ID.nl logo
RTX 5080 en 5090 getest: krachtpatsers met een flinke prijs
Huis

RTX 5080 en 5090 getest: krachtpatsers met een flinke prijs

Met de GeForce RTX 5090 en RTX 5080 lanceert Nvidia twee nieuwe high-end videokaarten. Ze leveren indrukwekkende prestaties en bieden handige nieuwe functies. Tegelijkertijd komen ze met een hoger energieverbruik, een hoger prijskaartje en vooralsnog beperkte beschikbaarheid. Maar hoeveel beter is deze nieuwe generatie, en wanneer is het de moeite waard om te upgraden?

In dit artikel laten we zien wat de nieuwe RTX 5080 en RTX 5090-videokaarten écht te bieden hebben.

Te duur? Kies dan voor een oudere versie: Test: 6 RTX 4070 Super-videokaarten: dé midrange-kaart van 2024

Nvidia staat door de AI-hype sterk in de belangstelling en is zelfs even het meest waardevolle bedrijf ter wereld geweest. Volgens Nvidia presteert de GeForce RTX 5070 met zijn adviesprijs van 654 euro ongeveer op hetzelfde niveau als de RTX 4090, die voor 1779 euro wordt aangeboden. Dat belooft veel goeds voor de RTX 5080 en RTX 5090, met adviesprijzen van respectievelijk 1190 en 2369 euro. Nvidia lijkt met de introductie van zijn nieuwe generatie videokaarten in ieder geval niet teleur te stellen. Hoewel? Inmiddels hebben we zowel de RTX 5080 als de RTX 5090 uitvoerig getest, en al snel blijkt dat de werkelijkheid iets complexer is dan Nvidia zelf presenteert.

Trucage met AI

Net als voorgaande jaren blijft Nvidia vernieuwen, vooral op het gebied van Deep Learning Super Sampling (DLSS). DLSS Upscaling heeft een flinke kwaliteitsverbetering gekregen: in veel gevallen kun je nauwelijks verschil zien met native rendering, terwijl je doorgaans twee tot drie keer betere prestaties behaalt. Maar deze keer ligt de focus op Multi Frame Generation. Waar de videokaarten uit de RTX 40-serie met Frame Generation één AI-frame tussen elk echt gerenderd frame toevoegden, genereren de RTX 50xx-kaarten er twee of drie extra tussen elk traditioneel frame. Game je op 4K met DLSS 4, dan betekent dat dat nog één van elke zestien pixels traditioneel wordt berekend, de rest wordt met AI ingevuld. Full HD wordt dankzij AI omgezet naar 4K en elk 4K-frame wordt vervolgens opgesplitst in vier frames.

Maar dan gaat Nvidia toveren: het telt het totaal aantal weergegeven frames op en stelt vervolgens dat de nieuwe generatie twee keer sneller is dan de vorige. Wij zijn het echter niet eens met die manier van rekenen. In de traditionele zin van ‘meer prestaties’ krijg je simpelweg meer frames in dezelfde tijd (en daarmee lagere latency), zonder dat er extra vertraging optreedt. Met Nvidia’s nieuwe aanpak lever je soms wat in op de beeldkwaliteit, omdat Frame Generation af en toe grafische onregelmatigheden toont. Bovendien kost het een klein beetje extra tijd om die berekeningen uit te voeren. Kortom, dit is appels met peren vergelijken.

Multi Frame Generation wordt gecombineerd met DLSS waardoor het zo kan zijn dat uiteindelijk 15 van 16 getoonde pixels door AI gegenereerd worden.

Toch waardevol

Toch heeft Nvidia niet volledig ongelijk, want in sommige situaties is Multi Frame Generation wel degelijk handig. Neem bijvoorbeeld Microsoft Flight Simulator, een game die vaak tegen cpu-limieten aanloopt. Met Frame Generation werk je hier op uitstekende manier omheen, omdat je in Flight Simulator niet op elke milliseconde hoeft te reageren. Dit maakt de extra latency ten opzichte van pure upscaling minder relevant. Frame Generation is niet altijd de beste keuze: als je puur op zoek bent naar een prestatieverbetering zonder nadelen, is de traditionele aanpak (meer ruwe prestaties) vaak verstandiger.

Helaas ligt er zo veel nadruk op MFG dat andere sterke punten van Nvidia onderbelicht blijven. Zo is de beeldkwaliteit van Nvidia DLSS Upscaling veel beter dan die van AMD FidelityFX Super Resolution (FSR), wat zeker bij games in 1440p en 4K een wereld van verschil maakt. Daarnaast zijn Nvidia’s encoders en decoders de logische keuze voor veel creatieve toepassingen, is Nvidia Broadcast handig voor videoconferenties en gesprekken, en is Nvidia Reflex bijna onmisbaar voor competitieve gamers. Allemaal mogelijkheden waar AMD geen echt antwoord op heeft.

