ID.nl logo
Het beste thuisnetwerk - Deel 1: Aanleggen
© PXimport
Huis

Het beste thuisnetwerk - Deel 1: Aanleggen

Steeds meer elektronica vereist een verbinding met het thuisnetwerk en internet. Het wordt dus belangrijker om overal in huis goede verbindingsmogelijkheden te hebben. In twee delen laten we zien waar je aan moet denken bij het opzetten van je netwerk zodat jij het beste thuisnetwerk kunt bouwen.

De tijd dat alleen je pc verbonden was met internet ligt al ver achter ons. Ook je smart-tv, spelcomputer, mediaspeler, settopbox, NAS en netwerkprinter verlangen een netwerkverbinding. Meestal kan dat via wifi, maar een 'ouderwetse' kabel werkt vaak beter. We besteden in dit artikel daarom aandacht aan zowel het bedrade als het draadloze gedeelte van het thuisnetwerk. In dit eerste deel gaan we aan de slag met kabels, werken we die af met netwerkaansluitingen en plaatsen we apparatuur. In een tweede artikel stellen we de (draadloze) mogelijkheden van de router in.

Wifi is de afgelopen jaren zowel qua snelheid als bereik sterk verbeterd, maar daar staat tegenover dat doordat iedereen wifi gebruikt dit de prestaties negatief beïnvloedt. Kabels zijn daarom nog steeds erg belangrijk en vormen de basis van een goed netwerk. Netwerkkabels zijn te koop in verschillende snelheidscategorieën. Voor een gigabit-verbinding is minimaal een Cat 5e-kabel noodzakelijk. Naast Cat 5e-kabels zijn er ook betere kabels te koop die aangeduid worden met Cat 6, Cat 6a en Cat 7. Uiteraard zijn ook deze betere kabels geschikt voor een gigabit-netwerk. Wie een toekomstgericht netwerk wil aanleggen, denkt misschien al verder dan gigabit.

Voor 10 Gbit/s is een standaard die gebruik maakt van Cat 6a-bekabeling (10GBASE-T). Officieus is ook Cat 6 geschikt voor 10 Gbit/s mits de kabellengte beperkt blijft. Wil je echter zeker weten dat je netwerk op termijn ook geschikt is voor een snelheid van 10 Gbit/s, dan moet je Cat 6a-bekabeling gebruiken. Dat is wel een stuk prijziger, want honderd meter Cat 6a-bekabeling kost zo'n 120 euro, terwijl 100 meter Cat 5e-bekabeling 40 euro kost. Zelf hebben wij gekozen om vooralsnog Cat 5e-bekabeling te verwerken en pas in de toekomst over te stappen op Cat 6a-bekabeling indien dat noodzakelijk wordt.

©PXimport

Je kunt Cat 5e-kabel kopen in een rol van 100 meter.

Vast of soepel?

Met de keuze voor een snelheidscategorie ben je er niet, want er zijn kabels met vaste (solid) en soepele (stranded) kern te koop. Netwerkkabels met een vaste kern bevatten aders die uit één koperdraad bestaat, terwijl bij een kabel met soepele kern een ader uit meerdere heel dunne koperdraadjes bestaat. Een netwerkkabel met vaste kern is daardoor minder soepel dan een netwerkkabel met soepele kern. Je gebruikt een netwerkkabel met vaste kern op vast geïnstalleerde verbindingen in je netwerk, bijvoorbeeld in de muur, terwijl je kabels met soepele kern op flexibele plekken in je netwerk gebruikt (bijvoorbeeld tussen een wandcontactdoos en pc). Dit is vergelijkbaar met elektriciteitsbedrading. In je huis zijn in de muren elektriciteitskabels met een vaste kern geïnstalleerd, terwijl de netsnoeren van apparatuur en verlengdozen elektriciteitskabels met een soepele kern bevatten.

©PXimport

Een vaste kabel (onder) bevat aders uit één stuk koperdraad, terwijl een soepele kabel (boven) aders bevat die uit een aantal dunne koperdraadjes bestaan.

Kabels trekken

Als je geluk hebt, dan lopen er vanaf iedere ruimte in je huis loze leidingen naar een centraal punt (meestal de meterkast) die je kunt gebruiken om netwerkkabels doorheen te trekken. Zijn er geen leidingen, dan zul je zelf creatieve oplossingen moeten bedenken. Waarschijnlijk ontkom je er dan niet aan om een gat in een muur of vloer te boren en te werken met kabelgoten. Ook kun je zelf leidingen infrezen. Gebruik in ieder geval nooit de pvc-buizen waar al elektrabekabeling doorheen loopt voor netwerkbekabeling. Je zou ook kunnen proberen om coax- of telefoniebekabeling die je niet gebruikt uit een leiding te trekken, waarna je de leiding gebruikt voor netwerkbekabeling.

