ID.nl logo
Geen Norton Ghost maar PING!
© Reshift Digital
Huis

Geen Norton Ghost maar PING!

Gratis, goed en snel een backup van al uw partities. En natuurlijk ook zo weer hersteld! Een image is een backup van een complete partitie en dat is dus inclusief alles; het besturingssysteem, de programma's, uw persoonlijke instellingen en bestanden. Een dergelijke backup is een een-op-een kopie van een partitie en dus een momentopname.

Gratis, goed en snel een backup van al uw partities. En natuurlijk ook zo weer hersteld! Een image is een backup van een complete partitie en dat is dus inclusief alles; het besturingssysteem, de programma's, uw persoonlijke instellingen en bestanden. Een dergelijke backup is een een-op-een kopie van een partitie en dus een momentopname. Een mooi moment om zo'n image te maken is als het besturingssysteem zojuist schoon is geïnstalleerd of lekker opgefrist. Dat laatste betekent dat Windows up-to-date is gemaakt en dat de harde schijf is opgeruimd met foutcontrole, schijfopruiming en defragmentatie. Een van de bekendste imageprogramma's is Norton Ghost van Symantec. Prima software, maar vrij duur. PING, dat staat voor Partimage Is Not Ghost, is een geweldig alternatief. Weliswaar met veel minder opties, maar niet vervuilend voor uw besturingssysteem, gemakkelijk te bedienen en – zéér belangrijk – ongelooflijk robuust. Bij deze presenteren we dan ook een mini-workshop backup maken en terugzetten met PING. En nog iets: PING werkt zowel met XP als Vista én is gratis!

Stap 1

[afbeelding0]De handigste en snelste datadrager voor een image is een externe usb-schijf. Voor wat betreft de opslagruimte van zo'n externe usb-schijf hoeft u het niet zó ruim te nemen, want een image kan sterk worden gecomprimeerd. Hier kijkt u naar een 120 GB grote externe usb-schijf die we het volumelabel PING hebben gegeven.

Stap 2

[afbeelding0]Surf naar deze pagina. PING is gebaseerd op Linux en wordt geleverd in de vorm van een iso-bestand, waarvan u een bootable cd-rom kunt branden. Vanaf die cd-rom wordt een Linux-distributie gestart die uw hardware netjes herkent en waarmee u kunt backuppen en herstellen. Op de downloadpagina worden meerdere bestanden aangeboden. Daar moet u even doorheen kijken, want u hebt slechts het iso-imagebestand nodig. Downloadt u de meest recente versie en brand deze op een cd. Klaar? Dan kan de pc opnieuw worden gestart. Nog niet meteen PING booten, eerst nog even naar de bios-setup van het moederbord gaan.

Stap 3

[afbeelding0]Als u vanaf een bootable cd-rom wilt kunnen starten, moet u de boot-opties van het bios controleren en indien nodig iets anders instellen. U moet namelijk aangeven dat de pc eerst moet proberen om van cd-rom te starten.

Stap 4

[afbeelding0]De bootable cd-rom is netjes opgepikt door het bios van de pc en de Linux-distributie is al even netjes doorgestart. Druk op de Enter-toets om de PING-interface te openen.

Stap 5

[afbeelding0]De PING-interface wordt gestart, waarbij u te weten komt dat u het programma kunt gebruiken om harde schijven te backuppen en te herstellen. Wel even opgelet, want u wordt nadrukkelijk gewaarschuwd dat het herstellen van een harde schijf niet tussentijds mag worden onderbroken! Tevens gaat alles op de harde schijf verloren als u deze herstelt (= overschrijft)!

Stap 6

[afbeelding0]Omdat het backuppen en herstellen - afhankelijk van de hoeveelheid te verwerken GB's - wel even kan duren, moet u aangeven wat er moet gebeuren als PING klaar is met het verwerken van uw opdracht. U kunt naar de  Linuxopdrachtregel gaan, de pc opnieuw laten starten (reboot) of de pc laten uitschakelen (shutdown). Wij laten de pc uitschakelen.

