ID.nl logo
Optimaal je surround sound-speakers plaatsen doe je zo
© Reshift Digital
Zekerheid & gemak

Optimaal je surround sound-speakers plaatsen doe je zo

Voordat je naar de winkel stapt en lukraak een surround-set aanschaft, is het slim je eens te verdiepen in surround-systemen en hoe je je je kamer het best inricht om het maximale uit een nieuwe audioset-up te halen. Je surround sound-speakers plaatsen doe je op deze manier het beste.

Een surround-set is geweldig; vooral bij het kijken naar een film op je hd-televisie komt het verhaal pas echt tot leven met bioscoopgeluid door meerdere luidsprekers. Vroeger kostte zo’n systeem zomaar een paar duizend euro, maar tegenwoordig kun je veel voordeliger genieten van driedimensionaal geluid.

Het is wel aan te raden om even in de materie te duiken, want het verschil tussen leuk geluid en supergeluid is vaak zelf makkelijk te realiseren door de juiste apparatuur aan te schaffen en de luidsprekers op de juiste plek in je woonkamer te plaatsen.

Waarom surround?

Laten we bij het begin beginnen: wat is een surround-set nu eigenlijk? In principe hebben we het bij een surround-set over meerdere luidsprekers die over je woonkamer zijn verdeeld. Dit in tegenstelling tot een stereo-set, die maar uit twee luidsprekers bestaat: één kanaal voor links en één kanaal voor rechts.

Een van de luidsprekers in een surround-systeem is de subwoofer. Deze grote luidspreker geeft alleen lage frequenties weer en zorgt daarom voor de zogenaamde ‘oomph’ in het geluid. Grote explosie in een film? De subwoofer zorgt ervoor dat je buren mee kunnen genieten. Nou ja, theoretisch dan, want als je de subwoofer goed instelt en positioneert, kun je de komende jaren nog prima overweg met je buren.

Naast luidsprekers hoort bij een surround-set ook een surround-receiver. Dat is het apparaat waar je alle luidsprekers op aansluit. Hier sluit je tevens de bronnen op aan; dat kan bijvoorbeeld een hd-televisie zijn, maar ook een spelcomputer, een cd-speler of blu-ray-apparaat. Je kunt alle onderdelen los kopen en merken met elkaar combineren, maar het is ook mogelijk om een alles-in-één-oplossing aan te schaffen.

©PXimport

Receiver

De av-receiver, voluit ook wel audio-video-receiver genoemd, is het centrale punt van je surround-systeem. Het is belangrijk dat je een goede receiver voor je set-up kiest, want als de receiver te weinig vermogen heeft kan die je luidsprekers niet optimaal aansturen. Omgekeerd is het ook niet handig om een enorm krachtige receiver te kopen als je luidsprekers dat vermogen helemaal niet aankunnen.

Bij het kiezen van een receiver moet je altijd naar het totaalplaatje kijken: wat voor luidsprekers heb ik, wat wil ik uitgeven aan het hele systeem, wat wil ik er allemaal op kunnen aansluiten et cetera.

Een receiver wordt ten onrechte ook weleens versterker genoemd, maar dat is slechts gedeeltelijk juist. Een receiver is altijd een versterker, maar een versterker is niet altijd een receiver. Een receiver is namelijk meer dan alleen een versterker van de audiosignalen die er binnenkomen; een receiver kan namelijk ook overweg met digitale aansluitingen, zoals hdmi-signalen van je televisie, of geïntegreerde streaming-opties bieden.

©PXimport

Vooral dat laatste is interessant als je bijvoorbeeld een Spotify-abonnement hebt. Het vermogen van de versterker-onderdeel is van belang als je wilt weten hoe ‘hard’ het geluid kan worden weergegeven. Dat even tussen aanhalingstekens, want net als bij megapixels op een camera is het vermogen van de ene versterker niet een-op-een te vergelijken met dat van de andere versterker. Veel belangrijker is de kwaliteit van de componenten.

Daarom is het slimmer om een receiver te testen in een hifi-winkel dan alleen maar afgaan op de droge specificaties van een apparaat. Voor een surround-opstelling heb je overigens een speciale surround-receiver nodig. Er zijn ook normale stereo-receivers op de markt, maar die zijn alleen geschikt om twee luidsprekers op aan te sluiten: links en rechts.

