DualSense vs. DualSense Edge: welke PS5-controller moet je hebben?
Bij aankoop van een PlayStation 5-console krijg je ten minste één DualSense-controller. Wil je een extra controller? Of is je huidige aan vervanging toe? Sony heeft naast de standaard uitvoering ook een DualSense Edge-controller uitgebracht. Is het de moeite waard om te upgraden of ben je beter af met de gewone DualSense? We nemen de verschillen met je door.
In dit artikel bespreken we:
-
Wat de verschillen zijn tussen de DualSense en DualSense Edge
-
Welke van de twee PS5-controllers je het best kunt kiezen
-
Lees ook: Gaming en soundbars: wat is belangrijk?
PS5 DualSense- vs. DualSense Edge-controller
De DualSense-controller werd door Sony geïntroduceerd naast de PlayStation 5-console in november van 2020. De controller brengt enkele aanzienlijke verbeteringen met zich mee tegenover de DualShock 4-controller die bij de PlayStation 4 werd geleverd.
Twee van de belangrijkste toevoegingen zijn de aanwezigheid van haptische feedback en adaptieve triggers. De haptische feedback zorgt ervoor dat de mate van trillingen van de controller verandert, bijvoorbeeld op basis van de ondergrond waarop een personage loopt.
De adaptieve triggers zorgen voor weerstand, bijvoorbeeld tijdens het indrukken van het gaspedaal in een racegame of het overhalen van de trekker van een pistool in een actiegame. Beide functies zorgen voor meer realisme en immersie.
Dezelfde features heeft Sony ook geïmplementeerd in de DualSense Edge-controller die de fabrikant in januari 2023 uitbracht. Deze versie is gebaseerd op de standaard controller van de PlayStation 5, maar bevat de nodige extra’s die je game-ervaring naar een hoger niveau kunnen tillen.
De DualSense Edge biedt voornamelijk meer opties om de controller naar wens in te stellen. Zo zijn er verwisselbare thumbsticks, is de weerstand van de triggers aan te passen en zitten er programmeerbare knoppen op de achterkant. Vanwege de uitgebreide aanpasbaarheid van de controller is de DualSense Edge vooral geschikt voor competitieve gamers. Als speler heb je namelijk de controle over de manier waarop je thumbsticks en triggers reageren. Bovendien kun je de knoppen op de achterkant zo instellen dat je bepaalde acties sneller uitvoert dan via de reguliere knoppen, doordat je alle vingers van je handen kunt gebruiken.
De DualSense Edge-controller klinkt dankzij zijn uitgebreidere functies als de beste keuze, maar er staan twee nadelen tegenover. Met een adviesprijs van 240 euro kost de DualSense Edge fors veel meer dan de 'gewone' DualSense-controller, die 70 euro kost. Daarnaast wordt de batterijduur van de DualSense Edge verkort door de extra functionaliteiten. Anderzijds biedt bedraad spelen een (klein) competitief voordeel door een lagere input lag.
Nog meer uit je game-ervaring halen? Kijk eens naar deze PlayStation-controllers
Welke PS5-controller moet ik kiezen?
Om te bepalen of je beter af bent met een DualSense-controller of met een DualSense Edge-controller, is het belangrijk om je af te vragen wat voor gamer je bent. Het prijsverschil is aanzienlijk, waardoor de Edge-variant pas interessant wordt wanneer je regelmatig gamet en competitief bent. Speel je vooral tegen online tegenstanders, bijvoorbeeld in first-person shooters? Dan kan de DualSense Edge ervoor zorgen dat je een streepje voor hebt op je tegenstanders.
Wie zichzelf meer ziet als casual gamer en zo nu en dan alleen of met vrienden een paar uurtjes spelletjes speelt, is over het algemeen niet slecht (en bovendien goedkoper) uit met de standaard DualSense. Deze controller biedt meer dan genoeg functies en ligt bovendien prettig in de hand. De prijs maakt het bovendien aantrekkelijker om er eentje extra aan te schaffen om met vrienden of familie te kunnen spelen. Er zijn bovendien een stuk meer kleuropties verkrijgbaar, terwijl je het bij de DualSense Edge moet doen met alleen een wit-zwarte controller.