ID.nl logo
20 tips voor een optimaal thuisnetwerk
© Reshift Digital
Huis

20 tips voor een optimaal thuisnetwerk

Een thuisnetwerk krijgt langzaam aan een 'must-have' status. De voordelen zijn legio: je gaat met al je apparaten het internet op, je deelt bestanden, je streamt media naar je apparaten, enzovoort. Alleen moet je je netwerk natuurlijk wel optimaal configureren en onderhouden. Wij helpen je daarbij.

Tip 01: Routeradres

Het eenvoudigste thuisnetwerk bestaat uit een paar computers, een router en een modem. Aan het modem van de internetprovider valt er voor de thuisgebruiker eigenlijk niets te configureren, maar voor de router is dat wel even anders. Die zorgt er onder meer voor dat je met diverse apparaten tegelijk (via het modem) op het internet kunt. Voor een goed functionerend netwerk moet die router optimaal zijn ingesteld en dus heb je toegang nodig tot het configuratiescherm van je router. Dat kan door in de adresbalk van je browser het viercijferige IP-adres van de router in te tikken. Dat adres vind je als volgt: druk op Windows-toets+R en voer de opdracht cmd uit. Op de opdrachtprompt tik je ipconfig in (bevestig met de Enter-toets). Je leest het adres af achter Standaardgateway.

©PXimport

Tip 01 Je router is de 'standaardgateway' naar het modem en het internet.

Tip 02: Router-login

Voordat je daadwerkelijk toegang krijgt tot het configuratiescherm van je router, moet je je eerst aanmelden met een wachtwoord. Weet je dat niet meer, dan kun je dat over het algemeen terugvinden in de handleiding van het apparaat. Met wat 'geluk' is nog het standaardwachtwoord actief en kun je ernaar googelen met een zoekterm als default password . Geluk staat hier wel tussen aanhalingstekens, want het is niet zo veilig het standaardwachtwoord te behouden. Zodra je succesvol bent aangemeld op de router, doe je er dus verstandig aan dat meteen aan te passen. Raadpleeg eventueel de handleiding van je router of googel naar change password .

©PXimport

Tip 02 Een eigen en stevig routerwachtwoord is wel zo verstandig.

Tip 03: Router-update

Ook routers zijn voorzien van software die in de hardware zit geprogrammeerd. Je doet er goed aan af en toe te controleren of deze firmware nog wel up-to-date is, voor zover dat niet automatisch gebeurt. Want up-to-date firmware kan je router meer functionaliteit geven en deze stabieler en veiliger maken. Ook dat doe je vanuit de webinterface van de router. Raadpleeg hiervoor de handleiding. Belangrijk is wel dat je het updateproces op geen enkele manier onderbreekt, om te vermijden dat je router onbruikbaar wordt. Het is aan te raden eerst even te googelen naar iets als firmware update problems om je ervan te vergewissen dat de update geen ongewenste neveneffecten heeft. Wijzelf maakten het bijvoorbeeld al mee dat nieuwe DNS-instellingen in onze router (Linksys EA6400) door een firmware-update niet langer werden geaccepteerd. Met de meeste routers kun je echter wel terugkeren naar een vorige firmware-versie.

©PXimport

Tip 03 Controleer geregeld of er geen nieuwe firmware beschikbaar is.

Tip 04: Router switch

Zo goed als alle routers hebben ook een ingebouwde switch. Dat is een schakelkastje waarop je vier of vijf apparaten met behulp van een ethernetkabel kunt aansluiten, zodat ze in je netwerk worden opgenomen. Bij veel (iets oudere) routers is dat een fast ethernet switch: de data gaan via die switch aan maximaal 100 Mbit/s over je netwerk. Voor veel toepassingen is dat voldoende, maar stuur je bijvoorbeeld geregeld grotere bestanden van het ene naar het andere apparaat, dan ben je veel beter af met een gigabit switch. De voorwaarde is dan uiteraard wel dat die apparaten zelf ook over een gigabit netwerkadapter beschikken.

Dit laatste kun je als volgt op je pc nagaan. Druk op Windows-toets+R en voer het commando devmgmt.msc uit. Open de rubriek Netwerkadapters en klik je netwerkadapter met de rechtermuisknop aan. Kies Eigenschappen, open het tabblad Geavanceerd en selecteer (Link)snelheid & duplex. Open het uitklapmenu bij Waarde. Zie je daar ook 1.0 Gbps full duplex staan, dan beschik je inderdaad over een gigabit netwerkadapter (laat echter Automatischonderhandelen geselecteerd). In dit geval koop je dan ook het best een gigabit switch. Die verbind je met een ethernetkabel met de switch van je router, waarna je de apparaten in de extra switch plugt. Die kunnen dan van een veel hogere snelheid profiteren.

©PXimport

Tip 04 Bij gigabit netwerkadapters hoort ook een gigabit switch!

Tip 05: Router-reset

Wellicht dat je je het al dan niet gewijzigde wachtwoord van de router (zie tip 2) niet meer herinnert of dat er een probleem ontstaat naar aanleiding van een firmware-update (zie tip 3). In die gevallen zit er wellicht weinig anders op dan de router compleet te resetten, waarna die normaal gesproken naar de originele instellingen terugkeert. Daarvoor heeft de router een resetknopje, dat je wellicht met een pen moet indrukken.

Om er zeker van te zijn dat de reset succesvol is, ga je het best als volgt tewerk. Schakel je router in en druk gedurende 30 seconden op de resetknop. Blijf die ingedrukt houden terwijl je de router van de netstroom loskoppelt gedurende 30 seconden. Schakel vervolgens de router weer in en houd de knop nog een laatste keer 30 seconden ingedrukt. Eventueel herstart je de router daarna nog even.

Tip 06: Tweede router

Sommige internetproviders leveren modem en (draadloze) router af in een en dezelfde behuizing. Dit laatste apparaat staat echter vaak in de meterkast en daardoor is het draadloze bereik niet altijd overal optimaal. Daar bestaan verschillende oplossingen voor (zie ook kader 'Wifi uitbreiden'). Een ervan is dat je een extra accesspoint op een strategische locatie opstelt (zie ook tip 9) en via een ethernetkabel met je netwerk verbindt.

