ID.nl logo
Test: 6 RTX 4070 Super-videokaarten: dé midrange-kaart van 2024
© NVIDIA
Huis

Test: 6 RTX 4070 Super-videokaarten: dé midrange-kaart van 2024

Onlangs heeft Nvidia de videokaarten RTX 4070 Super, 4070 Ti Super en 4080 Super gelanceerd. Dit zijn nieuwe versies van de RTX 4070, 4070 Ti en 4080, met iets betere specificaties en/of prijzen en vooral de belofte om weer wat meer waar voor je geld te bieden. Normaliter zijn midgeneratie-refreshes niet de meest spannende lanceringen, maar in een markt met enorme prijsstijgingen in de afgelopen jaren én een gebrek aan serieuze concurrentie is elke positieve beweging welkom.

In dit artikel vergelijken we zes RTX 4070 Super-videokaarten:

  • Nvidia GeForce RTX 4070 Super Founders Edition
  • Inno3D GeForce RTX 4070 Super Twin X2
  • ASUS Dual GeForce RTX 4070 Super OC
  • Gigabyte GeForce RTX 4070 Super Windforce OC
  • Gigabyte GeForce RTX 4070 Super Aero OC
  • ASUS TUF Gaming GeForce RTX 4070 Super OC

Leuk om te lezen! Zelf je pc bouwen? Met deze behuizingen doe je er een strik omheen

Toegegeven, de verwachtingen bij nieuwe videokaarten zijn sinds de pandemie niet enorm hoog. Er is de laatste jaren wel degelijk vooruitgang geboekt als het gaat om prestaties, efficiëntie en mogelijkheden, maar die gingen gepaard met bijna evenredige prijsverhogingen. De RTX 3000-serie was dankzij de pandemie vooral extreem duur, de RTX 4000-serie leunde vooral op één nieuwe mogelijkheid in de vorm van frame generation, maar bracht in de gangbare prijsklassen tot 1000 euro geen enorme vooruitgang. De enige videokaart waar we echt enorm enthousiast van werden, was de bijna 2000 euro kostende RTX 4090.

Lees hier onze bevindingen: Test: Nvidia GeForce RTX 4090 - De ultieme videokaart

Voor een deel hebben we de stagnatie in prijs en prestatie aan onszelf te wijten. We hebben fabrikanten tijdens de pandemie laten zien dat we de veel duurdere modellen toch wel kopen. Deels zal het ook te maken hebben met een gebrek aan concurrentie en alternatieven. Kijken we naar de Steam Survey van maart 2024, dan neemt Nvidia de eerste 15 plekken in. De eerste discrete AMD-gpu vinden we pas op plek 31, alleen geïntegreerde graphics hebben nog een significant aandeel. Kortom: Nvidia domineert de markt voor videokaarten. De laatste keer dat een monopolie goed voor consumenten bleek, kunnen we ons niet voor de geest halen.

Beter dan verwacht

Hoewel de verwachtingen van de Super-upgrades vooraf niet enorm hoog waren, wist specifiek de RTX 4070 Super ons toch positief te verrassen. De originele RTX 4070 stond al niet slecht in de markt. De directe tegenhangers van AMD boden slechts een iets betere prijs-prestatieverhouding, terwijl Nvidia significant efficiënter is én meer mogelijkheden biedt. De RTX 4070 Super doet er nog een aardig schepje bovenop. Zo krijg je voor dezelfde prijs 20 procent meer cores, wat neerkomt op zo’n 18 procent meer prestaties (in een situatie waar de gpu de beperkende factor is). Dat is een vergelijkbare stap vooruit als de RTX 4070 ten opzichte van de RTX 3070.

Om dat te bereiken, is wel het energieverbruik met ongeveer 10 procent toegenomen, maar het resultaat is een videokaart die zowel sneller als energiezuiniger is dan zijn AMD-tegenhanger, de Radeon RX 7800 XT.

Ook in absolute getallen is de RTX 4070 Super gewoon een aantrekkelijk product. In de 40 games die wij hebben getest, zien we 39 games 100 fps of meer opleveren op 1080p en 36 games 90 fps of meer opleveren op 1440p. Zelfs in de zwaarste games van dit moment mag je dat soort resultaten verwachten, terwijl we in de lichtste games zien dat er optimaal gebruik kan worden gemaakt van monitors met een extra hoge verversingssnelheid. Dit is wat de RTX 4070 Super een capabele en redelijk toekomstbestendige videokaart maakt.

Nvidia vernieuwt zowel de RTX 4070 als 4080 met een Super-variant.

Dezelfde mogelijkheden en voorsprong

De unieke mogelijkheden van Nvidia spelen hierbij ook een rol. Die zijn niet anders dan bij de eerdere RTX 4000-kaarten, maar wegen nog altijd zwaar bij een vergelijking met de concurrentie. Zo zijn de prestaties in raytracing aanzienlijk beter, iets wat tegenwoordig ook daadwerkelijk in tientallen games terug te vinden is. Ook DLSS-upscaling is inmiddels zo ingeburgerd dat het pas opvalt wanneer een game dit nadrukkelijk niet ondersteunt.

Kwalitatief is DLSS-upscaling een stap verder dan AMD’s FSR, wat de sterke positie van de 4070 Super voor 1440p-gaming enkel sterker maakt. Er is op 1440p en hoger eigenlijk maar zelden een reden om DLSS niet te gebruiken voor betere prestaties en een lagere latency.

Ook Frame Generation blijft een interessante mogelijkheid van Nvidia-producten, al gebruik je deze techniek (die extra frames genereert) het liefst alleen incidenteel. Zo blijft het een fijne technologie om specifieke problemen op te lossen, denk aan cpu-bottlenecks in Flight Simulator. Frame Generation gaat echter ten koste van latency en geeft soms wat visuele artifacten die niet wenselijk zijn. Maar je hebt de keuze, en ook hier geldt: vooralsnog loopt Nvidia een paar stappen voor op de concurrentie.

