ID.nl logo
RTX 5080 en 5090 getest: krachtpatsers met een flinke prijs
Huis

RTX 5080 en 5090 getest: krachtpatsers met een flinke prijs

Met de GeForce RTX 5090 en RTX 5080 lanceert Nvidia twee nieuwe high-end videokaarten. Ze leveren indrukwekkende prestaties en bieden handige nieuwe functies. Tegelijkertijd komen ze met een hoger energieverbruik, een hoger prijskaartje en vooralsnog beperkte beschikbaarheid. Maar hoeveel beter is deze nieuwe generatie, en wanneer is het de moeite waard om te upgraden?

In dit artikel laten we zien wat de nieuwe RTX 5080 en RTX 5090-videokaarten écht te bieden hebben.

Te duur? Kies dan voor een oudere versie: Test: 6 RTX 4070 Super-videokaarten: dé midrange-kaart van 2024

Nvidia staat door de AI-hype sterk in de belangstelling en is zelfs even het meest waardevolle bedrijf ter wereld geweest. Volgens Nvidia presteert de GeForce RTX 5070 met zijn adviesprijs van 654 euro ongeveer op hetzelfde niveau als de RTX 4090, die voor 1779 euro wordt aangeboden. Dat belooft veel goeds voor de RTX 5080 en RTX 5090, met adviesprijzen van respectievelijk 1190 en 2369 euro. Nvidia lijkt met de introductie van zijn nieuwe generatie videokaarten in ieder geval niet teleur te stellen. Hoewel? Inmiddels hebben we zowel de RTX 5080 als de RTX 5090 uitvoerig getest, en al snel blijkt dat de werkelijkheid iets complexer is dan Nvidia zelf presenteert.

Trucage met AI

Net als voorgaande jaren blijft Nvidia vernieuwen, vooral op het gebied van Deep Learning Super Sampling (DLSS). DLSS Upscaling heeft een flinke kwaliteitsverbetering gekregen: in veel gevallen kun je nauwelijks verschil zien met native rendering, terwijl je doorgaans twee tot drie keer betere prestaties behaalt. Maar deze keer ligt de focus op Multi Frame Generation. Waar de videokaarten uit de RTX 40-serie met Frame Generation één AI-frame tussen elk echt gerenderd frame toevoegden, genereren de RTX 50xx-kaarten er twee of drie extra tussen elk traditioneel frame. Game je op 4K met DLSS 4, dan betekent dat dat nog één van elke zestien pixels traditioneel wordt berekend, de rest wordt met AI ingevuld. Full HD wordt dankzij AI omgezet naar 4K en elk 4K-frame wordt vervolgens opgesplitst in vier frames.

Maar dan gaat Nvidia toveren: het telt het totaal aantal weergegeven frames op en stelt vervolgens dat de nieuwe generatie twee keer sneller is dan de vorige. Wij zijn het echter niet eens met die manier van rekenen. In de traditionele zin van ‘meer prestaties’ krijg je simpelweg meer frames in dezelfde tijd (en daarmee lagere latency), zonder dat er extra vertraging optreedt. Met Nvidia’s nieuwe aanpak lever je soms wat in op de beeldkwaliteit, omdat Frame Generation af en toe grafische onregelmatigheden toont. Bovendien kost het een klein beetje extra tijd om die berekeningen uit te voeren. Kortom, dit is appels met peren vergelijken.

Multi Frame Generation wordt gecombineerd met DLSS waardoor het zo kan zijn dat uiteindelijk 15 van 16 getoonde pixels door AI gegenereerd worden.

Toch waardevol

Toch heeft Nvidia niet volledig ongelijk, want in sommige situaties is Multi Frame Generation wel degelijk handig. Neem bijvoorbeeld Microsoft Flight Simulator, een game die vaak tegen cpu-limieten aanloopt. Met Frame Generation werk je hier op uitstekende manier omheen, omdat je in Flight Simulator niet op elke milliseconde hoeft te reageren. Dit maakt de extra latency ten opzichte van pure upscaling minder relevant. Frame Generation is niet altijd de beste keuze: als je puur op zoek bent naar een prestatieverbetering zonder nadelen, is de traditionele aanpak (meer ruwe prestaties) vaak verstandiger.

Helaas ligt er zo veel nadruk op MFG dat andere sterke punten van Nvidia onderbelicht blijven. Zo is de beeldkwaliteit van Nvidia DLSS Upscaling veel beter dan die van AMD FidelityFX Super Resolution (FSR), wat zeker bij games in 1440p en 4K een wereld van verschil maakt. Daarnaast zijn Nvidia’s encoders en decoders de logische keuze voor veel creatieve toepassingen, is Nvidia Broadcast handig voor videoconferenties en gesprekken, en is Nvidia Reflex bijna onmisbaar voor competitieve gamers. Allemaal mogelijkheden waar AMD geen echt antwoord op heeft.

Wel sneller

Laten we Frame Generation even voor wat het is, dan zien we dat de GeForce RTX 5090 zo’n 28 procent sneller is dan zijn voorganger in de 45 games die we getest hebben op 4K. De ‘oude’ RTX 4090 had al geen concurrentie en de RTX 5090 met deze boost al helemaal niet. Bovendien is de RTX 5090 met 32 GB geheugen ook een ideale kaart voor workstations. Dat daar een fors stroomverbruik (tot zo’n 575 watt) tegenover staat, doet wel een beetje pijn. Dat geeft aan dat de prestatie-per-watt van deze generatie, zonder Nvidia’s paradepaardje MFG, nauwelijks is verbeterd. Niet vreemd, want Nvidia maakt wederom gebruik van TSMC’s 4nm-proces, waardoor een significante efficiëntieslag lastig te realiseren is.