In plaats van zo'n accesspoint kunt je ook een draadloze router inzetten. Dat kan als volgt. Geef die extra router een IP-adres binnen het bereik (subnet) van de modem/router van de provider. Heeft deze laatste bijvoorbeeld het IP-adres 192.168.1.1, dan zou je je eigen router 192.168.1.2 kunnen geven (zie ook tips 10 en 11). Zorg er ook voor dat beide draadloze routers op een ander draadloos kanaal opereren, bij voorkeur met een verschil van minimaal vijf kanaalnummers. Gebruikt de eerste router bijvoorbeeld kanaal 6, dan kun je voor het tweede exemplaar kanaal 1 of 11 instellen. Geef beide routers dezelfde draadloze netwerknaam (SSID) mee. Zorg er zeker ook voor dat de Dynamic Host Configuration Protocol- of DHCP-service op je eigen router is uitgeschakeld. Immers, binnen een netwerk mag er maar één DHCP-service actief zijn en dat is al het geval op de modem/router. Bij sommige routers regel je dit in één keer door hem in zogenoemde brug- of bridge-modus te zetten. Raadpleeg hiervoor de handleiding bij de router. Tot slot verbind je een LAN-poort van je eigen router via een ethernetkabel met je netwerk.

©PXimport

Tip 06 Een (tweede) draadloze router als accesspoint: correct configureren!

Wifi uitbreiden

Een extra draadloos accesspoint toevoegen, al dan niet in de vorm van een router, is één manier om apparaten in slecht bereikbare ruimtes in je woning aan je netwerk te koppelen. Een wifi repeater of range extender is een andere mogelijkheid. Zo'n apparaat vangt het draadloze signaal van je draadloze router op en zendt dat vervolgens weer uit. Houd er wel rekening mee dat de snelheid hierdoor ongeveer gehalveerd wordt.

Een HomePlug/Powerline-setje is een handig alternatief. Je stopt de ene adapter in een stopcontact en verbindt die via een ethernetkabel met je draadloze router. De andere adapter(s) stop je dan in een stopcontact op de plaats waar je op het netwerk wilt aansluiten. Dat kan opnieuw via een ethernetkabel, maar sommige adapters hebben een draadloos accesspoint ingebouwd, zodat je ook weer draadloos kunt verbinden. De snelste standaard is momenteel HomePlug AV2.

©PXimport

Tip 07: Gastnetwerk

Je hebt de toegang tot je draadloze netwerk natuurlijk goed afgeschermd, mede door een stevig wachtwoord. Krijg je geregeld kennissen over de vloer, dan is het natuurlijk vervelend dat je telkens je eigen wachtwoord moet doorgeven. Veel moderne routers hebben echter de functie gasttoegang. Die zorgt voor een afzonderlijke wifi-verbinding voor gasten, zodat je niet bang hoeft te zijn dat ze bij de gegevens op je eigen netwerk komen. Schakel het gastnetwerk op je router in, kies een makkelijk te onthouden SSID (voor zo ver instelbaar) en een niet voor de hand liggend, maar toch duidelijk wachtwoord. Dat dienen je gasten dan gewoonlijk in te vullen in een browservenster zodra ze met het gastnetwerk zijn verbonden.

©PXimport

Tip 07 Gasttoegang is een veilige en comfortabele manier om je kennissen toegang tot je wifi te geven.

Tip 08: Wifi-configuratie

Aangezien er steeds meer draadloze apparaten worden gebruikt, is het uiteraard ook van belang dat je je wifi-netwerk optimaal instelt. Ook dat doe je via de webinterface van je draadloze router of accesspoint. Als beveiliging stel je bij voorkeur WPA2 Personal (PSK) in, met een stevig wachtwoord. Verder is ook de netwerkmodus van belang. Moderne routers ondersteunen 802.11n en soms ook al 802.11ac. Wellicht staat je router echter ingesteld op Gemengdemodus (Mixed mode), waarbij ook nog apparaten met 802.11g (wireless G) kunnen aansluiten. Heb je echter alleen nog apparaten die het modernere 802.11n ondersteunen, dan kun je je router het best instellen op Wireless-N. Apparaten met 802.11g vallen dan buiten de boot, maar de prestaties van je wifi zijn wel beter. De kanaalbreedte laat je doorgaans het best op Automatisch staan.

©PXimport

Tip 08 Kies Wireless-N alleen als je geen apparaten meer hebt die daar niet mee overweg kunnen.

Tip 09: Wifi-kanaal

Krijg je met een mobiel apparaat maar moeilijk verbinding of valt de connectie soms weg, terwijl je toch een goed signaal ontvangt? Dan heeft dat wellicht te maken met de kanaalkeuze voor je draadloze netwerk. Binnen de 2,4GHz-band zijn er namelijk maar elf tot dertien kanalen beschikbaar. Zit je eigen kanaal echter te dicht bij dat van het draadloze netwerk van je buren, dan kunnen er verbindingsproblemen ontstaan. Om te achterhalen op welk kanaal de netwerken van je buren opereren kun je het gratis WifiInfoView op je Windows-pc installeren, of je installeert een mobiele app als Wifi Analyzer op je Android. iOS laat zulke apps standaard niet toe. Deze tools delen je overigens niet alleen het kanaal van de gedetecteerde netwerken mee, maar onder meer ook de signaalsterkte (-30 is uitstekend; vanaf -80 wordt het lastig) evenals de netwerk- en beveiligingsmodus. Op basis van deze informatie stel je dan zelf een kanaal in dat zo ver mogelijk is verwijderd van dat van je buren. Let wel, dit geldt eigenlijk alleen voor de 2,4GHz-band, omdat je hier binnen de 5GHz-band vooralsnog veel minder last van hebt.

©PXimport

Tip 10 Statische IP-adressen zijn iets lastiger, omdat je dan gewoonlijk ook zelf nog andere informatie moet meegeven.

Tip 10: Statisch IP

Wanneer je de webinterface van je router opent, zul je merken dat daar een DHCP-service actief is. Die zorgt ervoor dat je apparaten automatisch een 'compatibel' IP-adres krijgen toegekend. Meestal krijgt hetzelfde toestel een volgende keer hetzelfde IP-adres toebedeeld, maar dat is geen zekerheid. Voor een gewone pc of mobiel apparaat maakt dat niet zoveel uit, maar voor zaken als een netwerkprinter, IP-camera of NAS (een schijf met een netwerkverbinding) is het vaak wel van belang dat die altijd over hetzelfde IP-adres beschikken.

