ID.nl logo
Racestuur kopen voor je PlayStation, Xbox of pc: hier moet je op letten
© artitwpd - stock.adobe.com
Huis

Racestuur kopen voor je PlayStation, Xbox of pc: hier moet je op letten

Om net als Max Verstappen te racen op de Formule 1-circuits, hoef je de deur niet uit. Met een racestuur en toebehoren haal je voor enkele honderden euro's al een prima raceset-up naar je woonkamer of (wo)mancave. We vertellen je waar je op moet letten bij de aankoop van een racestuur voor je PlayStation, Xbox of pc.

In dit artikel vertellen we je:

Force feedback maakt of kraakt je race-ervaring

Voor de beste race-ervaring is een stuur met force feedback essentieel. Dit zorgt voor een realistischer gevoel van weerstand en trillingen tijdens het rijden op de digitale racetracks. Goedkopere sturen maken vaak gebruik van tandwielaandrijving. Daardoor maken ze wat meer lawaai en geven ze minder geavanceerde feedback. In de middenklasse vind je riemaangedreven sturen, die realistischere force feedback bieden. 

De gouden standaard vind je echter in Direct Drive-sturen, maar die komen dan ook met een flink prijskaartje. Bovendien zijn deze sturen vrijwel nooit compatibel met consoles. Alleen als je een zeer fanatieke (professionele) simracer bent, is het de moeite (en het geld) waard om dit soort sturen te overwegen. Doordat ze over de meest geavanceerde force feedback beschikken, voel je vrijwel ieder detail van het wegoppervlak, de grip van de banden en de krachten die op de auto werken. Daarnaast heb je naast het racestuur zelf ook een raceseat of -rig nodig om het stuur aan te bevestigen. 

Kies een stuur dat geoptimaliseerd is voor je apparaat

Niet alle racesturen zijn even geschikt om aan elk apparaat te koppelen. Sommige modellen zijn namelijk specifiek ontworpen voor één platform, zoals voor de PlayStation of Xbox. Dat betekent niet alleen dat de knoppen zijn aangepast aan een specifieke console, maar ook dat ze niet werken of niet geoptimaliseerd zijn voor een ander platform.

Wil je racespellen spelen op pc én console, dan is het belangrijk om voor een universeel racestuur te kiezen. Deze sturen bevatten vaak een schakelaar om tussen verschillende platformen te wisselen. Vaak zijn de sturen wel te gebruiken op verschillende consolegeneraties. Een stuur dat gemaakt is voor de PlayStation 4, werkt vaak ook op de PlayStation 5. Informatie hierover vind je doorgaans op de website van de fabrikant.

Daarnaast is het belangrijk om te weten dat niet alle racespellen officieel een racestuur ondersteunen. Soms kun je het stuur dan wel gebruiken, maar dan werken bepaalde functies niet. Denk bijvoorbeeld aan force feedback. Populaire racegames bieden vaker wel dan niet ondersteuning voor racesturen, maar het is alsnog mogelijk dat je niet alle functies kunt gebruiken. De TrueForce-functie van de Logitech G923 werkt bijvoorbeeld alleen bepaalde op titels. 

Heb je genoeg aan alleen een racestuur?

Hoewel dit artikel gericht is op racesturen, heb je voor een complete race-ervaring wel wat meer nodig dan dat. Fabrikanten verkopen diverse accessoires die je kunt koppelen aan het racestuur. Vaak zijn er ook bundels te vinden, al dan niet met een kleine korting. Veel racesturen worden geleverd met een set pedalen. Die set bestaat doorgaans uit een gaspedaal, rem en koppeling. De pedalen kunnen voor een realistischere ervaring zorgen, al hangt dit wel af van de materiaalkeuze (plastic of metaal) en de mate van weerstand en feedback. 

©lev dolgachov

Daarnaast kun je ervoor kiezen om ook een schakelpook of racestoel te kopen. Een raceseat is geen must, maar maakt het wel prettiger om te gamen. Je zit immers in een stabielere en comfortabele positie dan wanneer je op de bank zit of een normale (bureau)stoel gebruikt. Schakelen is doorgaans mogelijk via flippers achter op het racestuur, maar voor een wat authentiekere race-ervaring biedt een fysieke schakelpook zeker meerwaarde. Het voelt immers wat meer alsof je een echte auto bestuurt. 

Al deze componenten kun je het best aansluiten op een raceframe. Dat is een speciale constructie waarop je het racestuur, de pedalen en de schakelpook kunt bevestigen. Soms is het ook mogelijk om de racestoel eraan vast te maken. Met deze racerig voorkom je onder meer dat het stuur of de pedalen tijdens het racen van plek verschuiven. Een flink nadeel is dat veel van deze frames behoorlijk wat ruimte in beslag nemen als je ze niet gebruikt. Zelfs als ze inklapbaar zijn. 

