ID.nl logo
Het beste thuisnetwerk - Deel 1: Aanleggen
© PXimport
Huis

Het beste thuisnetwerk - Deel 1: Aanleggen

Steeds meer elektronica vereist een verbinding met het thuisnetwerk en internet. Het wordt dus belangrijker om overal in huis goede verbindingsmogelijkheden te hebben. In twee delen laten we zien waar je aan moet denken bij het opzetten van je netwerk zodat jij het beste thuisnetwerk kunt bouwen.

De tijd dat alleen je pc verbonden was met internet ligt al ver achter ons. Ook je smart-tv, spelcomputer, mediaspeler, settopbox, NAS en netwerkprinter verlangen een netwerkverbinding. Meestal kan dat via wifi, maar een 'ouderwetse' kabel werkt vaak beter. We besteden in dit artikel daarom aandacht aan zowel het bedrade als het draadloze gedeelte van het thuisnetwerk. In dit eerste deel gaan we aan de slag met kabels, werken we die af met netwerkaansluitingen en plaatsen we apparatuur. In een tweede artikel stellen we de (draadloze) mogelijkheden van de router in.

Wifi is de afgelopen jaren zowel qua snelheid als bereik sterk verbeterd, maar daar staat tegenover dat doordat iedereen wifi gebruikt dit de prestaties negatief beïnvloedt. Kabels zijn daarom nog steeds erg belangrijk en vormen de basis van een goed netwerk. Netwerkkabels zijn te koop in verschillende snelheidscategorieën. Voor een gigabit-verbinding is minimaal een Cat 5e-kabel noodzakelijk. Naast Cat 5e-kabels zijn er ook betere kabels te koop die aangeduid worden met Cat 6, Cat 6a en Cat 7. Uiteraard zijn ook deze betere kabels geschikt voor een gigabit-netwerk. Wie een toekomstgericht netwerk wil aanleggen, denkt misschien al verder dan gigabit.

Voor 10 Gbit/s is een standaard die gebruik maakt van Cat 6a-bekabeling (10GBASE-T). Officieus is ook Cat 6 geschikt voor 10 Gbit/s mits de kabellengte beperkt blijft. Wil je echter zeker weten dat je netwerk op termijn ook geschikt is voor een snelheid van 10 Gbit/s, dan moet je Cat 6a-bekabeling gebruiken. Dat is wel een stuk prijziger, want honderd meter Cat 6a-bekabeling kost zo'n 120 euro, terwijl 100 meter Cat 5e-bekabeling 40 euro kost. Zelf hebben wij gekozen om vooralsnog Cat 5e-bekabeling te verwerken en pas in de toekomst over te stappen op Cat 6a-bekabeling indien dat noodzakelijk wordt.

©PXimport

Je kunt Cat 5e-kabel kopen in een rol van 100 meter.

Vast of soepel?

Met de keuze voor een snelheidscategorie ben je er niet, want er zijn kabels met vaste (solid) en soepele (stranded) kern te koop. Netwerkkabels met een vaste kern bevatten aders die uit één koperdraad bestaat, terwijl bij een kabel met soepele kern een ader uit meerdere heel dunne koperdraadjes bestaat. Een netwerkkabel met vaste kern is daardoor minder soepel dan een netwerkkabel met soepele kern. Je gebruikt een netwerkkabel met vaste kern op vast geïnstalleerde verbindingen in je netwerk, bijvoorbeeld in de muur, terwijl je kabels met soepele kern op flexibele plekken in je netwerk gebruikt (bijvoorbeeld tussen een wandcontactdoos en pc). Dit is vergelijkbaar met elektriciteitsbedrading. In je huis zijn in de muren elektriciteitskabels met een vaste kern geïnstalleerd, terwijl de netsnoeren van apparatuur en verlengdozen elektriciteitskabels met een soepele kern bevatten.

©PXimport

Een vaste kabel (onder) bevat aders uit één stuk koperdraad, terwijl een soepele kabel (boven) aders bevat die uit een aantal dunne koperdraadjes bestaan.

Kabels trekken

Als je geluk hebt, dan lopen er vanaf iedere ruimte in je huis loze leidingen naar een centraal punt (meestal de meterkast) die je kunt gebruiken om netwerkkabels doorheen te trekken. Zijn er geen leidingen, dan zul je zelf creatieve oplossingen moeten bedenken. Waarschijnlijk ontkom je er dan niet aan om een gat in een muur of vloer te boren en te werken met kabelgoten. Ook kun je zelf leidingen infrezen. Gebruik in ieder geval nooit de pvc-buizen waar al elektrabekabeling doorheen loopt voor netwerkbekabeling. Je zou ook kunnen proberen om coax- of telefoniebekabeling die je niet gebruikt uit een leiding te trekken, waarna je de leiding gebruikt voor netwerkbekabeling.

In een loze leiding passen zonder al te veel problemen twee Cat 5e-kabels. Cat 6- en Cat 6a-kabels bevatten een kunststof binnenkern die ervoor zorgt dat de aderparen beter op hun plek blijven. Het nadeel hiervan is dat deze kabels wat stugger en dikker zijn en daardoor lastiger door een leiding te trekken zijn. Zeker als er een aantal bochten in de leiding zit, wordt het lastig om twee Cat 6- of 6a-kabels te trekken. In een loze leiding zit meestal een contactdraad, doorgaans normaal elektriciteitsinstallatiedraad. Officieel is deze draad alleen bedoeld om te achterhalen welke loze leiding naar welke ruimte loopt.

Het is eigenlijk niet de bedoeling dat je netwerkkabels met behulp van de contactdraad door de leiding trekt. Deze draad gebruik je om de trekveer door de buis te leiden. In het geval van de relatief soepele Cat 5e-kabels kun je de contactdraad vaak wel gebruiken om de kabel te trekken. Officieel dien je echter een trekveer te gebruiken waaraan je de netwerkkabels bevestigt door de gestripte koperdraadjes aan het oogje te bevestigen. Met behulp van duct tape kun je de kabel extra vastmaken. Een eventueel aanwezige contactdraad kun je dan gebruiken om de trekveer eerst door de leiding te helpen.

