zelf bruiswater kunt tappen. De CUBE koelt het water tot ongeveer 5°C.

Samenvattend

Een Quooker werkt op basis van een drukreservoir waarin water op 110°C wordt gehouden. Zodra je de kraan opent, ontsnapt de druk en krijg je direct kokend water. Dankzij goede isolatie is het energieverbruik laag. De bediening is kindveilig en de straal is verneveld om brandwonden te voorkomen. Met extra opties zoals de COMBI-boiler of de CUBE-unit kun je het systeem uitbreiden voor warm, gekoeld en bruisend water. Je hebt dus veel mogelijkheden; laat je daarom goed voorlichten in de winkel waar je een Quooker wilt kopen.

▼ Volgende artikel
Dead internet theory: is het internet nog van ons?
© flying_hams
Huis

Dead internet theory: is het internet nog van ons?

Misschien heb je het al gemerkt: je komt online steeds meer posts en reacties tegen die door kunstmatige intelligentie zijn gemaakt. Het aantal bots dat zich voordoet als gewone internetgebruikers lijkt verder toe te nemen. Stevenen we af op een internet dat, zonder dat we het doorhebben, wordt gedomineerd door AI-gegenereerde content?

In dit artikel laten we zien hoe je als internetgebruiker om kunt gaan met de toenemende stroom aan AI-gegenereerde content:

  • Ontdek wat de Dead Internet Theory inhoudt
  • Begrijp hoe AI-bots worden ingezet voor misleiding, manipulatie en catfishing
  • Bekijk welke oplossingen worden voorgesteld (en waarom ze nog niet volstaan)
  • Weet dat kritisch internetgebruik belangrijker is dan ooit

Lees ook: AI of echt? Zo zie je het!

Met de opkomst van generatieve AI werd het eind 2022 ineens veel makkelijker om een bot teksten en afbeeldingen te laten creëren alsof ze door een mens zijn gemaakt. Vooral nu we een paar jaar verder zijn en AI-modellen alsmaar beter lijken te worden, wordt het ook lastiger om te weten of een onlinefoto of -post door een mens of door een bot is gemaakt. Steeds meer internetgebruikers vrezen dat we op een punt komen dat er zó veel realistische AI-content online wordt geslingerd, dat posts, reacties, foto’s en video’s van menselijke gebruikers worden ondergesneeuwd door die van bots. Als dat scenario werkelijkheid wordt, is het internet dan nog wel bruikbaar?

Niet te bewijzen

Over de angst voor zo’n doemscenario wordt al lange tijd gediscussieerd, maar pas sinds kort begint dit idee populair te worden. Dat komt voornamelijk door de ‘Dead Internet Theory’. Die werd in 2021 bedacht door een internetforumgebruiker en stelt dat het internet al sinds 2016 hoofdzakelijk uit bots bestaat. “Deze theorie werd al snel een meme die zich over het hele internet verspreidde”, zegt Danny Lämmerhirt. Hij staat aan het hoofd van het Future Internet Lab van onderzoeksinstantie Waag Futurelab, dat zich bezighoudt met de toekomstige ontwikkeling van het internet.

Volgens hem is het dan ook geen wetenschappelijke theorie, aangezien de claim niet is te bewijzen. Dat beaamt Maarten Sukel, AI-ontwikkelaar en schrijver van het boek De AI-revolutie. “Het is erg lastig meetbaar, omdat de AI-modellen zo goed zijn geworden.” Toch vindt hij de theorie niet per se vergezocht. “Als je de logica volgt dat je een beperkt aantal mensen hebt op de wereld, maar in theorie een onbeperkt aantal bots online kunt loslaten, is de kans groot dat er op een gegeven moment zoveel bots zijn dat ze voornamelijk nog met elkaar praten.”

