ID.nl logo
Windows 10 overzetten naar nieuwe pc
© PXimport
Zekerheid & gemak

Windows 10 overzetten naar nieuwe pc

Heb je een nieuwe pc gekocht? Of een nieuwe harde schijf of ssd geplaatst? Vaak betekent dat het opnieuw moeten installeren van Windows en al je gegevens terugzetten. Bespaar veel tijd door Windows 10 te klonen. In deze how-to leggen we uit hoe Windows 10 overzetten naar een ander systeem op deze manier werkt.

De term klonen geeft precies aan wat het principe inhoudt: je maakt een exacte kopie van de Windows-installatie, die je vervolgens op een nieuwe locatie kunt onderbrengen. Het klonen van Windows is ook handig als je een back-up wilt maken van je harde schijf, zodat je in geval van problemen snel weer aan de slag kunt. Klonen houdt dus meer in dan het simpelweg kopiëren van de bestanden naar de nieuwe locatie.

Ook gegevens die niet direct zichtbaar zijn (via een programma zoals Verkenner) moeten naar de nieuwe locatie worden gekopieerd. Bij het klonen van informatie wordt er een 1-op-1-kopie gemaakt van alle informatie op de harde schijf. Denk aan stuurprogramma’s, programma’s en patches.

Eerst opruimen

Voordat je de Windows-omgeving kloont, zorg je voor een opgeruimde omgeving. Er wordt immers een exacte kopie van de omgeving gemaakt en dit is een goed moment om de omgeving kritisch tegen het licht te houden. Je wilt immers geen vervuilde of rommelige omgeving klonen. Zorg er allereerst voor dat Windows is bijgewerkt met de nieuwste updates. Open het instellingenvenster (Windows-toets+I) en kies Bijwerken en beveiliging, Windows Update. Klik op de knop Naar updates zoeken. Installeer de updates die door Windows Update worden aangeboden.

Controleer hierna of er geen programma’s zijn geïnstalleerd die je niet (meer) gebruikt. In het instellingenvenster kies je voor Apps. Bij Apps en onderdelen controleer je in de lijst of alle apps nog worden gebruikt. Overbodige apps verwijder je.

©PXimport

Met behulp van Schijfopruiming haal je de stofkam door de rest van de werkomgeving. Hiermee verwijder je bijvoorbeeld tijdelijke updatebestanden, zodat deze niet onnodig worden meegenomen in het kloonproces. Open het Startmenu en typ Schijfopruiming. Selecteer de schijf waarop Windows is geïnstalleerd en klik op OK. Een overzicht van te verwijderen bestanden verschijnt. Wij kiezen echter eerst voor de knop Systeembestanden opschonen. Hiermee wordt de controle van Schijfopruiming nogmaals uitgevoerd, maar worden ook locaties met systeembestanden onderzocht.

Vervolgens heb je de keuze om bijvoorbeeld de map met tijdelijke installatiebestanden van Windows ook op te schonen. In het resultatenvenster plaats je vinkjes bij de onderdelen die mogen worden opgeschoond. Neem in elk geval de onderdelen mee die flink wat ruimte innemen. Goede voorbeelden hiervan zijn de tijdelijke updatebestanden van Windows Update (Windows Update opschonen), de logboeken die gemaakt worden tijdens het upgraden van Windows (Upgradelogboekbestanden van Windows), gedownloade bestanden (Downloads), de inhoud van de Prullenbak (Prullenbak) en bestanden van vorige Windows-installaties (Vorige Windows-installatie(s)). Klik op OK om de geselecteerde onderdelen op te schonen.

©PXimport

Windows maakt regelmatig een herstelpunt van de volledige omgeving. In geval van problemen kun je terugkeren naar een punt in het verleden en hiermee de situatie herstellen. Een herstelpunt neemt echter flink wat ruimte in beslag en wordt bij het klonen ook meegenomen. Gelukkig kunnen we alle oudere herstelpunten wissen en alleen het meest recente herstelpunt bewaren. In het venster van Schijfopruiming klik je op het tabblad Meer opties. Klik nu op de knop Opruimen in de sectie Systeemherstel en schaduwkopieën. Bevestig je keuze met een klik op Verwijderen.

Alternatief voor het opschonen van de werkomgeving is het uitvoeren van een schone Windows-installatie, voordat je deze kloont. Je weet dan zeker dat de gekloonde omgeving schoon is en geen overbodige elementen bevat. Het uitvoeren van een schone Windows-installatie kost in Windows 10 relatief weinig moeite. Zorg er allereerst voor dat je je eigen bestanden (zoals documenten en foto’s) op een externe locatie hebt bewaard, zodat je deze later kunt terugzetten in de schone omgeving.

Open het instellingenvenster (Windows-toets+I) en ga naar Bijwerken en beveiliging. Kies Systeemherstel en kies voor Opnieuw beginnen met een schone installatie van Windows. Klik op de knop Aan de slagen volg de stappen van de wizard.

Regelmatig back-ups maken van je belangrijke bestanden, raden we iedereen aan. Toch schiet het er geregeld bij in. Neem een kijkje bij onze Cursus Back-up en herstel, vol tips voor Windows, macOS, Android en iOS. Eventueel met 180 pagina's tellend praktijkboek!

Windows 10 klonen met WinToHDD

Voor het klonen van Windows is betrekkelijk weinig nodig. Bepaal allereerst waar je de gekloonde omgeving wilt onderbrengen. Zorg voor een nieuwe harde schijf die minstens even groot is als de huidige harde schijf. Je kunt hiervoor ook een externe harde schijf gebruiken. Bepaal van tevoren wel hoe je de schijf wilt gebruiken. Gaat het om een primaire schijf waarvandaan je Windows wilt uitvoeren, dan bouw je deze in de computer in, voordat je Windows naar de nieuwe omgeving kloont.

Windows 10 heeft geen ingebouwde functie om het besturingssysteem te klonen. We maken daarom gebruik van een extern programma. Voor dit artikel kozen we WinToHDD. Dit programma is beschikbaar in verschillende versies, waaronder een gratis versie. WinToHDD Free is officieel alleen bedoeld voor thuisgebruik. Verder kent het enkele beperkingen.

©PXimport

De belangrijkste beperking is dat het alleen Windows 10 Home-edities kan klonen. Maak je gebruik van een andere editie, zoals Windows 10 Pro, dan lukt het klonen niet met de gratis variant. De betaalde versie – WinToHDD Professional – ondersteunt het klonen van Windows 10 Pro wel. De gratis versie is ook minder snel dan de betaalde versies en je wordt bij gebruik niet automatisch geïnformeerd over eventueel beschikbare updates.

Nadat je de software hebt geïnstalleerd en geopend, word je begroet door het openingsvenster. Je vindt hierin vier opties: Reinstall Windows, New Installation, System Clone en Multi-Installation USB. Klik op System Clone. In het volgende venster vraagt WinToHDD welk besturingssysteem je wilt klonen. Standaard is er al een besturingssysteem ingevuld. Controleer of het hier gaat om de juiste optie. In het vak onder de meerkeuzelijst lees je de samenvatting, waarin vermeld is welk besturingssysteem is geïnstalleerd, om welke versie het gaat en welke systeempartitie wordt gebruikt. Bevestig met een klik op OK.

Het programma vraagt nu op welke schijf de gekloonde installatie van Windows moet worden geïnstalleerd. Selecteer de schijf in het menu bij Please select the destination disk. Het is nu tijd om de harde schijf te formatteren. Er zijn hierbij drie opties, maar we gaan akkoord met de standaardkeuze van WinToHDD. Klik op Yes om het formatteren te starten .

©PXimport

Selecteer nu de opstartpartitie en systeempartitie. De optie bij Installation Mode laten we ongewijzigd. Bevestig met een klik op Next. Het eigenlijke klonen van de Windows-installatie begint nu. Het percentage geeft aan hoe ver het proces is gevorderd. Met de optie Restart the computer when the operation is completed laat je de computer na de verrichte arbeid opnieuw opstarten. Wil je de machine na de actie liever uitschakelen, dan kies je voor Shut down the computer when the operation is completed.

Bestanden kopiëren met TeraCopy

Met het klonen van Windows kopieer je je Windows-omgeving vlot naar een andere locatie. Maar wat nou als je niet uw hele Windows-omgeving wilt kopiëren, maar alleen een grote hoeveelheid bestanden naar een andere locatie wilt overbrengen? Dit kan bijvoorbeeld het geval zijn als je een nieuwe, grotere harde schijf in gebruik neemt en in één keer alle bestanden op de nieuwe locatie wilt plaatsen, maar Windows op de oorspronkelijke locatie wilt houden.

Uiteraard kun je gebruik maken van Verkenner en hiermee de bestanden naar een nieuwe locatie kopiëren, maar vooral bij grotere hoeveelheden bestanden is dit niet ideaal. Met een apart programma voor het verplaatsen van grote hoeveelheden bestanden ben je sneller klaar en heb je meer controle over het proces. Zo kun je het kopiëren onderbreken en sneller hervatten. Ook voegt een apart programma vaak extra flexibiliteit toe: bijvoorbeeld als tijdens het kopiëren een probleembestand wordt aangetroffen en de volledige kopieeractie dreigt te mislukken.

Voor het kopiëren van grote hoeveelheden bestanden maken we gebruik van TeraCopy. Na installatie open je Verkenner (Windows-toets+E) en blader je naar de map die je wilt kopiëren naar de nieuwe locatie. Klik erop met de rechtermuisknop op en kies TeraCopy.

©PXimport

Een nieuw venster wordt geopend en de geselecteerde bestanden zijn toegevoegd aan de bestandslijst. Controleer of de selectie correct is en klik vervolgens op de knop Kopiëren of op Verplaatsen, afhankelijk van de doelstelling. Op het tabblad Doel klik je op de knop Bladeren.

Wijs de gewenste locatie aan, bijvoorbeeld op de nieuwe harde schijf. Tot slot bevestig je door te klikken op Kopiëren of Verplaatsen. Op het tabblad Log verschijnt een overzicht van de genomen acties.

Gebruikersmappen en apps verplaatsen

Stap je over op een nieuwe harde schijf en wil je je gebruikersbestanden op deze locatie overbrengen, terwijl je de huidige harde schijf blijft gebruiken voor Windows? Een dergelijke situatie komt bijvoorbeeld van pas als je tegen de limiet van de ssd-schijf aanloopt en een aparte schijf in gebruik wilt nemen voor de opslag van documenten.

Je kunt de standaardmappen zoals Documenten, Afbeeldingen en Video’s verplaatsen naar de nieuwe harde schijf. Open Verkenner (Windows-toets+E). In de sectie Snelle toegang (links in het venster) klik je met de rechtermuisknop op de map waarvan je de locatie wilt aanpassen. Kies voor Eigenschappen. Een nieuw venster wordt geopend. Hierin kies u voor de tab Locatie. Kies nu voor Verplaatsen.

Wijs de nieuwe locatie aan van de map, op de andere schijf. Is de map nog niet gemaakt, open dan de nieuwe harde schijf en klik op de knop Nieuwe map. Klik hierna op de knop Map selecteren. Windows vraagt om een bevestiging: klik op Ja. De bestanden worden nu verplaatst naar de nieuwe locatie.

©PXimport

Heb je tenslotte in het verleden apps geïnstalleerd en wil je die op een later moment naar een nieuwe locatie verplaatsen? Het meest voor de hand ligt om de app te verwijderen en opnieuw te installeren op de nieuwe locatie, maar sommige apps bieden de mogelijkheid om deze eenvoudig te verplaatsen naar de nieuwe locatie. Voordeel hiervan is dat bestaande instellingen blijven behouden.

Open het instellingenvenster en kies voor Apps. In de sectie Apps en onderdelen zoek je de apps waarvan je de locatie wilt aanpassen. Klik op de app. Als je deze kunt verplaatsen naar een andere locatie, verschijnt de knop Verplaatsen. Geef vervolgens aan naar welke nieuwe locatie de app moet worden verplaatst: kies de nieuwe locatie uit het menu. Bevestig tot slot door te klikken op Verplaatsen.

▼ Volgende artikel
10 tips om meer uit je robotstofzuiger te halen
© Mustafa_Art
Huis

10 tips om meer uit je robotstofzuiger te halen

Een robotstofzuiger scheelt flink wat werk, maar alleen als je hem goed gebruikt. Wie er net een in huis heeft, merkt al snel dat hij niet alles vanzelf doet. En ook als je al langer een robotstofzuiger gebruikt, valt er vaak nog winst te halen. Met deze tien praktische tips werkt je robotstofzuiger beter – en hoef jij minder te doen!

In het kort

Een robotstofzuiger kan je flink wat werk uit handen nemen, maar alleen als je hem goed gebruikt. Met deze 10 slimme tips werkt hij beter, blijft hij langer mee gaan en past hij zich aan jouw huishouden aan. Van zones instellen tot onderhoud: zo maak je er écht een huishoudhulp van.

Lees ook: Hier moet je op letten wanneer je een robotstofzuiger wilt kopen

1. Laat hem eerst je huis leren kennen

Veel robotstofzuigers kunnen een plattegrond van je woning maken. Dat kost eenmalig wat tijd, maar levert daarna veel gemak op. Tijdens zo'n verkenningsronde reinigt hij meestal nog niet, maar scant hij alleen. Geef hem de ruimte en zorg dat er geen spullen over de vloer slingeren. Als de kaart eenmaal is aangemaakt, kun je zones instellen, schoonmaakschema's maken en no-go-gebieden markeren.

2. Zorg voor voldoende licht

Robotstofzuigers met optische sensoren hebben licht nodig om goed te navigeren. Als je hem 's avonds laat rijden terwijl de lampen uit zijn, herkent hij obstakels minder goed. Plan het schoonmaken liever overdag of laat een lamp aan in de ruimte waar hij aan het werk is. Als het apparaat regelmatig moeite heeft om meubels of muren goed te herkennen, komt dat mogelijk door te weinig licht.

Licht, laser & optische sensoren

De lichtbehoefte van robotstofzuigers verschilt sterk per navigatiesysteem. Modellen met LiDAR-technologie (lasernavigatie) werken uitstekend in het donker omdat ze zelf licht uitstralen om obstakels te detecteren. Camera-gebaseerde robots daarentegen zijn afhankelijk van omgevingslicht om hun omgeving te kunnen 'zien' en hebben problemen in donkere ruimtes. Goedkopere modellen met alleen infrarood- of aanrakingssensoren navigeren weliswaar zonder licht, maar werken veel minder nauwkeurig en rijden vaker tegen obstakels aan.

3. Stel schoonmaakzones en kamers in

In de app van de meeste modellen kun je na de kaartopbouw aangeven welke kamers of delen van het huis wanneer moeten worden schoongemaakt. Dat is handig als je bijvoorbeeld elke ochtend de gang en keuken wilt laten doen, maar de slaapkamers alleen op zaterdag. Door het schoonmaken slim te verdelen, werkt de robotstofzuiger efficiënter en hoeft hij tussendoor minder vaak op te laden.

©Wesley Akkerman | ID.nl

4. Gebruik virtuele afbakeningen waar nodig

Veel modellen bieden de mogelijkheid om virtuele grenzen aan te maken: gebieden waar de robotstofzuiger niet mag komen. Denk aan een speelkleed met speelgoed, een losse kabel achter de bank of een plek waar de vloer nat kan zijn. In plaats van zo'n verboden plek elke keer handmatig af te schermen, door er bijvoorbeeld iets voor te zetten, stel je die zones gewoon één keer digitaal in. Het apparaat houdt daar vanaf dan automatisch rekening mee en weet dat hij daar niet meer mag komen.

5. Dweilen? Wees voorzichtig met schoonmaakmiddelen

Kan jouw robotstofzuiger ook dweilen? Gebruik dan alleen het aanbevolen reinigingsmiddel of gewoon water. Veel gewone schoonmaakmiddelen zijn te sterk of laten resten achter, waardoor leidingen of sproeiers kunnen verstoppen. Sommige robotstofzuigers hebben een speciaal reservoir voor schoonmaakmiddel, maar dat geldt niet voor elk model. Iets om naar te kijken voordat je een robotstofzuiger gaat kopen.

6. Maak borstels, wieltjes en sensoren regelmatig schoon

Haren, stof en vuil hopen zich snel op rond de draaiende onderdelen van de robotzuiger. Vooral huisdierharen kunnen oor problemen zorgen. Maak elke week de hoofdborstel los, controleer de zijborstels en veeg vuil weg met een droge doek of meegeleverd hulpstuk. Vergeet ook de val- en navigatiesensoren niet: die kunnen door stof minder goed functioneren, wat de navigatie beïnvloedt.

©Vershinin Evgenii

7. Leeg het stofreservoir af en toe ook zelf

Veel robotstofzuigers hebben een zelflegende functie. Handig, maar ook dan is het slim om af en toe zelf te controleren of alles goed blijft werken. Het stofreservoir is meestal klein en raakt sneller verstopt dan je denkt. Leeg het na een paar schoonmaakbeurten, zeker als je merkt dat hij minder vuil opzuigt of als hij zelf aangeeft dat het reservoir leeg is, maar je toch nog stof en kruimels op de vloer ziet liggen.

8. Zet het laadstation op een vaste plek

Een robotstofzuiger onthoudt zijn omgeving en zoekt na elke beurt zijn laadstation op. Verplaats je dat station naar een andere plek, dan moet hij opnieuw leren waar hij zich bevindt. Zet het station dus op een centrale, bereikbare plek waar voldoende ruimte is en laat het daar staan. Zo voorkom je dat hij de weg kwijt raakt of fouten maakt bij het navigeren.

9. Pas op bij huisdieren

Een ongelukje van een huisdier kan vervelende gevolgen hebben als de stofzuiger erdoorheen rijdt. Laat hem daarom liever schoonmaken op momenten dat je huisdieren buiten zijn of je zeker weet dat de vloer schoon is. Zo voorkom je niet alleen vieze sporen, maar ook schade aan het apparaat en extra schoonmaakwerk achteraf.

©Надія Коваль - stock.adobe.com

10. Automatiseer waar het kan, maar houd controle

Robotstofzuigers zijn bedoeld om werk uit handen te nemen. Toch blijft het verstandig om regelmatig de app te openen, meldingen te controleren en updates uit te voeren. Soms kun je met een kleine aanpassing – zoals het verplaatsen van een kabel, het instellen van een extra schoonmaakbeurt op vrijdag – het resultaat flink verbeteren.

Robotstofzuiger klaar? Zuigen maar!

Het is simpel: hoe beter je robotstofzuiger weet wat hij moet doen, hoe beter hij zijn werk doet. Met deze tips zorg je ervoor dat dat het geval is. En ja, je moet zelf ook af en toe nog wat doen, zoals het stofreservoir controleren of dierenhaar uit de wieltjes te peuteren, maar dat kost hooguit een paar minuutjes van je tijd. Want je weet nu hoe je ervoor zorgt dat de omstandigheden zo goed mogelijk zijn én hoe je hem 'traint'. En daarmee komt hij dicht in de buurt van je ideale huishoudhulp!


🤖 🧹 Accessoires voor je robotstofzuiger?

Je vindt ze

▼ Volgende artikel
Zelf je elektrische kookplaat aansluiten? Zo doe je dat slim en veilig!
© andrey
Huis

Zelf je elektrische kookplaat aansluiten? Zo doe je dat slim en veilig!

Hoewel koken op gas voorlopig nog mag, is duidelijk dat de toekomst elektrisch is. Veel mensen stappen nu al over op elektrisch koken – vaak in combinatie met inductie. Ben jij toe aan een nieuwe kookplaat of wil je van het gas af? Dan is het goed om te weten hoe je zo’n elektrische kookplaat aansluit, waar je op moet letten en wanneer je beter een professional kunt inschakelen.

Na het lezen van dit artikel weet je:
  • Dat er 1-, 2- en 3-fase-aansluitingen en -kookplaten zijn
  • Hoe je met de multimeter bepaalt wat voor aansluiting jij hebt
  • Hoe je de elektrische kookplaat aansluit

Dit vind je vast ook interessant: Wat voor soort kookplaten zijn er?

Eén, twee of drie fasen: wat betekent dat?

In tegenstelling tot een gaskookplaat, die je simpelweg aan een gasaansluiting koppelt, is een elektrische kookplaat net iets technischer. Zo'n kookplaat kan worden aangesloten op één, twee of drie elektrische fasen. Welke van de drie je nodig hebt, hangt af van het vermogen van je kookplaat én van de aansluiting in je keuken.

Een 1-fase kookplaat is het eenvoudigst. Die werkt op een gewone stekker met twee pinnen, precies zoals je gewend bent van andere apparaten in huis. Deze modellen hebben een beperkt vermogen – maximaal 3680 watt – maar zijn vaak krachtig genoeg voor wie niet al te fanatiek kookt. Aansluiten is simpel: stekker erin en je kunt aan de slag.

Voor een 2-fase kookplaat heb je een zogenoemde perilex-stekker nodig, met vijf pinnen. Die zie je vooral bij iets krachtigere inductiekookplaten. Meestal worden dit soort kookplaten zonder stekker geleverd, en is het slim om een elektricien in te schakelen voor de installatie. Het benodigde vermogen ligt tussen de 3681 en 7360 watt.

Een 3-fase kookplaat vraagt nog meer stroom en werkt op krachtstroom. Ook hier gebruik je een perilex-stekker met vijf pinnen, maar je moet wel eerst controleren of je meterkast daar op is voorbereid. De aansluitwaarde ligt boven de 7360 watt en het is belangrijk dat de aansluiting klopt – anders werkt de kookplaat niet of loop je zelfs risico op overbelasting. Laat dit daarom bij voorkeur aan een vakman over.

©vectorizer88 - stock.adobe.com

Een kookplaat voor 1- en 2-fase

Je kunt ook kiezen voor een kookplaat met powermanagement. Dat is een kookplaat die je op een normaal stopcontact of op een perilex-stopcontact aansluit. Deze kookplaat kun je in de toekomst uitbreiden, als je dat wilt, maar hiervoor hoef je nu nog niet meteen de aanpassingen in de meterkast en aansluiting door te voeren. Als je wel de aanpassingen in de meterkast laat doen, heb je profijt van de kracht van een 2-fase kookplaat.

Hoe weet je welke kookplaat bij je keuken past?

Wat je kunt aansluiten, hangt af van het type stopcontact in je keuken. Heb je een standaard wandcontactdoos met twee gaten? Dan past daar alleen een 1-fase kookplaat op. Die worden meestal geleverd met stekker en snoer, zodat je hem meteen kunt gebruiken.

Zie je een perilex-stopcontact (met vijf gaten)? Dan is je keuken in principe geschikt voor een 2- of 3-fase kookplaat. Alleen weet je dan nog niet of je meterkast daadwerkelijk drie fasen aankan. Dat kun je op twee manieren controleren: met een multimeter of door in je meterkast te kijken.

Zo check je de aansluiting met een multimeter

Heb je een multimeter in huis? Dan kun je precies meten hoeveel fasen je aansluiting ondersteunt. Teken op een papier het patroon van het perilex-stopcontact en noteer per gat wat je meet. Prik met één pin in het middelste gat (de aarde) en meet met de andere pin de overige vier. Krijg je twee keer 230 volt en twee keer 0? Dan heb je een 2-fase aansluiting. Meet je drie keer 230 volt en één keer 0? Dan is het een 3-fase aansluiting. Label de gaten met ‘L’ voor stroom en ‘N’ voor nul, zodat je straks precies weet wat waar hoort.

©Dmitriy

Voordat je een kookplaat aanschaft, check je eerst de nismaat van je aanrechtblad. Meet met een rolmaat eerst de nis op in het aanrechtblad. Doe dit voor de breedte, de diepte en de hoogte. Komen de afmetingen niet overeen met de kookplaat die je graag wilt? Kijk dan of je het aanrechtblad kunt aanpassen.

Geen multimeter? Kijk in de meterkast

Heb je geen meetapparatuur? Dan kun je in de meterkast zien hoeveel fasen er beschikbaar zijn. Bij een 2-fase aansluiting zie je twee gekoppelde groepen met een hendel ertussen. Zie je vier gekoppelde groepen? Dan is er krachtstroom aanwezig en kun je dus ook een 3-fase kookplaat aansluiten – mits het stopcontact daar geschikt voor is.

©auremar

Zelf een kookplaat aansluiten

Ga je zelf aan de slag? Dan is het belangrijk dat je weet wat je doet. Elektriciteit is geen speelgoed, dus bij twijfel: bel een vakman. Heb je een 1-fase kookplaat met powermanagement die je op een normaal stopcontact wilt aansluiten? Dan moet je deze eerst correct instellen.

Leg om te beginnen een stuk piepschuim onder de kookplaat, zodat je hem veilig kunt omdraaien zonder krassen of barsten. Plak daarna de afdichtband rondom het apparaat, bij voorkeur zo dicht mogelijk bij de glasrand. Begin aan de achterkant, zodat de naad niet in het zicht valt.

Open het aansluitcompartiment onder de kookplaat en controleer het aansluitschema dat daar staat. Gebruik de bijgeleverde bruggetjes om de juiste verbindingen te maken. Sluit het snoer aan: bruin op L, blauw op N en geelgroen op aarde. Zet het snoer vast met trekontlasting en sluit het klepje.

Draai nu de kookplaat weer om en steek de stekker in het stopcontact. Leg de kookplaat op z’n plek in het aanrechtblad. Houd de pauzeknop vijf seconden ingedrukt om het menu te openen. Zoek via de plusknop naar het onderdeel ‘PO’ (power) en stel het vermogen in op 3.7 in plaats van 7.4. Bevestig dit door de pauzeknop nog eens vijf seconden ingedrukt te houden. Je kookplaat is nu geschikt voor een standaard aansluiting.

Houd de stekker op de juiste positie tijdens het meten met de multimeter. Kijk hoe je de stekker in het getekende stopcontact zou steken, zodat je de juiste kleuren van de draden noteert op je tekening.

Een 2-fase kookplaat aansluiten: zo werkt het

Heb je een 2-fase kookplaat? Dan moet je eerst bepalen welke kleur draad bij welk contact hoort. Meet het snoer door met een multimeter, op de piepstand of op de Ohm-stand. Noteer welke draad bij welke stekkerpin hoort en gebruik die info bij het aansluiten.

Open vervolgens het aansluitvak onder de kookplaat en kijk welk aansluitschema je moet gebruiken. L1 en L2 koppel je aan de juiste stroomdraden, 01 en 02 aan de juiste nuldraad. Maak de trekontlasting los, sluit de draden aan zoals je eerder hebt gemeten, en zet alles weer stevig vast.

Steek daarna de stekker in het stopcontact en plaats de kookplaat netjes in het blad. Dankzij de afdichtband blijft alles goed op z'n plek. Zet vervolgens de kookplaat aan en test of alle kookzones werken. Krijg je een foutmelding? Dan is er waarschijnlijk iets misgegaan bij het aansluiten. Geen foutmelding? Dan is je kookplaat klaar voor gebruik.

©S.Engels

Het is gebruikelijk dat de pannen een licht tikkend of zoemend geluid maken tijdens het koken. Dit heeft te maken met het magnetisch veld van de kookplaat. Ruik je een vreemde geur na het installeren van de kookplaat? Dit is ook gebruikelijk en de geur trekt uiteindelijk weg.