Luidsprekers

Dan door naar de luidsprekers. Voor een surround-opstelling heb je meer dan twee luidsprekers nodig. Hoeveel? Dat verschilt. Het meest traditionele surround-systeem heet 5.1, waarbij de 5 staat voor vijf luidsprekers, de .1 betekent dat het systeem één subwoofer heeft. In totaal heeft een 5.1-setup dus zes luidsprekers en praten we over een zeskanaals-systeem. Een subwoofer wordt overigens ook wel aangeduid als LFE-luidspreker, wat staat voor Low Frequency Effects. De normale luidsprekers worden in dat geval Full Range Channels genoemd.

Er bestaan veel meer surround-setups. Een bekend ander systeem is 7.1, zeven luidsprekers en één subwoofer dus. Duurdere systemen kunnen zelfs meerdere subwoofers hebben; er bestaan 10.2-systemen en zelfs 22.2-systemen. Dat soort systemen zijn overigens overkill voor de standaard woonkamer, maar als je een aparte kamer wilt ombouwen tot thuisbioscoop kun je uiteraard een systeem met 24 luidsprekers overwegen. In een standaard 5.1-systeem hebben alle luidsprekers een eigen naam en kleurcodering op de receiver. De meeste fabrikanten houden zich aan dat kleurenschema, maar niet allemaal.

©PXimport

De twee luidsprekers die je traditiegetrouw naast de televisie ziet, worden aangeduid als Front Left (wit) en Front Right (rood). In een 5.1-setup heb je bovendien een luidspreker in het midden onder de televisie; deze heet Center en heeft een groene connector op de receiver. Het kanaal van de subwoofer wordt met de kleur paars aangegeven. De laatste twee luidsprekers in een 5.1-setup zijn de Rear Left (blauw) en Rear Right (grijs). Dat zijn kleinere luidsprekers en worden ook wel de surround-luidsprekers genoemd.

Plaatsing van de luidsprekers

Een van de belangrijkste elementen van een surround-set opzetten is dat je goed nadenkt over de plaatsing van de luidsprekers. Laten we ervan uitgaan dat je je surround-set voornamelijk gebruikt als je tv kijkt. Het eerste wat je moet doen, is zorgen voor een optimale positie ten opzichte van je televisie. De televisie moet in elk geval op ooghoogte worden geplaatst, de afstand is een beetje lastiger. De optimale afstand hangt af van de grootte van je televisie. De Consumentenbond heeft een test gedaan en geeft aan dat de ideale kijkafstand zo’n 2,4 keer de beelddiagonaal van je televisie bedraagt. Voor een 50 inch-tv is dat dus 120 inch (grofweg 3 meter). Dat is geen exacte waarde, dus experimenteer vooral zelf wat voor je het best werkt.

Als je weet waar je zit en waar je tv staat, is het tijd voor de Front Left- en Front Right-luidsprekers. De twee luidsprekers en jij moeten een driehoek vormen. Als je op je luisterpositie recht voor de tv zit en je met je hoofd naar links kijkt, moet je precies in de luidspreker kunnen kijken. Niet letterlijk natuurlijk, maar draai de luidspreker een beetje zodat het geluid direct naar je hoofd gestuurd wordt, en niet naar de muur naast je.

©PXimport

De Center-luidspreker is makkelijk; deze zet je midden onder je televisie. De achterste luidsprekers zet je het liefst iets verder uit elkaar dan de voorste luidsprekers. Een positie zo’n 20 tot 50 centimeter achter je hoofd is aan te raden. Als het mogelijk is, zet dan de achterste luidsprekers ook iets hoger dan de voorste luidsprekers.

Het lastigst is de subwoofer. In tegenstelling tot hogere frequenties zijn lage frequenties uit een subwoofer niet te lokaliseren. Het maakt dan dus niet uit waar je de subwoofer neerzet, zul je denken. Niets is minder waar, helaas. Het grote probleem met een subwoofer zijn de staande golven die het apparaat creëert. Dat komt doordat het geluid van muur tot muur ketst en zo op verschillende plekken in je woonkamer veel meer bastonen genereert dan op andere plekken. Je moet goed luisteren op welke plek je subwoofer het best klinkt.

Over het algemeen geldt: zet de subwoofer niet te dicht op een muur, zet hem relatief dicht bij een van de voorste luidspreker en probeer ‘m niet recht voor je te zetten.