Wel sneller

Laten we Frame Generation even voor wat het is, dan zien we dat de GeForce RTX 5090 zo’n 28 procent sneller is dan zijn voorganger in de 45 games die we getest hebben op 4K. De ‘oude’ RTX 4090 had al geen concurrentie en de RTX 5090 met deze boost al helemaal niet. Bovendien is de RTX 5090 met 32 GB geheugen ook een ideale kaart voor workstations. Dat daar een fors stroomverbruik (tot zo’n 575 watt) tegenover staat, doet wel een beetje pijn. Dat geeft aan dat de prestatie-per-watt van deze generatie, zonder Nvidia’s paradepaardje MFG, nauwelijks is verbeterd. Niet vreemd, want Nvidia maakt wederom gebruik van TSMC’s 4nm-proces, waardoor een significante efficiëntieslag lastig te realiseren is.

De GeForce RTX 5080 is zo’n 15 procent sneller dan de RTX 4080 Super, ondanks een iets hogere TDP (320 versus 360 watt), zonder dat het daadwerkelijke stroomverbruik wezenlijk verandert. Aangezien de adviesprijs ongewijzigd is, levert de RTX 5080 een bescheiden maar leuke vooruitgang. Voor sommigen zal het teleurstellend zijn dat de nieuwe RTX 5080 niet sneller is dan het topmodel van de vorige generatie: 15 procent sneller betekent immers dat de RTX 5080 nog altijd zo’n 15 procent trager is dan de RTX 4090.

De RTX 5080 is zo’n 15 procent sneller dan zijn voorganger in onze tests.

Zonder concurrentie aan top

Op papier is de RTX 5090 28 procent sneller dan zijn voorganger, maar kost hij ook 25 procent meer en verbruikt hij bovendien 25 procent meer stroom. De RTX 5080 levert daarentegen 15 procent meer prestaties voor hetzelfde geld als zijn voorganger. Beide kaarten zijn slecht leverbaar of worden voor absurde prijzen verkocht.

Ondanks de dramatisch slechte beschikbaarheid hebben we vijf RTX 5080-kaarten en zeven RTX 5090-kaarten getest. Omdat Nederlandse adviesprijzen ontbreken en straatprijzen leidend zijn, leggen we de nadruk op de verschillen in prestaties en mogelijkheden, vergeleken met historische prijsverschillen. We verwachten dat de prijzen uiteindelijk wel zullen dalen, maar dat kan nog een tijd duren.

RTX 5080-modellen

Nvidia GeForce RTX 5080 Founders Edition

De Nvidia Founders Edition is een prachtige, compacte en elegante kaart die, net als voorgaande varianten, grotendeels uit metaal vervaardigd is. De in het zwart uitgevoerde kaart is opvallend compact en slechts twee sloten dik; de meeste RTX 5080-kaarten zijn een stuk dikker. De Founders Edition is hiermee een van de betere opties voor ITX-behuizingen. Let er wel op dat beide ventilators lucht direct door de kaart blazen; een beetje ruimte direct achter je videokaart is dus wel handig.

Extra mogelijkheden ontbreken, denk een RGB-verlichting of een dubbele BIOS. De Founders Edition heeft als enige taak om de basis te vormen voor reviews en andere benchmarks. Dat doet hij keurig: de kaart is niet te luid en alle temperaturen blijven ruim binnen de marges. Daar hebben we niets op aan te merken. Grotere kaarten zijn soms nog wat stiller of koeler, maar dit model laat weinig te wensen over.

De Nvidia Founders Edition-kaarten zijn helaas zeer lastige kaarten om daadwerkelijk te kopen, maar het is een uitstekende optie als je hem weet te vinden.

Pluspunten

  • Compacte vormgeving

  • Nette temperaturen

  • Niet te luid

Minpunten

  • Geen extra’s

  • Moeilijk verkrijgbaar

Palit GeForce RTX 5080 GamingPro OC

Ten opzichte van de Founders Edition heeft de GamingPro OC van Palit een iets grotere en traditionelere koeler met drie fans. De bouwkwaliteit is keurig, met een metalen frame en plastic ‘fan shroud’ (een ventilatorbehuizing die helpt de luchtstroom te richten voor een efficiëntere koeling). Verder heeft deze kaart zowel wat RGB-verlichting als een dubbele BIOS waarmee je kunt kiezen tussen een iets luidere en koelere modus of een iets stillere en marginaal minder koele modus.

