ID.nl logo
Het beste thuisnetwerk - Deel 1: Aanleggen
© PXimport
Huis

Het beste thuisnetwerk - Deel 1: Aanleggen

Steeds meer elektronica vereist een verbinding met het thuisnetwerk en internet. Het wordt dus belangrijker om overal in huis goede verbindingsmogelijkheden te hebben. In twee delen laten we zien waar je aan moet denken bij het opzetten van je netwerk zodat jij het beste thuisnetwerk kunt bouwen.

De tijd dat alleen je pc verbonden was met internet ligt al ver achter ons. Ook je smart-tv, spelcomputer, mediaspeler, settopbox, NAS en netwerkprinter verlangen een netwerkverbinding. Meestal kan dat via wifi, maar een 'ouderwetse' kabel werkt vaak beter. We besteden in dit artikel daarom aandacht aan zowel het bedrade als het draadloze gedeelte van het thuisnetwerk. In dit eerste deel gaan we aan de slag met kabels, werken we die af met netwerkaansluitingen en plaatsen we apparatuur. In een tweede artikel stellen we de (draadloze) mogelijkheden van de router in.

Wifi is de afgelopen jaren zowel qua snelheid als bereik sterk verbeterd, maar daar staat tegenover dat doordat iedereen wifi gebruikt dit de prestaties negatief beïnvloedt. Kabels zijn daarom nog steeds erg belangrijk en vormen de basis van een goed netwerk. Netwerkkabels zijn te koop in verschillende snelheidscategorieën. Voor een gigabit-verbinding is minimaal een Cat 5e-kabel noodzakelijk. Naast Cat 5e-kabels zijn er ook betere kabels te koop die aangeduid worden met Cat 6, Cat 6a en Cat 7. Uiteraard zijn ook deze betere kabels geschikt voor een gigabit-netwerk. Wie een toekomstgericht netwerk wil aanleggen, denkt misschien al verder dan gigabit.

Voor 10 Gbit/s is een standaard die gebruik maakt van Cat 6a-bekabeling (10GBASE-T). Officieus is ook Cat 6 geschikt voor 10 Gbit/s mits de kabellengte beperkt blijft. Wil je echter zeker weten dat je netwerk op termijn ook geschikt is voor een snelheid van 10 Gbit/s, dan moet je Cat 6a-bekabeling gebruiken. Dat is wel een stuk prijziger, want honderd meter Cat 6a-bekabeling kost zo'n 120 euro, terwijl 100 meter Cat 5e-bekabeling 40 euro kost. Zelf hebben wij gekozen om vooralsnog Cat 5e-bekabeling te verwerken en pas in de toekomst over te stappen op Cat 6a-bekabeling indien dat noodzakelijk wordt.

©PXimport

Je kunt Cat 5e-kabel kopen in een rol van 100 meter.

Vast of soepel?

Met de keuze voor een snelheidscategorie ben je er niet, want er zijn kabels met vaste (solid) en soepele (stranded) kern te koop. Netwerkkabels met een vaste kern bevatten aders die uit één koperdraad bestaat, terwijl bij een kabel met soepele kern een ader uit meerdere heel dunne koperdraadjes bestaat. Een netwerkkabel met vaste kern is daardoor minder soepel dan een netwerkkabel met soepele kern. Je gebruikt een netwerkkabel met vaste kern op vast geïnstalleerde verbindingen in je netwerk, bijvoorbeeld in de muur, terwijl je kabels met soepele kern op flexibele plekken in je netwerk gebruikt (bijvoorbeeld tussen een wandcontactdoos en pc). Dit is vergelijkbaar met elektriciteitsbedrading. In je huis zijn in de muren elektriciteitskabels met een vaste kern geïnstalleerd, terwijl de netsnoeren van apparatuur en verlengdozen elektriciteitskabels met een soepele kern bevatten.

©PXimport

Een vaste kabel (onder) bevat aders uit één stuk koperdraad, terwijl een soepele kabel (boven) aders bevat die uit een aantal dunne koperdraadjes bestaan.