In een loze leiding passen zonder al te veel problemen twee Cat 5e-kabels. Cat 6- en Cat 6a-kabels bevatten een kunststof binnenkern die ervoor zorgt dat de aderparen beter op hun plek blijven. Het nadeel hiervan is dat deze kabels wat stugger en dikker zijn en daardoor lastiger door een leiding te trekken zijn. Zeker als er een aantal bochten in de leiding zit, wordt het lastig om twee Cat 6- of 6a-kabels te trekken. In een loze leiding zit meestal een contactdraad, doorgaans normaal elektriciteitsinstallatiedraad. Officieel is deze draad alleen bedoeld om te achterhalen welke loze leiding naar welke ruimte loopt.

Het is eigenlijk niet de bedoeling dat je netwerkkabels met behulp van de contactdraad door de leiding trekt. Deze draad gebruik je om de trekveer door de buis te leiden. In het geval van de relatief soepele Cat 5e-kabels kun je de contactdraad vaak wel gebruiken om de kabel te trekken. Officieel dien je echter een trekveer te gebruiken waaraan je de netwerkkabels bevestigt door de gestripte koperdraadjes aan het oogje te bevestigen. Met behulp van duct tape kun je de kabel extra vastmaken. Een eventueel aanwezige contactdraad kun je dan gebruiken om de trekveer eerst door de leiding te helpen.

Werk met zijn tweeën: de ene persoon trekt aan de veer terwijl de andere persoon aan de andere kant van de leiding de kabel invoert. Loopt de kabel stroef, dan kun je talkpoeder of speciaal vet gebruiken voor wat smering. Gebruik geen groene zeep of afwasmiddel, dat wordt hard waardoor de kabel gaat plakken.

©PXimport

Als je geluk hebt komen in je meterkast loze leidingen uit die lopen naar de ruimte waar je een netwerkaansluiting wilt maken.

Volledig koper

Goede netwerkkabels zijn gemaakt van koper. Helaas zijn er ook fabrikanten die Cat 5e-kabels maken waarvan de aders gemaakt zijn van aluminium of staal met een laagje koper. Het voordeel lijkt duidelijk: dit is goedkoper dan koper. Bij heel korte afstanden tot een meter gaat dit meestal nog wel goed, bij wat langere kabels wordt een gigabit-snelheid vaak niet meer gehaald. Verzeker je er dus van dat je kabels aanschaft die volledig uit koper vervaardigd zijn. Bij kabels die uit aluminium zijn vervaardigd, zul je de term CCA (Copper Clad Aluminium) kunnen tegenkomen, terwijl kabels waarin staal is gebruikt aangeduid worden met CCS (Copper Clad Steel).

Afwerken in de meterkast

In veel huizen komt de internetverbinding binnen in de meterkast en tevens komen leidingen vanuit alle ruimtes in huis uit op de meterkast. Je zou ervoor kunnen kiezen om netwerkkabels die de meterkast binnenkomen te voorzien van een RJ45-stekker en deze zo in de router of switch steken. Dit is echter niet zo netjes, bovendien raden we RJ45-stekkertjes die geschikt zijn om op een vaste kern te knijpen ook niet aan. Het is afhankelijk van het aantal netwerkkabels dat in je meterkast binnenkomt, welke afwerking dan wel het handigst is. In de meeste gevallen zullen er bij gebruik van dubbele wandcontactdozen zes tot acht netwerkkabels in je meterkast binnenkomen. In dat geval is een desktop-patchkastje de aangewezen oplossing om de bekabeling af te werken. Anders dan de naam doet vermoeden schroef je een desktop-patchkastje eenvoudig aan de muur waarna je acht of twaalf netwerkkabels kunt afmonteren.

Heb je minder kabels om af te werken, dan kun je dubbele wandcontactdozen in opbouwuitvoering gebruiken. Heb je meer dan twaalf netwerkkabels, dan kun je werken met meerdere desktop-patchkastjes of uitwijken naar rekmontage ('rack mounted'). Er zijn twee rekmaten: tien inch en negentien inch breed. Zowel voor tien inch als negentien inch kun je beugels of kastjes kopen om apparatuur op een muur te monteren.

©PXimport

Werk de netwerkkabels in de meterkast af met een patchpanel.

Behalve patchpanelen kun je ook andere apparatuur voor rekmontage kopen zoals switches, stekkerdozen en plankjes om bijvoorbeeld een router op te zetten. Je sluit de netwerkkabels die uit de muur komen aan op de poorten van het patchkastje of patch panel met behulp van LSA-stroken. Later laten we zien hoe je LSA-stroken gebruikt. Als alternatief voor een compleet patchpaneel kun je bij gebruik van rekmontage ook kiezen voor keystones. Dit zijn netwerkaansluitingen die je direct op de kabel monteert en vervolgens in een speciale 10 of 19 inch plaat klikt.