Wantrouw de babypauw

Er zijn in ieder geval aanwijzingen dat de AI-content toeneemt. Zo toont een onderzoek van Harvard aan dat de hoeveelheid kunstmatige media en hun zichtbaarheid op X in 2023 duidelijk is gegroeid. Daarnaast heeft Meta onlangs aangekondigd dat het vanaf 2025 meer AI-gegenereerde content op Facebook en Instagram wil plaatsen. Dit gebeurt onder meer door zelf een lading AI-profielen op de sociale media los te laten die met echte gebruikers moeten communiceren. De techreus hoopt dat zijn platformen daardoor ‘vermakelijker en aantrekkelijker’ worden, zodat mensen langer actief blijven op de sociale media.

Een door Meta gemaakt AI-account op Instagram.

Ook als je geen sociale media gebruikt, is de toename van online AI-content merkbaar. Zoek op Google Afbeeldingen maar eens naar ‘Baby Peacock’. Een groot deel van de foto’s die je daar ziet, is AI-gegenereerd. “Dat komt doordat de echte babypauw nogal lelijk is”, legt Sukel uit. “Er worden daardoor amper foto’s van gemaakt en dus zijn plaatjes van een babypauw vaak nep.” Dit is nu nog een uitzonderingsgeval, maar geeft wel aan dat AI al vrijwel overal op het internet zijn sporen nalaat.

©Abdallah - stock.adobe.com

Deze babypauw is net zo schattig als dat hij nep is.

Beeld: Abdallah, stock.adobe.com.

Makkelijker catfishen

De toename van AI-gegenereerde content is volgens Lämmerhirt op zichzelf geen reden voor zorg. “Als je voor de lol een dom AI-plaatje online deelt, kan het heel onschuldig zijn. Het wordt pas een probleem als het misleidend wordt.” AI-bots worden daar volgens de deskundigen regelmatig voor ingezet, bijvoorbeeld op datingplatforms. Een gesprekspartner kan zomaar een bot zijn die je probeert op te lichten. “Die vraagt dan bijvoorbeeld met een of andere smoes of je geld kunt opsturen. Dat is wel heel kwalijk en iets waar je goed op moet letten.”

Bots op datingapps zijn geen nieuwe ontwikkeling, maar volgens de AI-ontwikkelaar wordt het probleem wel verergerd door generatieve AI. “Voorheen werden nepprofielen nog gemaakt op basis van echte foto’s. Als je toentertijd werd gecatfisht, kon je altijd nog opzoeken of de profielfoto ergens online te vinden was en op die manier achterhalen dat je met een oplichter aan het praten was. Inmiddels kan dat niet meer, omdat je gezichten gewoon kunt genereren.”

Wordt AI-content steeds beter?

Generatieve AI is de laatste jaren met sprongen vooruitgegaan. AI-bedrijven tuimelen over elkaar heen om nóg betere AI-modellen te introduceren. Het is nu al niet eenvoudig om AI-content te herkennen. Als deze vooruitgang zich voortzet, dan is dat over een aantal jaar vrijwel helemaal onmogelijk.

Het is alleen nog helemaal niet zeker óf AI steeds maar beter blijft worden. “De kwaliteit van generatieve content neemt mogelijk op een gegeven moment zelfs af”, legt Danny Lämmerhirt uit. “Veel van de trainingsdata van AI komt van onlinecommunity’s. Om AI in de toekomst verder te trainen heb je ook meer trainingsdata nodig. Mogelijk worden bots nu dus getraind op kunstmatige content, waar veel data van lage kwaliteit tussen zit.” Dan krijg je te maken met het ‘garbage-in-garbage-out’-principe. Dat zou kunnen betekenen dat chatbots nóg vaker onjuiste informatie gaan verspreiden.

Kaas vastlijmen

Ook kunnen AI-bots worden gebruikt om politieke meningen van gebruikers te beïnvloeden, weet Robin Effing, AI- en socialmediadeskundige bij de Universiteit van Twente. “Veel partijen, waaronder regimes, hebben er belang bij om online discussies te verstoren. Eerder werden daar mensen uit landen als India voor betaald. Zij werden achter de computer gezet, maar het wordt steeds makkelijker om dat soort werk aan chatbots over te laten.” Zo bleek onlangs dat Rusland duizenden bots op sociale media als TikTok had losgelaten om de Roemeense verkiezingen te beïnvloeden.