Stap 7

[afbeelding0]Waar moeten de backup-bestanden worden neergezet? U kunt kiezen voor een netwerkvolume (Network share) of voor een lokale harde schijf of een lokale partitie. Wij willen de externe usb-harde schijf gebruiken en dus selecteren we de optie Local disk/partition. Backuppen naar het netwerk is trouwens een verhaal apart, waarbij u onder andere te maken krijgt met de diverse ip-adressen die u paraat dient te hebben.

Stap 8

[afbeelding0]De keuze voor de partitie die u gaat backuppen dient u hier in te stellen. Opgelet: u mag hier geen vergissing maken! In dit speciale geval zijn fouten gelukkig vrijwel uitgeloten, want de partitie die is voorzien van het  volumelabel PING - dat is de externe usb-schijf - moet u natuurlijk NIET hebben. U selecteert de partitie waarop uw besturingssysteem is geïnstalleerd.

Stap 9

[afbeelding0]Nu dient u aan te geven op welke partitie de backup moet worden neergezet. Een makkelijke keuze, want dat is natuurlijk de externe usb-schijf die het volumelabel PING draagt. Samengevat: de C: -partitie wordt als een image weggeschreven naar de externe usb-schijf.

Stap 10

[afbeelding0]Hier moet u aangeven in welke map op de externe usb-schijf de backup terecht moet komen. Met behulp van de enkele slash (\) vertelt u dat PING de imagebackup in de wortelmap van de externe usb-schijf moet neerzetten. Geen nood, want in die wortelmap wordt zodadelijk een aparte submap aangemaakt voor 'deze' image-backup. U hoeft dan ook niet bang te zijn dat het een rommeltje wordt als u later meerdere pc's gaat backuppen op die ene externe usb-schijf!

Stap 11

[afbeelding0]In het venster dat u nu te zien krijgt, kunnen eventueel eerder gemaakte image-backups worden getoond en dat is natuurlijk nodig als u gaat restoren. Op dit moment kiezen we voor de optie Create New Image; een nieuwe imagebackup maken.

Stap 12

[afbeelding0]Die nieuwe image-backup moet natuurlijk een naam krijgen. De naam die u hier invoert, wordt de naam van de submap waarin die image-backup zal worden weggeschreven. Een slimme naam is er eentje die u vertelt wanneer de image-backup is gemaakt en van welke computer de image-backup afkomstig is.

Stap 13

[afbeelding0]Meteen daarna kunt u kiezen voor drie vormen van compressie: gzip, bzip2 en no compression. Als u kiest voor gzip, dan kiest u voor een snelle compressietechniek die wat meer opslagruimte nodig heeft. Als u kiest voor bzip2, dan is PING wat langer bezig met het comprimeren van alle gegevens, maar er is minder opslagruimte nodig. Als u kiest voor no compression, dan kan er razendsnel worden gebackupped, maar dan is er (want 1-op-1 gekopieerd) wel enorm veel opslagruimte nodig. Als u beschikt over een snelle pc, dan is bzip2 de juiste keuze!

Stap 14

[afbeelding0]Vervolgens kunt u kiezen voor de technieken zsplit (www.device-image.de) of partimage (www.partimage.org). Allebei zijn het software-bibliotheken waarmee u partities kunt backuppen en restoren. PING zelf spreekt een voorkeur uit voor partimage, dus daar kiezen we dan ook maar voor.

Stap 15

[afbeelding0]Als er een NTFS-partitie wordt veiliggesteld, dan is er een PING-optie waarmee u die NTFS-partitie kleiner kunt maken voordat deze wordt gebackupped. Doet u dat NIET (u kiest dus voor No), want het welslagen van deze speciale PING-optie is afhankelijk van de conditie van uw NTFSpartitie en kan dus niet worden gegarandeerd!

Stap 16

[afbeelding0]Het backuppen begint. Het overzichtvenster save partition to image file vertelt u uiterst gedetailleerd wat er aan de hand is, waarbij u ziet dat - in dit geval - de compressietechniek bzip2 enorm opslagruimtebesparend werkt! Afhankelijk van het soort gegevens dat er op uw harde schijf staat, kan een opslagruimtewinst van 30-80 procent worden geboekt. Achter het veld Speed (snelheid) kunt u intussen nalezen hoeveel MB per minuut er wordt verwerkt door PING. U weet, als PING klaar is met backuppen, dan laten we de pc automatisch uitschakelen...