Ook keystones maken gebruik van LSA-stroken, al zijn er ook varianten die je zonder gereedschap kunt dichtklikken. Je hebt voor een rek of beugel uiteraard wel genoeg ruimte in je meterkast nodig. Voor het aansluiten van de patchpoorten op een switch kun je korte netwerkkabels van 25 centimeter kopen. Je kunt via de patchkast of het patchpanel ook telefonie naar een netwerkaansluiting in een andere ruimte patchen. Gebruikt wel adaptertjes van RJ11 naar RJ45 om te voorkomen dat de kleinere RJ11-stekkertjes de buitenste pinnen van de aansluiting beschadigt.

Switch

Indien mogelijk geven wij de voorkeur aan het bedraad aansluiten van netwerkapparaten. Een kabel is nog altijd stabieler én sneller dan een wifi-signaal. Uiteraard moet het wel mogelijk zijn om al die kabels aan te sluiten op ons netwerk. De switch is het apparaat dat dit mogelijk maakt. Een switch is kastje met meerdere netwerkpoorten waarmee één netwerkkabel als het ware gesplitst wordt naar bijvoorbeeld vijf, acht of zestien aansluitingen. Ook je router bevat een switch met doorgaans vier poorten. Als je in iedere kamer een dubbele netwerkaansluiting wilt maken, zijn die vier poorten te weinig. Houd er rekening mee dat je door het aansluiten van de switch op je netwerk één poort op beide verbonden switches verliest. Voor thuisgebruik maakt het eigenlijk niet zoveel uit welke switch je koopt zolang hij maar gigabit-snelheden ondersteunt. Let er bij de aanschaf wel op dat hij geschikt is voor wandmontage.

Een switch is niet alleen handig in een centraal punt in je netwerk zoals in de meterkast, ook in de vertakkingen van je netwerk kan een switch goede diensten bewijzen. Het is helemaal niet vreemd als je televisiemeubel een paar apparaten met een netwerkaansluiting bevat. Denk aan een smart-tv, spelcomputer, mediaspeler en stereoset. Een switch met vijf poorten kun je kopen vanaf zo'n twintig euro, terwijl een exemplaar met acht poorten zo'n dertig euro kost. Naast switches waar je niets aan kunt instellen, zijn er ook managed switches waarmee je netwerkverkeer kunt beïnvloeden en meerdere virtuele netwerken (VLAN) kunt maken. Dat laatste kan van pas komen als je bijvoorbeeld IP-televisie hebt waarvan het verkeer over een eigen netwerk moet lopen (een aparte netwerkpoort op de router voor internet en televisie). Je hebt dan zowel in je meterkast als bij je televisie een managed switch nodig. Dat zou je echter ook al in je meterkast kunnen oplossen door een wandcontactaansluiting daar te patchen naar een televisieaansluiting op de router.

Om meerdere televisieaansluitingen te patchen kun je een tweede switch in je meterkast hangen. Gebruik je een modem/router met fast-ethernetpoorten (100 Mbit/s), dan is het interessant om ook als je eventueel genoeg zou hebben aan die vier poorten een losse gigabit-switch te gebruiken. Je sluit al je apparatuur aan op die gigabit-switch en vervolgens een kabel van de switch naar de switch van je modem/router. Zo kun je binnen je netwerk gebruik maken van gigabit-snelheden en word je niet beperkt door de snelheid van de poorten op je modem/router.

©PXimport

Let er bij de keuze van een switch op dat je hem aan de wand kunt monteren.

Wandcontactdozen

Voor het afmonteren van de netwerkkabel in een gebruiksruimte gebruik je wandcontactdozen. Deze zijn net als ander schakelmateriaal beschikbaar als inbouwvariant die in een inbouwdoos past of als opbouwvariant die je op de muur schroeft. Een complete inbouw wandcontactdoos heb je vanaf zo'n zes euro, terwijl een opbouwvariant vanaf zo'n zeven euro te koop is. Daarnaast kun je ervoor kiezen om te werken met afdekramen en centraalplaten van dezelfde fabrikant als de rest van het schakelmateriaal in je huis. Je hebt dan een binnenwerk nodig dat compatibel is met het schakelmateriaal.

De meeste wandcontactdozen of binnenwerken werken net als een patchpanel met LSA-stroken en monteer je dus af met de zogenoemde LSA punch down tool. Heb je wandcontactdozen met schroefcontacten, gebruik deze dan niet. Ze worden nog veel verkocht, maar zijn niet geschikt voor moderne gigabit-netwerken. Let er ook bij wandcontactdozen op dat je de T568B-standaard gebruikt, meestal zie je twee kleurcoderingen bij de aansluitingen en kies je dan voor B. Wanneer de aansluitingen genummerd zijn van 1 tot en met 8, dan kun je het T568B-schema gebruiken (zie verderop). Naast binnenwerken met LSA-stroken kun je net als bij patchpanelen gebruik maken van keystones.