Bots verspreiden overigens niet alleen schadelijke desinformatie in opdracht van kwaadwillenden. AI heeft van zichzelf al de neiging om onjuiste informatie te genereren. Lämmerhirt noemt als voorbeeld een incident waarbij Googles AI-zoekmachine een opvallend antwoord gaf op de vraag: ‘Hoe zorg je ervoor dat kaas niet van je pizza afvalt?’ Het advies? De kaas met lijm aan de pizzabodem vastplakken.

Waar dit antwoord vandaan kwam? Iemand plaatste dit advies als grap op een forum, waarna de bot het klakkeloos als serieuze tip overnam. “Dat is wel illustratief van wat er kan gebeuren als je AI ongecontroleerd zijn gang laat gaan.”

Kaas aan pizza vastlijmen? Prima idee, volgens Google.

Minder moderatie

Om de toestroom van AI-desinformatie in de kiem te smoren zijn er volgens de experts verschillende opties, al is geen van allen echt ideaal. AI-modellen kunnen bijvoorbeeld AI-content gaan voorzien van een onzichtbaar watermerk, zodat herkenningssoftware meteen ziet of een post van ChatGPT vandaan komt of een foto nep is. Het is alleen moeilijk om alle AI-modellen – waar er duizenden van zijn – te dwingen om watermerken te gaan gebruiken. “Momenteel is er ook geen trend dat dit uit eigen beweging gedaan wordt”, vertelt Lämmerhirt. Daarnaast kunnen zulke watermerken momenteel nog eenvoudig worden omzeild. Effing: “Er zijn veel maskeringstechnieken om AI-content te verbergen. ChatGPT-teksten kun je bijvoorbeeld in een algoritme gooien dat bepaalde tekens verwisselt, zoals de hoofdletter i met de kleine l. Mensen zullen het verschil niet zien, maar detectiesoftware kun je zo om de tuin leiden.”

Volgens Lämmerhirt is strengere moderatie een betere optie. Techplatformen moeten dan zelf actief (AI-gegenereerde) desinformatie opsporen en verwijderen, misschien ook wel met behulp van AI-systemen. “We zien alleen dat X en sinds kort ook Meta steeds minder modereren”, vervolgt de Waag-onderzoeker. In plaats daarvan willen ze leunen op een systeem waarbij gebruikers zelf misleidende content van een ‘fact check-label’ kunnen voorzien. “Dat is een slechte aanpak, want dat laat zien dat deze bedrijven zelf geen keuzes meer willen maken en hun rol van platformbeheerder niet serieus nemen.”

AI-detectiesoftware is nog verre van betrouwbaar. De tekst in deze afbeelding is volledig door AI geschreven, maar de software denkt daar anders over.

China-model

Nog een andere oplossing zou zijn om gebruikers zich te laten verifiëren voordat ze een account aan mogen maken, om te voorkomen dat ze meerdere ‘sock puppet-profielen’ kunnen beheren. Op sommige platformen, zoals chatdienst Signal, gebeurt dat al met een telefoonnummercontrole. Dat is volgens Sukel een redelijk betrouwbare manier om te controleren of je gebruikers echt zijn, maar waterdicht is het niet. Je kunt namelijk ook een prepaid simkaart kopen en daar een bot aan koppelen. Een zogeheten China-model is volgens Effing een grondigere methode. “Dan moet je bijvoorbeeld naar het gemeentehuis met je paspoort voordat je een account krijgt. Dan ben je van heel veel problemen af. Alleen dat leidt tot massasurveillance en dat is ook niet gewenst.”

Op Signal moet je je telefoonnummer verifiëren voordat je een account krijgt.