Kabels trekken

Als je geluk hebt, dan lopen er vanaf iedere ruimte in je huis loze leidingen naar een centraal punt (meestal de meterkast) die je kunt gebruiken om netwerkkabels doorheen te trekken. Zijn er geen leidingen, dan zul je zelf creatieve oplossingen moeten bedenken. Waarschijnlijk ontkom je er dan niet aan om een gat in een muur of vloer te boren en te werken met kabelgoten. Ook kun je zelf leidingen infrezen. Gebruik in ieder geval nooit de pvc-buizen waar al elektrabekabeling doorheen loopt voor netwerkbekabeling. Je zou ook kunnen proberen om coax- of telefoniebekabeling die je niet gebruikt uit een leiding te trekken, waarna je de leiding gebruikt voor netwerkbekabeling.

In een loze leiding passen zonder al te veel problemen twee Cat 5e-kabels. Cat 6- en Cat 6a-kabels bevatten een kunststof binnenkern die ervoor zorgt dat de aderparen beter op hun plek blijven. Het nadeel hiervan is dat deze kabels wat stugger en dikker zijn en daardoor lastiger door een leiding te trekken zijn. Zeker als er een aantal bochten in de leiding zit, wordt het lastig om twee Cat 6- of 6a-kabels te trekken. In een loze leiding zit meestal een contactdraad, doorgaans normaal elektriciteitsinstallatiedraad. Officieel is deze draad alleen bedoeld om te achterhalen welke loze leiding naar welke ruimte loopt.

Het is eigenlijk niet de bedoeling dat je netwerkkabels met behulp van de contactdraad door de leiding trekt. Deze draad gebruik je om de trekveer door de buis te leiden. In het geval van de relatief soepele Cat 5e-kabels kun je de contactdraad vaak wel gebruiken om de kabel te trekken. Officieel dien je echter een trekveer te gebruiken waaraan je de netwerkkabels bevestigt door de gestripte koperdraadjes aan het oogje te bevestigen. Met behulp van duct tape kun je de kabel extra vastmaken. Een eventueel aanwezige contactdraad kun je dan gebruiken om de trekveer eerst door de leiding te helpen.

Werk met zijn tweeën: de ene persoon trekt aan de veer terwijl de andere persoon aan de andere kant van de leiding de kabel invoert. Loopt de kabel stroef, dan kun je talkpoeder of speciaal vet gebruiken voor wat smering. Gebruik geen groene zeep of afwasmiddel, dat wordt hard waardoor de kabel gaat plakken.

©PXimport

Als je geluk hebt komen in je meterkast loze leidingen uit die lopen naar de ruimte waar je een netwerkaansluiting wilt maken.

Volledig koper

Goede netwerkkabels zijn gemaakt van koper. Helaas zijn er ook fabrikanten die Cat 5e-kabels maken waarvan de aders gemaakt zijn van aluminium of staal met een laagje koper. Het voordeel lijkt duidelijk: dit is goedkoper dan koper. Bij heel korte afstanden tot een meter gaat dit meestal nog wel goed, bij wat langere kabels wordt een gigabit-snelheid vaak niet meer gehaald. Verzeker je er dus van dat je kabels aanschaft die volledig uit koper vervaardigd zijn. Bij kabels die uit aluminium zijn vervaardigd, zul je de term CCA (Copper Clad Aluminium) kunnen tegenkomen, terwijl kabels waarin staal is gebruikt aangeduid worden met CCS (Copper Clad Steel).

Afwerken in de meterkast

In veel huizen komt de internetverbinding binnen in de meterkast en tevens komen leidingen vanuit alle ruimtes in huis uit op de meterkast. Je zou ervoor kunnen kiezen om netwerkkabels die de meterkast binnenkomen te voorzien van een RJ45-stekker en deze zo in de router of switch steken. Dit is echter niet zo netjes, bovendien raden we RJ45-stekkertjes die geschikt zijn om op een vaste kern te knijpen ook niet aan. Het is afhankelijk van het aantal netwerkkabels dat in je meterkast binnenkomt, welke afwerking dan wel het handigst is. In de meeste gevallen zullen er bij gebruik van dubbele wandcontactdozen zes tot acht netwerkkabels in je meterkast binnenkomen. In dat geval is een desktop-patchkastje de aangewezen oplossing om de bekabeling af te werken. Anders dan de naam doet vermoeden schroef je een desktop-patchkastje eenvoudig aan de muur waarna je acht of twaalf netwerkkabels kunt afmonteren.

Heb je minder kabels om af te werken, dan kun je dubbele wandcontactdozen in opbouwuitvoering gebruiken. Heb je meer dan twaalf netwerkkabels, dan kun je werken met meerdere desktop-patchkastjes of uitwijken naar rekmontage ('rack mounted'). Er zijn twee rekmaten: tien inch en negentien inch breed. Zowel voor tien inch als negentien inch kun je beugels of kastjes kopen om apparatuur op een muur te monteren.