Ook interessant: Tijd voor een nieuwe tv om op te gamen? Deze 65 inch-tv's kosten hooguit 900 euro

Maak je game-experience compleet met een headset

en dompel jezelf helemaal onder in je race-ervaring

Bij deze merken kun je terecht voor een racestuur

Als je op zoek bent naar een racestuur, kom je een aantal merknamen veelvuldig tegen. Voor beginnende racers en casual gamers zijn de racesturen van Logitech doorgaans een goede keuze. Denk bijvoorbeeld aan de G23 en G293 voor PlayStation en pc, of de G920 voor Xbox en pc. 

Ook Thrustmaster heeft goede instapmodellen in zijn assortiment, zoals de T150. Voor de gevorderde gebruiker is er de T300 RS. Daarnaast is het budgetmerk Hori een goede keuze als je niet al te veel wilt uitgeven en een simpel racestuur wil gebruiken. 

Voor de fanatieke simracers biedt Fanatec diverse opties aan. De producten van dit merk worden regelmatig gebruikt in (professionele) simracecompetities. Wel ligt de prijs van de racesturen wat hoger.

Verder zijn er sturen te vinden die vooral geschikt zijn als je van specifieke racegames houdt. Zo vind je bij Saitek een racestuur dat speciaal gemaakt is voor een game als Farming Simulator 25. Hori heeft daarnaast een racestuur dat ontworpen is voor vrachtwagensimulatiegames zoals Euro Truck Simulator 2.

Tip: Liever onderweg racen? Dit zijn 5 racegames voor je iPhone of iPad



▼ Volgende artikel
Review Samsung Galaxy A56 – Weer een hit
© Rens Blom
Huis

Review Samsung Galaxy A56 – Weer een hit

De Galaxy A-serie levert Samsung al jaren verkoopknallers op, en grote kans dat ook de nieuwe Galaxy A56 een hit wordt. Dit toestel biedt namelijk een uitstekende prijs-kwaliteitverhouding en krijgt zes jaar updates. Lees alles over de smartphone in onze uitgebreide Samsung Galaxy A56 review.

Uitstekend
Conclusie

De Samsung Galaxy A56 is een typische smartphone voor het grote publiek. Hij laat geen steken vallen en blinkt eigenlijk ook nergens echt in uit. Het is gewoon een fijne smartphone met een goed scherm, lange accuduur en zes jaar updategarantie. Gelet op de straatprijs van circa 380 euro is de Galaxy A56 daarom een toestel met een uitstekende prijs-kwaliteitverhouding.

Plus- en minpunten
  • Functioneel, luxe ontwerp
  • Mooi scherm
  • Lange accuduur
  • Zes jaar updates
  • Geen microSD-kaartslot voor uitbreiding opslag
  • Macrocamera voegt weinig toe
  • Te veel nadruk op aanmaken Samsung-account

De Galaxy A-reeks van 2025 bestaat op moment van schrijven uit de A26, A36 en A56. Hoe hoger het getal, hoe completer en duurder het toestel. De adviesprijs van de A56 bedraagt 480 euro, maar na de release medio maart is de straatprijs van de smartphone eind april al gezakt naar 380 euro. Een veel vriendelijkere prijs. Ook de versie met meer opslagcapaciteit (256 GB in plaats van 128 GB) is al tientallen euro's in prijs gezakt.

©Rens Blom

Premium ontwerp

Kijk je naar de A56, dan kijk je zonder twijfel naar een moderne Samsung-smartphone. De A56 past precies in Samsungs straatje en dat vinden we helemaal prima, want het ontwerp komt luxe over en de smartphone houdt prettig vast. Ook fijn is dat de A56 waterdicht is en wat minder weegt dan zijn voorganger, de A55. Met 198 gram is het gewicht nu gangbaar voor een toestel met 6,7 inch-scherm. Door zijn afmetingen is de A56 wel lastig met één hand te bedienen. Daar staat tegenover dat het grote scherm zich goed leent voor het bekijken van filmpjes, het typen met twee handen en het spelen van games.

©Rens Blom

Het scherm bevalt ons sowieso erg goed. Het oledscherm heeft een Full-HD-resolutie, soepele 120Hz-verversingssnelheid en kan erg fel. De zomers aanvoelende dagen medio en eind april brachten een krachtig zonnetje met zich mee, maar we konden het scherm van de Galaxy A56 buiten goed aflezen.

