ID.nl logo
Het beste thuisnetwerk - Deel 1: Aanleggen
© PXimport
Huis

Het beste thuisnetwerk - Deel 1: Aanleggen

Steeds meer elektronica vereist een verbinding met het thuisnetwerk en internet. Het wordt dus belangrijker om overal in huis goede verbindingsmogelijkheden te hebben. In twee delen laten we zien waar je aan moet denken bij het opzetten van je netwerk zodat jij het beste thuisnetwerk kunt bouwen.

De tijd dat alleen je pc verbonden was met internet ligt al ver achter ons. Ook je smart-tv, spelcomputer, mediaspeler, settopbox, NAS en netwerkprinter verlangen een netwerkverbinding. Meestal kan dat via wifi, maar een 'ouderwetse' kabel werkt vaak beter. We besteden in dit artikel daarom aandacht aan zowel het bedrade als het draadloze gedeelte van het thuisnetwerk. In dit eerste deel gaan we aan de slag met kabels, werken we die af met netwerkaansluitingen en plaatsen we apparatuur. In een tweede artikel stellen we de (draadloze) mogelijkheden van de router in.

Wifi is de afgelopen jaren zowel qua snelheid als bereik sterk verbeterd, maar daar staat tegenover dat doordat iedereen wifi gebruikt dit de prestaties negatief beïnvloedt. Kabels zijn daarom nog steeds erg belangrijk en vormen de basis van een goed netwerk. Netwerkkabels zijn te koop in verschillende snelheidscategorieën. Voor een gigabit-verbinding is minimaal een Cat 5e-kabel noodzakelijk. Naast Cat 5e-kabels zijn er ook betere kabels te koop die aangeduid worden met Cat 6, Cat 6a en Cat 7. Uiteraard zijn ook deze betere kabels geschikt voor een gigabit-netwerk. Wie een toekomstgericht netwerk wil aanleggen, denkt misschien al verder dan gigabit.

Voor 10 Gbit/s is een standaard die gebruik maakt van Cat 6a-bekabeling (10GBASE-T). Officieus is ook Cat 6 geschikt voor 10 Gbit/s mits de kabellengte beperkt blijft. Wil je echter zeker weten dat je netwerk op termijn ook geschikt is voor een snelheid van 10 Gbit/s, dan moet je Cat 6a-bekabeling gebruiken. Dat is wel een stuk prijziger, want honderd meter Cat 6a-bekabeling kost zo'n 120 euro, terwijl 100 meter Cat 5e-bekabeling 40 euro kost. Zelf hebben wij gekozen om vooralsnog Cat 5e-bekabeling te verwerken en pas in de toekomst over te stappen op Cat 6a-bekabeling indien dat noodzakelijk wordt.

©PXimport

Je kunt Cat 5e-kabel kopen in een rol van 100 meter.

Vast of soepel?

Met de keuze voor een snelheidscategorie ben je er niet, want er zijn kabels met vaste (solid) en soepele (stranded) kern te koop. Netwerkkabels met een vaste kern bevatten aders die uit één koperdraad bestaat, terwijl bij een kabel met soepele kern een ader uit meerdere heel dunne koperdraadjes bestaat. Een netwerkkabel met vaste kern is daardoor minder soepel dan een netwerkkabel met soepele kern. Je gebruikt een netwerkkabel met vaste kern op vast geïnstalleerde verbindingen in je netwerk, bijvoorbeeld in de muur, terwijl je kabels met soepele kern op flexibele plekken in je netwerk gebruikt (bijvoorbeeld tussen een wandcontactdoos en pc). Dit is vergelijkbaar met elektriciteitsbedrading. In je huis zijn in de muren elektriciteitskabels met een vaste kern geïnstalleerd, terwijl de netsnoeren van apparatuur en verlengdozen elektriciteitskabels met een soepele kern bevatten.

©PXimport

Een vaste kabel (onder) bevat aders uit één stuk koperdraad, terwijl een soepele kabel (boven) aders bevat die uit een aantal dunne koperdraadjes bestaan.

Kabels trekken

Als je geluk hebt, dan lopen er vanaf iedere ruimte in je huis loze leidingen naar een centraal punt (meestal de meterkast) die je kunt gebruiken om netwerkkabels doorheen te trekken. Zijn er geen leidingen, dan zul je zelf creatieve oplossingen moeten bedenken. Waarschijnlijk ontkom je er dan niet aan om een gat in een muur of vloer te boren en te werken met kabelgoten. Ook kun je zelf leidingen infrezen. Gebruik in ieder geval nooit de pvc-buizen waar al elektrabekabeling doorheen loopt voor netwerkbekabeling. Je zou ook kunnen proberen om coax- of telefoniebekabeling die je niet gebruikt uit een leiding te trekken, waarna je de leiding gebruikt voor netwerkbekabeling.