De keystones verwerk je vervolgens in een speciaal muurplaatje dat geschikt is voor keystones. Ook deze muurplaatjes zijn verkrijgbaar in de schakelmateriaalseries van diverse fabrikanten. Wanneer alles gemonteerd is, is er functioneel geen verschil.

©PXimport

1. Voer de kabels door in je wandcontactdoos of patchpanel. Wij hebben voor deze foto de wandcontactdoos op tafel gelegd, normaal monteer je dit aan de kabel die uit je muur komt.

©PXimport

2. Leg de ader over de juiste aansluiting (zie kleurcodering of bij nummering het T568B schema verderop) Leg hem een beetje vast over de strook en zet je LSA punch down tool op de LSA-strook. Druk de LSA punch down tool vervolgens in tot je een klik hoort.

©PXimport

3. Sluit alle aders aan, de overbodige stukjes draad worden tijdens het aandrukken door de LSA punch down tool netjes afgesneden.

Patchkabels

Om het patchpanel aan te sluiten op een switch en om netwerkapparatuur aan te sluiten op een switch of wandcontactdoos gebruik je patchkabels. Dit zijn netwerkkabels met een soepele kern met aan beide kanten een RJ45-stekker. Wij raden je aan om kant-en-klare bekabeling te gebruiken. Je hoeft dan zelf geen stekkers op kabels te knijpen. Wil je patchkabels hebben die precies op lengte zijn, dan kun je ze uiteraard ook zelf maken. Doe dit wel alleen met Cat 5e of Cat 6. De netwerkkabel dient soepele aders te hebben en je gebruikt RJ45-stekkers bedoeld voor soepele aders. Handig zijn stekkertjes met een los positioneringsblokje waarmee de acht aders er eenvoudiger in te steken zijn. Je hebt voor het zelf maken van patchkabels ook een krimptang nodig.

Je begint het maken van een patchkabel met het op lengte knippen van de kabel waarbij je hem zo'n 6 centimeter langer maakt dan uiteindelijk de bedoeling is. Als je de stekker wilt voorzien van een knikbeschermer, schuif die er dan alvast op. Verwijder zo'n drie centimeter van de isolatie met een kabelstripper of voorzichtig met een mesje. Vervolgens ontvlecht je de acht aders tot het punt waarop je de isolatie hebt weggehaald. Leg de acht aders in de juiste volgorde. Deze volgorde staat bekend als T568B en vind je verderop. Knip de aders af zodat ze ongeveer één centimeter lang zijn. Schuif de aders nu in de RJ45-stekker zover als mogelijk. Er moet dan ook een stukje van de buitenste mantel in de stekker verdwijnen voor de trekontlasting.

Stop de RJ45-plug nu in de krimptang en knijp de tang dicht. De stekker zal nu vastklikken op de kabel en de acht aders zullen doorboord worden door de tandjes in de RJ45-stekker. Herhaal dit aan de andere kant van de kabel en de patchkabel is af.

©PXimport

1. Knip de kabel op lengte met de ingebouwde schaar in de krimptang of een normale schaar. Schuif eventueel alvast een knikbeschermer om de kabel als je dat wilt.

©PXimport

2. Strip de buitenste mantel met een kabelstripper of een ander mesje (pas op dat je de aders niet beschadigt) tot circa drie centimeter.

©PXimport

3. Ontrafel de aders tot het punt waar je de mantel hebt gestript.

©PXimport

4. Sorteer de aders in de juiste volgorde (zie het T568B schema verderop) en knip ze op ongeveer een centimeter recht af.

©PXimport

5. Schuif de kabel helemaal in de stekker en controleer of de aders onder de pinnetjes vallen. De buitenste mantel moet onder de inkeping vallen.

©PXimport

6. Stop de RJ45-plug in de krimptang en knijp tot je een klik hoort. De RJ45-stekker zit nu vast op de kabel.

©PXimport

Houd bij het maken van een netwerkkabel de T568B-aansluitvolgorde aan. De lip moet naar onder staan. Ook LSA-stroken moet je in deze volgorde aansluiten. Meestal is er een kleurcodering voor B, anders moet je de juiste kleur op het juiste cijfer aansluiten.