Complete specificaties

Zoals we gewend zijn van de Galaxy A-serie, biedt ook de A56 een mooi totaalpakket aan functies voor een sympathieke prijs. Dat begint bij de processor. De nieuwe, door Samsung zelf ontwikkelde processor, is lekker snel en werkt samen met 8 GB werkgeheugen. Er zijn wat toestellen die beter omgaan met zware games, maar voor de meeste toepassingen is de A56 goed uitgerust.

©Rens Blom

De A56 heeft daarnaast ondersteuning voor e-sim (een digitale simkaart), lekker duidelijke luidsprekers en keuze uit 128 GB of 256 GB opslagcapaciteit. Omdat het prijsverschil tussen de twee opslagversies slechts enkele tientjes bedraagt, raden wij de meeste mensen aan om de 256GB-variant te kiezen. Waarom? Die heeft veel meer ruimte voor je apps, foto's, filmpjes en andere bestanden en niet te vergeten: updates die jarenlang beschikbaar komen. Omdat de smartphone geen microSD-kaartslot heeft, moet je het doen met de ingebouwde opslagcapaciteit. Als je de A56 jaren wilt gebruiken, lijkt het ons verstandig om eenmalig iets meer te betalen voor veel meer opslagruimte.

©Rens Blom

Snel opladen, voor Samsungs doen

Dan de accuduur, een punt waarop Galaxy A-smartphones al jaren (meer dan) prima scoren. De A56 zet die traditie voort. Hoewel de accucapaciteit met 5000 mAh zeker niet groter is dan gebruikelijk en het scherm met 6,7 inch van gangbare grootte is, weet de A56 toch een lange accuduur te realiseren. Wij hebben in de testperiode nooit moeite gehad om een lange dag door te komen, ook niet als we het toestel een uur als hotspot gebruikten om op onze laptop te kunnen internetten in de trein. Dat soort zaken trekken de smartphone-accu sneller leeg, maar de A56 is lekker zuinig.

Het opladen kan helaas niet draadloos, maar dat is een logische bezuiniging in een betaalbare smartphone. Opladen via de usb-c-kabel dus, die in de doos zit. De adapter dien je zelf te regelen. Het loont om een adapter te pakken of kopen die via het juiste protocol 45 watt of meer aan stroom levert. De Galaxy A45 kan namelijk laden met maximaal 45 watt. Dat is veel sneller dan de meeste andere Samsung-smartphones, waardoor de accu sneller vol is. In vergelijking met de concurrentie is 45 watt prima, maar niet bijzonder. Er zijn genoeg smartphones die 65 tot 100 watt aankunnen.

©Rens Blom

Camera's

Met de Galaxy A56 kun je mooie foto's schieten, vooral met de hoofdcamera van 50 megapixel. Die staat echt zijn mannetje. De groothoekcamera van 12 megapixel is minder goed, maar volstaat ook en legt een lekker wijd deel van de situatie vast. De macrocamera van 5 megapixel voegt naar onze mening weinig toe, maar zit ook niet in de weg. De A56 kan zoomen via de hoofdcamera, maar dan holt de kwaliteit wel achteruit.

De selfiecamera vinden we opvallend goed, wat een opsteker is voor wie graag selfies neemt of videogesprekken voert met zijn telefoon.

©Rens Blom

Van boven naar beneden: de hoofdcamera, groothoekcamera en een paar keer zoom.

Zes jaar updates

Een prettige gedachte bij de Galaxy A56 is dat Samsung zes jaar complete updates belooft. Je krijgt dus de komende jaren verschillende Android-upgrades en kunt ook zes jaar lang beveiligingsupdates verwachten. Erg netjes, gelet op de prijs van de telefoon.

©Rens Blom

Samsungs OneUI-softwareschil over Android heen is wat druk en wil héél graag dat je een Samsung-account aanmaakt. Dat is echter niet verplicht. OneUI biedt allerlei handigheidjes, waarvan een deel leunt op kunstmatige intelligentie (AI). Er valt veel te proberen.

Conclusie: Samsung Galaxy A56 kopen?

De Samsung Galaxy A56 is een typische smartphone voor het grote publiek. Hij laat geen steken vallen en blinkt eigenlijk ook nergens echt in uit. Het is gewoon een fijne smartphone met een goed scherm, lange accuduur en zes jaar updategarantie. Gelet op de straatprijs van circa 380 euro is de Galaxy A56 daarom een toestel met een uitstekende prijs-kwaliteitverhouding.

▼ Volgende artikel
Een vaatwasser die de vaat droogt: hoe doet-ie dat eigenlijk?
© Davizro Photography
Huis

Een vaatwasser die de vaat droogt: hoe doet-ie dat eigenlijk?