In een loze leiding passen zonder al te veel problemen twee Cat 5e-kabels. Cat 6- en Cat 6a-kabels bevatten een kunststof binnenkern die ervoor zorgt dat de aderparen beter op hun plek blijven. Het nadeel hiervan is dat deze kabels wat stugger en dikker zijn en daardoor lastiger door een leiding te trekken zijn. Zeker als er een aantal bochten in de leiding zit, wordt het lastig om twee Cat 6- of 6a-kabels te trekken. In een loze leiding zit meestal een contactdraad, doorgaans normaal elektriciteitsinstallatiedraad. Officieel is deze draad alleen bedoeld om te achterhalen welke loze leiding naar welke ruimte loopt.

Het is eigenlijk niet de bedoeling dat je netwerkkabels met behulp van de contactdraad door de leiding trekt. Deze draad gebruik je om de trekveer door de buis te leiden. In het geval van de relatief soepele Cat 5e-kabels kun je de contactdraad vaak wel gebruiken om de kabel te trekken. Officieel dien je echter een trekveer te gebruiken waaraan je de netwerkkabels bevestigt door de gestripte koperdraadjes aan het oogje te bevestigen. Met behulp van duct tape kun je de kabel extra vastmaken. Een eventueel aanwezige contactdraad kun je dan gebruiken om de trekveer eerst door de leiding te helpen.

Werk met zijn tweeën: de ene persoon trekt aan de veer terwijl de andere persoon aan de andere kant van de leiding de kabel invoert. Loopt de kabel stroef, dan kun je talkpoeder of speciaal vet gebruiken voor wat smering. Gebruik geen groene zeep of afwasmiddel, dat wordt hard waardoor de kabel gaat plakken.

©PXimport

Als je geluk hebt komen in je meterkast loze leidingen uit die lopen naar de ruimte waar je een netwerkaansluiting wilt maken.

Volledig koper

Goede netwerkkabels zijn gemaakt van koper. Helaas zijn er ook fabrikanten die Cat 5e-kabels maken waarvan de aders gemaakt zijn van aluminium of staal met een laagje koper. Het voordeel lijkt duidelijk: dit is goedkoper dan koper. Bij heel korte afstanden tot een meter gaat dit meestal nog wel goed, bij wat langere kabels wordt een gigabit-snelheid vaak niet meer gehaald. Verzeker je er dus van dat je kabels aanschaft die volledig uit koper vervaardigd zijn. Bij kabels die uit aluminium zijn vervaardigd, zul je de term CCA (Copper Clad Aluminium) kunnen tegenkomen, terwijl kabels waarin staal is gebruikt aangeduid worden met CCS (Copper Clad Steel).

Afwerken in de meterkast

In veel huizen komt de internetverbinding binnen in de meterkast en tevens komen leidingen vanuit alle ruimtes in huis uit op de meterkast. Je zou ervoor kunnen kiezen om netwerkkabels die de meterkast binnenkomen te voorzien van een RJ45-stekker en deze zo in de router of switch steken. Dit is echter niet zo netjes, bovendien raden we RJ45-stekkertjes die geschikt zijn om op een vaste kern te knijpen ook niet aan. Het is afhankelijk van het aantal netwerkkabels dat in je meterkast binnenkomt, welke afwerking dan wel het handigst is. In de meeste gevallen zullen er bij gebruik van dubbele wandcontactdozen zes tot acht netwerkkabels in je meterkast binnenkomen. In dat geval is een desktop-patchkastje de aangewezen oplossing om de bekabeling af te werken. Anders dan de naam doet vermoeden schroef je een desktop-patchkastje eenvoudig aan de muur waarna je acht of twaalf netwerkkabels kunt afmonteren.

Heb je minder kabels om af te werken, dan kun je dubbele wandcontactdozen in opbouwuitvoering gebruiken. Heb je meer dan twaalf netwerkkabels, dan kun je werken met meerdere desktop-patchkastjes of uitwijken naar rekmontage ('rack mounted'). Er zijn twee rekmaten: tien inch en negentien inch breed. Zowel voor tien inch als negentien inch kun je beugels of kastjes kopen om apparatuur op een muur te monteren.

©PXimport

Werk de netwerkkabels in de meterkast af met een patchpanel.

