ID.nl logo
RTX 5080 en 5090 getest: krachtpatsers met een flinke prijs
Huis

RTX 5080 en 5090 getest: krachtpatsers met een flinke prijs

Met de GeForce RTX 5090 en RTX 5080 lanceert Nvidia twee nieuwe high-end videokaarten. Ze leveren indrukwekkende prestaties en bieden handige nieuwe functies. Tegelijkertijd komen ze met een hoger energieverbruik, een hoger prijskaartje en vooralsnog beperkte beschikbaarheid. Maar hoeveel beter is deze nieuwe generatie, en wanneer is het de moeite waard om te upgraden?

In dit artikel laten we zien wat de nieuwe RTX 5080 en RTX 5090-videokaarten écht te bieden hebben.

Te duur? Kies dan voor een oudere versie: Test: 6 RTX 4070 Super-videokaarten: dé midrange-kaart van 2024

Nvidia staat door de AI-hype sterk in de belangstelling en is zelfs even het meest waardevolle bedrijf ter wereld geweest. Volgens Nvidia presteert de GeForce RTX 5070 met zijn adviesprijs van 654 euro ongeveer op hetzelfde niveau als de RTX 4090, die voor 1779 euro wordt aangeboden. Dat belooft veel goeds voor de RTX 5080 en RTX 5090, met adviesprijzen van respectievelijk 1190 en 2369 euro. Nvidia lijkt met de introductie van zijn nieuwe generatie videokaarten in ieder geval niet teleur te stellen. Hoewel? Inmiddels hebben we zowel de RTX 5080 als de RTX 5090 uitvoerig getest, en al snel blijkt dat de werkelijkheid iets complexer is dan Nvidia zelf presenteert.

Trucage met AI

Net als voorgaande jaren blijft Nvidia vernieuwen, vooral op het gebied van Deep Learning Super Sampling (DLSS). DLSS Upscaling heeft een flinke kwaliteitsverbetering gekregen: in veel gevallen kun je nauwelijks verschil zien met native rendering, terwijl je doorgaans twee tot drie keer betere prestaties behaalt. Maar deze keer ligt de focus op Multi Frame Generation. Waar de videokaarten uit de RTX 40-serie met Frame Generation één AI-frame tussen elk echt gerenderd frame toevoegden, genereren de RTX 50xx-kaarten er twee of drie extra tussen elk traditioneel frame. Game je op 4K met DLSS 4, dan betekent dat dat nog één van elke zestien pixels traditioneel wordt berekend, de rest wordt met AI ingevuld. Full HD wordt dankzij AI omgezet naar 4K en elk 4K-frame wordt vervolgens opgesplitst in vier frames.

Maar dan gaat Nvidia toveren: het telt het totaal aantal weergegeven frames op en stelt vervolgens dat de nieuwe generatie twee keer sneller is dan de vorige. Wij zijn het echter niet eens met die manier van rekenen. In de traditionele zin van ‘meer prestaties’ krijg je simpelweg meer frames in dezelfde tijd (en daarmee lagere latency), zonder dat er extra vertraging optreedt. Met Nvidia’s nieuwe aanpak lever je soms wat in op de beeldkwaliteit, omdat Frame Generation af en toe grafische onregelmatigheden toont. Bovendien kost het een klein beetje extra tijd om die berekeningen uit te voeren. Kortom, dit is appels met peren vergelijken.

Multi Frame Generation wordt gecombineerd met DLSS waardoor het zo kan zijn dat uiteindelijk 15 van 16 getoonde pixels door AI gegenereerd worden.

Toch waardevol

Toch heeft Nvidia niet volledig ongelijk, want in sommige situaties is Multi Frame Generation wel degelijk handig. Neem bijvoorbeeld Microsoft Flight Simulator, een game die vaak tegen cpu-limieten aanloopt. Met Frame Generation werk je hier op uitstekende manier omheen, omdat je in Flight Simulator niet op elke milliseconde hoeft te reageren. Dit maakt de extra latency ten opzichte van pure upscaling minder relevant. Frame Generation is niet altijd de beste keuze: als je puur op zoek bent naar een prestatieverbetering zonder nadelen, is de traditionele aanpak (meer ruwe prestaties) vaak verstandiger.

Helaas ligt er zo veel nadruk op MFG dat andere sterke punten van Nvidia onderbelicht blijven. Zo is de beeldkwaliteit van Nvidia DLSS Upscaling veel beter dan die van AMD FidelityFX Super Resolution (FSR), wat zeker bij games in 1440p en 4K een wereld van verschil maakt. Daarnaast zijn Nvidia’s encoders en decoders de logische keuze voor veel creatieve toepassingen, is Nvidia Broadcast handig voor videoconferenties en gesprekken, en is Nvidia Reflex bijna onmisbaar voor competitieve gamers. Allemaal mogelijkheden waar AMD geen echt antwoord op heeft.

