ID.nl logo
RTX 5080 en 5090 getest: krachtpatsers met een flinke prijs
Huis

RTX 5080 en 5090 getest: krachtpatsers met een flinke prijs

Met de GeForce RTX 5090 en RTX 5080 lanceert Nvidia twee nieuwe high-end videokaarten. Ze leveren indrukwekkende prestaties en bieden handige nieuwe functies. Tegelijkertijd komen ze met een hoger energieverbruik, een hoger prijskaartje en vooralsnog beperkte beschikbaarheid. Maar hoeveel beter is deze nieuwe generatie, en wanneer is het de moeite waard om te upgraden?

In dit artikel laten we zien wat de nieuwe RTX 5080 en RTX 5090-videokaarten écht te bieden hebben.

Te duur? Kies dan voor een oudere versie: Test: 6 RTX 4070 Super-videokaarten: dé midrange-kaart van 2024

Nvidia staat door de AI-hype sterk in de belangstelling en is zelfs even het meest waardevolle bedrijf ter wereld geweest. Volgens Nvidia presteert de GeForce RTX 5070 met zijn adviesprijs van 654 euro ongeveer op hetzelfde niveau als de RTX 4090, die voor 1779 euro wordt aangeboden. Dat belooft veel goeds voor de RTX 5080 en RTX 5090, met adviesprijzen van respectievelijk 1190 en 2369 euro. Nvidia lijkt met de introductie van zijn nieuwe generatie videokaarten in ieder geval niet teleur te stellen. Hoewel? Inmiddels hebben we zowel de RTX 5080 als de RTX 5090 uitvoerig getest, en al snel blijkt dat de werkelijkheid iets complexer is dan Nvidia zelf presenteert.

Trucage met AI

Net als voorgaande jaren blijft Nvidia vernieuwen, vooral op het gebied van Deep Learning Super Sampling (DLSS). DLSS Upscaling heeft een flinke kwaliteitsverbetering gekregen: in veel gevallen kun je nauwelijks verschil zien met native rendering, terwijl je doorgaans twee tot drie keer betere prestaties behaalt. Maar deze keer ligt de focus op Multi Frame Generation. Waar de videokaarten uit de RTX 40-serie met Frame Generation één AI-frame tussen elk echt gerenderd frame toevoegden, genereren de RTX 50xx-kaarten er twee of drie extra tussen elk traditioneel frame. Game je op 4K met DLSS 4, dan betekent dat dat nog één van elke zestien pixels traditioneel wordt berekend, de rest wordt met AI ingevuld. Full HD wordt dankzij AI omgezet naar 4K en elk 4K-frame wordt vervolgens opgesplitst in vier frames.

Maar dan gaat Nvidia toveren: het telt het totaal aantal weergegeven frames op en stelt vervolgens dat de nieuwe generatie twee keer sneller is dan de vorige. Wij zijn het echter niet eens met die manier van rekenen. In de traditionele zin van ‘meer prestaties’ krijg je simpelweg meer frames in dezelfde tijd (en daarmee lagere latency), zonder dat er extra vertraging optreedt. Met Nvidia’s nieuwe aanpak lever je soms wat in op de beeldkwaliteit, omdat Frame Generation af en toe grafische onregelmatigheden toont. Bovendien kost het een klein beetje extra tijd om die berekeningen uit te voeren. Kortom, dit is appels met peren vergelijken.

Multi Frame Generation wordt gecombineerd met DLSS waardoor het zo kan zijn dat uiteindelijk 15 van 16 getoonde pixels door AI gegenereerd worden.

Toch waardevol

Toch heeft Nvidia niet volledig ongelijk, want in sommige situaties is Multi Frame Generation wel degelijk handig. Neem bijvoorbeeld Microsoft Flight Simulator, een game die vaak tegen cpu-limieten aanloopt. Met Frame Generation werk je hier op uitstekende manier omheen, omdat je in Flight Simulator niet op elke milliseconde hoeft te reageren. Dit maakt de extra latency ten opzichte van pure upscaling minder relevant. Frame Generation is niet altijd de beste keuze: als je puur op zoek bent naar een prestatieverbetering zonder nadelen, is de traditionele aanpak (meer ruwe prestaties) vaak verstandiger.

Helaas ligt er zo veel nadruk op MFG dat andere sterke punten van Nvidia onderbelicht blijven. Zo is de beeldkwaliteit van Nvidia DLSS Upscaling veel beter dan die van AMD FidelityFX Super Resolution (FSR), wat zeker bij games in 1440p en 4K een wereld van verschil maakt. Daarnaast zijn Nvidia’s encoders en decoders de logische keuze voor veel creatieve toepassingen, is Nvidia Broadcast handig voor videoconferenties en gesprekken, en is Nvidia Reflex bijna onmisbaar voor competitieve gamers. Allemaal mogelijkheden waar AMD geen echt antwoord op heeft.

Wel sneller

Laten we Frame Generation even voor wat het is, dan zien we dat de GeForce RTX 5090 zo’n 28 procent sneller is dan zijn voorganger in de 45 games die we getest hebben op 4K. De ‘oude’ RTX 4090 had al geen concurrentie en de RTX 5090 met deze boost al helemaal niet. Bovendien is de RTX 5090 met 32 GB geheugen ook een ideale kaart voor workstations. Dat daar een fors stroomverbruik (tot zo’n 575 watt) tegenover staat, doet wel een beetje pijn. Dat geeft aan dat de prestatie-per-watt van deze generatie, zonder Nvidia’s paradepaardje MFG, nauwelijks is verbeterd. Niet vreemd, want Nvidia maakt wederom gebruik van TSMC’s 4nm-proces, waardoor een significante efficiëntieslag lastig te realiseren is.

De GeForce RTX 5080 is zo’n 15 procent sneller dan de RTX 4080 Super, ondanks een iets hogere TDP (320 versus 360 watt), zonder dat het daadwerkelijke stroomverbruik wezenlijk verandert. Aangezien de adviesprijs ongewijzigd is, levert de RTX 5080 een bescheiden maar leuke vooruitgang. Voor sommigen zal het teleurstellend zijn dat de nieuwe RTX 5080 niet sneller is dan het topmodel van de vorige generatie: 15 procent sneller betekent immers dat de RTX 5080 nog altijd zo’n 15 procent trager is dan de RTX 4090.

De RTX 5080 is zo’n 15 procent sneller dan zijn voorganger in onze tests.

Zonder concurrentie aan top

Op papier is de RTX 5090 28 procent sneller dan zijn voorganger, maar kost hij ook 25 procent meer en verbruikt hij bovendien 25 procent meer stroom. De RTX 5080 levert daarentegen 15 procent meer prestaties voor hetzelfde geld als zijn voorganger. Beide kaarten zijn slecht leverbaar of worden voor absurde prijzen verkocht.

Ondanks de dramatisch slechte beschikbaarheid hebben we vijf RTX 5080-kaarten en zeven RTX 5090-kaarten getest. Omdat Nederlandse adviesprijzen ontbreken en straatprijzen leidend zijn, leggen we de nadruk op de verschillen in prestaties en mogelijkheden, vergeleken met historische prijsverschillen. We verwachten dat de prijzen uiteindelijk wel zullen dalen, maar dat kan nog een tijd duren.

RTX 5080-modellen

Nvidia GeForce RTX 5080 Founders Edition

De Nvidia Founders Edition is een prachtige, compacte en elegante kaart die, net als voorgaande varianten, grotendeels uit metaal vervaardigd is. De in het zwart uitgevoerde kaart is opvallend compact en slechts twee sloten dik; de meeste RTX 5080-kaarten zijn een stuk dikker. De Founders Edition is hiermee een van de betere opties voor ITX-behuizingen. Let er wel op dat beide ventilators lucht direct door de kaart blazen; een beetje ruimte direct achter je videokaart is dus wel handig.

Extra mogelijkheden ontbreken, denk een RGB-verlichting of een dubbele BIOS. De Founders Edition heeft als enige taak om de basis te vormen voor reviews en andere benchmarks. Dat doet hij keurig: de kaart is niet te luid en alle temperaturen blijven ruim binnen de marges. Daar hebben we niets op aan te merken. Grotere kaarten zijn soms nog wat stiller of koeler, maar dit model laat weinig te wensen over.

De Nvidia Founders Edition-kaarten zijn helaas zeer lastige kaarten om daadwerkelijk te kopen, maar het is een uitstekende optie als je hem weet te vinden.

Pluspunten

  • Compacte vormgeving

  • Nette temperaturen

  • Niet te luid

Minpunten

  • Geen extra’s

  • Moeilijk verkrijgbaar

Palit GeForce RTX 5080 GamingPro OC

Ten opzichte van de Founders Edition heeft de GamingPro OC van Palit een iets grotere en traditionelere koeler met drie fans. De bouwkwaliteit is keurig, met een metalen frame en plastic ‘fan shroud’ (een ventilatorbehuizing die helpt de luchtstroom te richten voor een efficiëntere koeling). Verder heeft deze kaart zowel wat RGB-verlichting als een dubbele BIOS waarmee je kunt kiezen tussen een iets luidere en koelere modus of een iets stillere en marginaal minder koele modus.

Ongeacht de BIOS-keuze is de Palit GamingPro OC zowel iets koeler als iets stiller dan de Nvidia Founders Edition. Wat gameprestaties betreft ontlopen de kaarten elkaar niet veel, gemiddeld is de Palit zo’n 2 procent sneller dan de Founders Edition. Een meetbaar, maar niet praktisch merkbaar verschil.

De Palit GamingPro OC is interessant als je ruimte hebt voor een iets dikkere videokaart en je de kaart weet te vinden voor een schappelijke prijs. In theorie zou dit model nauwelijks meer moeten kosten dan de Founders Edition.

Pluspunten

  • Stille koeling

  • Dual-BIOS

  • RGB-verlichting

Minpunten

  • Iets groter formaat

Gigabyte GeForce RTX 5080 Gaming OC

De Gaming OC van Gigabyte kost normaliter iets meer dan de basisadviesprijs van Nvidia’s referentiekaart, maar daar krijg je wel het nodige voor terug: een grotere koeler, een dubbele BIOS, een opvallend RGB-effect achter de ventilators en een jaar extra garantie. Daarmee heb je in totaal vier jaar garantie en dat is een prettige extra zekerheid voor zo’n stevige investering.