Stap 17

[afbeelding0]Nadat PING een image van de harde schijf heeft gemaakt, kijken we hoe de gegevens op de externe usb-schijf terecht zijn gekomen. Zoals beloofd, ziet u in de hoofdmap van de externe usb-schijf een submap met de door ons toegekende naam. In die submap vindt u de bestanden die PING later nodig heeft om de harde schijf weer in oude luister te kunnen herstellen.

Stap 18

[afbeelding0]Om te zien dat PING niet alleen kan backuppen, maar - heel essentieel - ook kan herstellen, gaan we nogmaals aan de slag met het programma. U boot opnieuw van de cd waarop PING staat, waarna u kiest voor de optie CHOOSE THIS if you want a RESTORATION. Daarmee geeft u dus aan dat u wilt herstellen in plaats van backuppen.

Stap 19

[afbeelding0]Vervolgens moet u doorgeven op welke partitie de terug te zetten image is te vinden. Dat is natuurlijk de externe usb-schijf die we van het volumelabel PING hebben voorzien.

Stap 20

[afbeelding0]De submap waarin de image staat, is te vinden in de hoofdmap van de externe usb-schijf. En die wortelmap bereiken we met behulp van de enkele backslash (\).

Stap 21

[afbeelding0]Nu is de keuze eenvoudig, want de image-backup hebben we voorzien van twee kenmerken die aangeven wanneer de backup is gemaakt en welke pc er is veiliggesteld.

Stap 22

[afbeelding0]Als u dat wilt, kunt u ook de veiliggestelde bios-instellingen laten terugschrijven. Is de pc niet hardwarematig gecrasht? Dan kunt u de huidige bios-instellingen intact laten door voor No te kiezen.

Stap 23

[afbeelding0]De eerder veiliggestelde partitie wordt hersteld aan de hand van de image die op de externe usb-schijf staat. U zult merken dat het herstellen van een partitie veel sneller gaat dan het backuppen ervan. En het gaat eveneens sneller dan het opnieuw installeren van een compleet besturingssysteem!

▼ Volgende artikel
Wat is local dimming en waarom is het belangrijk?
© ER | ID.nl
Huis

Wat is local dimming en waarom is het belangrijk?

Het gebrek aan een rijk contrast is een van de grootste ergernissen bij lcd- en ledtelevisies. Fabrikanten hebben daarom een slimme techniek bedacht die het contrast aanzienlijk verbetert: local dimming. In dit artikel leggen we uit hoe deze techniek van jouw grijze nachtlucht weer een inktzwarte sterrenhemel maakt.

Het contrast van je televisie is misschien wel de belangrijkste eigenschap voor mooi beeld. We willen dat wit verblindend wit is en zwart echt inktzwart. Bij oledtelevisies is dat makkelijk, want daar geeft elke pixel zelf licht. Maar de meeste televisies in de Nederlandse huiskamers zijn nog steeds lcd- of ledschermen (inclusief QLED). Die werken met een lamp achter het scherm, de zogeheten backlight. Local dimming is de techniek die probeert de nadelen van die achtergrondverlichting op te lossen.

Om te begrijpen waarom local dimming nodig is, moet je eerst weten hoe een standaard led-tv werkt. Simpel gezegd is het een groot paneel met pixels die zelf geen licht geven, maar alleen van kleur veranderen. Achter die pixels brandt een grote lichtbak. Als het beeld zwart moet zijn, sluiten de pixels zich om het licht tegen te houden. Helaas lukt dat nooit voor de volle honderd procent; er lekt altijd wat licht langs de randjes. Hierdoor zien donkere scènes er vaak wat flets en grijzig uit. De achtergrondverlichting staat immers vol aan, ook als het beeld donker moet zijn.

Nooit meer te veel betalen? Check Kieskeurig.nl/prijsdalers!

De lampen dimmen waar het donker is

Local dimming pakt dit probleem bij de bron aan. In plaats van één grote lichtbak die altijd aan staat, verdeelt deze techniek de achtergrondverlichting in honderden (en bij duurdere tv's soms duizenden) kleine zones. De televisie analyseert de beelden die je kijkt continu. Ziet de processor dat er linksboven in beeld een donkere schaduw is, terwijl rechtsonder een felle explosie te zien is? Dan worden de lampjes in de zone linksboven gedimd of zelfs helemaal uitgeschakeld, terwijl de lampjes rechtsonder juist fel gaan branden.