Werk met zijn tweeën: de ene persoon trekt aan de veer terwijl de andere persoon aan de andere kant van de leiding de kabel invoert. Loopt de kabel stroef, dan kun je talkpoeder of speciaal vet gebruiken voor wat smering. Gebruik geen groene zeep of afwasmiddel, dat wordt hard waardoor de kabel gaat plakken.

©PXimport

Als je geluk hebt komen in je meterkast loze leidingen uit die lopen naar de ruimte waar je een netwerkaansluiting wilt maken.

Volledig koper

Goede netwerkkabels zijn gemaakt van koper. Helaas zijn er ook fabrikanten die Cat 5e-kabels maken waarvan de aders gemaakt zijn van aluminium of staal met een laagje koper. Het voordeel lijkt duidelijk: dit is goedkoper dan koper. Bij heel korte afstanden tot een meter gaat dit meestal nog wel goed, bij wat langere kabels wordt een gigabit-snelheid vaak niet meer gehaald. Verzeker je er dus van dat je kabels aanschaft die volledig uit koper vervaardigd zijn. Bij kabels die uit aluminium zijn vervaardigd, zul je de term CCA (Copper Clad Aluminium) kunnen tegenkomen, terwijl kabels waarin staal is gebruikt aangeduid worden met CCS (Copper Clad Steel).

Afwerken in de meterkast

In veel huizen komt de internetverbinding binnen in de meterkast en tevens komen leidingen vanuit alle ruimtes in huis uit op de meterkast. Je zou ervoor kunnen kiezen om netwerkkabels die de meterkast binnenkomen te voorzien van een RJ45-stekker en deze zo in de router of switch steken. Dit is echter niet zo netjes, bovendien raden we RJ45-stekkertjes die geschikt zijn om op een vaste kern te knijpen ook niet aan. Het is afhankelijk van het aantal netwerkkabels dat in je meterkast binnenkomt, welke afwerking dan wel het handigst is. In de meeste gevallen zullen er bij gebruik van dubbele wandcontactdozen zes tot acht netwerkkabels in je meterkast binnenkomen. In dat geval is een desktop-patchkastje de aangewezen oplossing om de bekabeling af te werken. Anders dan de naam doet vermoeden schroef je een desktop-patchkastje eenvoudig aan de muur waarna je acht of twaalf netwerkkabels kunt afmonteren.

Heb je minder kabels om af te werken, dan kun je dubbele wandcontactdozen in opbouwuitvoering gebruiken. Heb je meer dan twaalf netwerkkabels, dan kun je werken met meerdere desktop-patchkastjes of uitwijken naar rekmontage ('rack mounted'). Er zijn twee rekmaten: tien inch en negentien inch breed. Zowel voor tien inch als negentien inch kun je beugels of kastjes kopen om apparatuur op een muur te monteren.

©PXimport

Werk de netwerkkabels in de meterkast af met een patchpanel.

Behalve patchpanelen kun je ook andere apparatuur voor rekmontage kopen zoals switches, stekkerdozen en plankjes om bijvoorbeeld een router op te zetten. Je sluit de netwerkkabels die uit de muur komen aan op de poorten van het patchkastje of patch panel met behulp van LSA-stroken. Later laten we zien hoe je LSA-stroken gebruikt. Als alternatief voor een compleet patchpaneel kun je bij gebruik van rekmontage ook kiezen voor keystones. Dit zijn netwerkaansluitingen die je direct op de kabel monteert en vervolgens in een speciale 10 of 19 inch plaat klikt.

Ook keystones maken gebruik van LSA-stroken, al zijn er ook varianten die je zonder gereedschap kunt dichtklikken. Je hebt voor een rek of beugel uiteraard wel genoeg ruimte in je meterkast nodig. Voor het aansluiten van de patchpoorten op een switch kun je korte netwerkkabels van 25 centimeter kopen. Je kunt via de patchkast of het patchpanel ook telefonie naar een netwerkaansluiting in een andere ruimte patchen. Gebruikt wel adaptertjes van RJ11 naar RJ45 om te voorkomen dat de kleinere RJ11-stekkertjes de buitenste pinnen van de aansluiting beschadigt.

Switch

Indien mogelijk geven wij de voorkeur aan het bedraad aansluiten van netwerkapparaten. Een kabel is nog altijd stabieler én sneller dan een wifi-signaal. Uiteraard moet het wel mogelijk zijn om al die kabels aan te sluiten op ons netwerk. De switch is het apparaat dat dit mogelijk maakt. Een switch is kastje met meerdere netwerkpoorten waarmee één netwerkkabel als het ware gesplitst wordt naar bijvoorbeeld vijf, acht of zestien aansluitingen. Ook je router bevat een switch met doorgaans vier poorten. Als je in iedere kamer een dubbele netwerkaansluiting wilt maken, zijn die vier poorten te weinig. Houd er rekening mee dat je door het aansluiten van de switch op je netwerk één poort op beide verbonden switches verliest. Voor thuisgebruik maakt het eigenlijk niet zoveel uit welke switch je koopt zolang hij maar gigabit-snelheden ondersteunt. Let er bij de aanschaf wel op dat hij geschikt is voor wandmontage.