Ongeacht de BIOS-keuze is de Palit GamingPro OC zowel iets koeler als iets stiller dan de Nvidia Founders Edition. Wat gameprestaties betreft ontlopen de kaarten elkaar niet veel, gemiddeld is de Palit zo’n 2 procent sneller dan de Founders Edition. Een meetbaar, maar niet praktisch merkbaar verschil.

De Palit GamingPro OC is interessant als je ruimte hebt voor een iets dikkere videokaart en je de kaart weet te vinden voor een schappelijke prijs. In theorie zou dit model nauwelijks meer moeten kosten dan de Founders Edition.

Pluspunten

  • Stille koeling

  • Dual-BIOS

  • RGB-verlichting

Minpunten

  • Iets groter formaat

Gigabyte GeForce RTX 5080 Gaming OC

De Gaming OC van Gigabyte kost normaliter iets meer dan de basisadviesprijs van Nvidia’s referentiekaart, maar daar krijg je wel het nodige voor terug: een grotere koeler, een dubbele BIOS, een opvallend RGB-effect achter de ventilators en een jaar extra garantie. Daarmee heb je in totaal vier jaar garantie en dat is een prettige extra zekerheid voor zo’n stevige investering.

De gameprestaties liggen zo’n twee procent boven die van de Palit, wat wederom slechts een klein verschil is. Maar de flink grotere en dikkere koeler presteert wel merkbaar beter. In de standaard-BIOS is de kaart koeler en iets stiller dan de (in theorie goedkopere) Founders Edition en Palit GamingPro. In de tweede stillere BIOS presteert hij nog altijd uitstekend, terwijl hij nagenoeg onhoorbaar is. Als je een zeer stille kaart wilt omdat je er hele dagen naast zit en je de extra garantie kunt waarderen, dan is de Gigabyte Gaming OC een prima optie.

Pluspunten

  • Grote, efficiënte koeler

  • Dual-BIOS

  • Vier jaar garantie

Minpunten

  • Groot formaat

MSI GeForce RTX 5080 Suprim SOC

De Suprim SOC-variant van MSI is een van de grootste en indrukwekkendste videokaarten ooit. De grote videokaart is niet overdreven vormgegeven, maar juist aantrekkelijk en stevig gebouwd met een gewicht van ruim 2,6 kilo. Er zitten wat RGB-ledjes op die standaard een bescheiden wit licht afgeven. Qua mogelijkheden is dit model ook compleet: er is een dubbele BIOS aanwezig en je krijgt een gpu-houder (wat geen overbodige luxe is met dit gewicht).

Op prestatievlak is de MSI Suprim de meest overtuigende kaart in de test. In de stille BIOS is hij praktisch onhoorbaar, en in beide BIOS-varianten laat hij de beste balans tussen geluidsproductie en temperaturen zien. Ook is het stroomverbruik van deze MSI-kaart gemiddeld het laagst, terwijl hij qua prestaties alsnog uitstekende scores neerzet en circa 3 procent sneller is dan de Founders Edition.

De vraag is wat de meerprijs op termijn gaat zijn. Op papier heeft MSI met de Suprim SOC de beste RTX 5080-koeler in huis, maar als de meerprijs te groot wordt, is het verschil met onder andere de Palit GamingPro of de ROG Astral niet significant genoeg. Als MSI de meerprijs binnen de perken houdt, is dit het model om in de gaten te houden, vooropgesteld dat je ruimte hebt voor deze megakaart.

Pluspunten

  • Dual-BIOS

  • Heel stil

  • Relatief laag stroomverbruik

Minpunten

  • Erg groot en zwaar

ASUS ROG Astral GeForce RTX 5080

Hét topmodel van ASUS is normaliter iets om naar uit te kijken en de ROG Astral-variant van de RTX 5080 stelt op fysiek vlak zeker niet teleur. Het is een gigantische kaart met een gewicht van ruim 2,8 kilo, drie fans aan de voorzijde plus een vierde fan aan de achterzijde. Met RGB-verlichting, een dubbele BIOS en een gpu-houder worden alle vinkjes keurig gezet.

Met de stille BIOS actief meten we bij de ROG Astral nét aan de laagste geluidsdruk, met nog altijd prima temperaturen. Toch is het een beetje jammer voor ASUS dat de MSI Suprim met een bijna gelijke geluidsdruk nog iets betere temperaturen laat zien. Dat zal deels komen doordat ASUS het stroomverbruik iets opvoert voor net wat betere resultaten, maar we vragen ons hardop af of 6 procent meer prestaties ten opzichte van de Founders Edition of 3 procentpunt boven de MSI-versie, een significante toename in verbruik goedpraat.