Aansluiten en instellen

Je sluit de luidsprekers meestal middels een analoge luidsprekerkabel op de receiver aan. Let er op dat je de kabels correct aansluit. Elke luidsprekerkabel heeft altijd een plus- en een minpool. Het is essentieel dat je de plus van de receiver op de plus van de luidspreker aansluit. Doe je dat niet, dan staat de luidspreker ‘uit fase’. Je luidspreker gaat er niet kapot van, maar het geluid klinkt slechter, zonder dat je dat misschien in eerste instantie kunt waarnemen. Er komt weliswaar geluid uit de luidspreker, maar als je er goed naar luistert, hoor je dat het geluid niet echt een richting heeft, dat lage frequenties vaak ontbreken en dat bepaalde geluiden wegvallen.

De subwoofer sluit je meestal aan op de uitgang genaamd ‘subwoofer’ of ‘lfe’. In de meeste gevallen is dat een tulp-uitgang. Koop je een 5.1-set, dan wordt een subwooferkabel vrijwel altijd meegeleverd. Deze aansluiting geldt overigens voor actieve subwoofers, oftewel modellen met een geïntegreerde versterker. Deze vind je in vrijwel alle high-end 5.1-luidsprekersystemen die zonder receiver worden verkocht.

Heb je een passieve subwoofer, dan moet die met normale luidsprekerkabels worden aangesloten op de receiver en regelt de receiver de versterking. Je moet dan wel een receiver hebben die overweg kan met een subwoofer.

©PXimport

Andere apparaten

Een goede surround-set bestaat natuurlijk niet alleen uit een tv en luidsprekers. Wil je af en toe een film kunnen kijken of cd kunnen afspelen, dan is bijvoorbeeld een blu-ray-speler noodzakelijk. Met dit apparaat kun je namelijk niet alleen blu-ray-schijfjes afspelen, maar ook dvd’s en cd’s. Denk eraan dat de blu-ray-speler wel geschikt moet zijn om ultra hd (ook wel bekend als 4K) af te kunnen spelen via de hdmi-verbinding. Het zou toch jammer zijn dat een nieuwe 4K-bluray slechts op normale hd-kwaliteit wordt doorgestuurd naar je ultra-hd-televisie.

Een ander apparaat wat je op een receiver kunt aansluiten is bijvoorbeeld een spelcomputer. Een moderne spelcomputer als de PlayStation 4 of de Xbox One verbind je via een digitale audiokabel aan je receiver. De uitgang op de spelcomputer wordt vaak aangegeven als Digital Out en de aansluiting op je receiver heet meestal Digital In of Optical In.

Als laatste wil je misschien inhoud van je smartphone direct over de luidsprekers afspelen. Is dat het geval, dan is het handig als je receiver een wifi-module aan boord heeft, zodat je audio vanaf je telefoon direct kunt streamen.

▼ Volgende artikel
Meer dan één beeldscherm? Met deze tips en instellingen werk je slimmer en handiger
© mila103 - stock.adobe.com
Huis

Meer dan één beeldscherm? Met deze tips en instellingen werk je slimmer en handiger

Gebruik je meerdere beeldschermen? Lees dan vooral verder, want de kans is groot dat je nog niet het maximale haalt uit je opstelling. Met handige instellingen en programma's richt je je werkomgeving nóg beter in en profiteer je optimaal van meerdere beeldschermen. Kijk maar!

In het kort

In dit artikel gaan we aan de slag met handige instellingen en slimme programma's om werken met meerdere beeldschermen soepeler te maken. Van functies die standaard in Windows zitten tot extra tools als PowerToys en DisplayFusion: zo richt je je werkplek precies in zoals jij dat wilt.

Lees ook: Beeldscherm kijkt niet lekker? In 3 stappen verbeter je het!

We beginnen met de functies die al in Windows 11 zitten en waarvoor je nog geen hulp van buitenaf nodig hebt. De belangrijkste opties vind je in de Windows-instellingen, bereikbaar via Windows-toets+I. Kies Systeem / Beeldscherm. Mogelijk maken de verschillende beeldschermen gebruik van verschillende resoluties: elk beeldscherm heeft een 'native' resolutie waarop de kwaliteit optimaal is.

Met behulp van de schaalinstellingen kun je de schermen alsnog een meer uniforme uitstraling geven. Kies eerst het beeldscherm bovenin (begin met het scherm met de hoogste schermresolutie) en kies hierna de waarde bij Schaal, bijvoorbeeld 150%.Herhaal deze stap bij elk ander scherm en zorg dat het uiterlijk zo goed mogelijk overeenkomt. Ben je niet tevreden met de standaardwaarden? Klik op Schaal en geef een eigen waarde op bij Aangepaste schaal.

Pas de schaal per beeldscherm aan en zorg voor meer uniformiteit.

