ID.nl logo
Het beste thuisnetwerk - Deel 1: Aanleggen
© Reshift Digital
Huis

Het beste thuisnetwerk - Deel 1: Aanleggen

Steeds meer elektronica vereist een verbinding met het thuisnetwerk en internet. Het wordt dus belangrijker om overal in huis goede verbindingsmogelijkheden te hebben. In twee delen laten we zien waar je aan moet denken bij het opzetten van je netwerk zodat jij het beste thuisnetwerk kunt bouwen.

De tijd dat alleen je pc verbonden was met internet ligt al ver achter ons. Ook je smart-tv, spelcomputer, mediaspeler, settopbox, NAS en netwerkprinter verlangen een netwerkverbinding. Meestal kan dat via wifi, maar een 'ouderwetse' kabel werkt vaak beter. We besteden in dit artikel daarom aandacht aan zowel het bedrade als het draadloze gedeelte van het thuisnetwerk. In dit eerste deel gaan we aan de slag met kabels, werken we die af met netwerkaansluitingen en plaatsen we apparatuur. In een tweede artikel stellen we de (draadloze) mogelijkheden van de router in.

Wifi is de afgelopen jaren zowel qua snelheid als bereik sterk verbeterd, maar daar staat tegenover dat doordat iedereen wifi gebruikt dit de prestaties negatief beïnvloedt. Kabels zijn daarom nog steeds erg belangrijk en vormen de basis van een goed netwerk. Netwerkkabels zijn te koop in verschillende snelheidscategorieën. Voor een gigabit-verbinding is minimaal een Cat 5e-kabel noodzakelijk. Naast Cat 5e-kabels zijn er ook betere kabels te koop die aangeduid worden met Cat 6, Cat 6a en Cat 7. Uiteraard zijn ook deze betere kabels geschikt voor een gigabit-netwerk. Wie een toekomstgericht netwerk wil aanleggen, denkt misschien al verder dan gigabit.

Voor 10 Gbit/s is een standaard die gebruik maakt van Cat 6a-bekabeling (10GBASE-T). Officieus is ook Cat 6 geschikt voor 10 Gbit/s mits de kabellengte beperkt blijft. Wil je echter zeker weten dat je netwerk op termijn ook geschikt is voor een snelheid van 10 Gbit/s, dan moet je Cat 6a-bekabeling gebruiken. Dat is wel een stuk prijziger, want honderd meter Cat 6a-bekabeling kost zo'n 120 euro, terwijl 100 meter Cat 5e-bekabeling 40 euro kost. Zelf hebben wij gekozen om vooralsnog Cat 5e-bekabeling te verwerken en pas in de toekomst over te stappen op Cat 6a-bekabeling indien dat noodzakelijk wordt.

©PXimport

Je kunt Cat 5e-kabel kopen in een rol van 100 meter.

Vast of soepel?

Met de keuze voor een snelheidscategorie ben je er niet, want er zijn kabels met vaste (solid) en soepele (stranded) kern te koop. Netwerkkabels met een vaste kern bevatten aders die uit één koperdraad bestaat, terwijl bij een kabel met soepele kern een ader uit meerdere heel dunne koperdraadjes bestaat. Een netwerkkabel met vaste kern is daardoor minder soepel dan een netwerkkabel met soepele kern. Je gebruikt een netwerkkabel met vaste kern op vast geïnstalleerde verbindingen in je netwerk, bijvoorbeeld in de muur, terwijl je kabels met soepele kern op flexibele plekken in je netwerk gebruikt (bijvoorbeeld tussen een wandcontactdoos en pc). Dit is vergelijkbaar met elektriciteitsbedrading. In je huis zijn in de muren elektriciteitskabels met een vaste kern geïnstalleerd, terwijl de netsnoeren van apparatuur en verlengdozen elektriciteitskabels met een soepele kern bevatten.

©PXimport

Een vaste kabel (onder) bevat aders uit één stuk koperdraad, terwijl een soepele kabel (boven) aders bevat die uit een aantal dunne koperdraadjes bestaan.

Kabels trekken

Als je geluk hebt, dan lopen er vanaf iedere ruimte in je huis loze leidingen naar een centraal punt (meestal de meterkast) die je kunt gebruiken om netwerkkabels doorheen te trekken. Zijn er geen leidingen, dan zul je zelf creatieve oplossingen moeten bedenken. Waarschijnlijk ontkom je er dan niet aan om een gat in een muur of vloer te boren en te werken met kabelgoten. Ook kun je zelf leidingen infrezen. Gebruik in ieder geval nooit de pvc-buizen waar al elektrabekabeling doorheen loopt voor netwerkbekabeling. Je zou ook kunnen proberen om coax- of telefoniebekabeling die je niet gebruikt uit een leiding te trekken, waarna je de leiding gebruikt voor netwerkbekabeling.

In een loze leiding passen zonder al te veel problemen twee Cat 5e-kabels. Cat 6- en Cat 6a-kabels bevatten een kunststof binnenkern die ervoor zorgt dat de aderparen beter op hun plek blijven. Het nadeel hiervan is dat deze kabels wat stugger en dikker zijn en daardoor lastiger door een leiding te trekken zijn. Zeker als er een aantal bochten in de leiding zit, wordt het lastig om twee Cat 6- of 6a-kabels te trekken. In een loze leiding zit meestal een contactdraad, doorgaans normaal elektriciteitsinstallatiedraad. Officieel is deze draad alleen bedoeld om te achterhalen welke loze leiding naar welke ruimte loopt.

Het is eigenlijk niet de bedoeling dat je netwerkkabels met behulp van de contactdraad door de leiding trekt. Deze draad gebruik je om de trekveer door de buis te leiden. In het geval van de relatief soepele Cat 5e-kabels kun je de contactdraad vaak wel gebruiken om de kabel te trekken. Officieel dien je echter een trekveer te gebruiken waaraan je de netwerkkabels bevestigt door de gestripte koperdraadjes aan het oogje te bevestigen. Met behulp van duct tape kun je de kabel extra vastmaken. Een eventueel aanwezige contactdraad kun je dan gebruiken om de trekveer eerst door de leiding te helpen.