Kabel testen

Na montage kun je de kabel testen met een kabeltester als je die hebt, maar je kunt de kabel ook in gebruik nemen en kijken of hij het goed doet. Je kunt in Windows controleren of je pc een gigabit-verbinding opzet. Klik in Windows 7 of 8 in het systeemvak met rechts op het netwerkpictogram en kies Netwerkcentrum openen. Klik vervolgens op LAN-verbinding (Windows 7) of Ethernet (Windows 8). Als er naast snelheid 1,0 Gbps staat, dan zet Windows netjes een gigabit-verbinding op. Uiteraard moet de pc wel verbonden zijn met een gigabit-switch. Heb je een netwerkkaart van Realtek of Intel, dan kun je via software van de netwerkadapter testen of je bekabeling goed is. Heb je een Intel-netwerkadapter, dan vind je in het apparaatbeheer na het dubbelklikken op de netwerkadapter een test op het tabblad Link Speed. Klik vervolgens op Diagnostics, open het tabblad Cable en druk op Run Test.

Gebruikers van een Realtek-adapter kunnen de Realtek Ethernet Diagnostic Utility downloaden: klik op deze pagina de downloadlink aan naast 8111DP DASH All-In-One. Klik na installatie in het linkermenu op Cable en vervolgens op Test. Realteks software laat per aderpaar zien of de kabel goed is.

©PXimport

Fabrikanten van netwerkkaarten (zoals hier Realtek) bieden tooltjes om de kabel te testen.

Gebruik een goede krimptang!

Voor het beste resultaat gebruik je een krimptang die de stekker gelijkmatig dichtdrukt. Bij de goedkoopste krimptangen zit het krimpgedeelte in de scharnierrichting van de tang waardoor sommige pinnetjes later en minder hard worden aangedrukt dan andere pinnetjes. Bij de tang die wij gebruiken voor de foto's op deze pagina zit het krimpgedeelte haaks op de scharnierrichting en wordt de knijpbeweging omgezet in een gelijkmatige drukbeweging.

©PXimport

Gebruik een wat duurdere krimptang omdat de goedkoopste exemplaren de connectoren niet allemaal goed aandrukken.

Alternatief: powerline-adapters

Soms is kabels trekken voor een netwerkaansluiting niet mogelijk, maar heb je wel een bekabelde netwerkaansluiting nodig. Je kunt dan gebruik maken van Powerline-adapters. Deze adapters maken de wandcontactdozen voor elektriciteit geschikt voor netwerkcommunicatie. De geadverteerde snelheid is 500 Mbit/s, maar de echte maximale snelheid is zo'n 130 Mbit/s, en in de praktijk kan dit nog een stuk langzamer zijn. Het is dus zeker geen volwaardig alternatief voor een echte gigabit-netwerkkabel. Voor het delen van een internetverbinding voldoen powerline-adapters doorgaans wel. Je hebt minstens twee powerline-adapters nodig: eentje waar je een netwerkaansluiting wilt hebben en eentje bij een router of switch die met je netwerk verbonden is.

Interessant zijn powerline-adapters met ingebouwde wifi, hiermee vergroot je eenvoudig het wifi-netwerk in je huis zonder dat je kabels hoeft te trekken. Naast powerline-adapters bestaan er ook soortgelijke MoCa-adapters die coaxbekabeling geschikt maakt voornetwerkcommunicatie, bijvoorbeeld de Hirschmann Moka 16.

▼ Volgende artikel
Solo of toch combi? Dit moet je weten als je een inbouw-magnetron zoekt
© Monkey Business Images
Huis

Solo of toch combi? Dit moet je weten als je een inbouw-magnetron zoekt

Houd je van een strakke keuken? Dan is inbouwapparatuur een logische keuze. Wil je een magnetron, dan sta je voor de keuze: ga je voor een combi-magnetron die meer kan dan alleen opwarmen, of volstaat een simpele solo-magnetron? Het antwoord hangt vooral af van hoe je kookt, maar natuurlijk ook van hoeveel ruimte je hebt. Meer daarover lees je hier.

Inbouw-magnetron kopen? Dit komt er kijken bij je keuze ⬇️
  • Dit kun je met een combi-magnetron
  • Dit kun je met een solo-magnetron
  • Inbouwmaten: nishoogte, nisbreedte en nisdiepte
  • Installatie en aansluiting
  • Keuzehulp: zes scenario's

Lees ook: Inbouwapparatuur in je keuken? Zo meet je alles precies goed op

Er zijn twee dingen belangrijk bij het kiezen van een inbouw-magnetron. We kijken daarom eerst naar de mogelijkheden van combi- en solomagnetrons, daarna zoomen we in op alles wat je moet weten over inbouwmaten.

Wat kun je met een combi-magnetron?

Met een combi-magnetron kun je meer dan alleen restjes opwarmen of iets ontdooien. Dit type combineert een gewone magnetronfunctie met hetelucht én vaak ook een grillstand. Dat betekent dat je er bijvoorbeeld ook een ovenschotel in kunt bakken of een pizza knapperig krijgt.