©PXimport

Werk de netwerkkabels in de meterkast af met een patchpanel.

Behalve patchpanelen kun je ook andere apparatuur voor rekmontage kopen zoals switches, stekkerdozen en plankjes om bijvoorbeeld een router op te zetten. Je sluit de netwerkkabels die uit de muur komen aan op de poorten van het patchkastje of patch panel met behulp van LSA-stroken. Later laten we zien hoe je LSA-stroken gebruikt. Als alternatief voor een compleet patchpaneel kun je bij gebruik van rekmontage ook kiezen voor keystones. Dit zijn netwerkaansluitingen die je direct op de kabel monteert en vervolgens in een speciale 10 of 19 inch plaat klikt.

Ook keystones maken gebruik van LSA-stroken, al zijn er ook varianten die je zonder gereedschap kunt dichtklikken. Je hebt voor een rek of beugel uiteraard wel genoeg ruimte in je meterkast nodig. Voor het aansluiten van de patchpoorten op een switch kun je korte netwerkkabels van 25 centimeter kopen. Je kunt via de patchkast of het patchpanel ook telefonie naar een netwerkaansluiting in een andere ruimte patchen. Gebruikt wel adaptertjes van RJ11 naar RJ45 om te voorkomen dat de kleinere RJ11-stekkertjes de buitenste pinnen van de aansluiting beschadigt.

Switch

Indien mogelijk geven wij de voorkeur aan het bedraad aansluiten van netwerkapparaten. Een kabel is nog altijd stabieler én sneller dan een wifi-signaal. Uiteraard moet het wel mogelijk zijn om al die kabels aan te sluiten op ons netwerk. De switch is het apparaat dat dit mogelijk maakt. Een switch is kastje met meerdere netwerkpoorten waarmee één netwerkkabel als het ware gesplitst wordt naar bijvoorbeeld vijf, acht of zestien aansluitingen. Ook je router bevat een switch met doorgaans vier poorten. Als je in iedere kamer een dubbele netwerkaansluiting wilt maken, zijn die vier poorten te weinig. Houd er rekening mee dat je door het aansluiten van de switch op je netwerk één poort op beide verbonden switches verliest. Voor thuisgebruik maakt het eigenlijk niet zoveel uit welke switch je koopt zolang hij maar gigabit-snelheden ondersteunt. Let er bij de aanschaf wel op dat hij geschikt is voor wandmontage.

Een switch is niet alleen handig in een centraal punt in je netwerk zoals in de meterkast, ook in de vertakkingen van je netwerk kan een switch goede diensten bewijzen. Het is helemaal niet vreemd als je televisiemeubel een paar apparaten met een netwerkaansluiting bevat. Denk aan een smart-tv, spelcomputer, mediaspeler en stereoset. Een switch met vijf poorten kun je kopen vanaf zo'n twintig euro, terwijl een exemplaar met acht poorten zo'n dertig euro kost. Naast switches waar je niets aan kunt instellen, zijn er ook managed switches waarmee je netwerkverkeer kunt beïnvloeden en meerdere virtuele netwerken (VLAN) kunt maken. Dat laatste kan van pas komen als je bijvoorbeeld IP-televisie hebt waarvan het verkeer over een eigen netwerk moet lopen (een aparte netwerkpoort op de router voor internet en televisie). Je hebt dan zowel in je meterkast als bij je televisie een managed switch nodig. Dat zou je echter ook al in je meterkast kunnen oplossen door een wandcontactaansluiting daar te patchen naar een televisieaansluiting op de router.

Om meerdere televisieaansluitingen te patchen kun je een tweede switch in je meterkast hangen. Gebruik je een modem/router met fast-ethernetpoorten (100 Mbit/s), dan is het interessant om ook als je eventueel genoeg zou hebben aan die vier poorten een losse gigabit-switch te gebruiken. Je sluit al je apparatuur aan op die gigabit-switch en vervolgens een kabel van de switch naar de switch van je modem/router. Zo kun je binnen je netwerk gebruik maken van gigabit-snelheden en word je niet beperkt door de snelheid van de poorten op je modem/router.

©PXimport

Let er bij de keuze van een switch op dat je hem aan de wand kunt monteren.