Werk met zijn tweeën: de ene persoon trekt aan de veer terwijl de andere persoon aan de andere kant van de leiding de kabel invoert. Loopt de kabel stroef, dan kun je talkpoeder of speciaal vet gebruiken voor wat smering. Gebruik geen groene zeep of afwasmiddel, dat wordt hard waardoor de kabel gaat plakken.

©PXimport

Als je geluk hebt komen in je meterkast loze leidingen uit die lopen naar de ruimte waar je een netwerkaansluiting wilt maken.

Volledig koper

Goede netwerkkabels zijn gemaakt van koper. Helaas zijn er ook fabrikanten die Cat 5e-kabels maken waarvan de aders gemaakt zijn van aluminium of staal met een laagje koper. Het voordeel lijkt duidelijk: dit is goedkoper dan koper. Bij heel korte afstanden tot een meter gaat dit meestal nog wel goed, bij wat langere kabels wordt een gigabit-snelheid vaak niet meer gehaald. Verzeker je er dus van dat je kabels aanschaft die volledig uit koper vervaardigd zijn. Bij kabels die uit aluminium zijn vervaardigd, zul je de term CCA (Copper Clad Aluminium) kunnen tegenkomen, terwijl kabels waarin staal is gebruikt aangeduid worden met CCS (Copper Clad Steel).

Afwerken in de meterkast

In veel huizen komt de internetverbinding binnen in de meterkast en tevens komen leidingen vanuit alle ruimtes in huis uit op de meterkast. Je zou ervoor kunnen kiezen om netwerkkabels die de meterkast binnenkomen te voorzien van een RJ45-stekker en deze zo in de router of switch steken. Dit is echter niet zo netjes, bovendien raden we RJ45-stekkertjes die geschikt zijn om op een vaste kern te knijpen ook niet aan. Het is afhankelijk van het aantal netwerkkabels dat in je meterkast binnenkomt, welke afwerking dan wel het handigst is. In de meeste gevallen zullen er bij gebruik van dubbele wandcontactdozen zes tot acht netwerkkabels in je meterkast binnenkomen. In dat geval is een desktop-patchkastje de aangewezen oplossing om de bekabeling af te werken. Anders dan de naam doet vermoeden schroef je een desktop-patchkastje eenvoudig aan de muur waarna je acht of twaalf netwerkkabels kunt afmonteren.

Heb je minder kabels om af te werken, dan kun je dubbele wandcontactdozen in opbouwuitvoering gebruiken. Heb je meer dan twaalf netwerkkabels, dan kun je werken met meerdere desktop-patchkastjes of uitwijken naar rekmontage ('rack mounted'). Er zijn twee rekmaten: tien inch en negentien inch breed. Zowel voor tien inch als negentien inch kun je beugels of kastjes kopen om apparatuur op een muur te monteren.

©PXimport

Werk de netwerkkabels in de meterkast af met een patchpanel.

Behalve patchpanelen kun je ook andere apparatuur voor rekmontage kopen zoals switches, stekkerdozen en plankjes om bijvoorbeeld een router op te zetten. Je sluit de netwerkkabels die uit de muur komen aan op de poorten van het patchkastje of patch panel met behulp van LSA-stroken. Later laten we zien hoe je LSA-stroken gebruikt. Als alternatief voor een compleet patchpaneel kun je bij gebruik van rekmontage ook kiezen voor keystones. Dit zijn netwerkaansluitingen die je direct op de kabel monteert en vervolgens in een speciale 10 of 19 inch plaat klikt.

Ook keystones maken gebruik van LSA-stroken, al zijn er ook varianten die je zonder gereedschap kunt dichtklikken. Je hebt voor een rek of beugel uiteraard wel genoeg ruimte in je meterkast nodig. Voor het aansluiten van de patchpoorten op een switch kun je korte netwerkkabels van 25 centimeter kopen. Je kunt via de patchkast of het patchpanel ook telefonie naar een netwerkaansluiting in een andere ruimte patchen. Gebruikt wel adaptertjes van RJ11 naar RJ45 om te voorkomen dat de kleinere RJ11-stekkertjes de buitenste pinnen van de aansluiting beschadigt.

Switch

Indien mogelijk geven wij de voorkeur aan het bedraad aansluiten van netwerkapparaten. Een kabel is nog altijd stabieler én sneller dan een wifi-signaal. Uiteraard moet het wel mogelijk zijn om al die kabels aan te sluiten op ons netwerk. De switch is het apparaat dat dit mogelijk maakt. Een switch is kastje met meerdere netwerkpoorten waarmee één netwerkkabel als het ware gesplitst wordt naar bijvoorbeeld vijf, acht of zestien aansluitingen. Ook je router bevat een switch met doorgaans vier poorten. Als je in iedere kamer een dubbele netwerkaansluiting wilt maken, zijn die vier poorten te weinig. Houd er rekening mee dat je door het aansluiten van de switch op je netwerk één poort op beide verbonden switches verliest. Voor thuisgebruik maakt het eigenlijk niet zoveel uit welke switch je koopt zolang hij maar gigabit-snelheden ondersteunt. Let er bij de aanschaf wel op dat hij geschikt is voor wandmontage.

Een switch is niet alleen handig in een centraal punt in je netwerk zoals in de meterkast, ook in de vertakkingen van je netwerk kan een switch goede diensten bewijzen. Het is helemaal niet vreemd als je televisiemeubel een paar apparaten met een netwerkaansluiting bevat. Denk aan een smart-tv, spelcomputer, mediaspeler en stereoset. Een switch met vijf poorten kun je kopen vanaf zo'n twintig euro, terwijl een exemplaar met acht poorten zo'n dertig euro kost. Naast switches waar je niets aan kunt instellen, zijn er ook managed switches waarmee je netwerkverkeer kunt beïnvloeden en meerdere virtuele netwerken (VLAN) kunt maken. Dat laatste kan van pas komen als je bijvoorbeeld IP-televisie hebt waarvan het verkeer over een eigen netwerk moet lopen (een aparte netwerkpoort op de router voor internet en televisie). Je hebt dan zowel in je meterkast als bij je televisie een managed switch nodig. Dat zou je echter ook al in je meterkast kunnen oplossen door een wandcontactaansluiting daar te patchen naar een televisieaansluiting op de router.