Genoeg te wensen

Dit alles wil niet zeggen dat de RTX 4070 Super niets te wensen over laat. We hadden graag gezien dat het geheugen uitgebreid zou worden tot 16 gigabyte ten opzichte van de 12 GB die reeds op de RTX 4070 zat. Ook 4K-gaming blijft wat krap op een 4070 Super. Met DLSS-upscaling (feitelijk een 1080p tot 1440p interne renderresolutie, maar dan opgeschaald naar 4K) kun je prima uit de voeten, maar de resultaten in de zwaarste games van dit moment laten duidelijk zien dat een RTX 4070 Ti of RTX 4080 Super daar eigenlijk gewenst zijn.

En bovenal, de relatief gunstige positie van de RTX 4070 Super in de markt neemt niet weg dat je nog altijd 640 euro of meer kwijt bent voor het genoegen van de midrange-ervaring. Daar waar je enkele jaren terug met dit bedrag praktisch een topmodel kon aanschaffen. De definitie van een midrange-videokaart is helaas officieel naar dit prijspunt opgeschoven.

Mocht je voor een RTX 4070 Super willen gaan, dan kun je kiezen uit verschillende modellen. We hebben zes populaire modellen voor je vergeleken. Vier modellen die de adviesprijs volgen en twee luxere uitvoeringen met een meerprijs. 

Nvidia GeForce RTX 4070 Super Founders Edition

De Nvidia Founders Edition is een prachtige, compacte en elegante kaart. De kaart is, net als zijn voorgangers, grotendeels uit metaal vervaardigd, maar is nu mat zwart. Dat ziet er echt fantastisch uit. Het is ook een van de compactere kaarten, met een lengte van slechts 24 cm en een dikte van exact 2 sloten, wat hem compatibel maakt met de meeste behuizingen.

Extra mogelijkheden die je soms op andere kaarten vindt, ontbreken. De Founders Edition heeft als enige taak om de basis te vormen voor reviews en andere benchmarks. En dat doet hij ook keurig: niet te luid, alle temperaturen netjes en ruim binnen de marges, niets op aan te merken. Grotere kaarten zijn soms nog wat stiller of koeler, maar deze basis laat weinig te wensen over.

Wat wel absoluut een minpunt is, is de beschikbaarheid. Nvidia Founders Editions zijn notoir lastige kaarten om te kopen, waardoor de theoretische adviesprijs van 669 euro in de praktijk helaas weinig betekent. Het blijft echter een uitstekende optie als je hem wel weet te vinden. 

Pluspunten

  • Prachtig design

  • Keurige koelprestaties

  • In theorie een lage prijs

Minpunten

  • Lastig verkrijgbaar

Adviesprijs

€ 669,-

Founders Edition

Laat weinig te wensen over

Inno3D GeForce RTX 4070 Super Twin X2

De Inno3D Twin X2 is ook een opvallend compacte kaart die slechts 25 centimeter lang en 2 sloten dik is. Daarmee is ook deze kaart compatibel met veel behuizingen. De bouw en afwerking is niet zo chic als de Nividia Founders Edition, maar met een metalen backplate voelt hij toch meer dan prima aan.

Waar Inno3D punten mee scoort, is dat deze kaart wèl beschikbaar is in winkels, eveneens een lage adviesprijs heeft en zelfs voor minder dan de adviesprijs te koop is. Het is de goedkoopste 4070 Super van dit moment en alleen al om die reden enorm interessant.

De lage prijs resulteert niet in mindere prestaties of matige temperaturen, maar hij is wel net wat luider dan de Founders Edition en de eveneens betaalbare ASUS Dual OC. Niet overdreven luid, maar wel hoorbaar en daarmee duidelijk de wat minder efficiënte koeler. Als dat geen bezwaar is, en je vindt de RTX 4070 Super al duur genoeg, dan is de Inno3D Twin X2 er absoluut één om te overwegen.

Pluspunten

  • Goedkoopste kaart

  • Prestaties gewoon goed

Minpunten

  • Net wat luider dan de rest

Adviesprijs

€ 639,-

Verschillen in prestaties Traditioneel vergelijken we verschillen in spelprestaties, maar de laatste jaren zijn de verschillen tussen kaarten met dezelfde chip steeds kleiner geworden. Alle kaarten klokken zichzelf tegenwoordig ruim voorbij hun officiële specificaties, waardoor ook een OC-toevoeging eigenlijk weinig meer zegt.

Dat is ook bij deze kaarten het geval, met nog geen 2 procent verschil in in-game-fps tussen de zes kaarten. Die 2 procent is in deze specifieke data een redelijke foutmarge die je kunt verwachten als je meerdere keren dezelfde kaart test. Je mag er dan ook van uit gaan dat je geen merkbaar verschil zult ervaren in de gameprestaties tussen al deze kaarten.

ASUS Dual GeForce RTX 4070 Super OC

Ook ASUS verkoopt een kaart voor de adviesprijs, in de vorm van de Dual GeForce RTX 4070 Super OC. Dit is eveneens een twee fan-model, maar dan met iets grotere fans, wat het een iets grotere kaart maakt. Dit model is net wat breder en dikker, waardoor hij ongeschikt is voor kleine computerkasten waar je geen videokaarten van meer dan twee sloten in kwijt kunt.

Heb je die ruimte wel, dan presteert de Dual OC prima. Hij is merkbaar stiller dan de Founders Edition en de Twin X2, zonder dat daar echt een serieus nadeel aan zit. Deze kaart is namelijk net zo koel, snel en zuinig als de rest. Alleen de geheugentemperatuur loopt iets hoger op, maar blijft alsnog ver van problematische limieten.

Er zit zelfs een Dual BIOS-mogelijkheid op, hiermee kun je hem in theorie nog wat stiller afstellen. Het voegt niet veel toe aan de prestaties, maar geeft hem net wel het extra bonusje in dit segment.