Dat kun je op verschillende manier regelen. Je kunt bijvoorbeeld in je router aangeven dat de DHCP-server slechts een beperkt aantal adressen mag uitdelen (bijvoorbeeld van 192.168.1.2 tot 192.168.1.100), waarna je bepaalde apparaten zelf een vast, statisch IP-adres meegeeft dat buiten die pool ligt (in ons voorbeeld: van 192.168.1.101 tot 192.168.1.254).

Tip 11: DHCP-reserveringen

Een nadeel van statische adressen is dat je gewoonlijk zelf nog andere lastige informatie moet invullen, zoals subnetmasker, standaardgateway en DNS-servers, en dat je moet opletten dat je een adres niet dubbel gebruikt. Er is echter een tussenoplossing: DHCP-reservering, een functie die door nagenoeg alle routers wordt ondersteund. Het komt erop neer dat DHCP automatisch voor de nodige adrestoekenningen zorgt, maar er tegelijk oog voor heeft dat een apparaat altijd opnieuw hetzelfde IP-adres krijgt toebedeeld. Hoe je DHCP-reservering precies activeert, hangt van je routermodel af. In de meeste gevallen volstaat het in een tabel de gewenste apparaatnaam van een vinkje te voorzien. Voortaan krijgt dat apparaat dan het IP-adres mee dat het voorheen al via DHCP kreeg toebedeeld. Het is ook mogelijk handmatig voor zo'n koppeling tussen apparaat (met een bepaald MAC-adres) en IP-adres te zorgen. Kies dan uiteraard wel een IP-adres dat nog niet aan een ander apparaat was toegekend.

©PXimport

Tip 11 DHCP-reservering: een apparaat krijgt gegarandeerd altijd hetzelfde IP-adres mee.

Ethernetkabels

Moet je nog extra kabels trekken voor je netwerk, dan mik je natuurlijk op gigabit-snelheden en dan heb je ethernetkabels van minimaal Cat5e nodig. Over afzienbare tijd zal zelfs een netwerk van 10 Gbit/s mogelijk zijn. Dat vereist echter een hogere (en duurdere) categorie: Cat6 en liever nog Cat6a (10GBASE-T). Deze laatste is echter tot driemaal duurder dan een Cat5e-kabel. Verder heb je bij ethernetkabels nog de keuze tussen kabels met aders die uit één enkele koperdraad bestaan (vaste kern; solid) en modellen met aders die uit diverse dunne draadjes zijn samengesteld (soepele kern; stranded). Gebruik kabels met vaste kern voor in je muren en die met een soepele kern voor flexibele locaties, zoals tussen je pc en de wandcontactdoos. Ongeveer zoals bij elektriciteitskabels dus.

Tip 12: Netwerkscan (1)

Stel, je hebt eerder al een netwerkapparaat zoals een printer, IP-camera of NAS aan je netwerk gehangen en je weet het IP-adres niet meer. Of je wilt gewoon weten welke apparaten (met welk IP-adres) momenteel met je netwerk zijn verbonden. Dan kan een gratis tool als PortScan & Stuff van pas komen. Start de tool op, open het tabblad Search Devices en druk op de Start-knop. Even laat het programma een lijstje zien van alle gedetecteerde apparaten met naam en IP-adres en vaak nog heel wat andere nuttige informatie. Om maar één voorbeeld te geven: de tool wist over onze NAS onder meer de producent, het model, de url, het adres van de webinterface en het serienummer te vertellen.

©PXimport

Tip 12 PortScan & Stuff maakt snel een lijstje van alle aangesloten netwerkapparaten, inclusief nuttige informatie.

Tip 13: Netwerkscan (2)

Ben je geïnteresseerd in de diensten die zoal op je netwerkapparaten draaien (en op welke poorten dat gebeurt), dan kun je daar eveneens Portscan & Stuff voor aanspreken. Deze keer open je het tabblad Scan Ports. Hier vul je dan het begin en het einde van het IP-adresbereik (subnet) van je router in, bijvoorbeeld 192.168.1.1 en 192.168.1.254. In het uitklapmenu bij Scan Type selecteer je vervolgens Scan OnlyCommon Ports of, voor nog grondiger maar langdurig speurwerk, Scan All Ports, waarna je met Start bevestigt. Na afloop hoef je alleen maar het pijltje bij het gewenste apparaat aan te klikken. Je krijgt dan bijvoorbeeld te zien welke poorten er zijn geopend, of er een http(s)- of ftp-server actief is, en zo ja, op welk poortnummer die bereikbaar zijn. Wil je gewoon weten of een specifiek apparaat bereikbaar is (lees: reageert op verzoeken van je pc), open dan het tabblad PingDevices, vul de gewenste naam of het IP-adres in en klik op Start. Standaard verstuurt de tool drie kleine pakketjes. Wil je de responsiviteit van het apparaat echter over een wat langere periode nagaan, vink dan eerst ContinuouslyPinging aan en klik dan op de Start-knop.

Tip 14: Detailinformatie

Ook met het gratis programma Axence NetTools kun je een snelle netwerkscan laten uitvoeren om IP- of MAC-adressen te weten te komen of om na te gaan welke services op welke poorten actief zijn. Wil je de tool langer dan dertig dagen kunnen gebruiken, dan moet je je wel even (gratis) registreren. Met NetTools is het echter ook mogelijk allerlei extra informatie over de andere computers in je netwerk op te vragen, zoals de geïnstalleerde hardware en hotfixes. Voorwaarde is wel dat op die machines bepaalde services actief zijn en de nodige gaatjes in de firewall zijn geprikt. Wil je dat liever niet allemaal handmatig regelen, dan hoef je op je pc's maar één keer het programma WmiEnable.exe als administrator uit te voeren. Dit tref je aan in de installatiemap van NetTools (standaard is dat C:\Program Files (x86)\Axence\netTools\5). Vervolgens start je NetTools op je eigen pc op, open je de rubriek WinTools, vul je de naam of het IP-adres van de beoogde pc in, evenals Username en Password van je Windows-account op die pc. Zodra je op de knop Connect drukt, haalt NetTools allerlei informatie op. Vanuit het linkerpaneel hoef je nu slechts bij General of bij Custom WMI queries aan te geven in welke informatie je bent geïnteresseerd.