De GeForce RTX 5080 is zo’n 15 procent sneller dan de RTX 4080 Super, ondanks een iets hogere TDP (320 versus 360 watt), zonder dat het daadwerkelijke stroomverbruik wezenlijk verandert. Aangezien de adviesprijs ongewijzigd is, levert de RTX 5080 een bescheiden maar leuke vooruitgang. Voor sommigen zal het teleurstellend zijn dat de nieuwe RTX 5080 niet sneller is dan het topmodel van de vorige generatie: 15 procent sneller betekent immers dat de RTX 5080 nog altijd zo’n 15 procent trager is dan de RTX 4090.

De RTX 5080 is zo’n 15 procent sneller dan zijn voorganger in onze tests.

Zonder concurrentie aan top

Op papier is de RTX 5090 28 procent sneller dan zijn voorganger, maar kost hij ook 25 procent meer en verbruikt hij bovendien 25 procent meer stroom. De RTX 5080 levert daarentegen 15 procent meer prestaties voor hetzelfde geld als zijn voorganger. Beide kaarten zijn slecht leverbaar of worden voor absurde prijzen verkocht.

Ondanks de dramatisch slechte beschikbaarheid hebben we vijf RTX 5080-kaarten en zeven RTX 5090-kaarten getest. Omdat Nederlandse adviesprijzen ontbreken en straatprijzen leidend zijn, leggen we de nadruk op de verschillen in prestaties en mogelijkheden, vergeleken met historische prijsverschillen. We verwachten dat de prijzen uiteindelijk wel zullen dalen, maar dat kan nog een tijd duren.

RTX 5080-modellen

Nvidia GeForce RTX 5080 Founders Edition

De Nvidia Founders Edition is een prachtige, compacte en elegante kaart die, net als voorgaande varianten, grotendeels uit metaal vervaardigd is. De in het zwart uitgevoerde kaart is opvallend compact en slechts twee sloten dik; de meeste RTX 5080-kaarten zijn een stuk dikker. De Founders Edition is hiermee een van de betere opties voor ITX-behuizingen. Let er wel op dat beide ventilators lucht direct door de kaart blazen; een beetje ruimte direct achter je videokaart is dus wel handig.

Extra mogelijkheden ontbreken, denk een RGB-verlichting of een dubbele BIOS. De Founders Edition heeft als enige taak om de basis te vormen voor reviews en andere benchmarks. Dat doet hij keurig: de kaart is niet te luid en alle temperaturen blijven ruim binnen de marges. Daar hebben we niets op aan te merken. Grotere kaarten zijn soms nog wat stiller of koeler, maar dit model laat weinig te wensen over.

De Nvidia Founders Edition-kaarten zijn helaas zeer lastige kaarten om daadwerkelijk te kopen, maar het is een uitstekende optie als je hem weet te vinden.

Pluspunten

  • Compacte vormgeving

  • Nette temperaturen

  • Niet te luid

Minpunten

  • Geen extra’s

  • Moeilijk verkrijgbaar

Palit GeForce RTX 5080 GamingPro OC

Ten opzichte van de Founders Edition heeft de GamingPro OC van Palit een iets grotere en traditionelere koeler met drie fans. De bouwkwaliteit is keurig, met een metalen frame en plastic ‘fan shroud’ (een ventilatorbehuizing die helpt de luchtstroom te richten voor een efficiëntere koeling). Verder heeft deze kaart zowel wat RGB-verlichting als een dubbele BIOS waarmee je kunt kiezen tussen een iets luidere en koelere modus of een iets stillere en marginaal minder koele modus.

Ongeacht de BIOS-keuze is de Palit GamingPro OC zowel iets koeler als iets stiller dan de Nvidia Founders Edition. Wat gameprestaties betreft ontlopen de kaarten elkaar niet veel, gemiddeld is de Palit zo’n 2 procent sneller dan de Founders Edition. Een meetbaar, maar niet praktisch merkbaar verschil.

De Palit GamingPro OC is interessant als je ruimte hebt voor een iets dikkere videokaart en je de kaart weet te vinden voor een schappelijke prijs. In theorie zou dit model nauwelijks meer moeten kosten dan de Founders Edition.

Pluspunten

  • Stille koeling

  • Dual-BIOS

  • RGB-verlichting

Minpunten

  • Iets groter formaat

Gigabyte GeForce RTX 5080 Gaming OC

De Gaming OC van Gigabyte kost normaliter iets meer dan de basisadviesprijs van Nvidia’s referentiekaart, maar daar krijg je wel het nodige voor terug: een grotere koeler, een dubbele BIOS, een opvallend RGB-effect achter de ventilators en een jaar extra garantie. Daarmee heb je in totaal vier jaar garantie en dat is een prettige extra zekerheid voor zo’n stevige investering.

De gameprestaties liggen zo’n twee procent boven die van de Palit, wat wederom slechts een klein verschil is. Maar de flink grotere en dikkere koeler presteert wel merkbaar beter. In de standaard-BIOS is de kaart koeler en iets stiller dan de (in theorie goedkopere) Founders Edition en Palit GamingPro. In de tweede stillere BIOS presteert hij nog altijd uitstekend, terwijl hij nagenoeg onhoorbaar is. Als je een zeer stille kaart wilt omdat je er hele dagen naast zit en je de extra garantie kunt waarderen, dan is de Gigabyte Gaming OC een prima optie.

Pluspunten

  • Grote, efficiënte koeler

  • Dual-BIOS

  • Vier jaar garantie

Minpunten

  • Groot formaat

MSI GeForce RTX 5080 Suprim SOC

De Suprim SOC-variant van MSI is een van de grootste en indrukwekkendste videokaarten ooit. De grote videokaart is niet overdreven vormgegeven, maar juist aantrekkelijk en stevig gebouwd met een gewicht van ruim 2,6 kilo. Er zitten wat RGB-ledjes op die standaard een bescheiden wit licht afgeven. Qua mogelijkheden is dit model ook compleet: er is een dubbele BIOS aanwezig en je krijgt een gpu-houder (wat geen overbodige luxe is met dit gewicht).

Op prestatievlak is de MSI Suprim de meest overtuigende kaart in de test. In de stille BIOS is hij praktisch onhoorbaar, en in beide BIOS-varianten laat hij de beste balans tussen geluidsproductie en temperaturen zien. Ook is het stroomverbruik van deze MSI-kaart gemiddeld het laagst, terwijl hij qua prestaties alsnog uitstekende scores neerzet en circa 3 procent sneller is dan de Founders Edition.

De vraag is wat de meerprijs op termijn gaat zijn. Op papier heeft MSI met de Suprim SOC de beste RTX 5080-koeler in huis, maar als de meerprijs te groot wordt, is het verschil met onder andere de Palit GamingPro of de ROG Astral niet significant genoeg. Als MSI de meerprijs binnen de perken houdt, is dit het model om in de gaten te houden, vooropgesteld dat je ruimte hebt voor deze megakaart.

Pluspunten

  • Dual-BIOS

  • Heel stil

  • Relatief laag stroomverbruik

Minpunten

  • Erg groot en zwaar

ASUS ROG Astral GeForce RTX 5080

Hét topmodel van ASUS is normaliter iets om naar uit te kijken en de ROG Astral-variant van de RTX 5080 stelt op fysiek vlak zeker niet teleur. Het is een gigantische kaart met een gewicht van ruim 2,8 kilo, drie fans aan de voorzijde plus een vierde fan aan de achterzijde. Met RGB-verlichting, een dubbele BIOS en een gpu-houder worden alle vinkjes keurig gezet.

Met de stille BIOS actief meten we bij de ROG Astral nét aan de laagste geluidsdruk, met nog altijd prima temperaturen. Toch is het een beetje jammer voor ASUS dat de MSI Suprim met een bijna gelijke geluidsdruk nog iets betere temperaturen laat zien. Dat zal deels komen doordat ASUS het stroomverbruik iets opvoert voor net wat betere resultaten, maar we vragen ons hardop af of 6 procent meer prestaties ten opzichte van de Founders Edition of 3 procentpunt boven de MSI-versie, een significante toename in verbruik goedpraat.

We zien in de praktijk dat kopers een merk graag trouw blijven, bijvoorbeeld vanwege de software-integratie, maar kijken we puur naar testresultaten dan moet ASUS eigenlijk zorgen dat de Astral niet duurder is dan de MSI Suprim SOC. Uit het verleden blijkt echter dat ASUS vaak wat meer vraagt voor zijn ROG-producten.

Pluspunten

  • Indrukwekkende bouwkwaliteit

  • Stille werking

  • Net iets sneller

Minpunten

  • Hoger stroomverbruik

  • Groot en zwaar

RTX 5090-modellen

Inno3D GeForce RTX 5090 X3

De Inno3D X3 is een model dat op papier voor dezelfde basisadviesprijs zou moeten worden verkocht als de Nvidia Founders Edition (die hierna volgt). Op een aantal fronten zie je dat terug, zo heeft dit model geen dubbele BIOS, geen RGB-verlichting, en geen doos vol extra’s en accessoires.

Kijken we naar het product zelf en de prestaties, dan is het verschil met duurdere uitvoeringen een stuk minder merkbaar. Het is geen enorm grote kaart, maar hij zit keurig stevig in elkaar en veel belangrijker: hij presteert goed. De geluidsproductie zit grofweg op het niveau van de Founders Edition, maar hij is wel significant koeler. Wat prestaties betreft zit hij op circa 1 procent verschil met Nvidia’s eigen kaart, daar merk je niets van.

Inno3D heeft een betere reputatie wat beschikbaarheid betreft en een goede historie om de prijs relatief laag te houden. Als je gewoon een RTX 5090 wilt die goed presteert en je wilt geen premium betalen, dan kun je niet om dit model heen.

Pluspunten

  • Prima prestaties

  • Degelijke bouw

  • Goede koeling

Minpunten

  • Geen dual-BIOS

  • Geen RGB

  • Geen extra’s

Nvidia GeForce RTX 5090 Founders Edition

De Founders Edition van de GeForce RTX 5090 heeft hetzelfde ontwerp (dat maar twee sloten in beslag neemt) als bij de eerder besproken RTX 5080. Dat maakt hem ongekend dun voor een videokaart met een maximumverbruik van 575 watt. Toch blijkt Nvidia’s ontwerp eenvoudig in staat om al deze warmte met een bescheiden geluidsproductie af te voeren. Het is enkel spijtig dat dit RTX 5090-model wat coil whine produceert (het hoogfrequent zoemen van de spoelen); dat irritante geluid verpest die indrukwekkende prestaties een beetje.

Dat Nvidia op papier zijn eigen kaart voor de basisadviesprijs verkoopt, zet druk op alle modellen die een meerprijs vragen, maar ook hier is de kans dat je er daadwerkelijk één kunt kopen heel klein, ook op lange termijn.

Pluspunten

  • Compacte vormgeving

  • Relatief stil

  • Theoretisch scherp geprijsd

Minpunten

  • Geen extra’s

  • Beperkte beschikbaarheid

  • Coil whine

Palit GeForce RTX 5090 GameRock

De GameRock van Palit gooit het over een compleet andere boeg, deze kaart zet namelijk vol in op RGB-verlichting en ‘bling’. Met een glimmende, reflecterende voorzijde en uitgebreide RGB-verlichting is het een van de meest visueel opvallende RTX 5090-kaarten. Zeker in een behuizing waar je naar de voorzijde kijkt, kan dat een leuke overweging zijn.

Fysiek zit de GameRock OC keurig in elkaar en is hij iets stiller en koeler dan de Founders Edition, en iets stiller maar marginaal warmer dan de Inno3D X3. Qua gameprestaties zit deze kaart een procentje boven de Nvidia Founders Edition. Aangezien de GameRock meer zal kosten, zal die dat dus vooral moeten goedmaken met de uitstraling die je daarvoor terugkrijgt.

Pluspunten

  • Opvallend ontwerp met RGB

  • Stiller dan Founders Edition

  • Solide constructie

Minpunten

  • Smaakgevoelig

Gigabyte Aorus GeForce RTX 5090 Master Ice

De Aorus Master-uitvoering van Gigabyte zet ook vol in op het uiterlijk. Met RGB-verlichting achter de fans en een klein schermpje op de zijkant valt de kaart goed op, helemaal in de geteste witte Ice-uitvoering. Vooral dat laatste maakt hem uniek, want de meeste andere fabrikanten brengen geen witte RTX 5090 uit. Wil je zo’n witte kaart, dan kun je nauwelijks om de Gigabyte heen. Ook hier zit een jaar extra garantie bij de prijs inbegrepen.

De Master Ice is verder gewoon een uitstekende kaart, die zowel significant koeler en stiller kan zijn dan de Founders Edition, de X3 en de GameRock. Zolang de meerprijs niet té extreem wordt, is dit een uitstekende kaart om in de gaten te houden.

Pluspunten

  • Uitgevoerd in het wit

  • Vier jaar garantie

  • Koel en stil

Minpunten

  • Prijzig

MSI GeForce RTX 5090 Suprim SOC

Net als bij de RTX 5080 is de RTX 5090-uitvoering van de MSI Suprim SOC gewoon uitstekend. Hij heeft de beste balans tussen stilte en koeling. Ook biedt deze kaart objectief de stilste modi, terwijl de prestaties daarbij nog altijd uitstekend zijn. Bij het hogere verbruik van de RTX 5090 vergeleken met de RTX 5080 onderscheidt deze kaart zich enkel nog verder.

Ook bij deze MSI RTX 5090 meten we gemiddeld het laagste energieverbruik, terwijl er sprake is van een aardige prestatiewinst van zo’n 4 à 5 procent ten opzichte van de Founders Edition. De prestaties liggen ongeveer op het niveau van de Aorus Master en de ROG Astral. Ook hier geldt dus: als je dit model weet te vinden voor een meerprijs die jij acceptabel vindt, is dit een van de beste, zo niet dé beste RTX 5090. Een uitstekende keuze als je bewust zo’n enorm grote en dikke videokaart zoekt en het uiterlijk je aanspreekt.

Pluspunten

  • Extreem stille koeling

  • Efficiënt stroomverbruik

  • Net iets sneller

Minpunten

  • Zwaar en groot

  • Prijzig

ASUS ROG Astral GeForce RTX 5090 OC

Ook de ASUS ROG Astral lijkt beter uit de verf te komen met een veel hetere RTX 5090-chip erin. ASUS’ gigantische constructie heeft totaal geen probleem met het hogere verbruik en houdt zo’n chip koel én stil. De strijd is hier een stuk spannender tussen de Astral, de Suprim en de Aorus Master: in de praktijk is niet veel verschil tussen de topmodellen van elk merk. Je keuze wordt waarschijnlijk eerder bepaald doordat je een merkvoorkeur hebt of je videokaart graag afstemt op je moederbord en één softwarepakket wil aanhouden,. Stuk voor stuk zijn ze indrukwekkend, het is vooral het uiterlijk waarin ze echt enorm verschillen. En op dat vlak is deze ROG Astral wel een beest van een kaart.

Onze ervaring is dat ROG-kaarten tot de duurdere op de markt behoren en we willen herhalen dat enorme meerprijzen uitgeven voor welke videokaartchip dan ook technisch gezien echt niet nodig is. Maar we hebben een sterk vermoeden dat ASUS deze kaart niet maakt voor mensen die er zo pragmatisch naar kijken, maar vooral voor zijn eigen doelgroep die dit puur koopt omdat het kan.

Pluspunten

  • Fraai uiterlijk

  • Koel en stil

  • Imposante bouwkwaliteit

Minpunten

  • Duur

  • Erg zwaar en groot

MSI GeForce RTX 5090 Suprim Liquid SOC

De Suprim Liquid SOC-variant van MSI is een iets ander beestje dan de overige kaarten: wat compacter met een externe 360mm-radiator en voorzien van waterkoeling. Dat heeft wat voordelen: zo zien we in de testresultaten dat deze kaart zowel de allerstilste als de allerkoelste kan zijn. Een grote radiator voert warmte nu eenmaal beter af. Dat heeft ook voordelen in een behuizing, waarbij je de warmte die gepaard gaat met 500 watt (of meer) energieverbruik direct de kast uitpompt in plaats van die warmte rond te circuleren. Zo zien we dat de cpu-temperatuur in een vergelijkbare opstelling met de Suprim Liquid eenvoudig tien graden (of meer!) lager zijn dan met een luchtgekoelde kaart. Watergekoelde gpu’s zijn niet altijd zinvol, maar met een verbruik van 500 watt of meer toont dit ontwerp absoluut zijn meerwaarde.

De keerzijde is de prijs: dit model wordt nooit goedkoop. Daarnaast is de pomp een mechanisch onderdeel dat kapot kan gaan en lastiger te vervangen is dan een simpele ventilator. Er valt zeker wat te zeggen voor de prestaties van deze kaart en de uitstraling, maar wees je bewust van het risico en de prijs.

Pluspunten

  • Extreem stil én koel

  • Voert warmte direct af

  • Pc zelf koeler

Minpunten

  • Zeer hoge prijs

  • Complexer product

  • Inbouwen lastiger

Conclusie

Zodra de markt stabiliseert, zal de GeForce RTX 5080 de positie van de RTX 4080 (Super) overnemen als dé kaart rond de 1200 euro. Zodra dat het geval is, is ons nuchtere advies om een model rond de basisadviesprijs van Nvidia te zoeken, bijvoorbeeld de Founders Edition of de Palit GamingPro (OC). Ook dergelijke instapmodellen zijn gewoon prima koel en meestal stil genoeg.

Natuurlijk kun je ervoor kiezen om wat extra geld te betalen voor een kaart die echt onhoorbaar is, zeker als je ook werkt op diezelfde pc. Iets wat de Gigabyte Gaming OC, MSI Suprim SOC en ROG Astral allemaal kunnen zijn. Ook kunnen we ons voorstellen dat je wat meer wilt betalen voor een specifiek uiterlijk. Die twee zaken zul je zelf moeten afwegen tegen de meerprijs.

Voor de RTX 5090 geldt eigenlijk hetzelfde. Basismodellen zoals de Founders Edition en de Inno3D X3 zijn dusdanig goed dat alle duurdere modellen onder druk staan. Aan de andere kant zijn alle RTX 5090-kaarten prijzig, dus een kleine meerprijs voor iets luxers valt voor de doelgroep vast te overzien. Aangezien geen enkel premiummodel echt noodzakelijk is, adviseren we hier hetzelfde: denk goed na óf je een luxere uitvoering wilt. Zo ja, pak dan het ontwerp of het merk dat jou aanspreekt en bij de rest van je systeem past. Want als je de kaarten zelf niet naast elkaar kunt testen, is het verschil in de praktijk vaak niet of nauwelijks merkbaar.

▼ Volgende artikel
Samsung Galaxy Buds3 FE: slimme oordopjes voor scherpe prijs
Huis

Samsung Galaxy Buds3 FE: slimme oordopjes voor scherpe prijs

Samsung heeft onlangs de Galaxy Buds3 FE uitgebracht, een set draadloze oordopjes met actieve ruisonderdrukking, AI-integratie en slimme bediening voor een scherpe prijs. Deze nieuwe Fan Edition biedt moderne eigenschappen en Galaxy-ecosysteemfunctionaliteit. Lees hieronder wat je zoal kunt verwachten van Samsungs nieuwste oordopjes.

In dit artikel lees je:

– Hoe Samsung AI inzet voor slimmere bediening en vertaling – Welke specificaties en accuduur de oordopjes bieden – Voor wie deze Fan Edition vooral interessant is

De Buds3 FE onderscheiden zich met een zogenaamd 'blade design', een langgerekte vorm met een matte tweekleurige afwerking en semi-transparante accenten. De oordopjes wegen 5 gram per stuk en de case komt uit op 41,8 gram. Ze zijn verkrijgbaar in zwart en grijs, met IP54-classificatie voor stof- en spatwaterbestendigheid.

Slimme bediening en AI-integratie

Samsung zet met deze dopjes volop in op gebruiksgemak. De Buds3 FE zijn uitgerust met touch-, druk- en nabijheidssensoren, waarmee gebruikers onder meer het volume kunnen regelen, muziek pauzeren of gesprekken aannemen door te tikken of te knijpen. Dankzij Auto Switch kunnen de oordopjes automatisch overschakelen tussen verschillende Galaxy-apparaten. Voor Galaxy-gebruikers komt daar nog een extra laag aan functionaliteit bij in de vorm van Galaxy AI. Daarmee heb je onder meer spraakcommando's, realtime vertalingen en snelle toegang tot persoonlijke content zonder het scherm aan te raken tot je beschikking.

©Samsung

Geluidsfuncties, connectiviteit en accu

De Buds3 FE zijn voorzien van een dynamische 1-weg speaker en drie microfoons per oordopje. Ze ondersteunen actieve ruisonderdrukking (ANC), een ambient sound-modus en Crystal Clear Call-technologie. Die laatste maakt gebruik van een machine-learning-model om stemmen te isoleren tijdens gesprekken. De oordopjes zijn compatibel met bluetooth 5.4 en ondersteunen de codecs AAC, SBC en SSC (Samsung Seamless Codec).

©Samsung

Qua batterijduur belooft Samsung tot 6 uur luisterplezier met ANC ingeschakeld, oplopend tot 8,5 uur zonder. In combinatie met de oplaadcase loopt dat op tot respectievelijk 24 en 30 uur. Voor bellen geldt een maximale gesprekstijd van 4 uur, met een totaal van 18 uur inclusief case. De oplaadcase bevat een 515mAh-accu, de oordopjes zelf hebben elk 53 mAh aan capaciteit.

Beschikbaarheid

De Galaxy Buds3 FE zijn per direct verkrijgbaar in de Benelux voor een adviesprijs van 149 euro. Van 18 augustus tot en met 5 oktober 2025 geldt een lanceringsactie met 50 euro cashback, waarmee de prijs dus tijdelijk op 99 euro uitkomt.

▼ Volgende artikel
Beeld, apps, prijs ... let hierop voor jouw perfecte smart-tv
Huis

Beeld, apps, prijs ... let hierop voor jouw perfecte smart-tv

Oled, qled, HDR10, Dolby Vision, 8K en local dimming. Duizelt het je al? Als je een nieuwe smart-tv zoekt, stuit je ongetwijfeld op allerlei termen. Lees in deze koopgids welke eigenschappen écht belangrijk zijn. Zo is de gebruikte schermtechniek belangrijk voor de beeldkwaliteit. Daarnaast is het natuurlijk wel zo prettig dat je vlot door het app-aanbod kunt navigeren. Aan het eind van deze koopgids stellen we zeven interessante modellen uit verschillende prijsklassen aan je voor.

In dit artikel laten we zien waar je op moet letten bij de aanschaf van een smart-tv en geven we zes aanbevelingen:

  • Kies een schermtechniek (lcd, qled of oled) die past bij je budget en beeldvoorkeur
  • Bepaal de gewenste resolutie: Full HD, 4K of 8K
  • Let op voldoende HDR-ondersteuning en een hoge vernieuwingsfreqentie
  • Kijk naar het smartplatform en de apps dat jij wil gebruiken

Om de kijkervaring te upgraden: Je muur als canvas: slimme lichteffecten met de Philips Hue Play wall washer

Laten we beginnen met goed nieuws. Een slechte televisie kun je vandaag de dag haast niet kopen, mits je wel een product van een gerenommeerd merk aanschaft. Met een scherm van pakweg Samsung, LG, Panasonic, Philips, Hisense of Sony zit je goed. Uiteraard zijn er nog wel de nodige verschillen. Ga je voor een degelijke smart-tv of wil je liever een topexemplaar met een levensechte beeldkwaliteit?

Lcd: betaalbare televisies

Lcd-televisies (ook wel led-televisies genoemd) zijn nog altijd veruit het goedkoopst. Een exemplaar met een bescheiden schermdiagonaal van bijvoorbeeld 32 of 43 inch is vanaf een paar honderd euro te vinden. Daarnaast komen heel wat modellen van 55, 65 of 75 inch niet boven de duizend euro uit. Behalve de relatief lage prijs is een ander voordeel van lcd-televisies de lange verwachte levensduur.

Elke hedendaagse lcd-televisie bevat ledverlichting als lichtbron. Meestal zitten er achter het lcd-paneel meerdere leds. Binnen elke pixel passeert de lichtstraal een polarisatie- en kleurfilter, waarna het beeldpunt naar de gewenste kleur verandert. Lcd-televisies hebben als nadeel dat (een deel van) de ledverlichting altijd is ingeschakeld. Wegens deze actieve lichtbron is het voor lcd-panelen lastiger om pikzwarte scènes te tonen. Er belandt namelijk al gauw te veel licht in de pixel. Zwart oogt hierdoor als donkergrijs. Wel hebben lcd-televisies in de regel een hoge piekhelderheid.

Local dimming

De betere lcd-televisies ondersteunen local dimming. Hierbij zijn de ledlampen achter het lcd-paneel over meerdere zones verdeeld. Deze zones kunnen afzonderlijk oplichten en dimmen. Een pluspunt, want hierdoor zijn er op een lcd-televisie goede contrastwaarden haalbaar. Er bestaan verschillende vormen van local dimming.

Lcd-televisies uit het hoogste prijssegment ondersteunen veelal de local dimming-techniek mini-led. In dat geval verlichten (tien)duizenden kleine leds het lcd-paneel. Vanwege de aanwezigheid van honderden of misschien wel duizenden dimzones bieden deze smart-tv’s goede contrasten. Lager geprijsde modellen hebben onder de noemers backlit of full array respectievelijk tientallen of honderden leds. Tot slot bestaan er met edge lit ook nog lcd-televisies met aan de onder- en bovenzijde ledlampen. Deze modellen hebben doorgaans een dunne behuizing.

Qled: intense kleuren

In je zoektocht naar een nieuwe smart-tv kom je waarschijnlijk ook zogeheten qled-televisies tegen. Met name Samsung, Hisense en TCL brengen dergelijke producten op de markt. Een qled-televisie heeft eveneens een lcd-paneel met led-achtergrondverlichting. Een verschil is dat er direct achter het paneel een folielaagje met nanokristallen is geplaatst . Deze zogenoemde kwantum dots versterken het licht van de ledlampen. Het resultaat is een zeer heldere weergave met levendige kleuren. Gemiddeld genomen ligt de prijs van een qled-model een fractie boven die van een reguliere lcd-televisie.

Samsung illustreert de verschillen tussen een qled- en een regulier lcd-paneel.