Om meerdere televisieaansluitingen te patchen kun je een tweede switch in je meterkast hangen. Gebruik je een modem/router met fast-ethernetpoorten (100 Mbit/s), dan is het interessant om ook als je eventueel genoeg zou hebben aan die vier poorten een losse gigabit-switch te gebruiken. Je sluit al je apparatuur aan op die gigabit-switch en vervolgens een kabel van de switch naar de switch van je modem/router. Zo kun je binnen je netwerk gebruik maken van gigabit-snelheden en word je niet beperkt door de snelheid van de poorten op je modem/router.

©PXimport

Let er bij de keuze van een switch op dat je hem aan de wand kunt monteren.

Wandcontactdozen

Voor het afmonteren van de netwerkkabel in een gebruiksruimte gebruik je wandcontactdozen. Deze zijn net als ander schakelmateriaal beschikbaar als inbouwvariant die in een inbouwdoos past of als opbouwvariant die je op de muur schroeft. Een complete inbouw wandcontactdoos heb je vanaf zo'n zes euro, terwijl een opbouwvariant vanaf zo'n zeven euro te koop is. Daarnaast kun je ervoor kiezen om te werken met afdekramen en centraalplaten van dezelfde fabrikant als de rest van het schakelmateriaal in je huis. Je hebt dan een binnenwerk nodig dat compatibel is met het schakelmateriaal.

De meeste wandcontactdozen of binnenwerken werken net als een patchpanel met LSA-stroken en monteer je dus af met de zogenoemde LSA punch down tool. Heb je wandcontactdozen met schroefcontacten, gebruik deze dan niet. Ze worden nog veel verkocht, maar zijn niet geschikt voor moderne gigabit-netwerken. Let er ook bij wandcontactdozen op dat je de T568B-standaard gebruikt, meestal zie je twee kleurcoderingen bij de aansluitingen en kies je dan voor B. Wanneer de aansluitingen genummerd zijn van 1 tot en met 8, dan kun je het T568B-schema gebruiken (zie verderop). Naast binnenwerken met LSA-stroken kun je net als bij patchpanelen gebruik maken van keystones.

De keystones verwerk je vervolgens in een speciaal muurplaatje dat geschikt is voor keystones. Ook deze muurplaatjes zijn verkrijgbaar in de schakelmateriaalseries van diverse fabrikanten. Wanneer alles gemonteerd is, is er functioneel geen verschil.

©PXimport

1. Voer de kabels door in je wandcontactdoos of patchpanel. Wij hebben voor deze foto de wandcontactdoos op tafel gelegd, normaal monteer je dit aan de kabel die uit je muur komt.

©PXimport

2. Leg de ader over de juiste aansluiting (zie kleurcodering of bij nummering het T568B schema verderop) Leg hem een beetje vast over de strook en zet je LSA punch down tool op de LSA-strook. Druk de LSA punch down tool vervolgens in tot je een klik hoort.

©PXimport

3. Sluit alle aders aan, de overbodige stukjes draad worden tijdens het aandrukken door de LSA punch down tool netjes afgesneden.

Patchkabels

Om het patchpanel aan te sluiten op een switch en om netwerkapparatuur aan te sluiten op een switch of wandcontactdoos gebruik je patchkabels. Dit zijn netwerkkabels met een soepele kern met aan beide kanten een RJ45-stekker. Wij raden je aan om kant-en-klare bekabeling te gebruiken. Je hoeft dan zelf geen stekkers op kabels te knijpen. Wil je patchkabels hebben die precies op lengte zijn, dan kun je ze uiteraard ook zelf maken. Doe dit wel alleen met Cat 5e of Cat 6. De netwerkkabel dient soepele aders te hebben en je gebruikt RJ45-stekkers bedoeld voor soepele aders. Handig zijn stekkertjes met een los positioneringsblokje waarmee de acht aders er eenvoudiger in te steken zijn. Je hebt voor het zelf maken van patchkabels ook een krimptang nodig.

Je begint het maken van een patchkabel met het op lengte knippen van de kabel waarbij je hem zo'n 6 centimeter langer maakt dan uiteindelijk de bedoeling is. Als je de stekker wilt voorzien van een knikbeschermer, schuif die er dan alvast op. Verwijder zo'n drie centimeter van de isolatie met een kabelstripper of voorzichtig met een mesje. Vervolgens ontvlecht je de acht aders tot het punt waarop je de isolatie hebt weggehaald. Leg de acht aders in de juiste volgorde. Deze volgorde staat bekend als T568B en vind je verderop. Knip de aders af zodat ze ongeveer één centimeter lang zijn. Schuif de aders nu in de RJ45-stekker zover als mogelijk. Er moet dan ook een stukje van de buitenste mantel in de stekker verdwijnen voor de trekontlasting.

Stop de RJ45-plug nu in de krimptang en knijp de tang dicht. De stekker zal nu vastklikken op de kabel en de acht aders zullen doorboord worden door de tandjes in de RJ45-stekker. Herhaal dit aan de andere kant van de kabel en de patchkabel is af.

©PXimport

1. Knip de kabel op lengte met de ingebouwde schaar in de krimptang of een normale schaar. Schuif eventueel alvast een knikbeschermer om de kabel als je dat wilt.

©PXimport

2. Strip de buitenste mantel met een kabelstripper of een ander mesje (pas op dat je de aders niet beschadigt) tot circa drie centimeter.

©PXimport

3. Ontrafel de aders tot het punt waar je de mantel hebt gestript.

©PXimport

4. Sorteer de aders in de juiste volgorde (zie het T568B schema verderop) en knip ze op ongeveer een centimeter recht af.

©PXimport

5. Schuif de kabel helemaal in de stekker en controleer of de aders onder de pinnetjes vallen. De buitenste mantel moet onder de inkeping vallen.