Behalve patchpanelen kun je ook andere apparatuur voor rekmontage kopen zoals switches, stekkerdozen en plankjes om bijvoorbeeld een router op te zetten. Je sluit de netwerkkabels die uit de muur komen aan op de poorten van het patchkastje of patch panel met behulp van LSA-stroken. Later laten we zien hoe je LSA-stroken gebruikt. Als alternatief voor een compleet patchpaneel kun je bij gebruik van rekmontage ook kiezen voor keystones. Dit zijn netwerkaansluitingen die je direct op de kabel monteert en vervolgens in een speciale 10 of 19 inch plaat klikt.

Ook keystones maken gebruik van LSA-stroken, al zijn er ook varianten die je zonder gereedschap kunt dichtklikken. Je hebt voor een rek of beugel uiteraard wel genoeg ruimte in je meterkast nodig. Voor het aansluiten van de patchpoorten op een switch kun je korte netwerkkabels van 25 centimeter kopen. Je kunt via de patchkast of het patchpanel ook telefonie naar een netwerkaansluiting in een andere ruimte patchen. Gebruikt wel adaptertjes van RJ11 naar RJ45 om te voorkomen dat de kleinere RJ11-stekkertjes de buitenste pinnen van de aansluiting beschadigt.

Switch

Indien mogelijk geven wij de voorkeur aan het bedraad aansluiten van netwerkapparaten. Een kabel is nog altijd stabieler én sneller dan een wifi-signaal. Uiteraard moet het wel mogelijk zijn om al die kabels aan te sluiten op ons netwerk. De switch is het apparaat dat dit mogelijk maakt. Een switch is kastje met meerdere netwerkpoorten waarmee één netwerkkabel als het ware gesplitst wordt naar bijvoorbeeld vijf, acht of zestien aansluitingen. Ook je router bevat een switch met doorgaans vier poorten. Als je in iedere kamer een dubbele netwerkaansluiting wilt maken, zijn die vier poorten te weinig. Houd er rekening mee dat je door het aansluiten van de switch op je netwerk één poort op beide verbonden switches verliest. Voor thuisgebruik maakt het eigenlijk niet zoveel uit welke switch je koopt zolang hij maar gigabit-snelheden ondersteunt. Let er bij de aanschaf wel op dat hij geschikt is voor wandmontage.

Een switch is niet alleen handig in een centraal punt in je netwerk zoals in de meterkast, ook in de vertakkingen van je netwerk kan een switch goede diensten bewijzen. Het is helemaal niet vreemd als je televisiemeubel een paar apparaten met een netwerkaansluiting bevat. Denk aan een smart-tv, spelcomputer, mediaspeler en stereoset. Een switch met vijf poorten kun je kopen vanaf zo'n twintig euro, terwijl een exemplaar met acht poorten zo'n dertig euro kost. Naast switches waar je niets aan kunt instellen, zijn er ook managed switches waarmee je netwerkverkeer kunt beïnvloeden en meerdere virtuele netwerken (VLAN) kunt maken. Dat laatste kan van pas komen als je bijvoorbeeld IP-televisie hebt waarvan het verkeer over een eigen netwerk moet lopen (een aparte netwerkpoort op de router voor internet en televisie). Je hebt dan zowel in je meterkast als bij je televisie een managed switch nodig. Dat zou je echter ook al in je meterkast kunnen oplossen door een wandcontactaansluiting daar te patchen naar een televisieaansluiting op de router.

Om meerdere televisieaansluitingen te patchen kun je een tweede switch in je meterkast hangen. Gebruik je een modem/router met fast-ethernetpoorten (100 Mbit/s), dan is het interessant om ook als je eventueel genoeg zou hebben aan die vier poorten een losse gigabit-switch te gebruiken. Je sluit al je apparatuur aan op die gigabit-switch en vervolgens een kabel van de switch naar de switch van je modem/router. Zo kun je binnen je netwerk gebruik maken van gigabit-snelheden en word je niet beperkt door de snelheid van de poorten op je modem/router.

©PXimport

Let er bij de keuze van een switch op dat je hem aan de wand kunt monteren.

Wandcontactdozen

Voor het afmonteren van de netwerkkabel in een gebruiksruimte gebruik je wandcontactdozen. Deze zijn net als ander schakelmateriaal beschikbaar als inbouwvariant die in een inbouwdoos past of als opbouwvariant die je op de muur schroeft. Een complete inbouw wandcontactdoos heb je vanaf zo'n zes euro, terwijl een opbouwvariant vanaf zo'n zeven euro te koop is. Daarnaast kun je ervoor kiezen om te werken met afdekramen en centraalplaten van dezelfde fabrikant als de rest van het schakelmateriaal in je huis. Je hebt dan een binnenwerk nodig dat compatibel is met het schakelmateriaal.