Het resultaat is direct zichtbaar. Zwart wordt weer echt zwart, simpelweg omdat er geen licht meer achter dat deel van het scherm brandt. Tegelijkertijd blijven de lichte delen van het scherm helder. Dat zorgt voor een veel groter contrast en geeft het beeld meer diepte. Vooral bij het kijken van HDR-films en -series is dat van belang. Zonder local dimming kan een led-tv eigenlijk geen goed HDR-beeld weergeven, omdat het verschil tussen licht en donker dan te klein blijft.

©ER | ID.nl

Niet alle local dimming is hetzelfde

Het klinkt als een wonderoplossing, maar de uitvoering verschilt enorm per televisie. Het grote toverwoord hierbij is het aantal zones. Hoe meer zones de tv onafhankelijk van elkaar kan aansturen, hoe preciezer het licht kan worden geregeld. Goedkopere televisies gebruiken vaak edge lit local dimming. Hierbij zitten de lampjes alleen in de rand van de tv. Dat werkt redelijk, maar is niet heel nauwkeurig. Je ziet dan soms dat een hele verticale strook van het beeld lichter wordt, terwijl er eigenlijk maar één klein object moest worden verlicht.

De betere variant heet full array local dimming. Hierbij zitten de lampjes over de hele achterkant van het scherm verspreid. De allernieuwste en beste vorm hiervan is miniLED. Daarbij zijn de lampjes zo klein geworden dat er duizenden in een scherm passen, wat de precisie van oled begint te benaderen. Als er te weinig zones zijn, kun je last krijgen van zogenaamde 'blooming'. Dat zie je bijvoorbeeld bij witte ondertiteling op een zwarte achtergrond: er ontstaat dan een soort wazige lichtwolk rondom de letters, omdat de zone groter is dan de tekst zelf.

Welke merken gebruiken local dimming?

Bijna elke grote televisiefabrikant past deze techniek inmiddels toe, maar ze doen dat voornamelijk in hun middenklasse en topmodellen. Samsung is een van de voorlopers, zeker met hun QLED- en Neo QLED-televisies, waarbij ze in de duurdere series gebruikmaken van geavanceerde miniLED-techniek voor zeer precieze dimming. Ook Sony staat bekend om een uitstekende implementatie van full array local dimming, die vaak geprezen wordt om de natuurlijke weergave zonder overdreven effecten. Philips past het eveneens toe in hun (mini)ledmodellen, vaak in combinatie met hun bekende Ambilight-systeem voor een extra contrastrijk effect.

Ga voor de full monty!

Local dimming is dus geen loze marketingkreet, maar een dankbare techniek voor iedereen die graag films of series kijkt op een led- of QLED-televisie. Het maakt het verschil tussen een flets, grijs plaatje en een beeld dat van het scherm spat met diepe zwartwaarden. Ben je in de markt voor een nieuwe tv? Vraag dan niet alleen óf er local dimming op zit, maar vooral of het gaat om full array dimming. Je ogen zullen je dankbaar zijn tijdens de volgende filmavond!

Vijf fijne televisies die full array local dimming ondersteunen

▼ Volgende artikel
Waar voor je geld: 5 robotstofzuigers voor een extra schone vloer
© ID.nl
Huis

Waar voor je geld: 5 robotstofzuigers voor een extra schone vloer

Bij ID.nl zijn we gek op producten waar je niet de hoofdprijs voor betaalt of die zijn voorzien van bijzondere eigenschappen. Met een robotstofzuiger wordt de vloer schoongehouden, terwijl je er niet bij hoeft te zijn. En stofzuigen is dan wel het minste dat ze kunnen, want ook dweilen is voor veel modellen geen proleem. We vonden vijf geavanceerde exemplaren.