©PXimport

6. Stop de RJ45-plug in de krimptang en knijp tot je een klik hoort. De RJ45-stekker zit nu vast op de kabel.

©PXimport

Houd bij het maken van een netwerkkabel de T568B-aansluitvolgorde aan. De lip moet naar onder staan. Ook LSA-stroken moet je in deze volgorde aansluiten. Meestal is er een kleurcodering voor B, anders moet je de juiste kleur op het juiste cijfer aansluiten.

Kabel testen

Na montage kun je de kabel testen met een kabeltester als je die hebt, maar je kunt de kabel ook in gebruik nemen en kijken of hij het goed doet. Je kunt in Windows controleren of je pc een gigabit-verbinding opzet. Klik in Windows 7 of 8 in het systeemvak met rechts op het netwerkpictogram en kies Netwerkcentrum openen. Klik vervolgens op LAN-verbinding (Windows 7) of Ethernet (Windows 8). Als er naast snelheid 1,0 Gbps staat, dan zet Windows netjes een gigabit-verbinding op. Uiteraard moet de pc wel verbonden zijn met een gigabit-switch. Heb je een netwerkkaart van Realtek of Intel, dan kun je via software van de netwerkadapter testen of je bekabeling goed is. Heb je een Intel-netwerkadapter, dan vind je in het apparaatbeheer na het dubbelklikken op de netwerkadapter een test op het tabblad Link Speed. Klik vervolgens op Diagnostics, open het tabblad Cable en druk op Run Test.

Gebruikers van een Realtek-adapter kunnen de Realtek Ethernet Diagnostic Utility downloaden: klik op deze pagina de downloadlink aan naast 8111DP DASH All-In-One. Klik na installatie in het linkermenu op Cable en vervolgens op Test. Realteks software laat per aderpaar zien of de kabel goed is.

©PXimport

Fabrikanten van netwerkkaarten (zoals hier Realtek) bieden tooltjes om de kabel te testen.

Gebruik een goede krimptang!

Voor het beste resultaat gebruik je een krimptang die de stekker gelijkmatig dichtdrukt. Bij de goedkoopste krimptangen zit het krimpgedeelte in de scharnierrichting van de tang waardoor sommige pinnetjes later en minder hard worden aangedrukt dan andere pinnetjes. Bij de tang die wij gebruiken voor de foto's op deze pagina zit het krimpgedeelte haaks op de scharnierrichting en wordt de knijpbeweging omgezet in een gelijkmatige drukbeweging.

©PXimport

Gebruik een wat duurdere krimptang omdat de goedkoopste exemplaren de connectoren niet allemaal goed aandrukken.

Alternatief: powerline-adapters

Soms is kabels trekken voor een netwerkaansluiting niet mogelijk, maar heb je wel een bekabelde netwerkaansluiting nodig. Je kunt dan gebruik maken van Powerline-adapters. Deze adapters maken de wandcontactdozen voor elektriciteit geschikt voor netwerkcommunicatie. De geadverteerde snelheid is 500 Mbit/s, maar de echte maximale snelheid is zo'n 130 Mbit/s, en in de praktijk kan dit nog een stuk langzamer zijn. Het is dus zeker geen volwaardig alternatief voor een echte gigabit-netwerkkabel. Voor het delen van een internetverbinding voldoen powerline-adapters doorgaans wel. Je hebt minstens twee powerline-adapters nodig: eentje waar je een netwerkaansluiting wilt hebben en eentje bij een router of switch die met je netwerk verbonden is.

Interessant zijn powerline-adapters met ingebouwde wifi, hiermee vergroot je eenvoudig het wifi-netwerk in je huis zonder dat je kabels hoeft te trekken. Naast powerline-adapters bestaan er ook soortgelijke MoCa-adapters die coaxbekabeling geschikt maakt voornetwerkcommunicatie, bijvoorbeeld de Hirschmann Moka 16.

▼ Volgende artikel
Review Arlo Essential 3 2K-Pan-Tilt-Zoom – eerder basaal dan essentieel
© Wesley Akkerman
Zekerheid & gemak

Review Arlo Essential 3 2K-Pan-Tilt-Zoom – eerder basaal dan essentieel

Arlo is geen onbekende naam op de markt voor beveiligingscamera's. Met de Essential 3-lijn wil het bedrijf beveiligingscamera's uitbrengen die voldoen aan allerlei (kwaliteits)eisen, voor een zo laag mogelijk bedrag. Lukt dat met de Arlo Essential 3 2K-Pan-Tilt-Zoom?

Goed
Conclusie

Ondanks dat we onder de indruk zijn van de hardware-kwaliteiten van de Arlo Essential 3 2K-Pan-Tilt-Zoom zijn we toch minder geneigd het systeem direct aan te bevelen. Zeker wanneer je meer uit het systeem wilt halen, moet je bereid zijn dieper in de buidel te tasten. Met een Eufycam S4 ben je aanvankelijk meer kwijt bij de aanschaf, maar daar kun je op de langere termijn veel geld besparen – daar zitten essentiële functies namelijk niet achter een betaalmuur.

Plus- en minpunten
  • Prima beeld- en audiokwaliteit
  • Automatisch volgsysteem
  • Pannen, zoomen en tilten werken goed
  • Aansluiten zo gedaan
  • Overzichtelijke app
  • Beeld buiten kan ruis vertonen
  • Essentiële functies zitten achter betaalmuur
  • Geen lokale opslagmogelijkheid

De Arlo Essential 3 2K-Pan-Tilt-Zoom-beveiligingscamera voor buiten en binnen heeft een prijskaartje van 199,99 euro voor een set van twee camera's. Een enkele camera kost 149,99 euro. Dat is 150 euro minder dan de uitstekende buitencamera die we onlangs van Eufy getest hebben. Op het eerste gezicht biedt het systeem twee slimme onderdelen aan, namelijk een Early Warning System (dat dreiging kan spotten voordat het uit de hand loopt) en een handig ontwerp dat privacy hoog in het vaandel heeft.