Tip 15: Monitoring

NetTools bevat ook een heuse monitoringmodule, waarmee je de status van andere apparaten vanaf je eigen pc op de achtergrond kunt laten bewaken. Dat maakt het bijvoorbeeld mogelijk dat je een e-mail ontvangt op het moment dat een apparaat niet meer (tijdig) reageert op ping-commando's. Dat gaat als volgt. Open de rubriek NetWatch, vul de hostnaam of het IP-adres van de gewenste pc in en druk op de knop Add. De tool stuurt meteen continue ping-verzoeken naar die computer. Klik in het linkerpaneel op Disable monitoring om die verzoeken weer stop te zetten. Wil je een melding ontvangen bij mogelijke problemen, klik dan op Set alerts en vink aan wanneer je precies zo'n alert wilt ontvangen (bijvoorbeeld: Hosthas not responded for at least 5 minutes). Welk soort meldingen je wenst, geef je onderaan aan: Display a message, Show an icon in the tray, Play a sound en/of Send mail. Voor dit laatste dien je via de knop Setup wel nog de juiste e-mailgegevens in te vullen. Bevestig met OK.

Er bestaan overigens nog veel krachtiger tools, zoals het gratis Spiceworks, waarmee je nog veel meer zaken kunt monitoren, maar die zijn vooral bedoeld voor wat grotere netwerken en vallen dus buiten het bestek van dit artikel.

Tip 16: Thuisgroep (1)

Een van de voordelen van een netwerk is dat je bestanden met andere gebruikers kunt delen. De meest comfortabele en veilige manier om dat te doen is met behulp van een NAS. Dat is een apparaat, gewoonlijk met twee gespiegelde schijven, dat aan je netwerk hangt. Je kunt echter ook bestanden rechtstreeks op je pc delen met andere netwerkgebruikers. Bij Windows 7 en hoger gaat dat het makkelijkste via het concept van thuisgroepen. Een voorwaarde is wel dat je pc is opgenomen binnen een zogenoemd thuisnetwerk (Windows 7) of particulier netwerk (Windows 8). Dat kun je controleren via het Netwerkcentrum (klik met de rechtermuisknop op het netwerkpictogram in het systeemvak van Windows en kies Netwerkcentrum openen).

Vervolgens open je het Windows Configuratiescherm en kies je Opties voor thuisgroepen en delen selecteren in de rubriek Netwerk en internet. Klik op Een thuisgroep maken, geef aan wat je allemaal wilt delen (zoals Afbeeldingen, Muziek, Video's, Documenten en Printers) en bevestig met Volgende. Noteer het wachtwoord. Op de andere computers selecteer je nu ook Opties voor thuisgroepen endelen selecteren, gevolgd door Nu lid worden. Geef ook hier aan wat je precies wilt delen, druk op Volgende en vul het wachtwoord in. Bevestig met Volgende en rond af met Voltooien.

Tip 17: Thuisgroep (2)

Wanneer je nu op een van deze computers de Verkenner opent, krijg je de pc's die lid zijn van de thuisgroep meteen te zien in het navigatievenster. Afhankelijk van de door jou gedeelde bibliotheken verschijnen hier de mappen Afbeeldingen, Documenten, Muziek en/of Video's. Je kunt echter op elk moment ook andere mappen delen via de thuisgroep. Selecteer de beoogde map in de Verkenner en klik op Delen met in de menubalk (Windows 7) of open het tabblad Delen (Windows 8). Vervolgens selecteer je Thuisgroep, waarbij je zelf beslist of je de data alleen wilt laten Lezen (Windows 7) of Openen (Windows 8), dan wel wilt laten Lezen/schrijven (Windows 7) of Openen enbewerken (Windows 8).

Hoe benader je nu een printer die je via zo'n thuisgroep hebt gedeeld? Dat hangt een beetje van het printertype af. Met wat geluk is het apparaat meteen beschikbaar als je Apparaten en printers opent. Mogelijk krijg je eerst nog een melding dat een thuisgroepprinter werd gevonden en komt de printer beschikbaar als je de melding aanklikt. Eventueel moet je eerst nog even langs het Windows Configuratiescherm. Kies hier Opties voorthuisgroep en delen selecteren en druk vervolgens op de knop Printer installeren en eventueel ook op Stuurprogramma installeren.

©PXimport

Tip 17 De gedeelde mappen verschijnen in het navigatievenster van de Verkenner.

Tip 18: Ander netwerk

Als je je laptop op verschillende locaties gebruikt, zoals thuis, op school, op het werk of bij klanten, dan is het best vervelend wanneer je telkens je netwerk- en systeemconfiguratie moet aanpassen aan de gewijzigde omgeving. NetSetMan (gratis voor niet-commercieel gebruik) maakt zo'n omschakeling veel soepeler. Met deze tool kun je namelijk voor elke omgeving een aangepast netwerkprofiel creëren, waarna je met een druk op de knop naar het gewenste profiel omschakelt. In de gratis versie van NetSetMan kun je maximaal zes verschillende profielen samenstellen, met als belangrijkste instellingen: IP-adressering, gateway, DNS-server, wifi-netwerk, printer, computernaam en werkgroep, evenals diverse systeeminstellingen, waaronder energieschema, tijdzone, bureaublad en geluidschema. Het is voldoende een profieltabblad te openen, alles naar wens in te vullen en de knop Activate in te drukken als je naar deze profielinstellingen wilt overgaan.

©PXimport

Tip 18 Maak voor elke (netwerk)omgeving een aangepast profiel aan.

Tip 19: Risicocontrole

Zodra je je computer met je thuisnetwerk en met het internet verbindt, loop je altijd wel een zeker risico. Je hebt uiteraard een up-to-date antivirusprogramma draaien en je firewall staat paraat, maar vind je het toch maar verdacht dat er blijkbaar heel wat netwerkverkeer wordt gegenereerd (de leds van je switch of router flikkeren als gekken), dan kan de gratis tool GlassWire wellicht uitsluitsel brengen. Wanneer je het tabblad Graph opent, krijg je namelijk een grafiek te zien die zowel het binnenkomende als het uitgaande dataverkeer registreert. Bovenaan rechts geef je de gewenste periode aan: de laatste 5 Minutes, 3 Hours, 24 Hours of Week. Klik je de grafiek aan, dan verschijnen de namen van de programma's die op dat moment het netwerkverkeer hebben gegenereerd, samen met de namen van de servers waarmee de netwerkverbinding was opgezet. Je krijgt nog meer details te zien wanneer je de hostnaam aanklikt. Je kunt het netwerkverkeer overigens ook laten sorteren volgens applicatie (tabblad Apps) en volgens netwerkprotocol (tabblad Traffic). Bij dit laatste krijg je dan een opsplitsing tussen bijvoorbeeld http (surfen), SMTP (mail versturen) en ftp (bestanden versturen).