Zo'n alleskunner is vooral handig als je maar één nis in je keuken hebt voor een inbouwmodel. Of als je het gewoon prettig vindt om zo min mogelijk spullen in je keuken te hebben, maar wel van alles wilt kunnen bereiden. Het is daarbij wel goed om te weten dat de grillfunctie in een combi-magnetron meestal wat minder krachtig is dan die in een losse oven. Voor het braden van grote stukken vlees of regelmatig bakken van taarten en koekjes ben je waarschijnlijk beter af met een aparte inbouw-oven.

Wat doet een solo-magnetron (en wat niet)?

Een solo-magnetron is eenvoudiger, compacter en goedkoper. Geen oven, geen grill, gewoon een magnetronfunctie. We hebben het dan over snel iets opwarmen of ontdooien. De bediening is vaak simpel: een draaiknop, een paar standen en klaar. Heb je al een oven of kook je niet zo uitgebreid? Dan heb je aan een solo-magnetron voldoende.

©Sergey

Inbouwmaten: hoogte, breedte en diepte

Bij inbouwmodellen draait het niet alleen om functies, maar ook om afmetingen. De standaard nishoogte ligt meestal op 38 of 45 centimeter. Solo-magnetrons vallen vaak in de categorie van 38 cm, terwijl combi-magnetrons meestal 45 cm hoog zijn. Heb je een keuken met een vaste kolomindeling, dan bepaalt dit vaak al welk type je kwijt kunt.

De nisbreedte is vrijwel altijd 56 centimeter, ongeacht het type magnetron. Dat betekent dat de kast waarin je de magnetron plaatst, deze breedte moet bieden. De exacte maat kan per model een paar millimeter verschillen, dus het is slim om altijd de inbouwtekening van het toestel erbij te pakken vóór je tot aanschaf overgaat.

Voor de nisdiepte bestaat er geen vaste standaard. De meeste modellen vragen om een nis van zo'n 55 centimeter diep, maar er zijn ook compactere varianten die in een minder diepe kast passen. Ook hier geldt: kijk naar de technische tekeningen van het specifieke model om zeker te weten of het past. Vergeet bovendien niet te controleren of er rondom voldoende ventilatieruimte blijft – vooral bij combi-magnetrons is dat belangrijk.

Kom je er niet uit? Laat je goed voorlichten bij je keukenspecialist. Het zou toch heel vervelend zijn als je een magnetron zou kopen die net niet goed blijkt te passen!

©Dmitri Maruta

Installatie en aansluiting

Voor beide types heb je meestal genoeg aan een geaard stopcontact. Maar let op: combi-magnetrons hebben een hoger vermogen, vooral als de oven en grill tegelijk werken. Een combi-magnetron kan makkelijk 3000 watt vragen. Gebruik dus geen verlengsnoer of stekkerblok, maar sluit hem aan op een aparte groep als dat nodig is.

Kijk naar je kookgedrag, niet alleen naar de magnetron-functies

De keuze tussen een solo-magnetron en een combi-magnetron hangt vooral af van hoe jij je keuken gebruikt. Ben je vaak bezig met bakken, grillen en is het avondeten nooit gewoon maar een snelle hap? Dan biedt een combi-magnetron veel gemak. Gaat het je vooral om een snelle lunch of het opwarmen van een maaltijd? Dan is een solo-magnetron ruim voldoende.

Vind je het nog steeds moeilijk om te kiezen? Zes scenario's

1. Alleenstaande in klein appartementJe woont alleen, hebt een kleine keuken en kookt niet uitgebreid. Vaak gaat het om snelle maaltijden of iets opwarmen.
Kies dan voor een solo-magnetron. Die is compacter, voordeliger en doet precies wat je nodig hebt. De extra functies van een combi-magnetron blijven waarschijnlijk toch ongebruikt.

2. Jong gezin met ruime keuken en aparte ovenJe kookt regelmatig, hebt kinderen en genoeg ruimte in de keuken. Je hebt al een oven.
Dan is een solo-magnetron de logische aanvulling. Ideaal voor kinderhapjes, snel ontdooien en tussendoor snel iets opwarmen.

3. Gezin in kleine keuken zonder ovenJe kookt vaak en met plezier, maar hebt maar één vrije nis beschikbaar.
Ga dan voor een combi-magnetron. Zo combineer je magnetron, oven en grill in één apparaat. Let op de inhoud (minimaal 25 liter) als je regelmatig voor meerdere mensen kookt.

4. Kookliefhebbers met grote keuken

Jullie koken uitgebreid en hebben een royale keuken met plaats voor meerdere inbouwapparaten.
Kies voor een solo-magnetron in combinatie met een aparte oven. Zo heb je altijd het juiste apparaat tot je beschikking, wat je ook wilt bereiden.

5. Starter met beperkt budgetJe bent bezig met je eerste keuken en het budget is krap.
Begin met een solo-magnetron. Die is voordelig, eenvoudig en biedt alles wat je in de basis nodig hebt. Later kun je altijd nog uitbreiden.

