ID.nl logo
Test: 6 RTX 4070 Super-videokaarten: dé midrange-kaart van 2024
© NVIDIA
Huis

Test: 6 RTX 4070 Super-videokaarten: dé midrange-kaart van 2024

Onlangs heeft Nvidia de videokaarten RTX 4070 Super, 4070 Ti Super en 4080 Super gelanceerd. Dit zijn nieuwe versies van de RTX 4070, 4070 Ti en 4080, met iets betere specificaties en/of prijzen en vooral de belofte om weer wat meer waar voor je geld te bieden. Normaliter zijn midgeneratie-refreshes niet de meest spannende lanceringen, maar in een markt met enorme prijsstijgingen in de afgelopen jaren én een gebrek aan serieuze concurrentie is elke positieve beweging welkom.

In dit artikel vergelijken we zes RTX 4070 Super-videokaarten:

  • Nvidia GeForce RTX 4070 Super Founders Edition
  • Inno3D GeForce RTX 4070 Super Twin X2
  • ASUS Dual GeForce RTX 4070 Super OC
  • Gigabyte GeForce RTX 4070 Super Windforce OC
  • Gigabyte GeForce RTX 4070 Super Aero OC
  • ASUS TUF Gaming GeForce RTX 4070 Super OC

Leuk om te lezen! Zelf je pc bouwen? Met deze behuizingen doe je er een strik omheen

Toegegeven, de verwachtingen bij nieuwe videokaarten zijn sinds de pandemie niet enorm hoog. Er is de laatste jaren wel degelijk vooruitgang geboekt als het gaat om prestaties, efficiëntie en mogelijkheden, maar die gingen gepaard met bijna evenredige prijsverhogingen. De RTX 3000-serie was dankzij de pandemie vooral extreem duur, de RTX 4000-serie leunde vooral op één nieuwe mogelijkheid in de vorm van frame generation, maar bracht in de gangbare prijsklassen tot 1000 euro geen enorme vooruitgang. De enige videokaart waar we echt enorm enthousiast van werden, was de bijna 2000 euro kostende RTX 4090.

Lees hier onze bevindingen: Test: Nvidia GeForce RTX 4090 - De ultieme videokaart

Voor een deel hebben we de stagnatie in prijs en prestatie aan onszelf te wijten. We hebben fabrikanten tijdens de pandemie laten zien dat we de veel duurdere modellen toch wel kopen. Deels zal het ook te maken hebben met een gebrek aan concurrentie en alternatieven. Kijken we naar de Steam Survey van maart 2024, dan neemt Nvidia de eerste 15 plekken in. De eerste discrete AMD-gpu vinden we pas op plek 31, alleen geïntegreerde graphics hebben nog een significant aandeel. Kortom: Nvidia domineert de markt voor videokaarten. De laatste keer dat een monopolie goed voor consumenten bleek, kunnen we ons niet voor de geest halen.

Beter dan verwacht

Hoewel de verwachtingen van de Super-upgrades vooraf niet enorm hoog waren, wist specifiek de RTX 4070 Super ons toch positief te verrassen. De originele RTX 4070 stond al niet slecht in de markt. De directe tegenhangers van AMD boden slechts een iets betere prijs-prestatieverhouding, terwijl Nvidia significant efficiënter is én meer mogelijkheden biedt. De RTX 4070 Super doet er nog een aardig schepje bovenop. Zo krijg je voor dezelfde prijs 20 procent meer cores, wat neerkomt op zo’n 18 procent meer prestaties (in een situatie waar de gpu de beperkende factor is). Dat is een vergelijkbare stap vooruit als de RTX 4070 ten opzichte van de RTX 3070.

Om dat te bereiken, is wel het energieverbruik met ongeveer 10 procent toegenomen, maar het resultaat is een videokaart die zowel sneller als energiezuiniger is dan zijn AMD-tegenhanger, de Radeon RX 7800 XT.

Ook in absolute getallen is de RTX 4070 Super gewoon een aantrekkelijk product. In de 40 games die wij hebben getest, zien we 39 games 100 fps of meer opleveren op 1080p en 36 games 90 fps of meer opleveren op 1440p. Zelfs in de zwaarste games van dit moment mag je dat soort resultaten verwachten, terwijl we in de lichtste games zien dat er optimaal gebruik kan worden gemaakt van monitors met een extra hoge verversingssnelheid. Dit is wat de RTX 4070 Super een capabele en redelijk toekomstbestendige videokaart maakt.

Nvidia vernieuwt zowel de RTX 4070 als 4080 met een Super-variant.

Dezelfde mogelijkheden en voorsprong

De unieke mogelijkheden van Nvidia spelen hierbij ook een rol. Die zijn niet anders dan bij de eerdere RTX 4000-kaarten, maar wegen nog altijd zwaar bij een vergelijking met de concurrentie. Zo zijn de prestaties in raytracing aanzienlijk beter, iets wat tegenwoordig ook daadwerkelijk in tientallen games terug te vinden is. Ook DLSS-upscaling is inmiddels zo ingeburgerd dat het pas opvalt wanneer een game dit nadrukkelijk niet ondersteunt.

Kwalitatief is DLSS-upscaling een stap verder dan AMD’s FSR, wat de sterke positie van de 4070 Super voor 1440p-gaming enkel sterker maakt. Er is op 1440p en hoger eigenlijk maar zelden een reden om DLSS niet te gebruiken voor betere prestaties en een lagere latency.

Ook Frame Generation blijft een interessante mogelijkheid van Nvidia-producten, al gebruik je deze techniek (die extra frames genereert) het liefst alleen incidenteel. Zo blijft het een fijne technologie om specifieke problemen op te lossen, denk aan cpu-bottlenecks in Flight Simulator. Frame Generation gaat echter ten koste van latency en geeft soms wat visuele artifacten die niet wenselijk zijn. Maar je hebt de keuze, en ook hier geldt: vooralsnog loopt Nvidia een paar stappen voor op de concurrentie.

Genoeg te wensen

Dit alles wil niet zeggen dat de RTX 4070 Super niets te wensen over laat. We hadden graag gezien dat het geheugen uitgebreid zou worden tot 16 gigabyte ten opzichte van de 12 GB die reeds op de RTX 4070 zat. Ook 4K-gaming blijft wat krap op een 4070 Super. Met DLSS-upscaling (feitelijk een 1080p tot 1440p interne renderresolutie, maar dan opgeschaald naar 4K) kun je prima uit de voeten, maar de resultaten in de zwaarste games van dit moment laten duidelijk zien dat een RTX 4070 Ti of RTX 4080 Super daar eigenlijk gewenst zijn.

En bovenal, de relatief gunstige positie van de RTX 4070 Super in de markt neemt niet weg dat je nog altijd 640 euro of meer kwijt bent voor het genoegen van de midrange-ervaring. Daar waar je enkele jaren terug met dit bedrag praktisch een topmodel kon aanschaffen. De definitie van een midrange-videokaart is helaas officieel naar dit prijspunt opgeschoven.

Mocht je voor een RTX 4070 Super willen gaan, dan kun je kiezen uit verschillende modellen. We hebben zes populaire modellen voor je vergeleken. Vier modellen die de adviesprijs volgen en twee luxere uitvoeringen met een meerprijs. 

Nvidia GeForce RTX 4070 Super Founders Edition

De Nvidia Founders Edition is een prachtige, compacte en elegante kaart. De kaart is, net als zijn voorgangers, grotendeels uit metaal vervaardigd, maar is nu mat zwart. Dat ziet er echt fantastisch uit. Het is ook een van de compactere kaarten, met een lengte van slechts 24 cm en een dikte van exact 2 sloten, wat hem compatibel maakt met de meeste behuizingen.

Extra mogelijkheden die je soms op andere kaarten vindt, ontbreken. De Founders Edition heeft als enige taak om de basis te vormen voor reviews en andere benchmarks. En dat doet hij ook keurig: niet te luid, alle temperaturen netjes en ruim binnen de marges, niets op aan te merken. Grotere kaarten zijn soms nog wat stiller of koeler, maar deze basis laat weinig te wensen over.

Wat wel absoluut een minpunt is, is de beschikbaarheid. Nvidia Founders Editions zijn notoir lastige kaarten om te kopen, waardoor de theoretische adviesprijs van 669 euro in de praktijk helaas weinig betekent. Het blijft echter een uitstekende optie als je hem wel weet te vinden. 

Pluspunten

  • Prachtig design

  • Keurige koelprestaties

  • In theorie een lage prijs

Minpunten

  • Lastig verkrijgbaar

Adviesprijs

€ 669,-

Founders Edition

Laat weinig te wensen over

Inno3D GeForce RTX 4070 Super Twin X2

De Inno3D Twin X2 is ook een opvallend compacte kaart die slechts 25 centimeter lang en 2 sloten dik is. Daarmee is ook deze kaart compatibel met veel behuizingen. De bouw en afwerking is niet zo chic als de Nividia Founders Edition, maar met een metalen backplate voelt hij toch meer dan prima aan.

Waar Inno3D punten mee scoort, is dat deze kaart wèl beschikbaar is in winkels, eveneens een lage adviesprijs heeft en zelfs voor minder dan de adviesprijs te koop is. Het is de goedkoopste 4070 Super van dit moment en alleen al om die reden enorm interessant.

De lage prijs resulteert niet in mindere prestaties of matige temperaturen, maar hij is wel net wat luider dan de Founders Edition en de eveneens betaalbare ASUS Dual OC. Niet overdreven luid, maar wel hoorbaar en daarmee duidelijk de wat minder efficiënte koeler. Als dat geen bezwaar is, en je vindt de RTX 4070 Super al duur genoeg, dan is de Inno3D Twin X2 er absoluut één om te overwegen.

Pluspunten

  • Goedkoopste kaart

  • Prestaties gewoon goed

Minpunten

  • Net wat luider dan de rest

Adviesprijs

€ 639,-

Verschillen in prestaties Traditioneel vergelijken we verschillen in spelprestaties, maar de laatste jaren zijn de verschillen tussen kaarten met dezelfde chip steeds kleiner geworden. Alle kaarten klokken zichzelf tegenwoordig ruim voorbij hun officiële specificaties, waardoor ook een OC-toevoeging eigenlijk weinig meer zegt.

Dat is ook bij deze kaarten het geval, met nog geen 2 procent verschil in in-game-fps tussen de zes kaarten. Die 2 procent is in deze specifieke data een redelijke foutmarge die je kunt verwachten als je meerdere keren dezelfde kaart test. Je mag er dan ook van uit gaan dat je geen merkbaar verschil zult ervaren in de gameprestaties tussen al deze kaarten.

ASUS Dual GeForce RTX 4070 Super OC

Ook ASUS verkoopt een kaart voor de adviesprijs, in de vorm van de Dual GeForce RTX 4070 Super OC. Dit is eveneens een twee fan-model, maar dan met iets grotere fans, wat het een iets grotere kaart maakt. Dit model is net wat breder en dikker, waardoor hij ongeschikt is voor kleine computerkasten waar je geen videokaarten van meer dan twee sloten in kwijt kunt.

Heb je die ruimte wel, dan presteert de Dual OC prima. Hij is merkbaar stiller dan de Founders Edition en de Twin X2, zonder dat daar echt een serieus nadeel aan zit. Deze kaart is namelijk net zo koel, snel en zuinig als de rest. Alleen de geheugentemperatuur loopt iets hoger op, maar blijft alsnog ver van problematische limieten.

Er zit zelfs een Dual BIOS-mogelijkheid op, hiermee kun je hem in theorie nog wat stiller afstellen. Het voegt niet veel toe aan de prestaties, maar geeft hem net wel het extra bonusje in dit segment.

Pluspunten

  • Goede prestaties

  • Aangenaam stil

  • Geen meerprijs

  • Dual BIOS

Minpunten

  • Iets groter formaat

Adviesprijs

€ 669,-

ASUS Dual OC

Prima presterende videokaart

Gigabyte GeForce RTX 4070 Super Windforce OC

De Gigabyte Windforce OC is eveneens een model met de adviesprijs van 669 euro, maar Gigabyte pakt het iets anders aan. Ze kiezen voor een opstelling met drie fans, maar met kleinere fans blijft het alsnog een relatief compact model van 26 centimeter en iets meer dan twee sloten dik. Net als de Dual is hij hiermee minder geschikt voor de kleinere pc-kasten.

De opbouw is relatief eenvoudig: een metalen backplate en plastic shroud. Verder zijn er geen noemenswaardige onderscheidende eigenschappen toegevoegd, zoals je van adviesprijsmodellen verwacht. Dat betekent echter ook dat het bij dit model vooral om de prestaties en prijs gaat. In absolute termen zijn die prima: hij is even rap als de rest, blijft koel en is niet overdreven luid. Maar het feit dat hij net wat luider is dan de Twin X2 en significant luider dan de Dual, laat weinig argumenten over waarom je voor deze kaart zou gaan. Een voorkeur voor het merk of de uitstraling zou kunnen, maar eigenlijk zou dit model een paar tientjes goedkoper moeten zijn.

Pluspunten

  • Prima koelprestaties

  • Niet overdreven luid

  • Geen meerprijs

Minpunten

  • Andere kaarten zijn stiller

Adviesprijs

€ 669,-

Dezelfde aansluitingen Eén ding hebben alle zes de kaarten met elkaar gemeen: de aansluitingen. Allemaal gebruiken ze de nieuwe 12VHPWR-aansluiting om de kaart van stroom te voorzien. Deze tref je aan op moderne voedingen (veelal ATX 3.0 spec), maar er zit ook een adapter bij elke kaart waarmee je hem via twee ouderwetse 8pins-aansluitingen kunt voeden.

Ook achterop zijn ze gelijk. Alle zes de kaarten komen met drie keer een DisplayPort 1.4- en één HDMI 2.1-aansluiting.

Gigabyte GeForce RTX 4070 Super Aero OC

De Aero OC van Gigabyte zet wat hoger in en dat is meteen duidelijk. De Aero OC is een forse, 30 cm lange kaart die bijna drie PCIe-sloten dik is en nog eens extra opvalt met zijn wit-zilveren kleurstelling. Ook krijg je er wat extra’s bij, zoals een extra BIOS, RGB-verlichting en een extra jaar garantie. Nu is de kans op een defecte gpu niet heel groot, maar deze extra zekerheid vinden we wel meerwaarde bieden. Het grotere formaat gaat gepaard met een hoger gewicht en meer koelingscapaciteit, wat resulteert in betere prestaties dan de eerder besproken modellen. In het standaard-BIOS is de Aero OC extreem koel, maar ook onnodig luid (circa 39 dB). In het tweede BIOS is de koeler keurig stil (32 dB) en nog altijd erg koel, dus ons advies is het tweede BIOS direct te activeren.

Het nadeel is de meerprijs, die is zo’n 70 euro boven op de adviesprijs en zo’n 100 euro duurder dan de goedkoopste 4070 Supers op de markt. Daar valt vermoedelijk mee te leven als je een indrukwekkende pc met een wit thema bouwt, maar het brengt deze kaart wel in de richting van de RTX 4070 Ti Super-kaarten. Die zijn vanaf circa 860 euro te koop en significant sneller.

Pluspunten

  • Fysiek indrukwekkend

  • Uitstekende prestaties

  • Extra jaar garantie

  • Dual BIOS

Minpunten

  • Meerprijs

  • Standaard-BIOS onnodig luid

Adviesprijs

€ 739,-

Gigabyte Aero OC

Langer, luxer en duurder

ASUS TUF Gaming GeForce RTX 4070 Super OC

Deze premium ASUS-kaart volgt voor een deel hetzelfde patroon als de Gigabytes Aero OC. De TUF Gaming OC is eveneens fors, 30 centimeter lang en bijna drie sloten dik, maar ASUS kies ervoor om niet alleen de backplate, maar ook de hele shroud van metaal te maken. Dat zorgt voor een uitstekende eerste indruk, al merk je daar na de installatie vermoedelijk weinig meer van.

De TUF Gaming OC heeft direct uit de doos de beste afstelling. Het standaard-BIOS is de stilste van allemaal, nipt (meetbaar, niet merkbaar) stiller dan de Aero OC in de stille stand, met nog altijd uitstekende koelprestaties. Het tweede stille BIOS op de ASUS is eigenlijk overbodig, aangezien de kans groot is dat andere onderdelen meer geluid maken. Alsnog is het een leuke extra voor een open pc op je bureau waarbij een écht onhoorbare kaart gewenst is.

De prijs is echter het struikelblok bij deze kaart. Hij kost nog wat meer dan de Aero OC en een groot deel van je geld gaat richting het luxere design en meer metaal; zaken waar je tijdens het gamen weinig van merkt. Terwijl ook hier een vergelijkbare meerprijs je een echte performance-upgrade oplevert. Maar mocht de meerprijs in de toekomst wat meer bescheiden zijn, dan haal je hier één van de betere kaarten mee in huis.

Pluspunten

  • Fysiek indrukwekkend

  • Uitstekende prestaties

  • Nagenoeg onhoorbaar

  • Dual BIOS

Minpunten

  • Meerprijs

Adviesprijs

€ 754,-

Conclusie

De RTX 4070 Super heeft een heldere positie in de markt, maar dankzij het relatief lage stroomverbruik is er weinig ruimte voor de fabrikanten om zich te onderscheiden. Zelfs instapmodellen kunnen deze chip eenvoudig koel en stil houden. De koelers op de duurdere modellen presteren weliswaar beter, maar die hikken wat prijs betreft dan weer tegen de (snellere) RTX 4070 Ti Super aan.

Technisch gezien zijn de Gigabyte Aero OC en ASUS TUF Gaming OC de beste kaarten in deze test. De Best getest-award geven we aan Gigabyte, vanwege de iets lagere prijs en de extra garantie. Dit achten we iets waardevoller dan het betere materiaalgebruik van ASUS.

Het zijn echter de goedkopere kaarten waar we zelf ons geld aan uit zouden geven; de 4070 Super is immers al duur genoeg. Nvidia’s eigen Founders Edition is de meest begeerlijke kaart, maar is in de praktijk zelden te koop. Dit maakt het vooral een strijd tussen de ASUS Dual OC en de Inno3D Twin X2. De Inno3D is momenteel de goedkoopste én compactste, maar als je toch al 600 euro of meer uitgeeft aan je videokaart, vinden we een paar tientjes voor een duidelijk stillere kaart met een extra BIOS geen onredelijke extra uitgave. De redactietip gaat daarom naar de ASUS Dual OC, maar let vooral op de daadwerkelijke prijzen. Je maakt met geen van de geteste kaarten echt een foute keuze.

De tabel met alle testresultaten op een rijtje. Klik op de afbeelding voor een grotere weergave.
▼ Volgende artikel
Bestandsnamen in bulk wijzigen? Maak kennis met PowerRename uit Power Toys
© ID.nl
Huis

Bestandsnamen in bulk wijzigen? Maak kennis met PowerRename uit Power Toys

Een paar bestanden hernoemen is zo gebeurd. Maar zodra je tientallen of honderden namen moet aanpassen, schiet handmatig werk tekort. Dan komt externe software goed van pas. PowerRename, onderdeel van de PowerToys-collectie, biedt uitkomst. Met deze slimme tool kun je grote aantallen bestanden in één keer hernoemen. Dat gaat snel, efficiënt en precies zoals jij het wilt.

Dit gaan we doen

In dit artikel zie je hoe je PowerRename uit PowerToys instelt en gebruikt om grote aantallen bestanden tegelijk te hernoemen. We laten zien hoe je de tool activeert, hoe je hem oproept via Verkenner en hoe je zoek-en-vervangacties, letterinstellingen en automatische nummering toepast. Zo wijzig je in één keer volledige reeksen bestandsnamen, zonder handmatig werk.

Lees ook: Leuker, sneller en handiger: boost je Windows-pc met PowerToys

PowerRename activeren

PowerRename is een stuk krachtiger dan de standaard hernoemfunctie van Windows. De tool maakt deel uit van PowerToys, een opensource-project van Microsoft. Wil je de Microsoft Store-versie installeren? Open dan het Startmenu, zoek naar Microsoft Store en start de app. Typ PowerToys in het zoekveld bovenaan. Klik op Installeren zodra je het programma hebt gevonden. Na installatie verschijnt PowerToys in het systeemvak van Windows. Open het, kies in de linkerkolom PowerRename en je ziet meteen een korte animatie van hoe de tool werkt. Klik op Instellingenopenen en controleer of PowerRename is ingeschakeld. Let op: bij ons werkte PowerRename pas na een herstart van het systeem.

Een animatie toont hoe PowerRename werkt.

Contextueel menu in Verkenner

Open de map met de bestanden die je wilt hernoemen. Selecteer ze allemaal met Ctrl+A en klik met de rechtermuisknop op de selectie. In het contextmenu van Windows Verkenner kies je onderaan de opdracht Naam wijzigen met PowerRename.

Haal PowerRename uit het contextueel menu in Windows Verkenner.

Zoeken en vervangen

Daarna opent het venster van PowerRename. In het veld Zoeken geef je in welk deel van de bestandsnaam je wilt vervangen. In het veld eronder typ je de nieuwe tekst. In ons voorbeeld vervangen we het woord Image door Kreta2015. Nog vóór de wijziging wordt uitgevoerd, toont PowerRename een overzicht: links de oorspronkelijke bestandsnamen, rechts de nieuwe. Zo zie je meteen wat er verandert. Daaronder kies je of de aanpassing moet gelden voor de volledige naam inclusief extensie, alleen de bestandsnaam, of alleen de extensie.

Met de knoppen onder Tekstopmaak pas je eenvoudig het hoofdlettergebruik aan, van alles in kleine letters, naar alles in hoofdletters, alleen een hoofdletter aan het begin, of elke beginletter van een woord in hoofdletters. Het laatste pictogram schakelt de nummering in. Activeer je dat, dan voegt PowerRename automatisch nummers tussen haakjes toe aan de bestandsnamen.

De nieuwe namen verschijnen in voorvertoning naast de oorspronkelijke namen.     

Je allermooiste foto's hernoemd?

Druk ze af en plak ze in een foto-album
▼ Volgende artikel
Wat is local dimming en waarom is het belangrijk?
© ER | ID.nl
Huis

Wat is local dimming en waarom is het belangrijk?

Het gebrek aan een rijk contrast is een van de grootste ergernissen bij lcd- en ledtelevisies. Fabrikanten hebben daarom een slimme techniek bedacht die het contrast aanzienlijk verbetert: local dimming. In dit artikel leggen we uit hoe deze techniek van jouw grijze nachtlucht weer een inktzwarte sterrenhemel maakt.

Het contrast van je televisie is misschien wel de belangrijkste eigenschap voor mooi beeld. We willen dat wit verblindend wit is en zwart echt inktzwart. Bij oledtelevisies is dat makkelijk, want daar geeft elke pixel zelf licht. Maar de meeste televisies in de Nederlandse huiskamers zijn nog steeds lcd- of ledschermen (inclusief QLED). Die werken met een lamp achter het scherm, de zogeheten backlight. Local dimming is de techniek die probeert de nadelen van die achtergrondverlichting op te lossen.

Om te begrijpen waarom local dimming nodig is, moet je eerst weten hoe een standaard led-tv werkt. Simpel gezegd is het een groot paneel met pixels die zelf geen licht geven, maar alleen van kleur veranderen. Achter die pixels brandt een grote lichtbak. Als het beeld zwart moet zijn, sluiten de pixels zich om het licht tegen te houden. Helaas lukt dat nooit voor de volle honderd procent; er lekt altijd wat licht langs de randjes. Hierdoor zien donkere scènes er vaak wat flets en grijzig uit. De achtergrondverlichting staat immers vol aan, ook als het beeld donker moet zijn.

Nooit meer te veel betalen? Check Kieskeurig.nl/prijsdalers!

De lampen dimmen waar het donker is

Local dimming pakt dit probleem bij de bron aan. In plaats van één grote lichtbak die altijd aan staat, verdeelt deze techniek de achtergrondverlichting in honderden (en bij duurdere tv's soms duizenden) kleine zones. De televisie analyseert de beelden die je kijkt continu. Ziet de processor dat er linksboven in beeld een donkere schaduw is, terwijl rechtsonder een felle explosie te zien is? Dan worden de lampjes in de zone linksboven gedimd of zelfs helemaal uitgeschakeld, terwijl de lampjes rechtsonder juist fel gaan branden.

Het resultaat is direct zichtbaar. Zwart wordt weer echt zwart, simpelweg omdat er geen licht meer achter dat deel van het scherm brandt. Tegelijkertijd blijven de lichte delen van het scherm helder. Dat zorgt voor een veel groter contrast en geeft het beeld meer diepte. Vooral bij het kijken van HDR-films en -series is dat van belang. Zonder local dimming kan een led-tv eigenlijk geen goed HDR-beeld weergeven, omdat het verschil tussen licht en donker dan te klein blijft.

©ER | ID.nl

Niet alle local dimming is hetzelfde

Het klinkt als een wonderoplossing, maar de uitvoering verschilt enorm per televisie. Het grote toverwoord hierbij is het aantal zones. Hoe meer zones de tv onafhankelijk van elkaar kan aansturen, hoe preciezer het licht kan worden geregeld. Goedkopere televisies gebruiken vaak edge lit local dimming. Hierbij zitten de lampjes alleen in de rand van de tv. Dat werkt redelijk, maar is niet heel nauwkeurig. Je ziet dan soms dat een hele verticale strook van het beeld lichter wordt, terwijl er eigenlijk maar één klein object moest worden verlicht.

De betere variant heet full array local dimming. Hierbij zitten de lampjes over de hele achterkant van het scherm verspreid. De allernieuwste en beste vorm hiervan is miniLED. Daarbij zijn de lampjes zo klein geworden dat er duizenden in een scherm passen, wat de precisie van oled begint te benaderen. Als er te weinig zones zijn, kun je last krijgen van zogenaamde 'blooming'. Dat zie je bijvoorbeeld bij witte ondertiteling op een zwarte achtergrond: er ontstaat dan een soort wazige lichtwolk rondom de letters, omdat de zone groter is dan de tekst zelf.

Welke merken gebruiken local dimming?

Bijna elke grote televisiefabrikant past deze techniek inmiddels toe, maar ze doen dat voornamelijk in hun middenklasse en topmodellen. Samsung is een van de voorlopers, zeker met hun QLED- en Neo QLED-televisies, waarbij ze in de duurdere series gebruikmaken van geavanceerde miniLED-techniek voor zeer precieze dimming. Ook Sony staat bekend om een uitstekende implementatie van full array local dimming, die vaak geprezen wordt om de natuurlijke weergave zonder overdreven effecten. Philips past het eveneens toe in hun (mini)ledmodellen, vaak in combinatie met hun bekende Ambilight-systeem voor een extra contrastrijk effect.

Ga voor de full monty!

Local dimming is dus geen loze marketingkreet, maar een dankbare techniek voor iedereen die graag films of series kijkt op een led- of QLED-televisie. Het maakt het verschil tussen een flets, grijs plaatje en een beeld dat van het scherm spat met diepe zwartwaarden. Ben je in de markt voor een nieuwe tv? Vraag dan niet alleen óf er local dimming op zit, maar vooral of het gaat om full array dimming. Je ogen zullen je dankbaar zijn tijdens de volgende filmavond!

Vijf fijne televisies die full array local dimming ondersteunen