©PXimport

Tip 19 Je kunt op elk moment een detailoverzicht van je netwerkverkeer opvragen.

Tip 20: Info netwerkverkeer

Ook op het tabblad Usage vind je veel nuttige informatie over het netwerkverkeer. Klik je op All, dan krijg je een mooi totaalbeeld, verdeeld over drie kolommen: Apps, Hosts en Traffic Type. Bij Apps zijn dan programma's opgenomen als Google Chrome, MicrosoftOutlook en Microsoft Word. Je leest hier af hoeveel elk van deze applicaties aan netwerkverkeer heeft verbruikt in de geselecteerde periode (Day, Week, Month of een zelf ingevoerde periode of tijdstip). Klik je zo'n programma aan, dan krijg je een uitsplitsing van het binnenkomende en uitgaande verkeer, kun je opvragen met welke hosts een verbinding werd opgezet en krijg je een overzicht van de alerts die dat programma heeft veroorzaakt. Dat zijn meldingen die ook via het systeemvak van Windows opduiken.

Je kunt echter zelf bepalen welke meldingen je daadwerkelijk krijgt te zien: druk linksboven op de knop GlassWire en kies Settings /Security. Druk op de knop Unlock en schakel de ongewenste meldingstypes uit. Er zitten echter heus wel zinvolle meldingen bij. Zo kun je een samenvattend overzicht krijgen van de netwerkactiviteit die plaatsvond terwijl je zelf niet op de pc aan het werk was.

Netwerksniffer

Wil je tot in de details weten welke data er via de netwerkadapter van je computer worden verstuurd, dan zit er weinig anders op dan een zogenoemde netwerksniffer (met protocol analyzer) op je pc te installeren. Een van de beste en bovendien gratis tools is WireShark. Dat legt in realtime al het netwerkverkeer van je netwerkadapter vast en toont je alle pakketjes in chronologische volgorde. WireShark vertelt je bij elk pakketje ook om welk internetprotocol het gaat, wat het IP-adres van de zender en ontvanger is enzovoort. Dankzij capture- en weergavefilters kun je heel nauwkeurig aangeven in welke informatie je bent geïnteresseerd. Dat maakt van WireShark een uitstekende troubleshooting-tool voor lastige problemen, maar het mag duidelijk zijn dat gevorderde netwerkkennis goed van pas komt.

©PXimport

WireShark is een van de beste netwerksniffers met protocol analyzer, bedoeld voor gevorderde gebruikers.

▼ Volgende artikel
Waar voor je geld: 5 fonduesets voor een gezellige avond
© M.studio - stock.adobe.com
Huis

Waar voor je geld: 5 fonduesets voor een gezellige avond

Bij ID.nl zijn we gek op producten waar je niet de hoofdprijs voor betaalt. Daarom gaan we een paar keer per week voor je op zoek naar zulke aanbiedingen. Met Kerst en Oud en Nieuw voor de deur is het weer tijd om te bedenken wat je wil gaan eten. Wat dacht je van fondueen? Met deze vijf fonduesets maak je indruk op je vrienden en familie.

Met een fondueset smelt je de lekkerste kazen en dep je je broodje of vlees in bouillon of kaas. Fonduesets zijn de ultieme sfeermakers voor de feestdagen, of het nu met vrienden is of familie en of je kiest voor romige kaas, bouillon of chocolade; het is op en top genieten. Een absolute must-have voor elke levensgenieter en perfect voor de feestdagen. Wij vonden vijf betaalbare fonduesets voor je.

Boska Elektrische Fondueset Pro - 8 personen

De Boska Elektrische Fondueset Pro is ontworpen voor liefhebbers van kaas‑ en vleesfondue. De set bestaat uit een geëmailleerde gietijzeren pot met een inhoud van circa 2,15 liter, waardoor je genoeg ruimte hebt voor een volledige kaasfondue of bouillon. Het verwarmingselement is elektrisch en beschikt over een instelbare thermostaat; hierdoor kun je de temperatuur naar wens aanpassen voor verschillende soorten fondue. Een handig indicatielampje laat zien wanneer het element aan staat. De pot staat op een stevige basis en heeft een extra lang snoer van twee meter, zodat je hem makkelijk midden op tafel plaatst. Bij de set worden acht fonduevorken geleverd die zijn voorzien van gekleurde markeringen. De combinatie van gietijzer en emaille zorgt voor een gelijkmatige warmteverdeling en eenvoudige reiniging.

Swissmar Lausanne 11‑delige fondueset - 6 personen

De Zwitserse fabrikant Swissmar levert met de Lausanne een 11‑delige fondueset die is gericht op traditioneel fonduen. De set bestaat uit een koperen pan met een geëmailleerde binnenkant en een zware RVS‑branderschaal. Doordat koper de warmte snel opneemt en verdeelt, is de fondue snel op temperatuur. De pan staat op een robuuste stalen houder waarin een brander met regelaar zit; hiermee pas je de vlamsterkte aan voor kaas‑, bouillon‑ of chocoladefondue. In de doos zitten verschillende accessoires, waaronder zes vorkjes en een branderschaal. Deze set is niet elektrisch, waardoor je hem zelfs buiten of op de camping kunt gebruiken.

Mäser Fondueset - 4 personen

De fondueset van Mäser bestaat uit een roestvrijstalen pan met bijbehorende brander. Roestvrij staal is slijtvast en eenvoudig te reinigen; je kunt de pan na gebruik in de vaatwasser zetten. De set heeft een inhoud van rond één liter, voldoende voor een kaas‑ of chocoladefondue voor een klein gezelschap. Er worden meerdere fonduevorkjes meegeleverd met gekleurde puntjes om ze te onderscheiden. Dankzij de stevige basis staat de pan stabiel op tafel, terwijl de gelijkmatige warmteverdeling voorkomt dat de inhoud aanbrandt. Omdat het geen elektrisch toestel is, gebruik je de brander met brandgel of spiritus.

Baumalu 385050 fondueset - 6 personen

Deze fondueset van Baumalu bestaat uit een zware gietijzeren pan die op een decoratieve houten plaat staat. Gietijzer houdt de warmte goed vast en is geschikt voor zowel kaas‑ als chocoladefondue. De bijgeleverde brander plaats je onder de pan; je regelt de vlamsterkte met een draaiknop. Omdat de pot stevig op de houten plaat staat, blijft hij stabiel en kras je niet op de tafel. In de set zitten fonduevorkjes met houten handvatten.