De gameprestaties liggen zo’n twee procent boven die van de Palit, wat wederom slechts een klein verschil is. Maar de flink grotere en dikkere koeler presteert wel merkbaar beter. In de standaard-BIOS is de kaart koeler en iets stiller dan de (in theorie goedkopere) Founders Edition en Palit GamingPro. In de tweede stillere BIOS presteert hij nog altijd uitstekend, terwijl hij nagenoeg onhoorbaar is. Als je een zeer stille kaart wilt omdat je er hele dagen naast zit en je de extra garantie kunt waarderen, dan is de Gigabyte Gaming OC een prima optie.

Pluspunten

  • Grote, efficiënte koeler

  • Dual-BIOS

  • Vier jaar garantie

Minpunten

  • Groot formaat

MSI GeForce RTX 5080 Suprim SOC

De Suprim SOC-variant van MSI is een van de grootste en indrukwekkendste videokaarten ooit. De grote videokaart is niet overdreven vormgegeven, maar juist aantrekkelijk en stevig gebouwd met een gewicht van ruim 2,6 kilo. Er zitten wat RGB-ledjes op die standaard een bescheiden wit licht afgeven. Qua mogelijkheden is dit model ook compleet: er is een dubbele BIOS aanwezig en je krijgt een gpu-houder (wat geen overbodige luxe is met dit gewicht).

Op prestatievlak is de MSI Suprim de meest overtuigende kaart in de test. In de stille BIOS is hij praktisch onhoorbaar, en in beide BIOS-varianten laat hij de beste balans tussen geluidsproductie en temperaturen zien. Ook is het stroomverbruik van deze MSI-kaart gemiddeld het laagst, terwijl hij qua prestaties alsnog uitstekende scores neerzet en circa 3 procent sneller is dan de Founders Edition.

De vraag is wat de meerprijs op termijn gaat zijn. Op papier heeft MSI met de Suprim SOC de beste RTX 5080-koeler in huis, maar als de meerprijs te groot wordt, is het verschil met onder andere de Palit GamingPro of de ROG Astral niet significant genoeg. Als MSI de meerprijs binnen de perken houdt, is dit het model om in de gaten te houden, vooropgesteld dat je ruimte hebt voor deze megakaart.

Pluspunten

  • Dual-BIOS

  • Heel stil

  • Relatief laag stroomverbruik

Minpunten

  • Erg groot en zwaar

ASUS ROG Astral GeForce RTX 5080

Hét topmodel van ASUS is normaliter iets om naar uit te kijken en de ROG Astral-variant van de RTX 5080 stelt op fysiek vlak zeker niet teleur. Het is een gigantische kaart met een gewicht van ruim 2,8 kilo, drie fans aan de voorzijde plus een vierde fan aan de achterzijde. Met RGB-verlichting, een dubbele BIOS en een gpu-houder worden alle vinkjes keurig gezet.

Met de stille BIOS actief meten we bij de ROG Astral nét aan de laagste geluidsdruk, met nog altijd prima temperaturen. Toch is het een beetje jammer voor ASUS dat de MSI Suprim met een bijna gelijke geluidsdruk nog iets betere temperaturen laat zien. Dat zal deels komen doordat ASUS het stroomverbruik iets opvoert voor net wat betere resultaten, maar we vragen ons hardop af of 6 procent meer prestaties ten opzichte van de Founders Edition of 3 procentpunt boven de MSI-versie, een significante toename in verbruik goedpraat.

We zien in de praktijk dat kopers een merk graag trouw blijven, bijvoorbeeld vanwege de software-integratie, maar kijken we puur naar testresultaten dan moet ASUS eigenlijk zorgen dat de Astral niet duurder is dan de MSI Suprim SOC. Uit het verleden blijkt echter dat ASUS vaak wat meer vraagt voor zijn ROG-producten.

Pluspunten

  • Indrukwekkende bouwkwaliteit

  • Stille werking

  • Net iets sneller

Minpunten

  • Hoger stroomverbruik

  • Groot en zwaar

RTX 5090-modellen

Inno3D GeForce RTX 5090 X3

De Inno3D X3 is een model dat op papier voor dezelfde basisadviesprijs zou moeten worden verkocht als de Nvidia Founders Edition (die hierna volgt). Op een aantal fronten zie je dat terug, zo heeft dit model geen dubbele BIOS, geen RGB-verlichting, en geen doos vol extra’s en accessoires.

Kijken we naar het product zelf en de prestaties, dan is het verschil met duurdere uitvoeringen een stuk minder merkbaar. Het is geen enorm grote kaart, maar hij zit keurig stevig in elkaar en veel belangrijker: hij presteert goed. De geluidsproductie zit grofweg op het niveau van de Founders Edition, maar hij is wel significant koeler. Wat prestaties betreft zit hij op circa 1 procent verschil met Nvidia’s eigen kaart, daar merk je niets van.

Inno3D heeft een betere reputatie wat beschikbaarheid betreft en een goede historie om de prijs relatief laag te houden. Als je gewoon een RTX 5090 wilt die goed presteert en je wilt geen premium betalen, dan kun je niet om dit model heen.

Pluspunten

  • Prima prestaties

  • Degelijke bouw

  • Goede koeling

Minpunten

  • Geen dual-BIOS

  • Geen RGB

  • Geen extra’s

Nvidia GeForce RTX 5090 Founders Edition

De Founders Edition van de GeForce RTX 5090 heeft hetzelfde ontwerp (dat maar twee sloten in beslag neemt) als bij de eerder besproken RTX 5080. Dat maakt hem ongekend dun voor een videokaart met een maximumverbruik van 575 watt. Toch blijkt Nvidia’s ontwerp eenvoudig in staat om al deze warmte met een bescheiden geluidsproductie af te voeren. Het is enkel spijtig dat dit RTX 5090-model wat coil whine produceert (het hoogfrequent zoemen van de spoelen); dat irritante geluid verpest die indrukwekkende prestaties een beetje.

Dat Nvidia op papier zijn eigen kaart voor de basisadviesprijs verkoopt, zet druk op alle modellen die een meerprijs vragen, maar ook hier is de kans dat je er daadwerkelijk één kunt kopen heel klein, ook op lange termijn.

Pluspunten

  • Compacte vormgeving

  • Relatief stil

  • Theoretisch scherp geprijsd

Minpunten

  • Geen extra’s

  • Beperkte beschikbaarheid

  • Coil whine

Palit GeForce RTX 5090 GameRock

De GameRock van Palit gooit het over een compleet andere boeg, deze kaart zet namelijk vol in op RGB-verlichting en ‘bling’. Met een glimmende, reflecterende voorzijde en uitgebreide RGB-verlichting is het een van de meest visueel opvallende RTX 5090-kaarten. Zeker in een behuizing waar je naar de voorzijde kijkt, kan dat een leuke overweging zijn.

Fysiek zit de GameRock OC keurig in elkaar en is hij iets stiller en koeler dan de Founders Edition, en iets stiller maar marginaal warmer dan de Inno3D X3. Qua gameprestaties zit deze kaart een procentje boven de Nvidia Founders Edition. Aangezien de GameRock meer zal kosten, zal die dat dus vooral moeten goedmaken met de uitstraling die je daarvoor terugkrijgt.

Pluspunten

  • Opvallend ontwerp met RGB

  • Stiller dan Founders Edition

  • Solide constructie

Minpunten

  • Smaakgevoelig

Gigabyte Aorus GeForce RTX 5090 Master Ice

De Aorus Master-uitvoering van Gigabyte zet ook vol in op het uiterlijk. Met RGB-verlichting achter de fans en een klein schermpje op de zijkant valt de kaart goed op, helemaal in de geteste witte Ice-uitvoering. Vooral dat laatste maakt hem uniek, want de meeste andere fabrikanten brengen geen witte RTX 5090 uit. Wil je zo’n witte kaart, dan kun je nauwelijks om de Gigabyte heen. Ook hier zit een jaar extra garantie bij de prijs inbegrepen.

De Master Ice is verder gewoon een uitstekende kaart, die zowel significant koeler en stiller kan zijn dan de Founders Edition, de X3 en de GameRock. Zolang de meerprijs niet té extreem wordt, is dit een uitstekende kaart om in de gaten te houden.

Pluspunten

  • Uitgevoerd in het wit

  • Vier jaar garantie

  • Koel en stil

Minpunten

  • Prijzig

MSI GeForce RTX 5090 Suprim SOC

Net als bij de RTX 5080 is de RTX 5090-uitvoering van de MSI Suprim SOC gewoon uitstekend. Hij heeft de beste balans tussen stilte en koeling. Ook biedt deze kaart objectief de stilste modi, terwijl de prestaties daarbij nog altijd uitstekend zijn. Bij het hogere verbruik van de RTX 5090 vergeleken met de RTX 5080 onderscheidt deze kaart zich enkel nog verder.

Ook bij deze MSI RTX 5090 meten we gemiddeld het laagste energieverbruik, terwijl er sprake is van een aardige prestatiewinst van zo’n 4 à 5 procent ten opzichte van de Founders Edition. De prestaties liggen ongeveer op het niveau van de Aorus Master en de ROG Astral. Ook hier geldt dus: als je dit model weet te vinden voor een meerprijs die jij acceptabel vindt, is dit een van de beste, zo niet dé beste RTX 5090. Een uitstekende keuze als je bewust zo’n enorm grote en dikke videokaart zoekt en het uiterlijk je aanspreekt.

Pluspunten

  • Extreem stille koeling

  • Efficiënt stroomverbruik

  • Net iets sneller

Minpunten

  • Zwaar en groot

  • Prijzig

ASUS ROG Astral GeForce RTX 5090 OC

Ook de ASUS ROG Astral lijkt beter uit de verf te komen met een veel hetere RTX 5090-chip erin. ASUS’ gigantische constructie heeft totaal geen probleem met het hogere verbruik en houdt zo’n chip koel én stil. De strijd is hier een stuk spannender tussen de Astral, de Suprim en de Aorus Master: in de praktijk is niet veel verschil tussen de topmodellen van elk merk. Je keuze wordt waarschijnlijk eerder bepaald doordat je een merkvoorkeur hebt of je videokaart graag afstemt op je moederbord en één softwarepakket wil aanhouden,. Stuk voor stuk zijn ze indrukwekkend, het is vooral het uiterlijk waarin ze echt enorm verschillen. En op dat vlak is deze ROG Astral wel een beest van een kaart.