Is generatieve AI alleen maar slecht?

“Van alle vormen van kunstmatige intelligentie kleven aan generatieve AI misschien wel de meeste negatieve aspecten”, stelt Maarten Sukel. Hoewel deze vorm van AI volgens hem niet bevorderlijk is voor de kwaliteit van content op het internet, zijn er op andere gebieden wel nuttige toepassingen te bedenken. “Zo zijn er nu slimme brillen met een ingebouwde AI die kan omschrijven wat er te zien is. Bijvoorbeeld: er staan mensen voor je, de een heeft een groene trui aan, het ziet er gezellig uit. Dat helpt blinde mensen enorm.”

Ook voor entertainmentdoeleinden kan generatieve AI veel lol bieden, al zit daar volgens Sukel ook een addertje onder het gras. “Bij generatieve AI moet je er altijd rekening mee houden dat hoe meer data je genereert, hoe meer energie het kost. Een tekstje valt nog mee, een plaatje genereren is al wat energie-intensiever. Maar bijvoorbeeld een video maken is een van de meest energieverslindende dingen die je met AI kunt doen.” Een gepersonaliseerde Netflix-film genereren klinkt dus misschien best aantrekkelijk, maar is niet de milieuvriendelijkste keus.

Voor blinden heeft generatieve AI wellicht het meeste bestaansrecht (beeld: Kaspars Grinvalds, stock.adobe.com).

Blijf op je hoede

Kortom, een écht goede methode om schadelijke AI-content en -bots te weren is er nog niet. Nóg niet inderdaad, want de deskundigen hebben er vertrouwen in dat de huidige uitdagingen met AI op te lossen zijn. Zo denkt Sukel dat onderzoekers vroeg of laat een manier verzinnen om AI-gegenereerde desinformatie betrouwbaar weg te filteren. “In het verleden is dat ook altijd gelukt, bijvoorbeeld met e-mail”, zegt de AI-ontwikkelaar. “Daar werd steeds meer spam verstuurd, maar toen kwamen er robuuste spamfilters en is dat probleem in zekere zin opgelost.”

Spamfilters voor e-mails doen hun werk goed; krijgen we in de toekomst iets soortgelijks voor AI-content?

Tot het zover is, moeten we ermee leven dat we het internet delen met veelal onzichtbare en onbetrouwbare bots. Effing raadt daarom aan om altijd goed op je hoede te blijven. “Ik denk dat het heel gezond is om je bij elke reactie op internet als eerste af te vragen: hoe groot is de kans dat dit door een reguliere burger geschreven is? Je kunt er momenteel van uitgaan dat de meerderheid van de user-generated content online niet door gewone mensen is geschreven, maar ofwel door ingehuurde mensen of door een bot.”

Volgens Sukel moet je vooral bij gebruikersrecensies goed op je tellen passen. “Het is natuurlijk heel makkelijk om tegen een AI-bot te zeggen: schrijf 500.000 negatieve recensies over mijn concurrent en evenveel positieve over mijn eigen toko. Je kunt niet meer blind vertrouwen op platformen als Tripadvisor.”

Lämmerhirt ziet dat gebruikers langzamerhand beter worden in het herkennen van bots. “Er zijn onderzoeken die aantonen dat mensen hun onlinegedrag aanpassen. Ze ontwikkelen strategieën om nepaccounts te identificeren en vermijden deze accounts vervolgens. Hier valt nog wel veel winst te behalen. Ik denk dus dat het belangrijk is dat we ervoor zorgen dat mensen nog kritischer worden op de oorsprong van online content.”

“Als je op een platform zit met veel AI-onzin waar je niet blij van wordt, ga dan lekker weg”, adviseert Sukel tot slot. “Jij bent het product. Als er genoeg mensen weggaan, wordt dat platform gedwongen om zich te verbeteren. Je hoeft het niet zomaar te accepteren.”

Gebruikersrecensies op Tripadvisor: zijn ze nog te vertrouwen?