Tristar FO‑1107 Fonduepan - 8 personen

De Tristar FO‑1107 is een elektrische fondueset met een inhoud van ongeveer 1,5 liter. Je gebruikt deze pan voor verschillende soorten fondue, zoals kaas, bouillon of chocolade. Het verwarmingselement levert circa 1000 watt en heeft een instelbare thermostaat, zodat je de temperatuur kunt aanpassen aan het type fondue. Een indicatielampje geeft aan wanneer het apparaat actief is. De pan heeft een antiaanbaklaag, een cool‑touch handgreep en staat op een antislipvoet voor extra stabiliteit. Er worden acht fonduevorkjes meegeleverd en door de ring bovenop blijven de vorkjes op hun plek tijdens het fonduen.

▼ Volgende artikel
Van papier tot pixels: altijd je administratie op orde
© px.palette
Huis

Van papier tot pixels: altijd je administratie op orde

Papieren facturen, garantiebonnetjes, contracten en andere documenten slingeren al snel overal rond. Waarom niet alles digitaal bewaren, zodat je het in enkele klikken terugvindt? In dit artikel vind je gratis tools en praktische tips om je administratie te scannen, te taggen, doorzoekbaar te maken en veilig op te slaan zonder veel gedoe.

Wat gaan we doen?

We geven diverse tips en tools om administratieve en andere papieren documenten efficiënt en ordelijk te digitaliseren. Dat gaat van scannen en OCR’en tot organiseren, automatiseren, back-uppen en meer.

Tip 1: Scanner

Stel, je wilt een hele reeks documenten digitaliseren, zoals garantiebewijzen of facturen. We gaan ervan uit dat je een scanner in huis hebt, eventueel als onderdeel van een all-in-one-printer. Zo’n toestel is goed geschikt voor stabiele, rechte scans, en een (soms optionele) documentinvoer maakt het extra handig bij grotere aantallen. Je scant het best op zo’n 300 dpi, in grijswaarden of kleur, en bewaart het resultaat bij voorkeur als pdf. Helaas genereert de meegeleverde scansoftware vaak alleen pdf’s met een afbeelding van de tekst, waardoor je die later niet kunt doorzoeken of kopiëren.

©OttoPles

Er bestaan ook heel wat printers met een ingebouwde scanner.

Tip 2: NAPS2

Gebruik in dit geval beter scansoftware met geïntegreerde OCR, zoals het gratis en opensource NAPS2 (www.naps2.com, Windows, macOS en Linux). Start de app, klik op Nieuw profiel en op Apparaat kiezen om je scanner te selecteren. Je kunt kiezen uit drie drivertypes: WIA (ingebouwd in Windows, beperkt), TWAIN (krachtiger) en ESCL (voor moderne netwerk- of wifi-scanners, vergelijkbaar met Apple AirScan). Doorgaans kies je voor TWAIN. Stel de scanopties in en open Geavanceerd voor extra instellingen. Typ een profielnaam en bevestig met OK.

Klik nu op de knop OCR en download de gewenste talen, zoals Dutch en English. Plaats een vinkje bij PDFs doorzoekbaar maken middels OCR en kies taal en modus (Snel of Beste). Vink ook de andere opties aan en druk op Scannen.

Klik daarna op het pijlknopje bij PDF opslaan en kies PDF-instellingen. Vul bij Standaard bestandspad een bestandsnaam in – gebruik eventueel ‘placeholders’ als $(YY)-$(MM)-$(DD) – en kies bij Compatibiliteit bij voorkeur PDF/A, zoals PDF/A-2b. Dit formaat slaat namelijk alle lettertypes, kleurprofielen en structuurinformatie in het bestand zelf op, wat ‘garandeert’ dat je het document ook jaren later nog in zijn oorspronkelijke vorm te zien krijgt. Vink Onthoud deze instellingen aan, klik op OK, selecteer de scans en kies PDF opslaan. Het is trouwens ook mogelijk om een (niet-doorzoekbaar) pdf-bestand in NAPS2 te importeren, dit vervolgens te OCR’en en als PDF/A te bewaren.

NAPS2 is prima opensource-scansoftware, met geïntegreerde meertalige OCR-module.

Pdf-printer

De focus van dit artikel ligt op papieren brondocumenten, maar we willen zeker ook (de gratis versie van) PDFCreator vermelden (www.pdfforge.org/pdfcreator). Je kunt deze namelijk als virtuele printer installeren om zo allerlei documenttypen om te zetten naar PDF(/A).

Start na installatie de app, open het tabblad Printer, vink PDFCreator aan en kies via de moersleutel het bestaande profiel PDF/A (archiefbestand). Bevestig met Opslaan en sluit de app. Open nu een document in een willekeurige toepassing, open het afdrukvenster en selecteer PDFCreator als printer. Een dialoogvenster opent waarin je het document meteen kunt opslaan als PDF/A-bestand (standaardversie 2b, maar dit is aanpasbaar via het uitklapmenu).

Je kunt zo’n virtuele printer ook inzetten om documenten automatisch als PDF/A op te slaan in een zelf te bepalen map. Maak hiervoor in PDFCreator op het tabblad Profielen een nieuw profiel aan (bijvoorbeeld PDF/A in map Facturen), kies bijvoorbeeld PDF/A-2b als formaat en geef tevens een specifieke opslaglocatie op. Koppel dit profiel op het tabblad Printer aan een nieuwe virtuele printer (bijvoorbeeld PDF/A-facturen). Zo maak je meerdere profielen en printers aan, waarbij elk PDF/A-bestand automatisch in een andere map terechtkomt.

Je kunt ook meerdere virtuele printers aanmaken, telkens met een aangepast profiel.

Tip 3: Mobiel

Een vlakbedscanner is zeker handig, maar niet noodzakelijk, want je kunt tegenwoordig ook prima scannen met je smartphone. Met de juiste app wordt het beeld automatisch ge-OCR’d en indien nodig rechtgetrokken. Een van de betere apps is Adobe Scan, beschikbaar via www.kwikr.nl/adobescan of in de appstore van Android en iOS.

Installeer en start de app. De gratis versie volstaat meestal, al laat de betaalde versie (circa 10 euro per maand) je onder meer tot 100 pagina’s per bestand scannen (in plaats van 25) en pdf’s exporteren naar Office 365-formaten.