Handig ontwerp, onhandige kabel

Om met dat laatste te beginnen: de binnenlens draait automatisch omlaag als de camera uit staat. Een kleiner sluiter had ook gekund, maar dit past perfect bij het karakter. In de actieve modus volgt de camera beweging stil en accuraat. Maar als je wil, kun je alles ook handmatig volgen via een optie binnen de app. Verder is deze camera uitgerust met een handige led-lamp en een sirene.

©Wesley Akkerman

Het grootste nadeel aan het ontwerp is dat de Arlo Essential 3 2K-Pan-Tilt-Zoom altijd een stroomkabel nodig heeft. Er zit géén accu in de beveiligingscamera. Aangezien het de bedoeling is dat je dit model aan een plafond of muur bevestigt, moet je dus rekening houden met kabelmanagement. Bovendien is er geen lokale opslagmogelijkheden aanwezig. Als je beelden voor later wilt bewaren, dan moet je een abonnement bij Arlo afnemen.

Duidelijke app, soms feed met ruis

De Arlo-app hebben we al we vaker geprezen om zijn heldere interface en handige functies, zoals inloggen met je vingerafdruk – en daar is niets aan veranderd. De 2k-videofeed is scherp en kleurrijk, maar heeft soms ook last van wat ruis wanneer je de camera buiten ophangt. De app biedt verder veel instellingen: van objectdetectie en privacyzones tot routines en vaste pan/tilt-posities. Mocht dit je eerste pan/tilt-camera zijn, houd dan wel rekening met een (korte) leercurve.

©Wesley Akkerman

Heel fijn aan de Arlo Essential 3 2K-Pan-Tilt-Zoom is dat je nachtzicht in kleur hebt. Daardoor zie je duidelijker wat er in je directe omgeving gebeurt dan wanneer je alleen naar grijstinten kijkt. De twee-weg audio is duidelijk en goed verstaanbaar. Je voorkomt een audio-feedbackloop (een pieptoon) door je telefoon niet vlak naast de camera te houden terwijl je spreekt. In de praktijk merk je daar weinig van, omdat je deze functie meestal gebruikt wanneer je niet thuis bent.

Arlo Intelligence

Arlo verbetert zijn software met Arlo Intelligence (kortweg: AI), dat unieke features toevoegt die vaak nog in bèta zijn. Een voorbeeld is de ingebouwde herkenning van vlammen, die sneller kan reageren dan een traditionele rookmelder. Een andere AI-functie maakt gedetailleerde samenvattingen van gebeurtenissen. Deze (nog in bèta) beschrijven veel preciezer wat er gebeurt: bijvoorbeeld dat een pakket wordt verplaatst, in plaats van alleen een algemene bewegingsmelding.

De meest essentiële functies zitten echter achter een betaalmuur. Zonder Arlo-abonnement mis je veel. Voor belangrijke features zoals video-opnames (zelfs van incidenten), automatische noodhulp en het instellen van specifieke activiteitenzones moet je namelijk maandelijks betalen.
Ja, de camera is functioneel zonder abonnement - maar voelt zonder abonnement wel erg kaal aan. Zo mis je zelfs basale opnamemogelijkheden, vanwege het gebrek aan SD-kaartondersteuning.

©Wesley Akkerman

We willen best begrijpen dat je voor een aantal functies moet betalen, omdat Arlo ook zijn eigen systemen moet trainen en onderhouden. Maar beelden zelf kunnen opslaan, zonder maandelijkse of jaarlijkse kosten, zien we toch echt als een basisfunctie. Nu is 5,99 euro per maand of 59,90 euro per jaar nog te overzien voor een enkele camera. Maar als je meer Arlo-producten gebruikt, dan kunnen de kosten al snel hoog oplopen (respectievelijk 12,99 of 129,90 euro).

Arlo Essential 3 2K-Pan-Tilt-Zoom kopen?

Ondanks dat we onder de indruk zijn van de hardware-kwaliteiten van de Arlo Essential 3 2K-Pan-Tilt-Zoom zijn we toch minder geneigd het systeem direct aan te bevelen. Zeker wanneer je meer uit het systeem wilt halen, moet je bereid zijn dieper in de buidel te tasten. Met een Eufycam S4 ben je aanvankelijk meer kwijt bij de aanschaf, maar daar kun je op de langere termijn veel geld besparen – daar zitten essentiële functies namelijk niet achter een betaalmuur.

▼ Volgende artikel
Luisterend oor: beter horen dankzij slimmere technieken
Huis

Luisterend oor: beter horen dankzij slimmere technieken

Na de telefoon en het horloge is nu het gehoorapparaat aan de beurt om te veranderen in een altijd-online slim apparaat. En daarbij gaat deze kleinste aller wearables, dankzij AI, neurale netwerken en de allernieuwste bluetoothvariant er meteen vol in. Van verguisd medisch hulpmiddel tot een soms noodzakelijke, maar ook steeds handiger gadget. Dat ook Apple zich nu in deze markt begeeft, zegt immers wel iets.

Een miljoen Nederlanders leven met slechthorendheid. Het hindert ze bij het luisteren naar muziek, het kijken naar de televisie en vooral bij de communicatie met anderen. Omdat slechthorendheid niet tot nauwelijks te herstellen is, blijft er weinig anders over dan het ondersteunen van het gehoor via een gehoorapparaat. Goed afgesteld dempt dit het omgevingsgeluid en versterkt belangrijke signalen zoals stemmen van andere mensen in een gesprek. Gehoorapparaten en draadloze oordopjes lijken op het eerste gezicht twee totaal verschillende producten: het een medisch hulpmiddel, het ander een gadget voor muziek, bellen en entertainment. Toch is deze scheidslijn de afgelopen jaren snel vervaagd. 

Een neuraal netwerk in het oor

Gehoorapparaten en draadloze oordopjes maken gebruik van vergelijkbare en vaak zelfs dezelfde technologieën: krachtige microfoons, digitale signaalverwerking, draadloze verbindingen en zelfs neurale netwerken en kunstmatige intelligentie. Moderne gehoorapparaten kunnen telefoongesprekken en muziek streamen, omgevingsgeluid filteren en zich automatisch aanpassen aan verschillende luisteromstandigheden: allemaal functies die ooit waren voorbehouden aan high-end audioapparatuur en premium headsets.