6. Ouder echtpaar dat het graag simpel houdtDe kinderen zijn uit huis, je kookt kleinere porties en zoekt vooral gemak.
Een solo-magnetron volstaat prima. Hij is overzichtelijk in gebruik, neemt minder ruimte in en is perfect voor kleine gerechten of restjes van de vorige dag.

▼ Volgende artikel
iOS 26: alles over Apples nieuwe besturingssysteem voor je iPhone
© Apple
Huis

iOS 26: alles over Apples nieuwe besturingssysteem voor je iPhone

Met iOS 26 en de komst van de nieuwe iPhone 17-serie zet Apple een grote stap vooruit. Van het spectaculaire Liquid Glass-design en slimmere Apple Intelligence tot handige vernieuwingen in Berichten, Camera, Telefoon en CarPlay: ontdek hoe deze update je iPhone mooier, slimmer én persoonlijker maakt.

In dit artikel lees je meer over:
  • Het nieuwe Liquid Glass-design en wat het betekent voor je iPhone
  • De uitgebreide functies van Apple Intelligence in iOS 26
  • Vernieuwingen in apps als Berichten, Telefoon, CarPlay, Music en Wallet
  • Kleine, slimme verbeteringen die je dagelijks gebruik makkelijker maken
  • De introductie van de iPhone 17-serie met de krachtige A19-chip
  • Functies die in Nederland en de EU nog even op zich laten wachten
  • Beschikbaarheid en compatibiliteit van iOS 26

Vloeibaar glas

Volgende maand verschijnt iOS 26, en het belooft de grootste visuele update sinds iOS 7 te worden. Het nieuwe Liquid Glass-design geeft de interface een transparante, glasachtige uitstraling die door het hele systeem is doorgevoerd. Van de iconen en widgets tot het vergrendelscherm: alles oogt dieper, dynamischer en levendiger. Kleuren passen zich subtiel aan je achtergrond aan, waardoor de iPhone meer dan ooit een persoonlijke uitstraling krijgt. Apple wil hiermee een consistentere visuele ervaring over al zijn apparaten creëren, zodat je iPhone naadloos aansluit bij iPadOS, macOS en zelfs visionOS. Niet iedereen is echter onverdeeld enthousiast: sommige testers vinden dat de extra transparantie ten koste kan gaan van de leesbaarheid in fel licht. Wij denken dat dat een kwestie van wennen is.

©Apple

Apple Intelligence slimmer en veelzijdiger

Apple Intelligence, het AI-platform dat in iOS 18 voorzichtig zijn intrede deed, krijgt in iOS 26 een flinke upgrade. Waar het voorheen vooral als slimme assistent achter de schermen werkte, wordt het nu nadrukkelijker zichtbaar in het dagelijks gebruik. Realtime-vertaling in Berichten, FaceTime en telefoongesprekken gebeurt volledig op je toestel, wat niet alleen snel maar ook privacyvriendelijk is. Visual Intelligence kan teksten, datums, locaties of gezichten in foto's en screenshots herkennen en direct acties aanbieden. Zo kun je een adres in één tik openen in Kaarten of een datum meteen in je agenda zetten.

Met Image Playground maak je creatieve beelden door stijlen en elementen te combineren, terwijl Genmoji gepersonaliseerde emoji's oplevert die passen bij jouw stemming of situatie. Deze functies zijn vooral handig voor wie vaak visueel communiceert en snel iets unieks wil delen. Ze laten ook zien hoe Apple AI wil verweven met creativiteit, zonder dat het gebruik ingewikkeld wordt.

Handige app-vernieuwingen

De Berichten-app krijgt een paar functies die groepsgesprekken levendiger maken. Polls maken het makkelijker om bijvoorbeeld samen een restaurant te kiezen, terwijl gepersonaliseerde achtergronden elk gesprek een eigen sfeer geven. In de Telefoon-app pakt Apple veelgevraagde verbeteringen aan: spam wordt automatisch gefilterd, onbekende nummers kun je direct screenen, en met Hold Assist neemt je iPhone het wachten bij een klantenservice van je over. Zo kun je iets anders doen totdat er een medewerker beschikbaar is.

Nieuwe Camera-app

De Camera-app is flink aangepakt, en dat werd hoog tijd. Apple heeft het rommelige menu met kleine icoontjes opgeruimd en teruggebracht tot twee duidelijke opties: ‘Foto’ en ‘Video’. Onder die knoppen vind je via een veeg of de Liquid-Glass-rasterknop alle andere modi, zoals Portret, Panorama en Slow-mo. Veel instellingen zitten nu bovendien in duidelijke pop-upmenu's (denk aan flits, timer, belichting of formaat), wat veel sneller werkt.