Meld je aan, bijvoorbeeld via je Google-account, en tik op Scan. Je kunt het resultaat onder meer uitsnijden, roteren en de helderheid en het contrast aanpassen. Kies Blijven scannen voor extra pagina’s of tik op PDF opslaan zodra je klaar bent. De pdf belandt standaard in je Adobe-account (https://acrobat.adobe.com), maar je kunt het bestand ook delen of (via Meer) bijvoorbeeld opslaan in Google Drive. Het pdf-bestand is standaard doorzoekbaar, controleer bij Voorkeuren of Tekstherkenning uitvoeren op opgeslagen PDF wel is ingeschakeld, maar het is geen PDF/A. Wil je dat, dan kun je het bestand alsnog omzetten met reeds eerder vermelde, gratis tools als NAPS2 of PDFCreator (zie ook kader ‘Pdf-printer’).

Met (het gratis) Adobe Scan kun je ook meerdere pagina’s laten OCR’en en in één pdf bewaren.

Tip 4: Tags koppelen

Om naderhand snel het gewenste document te kunnen terugvinden, zorg je er dus allereerst voor dat je documenten doorzoekbaar zijn (bij pdf’s kan dit via OCR: zie tip 2). Je kunt gerust ook zelf extra trefwoorden, zeg maar digitale kleefbriefjes, aan je documenten koppelen.

Met een tool als TagSpaces (www.tagspaces.org, Windows, macOS en Linux) tag je in één keer meerdere bestanden en mappen met eigen trefwoorden. Bestaande tags voeg je simpelweg toe door ze naar bestanden te slepen. TagSpaces heeft ook een krachtige zoekfunctie waarmee je snel documenten met de juiste tag(s) terugvindt.

Handig zijn ook ‘smart tags’: je bepaalt dan zelf de criteria, waarna nieuwe bestanden automatisch de juiste tags krijgen. Deze tags kun je opslaan in aparte sidecar-bestanden (JSON) of je voegt ze achteraan de bestandsnaam toe: een bestand als aanpassing.pdf bijvoorbeeld wordt dan iets als aanpassing[huur indexering].pdf. De betaalde Pro-versie (42 euro per jaar) heeft enkele geavanceerde opties, zoals het toekennen van tags op basis van lokale AI-taalmodellen.

TagSpaces is een krachtige taggingtool, maar met een zekere leercurve.

Tip 5: Tags zoeken

Vind je TagSpaces toch wat overkill, dan zijn er andere manieren om documenten van (doorzoekbare) trefwoorden te voorzien. Je kunt in Verkenner (met sneltoets F2) trefwoorden toevoegen aan de bestandsnaam, maar het kan ook anders. Klik met rechts op een bestand of selectie, kies Eigenschappen en open het tabblad Details. Afhankelijk van het bestandstype kun je hier tags toevoegen bij velden als Titel, Onderwerp, Labels, Categorieën en Opmerkingen. Dit werkt goed bij bijvoorbeeld Office-bestanden en afbeeldingen, maar pdf-documenten laten zich minder makkelijk taggen. Dit kan bijvoorbeeld wel bij het aanmaken van zo’n document vanuit NAPS2 of PDFCreator. Bij deze laatste kun je bij een profiel titel, auteur, onderwerp en trefwoorden meegeven.

Vanuit de Verkenner kun je vervolgens zoeken op deze tags, ook in pdf-bestanden (ook al zijn ze niet zichtbaar op het tabblad Details). Navigeer naar de juiste map of het station en typ in de zoekbalk van de Verkenner labels:<trefwoord>.

Werkt dit niet, dan ontbreekt waarschijnlijk een geschikt zoekfilter. Je kunt zo’n Adobe-IFilter alsnog installeren via deze link. Je kunt dit controleren vanuit het Configuratiescherm: open Indexeringsopties, klik op Geavanceerd en scrol op het tabblad Bestandstypen naar pdf. Daar hoort PDF Filter (of eventueel Reader Search Handler) te staan, en Eigenschappen en inhoud van het bestand indexeren moet zijn ingeschakeld. Zorg er tevens voor dat alle gewenste mappen zijn opgenomen bij Deze locaties beheren (via de knop Wijzigen).

Met het juiste filter kun je ook vanuit de Verkenner naar tags binnen pdf-documenten zoeken.

Tip 6: Opslagstructuur

Je documenten zijn nu doorzoekbaar en mogelijk ook getagd, maar er is nog een derde belangrijk aspect: bewaar alles met logische bestandsnamen in een doordachte mappenstructuur.

Voor bestandsnamen plaats je de belangrijkste info, zoals projectnaam en/of datum, liefst vooraan. Gebruik de ISO-notatie (JJJJ-MM-DD), zodat je bestanden makkelijk chronologisch sorteert. Zoals vermeld in tips 4 en 5 kun je de naam aanvullen met trefwoorden, gescheiden door een koppelteken of onderstrepingsteken (vermijd spaties of speciale tekens). Eventueel voeg je achteraan een versienummer toe, zoals _v1. Een voorbeeld is 2025-08-31_Huurcontract_Appartement_v1.pdf.

Breng de bestanden onder in een logische structuur, bijvoorbeeld op datum, per project of klant, of per categorie (zoals Huis, Werk, Gezondheid, Financieel enzovoort). Je zult merken: dankzij consistente map- en bestandsnamen vind je documenten sneller terug.

Sneller zoeken binnen een logische mappenstructuur (en met labels).

Tip 7: Organisatietool

Je hebt een logische mappenhiërarchie opgezet, maar je moet natuurlijk ook zorgen dat documenten in de juiste map terechtkomen. Externe hulp van een organisatietool als het gratis Dropit (www.dropitproject.com, werkt nog onder Windows 11) of File Juggler (www.filejuggler.com, betaalde versie 44 euro) kan daarbij handig zijn. We bekijken kort deze laatste.

Start de geïnstalleerde tool op en klik op Add rule (of eerst op Add rule group als je de regels wilt categoriseren). Stel dat je alle pdf’s die in de map \gedeeld terechtkomen automatisch wilt verplaatsen op basis van trefwoorden. Vul dan Description in en klik op de knop met drie puntjes bij Monitor om de bronmap te kiezen. Via het tandwielpictogram kun je eventueel Examine everything regularly <frequentie> between checks instellen, wat ook goed werkt voor gedeelde netwerkmappen.