Tegelijkertijd hebben oordopjes functies gekregen als transparantiemodus, spraakversterking en gepersonaliseerd luisteren: technieken die rechtstreeks uit de gehoortechnologie komen. Volgens Apple zijn de AirPods Pro 2 daarom ook geschikt om als gehoorapparaat te worden gebruikt voor iedereen boven de 18 jaar met licht tot matig gehoorverlies. En ook Jabra, Sennheiser en Sony bieden soortgelijke oplossingen.

Wat is slechthorendheid?

Slechthorendheid wil zeggen dat iemand minder hoort dan gemiddeld. Het menselijk gehoor bestrijkt het geluidsspectrum van grofweg 20 Hz tot 20 kHz (20.000 Hz). De hoge tonen (richting de 20 kHz) verliest ieder mens al op jonge leeftijd, zoals ook bij eigenlijk iedereen het gehoor over de rest van het spectrum bij stijgende leeftijd achteruitgaat. Slechthorenden hebben boven-standaard verlies van het hoorvermogen op het hele spectrum of, en dat komt vaker voor, delen van het spectrum. Dit verlies kan aan één of aan beide oren zijn, en is zelden aan beide oren gelijk. De mate waarin gehoorverlies moet worden gecompenseerd verschilt dus per oor en verandert ook nog eens met de tijd. 

OTC of conventioneel

Wie via de conventionele route een gehoorapparaat koopt, doet dat veelal via een audicien of audioloog. De gehoorspecialist meet het gehoorverlies en stelt een oplossing op maat voor. Vaak zal dit een gehoorapparaat zijn, specifiek afgestemd op de persoonlijke situatie. Voor iedereen met licht tot matig gehoorverlies is er een alternatief: het OTC-gehoorapparaat. OTC staat voor over-the-counter, oftewel: vrij verkrijgbaar, zonder tussenkomst van een specialist. Vergelijk het met een leesbril die je bij de drogist koopt. Deze apparaten zijn doorgaans goedkoper en direct aan te schaffen: snel, simpel en zonder afspraak. Maar er zijn ook nadelen. OTC-apparaten bieden geen maatwerk, hebben minder instelmogelijkheden en de geluidskwaliteit is doorgaans minder dan bij een professioneel afgesteld apparaat. Ook zijn ze meestal niet medisch gecertificeerd en worden ze niet vergoed door de zorgverzekering.

OTC-gehoorapparaten hoeven er niet uit te zien als oordopjes. Deze zijn van Jabra, helaas niet beschikbaar in Nederland.

Cross-over van headsets en oordoppen

Is voor consumenten een gehoorapparaat iets totaal anders dan een set draadloze oordopjes, fabrikanten zien al heel lang hoe nauw deze productgroepen met elkaar verbonden zijn. Merken als Sony, Apple, Sennheiser en Jabra gebruiken hun kennis van headsets en oordoppen om een positie op de markt voor gehoorapparaten te krijgen. Andere merken, zoals Sonova, WS Audiologie, Dermant, GN, Starkey en Amplifon zijn daarin al decennia actief. Ze zijn door hun specialistische producten minder bekend, maar soms toch dichterbij dan menigeen denkt. Jabra en de SteelSeries-gamingproducten, waaronder headsets, zijn eigendom van GN. Sennheiser is eigendom van Sonova, de wereldmarktleider bij gehoorapparaten. En ondanks dat het zelf veel geluidskennis in huis heeft, werkt Sony nauw samen met WS Audiologie.

Een online gehoortest als onderdeel van een OTC-gehooradvies van Sonova-dochter Sennheiser (product niet beschikbaar in Nederland).

Apple AirPods Pro 2 als gehoorapparaat

Wie op de Apple-site de AirPods Pro 2 bekijkt, leest als snel van alles over gebruik van de oordopjes als gehoorapparaat. De basis hiervoor is de ruisonderdrukking van de AirPods Pro 2 en de mogelijkheid om met die oortjes zelf een gehoortest uit te voeren. Zo’n test bepaalt de mate van gehoorverlies en is de basis voor de afstelling van een gehoorapparaat. Doorgaans gebeurt dit door een audicien of in een audiologisch centrum, maar de AirPods Pro 2 kunnen het dus ook.

Met een iPhone en een set AirPods Pro 2 kan iedereen in enkele stappen zijn gehoor testen.

De manier van testen is ook niet heel anders. In combinatie met iPhone of iPad laat de AirPods Pro 2 een reeks tonen horen op verschillende frequenties en volumes. Door telkens wanneer je een geluid hoort op het scherm van de telefoon of tablet te klikken, leert de app welke geluiden wel en niet worden waargenomen en op welk volume.

De test wordt voor het linker- en rechteroor apart doorlopen om de gehoorschade per oor te meten. Vervolgens wordt een persoonlijk profiel gemaakt, waarbij toonhoogtes die niet of minder goed gehoord worden, voortaan versterkt worden afgespeeld. Volgens Apple is de meting goed genoeg, maar komt een audiogram van een hoorzorgprofessional mogelijk beter overeen met het actuele gehoorvermogen. Heb je zo’n audiogram, dan is het ook mogelijk die in te laden en te gebruiken voor het persoonlijk profiel.

Het audiogram van de gehoortest met een iPhone en twee AirPods Pro 2 wordt door Apple in de Gezondheidsapp bewaard.

Een audiogram lezen

Een audiogram is de grafische weergave van iemands gehoor. Het wordt gebruikt om de mate van gehoorverlies weer te geven. Een audiogram heeft twee assen, op de verticale staat de toonsterkte in decibel (dB), op de horizontale de toonfreguentie/toonhoogte in hertz (Hz). De punten in de audiogram laten zien wat iemand nog hoort (de gehoordrempel). Een audiogram bestaat altijd uit een curve voor het rechter- en een voor het linkeroor. In het algemeen geldt dat hoe hoger de lijnen in het audiogram zijn, hoe beter het is.

Een professioneel audiogram zoals deze gemaakt bij Sonova bevat veel details en kijkt ook naar horen in een lawaaiige omgeving, spraak en telefoneren.

Luister je wel?

Met de ruisbeheersing (zoals Apple het noemt) ingesteld op Transparantie, functioneren de AirPods Pro 2-oordopjes als gehoorapparaat. Ze filteren wat zij denken dat ongewenst geluid is en versterken wat op basis van de meting versterkt moet worden. Gesprekken een-op-een en in kleine groepen zijn duidelijk beter verstaanbaar, in grote groepen en lawaaiige omgevingen zoals een restaurant schieten de AirPods Pro 2 nog tekort.

Volume, balans en toon van het geluid kunnen via de app worden aangepast en ook zijn er instellingen om het volume van media aan te passen aan het omgevingsgeluid of wanneer een gesprek wordt gestart. Een echte fijnmazige equalizer ontbreekt en het lukt ook niet het geluid van de Microsoft Natural Keyboard Pro (het favoriete toetsenbord van de auteur van dit artikel) dat door de AirPods Pro 2 onwerkbaar hard versterkt wordt, te temmen zonder de werking als gehoorapparaat teniet te doen.

In de Transparantie-modus functioneren de AirPods Pro 2 als gehoorapparaat.

Zichtbaarheid

Een beperking om de AirPods Pro 2 als gehoorapparaat te gebruiken is de accuduur. Met zes uur bij onafgebroken gebruik kom je een werkdag niet door. De grootste drempel is de vormgeving. De AirPods Pro 2 zijn relatief groot, opvallend wit en zeer zichtbaar. Iedereen weet bovendien dat ze gemaakt zijn om naar muziek of andere media te luisteren en mensen vermoeden dan ook dat je dat doet. Iedereen met wie je praat, zal vermoeden of denken dat je juist geen contact wilt. Men wil je niet storen bij wat men denkt dat je doet. Uitleggen dat je de oortjes gebruikt om deel te nemen aan het gesprek helpt, maar is niet altijd voldoende.

De AirPods Pro 2 zijn nadrukkelijk zichtbaar en wekken daarmee de indruk dat iemand andere dingen doet of wil doen dan deelnemen aan een gesprek.

Een audiogram maken zonder Apple

Benieuwd naar de kwaliteit van het eigen gehoor, maar niet in het bezit van een stel AirPods Pro 2? Met een iPhone en de Mimi-app is het mogelijk ook met andere oortjes de gehoorkwaliteit te meten. De app werkt het best met oortjes van Beats, Bose, JBL, Nothing, Samsung, Skullcandy en Sony. Met een andere headset of oordoppen werkt de test ook, maar is de meting minder betrouwbaar.

Ook voor Android zijn er apps om een gehoormeting te doen, zoals Gehoortest en Hearing Test. Samsung heeft geen eigen gehoortest-app en ook geen roadmap voor draadloze oortjes die als gehoorapparaat te gebruiken zijn, zo laat het bedrijf ons weten.

De Mimi-app ondersteunt ook andere oortjes dan alleen de AirPods Pro 2 om een gehoortest uit te voeren. 

Conventionele gehoorapparaten

Gehoorapparaten zijn er in verschillende modellen, maar bijna allemaal klein en niet of nauwelijks zichtbaar. Ze hinderen hierdoor ook niet in de communicatie zoals de AirPods Pro 2 dat wel doen. Gehoorapparaten worden bijna uitsluitend via een audicien of audiologisch centrum gekocht waarbij de professional de hoortest doet en adviseert bij de productkeuze. Gehoorapparaten zijn echt fors duurder dan bijvoorbeeld een set AirPods Pro 2.

Een achter-het-oor gehoorapparaat zoals deze van Phonak is nauwelijks zichtbaar en daardoor niet van invloed op een gesprek.

In 2013 introduceerde GN met de ReSound LiNX een gehoorapparaat dat met een iPhone verbonden kon worden en waarmee bijvoorbeeld het volume kon worden aangepast en ook streaming mogelijk werd. De basis hiervoor was de Apple-implementatie van Bluetooth Low Energie (BLE) bekend als Made for iPhone (MFi). Het door Google ontwikkelde MFi-alternatief ASHA (Audi Streaming or Hearing Aids) werd nooit een succes. Het maakte vooral duidelijk dat er behoefte was aan een platformonafhankelijk communicatieprotocol met ondersteuning voor zowel iOS als Android zoals Sonova dat met zijn universele bluetooth-ondersteuning altijd al bood.

Made for iPhone was jarenlang de min-of-meer standaard voor het koppelen van gehoortoestellen aan een mobiel apparaat.

BLE Audio en Auracast

De toekomst van connectiviteit voor gehoorapparaten én oordopjes heten Bluetooth LE Audio en Auracast. Twee open standaarden die de efficiënte LC3-codec gebruiken voor betere geluidskwaliteit bij lager energieverbruik. Bovenop BLE Audio komt Auracast. Dit is een vorm van multi-stream audio die goed te vergelijken is met wifi. Met Auracast kunnen meerdere mensen tegelijk naar dezelfde audio luisteren, bijvoorbeeld in theaters, op vliegvelden maar ook tijdens vergaderingen. Had MFi de mogelijkheid een smartphone als remote-microfoon te gebruiken voor één persoon met gehoorverlies, met Auracast kan het dan voor meerdere gebruikers. Auracast kent nog wel enkele uitdagingen zoals een vertraging van enkele milliseconden waardoor het nu nog minder geschikt is voor scenario’s waarin beeld en geluid synchroon moeten lopen. Een aparte ontvanger die de gehoorapparaten verbindt met de tv heeft dan nog altijd voordelen.

Op dit moment is het aantal gehoorapparaten dat Bluetooth LE Audio en Auracast ondersteunt nog beperkt. GN biedt het op enkele modellen en heeft een Auracast Assistant in de smartphone-app geïntegreerd. Bij de nieuwste gehoorapparaten van Sonova is de hardware geschikt, maar is een firmware-update nodig die te activeren. Apple ondersteunt momenteel noch BLE Audio noch Auracast. Volgens PR-manager Martijn Kroonstuiver van Apple is Auracast wel een geweldige volgende stap. Onbekend is of en wanneer Apple het gaat ondersteunen.