De meeste wandcontactdozen of binnenwerken werken net als een patchpanel met LSA-stroken en monteer je dus af met de zogenoemde LSA punch down tool. Heb je wandcontactdozen met schroefcontacten, gebruik deze dan niet. Ze worden nog veel verkocht, maar zijn niet geschikt voor moderne gigabit-netwerken. Let er ook bij wandcontactdozen op dat je de T568B-standaard gebruikt, meestal zie je twee kleurcoderingen bij de aansluitingen en kies je dan voor B. Wanneer de aansluitingen genummerd zijn van 1 tot en met 8, dan kun je het T568B-schema gebruiken (zie verderop). Naast binnenwerken met LSA-stroken kun je net als bij patchpanelen gebruik maken van keystones.

De keystones verwerk je vervolgens in een speciaal muurplaatje dat geschikt is voor keystones. Ook deze muurplaatjes zijn verkrijgbaar in de schakelmateriaalseries van diverse fabrikanten. Wanneer alles gemonteerd is, is er functioneel geen verschil.

©PXimport

1. Voer de kabels door in je wandcontactdoos of patchpanel. Wij hebben voor deze foto de wandcontactdoos op tafel gelegd, normaal monteer je dit aan de kabel die uit je muur komt.

©PXimport

2. Leg de ader over de juiste aansluiting (zie kleurcodering of bij nummering het T568B schema verderop) Leg hem een beetje vast over de strook en zet je LSA punch down tool op de LSA-strook. Druk de LSA punch down tool vervolgens in tot je een klik hoort.

©PXimport

3. Sluit alle aders aan, de overbodige stukjes draad worden tijdens het aandrukken door de LSA punch down tool netjes afgesneden.

Patchkabels

Om het patchpanel aan te sluiten op een switch en om netwerkapparatuur aan te sluiten op een switch of wandcontactdoos gebruik je patchkabels. Dit zijn netwerkkabels met een soepele kern met aan beide kanten een RJ45-stekker. Wij raden je aan om kant-en-klare bekabeling te gebruiken. Je hoeft dan zelf geen stekkers op kabels te knijpen. Wil je patchkabels hebben die precies op lengte zijn, dan kun je ze uiteraard ook zelf maken. Doe dit wel alleen met Cat 5e of Cat 6. De netwerkkabel dient soepele aders te hebben en je gebruikt RJ45-stekkers bedoeld voor soepele aders. Handig zijn stekkertjes met een los positioneringsblokje waarmee de acht aders er eenvoudiger in te steken zijn. Je hebt voor het zelf maken van patchkabels ook een krimptang nodig.

Je begint het maken van een patchkabel met het op lengte knippen van de kabel waarbij je hem zo'n 6 centimeter langer maakt dan uiteindelijk de bedoeling is. Als je de stekker wilt voorzien van een knikbeschermer, schuif die er dan alvast op. Verwijder zo'n drie centimeter van de isolatie met een kabelstripper of voorzichtig met een mesje. Vervolgens ontvlecht je de acht aders tot het punt waarop je de isolatie hebt weggehaald. Leg de acht aders in de juiste volgorde. Deze volgorde staat bekend als T568B en vind je verderop. Knip de aders af zodat ze ongeveer één centimeter lang zijn. Schuif de aders nu in de RJ45-stekker zover als mogelijk. Er moet dan ook een stukje van de buitenste mantel in de stekker verdwijnen voor de trekontlasting.

Stop de RJ45-plug nu in de krimptang en knijp de tang dicht. De stekker zal nu vastklikken op de kabel en de acht aders zullen doorboord worden door de tandjes in de RJ45-stekker. Herhaal dit aan de andere kant van de kabel en de patchkabel is af.

©PXimport

1. Knip de kabel op lengte met de ingebouwde schaar in de krimptang of een normale schaar. Schuif eventueel alvast een knikbeschermer om de kabel als je dat wilt.

©PXimport

2. Strip de buitenste mantel met een kabelstripper of een ander mesje (pas op dat je de aders niet beschadigt) tot circa drie centimeter.

©PXimport

3. Ontrafel de aders tot het punt waar je de mantel hebt gestript.

©PXimport

4. Sorteer de aders in de juiste volgorde (zie het T568B schema verderop) en knip ze op ongeveer een centimeter recht af.

©PXimport

5. Schuif de kabel helemaal in de stekker en controleer of de aders onder de pinnetjes vallen. De buitenste mantel moet onder de inkeping vallen.

©PXimport

6. Stop de RJ45-plug in de krimptang en knijp tot je een klik hoort. De RJ45-stekker zit nu vast op de kabel.

©PXimport

Houd bij het maken van een netwerkkabel de T568B-aansluitvolgorde aan. De lip moet naar onder staan. Ook LSA-stroken moet je in deze volgorde aansluiten. Meestal is er een kleurcodering voor B, anders moet je de juiste kleur op het juiste cijfer aansluiten.

