ID.nl logo
Test: 6 RTX 4070 Super-videokaarten: dé midrange-kaart van 2024
Huis

Test: 6 RTX 4070 Super-videokaarten: dé midrange-kaart van 2024

Onlangs heeft Nvidia de videokaarten RTX 4070 Super, 4070 Ti Super en 4080 Super gelanceerd. Dit zijn nieuwe versies van de RTX 4070, 4070 Ti en 4080, met iets betere specificaties en/of prijzen en vooral de belofte om weer wat meer waar voor je geld te bieden. Normaliter zijn midgeneratie-refreshes niet de meest spannende lanceringen, maar in een markt met enorme prijsstijgingen in de afgelopen jaren én een gebrek aan serieuze concurrentie is elke positieve beweging welkom.

In dit artikel vergelijken we zes RTX 4070 Super-videokaarten:

  • Nvidia GeForce RTX 4070 Super Founders Edition
  • Inno3D GeForce RTX 4070 Super Twin X2
  • ASUS Dual GeForce RTX 4070 Super OC
  • Gigabyte GeForce RTX 4070 Super Windforce OC
  • Gigabyte GeForce RTX 4070 Super Aero OC
  • ASUS TUF Gaming GeForce RTX 4070 Super OC

Leuk om te lezen! Zelf je pc bouwen? Met deze behuizingen doe je er een strik omheen

Toegegeven, de verwachtingen bij nieuwe videokaarten zijn sinds de pandemie niet enorm hoog. Er is de laatste jaren wel degelijk vooruitgang geboekt als het gaat om prestaties, efficiëntie en mogelijkheden, maar die gingen gepaard met bijna evenredige prijsverhogingen. De RTX 3000-serie was dankzij de pandemie vooral extreem duur, de RTX 4000-serie leunde vooral op één nieuwe mogelijkheid in de vorm van frame generation, maar bracht in de gangbare prijsklassen tot 1000 euro geen enorme vooruitgang. De enige videokaart waar we echt enorm enthousiast van werden, was de bijna 2000 euro kostende RTX 4090.

Lees hier onze bevindingen: Test: Nvidia GeForce RTX 4090 - De ultieme videokaart

Voor een deel hebben we de stagnatie in prijs en prestatie aan onszelf te wijten. We hebben fabrikanten tijdens de pandemie laten zien dat we de veel duurdere modellen toch wel kopen. Deels zal het ook te maken hebben met een gebrek aan concurrentie en alternatieven. Kijken we naar de Steam Survey van maart 2024, dan neemt Nvidia de eerste 15 plekken in. De eerste discrete AMD-gpu vinden we pas op plek 31, alleen geïntegreerde graphics hebben nog een significant aandeel. Kortom: Nvidia domineert de markt voor videokaarten. De laatste keer dat een monopolie goed voor consumenten bleek, kunnen we ons niet voor de geest halen.

Beter dan verwacht

Hoewel de verwachtingen van de Super-upgrades vooraf niet enorm hoog waren, wist specifiek de RTX 4070 Super ons toch positief te verrassen. De originele RTX 4070 stond al niet slecht in de markt. De directe tegenhangers van AMD boden slechts een iets betere prijs-prestatieverhouding, terwijl Nvidia significant efficiënter is én meer mogelijkheden biedt. De RTX 4070 Super doet er nog een aardig schepje bovenop. Zo krijg je voor dezelfde prijs 20 procent meer cores, wat neerkomt op zo’n 18 procent meer prestaties (in een situatie waar de gpu de beperkende factor is). Dat is een vergelijkbare stap vooruit als de RTX 4070 ten opzichte van de RTX 3070.

Om dat te bereiken, is wel het energieverbruik met ongeveer 10 procent toegenomen, maar het resultaat is een videokaart die zowel sneller als energiezuiniger is dan zijn AMD-tegenhanger, de Radeon RX 7800 XT.

Ook in absolute getallen is de RTX 4070 Super gewoon een aantrekkelijk product. In de 40 games die wij hebben getest, zien we 39 games 100 fps of meer opleveren op 1080p en 36 games 90 fps of meer opleveren op 1440p. Zelfs in de zwaarste games van dit moment mag je dat soort resultaten verwachten, terwijl we in de lichtste games zien dat er optimaal gebruik kan worden gemaakt van monitors met een extra hoge verversingssnelheid. Dit is wat de RTX 4070 Super een capabele en redelijk toekomstbestendige videokaart maakt.

Dezelfde mogelijkheden en voorsprong

De unieke mogelijkheden van Nvidia spelen hierbij ook een rol. Die zijn niet anders dan bij de eerdere RTX 4000-kaarten, maar wegen nog altijd zwaar bij een vergelijking met de concurrentie. Zo zijn de prestaties in raytracing aanzienlijk beter, iets wat tegenwoordig ook daadwerkelijk in tientallen games terug te vinden is. Ook DLSS-upscaling is inmiddels zo ingeburgerd dat het pas opvalt wanneer een game dit nadrukkelijk niet ondersteunt.

Kwalitatief is DLSS-upscaling een stap verder dan AMD’s FSR, wat de sterke positie van de 4070 Super voor 1440p-gaming enkel sterker maakt. Er is op 1440p en hoger eigenlijk maar zelden een reden om DLSS niet te gebruiken voor betere prestaties en een lagere latency.

Ook Frame Generation blijft een interessante mogelijkheid van Nvidia-producten, al gebruik je deze techniek (die extra frames genereert) het liefst alleen incidenteel. Zo blijft het een fijne technologie om specifieke problemen op te lossen, denk aan cpu-bottlenecks in Flight Simulator. Frame Generation gaat echter ten koste van latency en geeft soms wat visuele artifacten die niet wenselijk zijn. Maar je hebt de keuze, en ook hier geldt: vooralsnog loopt Nvidia een paar stappen voor op de concurrentie.

Genoeg te wensen

Dit alles wil niet zeggen dat de RTX 4070 Super niets te wensen over laat. We hadden graag gezien dat het geheugen uitgebreid zou worden tot 16 gigabyte ten opzichte van de 12 GB die reeds op de RTX 4070 zat. Ook 4K-gaming blijft wat krap op een 4070 Super. Met DLSS-upscaling (feitelijk een 1080p tot 1440p interne renderresolutie, maar dan opgeschaald naar 4K) kun je prima uit de voeten, maar de resultaten in de zwaarste games van dit moment laten duidelijk zien dat een RTX 4070 Ti of RTX 4080 Super daar eigenlijk gewenst zijn.

En bovenal, de relatief gunstige positie van de RTX 4070 Super in de markt neemt niet weg dat je nog altijd 640 euro of meer kwijt bent voor het genoegen van de midrange-ervaring. Daar waar je enkele jaren terug met dit bedrag praktisch een topmodel kon aanschaffen. De definitie van een midrange-videokaart is helaas officieel naar dit prijspunt opgeschoven.

Mocht je voor een RTX 4070 Super willen gaan, dan kun je kiezen uit verschillende modellen. We hebben zes populaire modellen voor je vergeleken. Vier modellen die de adviesprijs volgen en twee luxere uitvoeringen met een meerprijs. 

Nvidia GeForce RTX 4070 Super Founders Edition

De Nvidia Founders Edition is een prachtige, compacte en elegante kaart. De kaart is, net als zijn voorgangers, grotendeels uit metaal vervaardigd, maar is nu mat zwart. Dat ziet er echt fantastisch uit. Het is ook een van de compactere kaarten, met een lengte van slechts 24 cm en een dikte van exact 2 sloten, wat hem compatibel maakt met de meeste behuizingen.

Extra mogelijkheden die je soms op andere kaarten vindt, ontbreken. De Founders Edition heeft als enige taak om de basis te vormen voor reviews en andere benchmarks. En dat doet hij ook keurig: niet te luid, alle temperaturen netjes en ruim binnen de marges, niets op aan te merken. Grotere kaarten zijn soms nog wat stiller of koeler, maar deze basis laat weinig te wensen over.

Wat wel absoluut een minpunt is, is de beschikbaarheid. Nvidia Founders Editions zijn notoir lastige kaarten om te kopen, waardoor de theoretische adviesprijs van 669 euro in de praktijk helaas weinig betekent. Het blijft echter een uitstekende optie als je hem wel weet te vinden. 

Pluspunten

  • Prachtig design

  • Keurige koelprestaties

  • In theorie een lage prijs

Minpunten

  • Lastig verkrijgbaar

Adviesprijs

€ 669,-

Founders Edition

Laat weinig te wensen over

Inno3D GeForce RTX 4070 Super Twin X2

De Inno3D Twin X2 is ook een opvallend compacte kaart die slechts 25 centimeter lang en 2 sloten dik is. Daarmee is ook deze kaart compatibel met veel behuizingen. De bouw en afwerking is niet zo chic als de Nividia Founders Edition, maar met een metalen backplate voelt hij toch meer dan prima aan.

Waar Inno3D punten mee scoort, is dat deze kaart wèl beschikbaar is in winkels, eveneens een lage adviesprijs heeft en zelfs voor minder dan de adviesprijs te koop is. Het is de goedkoopste 4070 Super van dit moment en alleen al om die reden enorm interessant.

De lage prijs resulteert niet in mindere prestaties of matige temperaturen, maar hij is wel net wat luider dan de Founders Edition en de eveneens betaalbare ASUS Dual OC. Niet overdreven luid, maar wel hoorbaar en daarmee duidelijk de wat minder efficiënte koeler. Als dat geen bezwaar is, en je vindt de RTX 4070 Super al duur genoeg, dan is de Inno3D Twin X2 er absoluut één om te overwegen.

Pluspunten

  • Goedkoopste kaart

  • Prestaties gewoon goed

Minpunten

  • Net wat luider dan de rest

Adviesprijs

€ 639,-

Verschillen in prestaties Traditioneel vergelijken we verschillen in spelprestaties, maar de laatste jaren zijn de verschillen tussen kaarten met dezelfde chip steeds kleiner geworden. Alle kaarten klokken zichzelf tegenwoordig ruim voorbij hun officiële specificaties, waardoor ook een OC-toevoeging eigenlijk weinig meer zegt.

Dat is ook bij deze kaarten het geval, met nog geen 2 procent verschil in in-game-fps tussen de zes kaarten. Die 2 procent is in deze specifieke data een redelijke foutmarge die je kunt verwachten als je meerdere keren dezelfde kaart test. Je mag er dan ook van uit gaan dat je geen merkbaar verschil zult ervaren in de gameprestaties tussen al deze kaarten.

ASUS Dual GeForce RTX 4070 Super OC

Ook ASUS verkoopt een kaart voor de adviesprijs, in de vorm van de Dual GeForce RTX 4070 Super OC. Dit is eveneens een twee fan-model, maar dan met iets grotere fans, wat het een iets grotere kaart maakt. Dit model is net wat breder en dikker, waardoor hij ongeschikt is voor kleine computerkasten waar je geen videokaarten van meer dan twee sloten in kwijt kunt.

Heb je die ruimte wel, dan presteert de Dual OC prima. Hij is merkbaar stiller dan de Founders Edition en de Twin X2, zonder dat daar echt een serieus nadeel aan zit. Deze kaart is namelijk net zo koel, snel en zuinig als de rest. Alleen de geheugentemperatuur loopt iets hoger op, maar blijft alsnog ver van problematische limieten.

Er zit zelfs een Dual BIOS-mogelijkheid op, hiermee kun je hem in theorie nog wat stiller afstellen. Het voegt niet veel toe aan de prestaties, maar geeft hem net wel het extra bonusje in dit segment.

Pluspunten

  • Goede prestaties

  • Aangenaam stil

  • Geen meerprijs

  • Dual BIOS

Minpunten

  • Iets groter formaat

Adviesprijs

€ 669,-

ASUS Dual OC

Prima presterende videokaart

Gigabyte GeForce RTX 4070 Super Windforce OC

De Gigabyte Windforce OC is eveneens een model met de adviesprijs van 669 euro, maar Gigabyte pakt het iets anders aan. Ze kiezen voor een opstelling met drie fans, maar met kleinere fans blijft het alsnog een relatief compact model van 26 centimeter en iets meer dan twee sloten dik. Net als de Dual is hij hiermee minder geschikt voor de kleinere pc-kasten.

De opbouw is relatief eenvoudig: een metalen backplate en plastic shroud. Verder zijn er geen noemenswaardige onderscheidende eigenschappen toegevoegd, zoals je van adviesprijsmodellen verwacht. Dat betekent echter ook dat het bij dit model vooral om de prestaties en prijs gaat. In absolute termen zijn die prima: hij is even rap als de rest, blijft koel en is niet overdreven luid. Maar het feit dat hij net wat luider is dan de Twin X2 en significant luider dan de Dual, laat weinig argumenten over waarom je voor deze kaart zou gaan. Een voorkeur voor het merk of de uitstraling zou kunnen, maar eigenlijk zou dit model een paar tientjes goedkoper moeten zijn.

Pluspunten

  • Prima koelprestaties

  • Niet overdreven luid

  • Geen meerprijs

Minpunten

  • Andere kaarten zijn stiller

Adviesprijs

€ 669,-

Dezelfde aansluitingen Eén ding hebben alle zes de kaarten met elkaar gemeen: de aansluitingen. Allemaal gebruiken ze de nieuwe 12VHPWR-aansluiting om de kaart van stroom te voorzien. Deze tref je aan op moderne voedingen (veelal ATX 3.0 spec), maar er zit ook een adapter bij elke kaart waarmee je hem via twee ouderwetse 8pins-aansluitingen kunt voeden.

Ook achterop zijn ze gelijk. Alle zes de kaarten komen met drie keer een DisplayPort 1.4- en één HDMI 2.1-aansluiting.

Gigabyte GeForce RTX 4070 Super Aero OC

De Aero OC van Gigabyte zet wat hoger in en dat is meteen duidelijk. De Aero OC is een forse, 30 cm lange kaart die bijna drie PCIe-sloten dik is en nog eens extra opvalt met zijn wit-zilveren kleurstelling. Ook krijg je er wat extra’s bij, zoals een extra BIOS, RGB-verlichting en een extra jaar garantie. Nu is de kans op een defecte gpu niet heel groot, maar deze extra zekerheid vinden we wel meerwaarde bieden. Het grotere formaat gaat gepaard met een hoger gewicht en meer koelingscapaciteit, wat resulteert in betere prestaties dan de eerder besproken modellen. In het standaard-BIOS is de Aero OC extreem koel, maar ook onnodig luid (circa 39 dB). In het tweede BIOS is de koeler keurig stil (32 dB) en nog altijd erg koel, dus ons advies is het tweede BIOS direct te activeren.

Het nadeel is de meerprijs, die is zo’n 70 euro boven op de adviesprijs en zo’n 100 euro duurder dan de goedkoopste 4070 Supers op de markt. Daar valt vermoedelijk mee te leven als je een indrukwekkende pc met een wit thema bouwt, maar het brengt deze kaart wel in de richting van de RTX 4070 Ti Super-kaarten. Die zijn vanaf circa 860 euro te koop en significant sneller.

Pluspunten

  • Fysiek indrukwekkend

  • Uitstekende prestaties

  • Extra jaar garantie

  • Dual BIOS

Minpunten

  • Meerprijs

  • Standaard-BIOS onnodig luid

Adviesprijs

€ 739,-

Gigabyte Aero OC

Langer, luxer en duurder

ASUS TUF Gaming GeForce RTX 4070 Super OC

Deze premium ASUS-kaart volgt voor een deel hetzelfde patroon als de Gigabytes Aero OC. De TUF Gaming OC is eveneens fors, 30 centimeter lang en bijna drie sloten dik, maar ASUS kies ervoor om niet alleen de backplate, maar ook de hele shroud van metaal te maken. Dat zorgt voor een uitstekende eerste indruk, al merk je daar na de installatie vermoedelijk weinig meer van.

De TUF Gaming OC heeft direct uit de doos de beste afstelling. Het standaard-BIOS is de stilste van allemaal, nipt (meetbaar, niet merkbaar) stiller dan de Aero OC in de stille stand, met nog altijd uitstekende koelprestaties. Het tweede stille BIOS op de ASUS is eigenlijk overbodig, aangezien de kans groot is dat andere onderdelen meer geluid maken. Alsnog is het een leuke extra voor een open pc op je bureau waarbij een écht onhoorbare kaart gewenst is.

De prijs is echter het struikelblok bij deze kaart. Hij kost nog wat meer dan de Aero OC en een groot deel van je geld gaat richting het luxere design en meer metaal; zaken waar je tijdens het gamen weinig van merkt. Terwijl ook hier een vergelijkbare meerprijs je een echte performance-upgrade oplevert. Maar mocht de meerprijs in de toekomst wat meer bescheiden zijn, dan haal je hier één van de betere kaarten mee in huis.

Pluspunten

  • Fysiek indrukwekkend

  • Uitstekende prestaties

  • Nagenoeg onhoorbaar

  • Dual BIOS

Minpunten

  • Meerprijs

Adviesprijs

€ 754,-

Conclusie

De RTX 4070 Super heeft een heldere positie in de markt, maar dankzij het relatief lage stroomverbruik is er weinig ruimte voor de fabrikanten om zich te onderscheiden. Zelfs instapmodellen kunnen deze chip eenvoudig koel en stil houden. De koelers op de duurdere modellen presteren weliswaar beter, maar die hikken wat prijs betreft dan weer tegen de (snellere) RTX 4070 Ti Super aan.

Technisch gezien zijn de Gigabyte Aero OC en ASUS TUF Gaming OC de beste kaarten in deze test. De Best getest-award geven we aan Gigabyte, vanwege de iets lagere prijs en de extra garantie. Dit achten we iets waardevoller dan het betere materiaalgebruik van ASUS.

Het zijn echter de goedkopere kaarten waar we zelf ons geld aan uit zouden geven; de 4070 Super is immers al duur genoeg. Nvidia’s eigen Founders Edition is de meest begeerlijke kaart, maar is in de praktijk zelden te koop. Dit maakt het vooral een strijd tussen de ASUS Dual OC en de Inno3D Twin X2. De Inno3D is momenteel de goedkoopste én compactste, maar als je toch al 600 euro of meer uitgeeft aan je videokaart, vinden we een paar tientjes voor een duidelijk stillere kaart met een extra BIOS geen onredelijke extra uitgave. De redactietip gaat daarom naar de ASUS Dual OC, maar let vooral op de daadwerkelijke prijzen. Je maakt met geen van de geteste kaarten echt een foute keuze.

▼ Volgende artikel
Hybride warmtepompen: monoblock of split?
Energie

Hybride warmtepompen: monoblock of split?

Je hebt besloten om je huis duurzamer te verwarmen met een hybride warmtepomp. Een uitstekende keuze die je energierekening flink kan verlagen. Nu sta je voor een volgende beslissing: wordt het een monoblock- of een split-warmtepomp? In dit artikel leggen we de verschillen uit.

Partnerbijdrage: in samenwerking met Intergas

Voordat we de verschillen bespreken, is het goed om te begrijpen hoe een warmtepomp werkt. In essentie haalt een warmtepomp energie uit de buitenlucht en zet deze om in bruikbare warmte voor je huis. Dit proces is enorm efficiënt en kan daarom een forse besparing op je verwarmingskosten opleveren. De twee hoofdtypes die we hier bespreken zijn de monoblock- en de split-warmtepomp.

Wat is een monoblock-warmtepomp?

Een monoblock-warmtepomp is een alles-in-één oplossing. Zoals de naam al suggereert, bestaat deze uit een grote unit die buiten wordt geplaatst. Deze robuuste unit bevat alle technologie die nodig is om warmte uit de buitenlucht te halen en door te geven aan je verwarmingssysteem. De behuizing is stevig gebouwd om weersinvloeden te weerstaan, wat resulteert in een relatief zwaar apparaat – vaak meer dan 80 kilo. Ondanks zijn omvang wordt een monoblock-warmtepomp direct aangesloten op je bestaande verwarmingssysteem, wat de installatie in zekere zin vereenvoudigt.

©Intergas

Wat is een split-warmtepomp?

In tegenstelling tot de monoblock bestaat een split-warmtepomp uit twee afzonderlijke delen: een buiten- en een binnenunit. Deze twee units werken samen om je huis te verwarmen. De buitenunit haalt warmte uit de lucht, waarna deze via speciale leidingen naar de binnenunit wordt getransporteerd. Vervolgens geeft de binnenunit de warmte af aan je verwarmingssysteem.

De buitenunit van een split-systeem is kleiner dan een monoblock, maar even robuust gebouwd. De binnenunit is compact en stil, en wordt meestal op zolder of in een bijkeuken geplaatst. Een belangrijk detail is dat de installatie vanwege het speciale koudemiddel in de leidingen tussen de twee units door een erkende vakman moet gebeuren.

Voor- en nadelen van een monoblock-warmtepomp

Een monoblock-warmtepomp, zoals de Intergas Xtend Monoblock, blinkt uit in efficiëntie. Hij kan meer warmte uit de lucht halen en hogere temperaturen bereiken, waardoor je cv-ketel minder vaak hoeft bij te springen. De grote ventilator van een monoblock produceert doorgaans minder geluid dan de kleinere ventilator van een split-systeem. Ook is de installatie vaak eenvoudiger, omdat er alleen waterleidingen op je cv-systeem aangesloten hoeven worden.

Er zijn echter ook uitdagingen. Een monoblock neemt meer ruimte in beslag en is zwaarder, wat een stevige ondergrond vereist. De waterleidingen naar je huis moeten goed worden beschermd tegen vorst. Tot slot is een monoblock meestal duurder in aanschaf dan een split-systeem.

©Intergas

Voor- en nadelen van een split-warmtepomp

Split-warmtepompen hebben als groot voordeel dat ze goedkoper zijn in aanschaf. Ze zijn ook compacter, wat handig is als je weinig buitenruimte hebt. Je kunt de buitenunit bijvoorbeeld aan de gevel van een appartement hangen. Een ander pluspunt is dat je de buiten- en binnenunit verder uit elkaar kunt plaatsen dan bij een monoblock mogelijk is.

Daar staat tegenover dat de kleinere ventilator van de buitenunit sneller moet draaien en daardoor meer geluid maakt. Een split-systeem haalt doorgaans ook iets minder warmte uit de lucht, waardoor je cv-ketel vaker moet bijspringen. De installatie is ingewikkelder vanwege de speciale leidingen die tussen de binnen- en buitenunit moeten komen.

Zowel monoblocks als split-systemen hebben dus hun voor- en nadelen. Wil je een keuze maken die bij jou past? Neem dan contact op met Intergas. De experts helpen je graag verder.

▼ Volgende artikel
Review LG 65QNED91T6A - Kan hij  tippen aan de concurrentie?
Huis

Review LG 65QNED91T6A - Kan hij tippen aan de concurrentie?

QNED, het antwoord van LG op quantum dots, wordt toegepast in deze miniled lcd-tv. Dit type televisie is inmiddels erg populair geworden, ook in het subtop- en middensegment van het tv-aanbod. Heeft deze LG 65QNED91T6A genoeg in huis om de concurrentie de baas te blijven?

Uitstekend
Conclusie

De 65QNED91T6A kan zijn miniled-beloftes niet echt waarmaken. Het aantal zones in de achtergrondverlichting is vrij laag, waardoor er maar een beperkte verbetering van het contrast is. Ook op het gebied van piekhelderheid scoort hij niet overdreven goed. Als we naar concurrenten in deze categorie kijken, zoals Hisense of TCL, dan bieden die meer zones, beter contrast en meer piekhelderheid. LG slaat de plank verder ook mis door reclame op het Home-scherm toe te laten, dat zetten we onverbiddelijk uit. Ondanks die beperking levert de tv nog voldoende contrast en piekhelderheid, en gecombineerd met een ruim kleurbereik en zeer goede beeldverwerking levert dat alsnog erg mooie beelden. De tv is op zijn best in verlichtte woonkamer. Hij ondersteunt Dolby Vision, maar geen HDR10+. LG vangt dat uitstekend op door zijn eigen dynamische tonemapping. Dat illustreert dat goede beeldverwerking net zo belangrijk als puur contrast of piekhelderheid. WebOS is een prima smart tv-systeem met ruim aanbod apps en functies en nu ook met de garantie voor vijf jaar nieuwe versies voor het OS. De prijs is wat ons betreft echter nog iets te hoog.

Plus- en minpunten
  • Voldoende piekhelderheid en goed contrast
  • Mooie HDR-beelden in HDR10 en Dolby Vision
  • Te weinig zones voor een miniled
  • Advertenties op het Home-scherm
  • Beperkte kijkhoek

OVER DIT TOESTEL

  • Adviesprijs: 1.799 euro
  • Wat: Ultra HD 4K 120 Hz Full Array miniled QNED LCD-tv met lokale dimming
  • Schermformaat: 65 inch (164 cm)
  • Aansluitingen: 4x HDMI (4x v2.1 (48 Gbps), ARC/eARC, ALLM, VRR, QMS), 2x USB, 1x optisch digitaal uit, 2x antenne, WiFi 5 (802.11ac), ethernet, Bluetooth 5.1, WiSA
  • Extra’s: HDR10, HLG, Dolby Vision IQ, Dolby Atmos, WebOS 24, AirPlay 2, USB/DLNA-mediaspeler, DVB-T2/C/S2, CI+-slot, Alpha 8 processor
  • Afmetingen: 1452 x 907 x 285 mm (incl. voet)
  • Gewicht: 35,0 kg (incl. voet)
  • Verbruik (per 1000 uur): SDR 84 kWh (E) / HDR 167 kWh (G)

ENERGIELABEL

MEER INFORMATIE

Deze LG-televisie past perfect in het rijtje van moderne, prima afgewerkte televisies die we dit jaar al vaker voorbij zagen komen. Het toestel is vrij slank dankzij het profiel van slechts 45mm, heeft een mooie metaalkleurige rand rondom en een vlakke rug. Aan de zijdes is de rug zoals bij de meeste toestellen wat afgeschuind. De centrale voet biedt geen verschillende draaiposities, maar het scherm staat desondanks toch 7cm hoog boven het tv-meubel, zodat een soundbar goed onder het scherm past. Het enige echt opvallende kenmerk? Het toestel is relatief zwaar, namelijk 35kg inclusief voet.

De tv beschikt over vier HDMI-poorten die allemaal de maximale HDMI 2.1-bandbreedte van 48Gbps bieden. Dat is nog steeds vrij zeldzaam, maar is wel goed nieuws voor gamers met meerdere high-end gaming-bronnen. Er is ondersteuning voor ALLM, 4K120 en VRR (AMD FreeSync en NVIDIA G-Sync) en op één poort kun je ARC/eARC gebruiken. De input-lag is iets hoger dan bij de oled-modellen, maar blijft zeer goed, 17,0ms (4K60) en 7,6ms (2K120). Wie de tv wil uitbreiden met draadloze luidsprekers, kan gebruik maken van het WiSA-protocol (Wireless Speaker and Audio Association). Je bent wel beperkt tot 2.1-configuraties, een WiSA surround-opstelling is dan helaas niet mogelijk.

Niet alle minileds zijn gelijk

Het gebruik van minileds voor de achtergrondverlichting is iets waar fabrikanten graag mee uitpakken, maar het resultaat per merk en model kan sterk uiteenlopen. Minileds verdelen de achtergrondverlichting in meer segmenten dan wanneer er gewone leds worden toegepast. Het aantal zones kan sterk verschillen, van 100 tot meer dan 1.000. Dat heeft uiteraard impact op de prestaties wat betreft contrast en helderheid.

Deze LG heeft een achtergrondverlichting met 16x10 (160) zones, en dat is vandaag de dag toch redelijk weinig. Concurrenten zitten in dit segment al op 1.500 zones. Het eigen contrast van het VA-paneel is goed, 4.800:1, maar met dat beperkt aantal zones stijgt dat nauwelijks naar 5.000:1, en dat is vooral ook omdat LG erg voorzichtig is met de dimming. Op eenvoudigere testen kan dit wel naar 35.000:1 stijgen. Naar een reden hoeven we niet ver te zoeken, agressief dimmen met zo weinig zones maakt de zonegrenzen zichtbaar, ook omdat ze soms wat traag reageren. Dat stoort erg en hierdoor is een vage halo rond heldere voorwerpen op een donkere achtergrond dan ook onvermijdelijk.

©LG Electronics

Ook op het vlak van helderheid doet de LG op veel vlakken onder voor de concurrentie. Op een 10% venster meten we in de goed gekalibreerde HDR Filmmaker mode 1.099 nits, en op het volledig wit beeld haalt hij nog 644 nits. Dat was twee jaar geleden weliswaar nog acceptabel, maar nu concurrenten vlot over de 2.000 nits gaan, is dat toch wat te beperkt. Het kleurbereik scoort wel uitstekend, daar meten we 95% P3.

Toch heeft LG nog een sterke troef in handen, namelijk de uitstekende kalibratie af fabriek. De Filmmaker mode is zowel in SDR als HDR bijzonder goed gekalibreerd. Dat betekent dat je kunt rekenen op veel schaduwnuances, een neutrale grijsschaal en mooie, natuurlijke kleurweergave. Met HDR10-beeld kan LG’s dynamische tone mapping prachtige resultaten opleveren en daarmee maakt de tv het beste van zijn kleurbereik en helderheid. Witnuances en intense kleuren worden uitstekend bewaard. Alleen heel donkere HDR10-scènes lijden wat onder het beperkte aantal zones, die beelden worden iets té donker. De QNED91 ondersteunt ook Dolby Vision, maar geen Dolby Vision IQ zoals bij de oled-modellen.

Uitstekende beeldverwerking

Naast een uitstekende kalibratie toont deze LG ook sterke prestaties voor beeldverwerking. Dat dankt de tv aan zijn Alpha 8-processor die verbeterd werd met eigenschappen en functies die vorig jaar nog exclusief voor de Alpha 9-processor waren. We kunnen zelfs zeggen dat de LG geen echte zwakke plekken meer heeft. Deinterlacen van 1080i-beelden zoals die van live tv, doet hij prima zodat je zelden nog een gekartelde rand ziet. Upscaling en ruisonderdrukking maken van oudere content mooie 4K-beelden, al kun je van oudere videocontent zoals dvd’s geen wonderen verwachten. Via een superresolutie-bewerking kan de tv wat fijn extra detail toevoegen, dat werkt goed voor HD-materiaal, maar kan bij dvd’s bijvoorbeeld wel voor een wat overbewerkt resultaat zorgen. De ruisonderdrukking kan ook kleurstroken in zachte gradiënten wegnemen.

©LG Electronics

Een lcd-paneel heeft minder bewegingsscherpte dan een oled-paneel, en dus maskeert het fijn detail in snelle actiescènes. Bewegende voorwerpen hebben soms een wazige rand of tonen een beperkt sleepspoor. LG biedt met Motion Pro verschillende opties om dat te elimineren, maar introduceren op hun beurt juist weer andere problemen, dus deze functie kun je beter uit laten staan. Heb je een hekel aan schokken in het beeld wanneer de camera snel beweegt, activeer dan de Trumotion-functie. Zeker voor sport is dat prettig, maar voor film blijft het vaak een kwestie van smaak.

Degelijke audio

De QNED91 is uitgerust met een 2.2-systeem van 40 watt, en ondersteuning voor Dolby Atmos en DTS:X. Onze filmfragmenten klonken prima met een aangename warme klank en een vleugje ruimtelijkheid. Die echte surround sound-ervaring kan je uit dit soort systeem niet halen, zelfs niet met ondersteuning voor de modernste audioformaten. Dat AI niet altijd de juiste resultaten geeft, werd hier bevestigd. De tv heeft een AI-Pro mode voor geluid, maar die klonk erg slecht, zeker voor muziek. In de muziek audiomode konden we het resultaat wél waarderingen, als loop je daar wel tegen beperkingen aan wanneer je voor hardere muziekgenres zoals metal kiest. Met het volume op ongeveer driekwart hoor je de woofer trillen in het chassis en gaat de bas uit de bocht. Al bij al een degelijk resultaat, in lijn met deze categorie. 

WebOS 24, helaas met reclame

De smart tv-omgeving van LG, WebOS, heeft veel goede punten. Zo vind je nagenoeg alle streaming-apps op dit platform, zowel internationaal als lokaal. Daarnaast heeft LG op de 2024-versie van webOS naast Airplay 2 ook Google Cast geïmplementeerd zodat je vanaf je smartphone, Android of iOS, moeiteloos content naar de tv kunt streamen. Apps en andere functies zijn gegroepeerd in zogeheten Quick Cards, zodat je gemakkelijk bepaalde functies kunt terugvinden.

©Eric Beeckmans | ID.nl

Er zijn Quick Cards voor Thuis-hub, Sport, Thuiskantoor, Games, Muziek, Toegankelijkheid en sinds kort ook voor Leren en Groeien. De lay-out van WebOS zelf is vrij eenvoudig en ook redelijk compact zodat je niet nodeloos hoeft te scrollen om iets te vinden. De Magic Remote van LG waarmee je een cursor bestuurt door naar het scherm te wijzen blijft ook een belangrijke factor in het gebruiksgemak. Aangezien smart tv-platformen nog steeds evolueren is het ook erg fijn om te weten dat LG nu vijf jaar lang de nieuwste versie van WebOS op je tv belooft te plaatsen. In dit overzichtsartikel vind je alle info over webOS.

Toch heeft LG wat ons betreft een foute beslissing genomen. De fabrikant toont namelijk nu reclame op het Home-scherm, en die reclame is in tegenstelling tot bij andere fabrikanten niet beperkt tot content, maar kan bijvoorbeeld ook een sportwinkel of automerk tonen. Dat is echt wel het laatste wat we willen. Zelfs de screensaver kan reclame tonen (al zagen daar gelukkig alleen LG’s eigen LG Channel-dienst). Je kunt de reclame uitschakelen via de instellingen, iets dat we dan ook van harte aanraden.

Conclusie

De 65QNED91T6A kan zijn miniled-beloftes niet echt waarmaken. Het aantal zones in de achtergrondverlichting is vrij laag, waardoor er maar een beperkte verbetering van het contrast is. Ook op het gebied van piekhelderheid scoort hij niet overdreven goed. Als we naar concurrenten in deze categorie kijken, zoals Hisense of TCL, dan bieden die meer zones, beter contrast en meer piekhelderheid. LG slaat de plank verder ook mis door reclame op het Home-scherm toe te laten, dat zetten we onverbiddelijk uit.

Ondanks die beperking levert de tv nog voldoende contrast en piekhelderheid, en gecombineerd met een ruim kleurbereik en zeer goede beeldverwerking levert dat alsnog erg mooie beelden. De tv is op zijn best in verlichtte woonkamer. Hij ondersteunt Dolby Vision, maar geen HDR10+. LG vangt dat uitstekend op door zijn eigen dynamische tone mapping. Dat illustreert dat goede beeldverwerking net zo belangrijk als puur contrast of piekhelderheid. WebOS is een prima smart tv-systeem met ruim aanbod apps en functies en nu ook met de garantie voor vijf jaar nieuwe versies voor het OS. De prijs is wat ons betreft echter nog iets te hoog.