Oled: zwart = zwart

Heb je best wat geld over voor een fraai beeld met natuurgetrouwe kleuren? In navolging van trendsetter LG brengen tegenwoordig nog meer bekende fabrikanten oled-televisies op de markt, zoals Samsung, Sony, Panasonic en Philips. Bij een oledpaneel geven de pixels zelf licht. Hierdoor zijn er dus geen leds als achtergrondverlichting nodig. Om die reden zijn deze televisies nogal dun.

Oled-panelen staan bekend om hun realistische kleurenweergave en hoge detaillering . Daarnaast bieden ze inktzwarte contrasten, omdat de aanwezige beeldprocessor de pixels volledig kan uitschakelen. Bij deze schermtechniek is zwart dus daadwerkelijk zwart (en niet donkergrijs). In tegenstelling tot een lcd-paneel kunnen oled-televisies inbranden. Bij dit verschijnsel blijft bijvoorbeeld het logo van een televisiezender permanent in beeld staan, al gebeurt dat tegenwoordig niet vaak. Verder hebben oled-panelen van origine een lagere helderheid, al is deze eigenschap bij de huidige generatie verbeterd. De aanschafprijs is de afgelopen jaren erg gedaald. Vanaf ongeveer 800 à 900 euro kun je een kleine tot middelgrote oled-televisie aanschaffen.

Deze nieuwe oled-televisie van Philips biedt een weergaloze beeldkwaliteit. (Foto: TP Vision)

Qd-oled

Onder de naam qd-oled zijn er televisies met een ‘nieuw’ schermtype in opkomst. De naam verraadt het eigenlijk al. Het betreft namelijk een mix van de schermtechnieken qled en oled. Een qd-oled-televisie toont de diepzwarte contrasten van oled en intense heldere kleuren van qled.

Overige beeldeigenschappen

Naast het paneeltype kun je met nog wat andere beeldeigenschappen rekening houden. Let allereerst op de resolutie. Hoe hoger deze waarde, hoe scherper het beeld. Bij televisies vanaf 40 inch volstaat een resolutie van 3840 × 2160 pixels (4K). Voor kleinere (slaapkamer)modellen is 1920 × 1080 pixels (Full HD) scherp genoeg. Er bestaan ook 8K-televisies met een stevig prijskaartje, maar er is hiervoor nauwelijks geschikte videocontent beschikbaar.

Verder is het prettig wanneer het beoogde beeldscherm meerdere HDR-formaten ondersteunt, zoals HDR10 en Dolby Vision. Dergelijke technieken resulteren kortweg in een groter kleurbereik, waardoor recente videostreams meer details laten zien. Tot slot is de vernieuwingsfrequentie een belangrijke eigenschap. Een hoge waarde in hertz betekent een vloeiende videoweergave.

Smartplatform

Let bij de aanschaf van een smart-tv ook op het aanwezige smartplatform. Ieder merk gebruikt namelijk andere software, zoals webOS (LG), Tizen (Samsung), Titan OS (Philips), Fire tv (Panasonic) en Vidaa (Hisense) . Daarnaast is Google tv ook op diverse smart-tv’s vertegenwoordigd, zoals modellen van Sony. Voor de genoemde smartplatforms zijn alle bekende internationale video-apps beschikbaar, waaronder Netflix, Disney+ en YouTube. Meestal vind je ook meerdere Nederlandse diensten in het app-aanbod, al kan dat per smartplatform verschillen. Ben je bijvoorbeeld lid van NLZiet of Videoland, dan is het verstandig om de beschikbaarheid te controleren. Voor een snelle werking van alle apps is het prettig wanneer de smart-tv snel kan rekenen. Kies dus bij voorkeur een model met een krachtige processor. Met name goedkopere televisies reageren mogelijk traag.

Bepaalde LG-televisies stellen in het webOS-smartplatform ook game-apps beschikbaar. (Foto: LG)

Zes goede smart-tv’s

Wil je een nieuwe smart-tv kopen? We geven je hierbij zes voorzetjes, waarbij we de belangrijkste eigenschappen aanstippen. Goed om te weten is dat bijna iedere besproken televisie in verschillende schermdiagonalen verkrijgbaar is.

LG 32LQ63006LA

Voor gebruik in de slaapkamer overweeg je wellicht een kleine smart-tv. Dit scherp geprijsde model van LG voldoet in dat geval prima. De resolutie van 1920 × 1080 pixels is voor een 32 inch-televisie ruimschoots voldoende. Je ziet op een normale kijkafstand geen individuele pixels. Wegens de lage aanschafprijs doe je met deze smart-tv wel wat concessies. Denk bijvoorbeeld aan de lage vernieuwingsfrequentie van 50 hertz en het ontbreken van local dimming. Vergeleken met een duurder model toont het lcd-paneel iets minder realistische kleuren. Zodra je de 32LQ63006LA met wifi of een bekabeld netwerk verbindt, gebruik je alle bekende video-apps. Open in het webOS-smartplatform bijvoorbeeld Netflix, Videoland of NPO Start. Voor het aansluiten van randapparaten telt de achterzijde maar twee HDMI-poorten.

De bescheiden LG 32LQ63006LA is een perfecte smart-tv voor in de slaapkamer.

Pluspunten

  • Goedkoop

  • Volwaardige smartfuncties

  • HDR10-ondersteuning

Minpunten

  • Dikke schermranden

  • Lage vernieuwingsfrequentie

  • Twee HDMI-poorten

Sony Bravia KD-55X75WL

Deze 55inch-televisie van Sony heeft een gunstige prijs-kwaliteitverhouding. Als smartplatform doet de Bravia KD-55X75WL een beroep op Google tv. Installeer vanuit de Play Store al je favoriete video-apps. Met een enkele zoekopdracht ontdek je eenvoudig bij welke streamingdienst een bepaalde film of serie is te zien. Bovendien bedien je deze smart-tv met je stem, waarbij je zelfs andere geschikte slimme apparaten kunt aansturen. Vanaf een mobiel toestel sluis je moeiteloos eigen foto’s en video’s naar het grote scherm door. De televisie ondersteunt hiervoor zowel Chromecast als AirPlay. Deze smart-tv gebruikt een lcd-paneel.

Voor een betaalbare Google tv ben je bij dit Sony-product aan het juiste adres.

Pluspunten

  • Betaalbaar

  • Google-tv

  • Stembediening

Minpunt

  • Geen oled of qled

Philips 55OLED759/12

Deze telg van Philips is één van de goedkoopste oledtelevisies van 55 inch. Een leuk extraatje is de Ambilight-verlichting. Ledlampen aan de achterzijde van het scherm schijnen overeenkomstige tv-kleuren op de achterliggende muur, zodat er rondom het scherm een sfeervolle lichtbol ontstaat. Wek daarmee de illusie van een groter beeld! Gamers kunnen de respectabele vernieuwingsfrequentie van 120 hertz ongetwijfeld waarderen. Hierdoor razen vliegensvlugge animatiebeelden zonder haperingen voorbij. Voor het optimaliseren van de beeldkwaliteit bij recente videostreams komt de brede HDR-ondersteuning goed van pas. Zo kan de 55OLED759/12 uit de voeten met HDR10 en Dolby Vision.

Philips bewijst met zijn betaalbare 55OLED759/12 dat de prijs van oled-tv’s de afgelopen jaren sterk is gedaald.

Pluspunten

  • Goedkope oledtelevisie

  • Ambilight

  • Hoge vernieuwingsfrequentie

Minpunt

  • Grote afstandsbediening

Samsung The Frame 65LS03D (QE65LS03DAUXXN)

Sommige mensen vinden zo’n groot zwart vlak in de woonkamer maar niets. Samsung heeft daar met zijn The Frame-serie iets op bedacht. Staat de televisie ‘uit’, dan toont het scherm een mooi schilderij of ander kunstwerk. Dat lijkt net echt, want het Koreaanse merk levert een verwisselbare lijst mee. Daarnaast sluit je alle randapparaten op de zogenoemde One Connect Box aan. Vanaf dit aparte kastje loopt er een onopvallende kabel naar de achterkant van het scherm. Kortom, je ziet onder de televisie geen bungelende snoertjes. Het hier besproken model heeft een helder qled-paneel van 65 inch. Je kunt de The Frame 65LS03D zowel neerzetten als ophangen. In de productdoos bevinden zich namelijk twee voetjes en een muurbeugel.

Een Samsung The Frame-televisie lijkt sprekend op een schilderij.

Pluspunten

  • Oogt als schilderij

  • Helder beeld

  • One Connect Box

Minpunten

  • Prijzig

  • Beperkt gratis aanbod Art Store

Hisense 100E7NQ PRO

Kan het jou niet groot genoeg? Mooi, want dit exemplaar van Hisense heeft een reusachtig schermdiagonaal van 100 inch. Dat is ruim 2,5 meter! Met de 100E7NQ PRO creëer je dus je eigen thuisbioscoop. Het qled-paneel van 3840 × 2160 pixels staat garant voor heldere kleuren en een hoge detaillering. Verder is de ondersteuning voor local dimming met ruim tweehonderd zones een pluspunt. Dat resulteert in diepzwarte contrasten. Wie weleens een game speelt, heeft veel profijt van de maximale vernieuwingsfrequentie van 144 hertz. Geniet daarmee van een nogal vloeiende spelervaring. Wegens het grote beeld verlangt deze smart-tv wel een ruime woonkamer.

Woon je groot, dan is dit 100inch-model van Hisense een interessante optie.

Pluspunten

  • Betaalbare 100inch-tv

  • Goede local dimming

  • Zeer hoge vernieuwingsfrequentie

  • Minpunten

  • Vereist ruime woonkamer

Verkrijgbaar via Amazon

LG OLED65G45LW

Neem je alleen genoegen met de (aller)beste beeldkwaliteit, dan is deze oledtelevisie van LG een logische keuze. De snelle Alpha 11 AI-beeldprocessor tovert de fraaiste beelden op het 65inch-scherm. Oledpanelen staan natuurlijk bekend om hun uitstekende zwartwaarden, maar de OLED65G45LW ondersteunt ook nog eens een hoge piekhelderheid. Hierdoor ogen zowel donkere als lichte scènes zeer realistisch. Je hoeft trouwens niet zelf in de beeldopties te rommelen, want deze televisie kiest aan de hand van het omgevingslicht automatisch de optimale instellingen. Dankzij de matte coating kijk je ook overdag comfortabel televisie. Het webOS-smartplatform blijft de komende jaren up-to-date, want LG belooft voor de komende vijf jaar vier upgrades. De fabrikant levert een wandbeugel mee. Daarmee bevestig je de opvallend slanke behuizing strak tegen de muur.

De matte coating van de LG OLED65G45LW voorkomt hinderlijke reflecties.

Pluspunten

  • Krachtige videoprocessor

  • Levensecht beeld

  • Goede updateondersteuning

Minpunt

  • Duur

Watch on YouTube