Kabel testen

Na montage kun je de kabel testen met een kabeltester als je die hebt, maar je kunt de kabel ook in gebruik nemen en kijken of hij het goed doet. Je kunt in Windows controleren of je pc een gigabit-verbinding opzet. Klik in Windows 7 of 8 in het systeemvak met rechts op het netwerkpictogram en kies Netwerkcentrum openen. Klik vervolgens op LAN-verbinding (Windows 7) of Ethernet (Windows 8). Als er naast snelheid 1,0 Gbps staat, dan zet Windows netjes een gigabit-verbinding op. Uiteraard moet de pc wel verbonden zijn met een gigabit-switch. Heb je een netwerkkaart van Realtek of Intel, dan kun je via software van de netwerkadapter testen of je bekabeling goed is. Heb je een Intel-netwerkadapter, dan vind je in het apparaatbeheer na het dubbelklikken op de netwerkadapter een test op het tabblad Link Speed. Klik vervolgens op Diagnostics, open het tabblad Cable en druk op Run Test.

Gebruikers van een Realtek-adapter kunnen de Realtek Ethernet Diagnostic Utility downloaden: klik op deze pagina de downloadlink aan naast 8111DP DASH All-In-One. Klik na installatie in het linkermenu op Cable en vervolgens op Test. Realteks software laat per aderpaar zien of de kabel goed is.

©PXimport

Fabrikanten van netwerkkaarten (zoals hier Realtek) bieden tooltjes om de kabel te testen.

Gebruik een goede krimptang!

Voor het beste resultaat gebruik je een krimptang die de stekker gelijkmatig dichtdrukt. Bij de goedkoopste krimptangen zit het krimpgedeelte in de scharnierrichting van de tang waardoor sommige pinnetjes later en minder hard worden aangedrukt dan andere pinnetjes. Bij de tang die wij gebruiken voor de foto's op deze pagina zit het krimpgedeelte haaks op de scharnierrichting en wordt de knijpbeweging omgezet in een gelijkmatige drukbeweging.

©PXimport

Gebruik een wat duurdere krimptang omdat de goedkoopste exemplaren de connectoren niet allemaal goed aandrukken.

Alternatief: powerline-adapters

Soms is kabels trekken voor een netwerkaansluiting niet mogelijk, maar heb je wel een bekabelde netwerkaansluiting nodig. Je kunt dan gebruik maken van Powerline-adapters. Deze adapters maken de wandcontactdozen voor elektriciteit geschikt voor netwerkcommunicatie. De geadverteerde snelheid is 500 Mbit/s, maar de echte maximale snelheid is zo'n 130 Mbit/s, en in de praktijk kan dit nog een stuk langzamer zijn. Het is dus zeker geen volwaardig alternatief voor een echte gigabit-netwerkkabel. Voor het delen van een internetverbinding voldoen powerline-adapters doorgaans wel. Je hebt minstens twee powerline-adapters nodig: eentje waar je een netwerkaansluiting wilt hebben en eentje bij een router of switch die met je netwerk verbonden is.

Interessant zijn powerline-adapters met ingebouwde wifi, hiermee vergroot je eenvoudig het wifi-netwerk in je huis zonder dat je kabels hoeft te trekken. Naast powerline-adapters bestaan er ook soortgelijke MoCa-adapters die coaxbekabeling geschikt maakt voornetwerkcommunicatie, bijvoorbeeld de Hirschmann Moka 16.

▼ Volgende artikel
Waar voor je geld: 5 airfryers met bijzondere functies
© Grandbrothers - stock.adobe.com
Huis

Waar voor je geld: 5 airfryers met bijzondere functies

Bij ID.nl zijn we gek op producten waar je niet de hoofdprijs voor betaalt. Een paar keer per week speuren we daarom binnen een bepaald thema naar zulke deals. Zin in een lekkere maaltijd, maar niet in een vette hap? Dan is een airfryer wellicht iets voor je. De redactie van ID.nl zocht er vijf uit, die bovendien van bijzondere functies zijn voorzien.

Aan een airfryer kun je niets meer verbeteren, horen we je denken. Toch is dat niet zo, want hoewel deze handige apparaten al in menig keuken te vinden zijn, wordt er nog veel doorontwikkeld. Daarom valt de keuze dit keer op airfryers met bijzondere functies die je niet direct op iedere airfryer tegen komt.