Voor video-liefhebbers zijn er extra fijne tools: je kunt nu de resolutie, framerate en formaten gewoon direct vanuit de app bepalen, zonder eerst door de instellingen te moeten ploeteren. De interface past bovendien helemaal in het Liquid-Glass-design: zwevende knoppen, minder visuele ruis en duidelijke labels. Handig is dat je een melding krijgt als je cameralens vies is; zo voorkom je onscherpe foto's.

CarPlay profiteert ook van de update. Multitouch-bediening maakt inzoomen en schuiven in Kaarten eenvoudiger, en Live Activities tonen onderweg actuele informatie, zoals de status van je bestelling of sportuitslagen. De gloednieuwe Apple Games-app bundelt al je games op één plek, inclusief aanbevelingen, ranglijsten en prestaties. Dit moet het gamen op iOS zichtbaarder en socialer maken. Daarnaast krijgen Apple Music, Kaarten en Wallet subtiele maar nuttige verbeteringen, zoals songtekstvertalingen voor buitenlandse nummers en live-vluchtinformatie rechtstreeks in Wallet.

Slimme details

Naast de grote veranderingen bevat iOS 26 talloze kleine verbeteringen die het dagelijks gebruik nét wat fijner maken. De wekker­snooze kun je straks zelf instellen, zodat je niet vastzit aan de standaard negen minuten. Als je cameralens vuil is, krijg je een melding om wazige foto’s te voorkomen. Bij het opladen toont de iPhone nu hoelang het duurt tot 80 of 100 procent, wat handig is als je haast hebt of juist de batterij wilt sparen.

De nieuwe Adaptive Power Mode leert van je gebruikspatroon en past het energieverbruik daarop aan, zodat je net wat langer vooruit kunt. Screenshots kunnen voortaan direct in HDR worden opgeslagen, wat vooral op de nieuwste displays voor helderdere en scherpere beelden zorgt. En wie graag speelt met vormgeving, kan het vergrendelscherm voorzien van een afbeelding met 3D-effect die reageert op de beweging van je toestel.

Nieuwe iPhone 17-serie

Zoals elk jaar verschijnt iOS 26 samen met een nieuwe generatie iPhones. De iPhone 17-serie bestaat uit de iPhone 17, de 17 Pro, de 17 Pro Max en de compleet nieuwe iPhone 17 Air. Deze toestellen krijgen de gloednieuwe A19-chip, die niet alleen sneller is maar ook zuiniger, en geoptimaliseerd is voor de meest geavanceerde AI-functies in iOS 26.

iPhone 17 Air: ultraslank en verrassend compleet

Wat Samsung kan, kunnen wij ook, moet Apple hebben gedacht. De iPhone 17 Air is de nieuwste telg in de familie en doet z’n naam eer aan: hij is lichter en dunner dan zijn broers, maar heeft genoeg power om mee te tellen. Binnenin zit dezelfde snelle A19-chip als in de rest van de 17-serie, dus qua prestaties lever je niks in. Het grote verschil zit 'm vooral in het gewicht en de handzaamheid. Ideaal voor wie wel een flinke iPhone wil qua scherm, maar niet het gevoel wil hebben een baksteen in z'n zak te dragen.

De displays bieden ProMotion-technologie met verversingsfrequenties tot 120 Hz, waardoor animaties en scrollen nog vloeiender ogen. De camera's zijn verbeterd, met bij de Pro-modellen een nieuwe 48MP-telefoto­lens en een 24MP-selfiecamera. Bovendien is er ondersteuning voor wifi 7, zodat downloads en streaming razendsnel gaan. Voor wie het maximale uit iOS 26 wil halen, vormen deze nieuwe toestellen de perfecte match.

Nog even geduld...

In Nederland en de rest van de EU zullen sommige functies helaas niet direct beschikbaar zijn. Apple stelt bepaalde mogelijkheden uit vanwege regelgeving zoals de Digital Markets Act (DMA). Het gaat onder meer om locatie-gebaseerde diensten zoals Visited Places en enkele AI-functies. Daarnaast ondersteunt Apple Intelligence de Nederlandse taal nog niet volledig; live-vertaling en automatische samenvattingen in onze taal worden pas later in 2025 toegevoegd. Dat betekent dat we in eerste instantie vooral profiteren van de visuele vernieuwingen en de universele functies.

Beschikbaarheid en compatibiliteit

iOS 26 wordt in september uitgerold voor iPhones met minimaal een A13-chip, waardoor de iPhone XR, XS en XS Max dit jaar afvallen. De meest geavanceerde Apple Intelligence-functies zijn alleen beschikbaar op toestellen met een A17 Pro-chip of nieuwer, zoals de iPhone 15 Pro, 15 Pro Max, de iPhone 16-reeks en de nieuwe iPhone 17-modellen. Heb je zo'n toestel, dan kun je straks zonder beperkingen genieten van alles wat iOS 26 te bieden heeft.