Wel sneller

Laten we Frame Generation even voor wat het is, dan zien we dat de GeForce RTX 5090 zo’n 28 procent sneller is dan zijn voorganger in de 45 games die we getest hebben op 4K. De ‘oude’ RTX 4090 had al geen concurrentie en de RTX 5090 met deze boost al helemaal niet. Bovendien is de RTX 5090 met 32 GB geheugen ook een ideale kaart voor workstations. Dat daar een fors stroomverbruik (tot zo’n 575 watt) tegenover staat, doet wel een beetje pijn. Dat geeft aan dat de prestatie-per-watt van deze generatie, zonder Nvidia’s paradepaardje MFG, nauwelijks is verbeterd. Niet vreemd, want Nvidia maakt wederom gebruik van TSMC’s 4nm-proces, waardoor een significante efficiëntieslag lastig te realiseren is.

De GeForce RTX 5080 is zo’n 15 procent sneller dan de RTX 4080 Super, ondanks een iets hogere TDP (320 versus 360 watt), zonder dat het daadwerkelijke stroomverbruik wezenlijk verandert. Aangezien de adviesprijs ongewijzigd is, levert de RTX 5080 een bescheiden maar leuke vooruitgang. Voor sommigen zal het teleurstellend zijn dat de nieuwe RTX 5080 niet sneller is dan het topmodel van de vorige generatie: 15 procent sneller betekent immers dat de RTX 5080 nog altijd zo’n 15 procent trager is dan de RTX 4090.

De RTX 5080 is zo’n 15 procent sneller dan zijn voorganger in onze tests.

Zonder concurrentie aan top

Op papier is de RTX 5090 28 procent sneller dan zijn voorganger, maar kost hij ook 25 procent meer en verbruikt hij bovendien 25 procent meer stroom. De RTX 5080 levert daarentegen 15 procent meer prestaties voor hetzelfde geld als zijn voorganger. Beide kaarten zijn slecht leverbaar of worden voor absurde prijzen verkocht.

Ondanks de dramatisch slechte beschikbaarheid hebben we vijf RTX 5080-kaarten en zeven RTX 5090-kaarten getest. Omdat Nederlandse adviesprijzen ontbreken en straatprijzen leidend zijn, leggen we de nadruk op de verschillen in prestaties en mogelijkheden, vergeleken met historische prijsverschillen. We verwachten dat de prijzen uiteindelijk wel zullen dalen, maar dat kan nog een tijd duren.

RTX 5080-modellen

Nvidia GeForce RTX 5080 Founders Edition

De Nvidia Founders Edition is een prachtige, compacte en elegante kaart die, net als voorgaande varianten, grotendeels uit metaal vervaardigd is. De in het zwart uitgevoerde kaart is opvallend compact en slechts twee sloten dik; de meeste RTX 5080-kaarten zijn een stuk dikker. De Founders Edition is hiermee een van de betere opties voor ITX-behuizingen. Let er wel op dat beide ventilators lucht direct door de kaart blazen; een beetje ruimte direct achter je videokaart is dus wel handig.

Extra mogelijkheden ontbreken, denk een RGB-verlichting of een dubbele BIOS. De Founders Edition heeft als enige taak om de basis te vormen voor reviews en andere benchmarks. Dat doet hij keurig: de kaart is niet te luid en alle temperaturen blijven ruim binnen de marges. Daar hebben we niets op aan te merken. Grotere kaarten zijn soms nog wat stiller of koeler, maar dit model laat weinig te wensen over.

De Nvidia Founders Edition-kaarten zijn helaas zeer lastige kaarten om daadwerkelijk te kopen, maar het is een uitstekende optie als je hem weet te vinden.

Pluspunten

  • Compacte vormgeving

  • Nette temperaturen

  • Niet te luid

Minpunten

  • Geen extra’s

  • Moeilijk verkrijgbaar

Palit GeForce RTX 5080 GamingPro OC

Ten opzichte van de Founders Edition heeft de GamingPro OC van Palit een iets grotere en traditionelere koeler met drie fans. De bouwkwaliteit is keurig, met een metalen frame en plastic ‘fan shroud’ (een ventilatorbehuizing die helpt de luchtstroom te richten voor een efficiëntere koeling). Verder heeft deze kaart zowel wat RGB-verlichting als een dubbele BIOS waarmee je kunt kiezen tussen een iets luidere en koelere modus of een iets stillere en marginaal minder koele modus.