Pluspunten

  • Goede prestaties

  • Aangenaam stil

  • Geen meerprijs

  • Dual BIOS

Minpunten

  • Iets groter formaat

Adviesprijs

€ 669,-

ASUS Dual OC

Prima presterende videokaart

Gigabyte GeForce RTX 4070 Super Windforce OC

De Gigabyte Windforce OC is eveneens een model met de adviesprijs van 669 euro, maar Gigabyte pakt het iets anders aan. Ze kiezen voor een opstelling met drie fans, maar met kleinere fans blijft het alsnog een relatief compact model van 26 centimeter en iets meer dan twee sloten dik. Net als de Dual is hij hiermee minder geschikt voor de kleinere pc-kasten.

De opbouw is relatief eenvoudig: een metalen backplate en plastic shroud. Verder zijn er geen noemenswaardige onderscheidende eigenschappen toegevoegd, zoals je van adviesprijsmodellen verwacht. Dat betekent echter ook dat het bij dit model vooral om de prestaties en prijs gaat. In absolute termen zijn die prima: hij is even rap als de rest, blijft koel en is niet overdreven luid. Maar het feit dat hij net wat luider is dan de Twin X2 en significant luider dan de Dual, laat weinig argumenten over waarom je voor deze kaart zou gaan. Een voorkeur voor het merk of de uitstraling zou kunnen, maar eigenlijk zou dit model een paar tientjes goedkoper moeten zijn.

Pluspunten

  • Prima koelprestaties

  • Niet overdreven luid

  • Geen meerprijs

Minpunten

  • Andere kaarten zijn stiller

Adviesprijs

€ 669,-

Dezelfde aansluitingen Eén ding hebben alle zes de kaarten met elkaar gemeen: de aansluitingen. Allemaal gebruiken ze de nieuwe 12VHPWR-aansluiting om de kaart van stroom te voorzien. Deze tref je aan op moderne voedingen (veelal ATX 3.0 spec), maar er zit ook een adapter bij elke kaart waarmee je hem via twee ouderwetse 8pins-aansluitingen kunt voeden.

Ook achterop zijn ze gelijk. Alle zes de kaarten komen met drie keer een DisplayPort 1.4- en één HDMI 2.1-aansluiting.

Gigabyte GeForce RTX 4070 Super Aero OC

De Aero OC van Gigabyte zet wat hoger in en dat is meteen duidelijk. De Aero OC is een forse, 30 cm lange kaart die bijna drie PCIe-sloten dik is en nog eens extra opvalt met zijn wit-zilveren kleurstelling. Ook krijg je er wat extra’s bij, zoals een extra BIOS, RGB-verlichting en een extra jaar garantie. Nu is de kans op een defecte gpu niet heel groot, maar deze extra zekerheid vinden we wel meerwaarde bieden. Het grotere formaat gaat gepaard met een hoger gewicht en meer koelingscapaciteit, wat resulteert in betere prestaties dan de eerder besproken modellen. In het standaard-BIOS is de Aero OC extreem koel, maar ook onnodig luid (circa 39 dB). In het tweede BIOS is de koeler keurig stil (32 dB) en nog altijd erg koel, dus ons advies is het tweede BIOS direct te activeren.

Het nadeel is de meerprijs, die is zo’n 70 euro boven op de adviesprijs en zo’n 100 euro duurder dan de goedkoopste 4070 Supers op de markt. Daar valt vermoedelijk mee te leven als je een indrukwekkende pc met een wit thema bouwt, maar het brengt deze kaart wel in de richting van de RTX 4070 Ti Super-kaarten. Die zijn vanaf circa 860 euro te koop en significant sneller.

Pluspunten

  • Fysiek indrukwekkend

  • Uitstekende prestaties

  • Extra jaar garantie

  • Dual BIOS

Minpunten

  • Meerprijs

  • Standaard-BIOS onnodig luid

Adviesprijs

€ 739,-

Gigabyte Aero OC

Langer, luxer en duurder

ASUS TUF Gaming GeForce RTX 4070 Super OC

Deze premium ASUS-kaart volgt voor een deel hetzelfde patroon als de Gigabytes Aero OC. De TUF Gaming OC is eveneens fors, 30 centimeter lang en bijna drie sloten dik, maar ASUS kies ervoor om niet alleen de backplate, maar ook de hele shroud van metaal te maken. Dat zorgt voor een uitstekende eerste indruk, al merk je daar na de installatie vermoedelijk weinig meer van.

De TUF Gaming OC heeft direct uit de doos de beste afstelling. Het standaard-BIOS is de stilste van allemaal, nipt (meetbaar, niet merkbaar) stiller dan de Aero OC in de stille stand, met nog altijd uitstekende koelprestaties. Het tweede stille BIOS op de ASUS is eigenlijk overbodig, aangezien de kans groot is dat andere onderdelen meer geluid maken. Alsnog is het een leuke extra voor een open pc op je bureau waarbij een écht onhoorbare kaart gewenst is.

De prijs is echter het struikelblok bij deze kaart. Hij kost nog wat meer dan de Aero OC en een groot deel van je geld gaat richting het luxere design en meer metaal; zaken waar je tijdens het gamen weinig van merkt. Terwijl ook hier een vergelijkbare meerprijs je een echte performance-upgrade oplevert. Maar mocht de meerprijs in de toekomst wat meer bescheiden zijn, dan haal je hier één van de betere kaarten mee in huis.

Pluspunten

  • Fysiek indrukwekkend

  • Uitstekende prestaties

  • Nagenoeg onhoorbaar

  • Dual BIOS

Minpunten

  • Meerprijs

Adviesprijs

€ 754,-

Conclusie

De RTX 4070 Super heeft een heldere positie in de markt, maar dankzij het relatief lage stroomverbruik is er weinig ruimte voor de fabrikanten om zich te onderscheiden. Zelfs instapmodellen kunnen deze chip eenvoudig koel en stil houden. De koelers op de duurdere modellen presteren weliswaar beter, maar die hikken wat prijs betreft dan weer tegen de (snellere) RTX 4070 Ti Super aan.

Technisch gezien zijn de Gigabyte Aero OC en ASUS TUF Gaming OC de beste kaarten in deze test. De Best getest-award geven we aan Gigabyte, vanwege de iets lagere prijs en de extra garantie. Dit achten we iets waardevoller dan het betere materiaalgebruik van ASUS.

Het zijn echter de goedkopere kaarten waar we zelf ons geld aan uit zouden geven; de 4070 Super is immers al duur genoeg. Nvidia’s eigen Founders Edition is de meest begeerlijke kaart, maar is in de praktijk zelden te koop. Dit maakt het vooral een strijd tussen de ASUS Dual OC en de Inno3D Twin X2. De Inno3D is momenteel de goedkoopste én compactste, maar als je toch al 600 euro of meer uitgeeft aan je videokaart, vinden we een paar tientjes voor een duidelijk stillere kaart met een extra BIOS geen onredelijke extra uitgave. De redactietip gaat daarom naar de ASUS Dual OC, maar let vooral op de daadwerkelijke prijzen. Je maakt met geen van de geteste kaarten echt een foute keuze.

De tabel met alle testresultaten op een rijtje. Klik op de afbeelding voor een grotere weergave.

▼ Volgende artikel
Review Logitech MX Master 4 - De muis die jou de baas is
© Logitech
Huis

Review Logitech MX Master 4 - De muis die jou de baas is

De Logitech MX Master 4 is de nieuwste telg in de populaire MX-serie. De muis belooft meer controle, precisie en comfort dan ooit, met haptische feedback en een 8K-sensor die zelfs op glas moeiteloos werkt. Maar is hij de stevige prijs van 129,99 euro waard?

Fantastisch
Conclusie

De Logitech MX Master 4 is een verfijnde evolutie van een klassieker. Supersnel, stil en uitzonderlijk precies, met slimme haptische feedback en een batterij die weken meegaat. Kleine schoonheidsfoutjes – zoals de gevoelige duimknop en iets verplaatste navigatietoetsen – weerhouden hem niet van een bijna perfecte score. Ideaal voor wie dagelijks uren achter het scherm zit en het beste gereedschap wil.

Plus- en minpunten
  • Precieze, stille en razendsnelle bediening
  • Slimme Gesture Button met vijf instelbare acties
  • Comfortabel ontwerp
  • Batterij houdt het lang vol
  • Prijzig
  • Geen oplaadkabel meegeleverd
  • Herplaatsing knoppen vergt gewenning

De MX Master 3S was al een dikke publieksfavoriet, maar met de MX Master 4 legt Logitech de lat opnieuw een tikkie hoger. Dit is een echte powerhouse voor wie dagelijks veel met tekst, beeld of code bezig is. Of gewoon voor wie een heel lekkere muis wil. Alles draait om controle, snelheid en comfort. Daar betaal je met een krappe 130 euro weliswaar een premiumprijs voor, maar deze muis is dan ook duidelijk bedoeld voor mensen die hun werk serieus nemen. De MX Master 4 is verkrijgbaar in Graphite en Pale Gray, en wordt standaard geleverd met een Logi Bolt-ontvanger. Wij hebben voor de test de Pale Gray-variant voor de Mac mogen bepotelen.

©ER | ID.nl

Muizen met gevoel

Het opvallendste snufje is de toevoeging van haptische feedback. Elke klik, sneltoets of melding voel je subtiel onder je vingers trillen. Niet als gimmick, maar als tastbare feedback: je voelt letterlijk wat je doet. En dat werkt echt prettig, vooral omdat je iets dergelijks ook gewend bent van bijvoorbeeld je smartphone. Via Logi Options+ bepaal je zelf hoe intens die feedback is en kun je verschillende acties aan specifieke apps knopen. Dat geeft de muis een persoonlijk tintje. Zeker bij precisiewerk (foto- en tekstbewerking of het schrijven van code) merk je hoe natuurlijk dat aanvoelt.

De grote toets onder de duim, waarmee je het Haptic Sense-paneel oproept, is wel vrij gevoelig. Tijdens de paar weken dat we de muis hebben getest, drukten we die knop af en toe per ongeluk in, wat even storend kan zijn. Toch is dat gelukkig een kwestie van gewenning, want het idee achter de functie is sterk.

Snelheid zonder haast

De befaamde MagSpeed-scroll is gelukkig gebleven en is zelfs nog iets verfijnd. Eén draai aan het stalen wiel en je schiet door lange documenten of spreadsheets. Nieuw is de Actions Ring, een rond menu dat rond je cursor verschijnt. Daarmee open je favoriete tools of snelkoppelingen zonder je toetsenbord aan te raken. Logitech beweert dat je hierdoor tot 63 procent minder muisbewegingen maakt. Dat is misschien wat optimistisch, maar het systeem werkt verrassend intuïtief en snel. Hieronder een overzichtje van de mogelijkheden.

MogelijkheidWat je ermee doetOpmerking
Snel toegang tot Photoshop-toolsFilters/aanpassingen direct in ring (bubbles)Handig voor vaste tools
Video-apps (bijv. Premiere)Trimmen/navigatie/transport vanuit ringScheelt muisbewegingen
Map/folder in ringSubmenu's met meerdere acties per bubbleTot 72 knoppen per app (via folders)
ToepassingsprofielenAndere ring per appAutomatisch wisselen
Plugin-integratieExtra functies via Logi MarketplaceHaptics/extra commands
Haptische feedbackTrillingen bij navigatie/selectieTactiele bevestiging
Apparaat-switch/Easy SwitchWissel tussen gekoppelde devicesMulti-device gemak
Timer/klok/widgetsStopwatch/tijdweergave in ringVia plug-ins

Werkt zelfs op glas

De Darkfield-sensor met 8000 dpi is extreem nauwkeurig en werkt op vrijwel elk oppervlak, zelfs op glas of gelakt hout. Je kunt de gevoeligheid aanpassen in stappen van 50 dpi, maar de meeste mensen zullen vermoedelijk gewoon de standaard afstelling gebruiken: hij voelt van nature al prima aan. Dankzij een nieuwe radiochip en antenne is de verbinding bovendien rotsvast. Je kunt de muis gebruiken via bluetooth low energy of de meegeleverde Logi Bolt-ontvanger, die een bereik van zo'n 10 meter garandeert.

©ER | ID.nl

Comfortabel stil

Qua vorm blijft Logitech dicht bij zijn succesformule. De muis ligt daarom nog altijd als gegoten in de hand, met een lichte hellingshoek, een vertrouwde duimpositie en een extra horizontaal scrolwiel. De klikgeluiden zijn nu 90 procent stiller dan bij de vorige generatie, meldt Logitech. En met 150 gram voelt de MX Master 4 solide aan zonder zwaar te worden.

Kleine kanttekening: de twee navigatieknoppen voor browsergebruik (vooruit en terug) zijn iets naar achteren verplaatst om ruimte te maken voor de Gesture Button (zie kader hieronder). Dat zorgt er soms voor dat je per ongeluk op de verkeerde knop drukt, vooral als je gewend bent aan een van de MX Master-voorgangers. Misschien een detail, maar wel merkbaar bij dagelijks gebruik.

Via Logi Options+ stel je sneltoetsen, app-profielen en automatiseringen in. De software werkt het best binnen Windows en macOS, maar ook in Linux, ChromeOS, Android en iPadOS doet de muis wat hij moet doen, al zijn daar minder functies beschikbaar.

Één knop, vijf superkrachten

Alsof de MX Master 4 nog niet genoeg trucs kende, heeft Logitech ook de Gesture Button opnieuw uitgedacht. Deze knop, verstopt onder je duim, verandert je muis in een soort afstandsbediening voor je besturingssysteem. Houd hem ingedrukt en beweeg de muis naar boven, beneden, links of rechts om razendsnel tussen bureaubladen te wisselen, je bureaublad te tonen of het startmenu te openen. In macOS roep je met dezelfde bewegingen Mission Control of App Exposé aan. Met de Logi Options+-software kun je deze gebaren bovendien volledig aanpassen: van mediabediening en zoom tot eigen sneltoetsen of macro's. In totaal zijn er vijf acties toe te wijzen aan één knop, en wie wil kan de gestures zelfs verplaatsen naar andere knoppen, zoals het scrolwiel.

©Logitech

Batterij die blijft gaan

Logitech zegt dat de ingebouwde 650 mAh-accu het tot 70 dagen op één lading moet kunnen volhouden. Dat hebben we nog niet kunnen testen, maar we kregen de muis met 55 procent van de lading binnen en daar is na een weekje driftig muizen slechts 2 procent van af. Bovendien levert één minuut snelladen drie uur gebruik op, mocht je haast hebben. Opladen gebeurt via usb-c, al levert Logitech geen kabeltje mee. Jammer, maar je hebt er vast nog eentje rondslingeren thuis.

Al met al

De Logitech MX Master 4 is een muis die wat ons betreft zijn eigen categorie verdient. Hij is snel, stil, precies en slimmer dan ooit. De paar kleine schoonheidsfoutjes doen daar weinig aan af. Voor ontwerpers, programmeurs, schrijvers en andere intensieve gebruikers is dit een investering die zich op den duur terugbetaalt in comfort en efficiëntie. Casual gebruikers zullen hem misschien een beetje overkill vinden, maar wie hem eenmaal in de hand heeft, wil niets anders meer.

▼ Volgende artikel
Altijd lekker tikken: 9 high-endtoetsenborden vergeleken
Huis

Altijd lekker tikken: 9 high-endtoetsenborden vergeleken

Zelf een toetsenbord samenstellen is niet voor iedereen weggelegd, maar één ding is duidelijk: een goed toetsenbord maakt een groot verschil. In deze test bekijken we de beste kant-en-klare toetsenborden van dit moment. Of je nu op zoek bent naar het snelste toetsenbord voor gaming of een comfortabel model voor kantoorwerk: we helpen je bij het maken van de juiste keuze.

Onze laatste vergelijkende test van toetsenborden is inmiddels alweer meer dan vijf jaar oud. Toen draaide alles om het concept ‘mechanisch’, praktisch elke fabrikant maakte toen gebruik van de switches van het Duitse Cherry of een goedkopere Chinese afgeleide daarvan, de Kailh-switch.

Inmiddels is het aanbod versplinterd en zien we enkele van de elementen die custom borden populair maken doorsijpelen naar de kant-en-klare producten. Zo zien we veel meer lay-out-opties en een veel breder scala aan switchopties. Stillere varianten, zwaardere varianten voor een stevigere aanslag en lubed-varianten voor een soepelere aanslag. De opvallendste stap de afgelopen jaren is de introductie van een magnetisch, optische switch, waarbij de aanslag niet digitaal is (ingedrukt ja of nee), maar analoog. Zie ook het kader ‘Analoge switches?’ voor meer hierover.

Andere ontwikkelingen

Een positieve ontwikkeling is dat menig toetsenbord inmiddels voorzien is van zogeheten hot-swap switches. Mocht je per ongeluk een switch stukmaken (bijvoorbeeld door het morsen van drinken), dan kun je nu veelal enkele knoppen vervangen in plaats van meteen een nieuwe model te moeten kopen. Daarnaast hebben verbeteringen in accutechniek en draadloze protocollen ervoor gezorgd dat draadloze high-endtoetsenborden tegenwoordig een realistische optie zijn zonder constant het toetsenbord bij te hoeven laden.

Testselectie

Voor deze vergelijkende test hebben we tientallen toetsenborden overwogen. Hieruit hebben we een voorselectie gemaakt van toetsenborden die degelijk gebouwd zijn, aan de minimale eisen voor een serieuze gamer of kantoorwerker voldoen (denk aan n-key rollover, zodat je meerdere toetsen tegelijkertijd in kunt drukken, anti-ghosting en een lage latency) en die minimaal goed beoordeeld waren.

Endorfy Celeris 1800

Endorfy is een relatieve nieuwkomer in de markt, maar liet eerder met de Thock-toetsenborden al zien dat het bedrijf veel waar voor je geld kan bieden. Het nieuwste model, de Celeris 1800, doet dat wederom. Het bord kan wat gevoel en bouwkwaliteit betreft aardig concurreren met flink duurdere modellen in deze test. Als je hem probeert te buigen zie je wel wat verschil, maar op tafel bij normaal gebruik merk je daar niets meer van.

Het opvallendst is het relatief compacte ontwerp, terwijl er toch een numeriek toetsenbord op zit. Dat deel is vergeleken met de meeste andere toetsenborden wat naar links geschoven, wat ergonomisch fijn is voor mensen die niet alleen gamen, maar ook vooral veel in Excel werken. Sommige gebruikers, primair programmeurs, moeten er rekening mee houden dat de plaatsing van de Home-, End- en Page-toetsen mogelijk niet voor iedereen ideaal is. Ook liggen de toetsen relatief hoog, ook iets wat niet iedereen zal liggen.

De Celeris 1800 is gloednieuw en heeft een adviesprijs van 99 euro. Dat maakt hem al een van de goedkoopste toetsenborden in deze test. Prijzen zakken normaliter nog wat na de lancering. Grofweg 100 euro voor een fijn toetsenbord dat ook nog eens draadloos (dongel voor gaming, bluetooth voor laptopwerkers) kan functioneren en Mac-ondersteuning heeft, is een uitstekende deal.

©Endorfy

Oordeel: ⭐⭐⭐⭐

Adviesprijs: € 99,-

Website: www.endorfy.com


Pluspunten:

  • Fijne switches

  • Degelijk

  • Bedraad en draadloos

  • Compact met numeriek veld


Minpunten:

  • Relatief hoog

  • Lay-out afwijkend

Corsair K65 Plus Wireless

Corsair kennen we vooral van grote mechanische toetsenborden met veel extra's, maar het is de compacte K65 Plus Wireless waar we de laatste tijd het meest gecharmeerd van waren. De constructie is enorm degelijk en het toetsenbord is voorzien van fijne, soepel voelende switches die niet te luid zijn. Dat zorgt vrijwel direct voor een heel fijne ervaring onder de vingers.

Of de compacte vormgeving fijn is, is uiteraard subjectief. Compact is fijner voor gamers en andere gebruikers die het numerieke toetsenbord niet nodig hebben, het bespaart ruimte op je bureau (of in je rugtas) en laat meer ruimte over voor je muis. Excel-gebruikers zullen dit toetsenbord natuurlijk direct diskwalificeren.

Toen het bord uitkwam voor 160 euro was onze voornaamste kritiek dat het eigenlijk iets te duur was vergeleken andere toetsenborden die voor 100 euro grofweg hetzelfde boden. Of juist net niet uitgebreid genoeg vergeleken met borden van 200 euro. Inmiddels is de prijs gezakt tot 137 euro en op dat punt kun je, mits de compacte vormgeving bij je past, eigenlijk niet om deze Corsair heen. Net wat chiquer dan nauwelijks goedkopere modellen, voorzien van draadloze functionaliteit en vooral het feit dat het een relatief laag bord is (voor een model met hoge switches) maakt dit een makkelijke aanrader en onze redactietip.

©Corsair

Oordeel: ⭐⭐⭐⭐½

Adviesprijs: € 137,-

Website: www.corsair.com


Pluspunten:

  • Fijne switches

  • Zeer degelijk

  • Bedraad en draadloos

  • Prijs-kwaliteitverhouding


Minpunten:

  • Voor sommigen te compact

Razer Joro

Razer staat vooral bekend om hun grote modellen met alle toeters en bellen, maar biedt met de Joro ook wat anders. De Razer Joro is extreem compact en verreweg het lichtste bord in deze test. De doelgroep bestaat hier overduidelijk uit gamers die hun toetsenbord vooral veel meeslepen. Puur op basis van afmetingen en gewicht ligt deze Razer voor dat doeleind natuurlijk voor de hand. Ondanks het lage gewicht ligt de Joro toch stevig op tafel en zit de bouwkwaliteit van de constructie erg goed in elkaar. De aluminium behuizing voelt ook chic aan, de lage positie is toegankelijk voor velen en aangesloten via de kabel is het ook een snel competitief bord voor gamers.

Razer laat ook wel wat steekjes vallen, vooral voor hun gamende doelgroep. De afwezigheid van een dongel voor een snelle draadloze verbinding en het feit dat de switches nog wel wat speling vertonen, maakt enkele goedkopere alternatieven in deze test in onze optiek fijner. Voor de harde werkers onder ons vinden we de MX Keys ook wat beter voor minder geld.

Daarmee is de Joro in onze optiek niet de meest voor de hand liggende optie, zeker niet voor 130 euro. Als je echt op zoek bent naar het compactste en lichtste toetsenbord, dan is de Joro wel een prima optie.

©Razer

Oordeel: ⭐⭐⭐½

Adviesprijs: € 129,-

Website: www.razer.com


Pluspunten:

  • Licht en compact

  • Degelijke bouw

  • Uitstekende accuduur


Minpunten:

  • Geen dongel

  • Switches mogen scherper

  • Relatief duur

ASUS ROG Azoth X

ASUS en dan met name de ROG-producten staan niet bepaald bekend om hun bedaagde ontwerp. De fabrikant doet daar met hun Azoth X nog een flinke schep bovenop. Wat je er ook van vindt, uniek is het kleurrijke design met half doorzichtige keycaps (voor meer RGB-effect) zeker. Kwalitatief valt er heel weinig op dit bord aan te merken. Het is oerdegelijk en heeft een uitstekende aanslag; het is zelfs een van de fijnste borden in deze test. Het bord heeft ook handige eigenschappen. Draadloos krijg je bijvoorbeeld zowel een snelle als een bluetoothoptie. Daarnaast heeft het bord een goede accuduur, een mooie stevige polssteun plus nog wat minder cruciale extra’s, zoals een aanpasbaar oled-scherm in de bovenhoek. Kost wat, maar dan krijg je ook wat.

Ons voornaamste bezwaar gaat over de definitie van het woord ‘wat’. Want voor 200 euro hadden we het bij het bovenstaande gelaten. Een prijs van 250 euro zouden we wel erg pittig noemen, maar de adviesprijs van 329 euro is wel echt extreem. Daarvoor zouden we bijvoorbeeld toch wel analoge switches willen zien of een echt extreem luxe afwerking. Wellicht dat de prijs nog wat zakt, maar ondanks onze hoge inhoudelijke waardering is de exorbitante prijs vooralsnog het argument om het hoogste eremetaal achterwege te laten.

©ASUS

Oordeel: ⭐⭐⭐⭐½

Adviesprijs: € 329,-

Website: www.asus.com


Pluspunten:

  • Oerdegelijk

  • Zeer fijne switches

  • Veel mogelijkheden

  • Unieke uitstraling


Minpunten:

  • Uitstraling

  • Extreem duur

SteelSeries Apex Pro TKL Gen 3

De SteelSeries Apex Pro TKL is ook geen goedkoop bord en is misschien nipt wat minder chic dan de ROG. In tegenstelling tot die concurrentie weet SteelSeries wel een gezonde balans te vinden tussen de kwaliteit van het product, het toevoegen van extra mogelijkheden en het alsnog een beetje temmen van de prijs.

De bouw is uitstekend en de analoge, volledig instelbare switches zijn zowel aangenaam onder de vingers als zeer stabiel met minimale speling. Het strakke ontwerp is ook iets toegankelijker, zeker als je naast gamen ook nog een beetje zakelijk voor de dag wilt komen. Daarnaast is het ook nog een relatief stil toetsenbord, wat fijn is voor de omgeving. Al hangt de stilte natuurlijk altijd af van hoe hard je zelf op de knoppen slaat.

Ook hier is een oled-schermpje van de partij en Steelseries heeft als voordeel dat als je de door ons geteste compacte TKL-versie niet aantrekkelijk vindt, dat er ook een volledige en een nog compactere variant van bestaat.

Nadelen zijn er ook. Zo vinden we het volumewiel net wat te klein in gebruik, is het bord relatief hoog en ontbreekt draadloze functionaliteit. Maar als je je bord toch niet meeneemt is de meerwaarde daarvan te klein om daar meer geld aan uit te geven. Als draadloos niet nodig is, dan is dit in onze optiek het beste bord van dit moment.

©SteelSeries

Oordeel: ⭐⭐⭐⭐½

Adviesprijs: € 211,-

Website:www.steelseries.com


Pluspunten:

  • Fijne switches

  • Analoge functionaliteit

  • Prijs-kwaliteitverhouding


Minpunten:

  • Relatief hoog

  • Niet draadloos

Analoge switches?

De meeste toetsenborden maken gebruik van mechanische switches, waarbij het mechanisme voor een bepaald typegevoel (en kwaliteit) zorgt. Een analoge switch is technisch gezien ook een mechanisch product, maar maakt gebruik van een magneet en een hall effect-sensor in plaats van een metalen contact en plastic mechanisme. Hierdoor kan de switch extreem nauwkeurig zien hoe ver een toets wordt ingedrukt, waarbij je dan zelf kunt instellen op welk moment de toetsaanslag daadwerkelijk plaatsvindt, of je een joystickachtige drukgevoelige controle kunt krijgen over een bepaalde actie in een game of applicatie. En, in theorie althans, zijn deze switches ook nagenoeg niet kapot te krijgen. Verschillende merken gebruiken verschillende namen voor dit concept, maar in de basis zijn ze grotendeels hetzelfde. Voor simpel typewerk maakt het niet heel veel verschil, maar voor de veeleisende toetsenbordgebruikers zijn analoge switches op dit moment dé hype.

©SteelSeries

Met een analoge switch zoals de OmniPoint van SteelSeries kun je verschillende acties met een toets uitvoeren zoals lopen en rennen in een spel.

ASUS ROG Falchion Ace HFX

Net als SteelSeries maakt ook ASUS op de ROG Falchion Ace HFX gebruik van magnetische analoge switches. Het bord heeft een nog wat compactere 65%-lay-out, waarbij je dus goed moet opletten of het ontbreken van de functietoetsen een bezwaar voor je is. Functioneel is hij grotendeels gelijkwaardig aan het toetsenbord van SteelSeries en de toevoeging van 8000 Hz polling geeft in theorie nog een klein voordeel in reactiesnelheid boven de SteelSeries.

Voor de originele prijs van 200 euro laat ASUS wel punten liggen. De bouw en de afwerking van de 100 euro kostende Endorfy is zelfs wat beter. Je merkt dat de Falchion iets meer doorveert dan andere borden wanneer je stevig tikt en dat is onacceptabel in het hogere segment. Het bord kost bij de meeste aanbieders 209 euro, maar was tijdens de testperiode ook verkrijgbaar voor 119 euro. Ook voor dat lagere bedrag weet de Corsair K65 Plus Wireless iets meer indruk te maken met zijn bouwkwaliteit en aanslag. Maar als je toch graag een analoge switch wilt waarbij je de aanslagdiepte kunt instellen, dan is dit als de lagere prijs structureel blijft één van de goedkopere opties die als bonus ook nog eens visueel leuk voor de dag komt.

©ASUS

Oordeel: ⭐⭐⭐⭐

Adviesprijs: € 209,-

Website: www.asus.com


Pluspunten:

  • Analoge switches

  • 8000Hz-modus

  • Aantrekkelijke uitstraling

  • Prijs


Minpunten:

  • Bouwkwaliteit

  • Formaat niet voor iedereen

Logitech G Pro X TKL

Logitech is met afstand marktleider op gebied van toetsenborden en heeft dan ook een enorm aanbod aan borden. Het bedrijf heeft praktisch elke populair formaat in huis en er zijn ook nog eens een flink aantal kleurstellingen. Waar Logitech wat minder goed in is, is de naamgeving van de producten. Zo is er ook een G Pro X muis en headset, en zelfs de G Pro X TKL-toetsenborden bestaan in flink wat verschillende uitvoeringen. De reguliere variant wordt ook wel de Lightspeed genoemd, wat staat voor de toevoeging van een snelle draadloze werking. De Rapid-variant is juist voorzien van magnetische switches, maar is die weer volledig bedraad.

Logitech doet op zich weinig fout met deze producten. De bouw, de switches en de mogelijkheden met onder andere mediaknoppen zijn prima. Combineer dat met het feit dat ze veel zullen verkopen omdat ze het bekendste merk zijn, en de meeste kopers zullen tevreden zijn. De realiteit is wel dat er andere modellen zijn die (minimaal) hetzelfde bieden voor minder geld, of een overtreffende prestatie weten te bieden voor iets meer. Voor 160 euro zouden we toch iets meer dan ‘prima’ willen zien, wat extra’s zoals een polssteun of een betere accuduur.

©Logitech

Oordeel: ⭐⭐⭐⭐

Adviesprijs: € 159,-

Website: www.logitech.com


Pluspunten:

  • Prima bouwkwaliteit

  • Prima switchgevoel

  • Genoeg mogelijkheden


Minpunten:

  • Meerdere varianten

  • Matige accuduur

  • Relatief duur

be quiet! Dark Mount

De Dark Mount is het eerste toetsenbord van be quiet!, dat we vooral van de stille behuizingen kennen. Die focus wordt meteen duidelijk zodra je gaat tikken; het is namelijk het stilste toetsenbord in deze test. De focus op stilte gaat helaas wel wat ten koste van switchstabiliteit en tikgevoel.

Qua mogelijkheden zet het bord zich door een modulaire opbouw erg af van de rest. Naast een rechttoe rechtaan compact TKL-bord krijg je ook een afneembaar numeriek veld met macrotoetsen voorzien van een schermpje dat je ook nog eens zowel links als rechts kunt plaatsen. Ook krijg je een opzetmodule met schermpje en mediatoetsen en polssteunen. Zo transformeert de Dark Mount binnen een paar seconden naar een overcompleet XL-monsterbord.

Was de Dark Mount scherp geprijsd geweest, dan hadden we enkele kanttekeningen door de vingers kunnen zien. Maar als je de hoofdprijs vraagt, dan verwachten we dat alles top is. Dat is niet helemaal het geval. De polssteun is kwalitatief treurig, de switches voelen minder chic dan borden die de helft kosten en de software voor de macrotoetsen laat te wensen over. Voor hetzelfde geld kun je ook een prima toetsenbord en een los macrotoetsenbord als de Elgato Stream Deck kopen. Een aanbieding en een software-update kan wel genoeg zijn om van dit goede idee een serieuze concurrent te maken.

©be quiet

Oordeel: ⭐⭐⭐½

Prijs: € 259,-

Website: www.bequiet.com


Pluspunten:

  • Zeer stil

  • Degelijke bouw (bord)

  • Modulair

  • Macrotoetsen


Minpunten:

  • Relatief duur

  • Polssteun ondermaats

  • Software kan beter

Logitech MX Keys S

De Logitech MX Keys S is een beetje het buitenbeentje in deze vergelijking. In tegenstelling tot de ander toetsenborden is het namelijk géén bord waar fanatieke gamers blij van zullen worden. De keerzijde is dat het voor iedereen die een high-endbord zoekt voor alle andere doeleinden een model is waar je praktisch niet omheen kunt. Ook bestaat er naast de door ons geteste full size-versie een minivariant waarop het numerieke veld ontbreekt.

Dit bord is uitstekend gebouwd, voorzien van fijne switches en het heeft een low profile-ontwerp dat ook erg toegankelijk is voor iedereen die nog niet eerder een high-endbord gebruikt heeft. Als je nu een goedkoper toetsenbord hebt, dan voelt dit als een verademing en een ervaring waar je niet meer zonder wilt. Je kunt hem met meerdere apparaten verbinden, de accuduur is uitstekend en de software van Logitech is volwassen en biedt tal van extra mogelijkheden die voor kantoorwerkers relevant zijn.

Zolang gamen geen eis is, is dit een fijn bord zonder dat je echt de hoofdprijs betaalt. Houd alleen even de verschillende formaten in de gaten, en het feit dat er verpakkingen met en zonder polssteun worden verkocht.

©Logitech

Oordeel: ⭐⭐⭐⭐½

Prijs: € 99,-

Website: www.logitech.com


Pluspunten:

  • Bouwkwaliteit

  • Fijne low-profile switch

  • Prijs-prestatieverhouding


Minpunten:

  • Niet voor gamers

Conclusie

Echt slechte borden hebben we reeds uit onze selectie gefilterd, dus geen van de geteste toetsenborden is een miskoop. Het belangrijkst is om duidelijk in kaart te brengen welk formaat en indeling je nodig hebt en aan welke extra eigenschappen je waarde hecht. Het merk is normaliter bijzaak, maar er valt iets voor te zeggen om al je randapparatuur in één softwarepakket te beheren.

Toch zien we wel enkele uitblinkers. Zoek je louter een toetsenbord zonder fratsen voor kantoorwerk, dan is de Logitech MX Keys S onze eerste keus, met als bonus dat de lage toetsen voor praktisch iedereen fijn tikken. We geven Logitech daarom een redactietip. Wil je wel gamen, dan biedt Endorfy een uitstekende prijs-kwaliteitverhouding voor minder dan 100 euro, al vinden we de Corsair K65 Plus Wireless zijn paar tientjes meer wel waard voor de iets betere bouw en de lagere constructie. Beide borden zetten veel druk op de concurrenten, waarbij je veel meer betaalt voor een bescheiden impact op de daadwerkelijke ervaring. Uiteindelijk krijgt ook Corsair een redactietip. In het hogere segment zien we wel degelijk waarde worden toegevoegd. Zo biedt de ASUS ROG Azoth X een van de beste ervaringen, maar vinden we de prijs van meer dan 300 euro niet helemaal in verhouding staan. De Steelseries Apex Pro TKL vinden we ook een uitblinker die wel een iets redelijkere balans weet te vinden in dat segment: degelijke bouw en aanslag, zeer compleet qua mogelijkheden en de instelbare analoge switches bieden ook echt iets nieuws en unieks. Als zo'n 200 euro voor een toetsenbord geen bezwaar is, zou dat onze eerste keuze zijn.