We zien in de praktijk dat kopers een merk graag trouw blijven, bijvoorbeeld vanwege de software-integratie, maar kijken we puur naar testresultaten dan moet ASUS eigenlijk zorgen dat de Astral niet duurder is dan de MSI Suprim SOC. Uit het verleden blijkt echter dat ASUS vaak wat meer vraagt voor zijn ROG-producten.

Pluspunten

  • Indrukwekkende bouwkwaliteit

  • Stille werking

  • Net iets sneller

Minpunten

  • Hoger stroomverbruik

  • Groot en zwaar

RTX 5090-modellen

Inno3D GeForce RTX 5090 X3

De Inno3D X3 is een model dat op papier voor dezelfde basisadviesprijs zou moeten worden verkocht als de Nvidia Founders Edition (die hierna volgt). Op een aantal fronten zie je dat terug, zo heeft dit model geen dubbele BIOS, geen RGB-verlichting, en geen doos vol extra’s en accessoires.

Kijken we naar het product zelf en de prestaties, dan is het verschil met duurdere uitvoeringen een stuk minder merkbaar. Het is geen enorm grote kaart, maar hij zit keurig stevig in elkaar en veel belangrijker: hij presteert goed. De geluidsproductie zit grofweg op het niveau van de Founders Edition, maar hij is wel significant koeler. Wat prestaties betreft zit hij op circa 1 procent verschil met Nvidia’s eigen kaart, daar merk je niets van.

Inno3D heeft een betere reputatie wat beschikbaarheid betreft en een goede historie om de prijs relatief laag te houden. Als je gewoon een RTX 5090 wilt die goed presteert en je wilt geen premium betalen, dan kun je niet om dit model heen.

Pluspunten

  • Prima prestaties

  • Degelijke bouw

  • Goede koeling

Minpunten

  • Geen dual-BIOS

  • Geen RGB

  • Geen extra’s

Nvidia GeForce RTX 5090 Founders Edition

De Founders Edition van de GeForce RTX 5090 heeft hetzelfde ontwerp (dat maar twee sloten in beslag neemt) als bij de eerder besproken RTX 5080. Dat maakt hem ongekend dun voor een videokaart met een maximumverbruik van 575 watt. Toch blijkt Nvidia’s ontwerp eenvoudig in staat om al deze warmte met een bescheiden geluidsproductie af te voeren. Het is enkel spijtig dat dit RTX 5090-model wat coil whine produceert (het hoogfrequent zoemen van de spoelen); dat irritante geluid verpest die indrukwekkende prestaties een beetje.

Dat Nvidia op papier zijn eigen kaart voor de basisadviesprijs verkoopt, zet druk op alle modellen die een meerprijs vragen, maar ook hier is de kans dat je er daadwerkelijk één kunt kopen heel klein, ook op lange termijn.

Pluspunten

  • Compacte vormgeving

  • Relatief stil

  • Theoretisch scherp geprijsd

Minpunten

  • Geen extra’s

  • Beperkte beschikbaarheid

  • Coil whine

Palit GeForce RTX 5090 GameRock

De GameRock van Palit gooit het over een compleet andere boeg, deze kaart zet namelijk vol in op RGB-verlichting en ‘bling’. Met een glimmende, reflecterende voorzijde en uitgebreide RGB-verlichting is het een van de meest visueel opvallende RTX 5090-kaarten. Zeker in een behuizing waar je naar de voorzijde kijkt, kan dat een leuke overweging zijn.

Fysiek zit de GameRock OC keurig in elkaar en is hij iets stiller en koeler dan de Founders Edition, en iets stiller maar marginaal warmer dan de Inno3D X3. Qua gameprestaties zit deze kaart een procentje boven de Nvidia Founders Edition. Aangezien de GameRock meer zal kosten, zal die dat dus vooral moeten goedmaken met de uitstraling die je daarvoor terugkrijgt.

Pluspunten

  • Opvallend ontwerp met RGB

  • Stiller dan Founders Edition

  • Solide constructie

Minpunten

  • Smaakgevoelig

Gigabyte Aorus GeForce RTX 5090 Master Ice

De Aorus Master-uitvoering van Gigabyte zet ook vol in op het uiterlijk. Met RGB-verlichting achter de fans en een klein schermpje op de zijkant valt de kaart goed op, helemaal in de geteste witte Ice-uitvoering. Vooral dat laatste maakt hem uniek, want de meeste andere fabrikanten brengen geen witte RTX 5090 uit. Wil je zo’n witte kaart, dan kun je nauwelijks om de Gigabyte heen. Ook hier zit een jaar extra garantie bij de prijs inbegrepen.

De Master Ice is verder gewoon een uitstekende kaart, die zowel significant koeler en stiller kan zijn dan de Founders Edition, de X3 en de GameRock. Zolang de meerprijs niet té extreem wordt, is dit een uitstekende kaart om in de gaten te houden.

Pluspunten

  • Uitgevoerd in het wit

  • Vier jaar garantie

  • Koel en stil

Minpunten

  • Prijzig

MSI GeForce RTX 5090 Suprim SOC

Net als bij de RTX 5080 is de RTX 5090-uitvoering van de MSI Suprim SOC gewoon uitstekend. Hij heeft de beste balans tussen stilte en koeling. Ook biedt deze kaart objectief de stilste modi, terwijl de prestaties daarbij nog altijd uitstekend zijn. Bij het hogere verbruik van de RTX 5090 vergeleken met de RTX 5080 onderscheidt deze kaart zich enkel nog verder.

Ook bij deze MSI RTX 5090 meten we gemiddeld het laagste energieverbruik, terwijl er sprake is van een aardige prestatiewinst van zo’n 4 à 5 procent ten opzichte van de Founders Edition. De prestaties liggen ongeveer op het niveau van de Aorus Master en de ROG Astral. Ook hier geldt dus: als je dit model weet te vinden voor een meerprijs die jij acceptabel vindt, is dit een van de beste, zo niet dé beste RTX 5090. Een uitstekende keuze als je bewust zo’n enorm grote en dikke videokaart zoekt en het uiterlijk je aanspreekt.

Pluspunten

  • Extreem stille koeling

  • Efficiënt stroomverbruik

  • Net iets sneller

Minpunten

  • Zwaar en groot

  • Prijzig

ASUS ROG Astral GeForce RTX 5090 OC

Ook de ASUS ROG Astral lijkt beter uit de verf te komen met een veel hetere RTX 5090-chip erin. ASUS’ gigantische constructie heeft totaal geen probleem met het hogere verbruik en houdt zo’n chip koel én stil. De strijd is hier een stuk spannender tussen de Astral, de Suprim en de Aorus Master: in de praktijk is niet veel verschil tussen de topmodellen van elk merk. Je keuze wordt waarschijnlijk eerder bepaald doordat je een merkvoorkeur hebt of je videokaart graag afstemt op je moederbord en één softwarepakket wil aanhouden,. Stuk voor stuk zijn ze indrukwekkend, het is vooral het uiterlijk waarin ze echt enorm verschillen. En op dat vlak is deze ROG Astral wel een beest van een kaart.

Onze ervaring is dat ROG-kaarten tot de duurdere op de markt behoren en we willen herhalen dat enorme meerprijzen uitgeven voor welke videokaartchip dan ook technisch gezien echt niet nodig is. Maar we hebben een sterk vermoeden dat ASUS deze kaart niet maakt voor mensen die er zo pragmatisch naar kijken, maar vooral voor zijn eigen doelgroep die dit puur koopt omdat het kan.

Pluspunten

  • Fraai uiterlijk

  • Koel en stil

  • Imposante bouwkwaliteit

Minpunten

  • Duur

  • Erg zwaar en groot

MSI GeForce RTX 5090 Suprim Liquid SOC

De Suprim Liquid SOC-variant van MSI is een iets ander beestje dan de overige kaarten: wat compacter met een externe 360mm-radiator en voorzien van waterkoeling. Dat heeft wat voordelen: zo zien we in de testresultaten dat deze kaart zowel de allerstilste als de allerkoelste kan zijn. Een grote radiator voert warmte nu eenmaal beter af. Dat heeft ook voordelen in een behuizing, waarbij je de warmte die gepaard gaat met 500 watt (of meer) energieverbruik direct de kast uitpompt in plaats van die warmte rond te circuleren. Zo zien we dat de cpu-temperatuur in een vergelijkbare opstelling met de Suprim Liquid eenvoudig tien graden (of meer!) lager zijn dan met een luchtgekoelde kaart. Watergekoelde gpu’s zijn niet altijd zinvol, maar met een verbruik van 500 watt of meer toont dit ontwerp absoluut zijn meerwaarde.

De keerzijde is de prijs: dit model wordt nooit goedkoop. Daarnaast is de pomp een mechanisch onderdeel dat kapot kan gaan en lastiger te vervangen is dan een simpele ventilator. Er valt zeker wat te zeggen voor de prestaties van deze kaart en de uitstraling, maar wees je bewust van het risico en de prijs.

Pluspunten

  • Extreem stil én koel

  • Voert warmte direct af

  • Pc zelf koeler

Minpunten

  • Zeer hoge prijs

  • Complexer product

  • Inbouwen lastiger

Conclusie

Zodra de markt stabiliseert, zal de GeForce RTX 5080 de positie van de RTX 4080 (Super) overnemen als dé kaart rond de 1200 euro. Zodra dat het geval is, is ons nuchtere advies om een model rond de basisadviesprijs van Nvidia te zoeken, bijvoorbeeld de Founders Edition of de Palit GamingPro (OC). Ook dergelijke instapmodellen zijn gewoon prima koel en meestal stil genoeg.

Natuurlijk kun je ervoor kiezen om wat extra geld te betalen voor een kaart die echt onhoorbaar is, zeker als je ook werkt op diezelfde pc. Iets wat de Gigabyte Gaming OC, MSI Suprim SOC en ROG Astral allemaal kunnen zijn. Ook kunnen we ons voorstellen dat je wat meer wilt betalen voor een specifiek uiterlijk. Die twee zaken zul je zelf moeten afwegen tegen de meerprijs.

Voor de RTX 5090 geldt eigenlijk hetzelfde. Basismodellen zoals de Founders Edition en de Inno3D X3 zijn dusdanig goed dat alle duurdere modellen onder druk staan. Aan de andere kant zijn alle RTX 5090-kaarten prijzig, dus een kleine meerprijs voor iets luxers valt voor de doelgroep vast te overzien. Aangezien geen enkel premiummodel echt noodzakelijk is, adviseren we hier hetzelfde: denk goed na óf je een luxere uitvoering wilt. Zo ja, pak dan het ontwerp of het merk dat jou aanspreekt en bij de rest van je systeem past. Want als je de kaarten zelf niet naast elkaar kunt testen, is het verschil in de praktijk vaak niet of nauwelijks merkbaar.

▼ Volgende artikel
Smartphone-abonnement kiezen: dit is het verschil tussen providers en virtuele providers
© Scanrail - stock.adobe.com
Huis

Smartphone-abonnement kiezen: dit is het verschil tussen providers en virtuele providers

Wie op zoek gaat naar een nieuw mobiel abonnement, komt al snel bekende namen tegen als KPN, Vodafone en Odido. Maar daarnaast kun je ook kiezen voor andere aanbieders op, zoals Simyo, Ben of Youfone. Die lijken misschien op gewone providers, maar dat zijn zogeheten virtuele providers. Wat is precies het verschil, en waar kies je als consument het best voor?

In dit artikel

We leggen uit wat het verschil is tussen providers en virtuele providers, en hoe dat invloed heeft op je smartphone-abonnement. Je leest welke netwerken er in Nederland actief zijn, hoe virtuele aanbieders zoals Simyo, Ben en Youfone werken en waarom ze vaak goedkoper zijn. Ook bespreken we de belangrijkste voor- en nadelen van virtuele providers, en wat dat betekent voor zaken als internetsnelheid, service en de aanschaf van een nieuwe smartphone. Tot slot komt kijken we ook nog naar eSIM, de digitale simkaart.

Waar voor je geld: 5 smartphones met eSim voor minder dan 400 euro

De drie netwerken in Nederland

In Nederland zijn er drie bedrijven met een eigen mobiel netwerk: KPN, Vodafone en Odido. Zij bezitten de zendmasten, frequenties en infrastructuur waarmee mobiele communicatie mogelijk is. Deze partijen worden de netwerkproviders genoemd. Hun netwerken dekken vrijwel het hele land en worden continu uitgebreid met nieuwe technologie, zoals 5G.

Wat virtuele providers doen

Virtuele providers, ook wel MVNO's genoemd (Mobile Virtual Network Operators), maken gebruik van het netwerk van een van deze drie aanbieders. Ze hebben dus geen eigen zendmasten, maar kopen netwerkcapaciteit in en bieden die onder hun eigen naam aan. Bekende voorbeelden zijn Simyo (op het netwerk van KPN), Ben (Odido) en hollandsnieuwe (Vodafone).

Ze regelen zelf de klantenservice, abonnementen, facturering en vaak ook extra diensten, maar het dataverkeer en bellen lopen volledig via het netwerk van de hoofdprovider.

Virtuele providerNetwerk van
Budget MobielKPN
LebaraKPN
SimyoKPN
YoufoneKPN
BenOdido
SimpelOdido
hollandsnieuweVodafone
50+ MobielVodafone

Voordelen van virtuele providers

Virtuele providers staan bekend om hun lagere prijzen. Doordat ze geen eigen netwerk hoeven te onderhouden, kunnen ze de kosten laag houden. Ook zijn ze vaak flexibel: je kunt maandelijks opzeggen, zelf je databundel aanpassen of extra opties in- en uitschakelen. Dat spreekt vooral consumenten aan die niet vast willen zitten aan een duur abonnement.

Een ander voordeel is eenvoud. Virtuele providers richten zich vaak op één duidelijk aanbod zonder allerlei combinatiedeals of ingewikkelde voorwaarden. Bovendien profiteer je als klant indirect van de netwerkverbeteringen van de hoofdprovider: als KPN zijn 5G-dekking uitbreidt, geldt dat ook voor Simyo-gebruikers.

Nadelen ten opzichte van netwerkproviders

Er zitten ook verschillen in wat je krijgt. Virtuele providers hebben meestal minder aanvullende diensten, zoals tv-pakketten, internationale bundels of toegang tot exclusieve hotspots. Ze bieden zelden nieuwe smartphones aan in combinatie met een abonnement; vaak gaat het om sim-only.

Daarnaast kan de snelheid of prioriteit op het netwerk iets lager liggen. Hoewel je technisch op hetzelfde netwerk zit, krijgen klanten van de hoofdprovider soms voorrang bij piekdrukte. Dat merk je vooral op drukke plekken of tijdens evenementen.

Tot slot zijn er verschillen in klantenservice. Virtuele aanbieders werken vaak met goedkopere, grotendeels online dienstverlening. Dat houdt de prijs laag, maar betekent ook dat persoonlijke hulp via telefoon of winkel beperkt kan zijn.

Wat past bij jou?

Wie veel reist, de nieuwste telefoon wil combineren met een abonnement of extra diensten zoals tv en internet belangrijk vindt, zit goed bij een van de drie netwerkproviders. Wie vooral een betrouwbare en betaalbare mobiele verbinding zoekt en weinig behoefte heeft aan toeters en bellen, vindt bij een virtuele provider vaak een gunstiger aanbod.

Kort samengevat: de netwerkprovider bouwt en beheert het mobiele netwerk, de virtuele provider gebruikt dat netwerk om voordeligere en flexibelere abonnementen aan te bieden. Beide werken dus samen, maar richten zich op een ander type gebruiker.

©Denys Prykhodov

Virtuele providers en eSIM

Steeds meer virtuele providers bieden tegenwoordig ook eSIM aan. Dat is de digitale variant van de traditionele simkaart, die je niet meer fysiek hoeft te plaatsen. Je activeert de eSIM via een QR-code of app en kunt zo binnen enkele minuten overstappen van provider of een tweede abonnement toevoegen, bijvoorbeeld voor werk of reizen.

Bij de grote netwerkproviders is eSIM inmiddels standaard, maar ook steeds meer virtuele aanbieders doen mee. Simyo, Youfone en Ben ondersteunen eSIM bijvoorbeeld al. 50+ Mobiel en Lebara bieden het nog niet aan, al wordt dat in de toekomst wel verwacht. Goed om te weten: de eSIM-ondersteuning bij virtuele providers wordt regelmatig uitgebreid, dus wat vandaag nog niet beschikbaar is, kan morgen al mogelijk zijn.

Nieuw abonnement, nieuwe smartphone?

Nieuw hoesje!
▼ Volgende artikel
Na storm Benjamin: zo controleer je je huis en meld je stormschade
© ronstik | Adobe Stock
Huis

Na storm Benjamin: zo controleer je je huis en meld je stormschade

Het is verstandig om na een zware storm zoals storm Benjamin je woning, tuin of bijgebouwen goed te inspecteren. Zodra de wind is gaan liggen, kun je dan tijdig ontdekken of er schade is ontstaan die hersteld moet worden. Zo voorkom je dat wat een kleine schade lijkt, alsnog uitgroeit tot een groot probleem, en kun je je verzekeraar tijdig inlichten.

In dit artikel lees je over

● Controleren op stormschade: De buitenkant van je huis | Eventuele zonnepanelen | De binnenkant van je huis |Je tuin, terras of balkon
● Stormschade voorkomen
● Stormschade melden bij de verzekering

Lees ook: Het stormt! Hoe zit het ook alweer met code rood, code oranje en code geel?


Buitenkant van het huis

Begin met een ronde om het huis en inspecteer het dak. Controleer of alle dakpannen nog heel zijn en stevig vastzitten. Kijk ook naar de dakgoten en regenpijpen. Zitten deze nog goed vast en zijn ze niet verstopt door takken, bladeren of andere rommel, zodat het regenwater goed kan weglopen? Controleer daarna alle ramen en deuren. Is er geen schade aan het glas of de kozijnen? Sluiten de deuren en ramen nog goed? Bekijk ook de muren en gevels. Zijn er scheuren of andere beschadigingen ontstaan, bijvoorbeeld door een boom die tegen de gevel is gewaaid? Zorg dat je loszittend voegwerk zo snel mogelijk herstelt of laat herstellen om verdere schade te voorkomen.