Bij het kiezen van de ideale vaatwasser zijn er heel wat zaken om op te letten. Eén daarvan is de droogtechniek die wordt toegepast. Er zijn grofweg drie methodes: ventilatiedroging, condensdroging en drogen met zeoliet. In dit artikel leggen we uit wat elke techniek precies inhoudt.

⏱ In dit artikel leggen we je alles uit over de verschillende droogtechnieken die vaatwasmachines kunnen gebruiken:

  • Drogen met de ventilatiedroogtechniek (verdamping)
  • Drogen met de condensdroogtechniek
  • Drogen met zeoliet

Ook interessant voor jou: De belangrijkste functies en programma’s van je vaatwasser uitgelegd

Schoon én droog

Een vaatwasser moet natuurlijk in de eerste plaats zorgen voor blinkend schone vaat. Maar minstens zo belangrijk is hoe goed hij alles droogt, want niets is zo irritant als bij het uitruimen alsnog de theedoek tevoorschijn moeten halen. Blijft er water achter op borden of in glazen, dan loop je bovendien het risico op schimmelvorming – en dat is allesbehalve fris. Ben je toe aan een nieuwe vaatwasser? Let dan zeker ook op de gebruikte droogtechniek.

Vaatwassers met ventilatiedroogtechniek

Een veelgebruikte manier om de vaat te drogen, is door het water te laten verdampen. Dit wordt ook wel de ventilatiedroogtechniek genoemd. Sommige vaatwassers hebben een mechanische arm die de deur automatisch opent zodra het programma is afgelopen. Het warme vocht in de machine kan dan vanzelf ontsnappen. Je kunt de deur natuurlijk ook handmatig openen, maar doe dat dan wel meteen na afloop van het programma. Omdat zowel de vaat als het water dan nog warm zijn, verdampt het vocht sneller dan wanneer je langer wacht.

Deze methode is het meest milieuvriendelijk, maar heeft ook een nadeel: het kan vrij lang duren voordat alles echt droog is. En soms blijft er toch nog vocht achter, waardoor je alsnog naar die theedoek moet grijpen.

©VLADYSLAV LEHIR

Vaatwassers met condensdroogtechniek

Een andere mogelijkheid is een vaatwasser met condensdroogtechniek. Deze methode is vooral geschikt als je vaak glaswerk, aardewerk of roestvrij staal reinigt. De warme, vochtige lucht in de machine slaat daarbij neer op de koelere wanden van de binnenruimte. Het gecondenseerde water wordt opgevangen en vervolgens weggepompt.

Het nadeel van deze techniek is dat de vaat vaak nog niet helemaal droog is wanneer het programma klaar is. Een theedoek blijft dus onmisbaar. Wil je toch profiteren van dit betaalbare systeem? Combineer het dan met handmatige ventilatie: zet de deur na afloop even op een kier zodat de stoom sneller kan ontsnappen en de vaat beter nadroogt.

Vaatwassers met zeoliet: hoe werkt dat?

De beste droogtechniek van dit moment? Dat is zonder twijfel zeolietdroging. Zeoliet is een mineraal dat warmte afgeeft zodra het in aanraking komt met water. Gebruikers zijn vaak laaiend enthousiast: volgens velen is hun vaat nog nooit zó goed droog uit de machine gekomen. Of het nu om plastic bakjes, glazen of borden gaat – alles komt er kurkdroog uit, ongeacht waar het staat in de vaatwasser. Niet gek dus dat modellen met deze techniek steeds populairder worden en steeds meer gemeengoed worden. Ze zijn dan ook bij diverse webwinkels te vinden.

Maar hoe werkt het precies? Onder in de vaatwasser liggen speciale zeolietkorrels. Zodra het programma is afgelopen en het water is afgevoerd, komen de korrels in actie. Ze geven warmte af aan de binnenruimte, waardoor de vaat efficiënt wordt gedroogd. Handig: de korrels regenereren zichzelf na elke wasbeurt. Je hoeft ze dus nooit te vervangen. Bovendien is dit systeem ook nog eens bijzonder energiezuinig.

Fijn: Vaatwassers met zeoliet zijn niet per se duurder dan de andere varianten. De prijs wordt mede bepaald door het type vaatwasser dat je aanschaft en de manier waarop je hem installeert.

VentilatieCondensZeoliet
✅ Meest eco-vriendelijk✅ Heel geschikt voor glas, aardewerk of staal✅ Vaat echt droog
❌ Drogen duurt lang❌ Vaat niet altijd helemaal droog✅ Energie-efficiënt
❌ Vaat niet altijd helemaal droog