Een switch is niet alleen handig in een centraal punt in je netwerk zoals in de meterkast, ook in de vertakkingen van je netwerk kan een switch goede diensten bewijzen. Het is helemaal niet vreemd als je televisiemeubel een paar apparaten met een netwerkaansluiting bevat. Denk aan een smart-tv, spelcomputer, mediaspeler en stereoset. Een switch met vijf poorten kun je kopen vanaf zo'n twintig euro, terwijl een exemplaar met acht poorten zo'n dertig euro kost. Naast switches waar je niets aan kunt instellen, zijn er ook managed switches waarmee je netwerkverkeer kunt beïnvloeden en meerdere virtuele netwerken (VLAN) kunt maken. Dat laatste kan van pas komen als je bijvoorbeeld IP-televisie hebt waarvan het verkeer over een eigen netwerk moet lopen (een aparte netwerkpoort op de router voor internet en televisie). Je hebt dan zowel in je meterkast als bij je televisie een managed switch nodig. Dat zou je echter ook al in je meterkast kunnen oplossen door een wandcontactaansluiting daar te patchen naar een televisieaansluiting op de router.

Om meerdere televisieaansluitingen te patchen kun je een tweede switch in je meterkast hangen. Gebruik je een modem/router met fast-ethernetpoorten (100 Mbit/s), dan is het interessant om ook als je eventueel genoeg zou hebben aan die vier poorten een losse gigabit-switch te gebruiken. Je sluit al je apparatuur aan op die gigabit-switch en vervolgens een kabel van de switch naar de switch van je modem/router. Zo kun je binnen je netwerk gebruik maken van gigabit-snelheden en word je niet beperkt door de snelheid van de poorten op je modem/router.

©PXimport

Let er bij de keuze van een switch op dat je hem aan de wand kunt monteren.

Wandcontactdozen

Voor het afmonteren van de netwerkkabel in een gebruiksruimte gebruik je wandcontactdozen. Deze zijn net als ander schakelmateriaal beschikbaar als inbouwvariant die in een inbouwdoos past of als opbouwvariant die je op de muur schroeft. Een complete inbouw wandcontactdoos heb je vanaf zo'n zes euro, terwijl een opbouwvariant vanaf zo'n zeven euro te koop is. Daarnaast kun je ervoor kiezen om te werken met afdekramen en centraalplaten van dezelfde fabrikant als de rest van het schakelmateriaal in je huis. Je hebt dan een binnenwerk nodig dat compatibel is met het schakelmateriaal.

De meeste wandcontactdozen of binnenwerken werken net als een patchpanel met LSA-stroken en monteer je dus af met de zogenoemde LSA punch down tool. Heb je wandcontactdozen met schroefcontacten, gebruik deze dan niet. Ze worden nog veel verkocht, maar zijn niet geschikt voor moderne gigabit-netwerken. Let er ook bij wandcontactdozen op dat je de T568B-standaard gebruikt, meestal zie je twee kleurcoderingen bij de aansluitingen en kies je dan voor B. Wanneer de aansluitingen genummerd zijn van 1 tot en met 8, dan kun je het T568B-schema gebruiken (zie verderop). Naast binnenwerken met LSA-stroken kun je net als bij patchpanelen gebruik maken van keystones.

De keystones verwerk je vervolgens in een speciaal muurplaatje dat geschikt is voor keystones. Ook deze muurplaatjes zijn verkrijgbaar in de schakelmateriaalseries van diverse fabrikanten. Wanneer alles gemonteerd is, is er functioneel geen verschil.

©PXimport

1. Voer de kabels door in je wandcontactdoos of patchpanel. Wij hebben voor deze foto de wandcontactdoos op tafel gelegd, normaal monteer je dit aan de kabel die uit je muur komt.

©PXimport

2. Leg de ader over de juiste aansluiting (zie kleurcodering of bij nummering het T568B schema verderop) Leg hem een beetje vast over de strook en zet je LSA punch down tool op de LSA-strook. Druk de LSA punch down tool vervolgens in tot je een klik hoort.

©PXimport

3. Sluit alle aders aan, de overbodige stukjes draad worden tijdens het aandrukken door de LSA punch down tool netjes afgesneden.

Patchkabels

Om het patchpanel aan te sluiten op een switch en om netwerkapparatuur aan te sluiten op een switch of wandcontactdoos gebruik je patchkabels. Dit zijn netwerkkabels met een soepele kern met aan beide kanten een RJ45-stekker. Wij raden je aan om kant-en-klare bekabeling te gebruiken. Je hoeft dan zelf geen stekkers op kabels te knijpen. Wil je patchkabels hebben die precies op lengte zijn, dan kun je ze uiteraard ook zelf maken. Doe dit wel alleen met Cat 5e of Cat 6. De netwerkkabel dient soepele aders te hebben en je gebruikt RJ45-stekkers bedoeld voor soepele aders. Handig zijn stekkertjes met een los positioneringsblokje waarmee de acht aders er eenvoudiger in te steken zijn. Je hebt voor het zelf maken van patchkabels ook een krimptang nodig.

Je begint het maken van een patchkabel met het op lengte knippen van de kabel waarbij je hem zo'n 6 centimeter langer maakt dan uiteindelijk de bedoeling is. Als je de stekker wilt voorzien van een knikbeschermer, schuif die er dan alvast op. Verwijder zo'n drie centimeter van de isolatie met een kabelstripper of voorzichtig met een mesje. Vervolgens ontvlecht je de acht aders tot het punt waarop je de isolatie hebt weggehaald. Leg de acht aders in de juiste volgorde. Deze volgorde staat bekend als T568B en vind je verderop. Knip de aders af zodat ze ongeveer één centimeter lang zijn. Schuif de aders nu in de RJ45-stekker zover als mogelijk. Er moet dan ook een stukje van de buitenste mantel in de stekker verdwijnen voor de trekontlasting.

Stop de RJ45-plug nu in de krimptang en knijp de tang dicht. De stekker zal nu vastklikken op de kabel en de acht aders zullen doorboord worden door de tandjes in de RJ45-stekker. Herhaal dit aan de andere kant van de kabel en de patchkabel is af.

