ID.nl logo
Nest Thermostat - Installatie en eerste indruk
© Reshift Digital
Zekerheid & gemak

Nest Thermostat - Installatie en eerste indruk

Ik ontving de langverwachte Nest Thermostat begin deze week en heb hem uiteraard direct geïnstalleerd. In dit artikel laat ik je zien hoe de installatie verliep en geef ik je mijn eerste indrukken.

Ik ontving de Nest Thermostat begin deze week en kan je daarom nog geen uitgebreide review geven. Wel kan ik je alvast mijn eerste indrukken geven die ik heb opgedaan tijdens de installatie.

Lees ook: Review Nest Thermostat - Warmte op maat

De verpakking bevat naast de thermostaat een aantal andere elementen die je nodig hebt tijdens de installatie. De belangrijkste hiervan zijn de ronde grondplaat die je op de muur schroeft en waar je de Nest opklikt en de zogenoemde Heat Link. Daarnaast vind je nog een usb-adapter en micro-usb-kabel in de verpakking die je nodig hebt als je besluit om de Nest niet aan te sluiten op de plek van een bestaande thermostaat.

De grote vierkante plaat heb je alleen nodig als de muur rondom de plek waar je de Nest wilt ophangen lelijk is door bijvoorbeeld gaten van een vorige thermostaat.

©PXimport

De verpakking bevat onder andere de Nest, een grondplaat en de Heat Link.

Aan/uit of Opentherm?

Ik heb thuis, net zoals veel mensen in Nederland, een combiketel die zorgt voor verwarming en warm water. De thermostaat die ik in gebruik had was met een draad direct aan de combiketel verbonden. Wat je eerst moet uitzoeken, is of je huidige thermostaat een aan/uit-model of een OpenTherm-model is. Dat is belangrijk omdat de Nest een aan/uit-model is, terwijl veel moderne ketels standaard juist gebruik maken van OpenTherm.

In de praktijk zal iedere OpenTherm-ketel ook kunnen omgaan met een aan/uit-thermostaat, maar meestal moet je de thermostaatdraad daarvoor aansluiten op twee andere contacten in de ketel. Je zult hiervoor je combiketel moeten openmaken. Hoe dat moet, kun je terugvinden in de handleiding van je combiketel. Uiteraard schakel je hiervoor de ketel eerst uit en haal je de stekker uit het stopcontact.

Wat doet de Heat Link?

Bij de meeste thermostaten loopt de thermostaatdraad direct vanuit de ketel naar de thermostaat in de woonkamer. Ook bij mij thuis was dit het geval. Bij de Nest is het echter noodzakelijk dat de Heat Link wordt geïnstalleerd tussen de verwarmingsketel en de thermostaat.

De Heat Link fungeert zowel als oplader voor de Nest als wel relais voor de verwarmingsvraag. De thermostaatdraad die van je woonkamer naar de verwarmingsketel loopt moet worden aangesloten op de oplaadcontacten van de Heat Link. Vervolgens moet er een verwarmingskabel lopen van de relaiscontacten van de Heat Link naar de aan/uit-contacten van de verwarmingsketel.

Je zou ervoor kunnen kiezen om de bestaande thermostaatdraad door te knippen en vervolgens aan te sluiten. Ik heb ervoor gekozen om dit niet te doen, omdat de draad dan wel heel erg krap wordt en ik de bestaande situatie in de toekomst waarschijnlijk moet herstellen als ik bijvoorbeeld wil verhuizen. Ik heb mijn ketel opengemaakt en een nieuwe draad (koop bijvoorbeeld signaal- of beldraad in de bouwmarkt) aangesloten op de aan/uit-contacten. Deze verwarmingsdraad heb ik aangesloten op de Heat Link.

Vervolgens heb ik de originele thermostaatdraad losgemaakt en eveneens aangesloten op de Heat Link. Ik geef je eerst een overzichtsfoto van de situatie na installatie zodat je begrijpt waar de Heat Link geplaatst wordt en zal je daarna in detail laten zien hoe je de kabels aansluit in de Heat Link.

©PXimport

De Heat Link is aangesloten op de Nest in de woonkamer via de thermostaatdraad die uit het pijpje komt. De thermostaat draad van de Heat Link naar de verwarmingsketel zorgt voor de verwarmingsvraag, terwijl de stekker voor netspanning zorgt.

Heat Link in meer detail

Schakel voordat je begint de verwarmingsketel uit en trek de stekker uit het stopcontact. De Heat Link is een vierkant doosje dat je op ongeveer dertig centimeter van je ketel aan de muur moet monteren. Je kunt de Heat Link openmaken door de deksel te verwijderen, vervolgens schroef je hem aan de muur. De thermostaatdraden die afkomstig zijn uit de woonkamer sluit je aan op de twee contacten helemaal rechts. De polariteit is niet van belang.