Portretmodus

De meeste beeldschermen worden gebruikt in de landschapsmodus, maar wist je dat je de monitor ook in een portretmodus kunt gebruiken? Zo kun je een opstelling maken waarbij je een beeldscherm horizontaal plaatst, terwijl je ernaast een beeldscherm in verticale stand gebruikt. Handig bij het lezen van lange artikelen of het programmeren van nieuwe software, bestaande uit vele regels code. In Windows is de functie ingebakken. Open de instellingen (Windows-toets+I), kies Systeem / Beeldscherm. Bij Beeldschermstand kies je in plaats van Liggend voor Staand. Overigens vind je hier ook de mogelijkheid om de inhoud van het scherm te spiegelen: kies voor Liggend (gespiegeld) of Staand (gespiegeld).

Handig: een van de beeldschermen in een staande stand gebruiken.


Snel schakelen

Wist je dat je met de toetscombinatie Windows-toets+P snel kunt schakelen tussen de gewenste beeldschermmodus? Schakel tussen Alleen pc-scherm, Dupliceren, Uitbreiden en Alleen tweede scherm. Via het Windows-instellingenvenster heb je ook toegang tot deze functies. Je vindt ze in het meerkeuzemenu rechtsboven bij het vlak waarin je de schermen rangschikt.

Geopend houden

Standaard minimaliseert Windows alle vensters op een beeldscherm waarmee je de verbinding verbreekt. Wil je dit niet, dan kun je afdwingen dat de vensters geopend blijven. In het instellingenvenster kies je Systeem / Beeldscherm. Klap de sectie Meerdere beeldschermen uit en haal het vinkje weg bij Vensters minimaliseren als de verbinding met een beeldscherm wordt verbroken. Heb je ook liever niet dat de vensterlocaties op een monitor bewaard blijven en begin je liever telkens met een schone lei? Haal het vinkje weg bij Vensterlocaties onthouden op basis van de verbinding met een monitor.

In het kader hiervan een praktisch advies. Als je een scherm loskoppelt en het venster wordt geminimaliseerd, kan het gebeuren dat je bij het klikken op de bijbehorende taakbalkknop wordt geconfronteerd met een venster dat 'uitvliegt' naar een beeldscherm dat niet meer is gekoppeld. Gelukkig kun je je verdere frustratie besparen: druk tegelijkertijd op de Shift-toets en de rechtermuisknop op de betreffende taakbalkknop. Klik op Verplaatsen en gebruik de muis om het verdwenen venster naar het actieve scherm te verslepen, zodat het weer zichtbaar wordt.

Geef aan hoe de vensters zich gedragen bij gebruik van meerdere vensters.

Finetuning

We gebruiken de functies binnen Windows voor nog wat 'finetuning' van onze instellingen. Standaard wordt de Windows-taakbalk op elk beeldscherm getoond. Ook de taakbalkknoppen en geopende apps worden op alle taakbalken getoond. Daarmee hoef je geen genoegen te nemen.

In de Windows-instellingen kies je Persoonlijke instellingen / Taakbalk en klap je de sectie Gedrag van taakbalk uit. Kies de gewenste modus via Bij gebruik van meerdere beeldschermen mijn taakbalk-apps weergeven op. Kies Taakbalk met open venster of voor Hoofdtaakbalk en taakbalk met open venster. Over taakbalken gesproken. Heb je liever niet dat de taakbalk op elk beeldscherm wordt getoond? Verwijder het vinkje bij Mijn taakbalk weergeven op alle beeldschermen.

Supersnelle indeling

Hoe meer beeldschermen, hoe meer tijd je kwijt bent met het indelen van de werkomgeving. Bijvoorbeeld welke vensters je op welk beeldscherm en op welke locatie op het beeldscherm wilt plaatsen. Maak je regelmatig gebruik van dezelfde vensters en indeling, dan mag de app Werkruimten – die deel uitmaakt van de gratis Microsoft PowerToys – niet ontbreken in je verzameling.

Haal via deze link de nieuwste versie binnen. Open hierna het onderdeel Werkruimten. Klik rechtsboven op Werkruimte maken. Vervolgens open je de vensters waarmee je altijd wilt werken (bijvoorbeeld Word, Excel en de browser). Verschuif de vensters naar de beeldschermen waarop je ze wilt plaatsen (bijvoorbeeld Word op het hoofdscherm, terwijl je de browser op het tweede scherm plaatst). Geef de vensters de gewenste afmetingen. Tevreden? Klik in het pop-upvenster van Werkruimte op Vastleggen. Geef een geschikte naam op voor het profiel (bij Naam van werkruimte) en klik op Werkruimte opslaan. Voortaan kun je het profiel kiezen in het hoofdvenster van Werkruimte en klikken op Starten. Handig: je kunt verschillende werkruimten maken.