Wandcontactdozen

Voor het afmonteren van de netwerkkabel in een gebruiksruimte gebruik je wandcontactdozen. Deze zijn net als ander schakelmateriaal beschikbaar als inbouwvariant die in een inbouwdoos past of als opbouwvariant die je op de muur schroeft. Een complete inbouw wandcontactdoos heb je vanaf zo'n zes euro, terwijl een opbouwvariant vanaf zo'n zeven euro te koop is. Daarnaast kun je ervoor kiezen om te werken met afdekramen en centraalplaten van dezelfde fabrikant als de rest van het schakelmateriaal in je huis. Je hebt dan een binnenwerk nodig dat compatibel is met het schakelmateriaal.

De meeste wandcontactdozen of binnenwerken werken net als een patchpanel met LSA-stroken en monteer je dus af met de zogenoemde LSA punch down tool. Heb je wandcontactdozen met schroefcontacten, gebruik deze dan niet. Ze worden nog veel verkocht, maar zijn niet geschikt voor moderne gigabit-netwerken. Let er ook bij wandcontactdozen op dat je de T568B-standaard gebruikt, meestal zie je twee kleurcoderingen bij de aansluitingen en kies je dan voor B. Wanneer de aansluitingen genummerd zijn van 1 tot en met 8, dan kun je het T568B-schema gebruiken (zie verderop). Naast binnenwerken met LSA-stroken kun je net als bij patchpanelen gebruik maken van keystones.

De keystones verwerk je vervolgens in een speciaal muurplaatje dat geschikt is voor keystones. Ook deze muurplaatjes zijn verkrijgbaar in de schakelmateriaalseries van diverse fabrikanten. Wanneer alles gemonteerd is, is er functioneel geen verschil.

©PXimport

1. Voer de kabels door in je wandcontactdoos of patchpanel. Wij hebben voor deze foto de wandcontactdoos op tafel gelegd, normaal monteer je dit aan de kabel die uit je muur komt.

©PXimport

2. Leg de ader over de juiste aansluiting (zie kleurcodering of bij nummering het T568B schema verderop) Leg hem een beetje vast over de strook en zet je LSA punch down tool op de LSA-strook. Druk de LSA punch down tool vervolgens in tot je een klik hoort.

©PXimport

3. Sluit alle aders aan, de overbodige stukjes draad worden tijdens het aandrukken door de LSA punch down tool netjes afgesneden.

Patchkabels

Om het patchpanel aan te sluiten op een switch en om netwerkapparatuur aan te sluiten op een switch of wandcontactdoos gebruik je patchkabels. Dit zijn netwerkkabels met een soepele kern met aan beide kanten een RJ45-stekker. Wij raden je aan om kant-en-klare bekabeling te gebruiken. Je hoeft dan zelf geen stekkers op kabels te knijpen. Wil je patchkabels hebben die precies op lengte zijn, dan kun je ze uiteraard ook zelf maken. Doe dit wel alleen met Cat 5e of Cat 6. De netwerkkabel dient soepele aders te hebben en je gebruikt RJ45-stekkers bedoeld voor soepele aders. Handig zijn stekkertjes met een los positioneringsblokje waarmee de acht aders er eenvoudiger in te steken zijn. Je hebt voor het zelf maken van patchkabels ook een krimptang nodig.

Je begint het maken van een patchkabel met het op lengte knippen van de kabel waarbij je hem zo'n 6 centimeter langer maakt dan uiteindelijk de bedoeling is. Als je de stekker wilt voorzien van een knikbeschermer, schuif die er dan alvast op. Verwijder zo'n drie centimeter van de isolatie met een kabelstripper of voorzichtig met een mesje. Vervolgens ontvlecht je de acht aders tot het punt waarop je de isolatie hebt weggehaald. Leg de acht aders in de juiste volgorde. Deze volgorde staat bekend als T568B en vind je verderop. Knip de aders af zodat ze ongeveer één centimeter lang zijn. Schuif de aders nu in de RJ45-stekker zover als mogelijk. Er moet dan ook een stukje van de buitenste mantel in de stekker verdwijnen voor de trekontlasting.

Stop de RJ45-plug nu in de krimptang en knijp de tang dicht. De stekker zal nu vastklikken op de kabel en de acht aders zullen doorboord worden door de tandjes in de RJ45-stekker. Herhaal dit aan de andere kant van de kabel en de patchkabel is af.