©PXimport

1. Knip de kabel op lengte met de ingebouwde schaar in de krimptang of een normale schaar. Schuif eventueel alvast een knikbeschermer om de kabel als je dat wilt.

©PXimport

2. Strip de buitenste mantel met een kabelstripper of een ander mesje (pas op dat je de aders niet beschadigt) tot circa drie centimeter.

©PXimport

3. Ontrafel de aders tot het punt waar je de mantel hebt gestript.

©PXimport

4. Sorteer de aders in de juiste volgorde (zie het T568B schema verderop) en knip ze op ongeveer een centimeter recht af.

©PXimport

5. Schuif de kabel helemaal in de stekker en controleer of de aders onder de pinnetjes vallen. De buitenste mantel moet onder de inkeping vallen.

©PXimport

6. Stop de RJ45-plug in de krimptang en knijp tot je een klik hoort. De RJ45-stekker zit nu vast op de kabel.

©PXimport

Houd bij het maken van een netwerkkabel de T568B-aansluitvolgorde aan. De lip moet naar onder staan. Ook LSA-stroken moet je in deze volgorde aansluiten. Meestal is er een kleurcodering voor B, anders moet je de juiste kleur op het juiste cijfer aansluiten.

Kabel testen

Na montage kun je de kabel testen met een kabeltester als je die hebt, maar je kunt de kabel ook in gebruik nemen en kijken of hij het goed doet. Je kunt in Windows controleren of je pc een gigabit-verbinding opzet. Klik in Windows 7 of 8 in het systeemvak met rechts op het netwerkpictogram en kies Netwerkcentrum openen. Klik vervolgens op LAN-verbinding (Windows 7) of Ethernet (Windows 8). Als er naast snelheid 1,0 Gbps staat, dan zet Windows netjes een gigabit-verbinding op. Uiteraard moet de pc wel verbonden zijn met een gigabit-switch. Heb je een netwerkkaart van Realtek of Intel, dan kun je via software van de netwerkadapter testen of je bekabeling goed is. Heb je een Intel-netwerkadapter, dan vind je in het apparaatbeheer na het dubbelklikken op de netwerkadapter een test op het tabblad Link Speed. Klik vervolgens op Diagnostics, open het tabblad Cable en druk op Run Test.

Gebruikers van een Realtek-adapter kunnen de Realtek Ethernet Diagnostic Utility downloaden: klik op deze pagina de downloadlink aan naast 8111DP DASH All-In-One. Klik na installatie in het linkermenu op Cable en vervolgens op Test. Realteks software laat per aderpaar zien of de kabel goed is.

©PXimport

Fabrikanten van netwerkkaarten (zoals hier Realtek) bieden tooltjes om de kabel te testen.

Gebruik een goede krimptang!

Voor het beste resultaat gebruik je een krimptang die de stekker gelijkmatig dichtdrukt. Bij de goedkoopste krimptangen zit het krimpgedeelte in de scharnierrichting van de tang waardoor sommige pinnetjes later en minder hard worden aangedrukt dan andere pinnetjes. Bij de tang die wij gebruiken voor de foto's op deze pagina zit het krimpgedeelte haaks op de scharnierrichting en wordt de knijpbeweging omgezet in een gelijkmatige drukbeweging.

©PXimport

Gebruik een wat duurdere krimptang omdat de goedkoopste exemplaren de connectoren niet allemaal goed aandrukken.

Alternatief: powerline-adapters

Soms is kabels trekken voor een netwerkaansluiting niet mogelijk, maar heb je wel een bekabelde netwerkaansluiting nodig. Je kunt dan gebruik maken van Powerline-adapters. Deze adapters maken de wandcontactdozen voor elektriciteit geschikt voor netwerkcommunicatie. De geadverteerde snelheid is 500 Mbit/s, maar de echte maximale snelheid is zo'n 130 Mbit/s, en in de praktijk kan dit nog een stuk langzamer zijn. Het is dus zeker geen volwaardig alternatief voor een echte gigabit-netwerkkabel. Voor het delen van een internetverbinding voldoen powerline-adapters doorgaans wel. Je hebt minstens twee powerline-adapters nodig: eentje waar je een netwerkaansluiting wilt hebben en eentje bij een router of switch die met je netwerk verbonden is.

Interessant zijn powerline-adapters met ingebouwde wifi, hiermee vergroot je eenvoudig het wifi-netwerk in je huis zonder dat je kabels hoeft te trekken. Naast powerline-adapters bestaan er ook soortgelijke MoCa-adapters die coaxbekabeling geschikt maakt voornetwerkcommunicatie, bijvoorbeeld de Hirschmann Moka 16.

▼ Volgende artikel
Bewaar je herinneringen: digitaliseer je fotoalbums, vhs-banden en lp's
© splitov27 - stock.adobe.com
Huis

Bewaar je herinneringen: digitaliseer je fotoalbums, vhs-banden en lp's

Bijzondere elpees, vhs-banden met dierbare video’s, (liefdes)brieven en plakboeken met foto’s. Bijna iedereen heeft wel analoge items die je liever niet kwijtraakt. Maak daarom digitale kopieën en sla de bestanden voor eens en altijd op.

In dit artikel laten we zien hoe je je oude analoge media digitaliseert en veilig bewaart voor de toekomst:

  • Scan foto’s, dia’s en documenten met een all-in-one-printer of losse scanner
  • Digitaliseer videobanden met een videograbber
  • Sluit platenspelers aan via een versterker of rechtstreeks op de pc
  • Neem muziek op met programma’s zoals Audacity of MAGIX Sound Forge

Heb je nog meer oude spullen in huis? Geef oude tech een tweede leven: 18 slimme ideeën

Wie in Google de zoekterm ‘digitaliseren’ invoert, stuit op talloze commerciële initiatieven. Wie bereid is om ervoor te betalen, besteedt digitaliseerklussen aan dergelijke bedrijven uit. Maar je kunt deze taak ook relatief eenvoudig zelf doen. Leuk en ook nog eens goedkoop. Met een computer en all-in-one-printer (scanner), videorecorder en/of platenspeler kom je al een heel eind. Daarnaast heb je mogelijk ook een speciaal snoertje en betaalbaar softwarepakket nodig, maar daar komen we later op terug. Hoog tijd om aan de slag te gaan!

Foto’s en documenten

Scanner

Het is zinvol om fotoafdrukken digitaal op te slaan. Hoe eerder je dat doet, hoe beter. Met de jaren kunnen de kleuren namelijk vervagen. Bovendien is het zonde wanneer je na bijvoorbeeld waterschade of brand dierbare herinneringen kwijtraakt. Kortom, genoeg reden om digitale kopietjes te maken.

Voor het digitaliseren van fotoafdrukken gebruik je bij voorkeur een scanner. Bezit je een zogenoemde all-in-one-printer, dan heb je al een geschikte scanner in huis. Naast printen kan zo’n apparaat namelijk ook kopiëren en scannen. Een nieuwe all-in-one-printer is overigens niet zo duur, want ze zijn al vanaf enkele tientjes te koop.

Leg een fotoafdruk op de glasplaat van een all-in-one-printer om een digitale kopie te maken.

Er bestaan ook losse scanners, maar die zijn in de regel duurder. Deze apparaten ondersteunen veelal een hogere scanresolutie. Hierdoor is het mogelijk om fotoafdrukken in een betere kwaliteit op de computer te bewaren. Dat heeft vooral meerwaarde wanneer je een analoog kiekje in groot formaat wilt (laten) afdrukken. Voor regulier gebruik voldoet de geïntegreerde scanner van een all-in-one-printer prima.

De Epson Perfection V39II is een losse scanner die je via usb op een computer aansluit.

Scaninstellingen kiezen

Bekende fabrikanten als Epson, HP en Canon ontwikkelen eigen programma’s voor hun all-in-one-printers en scanners. Hiermee wijzig je diverse scaninstellingen. Als alternatief stelt Microsoft met Windows Scanner een zéér eenvoudig scanprogramma beschikbaar. Als deze toepassing nog niet op je computer staat, download je die gratis vanuit de Microsoft Store. Dit tooltje werkt in Windows 10 en 11.

Zet het scanapparaat aan en open Windows Scanner. Als het goed is, verschijnt de naam van de all-in-one-printer of scanner linksboven in het programma. Leg nu een fotoafdruk ondersteboven op de glasplaat. Je kunt het fotopapier zo nodig eerst even afnemen, want het is belangrijk dat er geen stof, haren of overig vuil zichtbaar zijn.

Bepaal onder Bestandstype in welk formaat je de foto wilt opslaan, bijvoorbeeld png of jpeg. Via Meer weergeven pas je de resolutie aan. Een hogere dpi-waarde resulteert in een scherper beeld. Selecteer bij Bestand opslaan in de gewenste map en bevestig met Voorbeeld. Je kunt in het voorbeeldvenster nu de witte rondjes verslepen. Bepaal daarmee welk deel je van de foto wilt vastleggen. Bevestig als laatste met Scannen.

Windows Scanner is een gebruiksvriendelijk programma om fotoafdrukken te digitaliseren.

Dia’s en negatieven scannen

Naast fotoafdrukken kun je ook dia’s en negatieven scannen. Er zijn hiervoor speciale apparaatjes te koop. Hiermee haal je met behulp van een filmgeleider ieder afzonderlijk beeldje door de scanmodule. Merken als Plustek, Reflecta en Rollei ontwikkelen gespecialiseerde dia- en negatievenscanners. Geschikte producten zijn vanaf ongeveer 100 euro te koop. Overigens bestaan er ook losse (foto)scanners waarmee je dia’s of negatieven kunt digitaliseren. De fabrikant levert in dat geval een soort raamwerk mee waarmee je de beelden onder de scanner kunt leggen.

Maak met de betaalbare Reflecta x22 digitale versies van negatieven en dia’s.

Documenten digitaliseren

Het digitaliseren van brieven en andere paperassen werkt min of meer hetzelfde als bij een foto. Je gebruikt hiervoor eveneens een all-in-one-printer of losse scanner. Open het meegeleverde scanprogramma van de fabrikant of een universele toepassing als Windows Scanner. Voor het digitaal opslaan van documenten ligt het pdf-bestandsformaat voor de hand.

Eigen scanprogramma’s van printermerken hebben meestal als voordeel dat je meerdere pagina’s aan het document kunt toevoegen. Wil je een vuistdik verslag of uitgebreide handleiding op de computer bewaren? De betere all-in-one-printers ondersteunen (dubbelzijdige) automatische documentinvoer. Dat is een houder waarop je een stapeltje van pakweg dertig of vijftig A4’tjes kunt leggen. Vervolgens scant de all-in-one-printer deze paperassen een voor een naar de computer. Hierdoor hoef je niet elke pagina op de glasplaat te leggen.

Bewaar een gedigitaliseerd document bij voorkeur als pdf’je.

Scan-app op smartphone

Bezit je geen scanapparaat? Waarschijnlijk tóch wel, want met een smartphone of tablet kun je ook foto’s en documenten digitaliseren. Gebruik hiervoor de camera van het mobiele toestel. Er zijn allerlei apps die je daarbij kunnen helpen, waaronder Fotoscan van Google Foto’s, Adobe Scan en CamScanner. De werking van dergelijke apps komt grofweg op hetzelfde neer. Maak een foto en bepaal met het selectiekader welk deel je van de fotoafdruk wilt opslaan. Afhankelijk van de gekozen app kun je mogelijk tussen verschillende bestandsformaten kiezen, zoals jpg, png en pdf. Bewaar het resultaat op je smartphone of tablet.