Met Werkruimte bespaar je kostbare tijd bij het inrichten van de werkomgeving


Snelkoppeling

Je hoeft niet telkens Werkruimte te starten om een profiel te laden: maak in plaats hiervan een snelkoppeling. Klik op de drie puntjes bij de werkruimte die je vaak gebruikt en kies Bewerken. Zet een vinkje bij Bureaubladsnelkoppeling maken.

FancyZones

We blijven nog even bij de PowerToys en werpen een blik op FancyZones. Door de muisaanwijzer op de knop Maximaliseren (rechtsboven in elk venster) te houden, verschijnt een grid met mogelijke vensterindelingen. FancyZones gaat een stapje verder en laat je vaste indelingen maken. Zo zijn alle beeldschermen telkens gevuld zoals je van tevoren hebt bedacht en hoef je niet telkens handmatig voor elk scherm een indeling te maken. Open het hoofdvenster van PowerToys en kies Vensters en indelingen / FancyZones. Kies Lay-outeditor starten. Onder Sjablonen vind je kant-en-klare sjablonen die je als startpunt kunt gebruiken, maar je kunt ook kiezen voor Nieuwe indeling maken. Geef aan hoe je vensters wilt rangschikken. Teruggekeerd in het hoofdvenster van FancyZones ga je naar Zonegedrag. Activeer de optie Zones op alle beeldschermen weergeven tijdens het slepen van een venster. Je drukt voortaan op de Shift-toets om de indelingen te tonen en de vensters te rangschikken.

Zorg dat FancyZones rekening houdt met meerdere beeldschermen.


Over meerdere schermen

Voor optimaal gebruik van de beeldschermen kun je FancyZones nog meer rekening laten houden met de aanwezigheid van meerdere schermen en indelingen over meerdere monitoren mogelijk maken. In het hoofdvenster van FancyZones activeer je de optie Toestaan dat zones worden verspreid over meerdere monitoren. Het is wel belangrijk dat de schermen dezelfde dpi-schaal gebruiken. Hoe je hiervoor zorgt, lees je elders in dit artikel.

DisplayFusion

Wil je nog meer plezier halen uit een opstelling met meerdere beeldschermen, dan kun je DisplayFusion gebruiken. De app is niet gratis: je betaalt circa 30 euro voor een licentie en de volledige functionaliteit. Gelukkig kun je DisplayFusion eerst een maand proberen en uitzoeken of je deze de moeite waard vindt.

Wil je tijdens het gebruik van een beeldscherm niet worden afgeleid door de andere schermen? Gebruik dan de functie Beeldschermvervaging om de andere schermen netjes te dimmen. Kies in het linkervenster van DisplayFusion voor Monitor Vervaging en zet een vinkje bij Monitor vervaging aanzetten. Bij Monitor vervaging modus geef je aan wat er moet gebeuren. Wij kiezen voor Vervaag niet actieve monitors, maar je kunt ook kiezen voor andere modi, zoals Vervaag alles behalve het huidige venster of het vervagen van een specifieke monitor. Tot slot kun je aanpassen met welke kleur de schermen worden gedimd. Kies de gewenste kleur bij Monitor vervaging kleur.

Met DisplayFusion heb je meer controle over een opstelling met meerdere schermen.

Meer met de muis

Ook de muis speelt een belangrijke rol bij meerdere beeldschermen. Opties hiervoor vind je in DisplayFusion in het onderdeel Muis beheer. Heb je meerdere beeldschermen van verschillende formaten, dan kan de muis weleens blijven 'hangen' aan een monitorrand en niet naar het volgende scherm verspringen. Om Windows wat minder kieskeurig te maken en de muis soepeler naar het andere scherm te bewegen, activeer je Voorkom dat de muiscursor blijft haken aan niet-uitgelijnde linker-/rechterranden van de monitor. Een vergelijkbare optie is Voorkom dat de muiscursor blijft haken aan niet-uitgelijnde boven-/onderranden van de monitor. Geeft deze functie alsnog niet het gewenste resultaat? Schakel dan de hulp van Windows zelf in: in de Windows-instellingen kies je Systeem / Beeldscherm / Meerdere beeldschermen / Cursorverplaatsing tussen beeldschermen vergemakkelijken.

Maak het werken met meerdere schermen en de muis eenvoudiger.

Triggers

Net als het elders besproken onderdeel Werkruimten, vind je in DisplayFusion een aantal opties die helpen met het snel indelen van de gewenste werkomgeving. Open het onderdeel Triggers en kies Triggers inschakelen. Met triggers activeer je een vaste actie. Open je bijvoorbeeld een specifiek venster dat je altijd op het tweede scherm wilt tonen, dan zorgt DisplayFusion ervoor dat het venster direct na openen automatisch wordt verplaatst naar de gewenste plek. Klik op Toevoegen. Geef vervolgens aan wat er gebeurt. Kies bijvoorbeeld Venster gemaakt of Venster hersteld. Kies Toevoegen en geef aan wat er moet gebeuren (bijvoorbeeld Verplaats venster naar geselecteerde monitor of Venster op monitor centreren).

Alt+Tab

Maak je regelmatig gebruik van de toetscombinatie Alt-toets+Tab-toets om snel te schakelen tussen geopende vensters? In combinatie met DisplayFusion kun je hierover nog meer controle uitoefenen. Ga naar de sectie Alt-Tab(links in het venster). Vervolgens kun je aangeven op welk beeldscherm het vensteroverzicht moet worden getoond. Zo kun je kiezen voor Geef alleen op de primaire monitor weer, laat alle vensters zien. In de praktijk is een handigere keuze: Geef alleen op de huidige monitor weer, laat alle vensters zien. Wil je niet dat de vensters van alle beeldschermen worden getoond, maar alleen de vensters van het scherm waarop je werkt? Kies voor Geef alleen op de huidige monitor weer, laat alleen huidige vensters zien. De opties eronder geven aanvullende controle over Alt+Tab: zo kun je hier aangeven of het bureaublad moet 'meetellen' als volwaardig venster in het overzicht (Toon het bureaubladvenster) en bijvoorbeeld of je titelteksten onder elk venster wilt zien (Toon de titeltekst onder ieder item in het Alt-Tab venster).

ScreenBright

Meer controle over de uitstraling van de beeldschermen, zoals witbalans en kleurtemperatuur? Met wat hulp van buitenaf kun je de verschillende beeldschermen meer met elkaar in lijn brengen, vooral als ze naast elkaar staan. ScreenBright is een gratis en compact programma dat je hiermee helpt. Een woord vooraf: de app ondersteunt de meeste beeldschermen, maar mogelijk kun je bij sommige schermen de instellingen niet aanpassen via ScreenBright. Open het programma en kies White background. Gebruik de schuifbalken om de variabelen zoals witbalans en kleurtemperatuur aan te passen. Je herhaalt deze stap op elk beeldscherm, totdat je tevreden bent en de uitstraling van de schermen zo uniform mogelijk is.

Klein maar fijn: variabelen zoals witbalans en kleurtemperatuur instellen.

Eye-candy

Na al dat serieuze werk: het oog wil ook wat. Maak je gebruik van een opstelling met meerdere beeldschermen horizontaal naast elkaar? Dan kun je je werkplek een verzorgde uitstraling geven met een bureaubladachtergrond die over meerdere schermen wordt gespreid. Op www.dualmonitorbackgrounds.com vind je een verzameling bruikbare beelden. Ze zijn onderverdeeld in verschillende categorieën. Download er een paar en experimenteer om te zien welke het beste werken. In de Windows-instellingen kies je Persoonlijke instellingen. Kies Achtergrond aan uw persoonlijke voorkeur aanpassen / Afbeelding / Door foto's bladeren. Kies de afbeelding. Belangrijk: bij de optie Afbeelding aanpassen zodat deze op uw bureaublad past kies je voor Over meerdere schermen.

Download een achtergrond die geschikt is voor meerdere beeldschermen.

Uit de breedte én de hoogte

Monitorstandaards shop je
▼ Volgende artikel
Slimme warmwaterkraan: waarom een Quooker de onmisbare hulp in de keuken is
© INGA POWILLEIT | QUOOKER
Huis

Slimme warmwaterkraan: waarom een Quooker de onmisbare hulp in de keuken is

Een waterkoker of fluitketel lijkt misschien onmisbaar in de keuken, maar steeds meer mensen stappen over op een slimme warmwaterkraan. Hiermee tap je in een handomdraai kokend, gekoeld of zelfs bruisend water, rechtstreeks uit de kraan. Handig, snel en vaak ook zuiniger dan je denkt.

Partnerbijdrage - in samenwerking met Bemmel & Kroon

De Quooker-warmwaterkraan is een Nederlandse uitvinding die teruggaat tot de jaren 70. Het eerste productiemodel werd al in 1992 geïntroduceerd en enkele jaren later volgden verschillende varianten van de kraan tot de modellen die we nu kennen.

Werking van het systeem

Het Quooker-systeem is gebaseerd op een eenvoudig maar ingenieus principe: een kraan op het aanrecht is verbonden met een compact reservoir dat in het keukenkastje wordt geplaatst. Dit reservoir fungeert als een soort extreem goed geïsoleerde thermosfles, waarin water continu op 108° C wordt gehouden. Dankzij deze hoogvacuümisolatie is het energieverbruik om het water op temperatuur te houden enorm laag, met een stand-byverbruik van slechts 10 watt per dag, wat neerkomt op circa 0,06 euro per dag, afhankelijk van je energiecontract.

Je kunt momenteel kiezen uit drie varianten van de Quooker: de Pro3-VAQ, de COMBI en de COMBI+. In de tabel hieronder zie je de verschillen:

ReservoirCapaciteit kokendCapaciteit warmGeschikt voor
Pro3-VAQ3 liter, directn.v.t.Huishoudens die alleen kokend water wensen
COMBI7 liter, direct15 literKeukens zonder warmwaterleiding of met lange wachttijden
COMBI+7 liter, directVia cv-ketelHuishoudens met cv-ketel die snel kokend water wensen

De grootste besparing op energie en water behaal je met de COMBI- en COMBI+-systemen. Staat de cv-ketel ver van de keuken, dan gaat er vaak een hoop water verloren. Dat komt doordat je eerst een tijdje koud water moet laten weglopen voordat er warm water uit de kraan komt. Met een Quooker heb je dat probleem niet: het waterreservoir zit direct onder de kraan. Zo bespaar je tot wel 10 liter water per dag. Het systeem is daardoor niet alleen een handige kokendwaterkraan, maar ook een slimme manier om warm water te regelen. Dat maakt het een duurzame investering die verder gaat dan alleen gemak.

©Quooker / Bemmel & Kroon

Verschillende kranen

De reservoirs van de Quooker kun je combineren met elke gewenste kraan van het systeem. Er zijn vier types Quooker-kranen:

De Flex: Dit is een Quooker-kraan met een flexibele uittrekslang voor warm en koud water. De slang is handig voor het spoelen van de spoelbak of het vullen van pannen buiten de wasbak. Een ingebouwd veiligheidsmechanisme, de kokendwaterstop, zorgt ervoor dat er geen kokend water kan worden getapt als de slang is uitgetrokken.

De Fusion: De alles-in-één kraan die kokend, warm en koud water levert. Dit strakke, minimalistische design past in vrijwel elke moderne keuken en is verkrijgbaar in diverse afwerkingen, zoals chroom, rvs, zwart, goud en messing-platina.

De Front: Een kraan met een uitgesproken uiterlijk en een vernieuwde bediening aan de voorkant van de uitloop voor warm en koud water. Dit model is verkrijgbaar in rvs en zwart.

De Nordic-modellen: Deze serie omvat de Nordic Twintaps, een set van een kokendwaterkraan en een mengkraan in hetzelfde ontwerp, en de Nordic Single Tap, een losse kokendwaterkraan die kan worden gecombineerd met een bestaande mengkraan. Deze opties zijn ideaal voor consumenten die de functionaliteiten van warm/koud water en kokend water gescheiden willen houden.  

De CUBE: Bruisend en gekoeld water

De Quooker CUBE is een extra reservoir naast de boiler waarmee je kraan ook gekoeld, bruisend en gefilterd water geeft. De bediening is zo ontworpen dat je niet per ongeluk de verkeerde stand kiest: bruisend water tap je door de ring tweemaal in te drukken en te draaien (blauw knipperend licht), gefilterd koel water door één keer indrukken en draaien (continu blauw licht).

De CUBE werkt met CO₂-cilinders, goed voor zo’n 60 liter bruisend water per cilinder. Een set van vier kost zo'n 70 euro, lege cilinders stuur je gratis terug voor hergebruik. Het filter dat het water zuivert moet jaarlijks worden vervangen. Zo helpt de CUBE plastic flessen overbodig te maken.

©Quooker / Bemmel & Kroon

Oude kraan vervangen

Vaak wordt gedacht dat je een Quooker-kraan alleen in een nieuwe keuken kunt installeren. Dat is niet zo: een Quooker past in principe in elke keuken en het is zelfs mogelijk om deze náást je oude vertrouwde kraan te installeren. Dat zou je (als je een beetje handig bent) in principe helemaal zelf kunnen doen, maar je kunt de Quooker uiteraard ook door een expert laten installeren. Maar waar moet je rekening mee houden als je een Quooker wil installeren?

Stroomvoorziening: Er is een geaard stopcontact en bij voorkeur een aparte elektriciteitsgroep nodig, vooral wanneer de CUBE wordt toegevoegd. Als er geen aparte groep beschikbaar is, kan een energieverdeler worden gebruikt om de stroom te verdelen tussen de Quooker en andere apparaten, zodat de zekeringen niet springen.

Wateraansluiting: Je hebt een minimale waterdruk van 2 bar nodig om de Quooker-systemen goed te laten werken. Voor de Quooker COMBI+ geldt dat ook voor de warmwaterkraan: die moet ook op 2 bar staan. De maximale waterdruk is 6 bar.

Ruimte in het keukenkastje:
De reservoirs zijn compact, maar vereisen wel voldoende ruimte. Het PRO3-reservoir is 40 cm hoog en heeft een diameter van 15 cm, terwijl de COMBI-reservoirs 47 cm hoog zijn en een diameter van 20 cm hebben. De CUBE meet 43 cm hoog, 30 cm breed en 44 cm diep, inclusief de CO₂-cilinder. Daarnaast heb je voor de Flex een minimale diepte van 500 mm en een breedte van 200 mm onder het aanrechtblad nodig voor het contragewicht van de uittrekslang.

Bij het zelf installeren van een Quooker is het overigens erg fijn dat de fabrikant allerlei handige instructievideo's en -documenten heeft voor de zelfklusser, waardoor je altijd stap-voor-stap weet wat je moet doen.

Voordelen

Waarom zou je voor een Quooker kiezen als je al een waterkoker hebt of een fluitketel gebruikt? Het grootste voordeel is dat je altijd en direct kokend water tot je beschikking hebt. Nooit meer wachten op je waterkoker of ketel totdat deze het kookpunt hebben bereikt. De Quooker verbruikt weliswaar continu stroom voor het op temperatuur houden van het hete water, maar een waterkoker verbruikt veel energie in korte tijd. En dat voor elke keer dat je warm water nodig hebt. Een fluitketel op het vuur is ook niet erg duurzaam als je kookt op gas. Voor het koken van uitgebreide maaltijden met pasta is het extra fijn als je snel over kokend water kunt beschikken.

©Dmitry Vereshchagin - stock.adobe.com

Prijzen en verbruik

Misschien is het goed om even stil te staan bij het energieverbruik en de kosten. Want wat verbruikt een Quooker nu eigenlijk op jaarbasis, en wat kost je dat gemiddeld? Voor dit voorbeeld nemen we een huishouden van drie personen, die gezamenlijk per dag 10 liter kokend water verbruiken. In dat geval verbruikt dat gezin volgens Quooker 511 kWh op jaarbasis.

Stel dat je bij je huidige energieleverancier 0,40 eurocent per kWh gemiddeld betaalt. De Quooker kost je dan op basis van de bovenstaande gegevens 204,40 euro per jaar.

Dat is natuurlijk lastig één-op-één te vergelijken met het verbruik van gas of elektriciteit om water te koken. Het voordeel van een Quooker is bijvoorbeeld dat je veel makkelijker de exact benodigde hoeveelheid water pakt. Als je water kookt met een fluitketel of elektrische waterkoker, dan ben je algauw geneigd om meer water in de ketel te doen dan noodzakelijk is. En meer water kost meer energie om op te warmen.

Overwegingen

Ben je van plan om een warmwaterkraan zoals een Quooker aan te schaffen? Houd dan wel rekening met een aantal zaken. Om te beginnen de aanschafprijs, maar ook de manier waarop een Quooker in je keuken wordt geïnstalleerd. Er moet immers extra ruimte onder de gootsteen worden vrijgemaakt, en dat is nu eenmaal niet zomaar in elke keuken mogelijk.

Welk systeem het best past, hangt af van je wensen en je keuken. Wil je alleen kokend water? Dan is de compacte PRO3 op zich afdoende. Heb je een lange wachttijd op warm water, dan zijn de COMBI of COMBI+ de slimste keuzes. Met de CUBE heb je meteen ook gekoeld en bruisend water tot je beschikking; ideaal als je minder plastic flessen wilt gebruiken. De Quooker biedt dus veel gemak, veiligheid en duurzaamheid. Een goede investering voor je keuken!