ID.nl logo
Het beste thuisnetwerk - Deel 1: Aanleggen
© Reshift Digital
Huis

Het beste thuisnetwerk - Deel 1: Aanleggen

Steeds meer elektronica vereist een verbinding met het thuisnetwerk en internet. Het wordt dus belangrijker om overal in huis goede verbindingsmogelijkheden te hebben. In twee delen laten we zien waar je aan moet denken bij het opzetten van je netwerk zodat jij het beste thuisnetwerk kunt bouwen.

De tijd dat alleen je pc verbonden was met internet ligt al ver achter ons. Ook je smart-tv, spelcomputer, mediaspeler, settopbox, NAS en netwerkprinter verlangen een netwerkverbinding. Meestal kan dat via wifi, maar een 'ouderwetse' kabel werkt vaak beter. We besteden in dit artikel daarom aandacht aan zowel het bedrade als het draadloze gedeelte van het thuisnetwerk. In dit eerste deel gaan we aan de slag met kabels, werken we die af met netwerkaansluitingen en plaatsen we apparatuur. In een tweede artikel stellen we de (draadloze) mogelijkheden van de router in.

Wifi is de afgelopen jaren zowel qua snelheid als bereik sterk verbeterd, maar daar staat tegenover dat doordat iedereen wifi gebruikt dit de prestaties negatief beïnvloedt. Kabels zijn daarom nog steeds erg belangrijk en vormen de basis van een goed netwerk. Netwerkkabels zijn te koop in verschillende snelheidscategorieën. Voor een gigabit-verbinding is minimaal een Cat 5e-kabel noodzakelijk. Naast Cat 5e-kabels zijn er ook betere kabels te koop die aangeduid worden met Cat 6, Cat 6a en Cat 7. Uiteraard zijn ook deze betere kabels geschikt voor een gigabit-netwerk. Wie een toekomstgericht netwerk wil aanleggen, denkt misschien al verder dan gigabit.

Voor 10 Gbit/s is een standaard die gebruik maakt van Cat 6a-bekabeling (10GBASE-T). Officieus is ook Cat 6 geschikt voor 10 Gbit/s mits de kabellengte beperkt blijft. Wil je echter zeker weten dat je netwerk op termijn ook geschikt is voor een snelheid van 10 Gbit/s, dan moet je Cat 6a-bekabeling gebruiken. Dat is wel een stuk prijziger, want honderd meter Cat 6a-bekabeling kost zo'n 120 euro, terwijl 100 meter Cat 5e-bekabeling 40 euro kost. Zelf hebben wij gekozen om vooralsnog Cat 5e-bekabeling te verwerken en pas in de toekomst over te stappen op Cat 6a-bekabeling indien dat noodzakelijk wordt.

©PXimport

Je kunt Cat 5e-kabel kopen in een rol van 100 meter.

Vast of soepel?

Met de keuze voor een snelheidscategorie ben je er niet, want er zijn kabels met vaste (solid) en soepele (stranded) kern te koop. Netwerkkabels met een vaste kern bevatten aders die uit één koperdraad bestaat, terwijl bij een kabel met soepele kern een ader uit meerdere heel dunne koperdraadjes bestaat. Een netwerkkabel met vaste kern is daardoor minder soepel dan een netwerkkabel met soepele kern. Je gebruikt een netwerkkabel met vaste kern op vast geïnstalleerde verbindingen in je netwerk, bijvoorbeeld in de muur, terwijl je kabels met soepele kern op flexibele plekken in je netwerk gebruikt (bijvoorbeeld tussen een wandcontactdoos en pc). Dit is vergelijkbaar met elektriciteitsbedrading. In je huis zijn in de muren elektriciteitskabels met een vaste kern geïnstalleerd, terwijl de netsnoeren van apparatuur en verlengdozen elektriciteitskabels met een soepele kern bevatten.

©PXimport

Een vaste kabel (onder) bevat aders uit één stuk koperdraad, terwijl een soepele kabel (boven) aders bevat die uit een aantal dunne koperdraadjes bestaan.

Kabels trekken

Als je geluk hebt, dan lopen er vanaf iedere ruimte in je huis loze leidingen naar een centraal punt (meestal de meterkast) die je kunt gebruiken om netwerkkabels doorheen te trekken. Zijn er geen leidingen, dan zul je zelf creatieve oplossingen moeten bedenken. Waarschijnlijk ontkom je er dan niet aan om een gat in een muur of vloer te boren en te werken met kabelgoten. Ook kun je zelf leidingen infrezen. Gebruik in ieder geval nooit de pvc-buizen waar al elektrabekabeling doorheen loopt voor netwerkbekabeling. Je zou ook kunnen proberen om coax- of telefoniebekabeling die je niet gebruikt uit een leiding te trekken, waarna je de leiding gebruikt voor netwerkbekabeling.

In een loze leiding passen zonder al te veel problemen twee Cat 5e-kabels. Cat 6- en Cat 6a-kabels bevatten een kunststof binnenkern die ervoor zorgt dat de aderparen beter op hun plek blijven. Het nadeel hiervan is dat deze kabels wat stugger en dikker zijn en daardoor lastiger door een leiding te trekken zijn. Zeker als er een aantal bochten in de leiding zit, wordt het lastig om twee Cat 6- of 6a-kabels te trekken. In een loze leiding zit meestal een contactdraad, doorgaans normaal elektriciteitsinstallatiedraad. Officieel is deze draad alleen bedoeld om te achterhalen welke loze leiding naar welke ruimte loopt.

Het is eigenlijk niet de bedoeling dat je netwerkkabels met behulp van de contactdraad door de leiding trekt. Deze draad gebruik je om de trekveer door de buis te leiden. In het geval van de relatief soepele Cat 5e-kabels kun je de contactdraad vaak wel gebruiken om de kabel te trekken. Officieel dien je echter een trekveer te gebruiken waaraan je de netwerkkabels bevestigt door de gestripte koperdraadjes aan het oogje te bevestigen. Met behulp van duct tape kun je de kabel extra vastmaken. Een eventueel aanwezige contactdraad kun je dan gebruiken om de trekveer eerst door de leiding te helpen.

Werk met zijn tweeën: de ene persoon trekt aan de veer terwijl de andere persoon aan de andere kant van de leiding de kabel invoert. Loopt de kabel stroef, dan kun je talkpoeder of speciaal vet gebruiken voor wat smering. Gebruik geen groene zeep of afwasmiddel, dat wordt hard waardoor de kabel gaat plakken.

©PXimport

Als je geluk hebt komen in je meterkast loze leidingen uit die lopen naar de ruimte waar je een netwerkaansluiting wilt maken.

Volledig koper

Goede netwerkkabels zijn gemaakt van koper. Helaas zijn er ook fabrikanten die Cat 5e-kabels maken waarvan de aders gemaakt zijn van aluminium of staal met een laagje koper. Het voordeel lijkt duidelijk: dit is goedkoper dan koper. Bij heel korte afstanden tot een meter gaat dit meestal nog wel goed, bij wat langere kabels wordt een gigabit-snelheid vaak niet meer gehaald. Verzeker je er dus van dat je kabels aanschaft die volledig uit koper vervaardigd zijn. Bij kabels die uit aluminium zijn vervaardigd, zul je de term CCA (Copper Clad Aluminium) kunnen tegenkomen, terwijl kabels waarin staal is gebruikt aangeduid worden met CCS (Copper Clad Steel).

Afwerken in de meterkast

In veel huizen komt de internetverbinding binnen in de meterkast en tevens komen leidingen vanuit alle ruimtes in huis uit op de meterkast. Je zou ervoor kunnen kiezen om netwerkkabels die de meterkast binnenkomen te voorzien van een RJ45-stekker en deze zo in de router of switch steken. Dit is echter niet zo netjes, bovendien raden we RJ45-stekkertjes die geschikt zijn om op een vaste kern te knijpen ook niet aan. Het is afhankelijk van het aantal netwerkkabels dat in je meterkast binnenkomt, welke afwerking dan wel het handigst is. In de meeste gevallen zullen er bij gebruik van dubbele wandcontactdozen zes tot acht netwerkkabels in je meterkast binnenkomen. In dat geval is een desktop-patchkastje de aangewezen oplossing om de bekabeling af te werken. Anders dan de naam doet vermoeden schroef je een desktop-patchkastje eenvoudig aan de muur waarna je acht of twaalf netwerkkabels kunt afmonteren.

Heb je minder kabels om af te werken, dan kun je dubbele wandcontactdozen in opbouwuitvoering gebruiken. Heb je meer dan twaalf netwerkkabels, dan kun je werken met meerdere desktop-patchkastjes of uitwijken naar rekmontage ('rack mounted'). Er zijn twee rekmaten: tien inch en negentien inch breed. Zowel voor tien inch als negentien inch kun je beugels of kastjes kopen om apparatuur op een muur te monteren.

©PXimport

Werk de netwerkkabels in de meterkast af met een patchpanel.

Behalve patchpanelen kun je ook andere apparatuur voor rekmontage kopen zoals switches, stekkerdozen en plankjes om bijvoorbeeld een router op te zetten. Je sluit de netwerkkabels die uit de muur komen aan op de poorten van het patchkastje of patch panel met behulp van LSA-stroken. Later laten we zien hoe je LSA-stroken gebruikt. Als alternatief voor een compleet patchpaneel kun je bij gebruik van rekmontage ook kiezen voor keystones. Dit zijn netwerkaansluitingen die je direct op de kabel monteert en vervolgens in een speciale 10 of 19 inch plaat klikt.

Ook keystones maken gebruik van LSA-stroken, al zijn er ook varianten die je zonder gereedschap kunt dichtklikken. Je hebt voor een rek of beugel uiteraard wel genoeg ruimte in je meterkast nodig. Voor het aansluiten van de patchpoorten op een switch kun je korte netwerkkabels van 25 centimeter kopen. Je kunt via de patchkast of het patchpanel ook telefonie naar een netwerkaansluiting in een andere ruimte patchen. Gebruikt wel adaptertjes van RJ11 naar RJ45 om te voorkomen dat de kleinere RJ11-stekkertjes de buitenste pinnen van de aansluiting beschadigt.

Switch

Indien mogelijk geven wij de voorkeur aan het bedraad aansluiten van netwerkapparaten. Een kabel is nog altijd stabieler én sneller dan een wifi-signaal. Uiteraard moet het wel mogelijk zijn om al die kabels aan te sluiten op ons netwerk. De switch is het apparaat dat dit mogelijk maakt. Een switch is kastje met meerdere netwerkpoorten waarmee één netwerkkabel als het ware gesplitst wordt naar bijvoorbeeld vijf, acht of zestien aansluitingen. Ook je router bevat een switch met doorgaans vier poorten. Als je in iedere kamer een dubbele netwerkaansluiting wilt maken, zijn die vier poorten te weinig. Houd er rekening mee dat je door het aansluiten van de switch op je netwerk één poort op beide verbonden switches verliest. Voor thuisgebruik maakt het eigenlijk niet zoveel uit welke switch je koopt zolang hij maar gigabit-snelheden ondersteunt. Let er bij de aanschaf wel op dat hij geschikt is voor wandmontage.

Een switch is niet alleen handig in een centraal punt in je netwerk zoals in de meterkast, ook in de vertakkingen van je netwerk kan een switch goede diensten bewijzen. Het is helemaal niet vreemd als je televisiemeubel een paar apparaten met een netwerkaansluiting bevat. Denk aan een smart-tv, spelcomputer, mediaspeler en stereoset. Een switch met vijf poorten kun je kopen vanaf zo'n twintig euro, terwijl een exemplaar met acht poorten zo'n dertig euro kost. Naast switches waar je niets aan kunt instellen, zijn er ook managed switches waarmee je netwerkverkeer kunt beïnvloeden en meerdere virtuele netwerken (VLAN) kunt maken. Dat laatste kan van pas komen als je bijvoorbeeld IP-televisie hebt waarvan het verkeer over een eigen netwerk moet lopen (een aparte netwerkpoort op de router voor internet en televisie). Je hebt dan zowel in je meterkast als bij je televisie een managed switch nodig. Dat zou je echter ook al in je meterkast kunnen oplossen door een wandcontactaansluiting daar te patchen naar een televisieaansluiting op de router.

Om meerdere televisieaansluitingen te patchen kun je een tweede switch in je meterkast hangen. Gebruik je een modem/router met fast-ethernetpoorten (100 Mbit/s), dan is het interessant om ook als je eventueel genoeg zou hebben aan die vier poorten een losse gigabit-switch te gebruiken. Je sluit al je apparatuur aan op die gigabit-switch en vervolgens een kabel van de switch naar de switch van je modem/router. Zo kun je binnen je netwerk gebruik maken van gigabit-snelheden en word je niet beperkt door de snelheid van de poorten op je modem/router.

©PXimport

Let er bij de keuze van een switch op dat je hem aan de wand kunt monteren.

Wandcontactdozen

Voor het afmonteren van de netwerkkabel in een gebruiksruimte gebruik je wandcontactdozen. Deze zijn net als ander schakelmateriaal beschikbaar als inbouwvariant die in een inbouwdoos past of als opbouwvariant die je op de muur schroeft. Een complete inbouw wandcontactdoos heb je vanaf zo'n zes euro, terwijl een opbouwvariant vanaf zo'n zeven euro te koop is. Daarnaast kun je ervoor kiezen om te werken met afdekramen en centraalplaten van dezelfde fabrikant als de rest van het schakelmateriaal in je huis. Je hebt dan een binnenwerk nodig dat compatibel is met het schakelmateriaal.

De meeste wandcontactdozen of binnenwerken werken net als een patchpanel met LSA-stroken en monteer je dus af met de zogenoemde LSA punch down tool. Heb je wandcontactdozen met schroefcontacten, gebruik deze dan niet. Ze worden nog veel verkocht, maar zijn niet geschikt voor moderne gigabit-netwerken. Let er ook bij wandcontactdozen op dat je de T568B-standaard gebruikt, meestal zie je twee kleurcoderingen bij de aansluitingen en kies je dan voor B. Wanneer de aansluitingen genummerd zijn van 1 tot en met 8, dan kun je het T568B-schema gebruiken (zie verderop). Naast binnenwerken met LSA-stroken kun je net als bij patchpanelen gebruik maken van keystones.

De keystones verwerk je vervolgens in een speciaal muurplaatje dat geschikt is voor keystones. Ook deze muurplaatjes zijn verkrijgbaar in de schakelmateriaalseries van diverse fabrikanten. Wanneer alles gemonteerd is, is er functioneel geen verschil.

©PXimport

1. Voer de kabels door in je wandcontactdoos of patchpanel. Wij hebben voor deze foto de wandcontactdoos op tafel gelegd, normaal monteer je dit aan de kabel die uit je muur komt.

©PXimport

2. Leg de ader over de juiste aansluiting (zie kleurcodering of bij nummering het T568B schema verderop) Leg hem een beetje vast over de strook en zet je LSA punch down tool op de LSA-strook. Druk de LSA punch down tool vervolgens in tot je een klik hoort.

©PXimport

3. Sluit alle aders aan, de overbodige stukjes draad worden tijdens het aandrukken door de LSA punch down tool netjes afgesneden.

Patchkabels

Om het patchpanel aan te sluiten op een switch en om netwerkapparatuur aan te sluiten op een switch of wandcontactdoos gebruik je patchkabels. Dit zijn netwerkkabels met een soepele kern met aan beide kanten een RJ45-stekker. Wij raden je aan om kant-en-klare bekabeling te gebruiken. Je hoeft dan zelf geen stekkers op kabels te knijpen. Wil je patchkabels hebben die precies op lengte zijn, dan kun je ze uiteraard ook zelf maken. Doe dit wel alleen met Cat 5e of Cat 6. De netwerkkabel dient soepele aders te hebben en je gebruikt RJ45-stekkers bedoeld voor soepele aders. Handig zijn stekkertjes met een los positioneringsblokje waarmee de acht aders er eenvoudiger in te steken zijn. Je hebt voor het zelf maken van patchkabels ook een krimptang nodig.

Je begint het maken van een patchkabel met het op lengte knippen van de kabel waarbij je hem zo'n 6 centimeter langer maakt dan uiteindelijk de bedoeling is. Als je de stekker wilt voorzien van een knikbeschermer, schuif die er dan alvast op. Verwijder zo'n drie centimeter van de isolatie met een kabelstripper of voorzichtig met een mesje. Vervolgens ontvlecht je de acht aders tot het punt waarop je de isolatie hebt weggehaald. Leg de acht aders in de juiste volgorde. Deze volgorde staat bekend als T568B en vind je verderop. Knip de aders af zodat ze ongeveer één centimeter lang zijn. Schuif de aders nu in de RJ45-stekker zover als mogelijk. Er moet dan ook een stukje van de buitenste mantel in de stekker verdwijnen voor de trekontlasting.

Stop de RJ45-plug nu in de krimptang en knijp de tang dicht. De stekker zal nu vastklikken op de kabel en de acht aders zullen doorboord worden door de tandjes in de RJ45-stekker. Herhaal dit aan de andere kant van de kabel en de patchkabel is af.

©PXimport

1. Knip de kabel op lengte met de ingebouwde schaar in de krimptang of een normale schaar. Schuif eventueel alvast een knikbeschermer om de kabel als je dat wilt.

©PXimport

2. Strip de buitenste mantel met een kabelstripper of een ander mesje (pas op dat je de aders niet beschadigt) tot circa drie centimeter.

©PXimport

3. Ontrafel de aders tot het punt waar je de mantel hebt gestript.

©PXimport

4. Sorteer de aders in de juiste volgorde (zie het T568B schema verderop) en knip ze op ongeveer een centimeter recht af.

©PXimport

5. Schuif de kabel helemaal in de stekker en controleer of de aders onder de pinnetjes vallen. De buitenste mantel moet onder de inkeping vallen.

©PXimport

6. Stop de RJ45-plug in de krimptang en knijp tot je een klik hoort. De RJ45-stekker zit nu vast op de kabel.

©PXimport

Houd bij het maken van een netwerkkabel de T568B-aansluitvolgorde aan. De lip moet naar onder staan. Ook LSA-stroken moet je in deze volgorde aansluiten. Meestal is er een kleurcodering voor B, anders moet je de juiste kleur op het juiste cijfer aansluiten.

Kabel testen

Na montage kun je de kabel testen met een kabeltester als je die hebt, maar je kunt de kabel ook in gebruik nemen en kijken of hij het goed doet. Je kunt in Windows controleren of je pc een gigabit-verbinding opzet. Klik in Windows 7 of 8 in het systeemvak met rechts op het netwerkpictogram en kies Netwerkcentrum openen. Klik vervolgens op LAN-verbinding (Windows 7) of Ethernet (Windows 8). Als er naast snelheid 1,0 Gbps staat, dan zet Windows netjes een gigabit-verbinding op. Uiteraard moet de pc wel verbonden zijn met een gigabit-switch. Heb je een netwerkkaart van Realtek of Intel, dan kun je via software van de netwerkadapter testen of je bekabeling goed is. Heb je een Intel-netwerkadapter, dan vind je in het apparaatbeheer na het dubbelklikken op de netwerkadapter een test op het tabblad Link Speed. Klik vervolgens op Diagnostics, open het tabblad Cable en druk op Run Test.

Gebruikers van een Realtek-adapter kunnen de Realtek Ethernet Diagnostic Utility downloaden: klik op deze pagina de downloadlink aan naast 8111DP DASH All-In-One. Klik na installatie in het linkermenu op Cable en vervolgens op Test. Realteks software laat per aderpaar zien of de kabel goed is.

©PXimport

Fabrikanten van netwerkkaarten (zoals hier Realtek) bieden tooltjes om de kabel te testen.

Gebruik een goede krimptang!

Voor het beste resultaat gebruik je een krimptang die de stekker gelijkmatig dichtdrukt. Bij de goedkoopste krimptangen zit het krimpgedeelte in de scharnierrichting van de tang waardoor sommige pinnetjes later en minder hard worden aangedrukt dan andere pinnetjes. Bij de tang die wij gebruiken voor de foto's op deze pagina zit het krimpgedeelte haaks op de scharnierrichting en wordt de knijpbeweging omgezet in een gelijkmatige drukbeweging.

©PXimport

Gebruik een wat duurdere krimptang omdat de goedkoopste exemplaren de connectoren niet allemaal goed aandrukken.

Alternatief: powerline-adapters

Soms is kabels trekken voor een netwerkaansluiting niet mogelijk, maar heb je wel een bekabelde netwerkaansluiting nodig. Je kunt dan gebruik maken van Powerline-adapters. Deze adapters maken de wandcontactdozen voor elektriciteit geschikt voor netwerkcommunicatie. De geadverteerde snelheid is 500 Mbit/s, maar de echte maximale snelheid is zo'n 130 Mbit/s, en in de praktijk kan dit nog een stuk langzamer zijn. Het is dus zeker geen volwaardig alternatief voor een echte gigabit-netwerkkabel. Voor het delen van een internetverbinding voldoen powerline-adapters doorgaans wel. Je hebt minstens twee powerline-adapters nodig: eentje waar je een netwerkaansluiting wilt hebben en eentje bij een router of switch die met je netwerk verbonden is.

Interessant zijn powerline-adapters met ingebouwde wifi, hiermee vergroot je eenvoudig het wifi-netwerk in je huis zonder dat je kabels hoeft te trekken. Naast powerline-adapters bestaan er ook soortgelijke MoCa-adapters die coaxbekabeling geschikt maakt voornetwerkcommunicatie, bijvoorbeeld de Hirschmann Moka 16.

▼ Volgende artikel
Slim wachtwoordbeheer: zo houd je je accounts écht veilig
© Queenmoonlite Studio - stock.adobe.com
Huis

Slim wachtwoordbeheer: zo houd je je accounts écht veilig

Hoewel wachtwoordloze technieken als toegangssleutels snel terrein winnen, doe je er voorlopig goed aan slim om te gaan met je huidige wachtwoorden. De tips en (gratis) tools in dit artikel helpen je bij het opzetten van degelijk wachtwoordbeheer.

Dit gaan we doen

Sterke wachtwoorden en tweestapsverificatie blijven voorlopig onmisbaar, ook nu toegangssleutels opkomen. In dit artikel lees je hoe je veilig en praktisch met wachtwoorden omgaat. Je ontdekt welke gratis tools je helpen – zoals Bitwarden voor cloudbeheer of KeePassXC voor lokale opslag – en hoe je 2FA en authenticatie-apps toevoegt voor extra bescherming. Verder komt aan bod hoe je datalekken opspoort, phishing voorkomt, herstelcodes bewaart en aparte browserprofielen instelt voor gevoelige accounts. Tot slot lees je hoe toegangssleutels werken, de toekomst van wachtwoordloos inloggen.

Lees ook: Bescherm je data: voorkom digitale beveiligingslekken

Cloudbeheer

Telkens hetzelfde wachtwoord gebruiken voor meerdere apps en diensten is sterk af te raden, maar verschillende complexe wachtwoorden onthouden lukt haast niet zonder een wachtwoordbeheerder. Een degelijke, gratis optie is het opensource Bitwarden. Kies eerst een hoofdwachtwoord en installeer daarna de desktop-app, browserextensies (voor automatisch invullen) en/of de mobiele app. Je wachtwoordkluis wordt end-to-end versleuteld in de cloud bewaard en wordt via je account gesynchroniseerd. Kies bij voorkeur bitwarden.eu als serverlocatie. Je kunt ook creditcards en andere gevoelige gegevens in je kluis bewaren.

De webversie van Bitwarden is nog handiger als je ook de browserextensie installeert.

Lokaal beheer

Bitwarden is een uitstekende wachtwoordmanager, maar functies als TOTP-authenticatie (Time-based One-Time Password) zijn alleen beschikbaar in de betaalde versie. Misschien stoort het je ook dat je wachtwoordkluis in de cloud wordt opgeslagen. Een gratis, opensource-alternatief is KeePassXC. Deze bewaart alles lokaal in een versleuteld bestand, van wachtwoorden en creditcards tot notities. De app werkt volledig offline, ondersteunt ook TOTP-authenticatie en vult inloggegevens automatisch in via een browserextensie. Wil je toch synchronisatie, dan kun je de database delen via een cloudopslagdienst als Google Drive of Dropbox, of met Syncthing.

KeePassXC is een volwaardige wachtwoordmanager, weliswaar offline.

Algoritme

Bij wachtwoordbeheerders als Bitwarden en KeePassXC worden je wachtwoorden opgeslagen. LessPass pakt het anders aan. Deze bewaart niets, maar genereert je wachtwoorden telkens opnieuw via een algoritme op basis van je hoofdwachtwoord, gebruikersnaam en sitenaam. Uit veiligheidsoverwegingen gebruik je hiervoor liefst de browserextensie of mobiele app, zodat alles lokaal gebeurt. Omdat nergens iets wordt opgeslagen, is dit systeem veilig, maar je moet bij elke herberekening wel exact dezelfde gegevens ingeven. Automatisch invullen of ondersteuning voor notities ontbreekt helaas.

LessPass: veiliger, maar het luistert nauw en is omslachtiger.

Browsers

Gebruik je bijna uitsluitend je browser voor allerlei aanmeldingen, dan kun je ook de ingebouwde wachtwoordbeheerfunctie gebruiken. Deze zit in de meeste Chromium-browsers en in Firefox. In Chrome ga je naar Instellingen / Jij en Google / Synchronisatie en Google-services. Schakel de functie in en zorg dat bij Beheren wat je synchroniseert ook Wachtwoorden en toegangssleutels is aangevinkt. Wil je liever niet synchroniseren, dan kun je wachtwoorden ook handmatig exporteren en importeren via Instellingen / Automatisch invullen en wachtwoorden / Google Wachtwoordmanager. Kies daar Instellingen en Wachtwoorden exporteren. Je kunt het opnieuw inladen via Wachtwoorden importeren. Verwijder eventueel het csv-bestand na gebruik. Firefox biedt vergelijkbare opties.

In onder meer Chrome kun je wachtwoorden (en meer) via je account laten synchroniseren.

2FA

Zelfs met een degelijke wachtwoordbeheerder blijven wachtwoorden een zwakke schakel: ze zijn te eenvoudig, je vergeet of verliest ze, je geeft ze in op phishing-sites of malware onderschept ze. Daarom is het aangeraden om 2FA, oftewel tweestapsverificatie, te activeren. Daarbij is naast je wachtwoord een extra factor nodig, zoals een pincode, TOTP, sms, pushmelding, biometrie of een beveiligingssleutel. Een handig overzicht van sites en diensten die 2FA ondersteunen, met info over de gebruikte methoden en links naar de instelinstructies, vind je op https://2fawebsites.github.io en op de thematische https://2fa.directory.

Een uitgebreide lijst met diensten die 2FA ondersteunen.

Authenticator

Er bestaan meerdere verificatiemethoden voor 2FA, maar vrijwel alle diensten ondersteunen verificatie zowel via sms als via TOTP. Bij TOTP is geen internet of gsm-netwerk nodig, wat het minder kwetsbaar maakt voor onderschepping of sim-swapping. Om zulke codes te genereren heb je een TOTP-authenticator-app nodig. Goede gratis opties zijn Google Authenticator, Microsoft Authenticator (ondersteunt geen wachtwoordbeheer en autofill meer), Aegis Authenticator en Authy. Alle vier ondersteunen TOTP en bieden een back-upfunctie. Wil je je codes exporteren, dan lukt dit het best met Google of Aegis. Deze laatste is ook opensource, maar is enkel beschikbaar voor Android. Authy is veelzijdigst, want bruikbaar op Android, iOS, macOS en Windows.

Export van TOTP-codes in Google Authenticator (voor gebruik op een ander apparaat).

Herstelcodes

De meeste diensten met 2FA laten je ook herstelcodes gebruiken. Deze bieden een uitweg als je tijdelijk geen toegang hebt tot andere aanmeldopties, bijvoorbeeld bij verlies van je smartphone. Bewaar deze herstelcodes tevens digitaal, zoals in het notitiegedeelte van je favoriete wachtwoordmanager, in een versleutelde VeraCrypt-container of in een versleuteld cloudbestand. Bij Google vind je tot 10 herstelcodes via https://myaccount.google.com/security, bij Back-upcodes. Bij Microsoft is dit beperkt tot één code: ga naar https://account.microsoft.com/security, klik op Beheren hoe ik me aanmeld en kies Een nieuwe code genereren.

Bij Microsoft kun je slechts één herstelcode tegelijk activeren.

Gehackt?

Het is verstandig om regelmatig te controleren of een van je login-id's al in een online datalek voorkomt. Dit kan via Have I Been Pwned. Hier vul je e-mailadres in en je ziet meteen hoeveel en welke datalekken er zijn. Klik bovenaan op Notify Me voor een gratis melding zodra je adres in een nieuw lek opduikt. Klik op Passwords om te controleren of een wachtwoord reeds voorkomt in een datalek.

In Chrome kun je via chrome://password-manager/checkup?start=true eveneens een wachtwoordcheck uitvoeren. Je ziet ook hoeveel wachtwoorden zwak zijn of worden hergebruikt.

Een weinig opbeurend rapport: zestien datalekken gevonden.

Anti-phishing

Wachtwoorden bieden weinig bescherming tegen phishing-sites, dus zorg ervoor dat je hiertegen zo goed mogelijk beveiligd bent. In je browser, zoals Chrome, ga je naar Instellingen, kies Privacy en beveiliging / Beveiliging en activeer bij voorkeur Geoptimaliseerde beveiliging bij Safe Browsing, of anders Standaardbeveiliging. Daarnaast kun je via DNS phishing-sites al blokkeren voor ze laden. Een optie is het gebruik van de nieuwe Europese publieke DNS4EU-resolvers. Kies hier voor Protective resolution (86.54.11.1 en 86.54.11.201), eventueel aangevuld met kinderbescherming en/of advertentieblokkering. Op de site vind je stap-voor-stap-instructies.

De EU biedt nu ook eigen publieke DNS-filters aan.

E-mailadres

Veel diensten laten je een e-mailadres opgeven ingeval je je wachtwoord vergeet of je account wordt geblokkeerd. Je ontvangt dan een mail om je identiteit te bevestigen en een herstellink te krijgen. Gebruik hiervoor liefst niet je hoofdadres, want als iemand dat via een datalek bemachtigt, kan die herstelmails onderscheppen en je accounts via wachtwoordherstel overnemen. Je kiest dus beter een apart e-mailadres dat je nergens anders voor gebruikt. Bij Google kun je dit instellen op https://myaccount.google.com/security, bij Herstelmailadres.

Je gebruikt bij voorkeur een afzonderlijk adres voor het wachtwoordherstel.

Lees ook: Zo meld je phishing in Outlook en Gmail

Browserprofiel

Voor gevoelige accounts zoals online bankieren of je wachtwoordkluis kun je overwegen een apart browserprofiel te gebruiken. Malafide scripts of extensies uit je standaardprofiel worden zo niet geactiveerd. Zo beperk je ook tracering en fingerprinting, en voorkom je dat je per ongeluk ingelogd blijft, aangezien je in dat profiel geen andere sites bezoekt.

In Chrome maak je een nieuw profiel aan via het profielicoon rechtsboven. Kies Chrome-profiel toevoegen. Je kunt inloggen met een Google-account of klikken op Doorgaan zonder account. Kies een zoekmachine, vul een profielnaam in, selecteer een opvallend thema en klik op Klaar.

Overweeg een afzonderlijk browserprofiel voor privacygevoelige online diensten.

Aanmeldpogingen

Bij sommige diensten, zoals Google en Microsoft, ontvang je automatisch een e-mail of pushmelding zodra een nieuw apparaat of een nieuwe browser inlogt. Zo kun je snel ingrijpen, bijvoorbeeld door je wachtwoord aan te passen of verdachte sessies uit te loggen. Bij Google ga je naar https://myaccount.google.com/security. Scrol naar Je apparaten en klik op Apparaten beheren. Selecteer een sessie en kies Uitloggen. Bij Microsoft ga je naar https://account.microsoft.com/security en klik je op Mijn aanmeldactiviteiten weergeven.

Ook bij Google kun je de recentste sessies (en gekoppelde diensten) bekijken.

Beveiligingssleutel

Je kunt een fysieke beveiligingssleutel (zoals de meeste YubiKeys) ook gebruiken om je wachtwoordkluis te openen in combinatie met je hoofdwachtwoord.

Installeer eerst Yubikey Manager en start dit programma. Ga naar Applications/OTP en klik op Configure bij een vrij slot. Kies Challenge-response en klik op Generate voor een geheime sleutel. Vink Require touch aan voor extra veiligheid. Bevestig met Finish.

Open vervolgens je database in KeePassXC en ga naar Database / Databasebeveiliging. Kies Aanvullende bescherming toevoegen / Challenge-Response toevoegen. Selecteer het juiste slot van je ingeplugde beveiligingssleutel en bevestig met OK.

Voortaan is deze wachtwoordkluis alleen toegankelijk met wachtwoord en token.

Yubikey kopen?

Dan kan gewoon

Browserwachtwoorden

Gebruik je meerdere browsers en zoek je het wachtwoord van een specifieke site, wil je alle wachtwoorden exporteren voor import in een andere browser, of is je systeem gecrasht en wil je de wachtwoorden uit je browserprofielen halen? Dan kan het gratis WebBrowserPassView handig van pas komen (let op: je virusscanner kan een foutpositief geven). Pak het zip-bestand uit met het wachtwoord wbpv28821@ en start de portable app. Je krijgt een overzicht van alle gevonden sites en log-ins. Via Bestand / Geselecteerde items opslaan kun je exporteren naar diverse csv-formaten, zoals voor Chrome, KeePass en Firefox.

Je browserlogins op een presenteerblaadje.