Fotoscan van Google Foto’s maakt van de gefotografeerde fotoafdruk automatisch een uitsnede.

Video’s

Benodigdheden

Misschien heb je thuis nog allerlei analoog beeldmateriaal liggen, bijvoorbeeld betamax-, vhs- of video8-banden. Zeker wanneer je de video’s zelf hebt opgenomen, wil je deze waardevolle beelden waarschijnlijk digitaliseren. Dat is nog verstandig ook, want het magnetische laagje van videobanden is nogal gevoelig voor slijtage. Hevel de video’s daarom liever gisteren dan vandaag over naar je pc of laptop.

Voor deze digitaliseertaak heb je wel wat spullen nodig. Allereerst is het belangrijk dat de videorecorder nog correct functioneert. Is dat niet het geval, dan zijn er op Marktplaats en in kringloopwinkels nog volop betaalbare apparaten te vinden. Met name vhs-videorecorders zijn vandaag de dag behoorlijk betaalbaar.

Bekijk op Marktplaats of je ergens in jouw omgeving een betaalbare videorecorder kunt vinden.

Vanzelfsprekend heb je iets nodig om de videorecorder met de computer te verbinden. Hiervoor zijn allerlei zogenoemde usb-grabbers, videograbbers en usb-omzetters verkrijgbaar. Dit hulpstuk bevat analoge ingangen voor de videorecorder, terwijl je de usb-stekker in de computer prikt. Reken voor zo’n apparaatje op een aanschafprijs van 10 tot 30 euro.

Met deze goedkope videograbber en scartadapter van Gembird verbind je een videorecorder met de computer.

Standalone videograbbers

Er bestaan ook standalone opnameapparaten voor het digitaliseren van analoge videodragers. Je hebt dan geen computer nodig. Deze videograbbers hebben een geïntegreerd scherm waarop je de opname kunt volgen. Meestal zijn er diverse aansluitingen beschikbaar, waaronder s-video en composiet. Je stopt bijvoorbeeld een eigen microSD-geheugenkaart of usb-stick in de behuizing om de gedigitaliseerde beelden op te slaan. Overigens zijn dergelijke apparaten veelal ook geschikt voor het opnemen van analoge geluidsdragers, zoals elpees en cassettes.

Digitaliseer met deze standalone videograbber van KingMa analoge video- en geluidsdragers naar een usb-stick of geheugenkaart.

Opnameprogramma

Je hebt ook nog een geschikt opnameprogramma nodig waarmee je de videotapes op de computer bewaart. Dit programma maakt van de analoge banden digitale bestanden. Er is op dit gebied weinig goede freeware beschikbaar, al kun je OBS Studio wel voor dit doeleinde gebruiken. Daarnaast leveren sommige fabrikanten van videograbbers eigen software mee. Het gebruik van deze programma’s is helaas niet altijd even simpel.

Zoek je een gebruiksvriendelijke totaaloplossing? In dat geval is het softwarepakket MAGIX Red uw video’s een aanrader. Schaf tegen een adviesprijs van 59,99 euro een Nederlandstalig opnameprogramma aan, inclusief usb-omzetter en scartadapter. Kortom, hiermee kun je direct aan de slag! Bovendien is er een volwaardige videobewerker inbegrepen waarmee je de beelden naar eigen smaak kunt corrigeren.

Dit softwarepakket van MAGIX heeft alles in huis om analoge video’s zonder morren te digitaliseren.

Video-opname starten

Zodra alles correct is aangesloten en je geschikte software hebt geïnstalleerd, kan het opnamefeest beginnen. Reserveer hiervoor voldoende tijd. Je gaat de videobanden namelijk met behulp van de computer realtime opnemen. Overigens nemen de videobestanden relatief veel opslagcapaciteit in beslag. Houd daar dus rekening mee bij het selecteren van een opslaglocatie. Als alternatief voor interne opslagruimte kun je bijvoorbeeld een externe harde schijf of ssd aansluiten.

Controleer in het opnameprogramma of er een succesvolle beeldoverdracht is. Soms moet je daarvoor eerst een bepaalde videocodec activeren. Stop een band in de videorecorder en druk op de fysieke playknop. Zie je beeld en hoor je geluid? Zo ja, dan kan de opname beginnen. Je spoelt de videoband eerst naar het gewenste fragment. Start in de software de opname en druk daarna op de playknop van de recorder. Je hoeft tijdens het opnameproces een tijdje niets te doen. Na afloop van de video beëindig je de opname en bewaar je het videobestand op de computer.

Volg in MAGIX Red uw video’s de voortgang van de opname.

Muziek

Platenspeler aansluiten

Heb je nog analoge geluidsapparatuur in bezit, zoals een platenspeler, bandrecorder of cassettedeck? Je kunt dan liedjes van elpees of een andere geluidsdrager digitaliseren. Zeker voor bijzondere opnames is dat zinvol, want op Spotify en consorten is lang niet alles te vinden. Denk bijvoorbeeld aan een obscure bootleg van een liveoptreden. Bovendien is het handig dat je de gedigitaliseerde liedjes op allerlei andere (mobiele) apparaten kunt beluisteren.

Het is mogelijk om een platenspeler indirect met een desktop te verbinden. Een klassieke draaitafel genereert normaal gesproken een onversterkt audiosignaal. Waarschijnlijk is de speler om die reden op de phono-ingang van jouw (voor)versterker of receiver aangesloten. Heeft de versterker een analoge geluidsuitgang, dan kun je het versterkte audiosignaal naar de computer doorsluizen. Je herkent deze uitgang bijvoorbeeld aan ‘audio out’, ‘tape out’, ‘rec’ of een soortgelijke benaming. Als alternatief kun je ook de koptelefoonuitgang gebruiken. Achterop de desktop doe je een beroep op de lijningang. Die heeft doorgaans een blauwe markering.