©PXimport

1. Knip de kabel op lengte met de ingebouwde schaar in de krimptang of een normale schaar. Schuif eventueel alvast een knikbeschermer om de kabel als je dat wilt.

©PXimport

2. Strip de buitenste mantel met een kabelstripper of een ander mesje (pas op dat je de aders niet beschadigt) tot circa drie centimeter.

©PXimport

3. Ontrafel de aders tot het punt waar je de mantel hebt gestript.

©PXimport

4. Sorteer de aders in de juiste volgorde (zie het T568B schema verderop) en knip ze op ongeveer een centimeter recht af.

©PXimport

5. Schuif de kabel helemaal in de stekker en controleer of de aders onder de pinnetjes vallen. De buitenste mantel moet onder de inkeping vallen.

©PXimport

6. Stop de RJ45-plug in de krimptang en knijp tot je een klik hoort. De RJ45-stekker zit nu vast op de kabel.

©PXimport

Houd bij het maken van een netwerkkabel de T568B-aansluitvolgorde aan. De lip moet naar onder staan. Ook LSA-stroken moet je in deze volgorde aansluiten. Meestal is er een kleurcodering voor B, anders moet je de juiste kleur op het juiste cijfer aansluiten.

Kabel testen

Na montage kun je de kabel testen met een kabeltester als je die hebt, maar je kunt de kabel ook in gebruik nemen en kijken of hij het goed doet. Je kunt in Windows controleren of je pc een gigabit-verbinding opzet. Klik in Windows 7 of 8 in het systeemvak met rechts op het netwerkpictogram en kies Netwerkcentrum openen. Klik vervolgens op LAN-verbinding (Windows 7) of Ethernet (Windows 8). Als er naast snelheid 1,0 Gbps staat, dan zet Windows netjes een gigabit-verbinding op. Uiteraard moet de pc wel verbonden zijn met een gigabit-switch. Heb je een netwerkkaart van Realtek of Intel, dan kun je via software van de netwerkadapter testen of je bekabeling goed is. Heb je een Intel-netwerkadapter, dan vind je in het apparaatbeheer na het dubbelklikken op de netwerkadapter een test op het tabblad Link Speed. Klik vervolgens op Diagnostics, open het tabblad Cable en druk op Run Test.

Gebruikers van een Realtek-adapter kunnen de Realtek Ethernet Diagnostic Utility downloaden: klik op deze pagina de downloadlink aan naast 8111DP DASH All-In-One. Klik na installatie in het linkermenu op Cable en vervolgens op Test. Realteks software laat per aderpaar zien of de kabel goed is.

©PXimport

Fabrikanten van netwerkkaarten (zoals hier Realtek) bieden tooltjes om de kabel te testen.

Gebruik een goede krimptang!

Voor het beste resultaat gebruik je een krimptang die de stekker gelijkmatig dichtdrukt. Bij de goedkoopste krimptangen zit het krimpgedeelte in de scharnierrichting van de tang waardoor sommige pinnetjes later en minder hard worden aangedrukt dan andere pinnetjes. Bij de tang die wij gebruiken voor de foto's op deze pagina zit het krimpgedeelte haaks op de scharnierrichting en wordt de knijpbeweging omgezet in een gelijkmatige drukbeweging.

©PXimport

Gebruik een wat duurdere krimptang omdat de goedkoopste exemplaren de connectoren niet allemaal goed aandrukken.

Alternatief: powerline-adapters

Soms is kabels trekken voor een netwerkaansluiting niet mogelijk, maar heb je wel een bekabelde netwerkaansluiting nodig. Je kunt dan gebruik maken van Powerline-adapters. Deze adapters maken de wandcontactdozen voor elektriciteit geschikt voor netwerkcommunicatie. De geadverteerde snelheid is 500 Mbit/s, maar de echte maximale snelheid is zo'n 130 Mbit/s, en in de praktijk kan dit nog een stuk langzamer zijn. Het is dus zeker geen volwaardig alternatief voor een echte gigabit-netwerkkabel. Voor het delen van een internetverbinding voldoen powerline-adapters doorgaans wel. Je hebt minstens twee powerline-adapters nodig: eentje waar je een netwerkaansluiting wilt hebben en eentje bij een router of switch die met je netwerk verbonden is.

Interessant zijn powerline-adapters met ingebouwde wifi, hiermee vergroot je eenvoudig het wifi-netwerk in je huis zonder dat je kabels hoeft te trekken. Naast powerline-adapters bestaan er ook soortgelijke MoCa-adapters die coaxbekabeling geschikt maakt voornetwerkcommunicatie, bijvoorbeeld de Hirschmann Moka 16.