Tefal EY905D Easy Fry & Grill Dual 8.3L XXL

Deze Tefal-airfryer heeft twee gescheiden kookzones waarmee je verschillende gerechten tegelijkertijd kunt klaarmaken. Beide zones kunnen apart worden ingesteld qua temperatuur en tijd. Hierdoor kun je gerechten bereiden die niet dezelfde bereidingstijd nodig hebben, maar wel op hetzelfde moment klaar moeten zijn, bijvoorbeeld kip en friet. De inhoud van 8,3 liter is ruim genoeg voor huishoudens van 3 tot 5 personen.

De bediening van deze airfryer is digitaal, met knoppen en een overzichtelijk scherm. Het apparaat heeft verder een timer, instelbare temperatuur tot 200 graden en antiaanbaklaag. Er zijn geen geavanceerde voorgeprogrammeerde standen, maar de basisfuncties zijn voldoende voor alledaags gebruik. De manden zijn uitneembaar en kunnen met de hand of in de vaatwasser worden schoongemaakt. Met de Tefal-app vind je handige gerechten voor deze airfryer.

Inventum GF1200HLD

Dit model van Inventum combineert de functies van een airfryer en heteluchtoven. Het apparaat heeft een inhoud van 12 liter en beschikt over een roterende mand, waarmee je bijvoorbeeld friet automatisch kunt laten draaien voor een gelijkmatig resultaat. Daarnaast zijn ook een grillrek, bakplaat en draaispit meegeleverd, zodat je verschillende bereidingswijzen kunt toepassen. De temperatuur is instelbaar tot 200 graden en de timer tot 90 minuten.

LEES OOK: Airfryer met één of twee lades? Zo kies je slim

De bediening bestaat uit fysieke knoppen met een klein digitaal display. Gebruikers geven aan dat de prestaties stabiel zijn, en dat vooral de draaimand goed werkt bij snacks en aardappelproducten. Er is geen stoomfunctie of slimme aansturing. De buiten- en onderkant worden tijdens gebruik warm, dus plaatsing op een hittebestendig oppervlak is aanbevolen.

Ninja Foodi SP101EU

De Ninja Foodi SP101EU is opvallend in die zin dat het eruit ziet en werkt als een oven, maar toch airfryer-functionaliteit heeft. Het heeft dan ook acht functies: heteluchtfrituren, bakken, braden, grillen, drogen, roosteren, warmhouden en een aparte bagelstand. De oven heeft een vermogen van 2400 watt en verwarmt snel op, met een opwarmtijd van ongeveer 60 seconden. Door de combinatie van zes infrarood verwarmingselementen en luchtcirculatie wordt voedsel gelijkmatig bereid. De temperatuur en bereidingswijze worden digitaal ingesteld via een bedieningspaneel.

Bij de oven worden standaard een bakplaat, een heteluchtfrituurmand en een rooster geleverd. Het apparaat is geschikt voor verschillende soorten gerechten, van ovenschotels tot broodjes en gegrilde groenten. Dankzij het ontwerp en de functies kan de oven ook worden gebruikt als alternatief voor een traditionele heteluchtoven.

Ninja Foodi Dual Zone AF400EUWH

De Ninja Foodi AF400EU beschikt over twee aparte manden van elk 4,75 liter. Dit maakt het mogelijk om twee gerechten tegelijk te bereiden, met verschillende instellingen qua tijd en temperatuur. De zogenaamde 'Match Cook'- en 'Sync Finish'-functies zorgen ervoor dat je gerechten op hetzelfde moment klaar zijn, zelfs als deze andere bereidingstijden hebben. De bediening is volledig digitaal, met zes automatische kookprogramma’s zoals max crisp, air fry, roast en bake.

LEES OOK: Dit zijn de meestgemaakte fouten met airfryers (en zo voormijd je ze)

Je kunt de temperatuur instellen vanaf 40 tot 240 graden Celsius en het maximum vermogen is 2470 Watt. De binnenmanden zijn voorzien van een keramische antiaanbaklaag en kunnen in de vaatwasser. Het apparaat is relatief groot, dus dat is wel iets om rekening mee te houden als de ruimte in je keuken beperkt is. Gebruikers van de AF400EUWH waarderen de stille werking en de mogelijkheid om flexibel te koken zonder tussendoor schoon te maken of het apparaat opnieuw in te stellen.

Princess 1.182068.01.001

Met de Princess 1.182068.01.001 Double Basket Airfryer kun je twee gerechten tegelijk bereiden, dankzij de dubbele mand. Het apparaat staat los op het aanrecht en heeft een zwart ontwerp dat in de meeste keukens past . Je bedient het eenvoudig via het LED-display en de touchknoppen. Er zijn acht programma’s, een timer en je kunt de temperatuur zelf instellen tot 220 °C. De totale inhoud is 8 liter, genoeg voor ongeveer zes porties.