Je verbindt de desktop via een geschikte verloopkabel met de versterker. Dit snoertje heeft aan de ene zijde twee tulppluggen en aan de andere zijde een 3,5mm-stekker. Zo’n verloopkabel kost in de regel een paar euro. Voor een verbinding met de hoofdtelefoonpoort op een versterker gebruik je een snoertje met aan beide kanten een 3,5mm-plug en eventueel een 6,3/3,5mm-adapter.

Je hebt een geschikte verloopkabel nodig om een versterker met de computer te verbinden.

Andere aansluitopties

Heb je alleen een laptop, dan is er veelal geen (blauwgekleurde) lijningang voor de audio-overdracht beschikbaar. Gelukkig zijn er nog meer methoden om een platenspeler met een computer te verbinden. Zo kun je de aanschaf van een externe geluidskaart overwegen. In dat geval loopt het audiosignaal via een aangesloten versterker of receiver naar het systeem. Daarnaast bestaan er ook usb-phono-voorversterkers waarmee je een draaitafel rechtstreeks met de computer kunt verbinden. Tot slot hebben bepaalde platenspelers van zichzelf al een geïntegreerde voorversterker en een usb-uitgang. Die kun je eveneens direct op het systeem aansluiten.

Koppel deze platenspeler van Audio-Technica via usb rechtstreeks aan een pc of laptop.

Lees ook: Lp’s luisteren? Zo vind je de beste platenspeler

Audio-opname starten

Voor het digitaliseren van analoge geluidsdragers bestaan er diverse commerciële programma’s. MAGIX Sound Forge Audio Studio (adviesprijs 59,99 euro) is daarvan een bekend voorbeeld. Je kunt met dit softwarepakket ook muziek restaureren, zoals het wegwerken van tikken en kraakjes. Gebruik je liever freeware, dan is Audacity een goede keuze.

Voordat je begint met het digitaliseren van muziek, maak je de lp eerst schoon. Je wilt tenslotte een zo schoon mogelijke opname. Met een geschikte borstel kun je zo veel mogelijk stof verwijderen. Ga in de werkbalk van Audacity naar Audio-instelling / Opnameapparaat en selecteer de juiste usb-bron of lijningang. Achter Afspeelapparaat selecteer je de speakers van de computer, zodat je de opname kunt beluisteren. Klik daarna op de rode stip Opnemen en leg de naald op de lp. Met Stoppen (vierkantje) beëindig je de opname. Je bewaart het resultaat via Bestand / Audio exporteren / Exporteren naar computer op het systeem. Selecteer hierbij het gewenste audioformaat en de opslaglocatie, waarna je bevestigt met Exporteren.

Audacity ondersteunt voor het digitaal opslaan van muziek heel wat audioformaten.

Cd’s en dvd’s rippen

Heb je nog een pc met een optisch station? Je kunt dan ook cd’s en (onbeveiligde) dvd’s naar de computer rippen. Gebruik hiervoor respectievelijk de programma’s fre:ac en HandBrake.

Back-up

Hét voordeel van digitale gegevens is natuurlijk dat je ze onbeperkt kunt vermenigvuldigen. Doe dat dan ook en maak van de gedigitaliseerde foto’s, video’s en muziek back-ups. Voor maximale veiligheid bewaar je jouw dierbaarste bestanden in de cloud, zoals Google Drive, Microsoft OneDrive of Strato HiDrive. Je slaat de data daarmee op in een zwaarbewaakt datacenter.

Watch on YouTube
▼ Volgende artikel
Laptop mee op vakantie? Hier moet je op letten
© maglara
Huis

Laptop mee op vakantie? Hier moet je op letten

Een laptop meenemen op vakantie lijkt handig. Even foto's uitzoeken, een filmpje kijken of wat werk afronden. Maar afhankelijk van je bestemming en manier van reizen zijn er een paar dingen waar je van tevoren goed over na moet denken. Of je nu gaat kamperen in een tent, met de caravan op pad gaat of een huisje of hotel boekt, iedere situatie stelt z'n eigen eisen aan hoe je je laptop gebruikt, beschermt en voorbereidt.

⛺ Dit artikel in het kort

Laptop mee op vakantie? We vertellen waar je op moet letten wanneer je:

  • gaat kamperen in een tent
  • er met de caravan op uit trekt
  • een huisje of hotelkamer huurt
  • naar het buitenland gaat

Lees ook: Alternatieve checklist: 19 tips voor een zorgeloze vakantie

Kamperen: zonder stroom of wifi

Wie gaat kamperen in een tent, heeft meestal geen stroomvoorziening of wifi tot zijn beschikking. De laptop moet het dus doen op de accu, en je internetverbinding moet je zelf regelen. Zorg daarom dat je laptop volledig is opgeladen voordat je vertrekt. Als je meerdere dagen zonder stopcontact zit, kan een powerbank met een hoge capaciteit uitkomst bieden, al moet die dan wel geschikt zijn voor laptops. Niet elk model levert voldoende vermogen.

Wifi is er op de meeste campings wel, maar vaak alleen bij de receptie of het sanitairgebouw, en meestal niet gratis of stabiel. Wil je toch online kunnen, dan kun je je smartphone gebruiken als hotspot. Dat heet tethering: je telefoon fungeert dan als een soort draagbare wifi-router via je mobiele dataverbinding. Check vooraf bij je provider of je databundel groot genoeg is en of tethering is toegestaan in het buitenland. Grote downloads, zoals systeemupdates of cloudsynchronisatie, kunnen je databundel snel opslokken. Zet automatische updates daarom uit en pauzeer de synchronisatie met diensten als OneDrive of Google Drive zolang je via je telefoon online bent.

Houd er ook rekening mee dat in afgelegen gebieden mobiel internet soms traag of onbetrouwbaar is. Download daarom bij voorkeur alles wat je nodig denkt te hebben voor je vertrekt, van kaarten en routes tot films of series. Zo houd je grip op je verbruik én voorkom je onaangename verrassingen bij thuiskomst.

©TeTe Song

Caravan: iets meer luxe, maar nog steeds beperkingen

Wie met een caravan reist, heeft het vaak net wat makkelijker. Sommige staanplaatsen hebben een stroomaansluiting en er zijn meestal meer voorzieningen. Toch geldt ook hier dat je niet kunt rekenen op snel of onbeperkt internet. Installeer een VPN op je laptop als je gebruik wilt maken van publieke netwerken. Daarmee versleutel je je verbinding, zodat anderen niet zomaar kunnen meekijken of gegevens onderscheppen. Dit is vooral belangrijk als je e-mails checkt, online bankiert of inlogt op accounts.

Zelfs als je een wifi-netwerk kunt gebruiken, is het verstandig om automatische updates op je laptop tijdelijk uit te schakelen. Het klopt dat bij gebruik van wifi dataverbruik in principe geen rol speelt, tenzij je op een plek zit waar je moet betalen per MB of waar het netwerk bewust is afgeknepen. Wat wél vaak speelt op campings of in hotels: de verbinding is traag, instabiel of wordt gedeeld met veel andere gasten. Grote downloads zoals systeemupdates kunnen dan het netwerk zwaar belasten, waardoor alles tergend langzaam gaat of zelfs vastloopt. Door updates uit te stellen, houd je de verbinding werkbaar voor jezelf en anderen.

Heb je helemaal geen wifi tot je beschikking, dan ben je aangewezen op mobiel internet via je smartphone. Hoe je dat het beste aanpakt, heb je al eerder in dit artikel kunnen lezen.

©InsideCreativeHouse

Huisje of hotel: alles bij de hand, maar blijf alert

In een vakantiewoning of hotel hoef je je over de stroomvoorziening doorgaans geen zorgen te maken en ook is er meestal wel een wifinetwerk dat redelijk functioneert. Toch blijft het belangrijk om alert te zijn. De beveiliging van dit soort vakantienetwerken is vaak minimaal. Zonder VPN is je verbinding eenvoudig te onderscheppen. Gebruik daarom altijd een VPN-dienst of kies ervoor om vertrouwelijke zaken, zoals het inloggen op je bank, uit te stellen tot je op een vertrouwd netwerk zit.

Zorg ook in deze situatie voor een recente back-up. Denk aan synchronisatie met OneDrive, Google Drive of iCloud, maar ook aan een kopie op een externe ssd of usb-stick. Mocht je laptop gestolen worden of beschadigd raken, dan heb je in elk geval je bestanden nog.

Vooraf en onderweg back-uppen?

Snelle externe ssd's vind je bij

In het buitenland: adapter, handbagage en verzekering

Ga je naar het buitenland, dan zijn er extra zaken om op te letten. Niet elk land gebruikt dezelfde stopcontacten en netspanning. Een universele wereldstekker is daarom handig, zeker als je meerdere apparaten mee hebt. Voor sommige bestemmingen heb je ook een spanningsomvormer nodig, hoewel moderne opladers vaak meerdere voltages aankunnen. Check dit op het label van je oplader.

Bij vliegreizen moet je goed kijken naar de bagageregels. Bij budgetmaatschappijen zoals Ryanair of Easyjet mag je soms maar één stuk handbagage meenemen. Dat betekent kiezen: een rugzak met je laptop of een trolley met kleding. Wil je beide, dan moet je bijbetalen. Stop je laptop liever niet in ruimbagage. Niet alleen vanwege de kans op beschadiging, maar ook omdat lithiumbatterijen daar eigenlijk niet thuishoren en zelfs geweigerd kunnen worden. Als het echt niet anders kunt, gebruik dan een stevige hoes of laptoptas, leg je laptop midden in je bagage tussen kleding en meld bij het inchecken dat er elektronica in zit.

Schade, verlies of diefstal: hoe zit het met de verzekering?

Schade of verlies van je laptop tijdens de vakantie valt in sommige gevallen onder je reisverzekering. Vaak zit hier wel een maximumbedrag aan verbonden en gelden er voorwaarden, zoals aantoonbare braaksporen bij diefstal. Controleer daarom vooraf of je laptop verzekerd is en of je eventueel een aanvullende dekking nodig hebt. Bij sommige inboedelverzekeringen is tijdelijke dekking in het buitenland mogelijk. Maak ook foto's van je apparatuur en noteer serienummers. Dit helpt bij aangifte of schadeclaims.

Nog even dit: voorbereid op pad

Een goede voorbereiding voorkomt veel gedoe. Werk je besturingssysteem en antivirussoftware bij vóór vertrek, zodat je onderweg niet verrast wordt door verplichte updates. Kijk of je genoeg opslagruimte hebt voor je vakantiefoto's of -video's. Denk ook aan offline gebruik: stel je e-mailclient in op offline modus, download navigatiekaarten en sla films of series lokaal op. Apps als Netflix en Disney+ bieden standaard de mogelijkheid om titels offline te bewaren.

Pas ook je tweestapsverificatie aan voordat je vertrekt. Wie normaal via sms een code ontvangt, kan in het buitenland tegen problemen aanlopen, vooral als het Nederlandse nummer niet werkt of buiten bereik is. Gebruik liever een authenticator-app, zoals Google Authenticator of Authy. Daarmee ontvang je je inlogcodes ook zonder mobiele verbinding, zolang je je smartphone maar bij je hebt.

Tot slot: laat je laptop niet in de volle zon liggen, in een warme auto of op een vochtige plek in de tent. Hitte en vocht zijn funest voor de elektronica. Gebruik bij voorkeur een waterdichte hoes of sleeve en bewaar hem op een droge plek in de schaduw. Fijne vakantie!