Ongeacht de BIOS-keuze is de Palit GamingPro OC zowel iets koeler als iets stiller dan de Nvidia Founders Edition. Wat gameprestaties betreft ontlopen de kaarten elkaar niet veel, gemiddeld is de Palit zo’n 2 procent sneller dan de Founders Edition. Een meetbaar, maar niet praktisch merkbaar verschil.

De Palit GamingPro OC is interessant als je ruimte hebt voor een iets dikkere videokaart en je de kaart weet te vinden voor een schappelijke prijs. In theorie zou dit model nauwelijks meer moeten kosten dan de Founders Edition.

Pluspunten

  • Stille koeling

  • Dual-BIOS

  • RGB-verlichting

Minpunten

  • Iets groter formaat

Gigabyte GeForce RTX 5080 Gaming OC

De Gaming OC van Gigabyte kost normaliter iets meer dan de basisadviesprijs van Nvidia’s referentiekaart, maar daar krijg je wel het nodige voor terug: een grotere koeler, een dubbele BIOS, een opvallend RGB-effect achter de ventilators en een jaar extra garantie. Daarmee heb je in totaal vier jaar garantie en dat is een prettige extra zekerheid voor zo’n stevige investering.

De gameprestaties liggen zo’n twee procent boven die van de Palit, wat wederom slechts een klein verschil is. Maar de flink grotere en dikkere koeler presteert wel merkbaar beter. In de standaard-BIOS is de kaart koeler en iets stiller dan de (in theorie goedkopere) Founders Edition en Palit GamingPro. In de tweede stillere BIOS presteert hij nog altijd uitstekend, terwijl hij nagenoeg onhoorbaar is. Als je een zeer stille kaart wilt omdat je er hele dagen naast zit en je de extra garantie kunt waarderen, dan is de Gigabyte Gaming OC een prima optie.

Pluspunten

  • Grote, efficiënte koeler

  • Dual-BIOS

  • Vier jaar garantie

Minpunten

  • Groot formaat

MSI GeForce RTX 5080 Suprim SOC

De Suprim SOC-variant van MSI is een van de grootste en indrukwekkendste videokaarten ooit. De grote videokaart is niet overdreven vormgegeven, maar juist aantrekkelijk en stevig gebouwd met een gewicht van ruim 2,6 kilo. Er zitten wat RGB-ledjes op die standaard een bescheiden wit licht afgeven. Qua mogelijkheden is dit model ook compleet: er is een dubbele BIOS aanwezig en je krijgt een gpu-houder (wat geen overbodige luxe is met dit gewicht).

Op prestatievlak is de MSI Suprim de meest overtuigende kaart in de test. In de stille BIOS is hij praktisch onhoorbaar, en in beide BIOS-varianten laat hij de beste balans tussen geluidsproductie en temperaturen zien. Ook is het stroomverbruik van deze MSI-kaart gemiddeld het laagst, terwijl hij qua prestaties alsnog uitstekende scores neerzet en circa 3 procent sneller is dan de Founders Edition.

De vraag is wat de meerprijs op termijn gaat zijn. Op papier heeft MSI met de Suprim SOC de beste RTX 5080-koeler in huis, maar als de meerprijs te groot wordt, is het verschil met onder andere de Palit GamingPro of de ROG Astral niet significant genoeg. Als MSI de meerprijs binnen de perken houdt, is dit het model om in de gaten te houden, vooropgesteld dat je ruimte hebt voor deze megakaart.

Pluspunten

  • Dual-BIOS

  • Heel stil

  • Relatief laag stroomverbruik

Minpunten

  • Erg groot en zwaar

ASUS ROG Astral GeForce RTX 5080

Hét topmodel van ASUS is normaliter iets om naar uit te kijken en de ROG Astral-variant van de RTX 5080 stelt op fysiek vlak zeker niet teleur. Het is een gigantische kaart met een gewicht van ruim 2,8 kilo, drie fans aan de voorzijde plus een vierde fan aan de achterzijde. Met RGB-verlichting, een dubbele BIOS en een gpu-houder worden alle vinkjes keurig gezet.

Met de stille BIOS actief meten we bij de ROG Astral nét aan de laagste geluidsdruk, met nog altijd prima temperaturen. Toch is het een beetje jammer voor ASUS dat de MSI Suprim met een bijna gelijke geluidsdruk nog iets betere temperaturen laat zien. Dat zal deels komen doordat ASUS het stroomverbruik iets opvoert voor net wat betere resultaten, maar we vragen ons hardop af of 6 procent meer prestaties ten opzichte van de Founders Edition of 3 procentpunt boven de MSI-versie, een significante toename in verbruik goedpraat.

We zien in de praktijk dat kopers een merk graag trouw blijven, bijvoorbeeld vanwege de software-integratie, maar kijken we puur naar testresultaten dan moet ASUS eigenlijk zorgen dat de Astral niet duurder is dan de MSI Suprim SOC. Uit het verleden blijkt echter dat ASUS vaak wat meer vraagt voor zijn ROG-producten.

Pluspunten

  • Indrukwekkende bouwkwaliteit

  • Stille werking

  • Net iets sneller

Minpunten

  • Hoger stroomverbruik

  • Groot en zwaar

RTX 5090-modellen

Inno3D GeForce RTX 5090 X3

De Inno3D X3 is een model dat op papier voor dezelfde basisadviesprijs zou moeten worden verkocht als de Nvidia Founders Edition (die hierna volgt). Op een aantal fronten zie je dat terug, zo heeft dit model geen dubbele BIOS, geen RGB-verlichting, en geen doos vol extra’s en accessoires.

Kijken we naar het product zelf en de prestaties, dan is het verschil met duurdere uitvoeringen een stuk minder merkbaar. Het is geen enorm grote kaart, maar hij zit keurig stevig in elkaar en veel belangrijker: hij presteert goed. De geluidsproductie zit grofweg op het niveau van de Founders Edition, maar hij is wel significant koeler. Wat prestaties betreft zit hij op circa 1 procent verschil met Nvidia’s eigen kaart, daar merk je niets van.

Inno3D heeft een betere reputatie wat beschikbaarheid betreft en een goede historie om de prijs relatief laag te houden. Als je gewoon een RTX 5090 wilt die goed presteert en je wilt geen premium betalen, dan kun je niet om dit model heen.

Pluspunten

  • Prima prestaties

  • Degelijke bouw

  • Goede koeling

Minpunten

  • Geen dual-BIOS

  • Geen RGB

  • Geen extra’s

Nvidia GeForce RTX 5090 Founders Edition

De Founders Edition van de GeForce RTX 5090 heeft hetzelfde ontwerp (dat maar twee sloten in beslag neemt) als bij de eerder besproken RTX 5080. Dat maakt hem ongekend dun voor een videokaart met een maximumverbruik van 575 watt. Toch blijkt Nvidia’s ontwerp eenvoudig in staat om al deze warmte met een bescheiden geluidsproductie af te voeren. Het is enkel spijtig dat dit RTX 5090-model wat coil whine produceert (het hoogfrequent zoemen van de spoelen); dat irritante geluid verpest die indrukwekkende prestaties een beetje.

Dat Nvidia op papier zijn eigen kaart voor de basisadviesprijs verkoopt, zet druk op alle modellen die een meerprijs vragen, maar ook hier is de kans dat je er daadwerkelijk één kunt kopen heel klein, ook op lange termijn.

Pluspunten

  • Compacte vormgeving

  • Relatief stil

  • Theoretisch scherp geprijsd

Minpunten

  • Geen extra’s

  • Beperkte beschikbaarheid

  • Coil whine

Palit GeForce RTX 5090 GameRock

De GameRock van Palit gooit het over een compleet andere boeg, deze kaart zet namelijk vol in op RGB-verlichting en ‘bling’. Met een glimmende, reflecterende voorzijde en uitgebreide RGB-verlichting is het een van de meest visueel opvallende RTX 5090-kaarten. Zeker in een behuizing waar je naar de voorzijde kijkt, kan dat een leuke overweging zijn.

Fysiek zit de GameRock OC keurig in elkaar en is hij iets stiller en koeler dan de Founders Edition, en iets stiller maar marginaal warmer dan de Inno3D X3. Qua gameprestaties zit deze kaart een procentje boven de Nvidia Founders Edition. Aangezien de GameRock meer zal kosten, zal die dat dus vooral moeten goedmaken met de uitstraling die je daarvoor terugkrijgt.

Pluspunten

  • Opvallend ontwerp met RGB

  • Stiller dan Founders Edition

  • Solide constructie

Minpunten

  • Smaakgevoelig

Gigabyte Aorus GeForce RTX 5090 Master Ice

De Aorus Master-uitvoering van Gigabyte zet ook vol in op het uiterlijk. Met RGB-verlichting achter de fans en een klein schermpje op de zijkant valt de kaart goed op, helemaal in de geteste witte Ice-uitvoering. Vooral dat laatste maakt hem uniek, want de meeste andere fabrikanten brengen geen witte RTX 5090 uit. Wil je zo’n witte kaart, dan kun je nauwelijks om de Gigabyte heen. Ook hier zit een jaar extra garantie bij de prijs inbegrepen.

De Master Ice is verder gewoon een uitstekende kaart, die zowel significant koeler en stiller kan zijn dan de Founders Edition, de X3 en de GameRock. Zolang de meerprijs niet té extreem wordt, is dit een uitstekende kaart om in de gaten te houden.

Pluspunten

  • Uitgevoerd in het wit

  • Vier jaar garantie

  • Koel en stil

Minpunten

  • Prijzig

MSI GeForce RTX 5090 Suprim SOC

Net als bij de RTX 5080 is de RTX 5090-uitvoering van de MSI Suprim SOC gewoon uitstekend. Hij heeft de beste balans tussen stilte en koeling. Ook biedt deze kaart objectief de stilste modi, terwijl de prestaties daarbij nog altijd uitstekend zijn. Bij het hogere verbruik van de RTX 5090 vergeleken met de RTX 5080 onderscheidt deze kaart zich enkel nog verder.

Ook bij deze MSI RTX 5090 meten we gemiddeld het laagste energieverbruik, terwijl er sprake is van een aardige prestatiewinst van zo’n 4 à 5 procent ten opzichte van de Founders Edition. De prestaties liggen ongeveer op het niveau van de Aorus Master en de ROG Astral. Ook hier geldt dus: als je dit model weet te vinden voor een meerprijs die jij acceptabel vindt, is dit een van de beste, zo niet dé beste RTX 5090. Een uitstekende keuze als je bewust zo’n enorm grote en dikke videokaart zoekt en het uiterlijk je aanspreekt.

Pluspunten

  • Extreem stille koeling

  • Efficiënt stroomverbruik

  • Net iets sneller

Minpunten

  • Zwaar en groot

  • Prijzig

ASUS ROG Astral GeForce RTX 5090 OC

Ook de ASUS ROG Astral lijkt beter uit de verf te komen met een veel hetere RTX 5090-chip erin. ASUS’ gigantische constructie heeft totaal geen probleem met het hogere verbruik en houdt zo’n chip koel én stil. De strijd is hier een stuk spannender tussen de Astral, de Suprim en de Aorus Master: in de praktijk is niet veel verschil tussen de topmodellen van elk merk. Je keuze wordt waarschijnlijk eerder bepaald doordat je een merkvoorkeur hebt of je videokaart graag afstemt op je moederbord en één softwarepakket wil aanhouden,. Stuk voor stuk zijn ze indrukwekkend, het is vooral het uiterlijk waarin ze echt enorm verschillen. En op dat vlak is deze ROG Astral wel een beest van een kaart.

Onze ervaring is dat ROG-kaarten tot de duurdere op de markt behoren en we willen herhalen dat enorme meerprijzen uitgeven voor welke videokaartchip dan ook technisch gezien echt niet nodig is. Maar we hebben een sterk vermoeden dat ASUS deze kaart niet maakt voor mensen die er zo pragmatisch naar kijken, maar vooral voor zijn eigen doelgroep die dit puur koopt omdat het kan.

Pluspunten

  • Fraai uiterlijk

  • Koel en stil

  • Imposante bouwkwaliteit

Minpunten

  • Duur

  • Erg zwaar en groot

MSI GeForce RTX 5090 Suprim Liquid SOC

De Suprim Liquid SOC-variant van MSI is een iets ander beestje dan de overige kaarten: wat compacter met een externe 360mm-radiator en voorzien van waterkoeling. Dat heeft wat voordelen: zo zien we in de testresultaten dat deze kaart zowel de allerstilste als de allerkoelste kan zijn. Een grote radiator voert warmte nu eenmaal beter af. Dat heeft ook voordelen in een behuizing, waarbij je de warmte die gepaard gaat met 500 watt (of meer) energieverbruik direct de kast uitpompt in plaats van die warmte rond te circuleren. Zo zien we dat de cpu-temperatuur in een vergelijkbare opstelling met de Suprim Liquid eenvoudig tien graden (of meer!) lager zijn dan met een luchtgekoelde kaart. Watergekoelde gpu’s zijn niet altijd zinvol, maar met een verbruik van 500 watt of meer toont dit ontwerp absoluut zijn meerwaarde.

De keerzijde is de prijs: dit model wordt nooit goedkoop. Daarnaast is de pomp een mechanisch onderdeel dat kapot kan gaan en lastiger te vervangen is dan een simpele ventilator. Er valt zeker wat te zeggen voor de prestaties van deze kaart en de uitstraling, maar wees je bewust van het risico en de prijs.

Pluspunten

  • Extreem stil én koel

  • Voert warmte direct af

  • Pc zelf koeler

Minpunten

  • Zeer hoge prijs

  • Complexer product

  • Inbouwen lastiger

Conclusie

Zodra de markt stabiliseert, zal de GeForce RTX 5080 de positie van de RTX 4080 (Super) overnemen als dé kaart rond de 1200 euro. Zodra dat het geval is, is ons nuchtere advies om een model rond de basisadviesprijs van Nvidia te zoeken, bijvoorbeeld de Founders Edition of de Palit GamingPro (OC). Ook dergelijke instapmodellen zijn gewoon prima koel en meestal stil genoeg.

Natuurlijk kun je ervoor kiezen om wat extra geld te betalen voor een kaart die echt onhoorbaar is, zeker als je ook werkt op diezelfde pc. Iets wat de Gigabyte Gaming OC, MSI Suprim SOC en ROG Astral allemaal kunnen zijn. Ook kunnen we ons voorstellen dat je wat meer wilt betalen voor een specifiek uiterlijk. Die twee zaken zul je zelf moeten afwegen tegen de meerprijs.

Voor de RTX 5090 geldt eigenlijk hetzelfde. Basismodellen zoals de Founders Edition en de Inno3D X3 zijn dusdanig goed dat alle duurdere modellen onder druk staan. Aan de andere kant zijn alle RTX 5090-kaarten prijzig, dus een kleine meerprijs voor iets luxers valt voor de doelgroep vast te overzien. Aangezien geen enkel premiummodel echt noodzakelijk is, adviseren we hier hetzelfde: denk goed na óf je een luxere uitvoering wilt. Zo ja, pak dan het ontwerp of het merk dat jou aanspreekt en bij de rest van je systeem past. Want als je de kaarten zelf niet naast elkaar kunt testen, is het verschil in de praktijk vaak niet of nauwelijks merkbaar.

▼ Volgende artikel
Stappenplan: je wasmachine verhuizen
© Olga Yastremska, New Africa, Africa Studio
Huis

Stappenplan: je wasmachine verhuizen

Een wasmachine verhuizen doe je niet zomaar. Het apparaat is zwaar en kwetsbaar, en bij verkeerd transport kan er snel iets stukgaan. Met een goede voorbereiding en door het volgen van de juiste stappen voorkom je problemen en staat je wasmachine straks veilig in het nieuwe huis. Een kind kan de ...uhm was doen!

Stappenplan wasmachine verhuizen

Stap 1: Stroom eraf, water laten weglopen Stap 2: Transportbouten terugplaatsen Stap 3: Wasmachine goed verpakken Stap 4: Wasmachine veilig tillen en verplaatsen Stap 5: Wasmachine stabiel vervoeren Stap 6: Wasmachine aansluiten op het nieuwe adres

Ook interessant: 5 tips voor het inrichten van de ideale wasruimte

Stap 1: Stroom eraf, water laten weglopen

Open deur, maar: begin met het uitschakelen van de wasmachine. Trek de stekker uit het stopcontact en draai de kraan dicht. Wacht daarna even zodat de druk in de slang afneemt. Koppel de toevoerslang los en vang eventueel lekwater op in een emmer of teiltje. Haal ook de afvoerslang uit de afvoer en laat het restwater eruit lopen. In sommige machines blijft er nog water achter in de pomp of het filter. Open daarom het klepje aan de voorkant en draai het filter los. Laat het water rustig weglopen in een teiltje. Zorg dat je een dweil bij de hand houdt.

Stap 2: Transportbouten terugplaatsen

Bij de levering van een nieuwe wasmachine worden de transportbouten vaak meegeleverd, bijvoorbeeld in een apart zakje of bevestigd aan de achterkant. Zoek ze op voordat je gaat verhuizen. Deze bouten zorgen ervoor dat de trommel tijdens het vervoer niet kan bewegen. Door ze terug te plaatsen voorkom je schade aan de lagers en vering. Steek de bouten in de aangegeven openingen aan de achterkant en draai ze stevig vast.

©Kabardins photo - stock.adobe.com

Wat als je geen transportbouten meer hebt?

De transportbouten zijn speciaal ontworpen om de trommel stevig op zijn plek te houden. Zonder deze bouten loop je meer risico dat er iets kapot gaat aan het binnenwerk, zeker als de machine schuin komt te staan of hard wordt neergezet. Heb je ze niet meer? Dan kun je de trommel van binnenuit blokkeren met opgerolde handdoeken of een zachte deken. Zo voorkom je dat hij te veel beweegt tijdens transport. Wat je ook kunt doen is tijdig bij de winkel of fabrikant navragen of er ook losse transportbouten te koop zijn.

Stap 3: Wasmachine goed verpakken

Wikkel de wasmachine in dekens of bubbeltjesplastic. Daarmee voorkom je krassen op de behuizing en schade aan muren of deuropeningen tijdens het tillen. Plak snoeren en slangen vast met tape of bind ze op een andere manier aan de achterkant vast, zodat ze niet gaan bungelen of ergens achter blijven haken. Het deurtje hoeft niet op slot, maar zorg dat het niet opengaat tijdens het tillen of rijden. Afplakken met een stukje ducttape is vaak al genoeg.

Stap 4: Wasmachine veilig tillen en verplaatsen

Een wasmachine kan makkelijk 60 tot 80 kilo wegen. Ga je 'm tillen, doe dat dan met z'n tweeën. Gebruik bij voorkeur een steekwagen of meubelroller. Zorg dat je je rug recht houdt, til vanuit je benen en stem goed af met degene die meehelpt. Zet de machine niet scheef op een trap of helling, want dan kan de trommel alsnog verschuiven. Lukt tillen met twee personen niet, dan kun je vaak een steekwagen of transportkar huren bij een bouwmarkt of verhuurbedrijf.

Van boven naar beneden zonder lift

Staat je wasmachine op zolder of woon je in een appartementencomplex zonder lift? Dan is het handig om vooraf wat extra hulpmiddelen te regelen. Een stevige steekwagen met brede wielen helpt al veel. Er bestaan ook elektrische trappenkarren waarmee je de wasmachine makkelijk naar beneden kunt rijden — handig, maar die huur je meestal alleen via een professioneel verhuisbedrijf. Kun je de wasmachine niet via het trappenhuis vervoeren, dan is een verhuislift vanaf het balkon soms een oplossing. Die kun je huren via een bedrijf dat gespecialiseerd is in verhuisliften. Informeer daar tijdig, want soms heb je een vergunning nodig als de lift op de stoep komt te staan.

Stap 5: Wasmachine stabiel vervoeren

Zet de wasmachine rechtop in de bus of aanhanger, bij voorkeur tegen een wand. Leg er geen zware dozen of meubels bovenop. Zet de machine goed vast met spanbanden, zodat hij onderweg niet gaat schuiven of kantelen. Rijd rustig over drempels, neem bochten niet te scherp en rem niet te abrupt.

Stap 6: Wasmachine aansluiten op het nieuwe adres

Op de nieuwe plek pak je de wasmachine voorzichtig uit. Laat de machine een paar uur tot een dag rusten voordat je hem aansluit, vooral als hij gekanteld heeft gelegen. Haal de transportbouten eruit en bewaar ze voor een volgende keer. Sluit de watertoevoer en -afvoer weer aan, controleer op lekkage en steek de stekker in het stopcontact. Start eventueel eerst een spoelprogramma zonder was om te controleren of alles naar behoren werkt.

©Leonid Iastremskyi

▼ Volgende artikel
Review Dreame L40 Ultra AE – Bijna net zo compleet als zijn duurdere broer
© Wesley Akkerman
Huis

Review Dreame L40 Ultra AE – Bijna net zo compleet als zijn duurdere broer

De L40 Ultra AE richt zich op gebruikers die goede prestaties willen, zonder overbodige extra's. Voor een adviesprijs van 699 euro haal je een model met krachtige zuigkracht en slimme dweiltechniek in huis. Niet alles zit erin wat de 'duurdere broer' wel biedt, vooral qua zijborstel en bereik, maar in veel praktijksituaties is dat geen dealbreaker.

Uitstekend
Conclusie

De Dreame L40 Ultra AE is een slimme keuze, vooral voor huishoudens waar de vloer vol staat met meubels. Het grootste verschil met zijn duurdere broer is het ontbreken van de uitschuifbare zijborstel, waardoor hij minder goed in open hoeken en strak langs plinten schoonmaakt. Staan er op die plekken bij jou vooral meubels, dan merk je daar in de praktijk nauwelijks iets van. Je bespaart zo 200 tot 400 euro op een functie die je in jouw situatie toch nauwelijks zou gebruiken.

Plus- en minpunten
  • Meegeleverde borstel voor haren snijden
  • Weinig onderhoud
  • Goede navigatie
  • Uitschuifbare dweilpad
  • 200 tot 400 euro goedkoper dan L40 Ultra
  • Scherp geprijsd
  • Geen extra dweilpads
  • Kan strepen achterlaten
  • Basis vergt toch nog wat onderhoud
  • Stembediening niet in het Nederlands

In vergelijking met de voorganger, de Dreame L40 Ultra, kost de Dreame L40 Ultra AE 400 euro minder bij de introductie. Dat betekent niet dat er heel veel dingen op achteruit gegaan zijn. Sterker nog: sommige aspecten zijn juist verbeterd. Zo is de zuigkracht – wat ons betreft de belangrijkste eigenschap – sterk verbeterd. Daar waar de L40 Ultra 11.000 PA heeft, beschikt de AE-variant over 19.000 PA.  Bovendien wordt ook dit nieuwe model weer geleverd met twee borstels: de optilbare rubberen varianten en de zogenaamde TriCut Brush 3.0. Ook zit er wederom een borsteltje bij waarmee je snel haren verwijdert uit de robot.

Wanneer je de specificaties van beide modellen naast elkaar legt, is het goed kijken om de verschillen te zien. We noteren een iets grotere stofbak bij de AE (395 vs. 300 ml), maar het belangrijkste verschil zit hem echter de zijborstel. De L40 Ultra heeft een variant die naar buiten kan bewegen en daardoor veel beter hoeken en plinten meeneemt. De L40 Ultra AE moet het doen met een normale zijborstel, zonder uitschuifbare arm. Mogelijk missen er daardoor ook nog wat sensoren die hoeken 'zien'. Dit zou het prijsverschil tussen beide modellen kunnen verklaren.

©Wesley Akkerman

Een groot gemis?

Of zo'n uitschuifbare zijborstel echt een groot gemis is, hangt af van je situatie. Heb je veel hoeken in huis, wil je dat de plinten altijd schoon zijn of staat er weinig langs de muren? Dan kunnen we het ons voorstellen dat je het liefst voor de L40 Ultra of zelfs de X50 Ultra gaat (die nog een tweede zijborstel heeft). Maar als je huis vol staat met meubels en de robot toch al niet echt bij de muren of hoeken kan komen, dan zit daar geen meerwaarde in. In dat geval kun je dus gemakkelijk honderden euro's besparen.

In ons huis verschilt het: op sommige plekken staan wat meer meubels, maar op andere plekken rijdt de Dreame L40 Ultra AE soepel langs de muren, hoeken en plinten. Langs de muren gaat het allemaal prima; na het stofzuigen komen we geen viezigheid meer tegen. In de hoeken is dat nu een ander verhaal, omdat de robot gewoonweg die reikwijdte niet heeft. Dat is jammer, maar niet onoverkomelijk. Gezien de prijs en de overige functionaliteit tillen we hier minder zwaar aan. Want de rest gaat gewoon heel goed.

Capabele robotstofzuiger

Dat kan haast ook niet anders, omdat je in de basis nog steeds een zeer goed presterende robotstofzuiger in huis haalt. Als het op dweilen aankomt, regelt de Dreame L40 Ultra AE eigenlijk alles zelf. Het basisstation is voorzien van aparte tanks voor schoon en vuil water en een reservoir voor zeep. De robot bepaalt zelf de ideale mix van water en schoonmaakmiddel en navigeert dankzij de LiDAR-camera feilloos door de kamer. Het systeem houdt rekening met tapijt door de twee roterende dweilpads tijdig op te tillen. Stel je in de app in dat hij tegelijk moet stofzuigen en dweilen, dan tilt hij de pads onderweg op. Kies je ervoor dat hij eerst stofzuigt en daarna dweilt, dan laat hij de pads op de basis staan en blijft je vloerkleed gegarandeerd droog. Verder kun je ook niet-dweilen-zones aanmaken, waardoor de dweilpads dus nooit in aanraking hoeven te komen met het kleed. De L40 Ultra AE heeft gelukkig tapijtdetectie, waardoor je niet hoeft te gissen waar het kleed zich bevindt op de digitale kaart.

De kracht van de dweilprestaties zit hem in de details. Zo kan één van de twee roterende dweilpads naar buiten bewegen en strak langs plinten poetsen. Ondanks deze slimme functies is het resultaat niet altijd vlekkeloos. Een bekend nadeel zijn de dweilstrepen die soms zichtbaar blijven op de vloer. Ook vraagt het geautomatiseerde basisstation om regelmatig onderhoud om fris te blijven en moet je er rekening mee houden dat er geen reserveset dweilpads in de doos zit. Dit zijn kritiekpunten waar de voorgangers van dit model ook 'last' van hebben.

©Wesley Akkerman

Dreame L40 Ultra AE kopen?

De Dreame L40 Ultra AE is een slimme keuze, vooral voor huishoudens waar de vloer vol staat met meubels. Het grootste verschil met zijn duurdere broer is het ontbreken van de uitschuifbare zijborstel, waardoor hij minder goed in open hoeken en strak langs plinten schoonmaakt. Staan er op die plekken bij jou vooral meubels, dan merk je daar in de praktijk nauwelijks iets van. Je bespaart zo 200 tot 400 euro op een functie die je in jouw situatie toch nauwelijks zou gebruiken.

Voor de adviesprijs van 699 euro haal je nog steeds een zeer krachtige hulp in huis. De zuigkracht is namelijk verhoogd naar 19.000 PA en samen met de TriCut-borstel zorgt dat ervoor dat er bijna geen stof en haren meer op de grond liggen. Gecombineerd met de nog steeds uitstekende en zelfstandige dweilfunctie, levert de L40 AE derhalve betrouwbare prestaties af. Met dit product brengt Dreame een behoorlijk scherp geprijsde en capabele robotstofzuiger op de markt die waarschijnlijk zal aansluiten bij de behoeften van een grote doelgroep.