Onze ervaring is dat ROG-kaarten tot de duurdere op de markt behoren en we willen herhalen dat enorme meerprijzen uitgeven voor welke videokaartchip dan ook technisch gezien echt niet nodig is. Maar we hebben een sterk vermoeden dat ASUS deze kaart niet maakt voor mensen die er zo pragmatisch naar kijken, maar vooral voor zijn eigen doelgroep die dit puur koopt omdat het kan.

Pluspunten

  • Fraai uiterlijk

  • Koel en stil

  • Imposante bouwkwaliteit

Minpunten

  • Duur

  • Erg zwaar en groot

MSI GeForce RTX 5090 Suprim Liquid SOC

De Suprim Liquid SOC-variant van MSI is een iets ander beestje dan de overige kaarten: wat compacter met een externe 360mm-radiator en voorzien van waterkoeling. Dat heeft wat voordelen: zo zien we in de testresultaten dat deze kaart zowel de allerstilste als de allerkoelste kan zijn. Een grote radiator voert warmte nu eenmaal beter af. Dat heeft ook voordelen in een behuizing, waarbij je de warmte die gepaard gaat met 500 watt (of meer) energieverbruik direct de kast uitpompt in plaats van die warmte rond te circuleren. Zo zien we dat de cpu-temperatuur in een vergelijkbare opstelling met de Suprim Liquid eenvoudig tien graden (of meer!) lager zijn dan met een luchtgekoelde kaart. Watergekoelde gpu’s zijn niet altijd zinvol, maar met een verbruik van 500 watt of meer toont dit ontwerp absoluut zijn meerwaarde.

De keerzijde is de prijs: dit model wordt nooit goedkoop. Daarnaast is de pomp een mechanisch onderdeel dat kapot kan gaan en lastiger te vervangen is dan een simpele ventilator. Er valt zeker wat te zeggen voor de prestaties van deze kaart en de uitstraling, maar wees je bewust van het risico en de prijs.

Pluspunten

  • Extreem stil én koel

  • Voert warmte direct af

  • Pc zelf koeler

Minpunten

  • Zeer hoge prijs

  • Complexer product

  • Inbouwen lastiger

Conclusie

Zodra de markt stabiliseert, zal de GeForce RTX 5080 de positie van de RTX 4080 (Super) overnemen als dé kaart rond de 1200 euro. Zodra dat het geval is, is ons nuchtere advies om een model rond de basisadviesprijs van Nvidia te zoeken, bijvoorbeeld de Founders Edition of de Palit GamingPro (OC). Ook dergelijke instapmodellen zijn gewoon prima koel en meestal stil genoeg.

Natuurlijk kun je ervoor kiezen om wat extra geld te betalen voor een kaart die echt onhoorbaar is, zeker als je ook werkt op diezelfde pc. Iets wat de Gigabyte Gaming OC, MSI Suprim SOC en ROG Astral allemaal kunnen zijn. Ook kunnen we ons voorstellen dat je wat meer wilt betalen voor een specifiek uiterlijk. Die twee zaken zul je zelf moeten afwegen tegen de meerprijs.

Voor de RTX 5090 geldt eigenlijk hetzelfde. Basismodellen zoals de Founders Edition en de Inno3D X3 zijn dusdanig goed dat alle duurdere modellen onder druk staan. Aan de andere kant zijn alle RTX 5090-kaarten prijzig, dus een kleine meerprijs voor iets luxers valt voor de doelgroep vast te overzien. Aangezien geen enkel premiummodel echt noodzakelijk is, adviseren we hier hetzelfde: denk goed na óf je een luxere uitvoering wilt. Zo ja, pak dan het ontwerp of het merk dat jou aanspreekt en bij de rest van je systeem past. Want als je de kaarten zelf niet naast elkaar kunt testen, is het verschil in de praktijk vaak niet of nauwelijks merkbaar.

▼ Volgende artikel
Last van hoge energiekosten in de winter? Zo laat je je was en vaat zuiniger draaien
© ID.nl
Huis

Last van hoge energiekosten in de winter? Zo laat je je was en vaat zuiniger draaien

In de winter loopt de energierekening al snel op. De droger gaat vaker aan omdat de was buiten niet droogt, en omdat we vaker thuis koken en eten gaat ook de vaatwasser vaker aan. Ook de wasmachine draait op volle toeren, want nat weer en dikke kleding leveren extra was op. Hét moment dus om even stil te staan bij het energieverbruik van deze drie apparaten. Met wat kleine aanpassingen zorg je voor een zichtbaar (gunstig!) verschil op je stroomrekening.

In het kort

In dit artikel lees je hoe je met eenvoudige ingrepen energie bespaart bij het wassen, drogen en afwassen. We kijken naar slimme instellingen, zuinige programma's en klein onderhoud waarmee je het energieverbruik omlaag brengt.

Lees ook: 5 stille wasmachines met zuinig label

Slim plannen loont

Wie een slimme meter of dynamisch energietarief heeft, kan precies zien wanneer stroom het goedkoopst is. Door het programma van je wasmachine, droger of vaatwasser daarop af te stemmen, draai je letterlijk op de voordeligste momenten. Veel moderne apparaten hebben een startuitstelknop, waarmee je eenvoudig plant dat een was 's nachts of vroeg in de ochtend klaar is.

Heb je geen dynamisch contract, dan is het slim om eerst te kijken of jouw leverancier een piek- en daltarief hanteert. Bij een dubbeltariefmeter geldt het lagere tarief meestal alleen tussen ongeveer 23.00 en 07.00 uur, niet standaard in het weekend. Even checken bij je energieleverancier voorkomt verrassingen.

Gebruik van nachtstroom

Heb je een dubbeltariefmeter, dan betaal je tijdens de daluren vaak minder. Handig om te weten, maar houd rekening met geluid als je apparaten laat draaien terwijl je slaapt. Sluit de deur van het washok of gebruik het stille programma als dat aanwezig is.

Wassen op lagere temperatuur

De grootste energiebesparing zit in de temperatuur van het waswater. Een was van 30 graden is meestal voldoende schoon, zeker met de huidige wasmiddelen die ook bij lage temperatuur goed werken. Alleen bij sterk vervuilde was of handdoeken kan een hogere stand nodig zijn. Een wasbeurt op 60 graden of af en toe een machinereiniger houdt de trommel fris en voorkomt vetluis - een kookwas op 90 graden is bij moderne machines niet meer nodig.

Een andere eenvoudige stap is de wasmachine pas te laten draaien als hij goed vol is. Een halve was verbruikt bijna evenveel energie als een volle: zonde. Ook de juiste dosering helpt: te veel wasmiddel kan op den duur zeepresten achterlaten, waardoor de machine harder moet werken.

Droger of droogrek?

De droger is een onmisbare hulp in de winter, maar verbruikt veel stroom. Centrifugeer je was daarom eerst op de hoogste stand, zodat er minder vocht overblijft. Hoe droger het de trommel ingaat, hoe korter het droogprogramma duurt. Warmtepompdrogers verbruiken het minst stroom, al bespaar je nog meer door de was af en toe op te hangen. In een goed geventileerde kamer, bijvoorbeeld bij de verwarming, droogt het prima zonder dat je ernaar hoeft om te kijken.

Zuiniger én veiliger

Reinig na elke droogbeurt het pluizenfilter en controleer het rooster aan de achterkant. Ophoping van stof belemmert de luchtstroom, waardoor het apparaat langer draait en warmer wordt. Dat verhoogt niet alleen het energieverbruik, maar ook het risico op oververhitting.

Liever niet de wasdroger gebruiken?

Ga voor een droogrek!

De vaatwasser slim inzetten

Een vaatwasser verbruikt vooral energie om water te verwarmen. Kies daarom het eco-programma: dat duurt wat langer, maar gebruikt minder stroom en water doordat het water op lagere temperatuur wordt verwarmd. Grote etensresten kun je beter even wegschrapen, maar spoel servies niet voor onder de kraan - dat is onnodig en verspilt warm water. Licht aangekoekte pannen en schalen vormen voor moderne vaatwassers echt geen probleem.

Wie zonnepanelen heeft, kan de vaatwasser het beste overdag laten draaien, zodat de stroom direct uit eigen opwekking komt. Ook hier geldt dat een startuitstelknop handig is: je plant eenvoudig in dat het programma start zodra de zon op het dak staat.

Onderhoud maakt echt verschil

Goed onderhoud klinkt saai, maar heeft een direct effect op het energieverbruik. Een verstopt filter, kalk in de sproeiarmen of pluis in de droger laten apparaten harder werken dan nodig. Zet ze af en toe op een onderhoudsprogramma of gebruik een speciale reiniger. Dat voorkomt niet alleen geurtjes, maar zorgt ook dat de machine weer zo goed (lees: zo zuinig) mogelijk zijn werk kan doen.

Kleine aanpassingen, harde euro's

Energie besparen is vooral een optelsom van gewoontes. Door slimmer te plannen, de juiste temperatuur te kiezen en je apparaten schoon te houden, daalt het verbruik ongemerkt. En misschien nog belangrijker: je verlengt de levensduur van apparaten die het dagelijks zwaar te verduren hebben. Daarmee bespaar je ook op de langere termijn.

▼ Volgende artikel
Google Presentaties: presenteren kun je leren
© ID.nl
Huis

Google Presentaties: presenteren kun je leren

PowerPoint is voor velen nog steeds het standaardprogramma voor het maken van professionele presentaties. Maar wie geen geld wil uitgeven én makkelijker wil samenwerken, kan ook prima uit de voeten met Google Presentaties. Deze gratis webapp draait in de browser. Licenties, versieconflicten en het rondsturen van bijlagen behoren daarmee tot het verleden. We leggen uit hoe je eenvoudig overstapt.

Om je eerste slide te maken, heb je alleen een Google-account nodig. Log in op Drive (https://drive.google.com) en kies rechtsboven Nieuw, gevolgd door Google Presentaties (https://slides.google.com). Er opent automatisch een leeg bestand in een nieuw tabblad. Dat wordt opgeslagen in de cloud terwijl je typt. Links staat de dia-navigator, centraal het canvas, rechts het eigenschappenvenster.

Klik bovenin op Naamloze presentatie om de bestandsnaam te veranderen; dat is ook de naam van de link die je later deelt. Via Bestand / Pagina-instelling pas je het formaat aan, bijvoorbeeld breedbeeld 16:9 of klassiek 4:3. Vergeet niet via Bestand / Taal Nederlands te kiezen (als dat niet al goed staat), zodat autocorrectie goed werkt. Handig is ook de toetscombinatie Ctrl+M (zowel Windows als Mac) om nieuwe dia’s in te voegen. Net als in PowerPoint kun je thema’s toepassen: druk op Thema in de werkbalk en blader door de sjablonen. Kies maar een geschikte uit.

We zijn klaar om van start te gaan.

Soorten dia’s 

Als je eenmaal meerdere dia’s hebt, klik je met rechts op een miniatuur in de linkerbalk. Daar kies je voor Lay-out toepassen om snel tussen titel-dia, kop-inhoud of twee kolommen te wisselen. Je kunt bijvoorbeeld kiezen voor een nieuwe dia met alleen een kop, ideaal voor overgangsslides, of juist een wat meer uitgebreide slide.

Door een dia naar boven of beneden te slepen verander je de volgorde. Met Shift selecteer je meerdere slides tegelijk. Wil je een dia dupliceren? Gebruik dan de toetscombinatie Ctrl+D, of Cmd+D op de Mac, en pas alleen de details aan.

Het maken van een nieuwe dia en het schuiven met de volgorde werkt net zoals in PowerPoint.

Live samenwerken

De echte kracht van Google Presentaties ligt in het gelijktijdig samenwerken zonder gedoe met versienummers. Klik rechtsboven op Delen, voer e-mailadressen in of genereer een link met Iedereen met de link / Bewerker. Via Bekijken / Live aanwijzers / Mijn cursor tonen zien collega’s je cursor live bewegen; hun cursors krijgen elk een eigen kleur. Met het camerapictogram bovenaan kun je een call opzetten met iedereen die aan de presentatie aan het werk is. Reageren gebeurt via Opmerking toevoegen, waarna deelnemers met @naam anderen kunnen taggen en taken kunnen toewijzen.

Wanneer iemand een dia verwijdert, vind je die later terug onder Bestand / Versiegeschiedenis / Versiegeschiedenis bekijken. Daar herstel je elke vorige versie met een klik op Deze versie herstellen in het menu met de drie puntjes. Geef belangrijke mijlpalen een naam, zodat je later sneller kunt terugkeren. Voor offline overleg exporteer je naar PowerPoint via Bestand / Downloaden / Microsoft PowerPoint (.pptx); alle animaties blijven behouden. De omgekeerde route werkt ook: sleep een pptx-bestand naar Drive, open het, en het wordt automatisch geconverteerd zonder lay-outfouten.

Live samenwerken is een van de belangrijke pluspunten van Google Presentaties.

Verschillen met PowerPoint 

De grootste vraag bij overstappen is natuurlijk: wat mis ik als ik naar Google Presentaties verhuis? Verrassend weinig, maar er zijn verschillen die je workflow beïnvloeden. PowerPoint staat bekend om zijn uitgebreide animatietijdlijn en de mogelijkheid om meerdere bewegingstrajecten op één object te stapelen. Google Presentaties biedt basale vervaag-, verschuif- en inzoomtransities, maar je kunt nog geen complexe padanimaties tekenen. Ook ontbreken geavanceerde dia-overgangen zoals Morph.

Verder ondersteunt PowerPoint het insluiten van lettertypes in een pptx-bestand, waardoor je presentatie overal identiek blijft. Google Presentaties gebruikt daarentegen webfonts; bij offline export kan daardoor het uiterlijk iets verschuiven. Macro’s in VBA vind je niet terug, maar Apps Script (https://script.google.com) vult veel automatisering toch in.

Daar staat tegenover dat collaboratief werken, automatische versiegeschiedenis en publieksparticipatie standaard zijn en in PowerPoint pas met plug-ins beschikbaar komen. Kortom: heb je vooral statische of licht dynamische presentaties, dan stap je zonder problemen over. Voor complexe animaties kun je altijd PowerPoint achter de hand houden.

Interactieve elementen

Een presentatie springt eruit wanneer beeld, video en interactie worden ingezet. Voeg een foto in via Invoegen / Afbeelding / Uploaden vanaf computer of selecteer de ingebouwde optie Zoeken op internet om rechtenvrije afbeeldingen te vinden. Sleep de hoekgrepen om te schalen.

Uiteraard kun je ook gifjes uploaden via Invoegen / Afbeelding / Gif’s en stickers. Video werkt net zo eenvoudig: kies Invoegen / Video en plak een YouTube-url, of selecteer een Drive-bestand. In de rechterzijbalk stel je in of de video automatisch afspeelt, op een bepaald tijdstip start of stil wordt gezet.

Een hele tabel kun je inladen met Invoegen / Diagram / Uit spreadsheets; de resultaten verschijnen op een dia. Links voeg je toe door de tekst te selecteren en de toetscombinatie Ctrl+K of Cmd+K te gebruiken.

Uiteraard is het embedden van een YouTube-video een fluitje van een cent.

Presentatorweergave en Q&A

Tijdens het presenteren wil je meer dan alleen dia’s tonen; je wilt ook interactie en timing beheren. Start de diavoorstelling via Diavoorstelling rechtsboven met Ctrl+F5, of Cmd+Enter op Mac. Kies via het Pijltje voor Presentatorweergave en de presentatie opent in een nieuw venster terwijl een tweede tab verschijnt met een presentatorvenster. Daar zie je notities, een timer en knoppen om vragen te accepteren.

Activeer Tools voor het publiek / Nieuwe sessie starten en deel de gegenereerde korte url boven in het scherm. Deelnemers stellen anoniem of met naam vragen op hun telefoon of laptop; jij ziet ze binnenkomen en markeert relevante items met Selecteren zodat ze in de dia verschijnen. Wil je tijdelijk pauzeren, druk dan op B om het scherm zwart te maken terwijl je spreekt. Zo bewaak je de regie, beantwoord je vragen en behoud je contact met je publiek in realtime.

Google Presentaties heeft een paar handige functies voor interactie ingebouwd.

Sneltoetsen die tijd besparen

Elke muisklik die je bespaart tijdens het bouwen van dia’s levert minuten op. De volgende toetscombinaties werken in vrijwel elke browser en versnellen je werkproces direct.

Met Ctrl+M maakt een nieuwe dia aan, terwijl Ctrl+D (Mac: Cmd+D) het geselecteerde element of de hele dia dupliceert.

Je zoomt in en uit met Ctrl+scrollwiel zodat je details nauwkeurig plaatst.

Druk op Shift+Pijltje om objecten per pixel te verplaatsen, zodat je ze nog nauwkeuriger kunt plaatsen.

Alt+Shift+F opent de werkbalk voor lettertypes, waarna je met de pijltjes door het lijstje bladert.

Tijdens het presenteren wissel je naar de vorige dia met P en ga je verder met N, of Spatie, of PijltjeRechts. Voor een virtuele laserpointer druk je op L; je cursor verandert in een rood spoor dat het publiek volgt. Leer deze combinaties uit het hoofd en je merkt meteen dat het ontwerp vlotter en preciezer verloopt bij elk project.

Offline en back-ups

Hoewel Google Presentaties online leeft, kun je zonder internet toch presenteren. Open eerst Google Drive, klik op het tandwiel, kies Instellingen en vink Offline aan. Google downloadt automatisch je recentste bestanden, inclusief presentaties. Test de verbinding door wifi uit te schakelen en druk op Presenteren; alles werkt lokaal, inclusief video die in Drive was opgeslagen. Zorg wel dat je de presentatie vooraf opent zodat de media worden opgeslagen en uit het geheugen worden opgehaald.

Maak daarnaast een back-up als pdf: ga naar Bestand / Downloaden / Pdf-document (.pdf). Zo kun je altijd nog dia’s tonen vanaf elke laptop. Google synchroniseert je wijzigingen zodra het netwerk terugkeert, waardoor niets verloren gaat en de versiegeschiedenis intact blijft. Zo presenteer je overal, zelfs in afgelegen conferentieruimtes zonder wifi.

Google Drive leeft online, maar Google Presentaties werkt ook als je geen internetverbinding hebt.

Extensies en automatisering

Wil je functies die verder gaan dan de standaardset, dan biedt de add-onmarkt verrassende mogelijkheden. Open Uitbreidingen / Add-ons / Add-ons toevoegen en zoek bijvoorbeeld naar Slides Toolbox, en loop door de stappen heen. Na installatie verschijnt een zijvenster waarin je met één klik dubbele spaties opruimt, lettergrootte gelijkmaakt of alle objecten exact centreert.

Voor datagedreven dia’s installeer je Autocrat. Daarmee maak je in Google Sheets een tabel, koppel je kolommen aan tekstvelden in je presentatie en laat je het script voor elke rij automatisch een maatwerkdeck genereren. Start de workflow via Extensies / Autocrat / Start en volg de wizard.

Er zijn add-ons voor het maken van video’s, tools voor het schrijven van wiskundige formules en - heel veel - AI-tools om slides of hele presentaties te maken.

Voor functies die niet zijn ingebouwd, kun je altijd kijken of er een add-on beschikbaar is.

Soepel en kosteloos

Met Google Presentaties kun je vrijwel alles doen wat je gewend bent in PowerPoint, maar dan zonder gedoe met licenties of losse bestanden. Je werkt direct in de cloud, kunt tegelijk met anderen aan de dia’s werken en alle versies worden automatisch bewaard.

Voor de uitstraling zijn er genoeg thema’s, sjablonen en uitbreidingen om je presentatie strak vorm te geven. En met de ingebouwde publieksweergave en Q&A-functie betrek je je publiek gemakkelijk. Zelfs zonder internet kun je doorgaan dankzij de offline-modus, waarna alles weer netjes wordt gesynchroniseerd.

Alleen wie ingewikkelde animaties nodig heeft, is soms nog beter af bij PowerPoint, maar voor verreweg de meeste presentaties – op school, werk of privé – is Google Presentaties een soepel en kosteloos alternatief.