ID.nl logo
Zekerheid & gemak

Zo kun je je accu veilig opladen en onderhouden

In een vorig artikel vertelden we hoe het kan gebeuren dat accu's slijten en in het ergste geval zelfs kunnen ontploffen. In dit artikel lees je over de verschillende soorten batterijen en hoe je een accu veilig kunt opladen en onderhouden.

Lees eerst: Zo verslijten en exploderen accu's

SLA-accu

De verzegelde lood- of SLA-accu (sealed lead acid) treffen we als tech-gebruiker vooral aan in noodvoedingen, ook wel UPS’en (uninterruptible power supply). Dit type accu werd uitgevonden in de jaren zeventig van de vorige eeuw. Het type accu wordt ook weleens VRLA (‘valve-regulated lead-acid battery’) genoemd, omdat het apparaat niet honderd procent verzegeld is: via een klep worden overbodige gassen uitgestoten die tijdens de chemische werking ontstaan.

Werkt dit mechanisme niet goed, dan kan de accu opzwellen. Bij een oude UPS kan dit ertoe leiden dat je de accu niet meer (gemakkelijk) kunt vervangen, omdat hij te erg opgezwollen is. Ontploffingsgevaar is er niet, omdat een SLA met zwellingsproblemen normaal gezien al lang daarvoor de geest geeft.

Omwille van de lage energiedensiteit zijn dit vrij grote en zware accu’s. Ze volledig opladen duurt lang, tot wel een volle dag. Verder heeft dit soort accu een beperkte levensduur, met tussen de twee- en driehonderd laadcycli. De SLA-accu steekt eenvoudig in elkaar en is daardoor goedkoop te fabriceren.

Dit type accu levert snel heel veel energie, maar houdt dat niet lang vol. Dat is dus ideaal voor in een noodvoeding, die onmiddellijk volledig inzetbaar moet zijn wanneer de stroom uitvalt. Nog een voordeel is dat de SLA-accu bij zeer lage en zeer hoge temperaturen goed blijft functioneren. Een ideale omgevingstemperatuur voor een zo lang mogelijke levensduur is er wel: die ligt rond de 25 graden Celsius.

Ben je van plan een SLA-accu lange tijd niet te gebruiken, dan moet je hem volledig opladen voor je hem opslaat. In die toestand kun je zo’n accu maandenlang bewaren, al laad je hem het best ieder jaar opnieuw bij. Een UPS regelt dit overigens allemaal zelf. In de praktijk kan de accu in een UPS jarenlang meegaan. Hoelang precies, hangt af van allerlei factoren, zoals de omgevingstemperatuur, hoe vaak de UPS aanslaat en hoelang de ‘down-time’ duurt.

©PXimport

NiMH-accu

De NiMH-accu is een verbeterde versie van de oudere, zeer milieuonvriendelijke nikkel-cadmium (NiCd)-accu. De NiCd-accu werd al in 1899 uitgevonden en in 1947 voor het eerst in zijn huidige vorm op de markt gezet. NiCd-accu’s zijn betrouwbaar en kunnen tegen een stootje, maar naast het vervuilende aspect hebben ze een ander nadeel, namelijk het geheugeneffect. Dit type accu verliest zijn capaciteit als je ze niet regelmatig helemaal ontlaadt en weer volledig oplaadt (‘deep charging’).

De ontwikkeling van NiMH startte aan het eind van de jaren zestig van de vorige eeuw. De bedoeling was vooral een compacte accu te ontwerpen met een hogere energiedensiteit dan NiCd. De NiMH-technologie is tot op vandaag veelgebruikt bij oplaadbare batterijen. In de computerwereld tref je ze vooral nog aan in laptops, vrijwel niet meer in mobieltjes. NiMH is delicater dan NiCd, reden waarom batterijladers vaak een aparte instelling hebben voor elk type oplaadbare batterij.

Een NiMH-accu levert dertig à veertig procent meer energie dan een vergelijkbare NiCd-accu. Maar wanneer je hem niet gebruikt, raakt hij (afhankelijk van de omstandigheden) wel zo’n twintig procent van zijn lading in de eerste maand en ongeveer tien percent van zijn capaciteit in elke volgende maand kwijt. Dus na ongeveer negen maanden is hij dan leeg.