Auracast is een multi-streamprotocol voor bluetooth-audio en laat zich goed vergelijken met hoe wifi werkt.

Maximale marktwerking, minimale inspraak

“Nergens heeft marktwerking in de zorg zulke negatieve effecten als bij hoortoestellen,” aldus de landelijke KNO-artsenvereniging. Stichting Hoormij, de belangenvereniging van mensen met gehoorproblemen, de Consumentenbond en het Zorginstituut Nederland delen deze kritiek: de koper heeft nauwelijks keuzevrijheid, ziet niet wat er beschikbaar is en krijgt zelden het hoortoestel dat hij nodig heeft. De keuze wordt vergaand bepaald door de audicien en de verzekeraar. De eerste is lang niet altijd onafhankelijk, de tweede bepaalt welke toestellen worden vergoed: maximaal 75 procent voor categorie 1 t/m 5. De beste (categorie 6) worden helemaal niet vergoed, ook niet als een specialist ze nodig vindt bijvoorbeeld vanwege werk of andere omstandigheden. De kosten die kunnen oplopen tot 6000 euro zijn dan geheel voor eigen rekening. 

AI en neurale netwerken

In de nieuwste premium modellen van bijna alle fabrikanten zit eigen hard- en software voor kunstmatige intelligentie. Neurale netwerken zijn uitermate geschikt om patronen te herkennen en worden ingezet om nog beter te begrijpen welk geluid relevant is en ook welke stemmen. Dus niet de harde prater van twee tafels verderop, maar de personen aan de eigen tafel. Het resultaat in een restaurant was met de Phonak Audéo Sphere Infinio gehoorapparaten duidelijk beter dan met de AirPods Pro 2. Ook werd het geluid van het Microsoft-toetsenbord niet versterkt.

Horen met de bril

Een bril én een gehoorapparaat laten zich vaak lastig combineren. De Franse brillenproducent EssilorLuxottica gelooft wel in de combinatie en brengt via dochtermaatschappij Nuance Audio een bril uit die als gehoorapparaat functioneert. De bril bevat aan de voorzijde zes microfoons die het geluid registreren en via twee speakers bij de oren versterkt afspelen. De bril werkt tot acht uur, is oplaadbaar en compatible met Android en iOS. Er is keuze uit twee brillenglazen, wil je die op sterkte dan moet de bril daarvoor naar de opticien. De bril is op dit moment alleen in de VS en het VK verkrijgbaar.

Het gebruik van AI kost veel rekenkracht en betekent dat de maximale gebruiksduur van dit specifieke model bijvoorbeeld teruggaat van zeventien uur zonder AI naar zes uur bij maximaal gebruik van AI. De AI afhankelijk van het omgevingsgeluid automatisch te laten in- en uitschakelen levert genoeg tijdswinst op om een werkdag door te komen. Dat kan ook met tussentijds even kort opladen. Fabrikanten wachten met smart op innovaties in batterijtechniek om behalve voor het geluid, AI ook te kunnen gebruiken voor andere innovaties zoals spraakassistenten of live-vertaling.

De DeepSonic-chip is de AI-machine in de nieuwste gehoorapparaten van Phonak.

App en data

Belangrijk bij al deze functionaliteit is de app. Apple gebruikt voor de AirPods Pro 2 vooral de Gezondheidsapp in iOS, maar voegt slimmigheidjes toe. Zo krijgen de AirPods Pro 2 een prominente plek in het instellingenmenu van iOS zodra de iPhone met de oortjes is verbonden. Apps van de traditionele gehoorapparatenfabrikanten hebben snel bijgeleerd. Phonak, dat nooit MFi heeft omarmd maar altijd de volledige klassieke bluetooth heeft ondersteund, heeft een uitgebreide app met identieke functionaliteit binnen iOS en Android.

Beter horen met Sonos

Beter horen hoeft niet altijd de vorm van een headset of gehoorapparaat te hebben. Sonos biedt op de Arc Ultra-soundbar de mogelijkheid gesproken tekst beter hoorbaar te maken zonder het geluid van de film of televisie-uitzending aan te passen. De Spraakverbetering versterkt gericht de audiofrequenties die geassocieerd worden met de menselijke stem. Op dit moment beschikt alleen de Arc Ultra-soundbar over voldoende rekenkracht hiervoor. Sonos ontwikkelde de functionaliteit in samenwerking met het Engelse Royal National Institute for Deaf People.

Een gehoortest ontbreekt, maar wel kunnen eigen profielen worden gemaakt voor verschillende situaties, zoals in een restaurant of theater, en is eenvoudig hiertussen te wisselen. Ook zijn eerste Health-functies aanwezig. De gehoorapparaten tellen nu al stappen en calorieën, maar dit gaat ongetwijfeld in de toekomst nog verder uitgebreid worden.

Zoals we in een eerder artikel over de waarde van gezondheidsdata van smartwatches zagen, is in het oor een zeer betrouwbare plek om bijvoorbeeld veranderingen in de temperatuur te meten. Ook ligt vanwege de toch vaak iets hogere leeftijd van de gebruikers zoiets als valdetectie en automatische alarmering erg voor de hand.

De Audéo Sphere Infinio-gehoorapparaten van Phonak maken dankzij AI de gesprekken een lawaaiige omgeving echt beter verstaanbaar.

Conclusie

De technologische kruisbestuiving tussen gehoorapparaten en draadloze oordoppen zorgt ervoor dat beide apparaten slimmer, compacter en beter afgestemd zijn op persoonlijke audiobehoeften. Mediagebruik en gebruiksgemak verbeteren razendsnel en beloven met de komst van Bluetooth LE Audio en Auracast nog veel beter te worden. Vooral gehoorapparaten hebben een enorme sprong gemaakt en combineren de kwaliteit van oordoppen met de geluidskwaliteit van gehoorapparaten. Het is spijtig dat de Nederlandse zorgverzekeraars deze innovaties niet belonen maar juist ontmoedigen.