Tijdens het gebruik blijven de handvatten koel, en bij oververhitting schakelt het apparaat zichzelf automatisch uit. De losse onderdelen – inclusief de binnenbakken – mogen gewoon in de vaatwasser. Met een vermogen van 2400 watt warmt de airfryer snel op en bereid je je eten gelijkmatig. Of je nu frietjes bakt of kip grilt, deze airfryer maakt het eenvoudig zonder veel gedoe.

▼ Volgende artikel
Voorjaarsklus: verzakt terras of pad zelf herstellen? Zo doe je dat!
© Irina Zharkova
Huis

Voorjaarsklus: verzakt terras of pad zelf herstellen? Zo doe je dat!

Het is lente, en dat is hét moment om allerlei klusjes in de tuin aan te pakken. Heb je een terras of pad dat in de loop van tijd wat is verzakt? Daarvoor hoef je geen stratenmaker in te huren, dat kun je prima zelf weer herstellen. Hoe je dat doet, lees je in deze uitgebreide handleiding.

In dit artikel lees je: • Waardoor bestrating verzakt en hoe je dat voorkomtHoe je verzakte plekken herkent en beoordeeltHoe je stenen of tegels veilig verwijdertHoe je het zandbed ophoogt en de bestrating weer vlak maaktHoe je opsluitbanden opnieuw plaatst of verstevigtWat je kunt doen bij schade door wortelsHoe je verzakking door mollen voorkomt en herstelt

Lees ook: Zo leg je zelf een terras aan

Het gebeurt regelmatig dat (sier)bestrating verzakt. Vaak ligt dat aan een instabiele ondergrond, slechte afwatering, zand dat is weggespoeld door regen of een te zware belasting. Door hier bij de aanleg of tijdens het herstel al rekening mee te houden, voorkom je veel problemen. Denk bijvoorbeeld aan voldoende ophoogzand, goede opsluitbanden en een slimme afwatering.

Probleemplekken identificeren

Je ziet het meestal snel als een pad of terras verzakt is. Zeker als regenwater blijft staan op plekken waar het niet weg kan. Vaak ligt dat aan een deel van de bestrating dat letterlijk is ingezakt. Ook als stenen zijn gaan schuiven of er kieren ontstaan, heb je waarschijnlijk te maken met verzakking. Dat gebeurt vaak wanneer opsluitbanden niet stevig genoeg geplaatst zijn en langzaam naar buiten zijn gedrukt of gekanteld.

©MG | ID.nl

👷 Dit heb je nodig voor je klus


• Goede werkhandschoenen

Waterpas

• Metseldraad

• Balk of lat


Rubberen hamer

• Bats of spade

• Ophoogzand

Tegels wippen

Zelfs de kleinste verzakking kan er al voor zorgen dat er water blijft liggen, omdat water nu eenmaal de weg van de minste weerstand kiest, dus het is belangrijk dat je goed in kaart brengt waar bij jou alle verzakkingen zitten. Leg een lange, rechte lat over het deel dat is weggezakt of gebruik een waterpas . Zo zie je hoe scheef het ligt. Een lange lat werkt het best als je die op zijn smalle kant neerlegt. Leg je hem plat, dan buigt hij makkelijk door en geeft hij een vertekend beeld.

NK Tegelwippen 2025

Doet jóúw woonplaats al mee?

Heb je duidelijk welk stuk verzakt is en dus opgehoogd moet worden, dan haal je daar de tegels of stenen weg. Bij randen zonder opsluitband lukt dat meestal met je handen of een klein schepje. Zit het probleem ergens in het midden van het terras, dan heb je er iets meer werk aan.

©MG | ID.nl

Doe dat wel voorzichtig: je wilt schade aan de tegels natuurlijk zoveel mogelijk voorkomen. Ga dus niet wrikken met een spade of schep. Beter gebruik je twee platte schroevendraaiers. Zet ze aan weerszijden van de steen en wip deze voorzichtig los. Geen oude schroevendraaiers bij de hand? Dan kun je ook lange, dikke spijkers of schroeven gebruiken. Draag daarbij wel handschoenen.

Stenen 'opzuigen'
Er bestaan ook zuignapsystemen voor bestrating, vergelijkbaar met zuignapsystemen om bijvoorbeeld grote glasplaten te plaatsen. Deze apparaten zijn te huur bij specialistische bedrijven, maar zijn eigenlijk vooral geschikt voor zeer grote, zware tegels. De de huurprijs kan liggen tussen de 20 en 30 euro per dag.

Is de eerste steen eruit, dan volgen de andere meestal vanzelf. Haal ze als het kan met de hand eruit, zo blijft het zandbed eronder zoveel mogelijk intact.