Het geheugeneffect is minder uitgesproken dan bij NiCd, maar toch dien je een NiMH-accu die je gebruikt om de zestig à negentig dagen volledig te ontladen en daarna honderd procent weer op te laden. Doe je dat niet, dan verkort je de levensduur, soms wel tot nog maar een derde van de normale driehonderd à vijfhonderd laadcycli.

Gebruik je een NiMH-accu langere tijd niet, dan laad je hem het best tot tachtig procent van zijn capaciteit op vóór je hem weglegt. Vergeet niet om de accu dan alsnog elke zes maanden opnieuw bij te laden tot ongeveer tachtig procent. Door het hoge gehalte aan nikkel loont het de moeite om NiMH-batterijen en -accu’s te recyclen, reden waarom ze milieuvriendelijker zijn dan NiCd’s, die moeilijker milieuvriendelijk af te danken zijn.

©PXimport

Lithium-ion accu

Hoewel de eerste experimenten om lithium te gebruiken als basismateriaal voor een batterij al van het begin van de vorige eeuw dateren, zijn de eerste stabiele lithium-gebaseerde accu’s veel minder oud. Pas in 1991 commercialiseerde Sony de eerste Li-ion-accu. Tegenwoordig is het veruit de populairste accu-technologie voor tech-apparatuur.

Het is een veilige technologie die een veel groter voltage per gebruikte cel levert dan loodaccu, NiMH-accu’s/batterijen en alkaline-batterijen. Anders gezegd: dit type accu heeft een hoge energiedensiteit. Je kunt er kleine accu’s mee bouwen die gedurende lange tijd veel energie leveren. Hoewel Li-ion nog altijd gemiddeld iets duurder is, daalde het prijsverschil de afgelopen jaren drastisch, zelfs in die mate dat deze technologie NiMH uit de markt dringt.

Li-ion heeft verschillende voordelen tegenover NiMH. Behalve de hogere energiedichtheid, heeft Li-ion ook geen last van het geheugeneffect. Li-ion heeft ook een langere levensduur, tot duizend laadcycli. De optimale levensduur wordt wel pas gehaald als je de accu gemiddeld maar tot tachtig procent van zijn capaciteit oplaadt. Steeds meer tech-apparatuur doet dit automatisch.

Bij laptops kun je vaak als gebruiker zelf (meestal in de bios, soms binnen Windows) een accu-sparende laadstand inschakelen die de accu maar tot tachtig procent oplaadt. In die stand kun je de laptop gerust permanent aan het stroomnet hangen, zonder dat dit de levensduur van de accu verkort. Onderweg kun je dan wel de normale laadstand gebruiken die de accu tot honderd procent oplaadt, zodat je zo lang mogelijk op de accu kunt werken.

Li-ion-accu’s zijn veilig, op voorwaarde dat ze een elektronisch circuit hebben dat ze beschermt tegen oververhitting en overladen. Werkt dit veiligheidscircuit slecht of ontbreekt het (zoals soms het geval is bij namaak-accu’s uit het Verre Oosten), dan kan dit type accu onverwacht ontbranden of zelfs ontploffen.

Er bestaan overigens verschillende types Li-ion-accu’s. In tech-apparatuur wordt meestal lithium-kobaltoxide (Li-kobalt) gebruikt. Lithium-mangaanoxide-accu’s zijn krachtiger, maar iets minder veilig en worden bijvoorbeeld gebruikt in boormachines. Andere types zoals lithium-nikkel-kobalt en lithium-ijzer-fosfaat treffen we aan in energiecellen en voertuigen.

©PXimport

Lithium-ion-polymeer accu

Lipo (lithium-ion-polymeer) is strikt genomen een zoveelste variant van Li-ion, maar wordt vooral omwille van marketingredenen als een apart type accu aangeduid. De eigenschappen zijn grotendeels dezelfde, met twee belangrijke verschillen. Lipo-batterijen kunnen in allerlei, flexibele vormen vervaardigd worden en zijn dus ideaal voor gebruik in dunne mobiele apparaten waarbij het design belangrijk is.

Een tweede verschil is dat Lipo eigenlijk geen onderhoud vergt. Er is geen geheugeneffect en je mag de accu’s zoveel en zo ver opladen en ontladen als je wilt (wel met een geschikte lader). Hoe je ze bewaart, maakt weinig uit, al is het beter om ze net zoals een gewone Li-ion-accu tot tachtig procent op te laden als je ze lange tijd ongebruikt bewaart.

Hoewel de energiedichtheid iets lager ligt dan bij Li-ion, wordt Lipo toch graag gebruikt in smartphones (bijvoorbeeld in de nieuwe iPhones en Galaxy S7,) doordat je er dunne accu’s mee kunt bouwen. Een Lipo-accu geeft – in tegenstelling tot Li-ion – niet langer energie af wanneer hij volledig bevroren is. Een verder nadeel is dat Lipo-accu’s gemiddeld twee keer zo duur zijn als Li-ion bij een vergelijkbare capaciteit.

©PXimport

Herbruikbare alkaline

Niet-herbruikbare alkalinebatterijen kun je vaak toch nog enkele keren opladen. Dat werkt het best als de batterij tot minder dan vijftig procent ontladen is voor je hem weer oplaadt. Op het internet vind je laders hiervoor, maar batterijproducenten raden het af omwille van de veiligheid. Het werkt ook maar een handvol keren.

Bovendien gaan opnieuw geladen gewone batterijen veel minder lang mee dan echte herlaadbare exemplaren. Een herbruikbare alkalinebatterij kun je wel veilig laden, maar ook slechts een beperkt aantal keren: vaak geven ze de geest na amper vijftig laadcycli. De energiedensiteit van dit type herlaadbare batterij is bovendien erg laag.

Gebruikt je tech-apparaat een standaardformaat batterij zoals AA of AAA, dan is een herlaadbare NiMH-batterij eigenlijk een beter, weliswaar iets duurder alternatief.

©PXimport

Accu veilig opladen: tips voor de expert

1: Een lage omgevingstemperatuur verlengt de levensduur van elke accu, zowel tijdens het gebruik als bij langdurige opslag. Houd het apparaat waarin de accu zit zo koel mogelijk. Gebruik je laptop als het kan op een ‘laptopkoeler’, zoals de Cooler Master Notepad of de Targus Chill Mat. Die zijn verkrijgbaar tussen de 20 à 50 euro. Draag je mobiel niet te dicht bij je lichaam: een jas- of broekzak is bijvoorbeeld beter dan de borstzak. Dat je een batterij best in de koelkast bewaart is overigens een mythe. Een koele omgevingstemperatuur onder de 25 °C volstaat.

2: (Super)snelladers zijn soms handig, maar gebruik ze zo min mogelijk. Laden bij hoog vermogen verkort de levensduur van je accu, vooral door de extra hitte die dit genereert.

3: Diep ontladen is alleen nodig bij NiMH en maar een beperkt aantal keren (zie ‘Nieuwe accu in gebruik nemen’). Vermijd dit bij alle andere soorten accu’s. Li-ion- en Lipo-accu’s leven het langst wanneer die voortdurend tussen de dertig en tachtig procent van het totale laadvermogen worden gehouden. Het beste laad je die accu’s dus niet volledig op, dit moet je zelf in de gaten houden.

4: De meeste moderne acculaders stoppen met laden wanneer de accu vol is. Bij een NiMH-accu schakelen ze dan eventueel over op een zogenaamde ‘trickle charge’ (druppellading) om de accu vol te houden. Bij een lithium-gebaseerde accu schakelt de lader zich normaal zelf uit. Je kunt je laptop dus in het stopcontact laten, maar bij een lithium-gebaseerde accu schakel je dan best wel in het bios de acculaadspaarstand in. Die zorgt ervoor dat de accu maar tot tachtig procent wordt opgeladen. Helaas hebben nog niet alle laptops, tablets en smartphones deze speciale laadstand.

5: Sommige accu’s zijn ‘smart’ en geven zelf aan hoeveel energie er nog in zit (bijvoorbeeld door middel van led’s). Als die aanduiding incorrect wordt, kan het nodig zijn eenmaal een diepe laadcyclus uit te voeren, zodat de accu zichzelf kan kalibreren. Is dit nodig, dan wordt dit meestal in de handleiding aangegeven. Vaak moet deze kalibratie dan elke drie maanden worden herhaald.

Accu volledig opladen voor eerste gebruik?

Moet een nieuwe accu ‘geprimed’ worden, dat wil zeggen speciaal behandeld worden, vóór je hem de eerste keer gebruikt? Dat hangt van het type accu (en herlaadbare batterij) af. Verzegelde-loodaccu’s zijn al volledig opgeladen wanneer je ze koopt. Als ze lang in het schap hebben gelegen, moet je ze misschien voor het eerste gebruik enkele uren bijladen, maar een UPS doet dit sowieso automatisch. Ook Li-ion- en Lipo-accu’s hebben geen speciale behandeling nodig voor het eerste gebruik. Meestal zijn ze gedeeltelijk opgeladen in de fabriek. Bijladen tot honderd procent voorafgaand aan het eerste gebruik is niet nodig, maar kan evenmin kwaad.

NiMH-accu’s moet je wel ‘primen’, dat wil zeggen ze volledig opladen voordat je ze in gebruik neemt, en ze dan een keer of twee à drie helemaal laten leeglopen en opnieuw volledig bijladen. Ze bereiken hun volledig capaciteit pas na een aantal volledige laadcycli. Bovendien vermijd je zo al vanaf het begin af aan het vervelende geheugeneffect. Vervolgens herhaal je die volledige laadcyclus elke twee à drie maanden. Tussendoor kun je ze gewoon bijladen zoals het uitkomt.

▼ Volgende artikel
Slimme stekkers: welke modellen zijn echt zuinig?
© Proxima Studio - stock.adobe.com
Huis

Slimme stekkers: welke modellen zijn echt zuinig?

Met slimme stekkers verander je je huis eenvoudig in een smart home: steek ze in een gewoon stopcontact, sluit er lampen of je televisietoestel op aan en regel via een app of met je stem bijvoorbeeld dat ze automatisch worden uitgeschakeld. Zo voorkom je onnodig stroomverbruik doordat apparaten niet meer op stand-by blijven staan. Maar slimme stekkers gebruiken zélf ook stroom. Welke zijn zuinig genoeg om écht geld te besparen?

Energie besparen en slimme apparaten gaan uitstekend samen. In dit artikel lees je hoe je geld bespaart door gebruik te maken van de zuinigste slimme stekkers. • Slimme stekkers en stroomverbruik • De zuinigste slimme stekkers op een rij • Waar je op moet letten bij het kopen van slimme stekkers

Ook lezen: Stroomvreters: deze apparaten in huis verbruiken meer energie dan je denkt


Slimme stekker of slim stopcontact?

De termen slimme stekker en slim stopcontact worden door elkaar gebruikt. Dat is een beetje verwarrend, maar wel begrijpelijk: het is een apparaat met aan de ene kant een stekker (voor je 'domme' stopcontact) en aan de andere kant een slim stopcontact. In dit artikel hanteren we de benaming slimme stekker.


Zo bespaart een slimme stekker stroom

Een slimme stekker helpt je stroom besparen door apparaten automatisch uit te schakelen, bijvoorbeeld 's nachts. Zo verbruikt je televisie geen stroom meer in de stand-bymodus. Je kunt instellen dat alle apparatuur op vaste tijden uitschakelt, bijvoorbeeld zodra je gaat slapen. Je kunt ook met één druk op de knop alle lampen en andere apparaten uitschakelen, zodat je niets vergeet. Slimme stekkers uit een hogere prijsklasse bieden bovendien inzicht in je stroomverbruik. Daardoor kun je gerichter energie besparen.

©Proxima Studio - stock.adobe.com

Verbruik van een slimme stekker

Tegenover de besparing staat het eigen stroomverbruik van slimme stekkers. Dat begint bij zo'n 0,3 watt en loopt op tot 2 watt. Niet veel, maar ze staan wel 24 uur per dag en 365 dagen per jaar aan. De zuinigste modellen verbruiken daardoor op jaarbasis 2,6 kWh (0,3 watt × 24 uur × 365 dagen ÷ 1000). Bij een stroomprijs van 0,30 euro per kWh komt dat neer op 0,79 euro per jaar. Een slimme stekker die 2 watt verbruikt kost op jaarbasis 5,26 euro. In een slim huis gebruik je al snel 10 slimme stekkers, waardoor je op jaarbasis aardig wat geld kunt besparen door de zuinigste modellen uit te kiezen.

Kies niet alleen op prijs, maar ook op verbruik Vergelijk je het jaarlijkse stroomverbruik met de aanschafprijs van een slimme stekker (meestal tussen de 5 en 35 euro), dan blijkt al snel dat vooral het stroomverbruik bepalend is voor de totale kosten op de lange termijn. Toch vermelden veel verkopers niets over het energieverbruik.

Denk aan de compatibiliteit

Alleen letten op het stroomverbruik van een slimme stekker is niet genoeg. Het is minstens zo belangrijk dat de stekker goed samenwerkt met jouw slimme netwerk. De meeste modellen werken met Google Home en Amazon Alexa, terwijl Apple HomeKit selectiever is. Check daarom altijd de productbeschrijving om zeker te weten dat de slimme stekker bij jou thuis werkt.

Slimme stekkers die samenwerken met

Google Assistant en met Alexa

Stroomverbruik en verbindingstype

Waar komt het grote verschil in stroomverbruik tussen slimme stekkers vandaan? Dat heeft alles te maken met de verbinding met je thuisnetwerk. De meeste stekkers gebruiken wifi om bereikbaar te blijven, zodat jij ze op afstand kunt bedienen. Maar wifi verbruikt relatief veel energie – het signaal is eigenlijk krachtiger dan nodig is voor dit soort toepassingen.

Een zuiniger alternatief is een hub die het wifisignaal omzet naar een lichter protocol, zoals Zigbee of Z-Wave. Die vormen een soort schakel tussen je netwerk en de slimme stekkers. Het grote voordeel: dit soort verbindingen verbruiken vaak minder dan 0,5 watt.

©Proxima Studio - stock.adobe.com

Zigbee en Z-Wave

De zuinige protocollen die gebruikt worden zijn Zigbee en Z-Wave en die werken allebei prima. Maar ze zijn niet verenigbaar met elkaar. Je zult dus één systeem moeten kiezen. Daarnaast heb je een centrale hub nodig om alles aan elkaar te koppelen. Dat is een kleine investering die zich, door de lagere stroomkosten, snel terugverdient.

Slimme stekkerVerbruik (watt)Protocol
TP-Link Tapo P1151 – 1,5Wifi
TP-Link Tapo P1000,5 – 1Wifi
Shelly Plug S0,9 – 1,5Wifi
Iqore Smart Plug1 – 2Wifi
Aqara Smart Plug0,3 – 0,5Zigbee
Philips Hue Smart Plug0,3 – 0,5Zigbee
IKEA TRETAKTSmart Plug0,3 – 0,5Zigbee
Samsung SmartThings Outlet0,5 – 1,5 WZigbee
Fibaro Wall Plug V20,5 – 1Z-Wave
Qubino Smart Plug0,5 – 1Z-Wave

Verbruik van hubs voor Zigbee en Z-Wave

Voor een compleet beeld moeten we ook kijken naar het stroomverbruik van een Zigbee- of Z-Wave-hub. Zigbee-hubs verbruiken doorgaans tussen de 0,5 en 3 watt. Sluit je meerdere slimme stekkers of andere apparaten aan, dan verdien je dat al snel terug ten opzichte van wifi. Z-Wave-hubs verbruiken wat meer, meestal tussen de 2 en 10 watt.

Ook qua veelzijdigheid zijn er verschillen. De Philips Hue Bridge (Zigbee) is bijvoorbeeld erg zuinig, met een verbruik tussen de 0,5 en 1 watt. Maar deze werkt uitsluitend met Philips Hue-apparaten.

Een slimme start is het halve werk

Zoals je ziet, zijn er heel wat factoren om rekening mee te houden. Breng daarom vooraf in kaart wat je nu nodig hebt én wat je in de toekomst verwacht te gebruiken. Zo voorkom je onnodige kosten en bespaar je op de lange termijn, vooral als je ook let op het energieverbruik per apparaat.


Nog meer energie besparen? ⤵️

Vraag een offerte aan voor verduurzaming:

▼ Volgende artikel
Review Philips PureProtect Pro 4200 – Zeg die pollen maar gedag
© Wesley Akkerman
Energie

Review Philips PureProtect Pro 4200 – Zeg die pollen maar gedag

De lucht om ons heen wordt steeds minder schoon – en dat is allang geen geheim meer. Tel daar gevoeligheid voor pollen bij op, plus schadelijke deeltjes en gassen die vrijkomen tijdens het koken, en je vraagt je af waarom niet iedereen een luchtreiniger zoals de Philips PureProtect Pro 4200 heeft.

Uitstekend
Conclusie

Een luchtreiniger van zo'n 430 euro is geen kleinigheid. Toch ben je met de Philips PureProtect Pro 4200 voordeliger uit dan bij de concurrent. Tijdens onze test viel op hoe accuraat en doeltreffend dit model de lucht zuivert – vooral pollen worden opvallend goed aangepakt – en hoe scherp hij de luchtkwaliteit in de gaten houdt. De filters zijn eenvoudig te vervangen, installeren is zo gedaan en de bediening spreekt voor zich. Een Dyson haalt misschien nóg wat meer deeltjes uit de lucht, maar voor deze prijs zit je verrassend goed.

Plus- en minpunten
  • Installatie zo gepiept
  • Maakt relatief weinig herrie
  • Rekent af met pollen
  • Gaat goed op in interieur
  • Veel opties binnen app
  • Filters snel te vervangen
  • Kinderslot
  • Kan soms wel veel lawaai maken
  • Gaat in Auto+ soms snel aan
  • Temperatuur- en vochtigheidsmetingen wijken af

Als je aan luchtreinigers denkt, dan denk je misschien niet meteen aan Philips. Ondanks de koppositie van Dyson (dat met de Purifier Big+Quiet Formaldehyde goed scoort) timmert de van oorsprong Nederlandse fabrikant al jaren stevig aan de weg in deze markt. De Philips PureProtect Pro 4200 Series Slimme luchtreiniger, zoals de hier besproken luchtreiniger voluit heet, is daar slechts het meest recente voorbeeld van. Hij heeft een adviesprijs van 429,99 euro.

In de basis heeft de luchtreiniger een aantal uitstekende kwaliteiten. Denk dan aan een dubbel ventilatorontwerp, waardoor hij tot anderhalf keer krachtiger is dan in grootte vergelijkbare soortgenoten. En met een Clean Air Delivery Rate (CADR) van 600 m³/u kan hij grote ruimtes tot 156 vierkante meter aan; een kamer van 20 vierkante meter kan hij in minder dan vijf minuten reinigen. Last van pollen? Geen probleem – met een paar minuten is die ergernis weg.

©Wesley Akkerman

L2 betekent dat er een verhoging in de gaswaarde is.

Viervoudig filtersysteem

De Philips PureProtect Pro 4200 beschikt daarnaast over een viervoudig filtersysteem, bestaande uit een voorfilter, een HEPA NanoProtect-filter en twee actieve koolstoffilters. Gezamenlijk moeten die tot 99,97 procent van alle kleine deeltjes, zo klein als 0,003 micron, uit de lucht kunnen halen. Ook is het systeem in staat tot 99,99 procent van door de lucht zwevende virussen en bacteriën te filteren (waaronder het H1N1-griepvirus en SARS-CoV-2).

Hoewel bij ons (nog) geen hooikoorts geconstateerd is, hebben we wel gemerkt dat we minder niezen en minder vaak jeukende ogen hebben sinds we deze luchtreiniger testen. Enkele symptomen die met de allergie te maken hebben, zoals vermoeidheid en een verstopte neus, waren daarnaast veel minder aanwezig. Het is ook weer niet zo dat alle klachten compleet verdwenen – maar het idee dat de Philips-luchtreiniger werkt, staat hier in elk geval als een huis.

©Wesley Akkerman

Als de led-ring rood kleurt, dan maakt het apparaat ook veel lawaai.

Effectief en geruisloos

De Philips PureProtect Pro 4200 reageert razendsnel op veranderingen in huis. Tijdens het koken kan de luchtreiniger aanspringen om te voorkomen dat schadelijk deeltjes verder verspreid worden. Daarnaast is een open raam, zeker in de lente, genoeg om de boel op scherp te zetten. Schoonmaken, even een lekker luchtje (op jezelf of in huis) verstuiven of stoffen; dergelijke zaken triggeren de 4200 om de lucht te zuiveren. En dat doet het apparaat effectief en vaak geruisloos.

In de slaapmodus maakt de Philips PureProtect Pro 4200 slechts 15 dB(A) aan lawaai, waardoor je er tijdens het slapen geen last van hebt. Daarnaast hoor je het systeem alleen hard loeien als de luchtkwaliteit boven een bepaalde waarde komt. Dat gebeurt, toegegeven, al vrij snel, waardoor je soms wel even de tv wat harder zou moeten zetten. Het reinigen neemt echter weinig tijd in beslag, waardoor je er ook weer niet zo heel veel last van ondervindt.

Personalisatie-opties binnen de app

Daarnaast kun je binnen de app allerlei zaken personaliseren. Zo is er een Fresh Wake-up-functie, waarmee je de zuiveringssnelheid –en daarmee het geluid – langzaamaan laat toenemen. Ook kun je werken met schema's of een Fresh Bedtime-stand, waardoor (bepaalde) ruimtes in huis altijd schoon zijn. Zeker voor in een slaapkamer kan dit handig zijn, omdat de luchtkwaliteit de slaapkwaliteit beïnvloedt. Zulke appfuncties zijn wat ons betreft daarom meer dan welkom.

Verder kun je werken met een aantal standaard modi, waardoor de Philips PureProtect Pro 4200 constant op eenzelfde snelheid draait. Maar je kunt ook Auto+ gebruiken. Die stand zorgt ervoor dat de luchtreiniger automatisch van modus wisselt wanneer dat nodig is. Sta je te koken? Dan kan hij ineens de snelheid verhogen. We hebben wel gemerkt dat de reiniger soms snel aanspringt, bij een kleine waardevermeerdering. Dat zou Philips wellicht beter kunnen afstellen.

©Wesley Akkerman

Je kunt de verlichting uitschakelen.

Informatie over je huis en de buurt

Daarnaast biedt de app een inkijkje in de luchtkwaliteit in huis en de omgeving. Je kunt altijd controleren hoe het gesteld is met schadelijke, inhaleerbare deeltjes (PM2.5), gas, pollen, stofmijt, schimmel en schilfers (bijvoorbeeld van huisdieren) en de vochtigheid. Die data geeft de app weer in een handige grafiek. Het apparaat slaat veel data op – en zolang het aanstaat kun je terugscrollen om te zien hoe de luchtkwaliteit op een bepaalde dag was.

De Dyson-concurrentie pakt daarnaast nog zaken als PM10, HCHO en vluchtige organische stoffen, maar daar betaal je ook aanzienlijk meer voor. Verder valt op dat de metingen van de temperatuur en vochtigheid in huis afwijken van de Tado-thermostaat. We hebben beide producten onder elkaar gepositioneerd om eventuele variabelen te voorkomen die de uitslagen kunnen veranderen. Maar in dit geval toont de Philips een afwijking ten opzichte van de metingen van de Tado.

©Wesley Akkerman

Het oog wil ook wat

Omdat de Philips PureProtect Pro 4200 een product is dat je eigenlijk redelijk prominent in huis plaatst, wil het oog ook wat. De Dyson-apparaten vallen op en gaan daardoor mogelijk minder snel op in het interieur. Daar heeft de Philips-luchtreiniger veel minder last van. Ten eerste omdat hij een stuk kleiner is, en ten tweede vanwege het veel subtielere ontwerp. Bovenop zit led-verlichting, maar als je daar last van hebt, dan kun je die gewoon uitschakelen.

Verder is het installeren geen probleem. Je stopt de stekker in het stopcontact, downloadt de app en volgt de instructies op. Binnen tien minuten, inclusief het uitpakken, zou de 4200 al de eerste ronde gedaan kunnen hebben. Je kunt het systeem overigens ook bedienen met de aanraakgevoelige omgeving bovenop. Daar zit zelfs een kinderslot op, zodat eventueel aanwezig kroost niet zomaar allerlei opties aanpast. Ook aan de kleine dingen zijn dus gedacht.

©Wesley Akkerman

Tot slot valt op hoe gemakkelijk het onderhoud van de Philips PureProtect Pro 4200 is. Daarmee bedoelen we bijvoorbeeld het verwisselen van de filters. Je opent het deurtje voorop moeiteloos en schuift daarna het filter er met één hand uit. De vervanger schuif je er met dezelfde hoeveelheid moeite in en dan doe je het deurtje weer dicht. Gemakkelijker kan haast niet. Dit doet Philips beter dan Dyson, waarbij je net even wat meer handelingen moet verrichten.

Philips PureProtect Pro 4200 kopen?

Een luchtreiniger van zo'n 430 euro is geen kleinigheid. Toch ben je met de Philips PureProtect Pro 4200 voordeliger uit dan bij de concurrent. Tijdens onze test viel op hoe accuraat en doeltreffend dit model de lucht zuivert – vooral pollen worden opvallend goed aangepakt – en hoe scherp hij de luchtkwaliteit in de gaten houdt. De filters zijn eenvoudig te vervangen, installeren is zo gedaan en de bediening spreekt voor zich. Een Dyson haalt misschien nóg wat meer deeltjes uit de lucht, maar voor deze prijs zit je verrassend goed.