▼ Volgende artikel
Renault Rafale e-Tech PHEV 300 4X4 Atelier Alpine: in één woord magnifiek
© Clément Choulot
Mobiliteit

Renault Rafale e-Tech PHEV 300 4X4 Atelier Alpine: in één woord magnifiek

De Renault Rafale heeft indruk gemaakt met zijn opvallende design en innovatieve hybride techniek. Nu presenteert Renault een nieuwe variant: de Rafale E-Tech 300 plug-in hybrid 4X4 Atelier Alpine. Irwin van InstaAutoVlog deelt zijn ervaringen in dit artikel en een bijbehorende video.

Dit artikel in het kort:

  • De Rafale E-Tech 300 heeft een plug-in hybride aandrijflijn met 300 pk en een elektrische actieradius van 105 kilometer.
  • Binnenin biedt hij een dynamische zitpositie en een EV-keuzeknop in de middenconsole.
  • De tweede zitrij is minder ruim door een hoger geplaatste vloer, maar de bagageruimte blijft groot.
  • Het adaptieve onderstel past zich aan het wegdek aan voor een betere rijervaring.
  • De boordlader ondersteunt tot 7,4 kW laden, maar snelladen is niet mogelijk.

Ook interessant voor jou: Rijden met de nieuwe Renault 5: Overtreft alle verwachtingen

Download nu GRATIS het EV Duurtest-rapport 2024!

In het EV Duurtest-rapport zijn nieuwe elektrische auto's door verschillende consumenten getest. Alle resultaten vind je terug in dit digitale rapport. Door het invullen van je naam en e-mailadres meld je je aan voor ontvangst van het Kieskeurig EV Duurtest-rapport. Tevens ben je ingeschreven voor de Kieskeurig.nl EV-nieuwsbrief.

Incognito stekkerversie

Onder de zuid-Franse zon reed ik in de plug-in hybride Renault Rafale E-Tech 300, uitgevoerd in de topversie Atelier Alpine. Dit model valt op door specifieke details zoals 21-inch Diamond Cut lichtmetalen wielen met Continental SportContact 7 banden, een hoogglans zwarte achterspoiler en badges op de voorste zijschermen. De laadpoort, subtiel verwerkt in het zijpaneel, is de enige aanwijzing dat dit om een plug-in hybride gaat.

©Clément Choulot

Fijne zit achter het stuur

Binnenin de Rafale zien we fraaie details als blauw contrasterend tapijt, dito bekleding in de opbergvakken in het portier en een extra knop achter het handvat in de middenconsole waarmee je de EV, hybride of EV-charge functie in kan schakelen. Ook deze Rafale zit ná een comfortabele instap prettig. Je zit echt ín het interieur, wat lager ten opzichte van het dashboard en dat draagt bij aan een beter dynamisch gevoel.

©ClŽment Choulot

Ontdek jouw ideale elektrische auto

Vergelijk en vind de beste deals op Kieskeurig.nl!

Achterin minder comfort

De achterbank biedt iets minder comfort door een 1,5 centimeter hogere vloer ten opzichte van de e-Tech hybrid 200, veroorzaakt door het accupakket. Hierdoor zitten je knieën wat hoger en is er minder ruimte voor je voeten. De hoofdruimte blijft prima, net als de bagageruimte. Ondanks een kleine afname in capaciteit biedt deze met 528 liter (uitbreidbaar tot 1600 liter) nog steeds voldoende ruimte.

Achterin is het comfort iets minder door een 1,5 cm verhoogde vloer, veroorzaakt door het accupakket. De bagageruimte blijft met 528 tot maximaal 1600 liter ruim voldoende.

🔌Leestip: De strategische comeback van Renault in de elektrische automarkt

©Clément Choulot

Vermogen en trekgewicht

De plug-in hybride Rafale heeft een vernieuwde aandrijflijn met een 1.2-liter driecilinder turbomotor die dankzij een grotere turbo 150 pk levert in plaats van 130 pk. Een 70 pk sterke elektromotor op de vooras en een 136 pk elektromotor op de achteras verhogen het totale vermogen tot 300 pk via de zogeheten Multimode-transmissie. Dit zorgt voor een sprint van 0-100 km/u in 5,8 seconden en een begrensde topsnelheid van 175 km/u. Het trekgewicht blijft 1500 kg, ideaal voor veelzijdig gebruik.

©Clément Choulot

Trage boordlader

De Renault Rafale is uitgerust met een 22 kWh-batterij, goed voor een elektrische actieradius van 105 kilometer. Opladen kan via een 1-fase 7,4 kW boordlader, wat in vergelijking met concurrenten met 2- of 3-fase laders beperkt is. Snelladen is niet mogelijk.

©Clement Choulot

Adaptief onderstel

Eenmaal op pad blijkt de Rafale een aangename metgezel. Het elektrische vermogen is een plezier en zeker als ook de goed geïsoleerde driepitter assisteert is het een ronduit vlotte auto. Is de batterij leeg, dan belooft Renault je een range van 1000 kilometer met een gemiddeld verbruik van 5,8 liter per 100 kilometer en een 55 liter grote benzinetank.

Het adaptief onderstel kan zich met behulp van een camera-scanner achter de binnenspiegel continu aan het wegdek aanpassen. Iets wat goed werkt, want in eigenlijk elke situatie voelt de Rafale verfijnd, comfortabel, maar ook zeker na het selecteren van de modus Sport communicatief en dynamisch.

©Clément Choulot

Renault Rafale in actie

Meer weten en zien over de nieuwe plug-in hybride Renault Rafale? Bekijk dan de onderstaande video:

Watch on YouTube

▼ Volgende artikel
Waar voor je geld: 5 betaalbare slimme luidsprekers
© Bowers & Wilkins / McLaren| J.M.WILLIAMS PRODUCTIONS LTD
Huis

Waar voor je geld: 5 betaalbare slimme luidsprekers

Bij ID.nl zijn we dol op kwaliteitsproducten waar je niet de hoofdprijs voor betaalt. Een paar keer per week speuren we binnen een bepaald thema naar zulke deals. Ben je op zoek naar een prijsvriendelijke smartspeaker? Vandaag hebben we vijf interessante modellen voor je gespot.

Apple HomePod Mini

Deze betaalbare slimme speaker vormt een ideale match met je iPhone, iPad en/of Mac. Zo neemt de HomePod Mini bijvoorbeeld een luistersessie van Spotify of een andere muziek-app over, waardoor je thuis verder kunt luisteren. Dankzij integratie van de Siri-stemassistent kun je allerlei dingen vragen, zoals actueel nieuws, file-informatie of een recept. Daarnaast speelt het apparaat via spraakopdrachten net zo makkelijk een muziekalbum, podcast of audioboek af, waarbij je ondertussen met je stem het volumeniveau aanpast. Als alternatief vind je bovenop een klein bedieningspaneel om het volume te reguleren. Een nuttige toevoeging is dat je via deze smartspeaker ook allerlei apparaten in huis kunt aansturen, bijvoorbeeld een geschikte thermostaat of lamp.

Ondanks de bescheiden behuizing van 8,43 centimeter hoog heeft de HomePod Mini volgens de Amerikaanse techgigant een behoorlijk bereik. Voor een breder geluid is het mogelijk om meerdere HomePods aan elkaar te koppelen. Zo luister je in meerdere kamers naar dezelfde muziek. Verder is de intercomfunctie handig, want op die manier communiceer je op afstand eenvoudig met gezinsleden. Dit audioproduct is in vijf kleurstellingen te koop, namelijk zwart, blauw, geel, wit en rood. Bij de aanschaf is drie maanden toegang tot Apple Music inbegrepen. Voor een krachtiger geluid kun je ook de grotere Apple HomePod (zwart/wit) overwegen. Je leest in dit artikel meer over de verschillen tussen de HomePod en de HomePod Mini.

Google Nest Audio

De Google Nest Audio is een middelgrote smartspeaker met een bescheiden prijskaartje. Op het moment van schrijven is het product zelfs goedkoper dan ooit. Je kunt kiezen tussen een donkergrijze en witte uitvoering. In tegenstelling tot diverse andere slimme luidsprekers in deze prijsklasse heeft dit model twee actieve audiodrivers, namelijk een tweeter en woofer. Dat komt de audiokwaliteit ten goede! De klankkast meet 17,5 × 12,4 × 7,8 centimeter, zodat je hem bijvoorbeeld prima op een plank of meubel kunt plaatsen. Voor een ruimtelijker geluid koppel je eventueel twee Nest Audio-speakers aan elkaar.

De geïntegreerde wifi-adapter ondersteunt de 2,4GHz- én 5GHz-frequentieband. Een voordeel, want je vergroot daarmee de kans op een stabiele draadloze netwerkverbinding. Je stuurt de Nest Audio met je stem aan. Roep eerst 'Hey Google' en zeg vervolgens welke muziek je wilt horen. Je kunt ook informatie opvragen en geschikte slimme apparaten bedienen. Bang voor luistervinken? Zet dan via een schakelaar aan de achterzijde de microfoons uit. Je leest hier wat enkele gebruikers van deze smartspeaker vinden.

Google Nest Mini

Google bewijst dat een smartspeaker helemaal niet zoveel geld hoeft te kosten, want je betaalt voor de Nest Mini slechts enkele tientjes. Net als zijn grote broer is dit audioproduct eveneens in een donkergrijze en witte behuizing te koop. Het ronde apparaatje heeft een diameter van 9,8 centimeter en is slechts 4,2 centimeter hoog. Door de geringe omvang kun je hem makkelijk ergens in een hoekje kwijt. Voor de ontvangst van wifi is er ondersteuning voor de 2,4GHz- en 5GHz-frequentieband ingebakken.

In de behuizing bevindt zich één actieve audiodriver. Voor het luisteren van (achtergrond)muziek op een laag volumeniveau voldoet die prima. Dankzij Chromecast-integratie kies je vanuit jouw favoriete muziek-app een leuke afspeellijst. Daarnaast fungeert de slimme speaker als jouw persoonlijke assistent. Vraag bijvoorbeeld naar een overzicht met agenda-afspraken en de Nest Mini somt ze een voor een op. Je kunt dit Google-product álles vragen!

Lees ook: Meer dan muziek: kies jouw ideale slimme luidspreker

Sonos Roam 2

In tegenstelling tot de meeste andere smartspeakers gebruik je de Sonos Roam 2 zowel thuis als onderweg. De langwerpige klankkast van 16,8 × 6,2 × 6 centimeter herbergt een oplaadbare accu met een luistertijd van zo'n tien uur. Dit audioproduct is trouwens IP67-gecertificeerd, waardoor de Roam 2 prima stof en water kan verdragen. De behuizing is zelfs valbestendig! Koppel een smartphone via bluetooth en luister op elke plek naar goede muziek. Voor mobiel gebruik komt deze handige beschermhoes goed van pas.

Binnenshuis verbind je de smartspeaker met een 2,4GHz- of 5GHz-netwerk. Vervolgens kies je vanaf een willekeurige smartphone of tablet de muziek die je wilt horen. Installeer hiervoor de Sonos-app op het toestel. Dankzij ondersteuning voor AirPlay 2 vormt de Roam 2 een goede match met Apple-apparaten, zoals een iPhone, iPad en/of Mac. Voor de audioweergave heeft de klankkast een tweeter en woofer aan boord. Tot slot is er spraakondersteuning (Amazon Alexa) geïntegreerd. Je kunt de Sonos Roam 2 in een witte of zwarte behuizing kopen.

Bowers & Wilkins Zeppelin McLaren Edition

Hecht je veel waarde aan een origineel design en een hoge geluidskwaliteit? Overweeg dan deze opvallende McLaren-editie van de Bowers & Wilkins Zeppelin. Als alternatief is deze speaker ook in een zwarte en lichtgrijze behuizing te koop. In zijn eigen webshop rekent de Britse speakerspecialist 899 euro, maar enkele winkels hanteren momenteel een fikse korting. Reserveer voor deze speaker wel voldoende ruimte. De behuizing van 65 × 21 × 19,4 centimeter is voor een smartspeaker tenslotte behoorlijk aan de maat.

Onder de motorkap bevinden zich een wifi- en bluetooth-adapter. Kortom, open Spotify, Tidal of een andere muziek-app op je smartphone en tik een leuke afspeellijst aan. Dankzij AirPlay 2-integratie werkt de Zeppelin naadloos samen met een Apple-toestel. Er is middels Amazon Alexa ook nog een stemassistent geïntegreerd. Bowers & Wilkins heeft op audiogebied een uitstekende reputatie, waardoor je een hoge audiokwaliteit mag verwachten. De behuizing telt dan ook vijf actieve audiodrivers, namelijk twee tweeters, twee middentoners en een woofer. Met een totaal versterkervermogen van 240 watt ervaar je een kamervullend geluid.