Toegangssleutels

Een mooie afsluiter lijkt ons een tip rond passkeys, oftewel toegangssleutels. Immers, steeds meer diensten (en wachtwoordmanagers) ondersteunen deze aanmeldmethode waarbij je geen wachtwoord meer hoeft in te voeren. Een passkey is een cryptografisch sleutelpaar: de publieke sleutel wordt bewaard bij de onlinedienst, terwijl de (afgeleide) private sleutel veilig op je toestel blijft, zoals je pc, smartphone of een fysieke beveiligingssleutel zoals een Yubikey.

Zo maak je een toegangssleutel aan bij Google. Ga naar https://g.co/passkeys en meld je aan. Klik twee keer op Toegangssleutel maken. Je toestel stelt nu een methode voor, zoals gezichtsherkenning, vingerafdruk of pincode. Bevestig de koppeling. Vanaf nu kun je je bij Google aanmelden vanaf dit toestel, zonder wachtwoord.

Je kunt meerdere toegangssleutels maken voor diverse apparaten.

View post on TikTok
▼ Volgende artikel
Fairphone vernieuwt Fairbuds XL met focus op beter geluid en comfort
© Fairphone
Huis

Fairphone vernieuwt Fairbuds XL met focus op beter geluid en comfort

Fairphone lanceert de vernieuwde Fairbuds XL. Deze modulaire koptelefoon belooft nu ook het geluid en comfort te bieden dat je voor 249 euro mag verwachten. Met nieuwe drivers en zachtere oorkussens pakt de fabrikant de eerdere kritiekpunten aan. Handig: je kunt je oude model zelf eenvoudig upgraden.

De Nederlandse fabrikant Fairphone heeft deze week de vernieuwde versie van de Fairbuds XL gepresenteerd. Deze modulaire koptelefoon is een doorontwikkeling van het model dat in 2023 werd gelanceerd. Waar de eerste generatie vooral een statement maakte op het gebied van repareerbaarheid, belooft deze nieuwe versie ook op audiogebied en draagcomfort een inhaalslag te maken. De koptelefoon is daardoor ontworpen om jarenlang mee te gaan en is per direct verkrijgbaar.

©Fairphone

Verbeterde audiokwaliteit en materialen

De belangrijkste upgrade ten opzichte van de voorganger zit in de geluidsweergave en het fysieke ontwerp. De nieuwe Fairbuds XL beschikt over 40 mm dynamische drivers en ondersteuning voor aptX HD, wat moet zorgen voor een gedetailleerder geluidsbeeld en high-res audio via bluetooth. Fairphone heeft daarnaast gekeken naar de feedback over het draagcomfort. De nieuwe modellen zijn uitgerust met zachtere oorkussens van 'birdseye-mesh' en een ademende hoofdband, waardoor de koptelefoon ook tijdens langere luistersessies prettig moet blijven zitten. Het design is beschikbaar in de kleuren Forest Green en Horizon Black.

Modulair ontwerp voor lange levensduur

Wat de Fairbuds XL onderscheidt in de markt van consumentenelektronica is de verregaande modulariteit. De koptelefoon is opgebouwd uit negen losse modules die door de gebruiker zelf te vervangen zijn. Dit betekent dat bij een defect of slijtage niet het hele apparaat weggedaan hoeft te worden, maar dat onderdelen zoals de batterij, de oorkussens of de hoofdband eenvoudig vervangen kunnen worden. Technisch biedt het apparaat verder dual-point connectiviteit, een IP54-certificering voor spatwaterdichtheid en een accuduur tot 30 uur.

Zoals gebruikelijk bij het Amsterdamse bedrijf ligt de nadruk sterk op duurzaamheid en eerlijke materialen. De koptelefoon bestaat voor ongeveer 50 procent uit gerecyclede grondstoffen, waaronder gerecycled aluminium en zeldzame aardmaterialen in de magneten. Ook wordt er bij de assemblage gebruikgemaakt van fabrieken die draaien op zonne-energie en investeert het bedrijf in leefbare lonen voor fabrieksarbeiders.

©Fairphone

Compatibel met het vorige model

Een opvallende keuze van Fairphone is de compatibiliteit met de eerste generatie Fairbuds XL. De fabrikant benadrukt dat technologie moet meegroeien met de gebruiker. Bezitters van het 2023-model hoeven daarom geen volledig nieuwe koptelefoon aan te schaffen om te profiteren van de geluidsverbeteringen. De nieuwe drivers zijn namelijk ook als los onderdeel verkrijgbaar en kunnen eenvoudig in het oude model worden geïnstalleerd. Hiermee voegt Fairphone daadwerkelijk de daad bij het woord wat betreft het verlengen van de levensduur van elektronica.

©Fairphone

Prijs en beschikbaarheid

De vernieuwde Fairbuds XL is per direct verkrijgbaar in Nederland. De adviesprijs voor de koptelefoon bedraagt 249 euro. Hij is te koop via de webwinkel van Fairphone en bij geselecteerde retailers.