Philips HomeRun 7000 Series XU7100/01

De Philips HomeRun 7000 Series XU7100/01 is ontworpen om grote ruimtes aan te kunnen. Het apparaat heeft een stofzak van 3 liter en een werktijd tot 180 minuten in de laagste stand. In tegenstelling tot veel kleinere robots is deze HomeRun uitgerust met een stille motor; de opgave van 66 dB maakt hem relatief stil.

Er zit een dweilfunctie in zodat je de robot na het stofzuigen ook direct kunt laten dweilen. Via de app kies je voor een van de modi of plan je een schoonmaakprogramma in. De robot kan zichzelf navigeren, obstakels omzeilen en keert na gebruik terug naar het laadstation. Omdat de opvangbak groot is hoef je niet vaak te legen en dankzij de Li‑ion‑accu is hij geschikt voor grotere woningen. Het apparaat is van recente datum en daarom nog volop verkrijgbaar.

Dreame L10s Pro Ultra Heat

Deze robot combineert een groot stofreservoir van 3,2 liter met een lange werktijd van ongeveer 220 minuten. Dankzij de geïntegreerde dweilfunctie verwijdert hij niet alleen stof maar kan hij ook nat reinigen. De L10s Pro Ultra Heat gebruikt een zak in het basisstation, waardoor je het reservoir minder vaak hoeft te legen.

De Dreame is voorzien van een Li‑ion‑batterij aanwezig en de robot keert automatisch terug naar het station voor opladen en legen. De sensortechnologie helpt bij het vermijden van obstakels en het nauwkeurig schoonmaken van zowel harde vloeren als tapijt. Dankzij de meegeleverde app stuur je de schoonmaak aan, stel je no‑go‑zones in of plan je een dweilrondje.

Philips HomeRun 3000 Series Aqua XU3100/01

Deze Philips‑robot is bedoeld voor wie minder vaak handmatig wil schoonmaken. Hij beschikt over een gecombineerde stofzuig‑ en dweilfunctie en kan zichzelf legen via het automatische station. Met een gebruiksduur tot 200 minuten in de laagste stand en een geluidsniveau van 66 dB kan hij urenlang zijn werk doen zonder al te veel herrie. De stofcontainer van 35 cl is kleiner dan bij de HomeRun 7000, maar door het automatische leegmechanisme is dat geen probleem.

Je bedient het apparaat via de app en kunt daar zowel een schema programmeren als zones instellen. De Aqua XU3100/01 is een model uit de recente 3000‑serie en doordat hij een mop‑pad heeft kan hij zowel droog als nat reinigen, wat handig is voor harde vloeren zoals tegels en laminaat.

iRobot Roomba Combo j9+

De Roomba Combo j9+ is een model dat je vloeren zowel kan stofzuigen als dweilen. De Combo j9 beschikt over een opvangbak van 31 cl en hij kan zelf zijn inhoud legen in het automatische basisstation dat bij de set hoort. De Li‑ion‑accu zorgt voor een lange gebruiksduur en de robot maakt een routeplanning zodat elke ruimte efficiënt wordt schoongemaakt.

Via de app kun je zones instellen waar de robot niet mag komen en het dweilelement in‑ of uitschakelen. In de basis maakt de Combo j9+ zelfstandig een kaart van je woning en keert terug naar het station wanneer de accu moet opladen of de stofcontainer vol is. De robot is bedoeld voor huishoudens die gemak belangrijk vinden en biedt naast stofzuigen ook een dweilfunctie voor hardere vloeren.

MOVA Tech P50 Ultra

De MOVA Tech P50 Ultra is een forse robotstofzuiger met een basisstation. Het apparaat heeft een stofreservoir van 30 cl en wordt geleverd met een basisstation waarin je het stof eenvoudig kunt verwijderen. De robot produceert een geluidsniveau van 74 dB, iets hoger dan de Philips‑modellen, en weegt inclusief station ruim 13 kg.

Hij kan uiteraard ook automatisch terugkeren naar het station om op te laden of te legen. In de specificaties staat dat de MOVA is voorzien van een Li‑ion‑batterij en dat hij zowel kan stofzuigen als dweilen. De meegeleverde app maakt het mogelijk om routes in te stellen en zones te blokkeren. Met een vermogen van 700 W is hij krachtig genoeg voor tapijten en harde vloeren. Het is geschikt voor mensen die een uitgebreid station met automatische functies willen.