Hoogte bepalen

Ligt het verzakte deel open, dan kun je het zandbed ophogen. Gebruik een rechte lat of metseldraad om de juiste hoogte af te stemmen op de rest van het terras. De lat of het draad laat je dan van links naar rechts lopen vanaf de hoogte van de niet-verzakte bestrating. Vervolgens schep je er ophoogzand bij en controleer je – door een tegel of steen neer te leggen – of het zandbed op de goede hoogte is gebracht. Vergeet niet dat je ongeveer 3 tot 5 millimeter hoger legt dan de rest van de bestrating. De tegel of steen sla je er immers nog een stukje in.

©MG | ID.nl

Ligt alles op zijn plek? Leg dan een stevige balk of plank (die je op op z'n kant legt) op de nieuwe bestrating en tik er met een rubberen hamer op. Zo werk je kleine hoogteverschillen weg.

©MG | ID.nl

Tot slot veeg je overtollig straatzand in de voegen. Je kunt ook inveegzand gebruiken dat onkruidwerend is. Dat werkt vooral goed bij nieuw aangelegde terrassen die nog onkruidvrij zijn, dus voornamelijk bij nieuw aan te leggen terrassen.

Lees ook: Het belang van goede tuindrainage

Opsluitbanden (her)plaatsen

Zijn de randen van je terras verzakt of verschoven en heb je daar opsluitbanden liggen? Dan zijn die waarschijnlijk gaan kantelen of wijken ze naar buiten uit. Dat zie je vaak bij opritten die hoger liggen dan de omliggende grond. Zit er aan de buitenzijde te weinig grond, dan geven die opsluitbanden niet genoeg tegendruk.

In zo’n geval kun je proberen de banden opnieuw in te graven. Lukt dat niet, maar wil je ze wel verstevigen? Zet ze dan – nadat je ze natuurlijk in de hoogte ook waterpas hebt gezet – vast in beton. Dat kan gewoon met kant-en-klare betonmortel uit de bouwmarkt. Alleen wat water erbij en het hardt vanzelf uit.

©Bron: YouTube / Papaklust

Beschadigde bestrating door wortels

Wortels van bomen en struiken kunnen ervoor zorgen dat je bestrating niet verzakt, maar juist omhoog komt. Je ziet dan een bult in het terras en losse tegels. In dat geval moet je eerst de wortels aanpakken. Daarnaast moet je extra zand aanbrengen om de vrijgekomen ruimte op te vullen.

©MG | ID.nl

Wortels kunnen ervoor zorgen dat de bestrating omhoog komt.

Verwijder uitgelopen wortels zo veel mogelijk buiten de bestrating zelf: het heeft geen zin om wortels vlak vóór of in het bestratingsdeel af te zagen of af te steken. Binnen enkele maanden zullen ze namelijk weer voor hetzelfde probleem zorgen. Helemaal tegenhouden lukt niet, maar je kunt wel voorkomen dat ze omhoog komen. Gebruik daarvoor worteldoek. Dat stuurt de wortels onder je bestrating horizontaal verder.

Zoeken naar worteldoeken

Bescherm je terras tegen wortels en onkruid

Let op: worteldoek werkt vooral bij kleinere wortels. Grote wortels kunnen alsnog schade veroorzaken. Een bijkomend voordeel van worteldoek is dat het onkruidgroei tegengaat. Worteldoek leg je overigens aan bij een compleet nieuw terras of bestrating. Wil je worteldoek gebruiken bij het herstellen van een terras of pad, dan moet je eigenlijk helemaal opnieuw beginnen, omdat het worteldoek onder de gehele bestrating en onder het niveau van het straatzand komt te liggen.

Mollen

Mollen maken niet alleen je gazon kapot, ze kunnen ook zorgen voor verzakking van je bestrating. Door gangen onder je terras te graven, ontstaat er instabiliteit. Storten die gangen in, dan zakken de tegels weg. Bij dit soort verzakkingen heb je vaak veel zand nodig voor herstel.

Lees ook: Acht manieren om je tuin te beschermen tegen ongedierte

©MG | ID.nl

Mollen graven gangen en die kunnen ervoor zorgen dat je bestrating verzakt.

Mollen zijn lastig te weren, maar je kunt het ze wel moeilijker maken. Hoe diverser je beplanting, hoe minder aantrekkelijk je tuin is voor mollen: wortels vormen obstakels. Wil je specifiek je terras beschermen, dan kun je een mollennet plaatsen. Dat graaf je verticaal in langs de randen van je terras, tot zo'n 70 cm diep. Deze klus kun je prima uitvoeren na het ophogen, want je hoeft alleen de zijkanten aan te pakken.

Vraag een offerte aan voor hovenier: