ID.nl logo
Zekerheid & gemak

Zo kun je je accu veilig opladen en onderhouden

In een vorig artikel vertelden we hoe het kan gebeuren dat accu's slijten en in het ergste geval zelfs kunnen ontploffen. In dit artikel lees je over de verschillende soorten batterijen en hoe je een accu veilig kunt opladen en onderhouden.

Lees eerst: Zo verslijten en exploderen accu's

SLA-accu

De verzegelde lood- of SLA-accu (sealed lead acid) treffen we als tech-gebruiker vooral aan in noodvoedingen, ook wel UPS’en (uninterruptible power supply). Dit type accu werd uitgevonden in de jaren zeventig van de vorige eeuw. Het type accu wordt ook weleens VRLA (‘valve-regulated lead-acid battery’) genoemd, omdat het apparaat niet honderd procent verzegeld is: via een klep worden overbodige gassen uitgestoten die tijdens de chemische werking ontstaan.

Werkt dit mechanisme niet goed, dan kan de accu opzwellen. Bij een oude UPS kan dit ertoe leiden dat je de accu niet meer (gemakkelijk) kunt vervangen, omdat hij te erg opgezwollen is. Ontploffingsgevaar is er niet, omdat een SLA met zwellingsproblemen normaal gezien al lang daarvoor de geest geeft.

Omwille van de lage energiedensiteit zijn dit vrij grote en zware accu’s. Ze volledig opladen duurt lang, tot wel een volle dag. Verder heeft dit soort accu een beperkte levensduur, met tussen de twee- en driehonderd laadcycli. De SLA-accu steekt eenvoudig in elkaar en is daardoor goedkoop te fabriceren.

Dit type accu levert snel heel veel energie, maar houdt dat niet lang vol. Dat is dus ideaal voor in een noodvoeding, die onmiddellijk volledig inzetbaar moet zijn wanneer de stroom uitvalt. Nog een voordeel is dat de SLA-accu bij zeer lage en zeer hoge temperaturen goed blijft functioneren. Een ideale omgevingstemperatuur voor een zo lang mogelijke levensduur is er wel: die ligt rond de 25 graden Celsius.

Ben je van plan een SLA-accu lange tijd niet te gebruiken, dan moet je hem volledig opladen voor je hem opslaat. In die toestand kun je zo’n accu maandenlang bewaren, al laad je hem het best ieder jaar opnieuw bij. Een UPS regelt dit overigens allemaal zelf. In de praktijk kan de accu in een UPS jarenlang meegaan. Hoelang precies, hangt af van allerlei factoren, zoals de omgevingstemperatuur, hoe vaak de UPS aanslaat en hoelang de ‘down-time’ duurt.

©PXimport

NiMH-accu

De NiMH-accu is een verbeterde versie van de oudere, zeer milieuonvriendelijke nikkel-cadmium (NiCd)-accu. De NiCd-accu werd al in 1899 uitgevonden en in 1947 voor het eerst in zijn huidige vorm op de markt gezet. NiCd-accu’s zijn betrouwbaar en kunnen tegen een stootje, maar naast het vervuilende aspect hebben ze een ander nadeel, namelijk het geheugeneffect. Dit type accu verliest zijn capaciteit als je ze niet regelmatig helemaal ontlaadt en weer volledig oplaadt (‘deep charging’).

De ontwikkeling van NiMH startte aan het eind van de jaren zestig van de vorige eeuw. De bedoeling was vooral een compacte accu te ontwerpen met een hogere energiedensiteit dan NiCd. De NiMH-technologie is tot op vandaag veelgebruikt bij oplaadbare batterijen. In de computerwereld tref je ze vooral nog aan in laptops, vrijwel niet meer in mobieltjes. NiMH is delicater dan NiCd, reden waarom batterijladers vaak een aparte instelling hebben voor elk type oplaadbare batterij.

Een NiMH-accu levert dertig à veertig procent meer energie dan een vergelijkbare NiCd-accu. Maar wanneer je hem niet gebruikt, raakt hij (afhankelijk van de omstandigheden) wel zo’n twintig procent van zijn lading in de eerste maand en ongeveer tien percent van zijn capaciteit in elke volgende maand kwijt. Dus na ongeveer negen maanden is hij dan leeg.

Het geheugeneffect is minder uitgesproken dan bij NiCd, maar toch dien je een NiMH-accu die je gebruikt om de zestig à negentig dagen volledig te ontladen en daarna honderd procent weer op te laden. Doe je dat niet, dan verkort je de levensduur, soms wel tot nog maar een derde van de normale driehonderd à vijfhonderd laadcycli.

Gebruik je een NiMH-accu langere tijd niet, dan laad je hem het best tot tachtig procent van zijn capaciteit op vóór je hem weglegt. Vergeet niet om de accu dan alsnog elke zes maanden opnieuw bij te laden tot ongeveer tachtig procent. Door het hoge gehalte aan nikkel loont het de moeite om NiMH-batterijen en -accu’s te recyclen, reden waarom ze milieuvriendelijker zijn dan NiCd’s, die moeilijker milieuvriendelijk af te danken zijn.

©PXimport

Lithium-ion accu

Hoewel de eerste experimenten om lithium te gebruiken als basismateriaal voor een batterij al van het begin van de vorige eeuw dateren, zijn de eerste stabiele lithium-gebaseerde accu’s veel minder oud. Pas in 1991 commercialiseerde Sony de eerste Li-ion-accu. Tegenwoordig is het veruit de populairste accu-technologie voor tech-apparatuur.

Het is een veilige technologie die een veel groter voltage per gebruikte cel levert dan loodaccu, NiMH-accu’s/batterijen en alkaline-batterijen. Anders gezegd: dit type accu heeft een hoge energiedensiteit. Je kunt er kleine accu’s mee bouwen die gedurende lange tijd veel energie leveren. Hoewel Li-ion nog altijd gemiddeld iets duurder is, daalde het prijsverschil de afgelopen jaren drastisch, zelfs in die mate dat deze technologie NiMH uit de markt dringt.

Li-ion heeft verschillende voordelen tegenover NiMH. Behalve de hogere energiedichtheid, heeft Li-ion ook geen last van het geheugeneffect. Li-ion heeft ook een langere levensduur, tot duizend laadcycli. De optimale levensduur wordt wel pas gehaald als je de accu gemiddeld maar tot tachtig procent van zijn capaciteit oplaadt. Steeds meer tech-apparatuur doet dit automatisch.

Bij laptops kun je vaak als gebruiker zelf (meestal in de bios, soms binnen Windows) een accu-sparende laadstand inschakelen die de accu maar tot tachtig procent oplaadt. In die stand kun je de laptop gerust permanent aan het stroomnet hangen, zonder dat dit de levensduur van de accu verkort. Onderweg kun je dan wel de normale laadstand gebruiken die de accu tot honderd procent oplaadt, zodat je zo lang mogelijk op de accu kunt werken.

Li-ion-accu’s zijn veilig, op voorwaarde dat ze een elektronisch circuit hebben dat ze beschermt tegen oververhitting en overladen. Werkt dit veiligheidscircuit slecht of ontbreekt het (zoals soms het geval is bij namaak-accu’s uit het Verre Oosten), dan kan dit type accu onverwacht ontbranden of zelfs ontploffen.

Er bestaan overigens verschillende types Li-ion-accu’s. In tech-apparatuur wordt meestal lithium-kobaltoxide (Li-kobalt) gebruikt. Lithium-mangaanoxide-accu’s zijn krachtiger, maar iets minder veilig en worden bijvoorbeeld gebruikt in boormachines. Andere types zoals lithium-nikkel-kobalt en lithium-ijzer-fosfaat treffen we aan in energiecellen en voertuigen.

©PXimport

Lithium-ion-polymeer accu

Lipo (lithium-ion-polymeer) is strikt genomen een zoveelste variant van Li-ion, maar wordt vooral omwille van marketingredenen als een apart type accu aangeduid. De eigenschappen zijn grotendeels dezelfde, met twee belangrijke verschillen. Lipo-batterijen kunnen in allerlei, flexibele vormen vervaardigd worden en zijn dus ideaal voor gebruik in dunne mobiele apparaten waarbij het design belangrijk is.

Een tweede verschil is dat Lipo eigenlijk geen onderhoud vergt. Er is geen geheugeneffect en je mag de accu’s zoveel en zo ver opladen en ontladen als je wilt (wel met een geschikte lader). Hoe je ze bewaart, maakt weinig uit, al is het beter om ze net zoals een gewone Li-ion-accu tot tachtig procent op te laden als je ze lange tijd ongebruikt bewaart.

Hoewel de energiedichtheid iets lager ligt dan bij Li-ion, wordt Lipo toch graag gebruikt in smartphones (bijvoorbeeld in de nieuwe iPhones en Galaxy S7,) doordat je er dunne accu’s mee kunt bouwen. Een Lipo-accu geeft – in tegenstelling tot Li-ion – niet langer energie af wanneer hij volledig bevroren is. Een verder nadeel is dat Lipo-accu’s gemiddeld twee keer zo duur zijn als Li-ion bij een vergelijkbare capaciteit.

©PXimport

Herbruikbare alkaline

Niet-herbruikbare alkalinebatterijen kun je vaak toch nog enkele keren opladen. Dat werkt het best als de batterij tot minder dan vijftig procent ontladen is voor je hem weer oplaadt. Op het internet vind je laders hiervoor, maar batterijproducenten raden het af omwille van de veiligheid. Het werkt ook maar een handvol keren.

Bovendien gaan opnieuw geladen gewone batterijen veel minder lang mee dan echte herlaadbare exemplaren. Een herbruikbare alkalinebatterij kun je wel veilig laden, maar ook slechts een beperkt aantal keren: vaak geven ze de geest na amper vijftig laadcycli. De energiedensiteit van dit type herlaadbare batterij is bovendien erg laag.

Gebruikt je tech-apparaat een standaardformaat batterij zoals AA of AAA, dan is een herlaadbare NiMH-batterij eigenlijk een beter, weliswaar iets duurder alternatief.

©PXimport

Accu veilig opladen: tips voor de expert

1: Een lage omgevingstemperatuur verlengt de levensduur van elke accu, zowel tijdens het gebruik als bij langdurige opslag. Houd het apparaat waarin de accu zit zo koel mogelijk. Gebruik je laptop als het kan op een ‘laptopkoeler’, zoals de Cooler Master Notepad of de Targus Chill Mat. Die zijn verkrijgbaar tussen de 20 à 50 euro. Draag je mobiel niet te dicht bij je lichaam: een jas- of broekzak is bijvoorbeeld beter dan de borstzak. Dat je een batterij best in de koelkast bewaart is overigens een mythe. Een koele omgevingstemperatuur onder de 25 °C volstaat.

2: (Super)snelladers zijn soms handig, maar gebruik ze zo min mogelijk. Laden bij hoog vermogen verkort de levensduur van je accu, vooral door de extra hitte die dit genereert.

3: Diep ontladen is alleen nodig bij NiMH en maar een beperkt aantal keren (zie ‘Nieuwe accu in gebruik nemen’). Vermijd dit bij alle andere soorten accu’s. Li-ion- en Lipo-accu’s leven het langst wanneer die voortdurend tussen de dertig en tachtig procent van het totale laadvermogen worden gehouden. Het beste laad je die accu’s dus niet volledig op, dit moet je zelf in de gaten houden.

4: De meeste moderne acculaders stoppen met laden wanneer de accu vol is. Bij een NiMH-accu schakelen ze dan eventueel over op een zogenaamde ‘trickle charge’ (druppellading) om de accu vol te houden. Bij een lithium-gebaseerde accu schakelt de lader zich normaal zelf uit. Je kunt je laptop dus in het stopcontact laten, maar bij een lithium-gebaseerde accu schakel je dan best wel in het bios de acculaadspaarstand in. Die zorgt ervoor dat de accu maar tot tachtig procent wordt opgeladen. Helaas hebben nog niet alle laptops, tablets en smartphones deze speciale laadstand.

5: Sommige accu’s zijn ‘smart’ en geven zelf aan hoeveel energie er nog in zit (bijvoorbeeld door middel van led’s). Als die aanduiding incorrect wordt, kan het nodig zijn eenmaal een diepe laadcyclus uit te voeren, zodat de accu zichzelf kan kalibreren. Is dit nodig, dan wordt dit meestal in de handleiding aangegeven. Vaak moet deze kalibratie dan elke drie maanden worden herhaald.

Accu volledig opladen voor eerste gebruik?

Moet een nieuwe accu ‘geprimed’ worden, dat wil zeggen speciaal behandeld worden, vóór je hem de eerste keer gebruikt? Dat hangt van het type accu (en herlaadbare batterij) af. Verzegelde-loodaccu’s zijn al volledig opgeladen wanneer je ze koopt. Als ze lang in het schap hebben gelegen, moet je ze misschien voor het eerste gebruik enkele uren bijladen, maar een UPS doet dit sowieso automatisch. Ook Li-ion- en Lipo-accu’s hebben geen speciale behandeling nodig voor het eerste gebruik. Meestal zijn ze gedeeltelijk opgeladen in de fabriek. Bijladen tot honderd procent voorafgaand aan het eerste gebruik is niet nodig, maar kan evenmin kwaad.

NiMH-accu’s moet je wel ‘primen’, dat wil zeggen ze volledig opladen voordat je ze in gebruik neemt, en ze dan een keer of twee à drie helemaal laten leeglopen en opnieuw volledig bijladen. Ze bereiken hun volledig capaciteit pas na een aantal volledige laadcycli. Bovendien vermijd je zo al vanaf het begin af aan het vervelende geheugeneffect. Vervolgens herhaal je die volledige laadcyclus elke twee à drie maanden. Tussendoor kun je ze gewoon bijladen zoals het uitkomt.

▼ Volgende artikel
Een ingebouwde of aparte koffiemolen: wat zijn de voor- en nadelen?
© Dima Skorina
Huis

Een ingebouwde of aparte koffiemolen: wat zijn de voor- en nadelen?

Er gaat niets boven een vers kopje koffie, maar zeker niet alle verse koffie is hetzelfde. De manier waarop de bonen worden gemalen is allesbepalend: met een ingebouwde koffiemolen in een machine óf met een losse koffiemolen. Wij vergeleken deze twee typen koffiemolens op basis van complexiteit, smaak, kosten en meer.

☕Dit artikel in het kort Koffiezetten met een machine met ingebouwde koffiemolen en een losse koffiemolen is een wereld van verschil, zowel in de manier waarop je een kopje koffie zet als in de smaak die je koffie krijgt. Ook qua kosten, formaat en reparatie hebben beide soorten koffiemolens ieder zo hun voor- en nadelen. In dit artikel vergelijken we beide koffiemolens met elkaar, zodat je het apparaat kunt kiezen die het beste aansluit op je wensen.

Lees ook: Light roast, medium roast en dark roast: dit doet de branding voor de smaak van je koffie

Complexiteit

Het eerste en meteen het grootste verschil tussen een koffiezetapparaat met ingebouwde koffiemolen en een losse koffiemolen is de complexiteit waarmee je een kopje koffie zet. Makkelijker dan een volautomatische koffiemachine kan haast niet: je doet een willekeurige hoeveelheid bonen in het bonenreservoir, stelt eventueel de gewenste maalgraad in en het apparaat spuugt er binnen een paar seconden een kopje koffie uit. Met een losse koffiemolen ben je wat langer zoet. Eerst meet je de hoeveelheid koffiebonen precies af (dit is essentieel voor de smaak!) en kies je de juiste maalgraad. Vervolgens moet je de gemalen koffie nog zetten, bijvoorbeeld met een filterkoffiezetapparaat, een French press of een espressoapparaat.

Een ingebouwde koffiemolen is daarom vooral geliefd bij de minder kritische koffiedrinker, die snel en zonder gedoe een lekker kopje koffie wil. Echte koffieliefhebbers kiezen sneller voor een losse koffiemolen, omdat zo'n apparaat je veel meer controle geeft over je kopje koffie. Zo hebben sommige losse koffiemolens wel meer dan vijftig maalstanden, wat ideaal is voor het zetten van verschillende koffies, zoals espresso (fijne maling) of de French press (grove maling). Ook zijn losse koffiemolens over het algemeen wat krachtiger dan ingebouwde modellen, waardoor ze de structuur van moeilijker te malen bonen beter aankunnen.

Hoewel veel volautomatische koffiemachines óók een instelbare maalgraad hebben, zijn deze apparaten op dit gebied over het algemeen een stuk minder flexibel dan de losse modellen.

Smaak

Omdat een machine met ingebouwde koffiemolen minder instelmogelijkheden heeft, gebeurt de maling ook minder nauwkeurig. En dat proef je terug in je koffie. Vaak smaakt koffie uit ingebouwde koffiemolens wat vlakker en minder complex dan die uit losse koffiemolens. Ook smaakt koffie uit ingebouwde koffiemolens meestal wat zuurder en bitterder. Desalniettemin is zulke koffie in de meeste gevallen gewoon prima te drinken! Maar mocht je een echte fijnproever zijn, dan word je waarschijnlijk gelukkiger van koffie uit een losse koffiemolen. Door de vele maalinstellingen kun je dit apparaat perfect afstemmen op verschillende soorten bonen, waardoor de aroma's optimaal vrij kunnen komen. En omdat losse koffiemolens – vooral die met maalschijven – heel gelijkmatig kunnen malen, krijgt je koffie een heerlijke diepe en uitgebalanceerde smaak.

©kaew6566

Kosten

Naast dat je met een ingebouwde koffiemolen in je koffiezetapparaat met één druk op de knop een lekker kopje koffie hebt, heeft dit type koffiemolen nog een groot voordeel. Je bent er in tegenstelling tot een losse koffiemolen namelijk geen extra kosten aan kwijt. Vooral als je voor een hoogwaardige elektrische koffiemolen gaat, moet je vaak flink in de buidel tasten. Zo kan een goede losse koffiemolen wel honderden euro's kosten, al zijn er ook prima instapmodellen met een vriendelijker prijskaartje. Als je voor een losse koffiemolen gaat, neem er dan wel een met maalschijven in plaats van messen. Dan weet je zeker dat alle aroma's uit je koffiebonen behouden blijven.

Ruimte in de keuken

Het derde voordeel van een machine met ingebouwde koffiemolen is het formaat. Waar je met een losse koffiemolen ook nog een filterkoffiemachine of een espressoapparaat in je keuken kwijt moet, combineer je met een volautomatische koffiemachine alles in één apparaat. Dat scheelt een hoop ruimte én geeft meer overzicht, wat vooral fijn is als je een drukke of niet al te grote keuken hebt. Toch gaat dit zeker niet altijd op, want sommige volautomatische machines zijn júist door hun ingebouwde koffiemolen vrij groot. Terwijl bepaalde koffiemolens, vooral de simpelere modellen, nauwelijks ruimte in beslag nemen.

Reparatie en onderhoud

Natuurlijk wil je dat als je koffiezetapparaat of koffiemolen stukgaat, dit eenvoudig te fixen is. Met een machine met ingebouwde koffiemolen kan dat wel een dingetje zijn. Omdat de koffiemolen een integraal onderdeel is, kan het repareren lastiger en duurder zijn. Soms is het bij mankementen aan de ingebouwde molen zelfs nodig zijn om meteen het complete apparaat te vervangen. Met een losse koffiemolen heb je dat niet. Vaak zijn deze apparaten van zichzelf al steviger en langer bruikbaar. Zijn er specifieke onderdelen kapot, dan kunnen die een stuk makkelijker vervangen worden.

©Olga Yastremska, New Africa, Afr

Conclusie

Wat is nu beter: een koffiezetapparaat met ingebouwde koffiemolen of een losse koffiemolen? Dat hangt er helemaal vanaf wat je voorkeur heeft. Met een volautomatische machine zet je makkelijk een kopje koffie met een iets vlakker, maar alsnog lekker resultaat. Een losse koffiemolen geeft je alle controle over je kopje koffie, wat vooral een voordeel is als je een kritische koffiedrinker bent én vaak verschillende soorten koffies zet.

Qua kosten ben je met een automatische machine waarschijnlijk wat goedkoper uit, aangezien hoogwaardige koffiemolens duur kunnen zijn en je er een apart koffiezetapparaat bij nodig hebt. Een automatische machine neemt daarnaast over het algemeen wat minder ruimte in op het aanrecht. Nadeel van dit apparaat is dat het vanwege zijn complexe instructie soms moeilijk te repareren is als het stukgaat. In dat opzicht is een losse koffiemolen een veiligere keuze.

Benieuwd waar je op moet letten als je een losse koffiemolen koopt? Lees dan ons artikel met tips om het ideale apparaat te vinden.

Altijd handig:

Een voorraadje koffiebonen in huis

▼ Volgende artikel
Apple iMac 24 inch (2024) – Fraaie all-in-one nog beter
Huis

Apple iMac 24 inch (2024) – Fraaie all-in-one nog beter

Een jaar na de 24 inch iMac met M3-processor is het alweer tijd voor de opvolger met M4-processor. De basis blijft hetzelfde: met een iMac haal je een compacte all-in-one-pc met een uitstekend scherm in huis. Wij hebben hem getest en vertellen je wat er veranderd is.

Fantastisch
Conclusie

De iMac met M4-processor is in de praktijk niet heel veel anders dan de voorgaande uitvoering, maar je krijgt voor minder geld wel een echt beter product. De M4-processor is razendsnel terwijl je nu eindelijk minimaal 16 GB RAM krijgt. Daarmee kom je mogelijk alleen wat opslag tekort op de basisuitvoering, maar dat kun je eventueel met een externe ssd oplossen. Verder is er weinig te klagen over de iMac. De bouwkwaliteit is uitstekend en je hebt de keuze uit maar liefst zeven kleuren.

Plus- en minpunten
  • Goede bouwkwaliteit
  • Fraai scherm
  • Uitstekende prestaties
  • Hoge kwaliteit webcam
  • Goed geluid
  • Weinig aansluitingen
  • Niet in hoogte verstelbaar

De belangrijkste veranderingen op de 2024-uitvoering van de iMac zitten wederom binnenin, want uiterlijk is er net als vorig jaar geen verschil te bekennen. Dat is niet erg, want de dunne all-in-one heeft nog steeds een fraai ontwerp dat je bovendien in zeven kleuren kunt kopen. Bij iedere kleur worden twee tinten op de behuizing gebruikt, want de aluminium kin en voet zijn uitgevoerd in een pasteltint die ook terugkomt op het toetsenbord en muis terwijl de aluminium achterkant in een harde kleur is uitgevoerd. De bouwkwaliteit van de aluminium behuizing is uitstekend. Een minpuntje blijft dat het scherm niet in hoogte verstelbaar is: je kunt het scherm alleen kantelen. Eventueel is de iMac wel verkrijgbaar in een VESA-variant voor montage op een monitorarm, maar die variant heeft dan weer geen voet.

©Jeroen Boer - ID.nl

Uiterlijk is de iMac niet veranderd ten opzichte van vorig jaar.

De Thunderbolt-aansluitingen vind je net als de aan-uit-schakelaar achterop. Afhankelijk van de uitvoering is de iMac voorzien van twee of vier Thunderbolt 4-aansluitingen die ook geschikt zijn voor het aansluiten van een extra scherm. Op de zijkant is een 3,5mm-headset-aansluiting geplaatst.

©Jeroen Boer - ID.nl

De Thunderbolt-aansluitingen vind je achterop.

Op de duurdere uitvoeringen vind je een gigabit-netwerkaansluiting op de voedingsadapter. Hierdoor kun je een netwerkkabel uit zicht houden. Verbinden met het netwerk en internet kan uiteraard ook via wifi 6E terwijl ook bluetooth 5.3 ondersteund wordt. Ook speakers zijn ingebouwd en die klinken nog steeds erg goed voor het formaat van de iMac. 

©Jeroen Boer - ID.nl

De voedingsadapter bevat op de duurdere uitvoeringen een netwerkaansluiting.

Twee varianten

Apple levert de iMac met M4-processor in twee varianten die verschillen in het aantal aansluitingen en de processor. De goedkoopste uitvoering met een prijs vanaf 1519 euro is voorzien van twee Thunderboltpoorten en een M4-processor met 8 cores terwijl de duurdere uitvoering vanaf 1769 euro vier Thunderboltpoorten, een M4-processor met 10 cores, een netwerkaansluiting en een toetsenbord met Touch ID heeft. Je krijgt voor 250 euro meer dus wat extra mogelijkheden. Al kun je ook de goedkoopste variant een beetje upgraden: voor 30 euro krijg je op die uitvoering ook ethernet terwijl Touch ID mogelijk is voor 80 euro. Dat kan een overweging zijn als je geen behoefte hebt aan vier Thunderboltpoorten, maar wel aan bijvoorbeeld Touch ID of ethernet. Beide genoemde configuraties van 1519 en 1769 euro zijn voorzien van 16 GB RAM en 256 GB opslag. Die prijzen zijn lager dan bij de iMac met M3-processor terwijl je nu 16 GB RAM in plaats van 8 GB krijgt.

Upgraden is uiteraard mogelijk, maar daar betaal je wel flink voor. De stap naar 24 GB RAM kost je 230 euro, terwijl 32 GB op de duurdere variant je nog eens 230 euro kost. Ook voor een verdubbeling van de ssd betaal je 230 euro. Op de duurdere variant kun je voor 230 euro ook nog kiezen voor een ontspiegeld scherm.

Dan is er nog een leuke verbetering, want je kunt de goedkoopste uitvoering met twee Thunderboltpoorten nu in alle zeven kleuren kopen. Voorheen had je slechts de keuze uit vier kleuren. 

©Jeroen Boer - ID.nl

Je kunt de iMac alleen kantelen, niet in hoogte verstellen.

Toetsenbord met usb-c

Het meegeleverde invoersetje bestaande uit een Magic Keyboard en Magic muis in dezelfde kleur als de iMac. Afhankelijk van de uitvoering van de iMac is het toetsenbord voorzien van een vingerafdrukscanner. De set is hetzelfde als bij de vorige generatie iMac, met één belangrijk verschil: Apple is eindelijk overgestapt op usb-c als laadaansluiting op zowel het toetsenbord als de muis. Dat voelt toch wat moderner dan de Lightning-aansluiting waar Apple eigenlijk al afscheid van had genomen. De usb-c-laadaansluiting van de muis zit helaas nog steeds aan de onderkant, waardoor je de muis niet kunt gebruiken tijdens het opladen. 

©Jeroen Boer - ID.nl

Zowel de muis als het toetsenbord zijn nu voorzien van usb-c.

Optioneel ontspiegeld

De iMac met M4-processor is voorzien van hetzelfde 24inch-scherm als de vorige variant en dat betekent dat je een uitstekend paneel met een resolutie van 4480 x 2520 pixels krijgt. Het scherm heeft een hoge helderheid, maar dat is door de glanzende afwerking in sommige situaties geen overbodige luxe. Wanneer je echt last denkt te hebben van die glanslaag, dan kun je nu kiezen voor een mat scherm. Die optie heet 'Glas met nanostructuur' en kost je 230 euro extra. De optie wordt alleen geboden op de uitvoering met vier Thunderboltpoorten, waarmee een ontspiegelde iMac je minimaal 1999 euro kost. Ons testexemplaar was voorzien van een ontspiegeld scherm en het is in de praktijk een fijne optie, zeker in een kantooromgeving met heldere verlichting. 

©Jeroen Boer - ID.nl

Het scherm is ontspiegeld, zelfs bij de harde verlichting in deze ruimte zie je geen hinderlijke reflecties.

Webcam met bureauweergave

De iMac had altijd al een prima webcam, maar dit jaar heeft Apple een flink verbeterd 12-megapixelmodel toegevoegd. Dankzij de hoge resolutie en brede kijkhoeken krijg je niet alleen haarscherpe beelden, maar ook allerlei extra functies. Zo kan de camera je nu automatisch volgen, zodat je altijd in het midden van het kader blijft. Dat werkt verbazingwekkend goed en geeft echt het gevoel dat de camera met je meebeweegt. Je schakelt deze functie eenvoudig in via de menubalk van macOS, zodat hij in alle apps beschikbaar is.

Daarnaast kun je via hetzelfde menu ook achtergrondvervaging inschakelen of je achtergrond wisselen. Een andere handige optie is 'Bureauweergave', waarmee de camera een gedeelte van je bureau toont, terwijl je zelf ook in beeld blijft. Dat is perfect om iets te laten zien tijdens een videogesprek. Het werkt opvallend soepel en het is best bijzonder dat je twee beelden tegelijk kunt tonen. Wel is de beeldkwaliteit van je bureau wat vaag en korrelig, omdat het slechts een uitsnede is van de uiterste beeldhoek van de gewone camera. Al met al een leuke functie, maar hopelijk zit hier in toekomstige modellen nog wat verbetering in. 

©Jeroen Boer - ID.nl

Je kunt tegelijkertijd zowel jezelf als je bureau tonen.

Flink toegenomen prestaties

Met de M4 zet Apple een flinke stap ten opzichte van de M3-variant die we vorig jaar getest hebben. Afhankelijk van de benchmark zien we de single-core-prestaties meer dan 10 procent toenemen terwijl multicore-prestaties tussen de 20 en 40 procent verbeteren. Wel hebben wij wel alleen de duurdere M4 met 10 cores getest; de variant met 8 cores biedt waarschijnlijk iets minder goede multicore-prestaties. Bij de M3-generatie had iedere M3-processor 8 cores.

Waar de M3 in Geekbench 5 een single-core-score van  2351 en een multi-core-score van 10.730 punten neerzet, levert deze MacBook pro met M4-processor in dezelfde benchmark maar liefst 2621 en 12.888 punten. En bij de belangrijke benchmark Cinebench R23 is er een nog groter verschil. Want waar de variant met een M3-processor respectievelijk 1906 en 9767 punten scoort, gaat de M4 daar met 2175 en 13.802 punten duidelijk overheen. Daarmee kom je op het niveau van een M1 Max of M2 Pro. De M4 is dus echt een prima chip. In tegenstelling tot bij de MacBook Pro met M4-processor nemen de prestaties wel wat af als je de Mac langdurig aan het werk houdt, al blijven de prestaties wel gewoon goed. Bij alledaags gebruik is de iMac stil, maar bij langdurige zware taken hoor je de koeling wel.

De 1TB-ssd in ons reviewexemplaar presteert met een lees- en schrijfsnelheid van 2884,1 en 3020,9 MB/s prima, maar het zou kunnen dat een 256GB-variant wat langzamer is. 

Conclusie

De iMac met M4-processor is in de praktijk niet heel veel anders dan de voorgaande uitvoering, maar je krijgt voor minder geld wel een echt beter product. De M4-processor is razendsnel terwijl je nu eindelijk minimaal 16 GB RAM krijgt. Daarmee kom je mogelijk alleen wat opslag tekort op de basisuitvoering, maar dat kun je eventueel met een externe ssd oplossen. Verder is er weinig te klagen over de iMac. De bouwkwaliteit is uitstekend en je hebt de keuze uit maar liefst zeven kleuren.