Klik daarna op de plus-knop bij If en stel het filtercriterium in, bijvoorbeeld: Any of the following / Other / PDF Properties / Keywords. Bevestig met Insert en geef het trefwoord op bij Contains / Text. Je kunt via de plus-knop extra filters instellen en kiezen tussen Any of All of the following.

Leg nu de gewenste actie vast bij Then: klik op de plusknop, kies bijvoorbeeld Move file en vul de doelmap in bij to. Bewaar je filter met Save and close. Op het tabblad Rules klik je op de pijlknop naast je filter om het te activeren. Test het resultaat.

Organiseer je bestanden automatisch op basis van eigen, gecombineerde zoekfilters.

DMS

Met de tips rond doorzoekbaar maken, taggen en ordenen uit dit artikel, en met tools als TagSpaces en File Juggler, raak je al ver. Wil je je administratie nog professioneler organiseren, dan kom je uit bij een volwaardig Document Management System, kortweg DMS. Flexibele opensource-tools zijn bijvoorbeeld Papermerge en Paperless NGX. Beide installeer je het makkelijkst op Windows via Docker (Docker Desktop for Windows, met WSL2).

Na installatie bereik je het browserdashboard van de tool standaard via http://<ip-adres>:8000. Beide tools bieden OCR aan om gescande documenten doorzoekbaar te maken. Je documenten kunnen ook automatisch worden verwerkt op basis van eigen filters, en er zijn krachtige zoekopties ingebouwd. Beide tools kun je meteen uitproberen via een online demo (log in met demo / demo).

Een krachtig DMS als Paperless-ngx maakt het bijhouden van je administratie veel efficiënter.

Tip 8: Zoektool

Zoals gezegd laat de ingebouwde zoektool in Windows je met de juiste filters en instellingen ook zoeken naar metadata, zoals trefwoorden in pdf’s. Met zoekfilters en operatoren zijn zelfs complexe opdrachten mogelijk, zoals labels:factuur auteur:Toon van Daele grootte:>300kB gewijzigdop:dit jaar. Echt gebruiksvriendelijk of handig is deze functie helaas niet. Je bent dan beter af met een tool als Agent Ransack (alias Filelocator Pro, www.mythicsoft.com/agentransack). Ook de gratis Lite-versie ondersteunt netwerkshares, Booleaanse operatoren, reguliere expressies en zoeken naar metadata via IFilter.

Start de tool, zet deze op Expert en open het tabblad Hoofd. Vul bij Bevat tekst je zoekterm in en bij Zoek in het gewenste station of de map. Eventueel kun je ook filters instellen voor Grootte en Gewijzigd Na / Voor. Op het tabblad Datum voeg je extra tijdsfilters toe en op het tabblad Opties vink je zeker Office en PDF documenten aan. Vul je bij Bevat tekst een pdf-trefwoord in, dan vindt Agent Ransack ook de bijbehorende bestanden. In het tabblad Treffers (rechtsonder) zie je bij gevonden bestanden bijvoorbeeld Keywords: <gezocht_trefwoord>. Met een dubbelklik open je meteen het bestand.

Agent Ransack laat gecombineerde en krachtige filters toe en zoekt ook in metadata.

Tip 9: Back-ups

Je administratie digitaliseren is een goed idee, maar dit is pas veilig met een degelijke back-upstrategie. Het best hanteer je hier de 3-2-1-regel: drie datakopieën (hoofdversie en twee back-ups), op twee soorten media, waarvan minstens één kopie op een andere locatie. Zo bescherm je je data tegen hardwarestoringen, ransomware, brand en diefstal.

Een uitstekende gratis en opensource back-uptool is Duplicati (www.duplicati.com, Windows en macOS), die we zelf al jaren dagelijks geautomatiseerd gebruiken voor back-ups naar zowel een netwerkschijf (NAS) als de cloud (Google Drive).

Installeer het gedownloade msi-bestand. Klik na afloop met rechts op het programma-pictogram in het Windows-systeemvak en kies Open om het browserdashboard te starten. Verschijnt First Run Setup, klik dan op Yes en stel een wachtwoord in. Je kunt Duplicati in je browser openen via http://localhost:8200. Wil je ook toegang vanaf een andere pc in je netwerk, open Instellingen in Duplicati en vink Remote toegang toestaan aan, zodat het dashboard bereikbaar is via http://<intern_ip-adres>:8200. Klik vervolgens op +Back-up toevoegen, laat Een nieuwe back-up instellen geselecteerd en vul een naam in. Schakel bij opslag buiten je netwerk versleuteling in. Geef vervolgens doel- en bronlocatie op en bepaal wanneer en hoe vaak de back-up wordt uitgevoerd. Duplicati maakt standaard incrementele back-ups, waarbij alleen nieuwe of gewijzigde data worden opgeslagen, waardoor het back-upvolume beperkt blijft.

Duplicati is een betrouwbare, gebruiksvriendelijke en flexibele back-uptool.

Tip 10: Beveiliging

Een goede back-upstrategie is cruciaal om je data veilig te bewaren, maar veiligheid draait ook om privacy. De beste manier om te voorkomen dat onbevoegden inzage krijgen in je (medische, financiële …) gegevens is versleuteling. In tip 9 vermeldden we al dat je in Duplicati back-ups automatisch kunt versleutelen met sterke AES-256-encryptie. Maar ook de data op je originele opslaglocatie wil je wellicht beveiligen.

Hiervoor kun je een gratis opensource-tool als VeraCrypt gebruiken, die naast containerbestanden ook complete partities of schijven kan versleutelen met sterke algoritmen als AES-256. We hebben niet de ruimte hier verder op in te gaan, maar hier vind je meer uitleg. Ook handig is Cryptomator om via je lokale synchronisatiemap data te versleutelen bij cloudopslagdiensten als Google Drive, OneDrive of Dropbox. Je vindt hier meer uitleg daarover.

Daarnaast kun je voor diverse documenttypes ook individuele bestanden beveiligen met een wachtwoord, al is dit vaak minder robuust dan een volledig versleutelde opslaglocatie. Dit kan bijvoorbeeld vanuit verschillende Office-applicaties, maar ook met pdf-tools zoals NAPS2 (bij PDF-instellingen vink je PDF versleutelen aan) en PDFCreator (bij Profielen, via Actie toevoegen / Versleuteling).

Ook in NAPS2 kun je pdf-documenten met een wachtwoord beveiligen.