©stylefoto24

Zonnepanelen en storm

Zonnepanelen zitten gelukkig goed bevestigd, maar bij echt zware storm kunnen ze toch losgetrokken worden of anderszins beschadigd raken, bijvoorbeeld door een boom of rondvliegende dakpannen die op het dak (en de zonnepanelen) vallen. Het is altijd verstandig om nog eens nauwkeurig de voorwaarden van je woonverzekering/opstalverzekering door te lezen en om te kijken wat er qua stormschade wel en wat er niet vergoed wordt door je woonverzekering. Je zou zelfs kunnen overwegen een [speciale zonnepanelen-verzekering](https://id.nl/energie-en-klimaat/elektriciteit/zonnepanelen/zonnepanelen-verzekeren-is-het-nodig-om-een-verzekering-af-te-sluiten) af te sluiten.

Lees ook: Het regent, het regent … zo voorkom je wateroverlast

Binnenkant van het huis

Binnen werk je van boven naar beneden. Begin op de zolder. Zoek naar lekkages of vochtplekken die kunnen wijzen op dakschade. Inspecteer muren en plafonds in alle kamers, op zoek naar scheuren en andere beschadigingen. Heeft het tijdens de storm ook geonweerd en gebliksemd? Test of elektrische schakelaars en stopcontacten nog correct werken. Is er blikseminslag in de buurt geweest? Dat kan zorgen voor piekspanning, waardoor elektrische apparaten beschadigd kunnen zijn geraakt. Controleer die dus ook.

Om het huis: tuin, terras, en schutting

Loop ook een rondje om je huis en kijk of schuttingen en tuinhekken nog intact en stevig zijn. Controleer het terras en de tuinmeubels op stormschade. Kijk of losse spullen, zoals vuilcontainers en bloempotten, nog op hun plek staan en zet ze eventueel terug. Verzamel losse afgewaaide takken. Heb je bomen in of om je tuin staan? Controleer goed of ze nog stevig geworteld zijn. In januari dragen ze nauwelijks blad meer, maar zeker in de herfst of tegen het eind van de lente staan ze goed in het blad. Bij een storm kunnen ze dan instabiel worden: ze staan dan nu misschien wel overeind, maar zouden bij een volgende storm om kunnen gaan. Dreigt een boom om te vallen op de openbare weg? Bel dan de brandweer. Doe dat niet via 112 (dat nummer is echt alleen voor levensbedreigende situaties), maar via 0900-0904.

Lees ook: Schutting omvergeblazen? Zo herstel je hem

©Robertvt

Stormschade voorkomen

Er zijn gelukkig allerlei manieren om je huis beter stormbestendig te maken. Controleer dakpannen en goten regelmatig. Houd muren en schilderwerk in goede staat. Snoei bomen preventief voor het stormseizoen. Zet losse objecten in de tuin vast of berg ze tijdelijk op in de schuur of garage. Daarmee verklein je bij een volgende storm de kans op schade.

Lees ook:Zo maak je je dakgoot schoon

©Budimir Jevtic

Stappenplan stormschade melden

Heb je schade, neem dan zo snel mogelijk contact op met je verzekeraar. Dat kan meestal via de app en online, maar vaak kun je vanaf de website van je verzekeraar ook een papieren schadeformulier downloaden. Als je stormschade hebt aan je woning of bezittingen, is het voor de verzekering belangrijk om een duidelijk en gedetailleerd overzicht te hebben van de schade. Hier zijn de stappen die je moet volgen:

1. Fotografeer of film de schade

Zorg dat je foto's of video's maakt van alle schade voordat je iets opruimt of repareert. Dit geeft de verzekering een goed beeld van de impact van de storm.

2. Maak een lijst

Noteer alle beschadigde items en beschrijf de schade per item.

3. Bewaar beschadigde items

Gooi niets weg voordat de verzekering het heeft kunnen zien, tenzij het een gevaar oplevert voor de veiligheid.

4. Documenteer aankoopbewijzen

Als je deze hebt, voeg dan aankoopbewijzen of facturen toe van de beschadigde items om de waarde ervan aan te tonen.

5. Houd reparatiekosten bij

Als je noodreparaties moet uitvoeren, bewaar dan de bonnen en facturen van deze reparaties. Bel wel eerst met de verzekeraar: vaak kunnen zij zorgen dat er voor noodreparaties zo snel mogelijk iemand komt.

6. Contactinformatie van getuigen

Als buren of voorbijgangers schade hebben gezien, noteer dan hun contactgegevens. Zij kunnen eventueel je claim ondersteunen.

7. Datum, tijd en weer

Noteer de datum en de tijd (zo precies mogelijk) waarop de schade is ontstaan. Je kunt dan makkelijker aantonen dat het inderdaad tijdens een zware storm was, waardoor je claim meer kans maakt.

8. Correspondentie:

Bewaar een kopie van alle correspondentie met je verzekeraar, inclusief e-mails en brieven.

Vraag een offerte aan voor aannemers: