ID.nl logo
Test: 6 RTX 4070 Super-videokaarten: dé midrange-kaart van 2024
Huis

Test: 6 RTX 4070 Super-videokaarten: dé midrange-kaart van 2024

Onlangs heeft Nvidia de videokaarten RTX 4070 Super, 4070 Ti Super en 4080 Super gelanceerd. Dit zijn nieuwe versies van de RTX 4070, 4070 Ti en 4080, met iets betere specificaties en/of prijzen en vooral de belofte om weer wat meer waar voor je geld te bieden. Normaliter zijn midgeneratie-refreshes niet de meest spannende lanceringen, maar in een markt met enorme prijsstijgingen in de afgelopen jaren én een gebrek aan serieuze concurrentie is elke positieve beweging welkom.

In dit artikel vergelijken we zes RTX 4070 Super-videokaarten:

  • Nvidia GeForce RTX 4070 Super Founders Edition
  • Inno3D GeForce RTX 4070 Super Twin X2
  • ASUS Dual GeForce RTX 4070 Super OC
  • Gigabyte GeForce RTX 4070 Super Windforce OC
  • Gigabyte GeForce RTX 4070 Super Aero OC
  • ASUS TUF Gaming GeForce RTX 4070 Super OC

Leuk om te lezen! Zelf je pc bouwen? Met deze behuizingen doe je er een strik omheen

Toegegeven, de verwachtingen bij nieuwe videokaarten zijn sinds de pandemie niet enorm hoog. Er is de laatste jaren wel degelijk vooruitgang geboekt als het gaat om prestaties, efficiëntie en mogelijkheden, maar die gingen gepaard met bijna evenredige prijsverhogingen. De RTX 3000-serie was dankzij de pandemie vooral extreem duur, de RTX 4000-serie leunde vooral op één nieuwe mogelijkheid in de vorm van frame generation, maar bracht in de gangbare prijsklassen tot 1000 euro geen enorme vooruitgang. De enige videokaart waar we echt enorm enthousiast van werden, was de bijna 2000 euro kostende RTX 4090.

Lees hier onze bevindingen: Test: Nvidia GeForce RTX 4090 - De ultieme videokaart

Voor een deel hebben we de stagnatie in prijs en prestatie aan onszelf te wijten. We hebben fabrikanten tijdens de pandemie laten zien dat we de veel duurdere modellen toch wel kopen. Deels zal het ook te maken hebben met een gebrek aan concurrentie en alternatieven. Kijken we naar de Steam Survey van maart 2024, dan neemt Nvidia de eerste 15 plekken in. De eerste discrete AMD-gpu vinden we pas op plek 31, alleen geïntegreerde graphics hebben nog een significant aandeel. Kortom: Nvidia domineert de markt voor videokaarten. De laatste keer dat een monopolie goed voor consumenten bleek, kunnen we ons niet voor de geest halen.

Beter dan verwacht

Hoewel de verwachtingen van de Super-upgrades vooraf niet enorm hoog waren, wist specifiek de RTX 4070 Super ons toch positief te verrassen. De originele RTX 4070 stond al niet slecht in de markt. De directe tegenhangers van AMD boden slechts een iets betere prijs-prestatieverhouding, terwijl Nvidia significant efficiënter is én meer mogelijkheden biedt. De RTX 4070 Super doet er nog een aardig schepje bovenop. Zo krijg je voor dezelfde prijs 20 procent meer cores, wat neerkomt op zo’n 18 procent meer prestaties (in een situatie waar de gpu de beperkende factor is). Dat is een vergelijkbare stap vooruit als de RTX 4070 ten opzichte van de RTX 3070.

Om dat te bereiken, is wel het energieverbruik met ongeveer 10 procent toegenomen, maar het resultaat is een videokaart die zowel sneller als energiezuiniger is dan zijn AMD-tegenhanger, de Radeon RX 7800 XT.

Ook in absolute getallen is de RTX 4070 Super gewoon een aantrekkelijk product. In de 40 games die wij hebben getest, zien we 39 games 100 fps of meer opleveren op 1080p en 36 games 90 fps of meer opleveren op 1440p. Zelfs in de zwaarste games van dit moment mag je dat soort resultaten verwachten, terwijl we in de lichtste games zien dat er optimaal gebruik kan worden gemaakt van monitors met een extra hoge verversingssnelheid. Dit is wat de RTX 4070 Super een capabele en redelijk toekomstbestendige videokaart maakt.

Nvidia vernieuwt zowel de RTX 4070 als 4080 met een Super-variant.

Dezelfde mogelijkheden en voorsprong

De unieke mogelijkheden van Nvidia spelen hierbij ook een rol. Die zijn niet anders dan bij de eerdere RTX 4000-kaarten, maar wegen nog altijd zwaar bij een vergelijking met de concurrentie. Zo zijn de prestaties in raytracing aanzienlijk beter, iets wat tegenwoordig ook daadwerkelijk in tientallen games terug te vinden is. Ook DLSS-upscaling is inmiddels zo ingeburgerd dat het pas opvalt wanneer een game dit nadrukkelijk niet ondersteunt.

Kwalitatief is DLSS-upscaling een stap verder dan AMD’s FSR, wat de sterke positie van de 4070 Super voor 1440p-gaming enkel sterker maakt. Er is op 1440p en hoger eigenlijk maar zelden een reden om DLSS niet te gebruiken voor betere prestaties en een lagere latency.

Ook Frame Generation blijft een interessante mogelijkheid van Nvidia-producten, al gebruik je deze techniek (die extra frames genereert) het liefst alleen incidenteel. Zo blijft het een fijne technologie om specifieke problemen op te lossen, denk aan cpu-bottlenecks in Flight Simulator. Frame Generation gaat echter ten koste van latency en geeft soms wat visuele artifacten die niet wenselijk zijn. Maar je hebt de keuze, en ook hier geldt: vooralsnog loopt Nvidia een paar stappen voor op de concurrentie.

Genoeg te wensen

Dit alles wil niet zeggen dat de RTX 4070 Super niets te wensen over laat. We hadden graag gezien dat het geheugen uitgebreid zou worden tot 16 gigabyte ten opzichte van de 12 GB die reeds op de RTX 4070 zat. Ook 4K-gaming blijft wat krap op een 4070 Super. Met DLSS-upscaling (feitelijk een 1080p tot 1440p interne renderresolutie, maar dan opgeschaald naar 4K) kun je prima uit de voeten, maar de resultaten in de zwaarste games van dit moment laten duidelijk zien dat een RTX 4070 Ti of RTX 4080 Super daar eigenlijk gewenst zijn.

En bovenal, de relatief gunstige positie van de RTX 4070 Super in de markt neemt niet weg dat je nog altijd 640 euro of meer kwijt bent voor het genoegen van de midrange-ervaring. Daar waar je enkele jaren terug met dit bedrag praktisch een topmodel kon aanschaffen. De definitie van een midrange-videokaart is helaas officieel naar dit prijspunt opgeschoven.

Mocht je voor een RTX 4070 Super willen gaan, dan kun je kiezen uit verschillende modellen. We hebben zes populaire modellen voor je vergeleken. Vier modellen die de adviesprijs volgen en twee luxere uitvoeringen met een meerprijs. 

Nvidia GeForce RTX 4070 Super Founders Edition

De Nvidia Founders Edition is een prachtige, compacte en elegante kaart. De kaart is, net als zijn voorgangers, grotendeels uit metaal vervaardigd, maar is nu mat zwart. Dat ziet er echt fantastisch uit. Het is ook een van de compactere kaarten, met een lengte van slechts 24 cm en een dikte van exact 2 sloten, wat hem compatibel maakt met de meeste behuizingen.

Extra mogelijkheden die je soms op andere kaarten vindt, ontbreken. De Founders Edition heeft als enige taak om de basis te vormen voor reviews en andere benchmarks. En dat doet hij ook keurig: niet te luid, alle temperaturen netjes en ruim binnen de marges, niets op aan te merken. Grotere kaarten zijn soms nog wat stiller of koeler, maar deze basis laat weinig te wensen over.

Wat wel absoluut een minpunt is, is de beschikbaarheid. Nvidia Founders Editions zijn notoir lastige kaarten om te kopen, waardoor de theoretische adviesprijs van 669 euro in de praktijk helaas weinig betekent. Het blijft echter een uitstekende optie als je hem wel weet te vinden. 

Pluspunten

  • Prachtig design

  • Keurige koelprestaties

  • In theorie een lage prijs

Minpunten

  • Lastig verkrijgbaar

Adviesprijs

€ 669,-

Founders Edition

Laat weinig te wensen over

Inno3D GeForce RTX 4070 Super Twin X2

De Inno3D Twin X2 is ook een opvallend compacte kaart die slechts 25 centimeter lang en 2 sloten dik is. Daarmee is ook deze kaart compatibel met veel behuizingen. De bouw en afwerking is niet zo chic als de Nividia Founders Edition, maar met een metalen backplate voelt hij toch meer dan prima aan.

Waar Inno3D punten mee scoort, is dat deze kaart wèl beschikbaar is in winkels, eveneens een lage adviesprijs heeft en zelfs voor minder dan de adviesprijs te koop is. Het is de goedkoopste 4070 Super van dit moment en alleen al om die reden enorm interessant.

De lage prijs resulteert niet in mindere prestaties of matige temperaturen, maar hij is wel net wat luider dan de Founders Edition en de eveneens betaalbare ASUS Dual OC. Niet overdreven luid, maar wel hoorbaar en daarmee duidelijk de wat minder efficiënte koeler. Als dat geen bezwaar is, en je vindt de RTX 4070 Super al duur genoeg, dan is de Inno3D Twin X2 er absoluut één om te overwegen.

Pluspunten

  • Goedkoopste kaart

  • Prestaties gewoon goed

Minpunten

  • Net wat luider dan de rest

Adviesprijs

€ 639,-

Verschillen in prestaties Traditioneel vergelijken we verschillen in spelprestaties, maar de laatste jaren zijn de verschillen tussen kaarten met dezelfde chip steeds kleiner geworden. Alle kaarten klokken zichzelf tegenwoordig ruim voorbij hun officiële specificaties, waardoor ook een OC-toevoeging eigenlijk weinig meer zegt.

Dat is ook bij deze kaarten het geval, met nog geen 2 procent verschil in in-game-fps tussen de zes kaarten. Die 2 procent is in deze specifieke data een redelijke foutmarge die je kunt verwachten als je meerdere keren dezelfde kaart test. Je mag er dan ook van uit gaan dat je geen merkbaar verschil zult ervaren in de gameprestaties tussen al deze kaarten.

ASUS Dual GeForce RTX 4070 Super OC

Ook ASUS verkoopt een kaart voor de adviesprijs, in de vorm van de Dual GeForce RTX 4070 Super OC. Dit is eveneens een twee fan-model, maar dan met iets grotere fans, wat het een iets grotere kaart maakt. Dit model is net wat breder en dikker, waardoor hij ongeschikt is voor kleine computerkasten waar je geen videokaarten van meer dan twee sloten in kwijt kunt.

Heb je die ruimte wel, dan presteert de Dual OC prima. Hij is merkbaar stiller dan de Founders Edition en de Twin X2, zonder dat daar echt een serieus nadeel aan zit. Deze kaart is namelijk net zo koel, snel en zuinig als de rest. Alleen de geheugentemperatuur loopt iets hoger op, maar blijft alsnog ver van problematische limieten.

Er zit zelfs een Dual BIOS-mogelijkheid op, hiermee kun je hem in theorie nog wat stiller afstellen. Het voegt niet veel toe aan de prestaties, maar geeft hem net wel het extra bonusje in dit segment.

Pluspunten

  • Goede prestaties

  • Aangenaam stil

  • Geen meerprijs

  • Dual BIOS

Minpunten

  • Iets groter formaat

Adviesprijs

€ 669,-

ASUS Dual OC

Prima presterende videokaart

Gigabyte GeForce RTX 4070 Super Windforce OC

De Gigabyte Windforce OC is eveneens een model met de adviesprijs van 669 euro, maar Gigabyte pakt het iets anders aan. Ze kiezen voor een opstelling met drie fans, maar met kleinere fans blijft het alsnog een relatief compact model van 26 centimeter en iets meer dan twee sloten dik. Net als de Dual is hij hiermee minder geschikt voor de kleinere pc-kasten.

De opbouw is relatief eenvoudig: een metalen backplate en plastic shroud. Verder zijn er geen noemenswaardige onderscheidende eigenschappen toegevoegd, zoals je van adviesprijsmodellen verwacht. Dat betekent echter ook dat het bij dit model vooral om de prestaties en prijs gaat. In absolute termen zijn die prima: hij is even rap als de rest, blijft koel en is niet overdreven luid. Maar het feit dat hij net wat luider is dan de Twin X2 en significant luider dan de Dual, laat weinig argumenten over waarom je voor deze kaart zou gaan. Een voorkeur voor het merk of de uitstraling zou kunnen, maar eigenlijk zou dit model een paar tientjes goedkoper moeten zijn.

Pluspunten

  • Prima koelprestaties

  • Niet overdreven luid

  • Geen meerprijs

Minpunten

  • Andere kaarten zijn stiller

Adviesprijs

€ 669,-

Dezelfde aansluitingen Eén ding hebben alle zes de kaarten met elkaar gemeen: de aansluitingen. Allemaal gebruiken ze de nieuwe 12VHPWR-aansluiting om de kaart van stroom te voorzien. Deze tref je aan op moderne voedingen (veelal ATX 3.0 spec), maar er zit ook een adapter bij elke kaart waarmee je hem via twee ouderwetse 8pins-aansluitingen kunt voeden.

Ook achterop zijn ze gelijk. Alle zes de kaarten komen met drie keer een DisplayPort 1.4- en één HDMI 2.1-aansluiting.

Gigabyte GeForce RTX 4070 Super Aero OC

De Aero OC van Gigabyte zet wat hoger in en dat is meteen duidelijk. De Aero OC is een forse, 30 cm lange kaart die bijna drie PCIe-sloten dik is en nog eens extra opvalt met zijn wit-zilveren kleurstelling. Ook krijg je er wat extra’s bij, zoals een extra BIOS, RGB-verlichting en een extra jaar garantie. Nu is de kans op een defecte gpu niet heel groot, maar deze extra zekerheid vinden we wel meerwaarde bieden. Het grotere formaat gaat gepaard met een hoger gewicht en meer koelingscapaciteit, wat resulteert in betere prestaties dan de eerder besproken modellen. In het standaard-BIOS is de Aero OC extreem koel, maar ook onnodig luid (circa 39 dB). In het tweede BIOS is de koeler keurig stil (32 dB) en nog altijd erg koel, dus ons advies is het tweede BIOS direct te activeren.

Het nadeel is de meerprijs, die is zo’n 70 euro boven op de adviesprijs en zo’n 100 euro duurder dan de goedkoopste 4070 Supers op de markt. Daar valt vermoedelijk mee te leven als je een indrukwekkende pc met een wit thema bouwt, maar het brengt deze kaart wel in de richting van de RTX 4070 Ti Super-kaarten. Die zijn vanaf circa 860 euro te koop en significant sneller.

Pluspunten

  • Fysiek indrukwekkend

  • Uitstekende prestaties

  • Extra jaar garantie

  • Dual BIOS

Minpunten

  • Meerprijs

  • Standaard-BIOS onnodig luid

Adviesprijs

€ 739,-

Gigabyte Aero OC

Langer, luxer en duurder

ASUS TUF Gaming GeForce RTX 4070 Super OC

Deze premium ASUS-kaart volgt voor een deel hetzelfde patroon als de Gigabytes Aero OC. De TUF Gaming OC is eveneens fors, 30 centimeter lang en bijna drie sloten dik, maar ASUS kies ervoor om niet alleen de backplate, maar ook de hele shroud van metaal te maken. Dat zorgt voor een uitstekende eerste indruk, al merk je daar na de installatie vermoedelijk weinig meer van.

De TUF Gaming OC heeft direct uit de doos de beste afstelling. Het standaard-BIOS is de stilste van allemaal, nipt (meetbaar, niet merkbaar) stiller dan de Aero OC in de stille stand, met nog altijd uitstekende koelprestaties. Het tweede stille BIOS op de ASUS is eigenlijk overbodig, aangezien de kans groot is dat andere onderdelen meer geluid maken. Alsnog is het een leuke extra voor een open pc op je bureau waarbij een écht onhoorbare kaart gewenst is.

De prijs is echter het struikelblok bij deze kaart. Hij kost nog wat meer dan de Aero OC en een groot deel van je geld gaat richting het luxere design en meer metaal; zaken waar je tijdens het gamen weinig van merkt. Terwijl ook hier een vergelijkbare meerprijs je een echte performance-upgrade oplevert. Maar mocht de meerprijs in de toekomst wat meer bescheiden zijn, dan haal je hier één van de betere kaarten mee in huis.

Pluspunten

  • Fysiek indrukwekkend

  • Uitstekende prestaties

  • Nagenoeg onhoorbaar

  • Dual BIOS

Minpunten

  • Meerprijs

Adviesprijs

€ 754,-

Conclusie

De RTX 4070 Super heeft een heldere positie in de markt, maar dankzij het relatief lage stroomverbruik is er weinig ruimte voor de fabrikanten om zich te onderscheiden. Zelfs instapmodellen kunnen deze chip eenvoudig koel en stil houden. De koelers op de duurdere modellen presteren weliswaar beter, maar die hikken wat prijs betreft dan weer tegen de (snellere) RTX 4070 Ti Super aan.

Technisch gezien zijn de Gigabyte Aero OC en ASUS TUF Gaming OC de beste kaarten in deze test. De Best getest-award geven we aan Gigabyte, vanwege de iets lagere prijs en de extra garantie. Dit achten we iets waardevoller dan het betere materiaalgebruik van ASUS.

Het zijn echter de goedkopere kaarten waar we zelf ons geld aan uit zouden geven; de 4070 Super is immers al duur genoeg. Nvidia’s eigen Founders Edition is de meest begeerlijke kaart, maar is in de praktijk zelden te koop. Dit maakt het vooral een strijd tussen de ASUS Dual OC en de Inno3D Twin X2. De Inno3D is momenteel de goedkoopste én compactste, maar als je toch al 600 euro of meer uitgeeft aan je videokaart, vinden we een paar tientjes voor een duidelijk stillere kaart met een extra BIOS geen onredelijke extra uitgave. De redactietip gaat daarom naar de ASUS Dual OC, maar let vooral op de daadwerkelijke prijzen. Je maakt met geen van de geteste kaarten echt een foute keuze.

De tabel met alle testresultaten op een rijtje. Klik op de afbeelding voor een grotere weergave.

▼ Volgende artikel
Vrijstaande vaatwasser later inbouwen: wat zijn de mogelijkheden?
© ID.nl
Huis

Vrijstaande vaatwasser later inbouwen: wat zijn de mogelijkheden?

Bij een inbouwkeuken zijn de meeste apparaten netjes weggewerkt. Een vaatwasser bijvoorbeeld is dan al voor je ingebouwd en door middel van een opzetdeur onzichtbaar van buitenaf. Maar wat nou als je een vrijstaande vaatwasser hebt, kun je die dan alsnog inbouwen in je bestaande keuken? Dit zijn de mogelijkheden.

Wil je dat je vaatwasser netjes opgaat in de rest van je keuken? Dan kun je ‘m inbouwen. zodat het er wat strakker uitziet. Je leest hoe je de ruimte voorbereidt, de water- en afvoeraansluiting maakt en hoe je het apparaat goed op z’n plek zet.

©ID.nl

De voorbereiding: meten is weten

Voordat je überhaupt begint met boren, zagen of sjouwen, is het slim om te bedenken waar je de vaatwasser precies wilt hebben. De meest logische plek is onder het aanrecht, het liefst zo dicht mogelijk bij de waterleiding en afvoer. Meestal haal je een keukenkastje weg om ruimte te maken. Let er wel op dat de vaatwasser daar ook echt past. Meet dus goed de hoogte, breedte en diepte van de plek waar hij moet komen. Houd altijd een beetje speling, zodat je de machine kunt schuiven en stellen.

Standaardmaten

Een vaatwasser heeft standaard afmetingen. Zo is de hoogte tussen de 80 en 86,5 centimeter en zijn vaatwassers 45 of 60 centimeter breed. Controleer bij jouw keuken of jouw vaatwasser past in een van de ruimtes onder het aanrecht. Als een niet-standaard keuken hebt, bijvoorbeeld eentje van een wat oudere huurwoning die specifiek voor de woning is gemaakt, moet je extra controleren of een vaatwasser in jouw keuken past. Ook voor keukens van IKEA geldt vaak een afwijkend formaat.

Als er geen aparte kraan is in de buurt van de nieuwe plek voor de vaatwasser, dan moet je die nog aanleggen. Ook de afvoer moet geschikt zijn. Sommige sifons onder de gootsteen hebben al een aansluiting voor een vaatwasser, maar dat is niet altijd zo. In dat geval zul je de sifon moeten vervangen. Een sifon met een aparte aansluiting is te koop bij de meeste bouwmarkten. Tot slot is een geaard stopcontact nodig, liefst op dezelfde groep als de andere keukenapparaten.

De wateraansluiting maken

Als je al een kraan in de buurt hebt met een aansluiting voor een wasmachine of vaatwasser, dan ben je snel klaar. Je hoeft dan alleen maar de slang van de vaatwasser op de kraan te draaien. Zorg dat je dit stevig doet en gebruik eventueel teflontape op de schroefdraad om lekkage te voorkomen. Controleer of de aansluiting niet lekt door de kraan voorzichtig open te draaien.

©Mark Gamble

Een vaatwasser aansluiten kun je zelf, maar als je hier niet zo handig in bent, kun je het ook een loodgieter laten doen.

Heb je nog geen geschikte kraan, dan moet je die eerst laten installeren. Bij voorkeur laat je dat soort werkzaamheden uitvoeren door een loodgieter of installateur, maar als je zelf handig bent met water(leidingen) zou je het ook zelf kunnen doen.

Je sluit eerst de hoofdkraan af en laat je de leidingen leeglopen. Vervolgens snijd je een stuk uit de bestaande leiding, bijvoorbeeld met een pijpsnijder, en plaats je een T-stuk. Op dat T-stuk monteer je een extra leidingstuk naar een muurplaat, waar de nieuwe kraan op komt. Zorg dat je alles goed vastzet en gebruik teflontape om de schroefdraad waterdicht te maken. Als alles aangesloten is, kun je de hoofdkraan weer openen en controleer je of alles droog blijft.

Zelf aansluiten: mag dat eigenlijk?

Je mag een vaatwasser zelf installeren; hiervoor is het niet verplicht om een gecertificeerde installateur in te schakelen. Houd er echter rekening mee dat als je zelf de aansluiting verzorgt en er ontstaat schade, je mogelijk geen aanspraak kunt maken op garantie. Daarnaast kan de verzekeraar besluiten niet uit te keren als blijkt dat de installatie niet volgens de geldende voorschriften is uitgevoerd. Controleer daarom altijd goed de voorwaarden van zowel de leverancier als je verzekering voordat je zelf aan de slag gaat.

De afvoer aansluiten op de sifon

Een vaatwasser pompt vuil water weg, en dat moet netjes worden afgevoerd. De makkelijkste manier is via de sifon onder de gootsteen. Heeft jouw sifon nog geen aansluiting voor een vaatwasser, dan kun je die vervangen door een model dat er wél een heeft.

©by_r@mann

Op deze manier kun je de afvoer van je vaatwasser aansluiten op de sifon van de gootsteen.

De afvoerslang van de vaatwasser steek je vervolgens in de opening van de sifon. Die opening is vaak voorzien van een dopje dat je eerst moet verwijderen. De slang moet een stukje in de aansluiting worden geschoven, meestal zo’n tien tot vijftien centimeter. Daarna draai je er een slangklem omheen om te voorkomen dat de slang losschiet. Let goed op dat de slang niet knikt en nergens tegen scherpe randen aankomt. De afvoer moet namelijk vrij kunnen doorlopen, anders krijg je lekkage of een foutmelding van het apparaat.

Elektriciteit en veiligheid

De vaatwasser heeft stroom nodig, dus er moet een geaard stopcontact in de buurt zijn. Idealiter bevindt zich dat in hetzelfde keukendeel, zodat je de stekker zonder verlengsnoeren kunt aansluiten. Is er geen geschikt stopcontact, dan kun je overwegen om er een te laten aanleggen. Dat moet altijd door een erkend elektricien gebeuren, zeker in ruimtes met veel vocht zoals in keukens. Gebruik geen stekkerdozen of verlengsnoeren, want die zijn niet geschikt voor apparaten met een hoog vermogen. Zorg er ook voor dat de vaatwasser op een aparte groep zit als je al veel andere keukenapparaten hebt. Denk aan de oven, magnetron of koelkast. Die trekken allemaal veel stroom, en overbelasting kan gevaarlijk zijn.

©Tomasz - stock.adobe.com

Vaatwasser plaatsen

Nu de aansluitingen in orde zijn, kun je de vaatwasser op z’n plek schuiven. Doe dit voorzichtig, zeker als de aansluitingen aan de achterkant zitten. Laat voldoende ruimte over zodat je de slangen niet klemt of knikt tijdens het schuiven. Het is handig om iemand anders te laten meekijken naar de slangen terwijl je de machine op zijn plek zet.

Zodra de vaatwasser staat, stel je ‘m waterpas af. Aan de voorkant zitten meestal twee verstelbare pootjes die je kunt draaien. Sommige modellen hebben ook een verstelbare achterpoot, die je via de voorkant kunt bijstellen met een schroevendraaier. Een goede waterpas plaatsing is belangrijk: als de machine scheef staat, kan er water blijven staan of loopt het afwasprogramma niet goed.

©ID.nl

Met de stelpoten kun je de vaatwasser waterpas zetten.

Controleer ook of de voorkant van de vaatwasser mooi aansluit bij de rest van je keuken. Bij een vrijstaand model dat je inbouwt, kan het zijn dat de voorkant iets uitsteekt.

Heb je nog geen vaatwasser, maar wil je er eentje en wil je deze ook inbouwen? Kies dan meteen voor een inbouwvaatwasser. Op die manier kun je de vaatwasser meteen voorzien van een passend front, zodat je hem goed kunt wegwerken.

Ga je een nieuwe keuken kopen? Dan wordt er afhankelijk van je wensen al rekening gehouden met de plek voor een vaatwasser of andere inbouwapparatuur.

De test: werkt alles zoals het hoort?

Voordat je je eerste volle vaat draait, is het slim om eerst een proefprogramma te laten draaien. Zet de kraan volledig open, sluit de deur van de vaatwasser, en kies een kort programma, bijvoorbeeld spoelen of voorwas. Let goed op tijdens het draaien: hoor je vreemde geluiden? Zie je water weglekken? Dan zit er misschien iets niet goed aangesloten.

©Monkey Business Images

Draai een testprogramma om te zien of alles goed werkt en er geen lekkages zijn.

Na afloop van het programma controleer je alle aansluitingen nog een keer. Zijn de slangen droog? Is er geen water op de vloer? Werkt het apparaat zoals het hoort? Dan ben je klaar en kun je de vaatwasser voortaan zorgeloos gebruiken.

Afwerking met frontjes en panelen

Wil je je vaatwasser mooi laten aansluiten bij de rest van je keuken, dan denk je al snel aan een frontje of paneel. Maar bij een vrijstaand model is dat niet altijd mogelijk. Die zijn namelijk ontworpen om los te staan en hebben vaak geen stevige deurconstructie of bevestigingspunten voor een kastfront. Bovendien zit het bedieningspaneel aan de voorkant, dus als het al mogelijk is om een frontje te plaatsen, dan dek je daarmee het bedieningspaneel af en dat heeft natuurlijk geen zin.

Toch kun je een vrijstaande vaatwasser netjes inbouwen. Bij sommige modellen kun je de bovenplaat verwijderen, waardoor hij onder het aanrecht past. Door hem tussen twee kastjes te plaatsen en de zijkanten af te werken met panelen, oogt het al veel rustiger. Let er wel op dat er genoeg ruimte overblijft voor ventilatie.

Je kunt niet zomaar iedere vrijstaande vaatwasser inbouwen, vanwege het bedieningspaneel aan de voorzijde.

Bij modellen die wél geschikt zijn voor frontmontage kun je een frontpaneel met schroeven aan de deur bevestigen. Gebruik hiervoor de boormal of instructie uit de handleiding. Zorg ook dat de onderkant mooi aansluit bij de plint van je keuken, en werk de zijkanten af met passende panelen als dat nodig is. Ook zonder een echt kastfront kun je dus een vrijstaand model strak laten inbouwen. Met een beetje aandacht voor afwerking ziet het er al snel netjes en passend uit.

Tot slot

Een vrijstaande vaatwasser inbouwen is goed te doen, ook als je geen ervaren klusser bent. Het belangrijkste is dat je rustig de tijd neemt, alles goed opmeet, en stap voor stap werkt. Zorg voor veilige aansluitingen, plaats het apparaat waterpas en controleer of alles goed werkt. Met een paar uur werk heb je dan een strakke keuken en kun je jarenlang genieten van een mooi weggewerkte vaatwasser.

Vraag een offerte aan voor een elektricien :

▼ Volgende artikel
Gamescom: Samsung zet nieuwe Odyssey-monitors en brilvrije 3D in de schijnwerpers
© Samsung
Huis

Gamescom: Samsung zet nieuwe Odyssey-monitors en brilvrije 3D in de schijnwerpers

Samsung heeft op het gamingevenement Gamescom 2025 in Keulen een aantal nieuwe producten wereldkundig gemaakt. Het bedrijf presenteerde onder meer twee nieuwe Odyssey G7-monitors en liet daarnaast de nieuwste ontwikkelingen op het gebied van brilvrij 3D zien. Daarmee geeft Samsung een beeld van de richting waarin het zijn monitorlijn en gamingtechnologie verder ontwikkelt.

Nieuwe G7-monitoren: meer scherm, meer snelheid

De Odyssey G7-lijn krijgt uitbreiding met een 37-inch model met 4K-resolutie en een 40-inch ultrawide scherm met 5K2K-resolutie. Beide modellen zijn ontwikkeld voor next-gen gaming, met hoge verversingssnelheden, HDR10+ Gaming en ondersteuning voor FreeSync Premium Pro. Ze beschikken bovendien over slimme extra’s zoals Picture-in-Picture en CoreSync-verlichting die zich aanpast aan de actie op het scherm. Voor gamers betekent dit haarscherpe beelden, vloeiende actie en een scherm dat ook geschikt is voor multitasking en streaming.

Op de beursvloer laat Samsung bezoekers de nieuwe monitoren zelf ervaren met de game Genshin Impact, waarbij vooral het enorme 40-inch ultrawide model indruk maakt. De G7’s zijn inmiddels verkrijgbaar in Korea en de VS; Europa volgt in september.

©Samsung

Brilvrije 3D groeit door

Minstens zo opvallend is de aandacht voor de Odyssey 3D, Samsungs monitor die diepte-effecten kan tonen zonder dat daar een bril voor nodig is. Op Gamescom zijn onder andere de games Stellar Blade en Mongil: Star Dive in dit formaat te spelen. Het bijzondere van deze technologie is dat de 3D-weergave zich aanpast aan de game en zelfs instelbaar is voor de speler. Daardoor ontstaat een extra laag beleving die volgens Samsung de manier waarop we gamen ingrijpend kan veranderen.

De Odyssey 3D Hub, Samsungs eigen platform voor 3D-content, groeit intussen gestaag. Het aanbod telt nu ruim 25 titels en moet tegen het eind van het jaar boven de 50 games uitkomen, met grote namen als Lies of P: Overture en opnieuw Stellar Blade.

©Samsung

Oledmonitors voor topgames

Tot slot zet Samsung zijn oledmonitors stevig in de etalage. Bij de stand van World of Warcraft draaien tientallen pc's op de Odyssey OLED G6, een scherm dat razendsnel ververst (tot 500 Hz). Ook de game Crimson Desert van Pearl Abyss schittert op een combinatie van de G6 en de grotere Odyssey OLED G8 met 4K-resolutie en 240 Hz. Hiermee laat Samsung zien dat het voor zowel competitieve e-sporters als liefhebbers van grafisch uitgebreide werelden de ideale hardware in huis heeft.

Wat betekent dit voor gamers?

Met de introductie van de 40-inch 5K2K-monitor geeft Samsung gamers meer ruimte dan ooit. De beeldscherpte en verversingssnelheid maken dit scherm een serieuze optie voor wie helemaal in zijn game wil verdwijnen. Het idee van brilvrije 3D bewijst dat er naast hogere resoluties en snellere panelen nog steeds ruimte is voor nieuwe manieren van beleving. En wie puur op zoek is naar snelheid of contrast, vindt dat nu ook terug in de oledmodellen die op de beursvloer te zien zijn.