Aan de linkerkant van de Heat Link zie je vijf schroefcontacten. De thermostaatdraad die afkomstig is uit je verwarmingsketel sluit je aan op de twee meest rechtse schroefcontacten, de polariteit is niet van belang. Deze draden schakelen de verwarmingsvraag. Tot slot heeft de Heat Link ook netspanning nodig. Veel verwarmingsketels hebben ingebouwde netspanningscontacten die je kunt gebruiken voor externe apparaten als de Heat Link, dit vind je terug in de handleiding van de verwarmingsketel. Je kunt de Heat Link dan via een elektriciteitskabel aansluiten op deze contacten. Ik heb er echter voor gekozen om een stekker te monteren op de stroomaansluitingen. De Heat Link bevat heel netjes trekontlastingen, zodat je een netsnoer veilig kunt monteren.

©PXimport

In de Heat Link sluit je thermostaatdraad vanaf de Nest Thermostat aan (rechts), de thermostaatdraad vanaf de verwarmingsketel (links) en de elektriciteitskabel (helemaal links)

Nest Thermostat installeren

Nadat de Heat Link was geïnstalleerd heb ik in de woonkamer de bestaande thermostaat van de muur gehaald. Ik heb vervolgens de grondplaat op de muur geschroefd. Handig is dat de grondplaat is voorzien van een ingebouwde waterpas zodat je zeker weet dat je de thermostaat recht ophangt. Je sluit vervolgens de thermostaatdraad aan op de twee schroefcontactjes. Hoewel dit vermoedelijk gelijkspanning is, is de polariteit toch niet van belang.

©PXimport

De grondplaat bevat een waterpasje, handig!

Nadat je de grondplaat hebt geïnstalleerd pak je de Nest thermostaat en klik je die eenvoudig op de grondplaat. Ga nu naar je verwarmingsketel en schakel deze weer in. Eventueel steek je ook de stekker van de Heat link in het stopcontact als je er net als ik een stekker aan hebt gemonteerd. Ga terug naar je woonkamer en je zult zien dat de Nest aanstaat.

©PXimport

De Nest Thermostat is klaar voor gebruik.

Afronden

Nu de Nest Thermostat werkt, moet je een korte setup doorlopen waarin je de thermostaat verbindt met je wifi-netwerk, aangeeft waar je woont en hoe je verwarmingsinstallatie is opgebouwd. Je moet kiezen wat de verwarmingsbron is (in mijn geval gas) en hoe je huis wordt opgewarmd (in mijn geval radiatoren). Vervolgens heb ik op mijn Android-smartphone de app gedownload en via de app een Nest-account aangemaakt. Deze kun je koppelen aan je Nest Thermostat door op de Nest een code op te vragen en deze in de app in te voeren.

©PXimport

De Nest Thermostat koppel je aan je Nest-account waarna je hem met de app kunt bedienen.

Eerste indruk

Ik heb je in het kort verteld hoe je de Nest Thermostat installeert. Ik zal je nu nog iets vertellen over mijn eerste indruk. De Nest Thermostat zelf voelt erg degelijk. De ring is gemaakt van roestvrij staal en draait soepel rond. Je bedient de thermostaat, net als bij de bekende Honeywell Round, door de ring te draaien. Via de draaibeweging stel je de temperatuur in.

Je kunt de Nest echter ook indrukken. Als je dit doet verschijnt een menu, je kunt vervolgens door te draaien het juiste item selecteren en dit uitvoeren door de Nest in te drukken. Dit lijkt op de bediening van de iPod Classic. Daarnaast kun je de Nest bedienen met de app of de website. Je kunt zo vanaf overal de temperatuur instellen.

Mijn eerste indruk is dat de Nest Thermostat en de app eenvoudig werken. Ik zal later in een review dieper ingaan op de mogelijkheden. Je kunt de Nest bijvoorbeeld programmeren, maar interessanter is dat de thermostaat ook zichzelf kan programmeren.

Inmiddels heb ik ook een review van de Nest Thermostat geplaatst.

©PXimport

De bediening is erg eenvoudig; draaien en klikken.

Kun je de installatie zelf?

Zoals je in dit artikel kunt zien is de installatie van de Nest Thermostat en de Heat Link qua bedrading niet heel moeilijk. Ik ben tijdens de installatie geen problemen tegengekomen, maar ik moet je uiteraard wel eerlijk vertellen dat ik al vaker thermostaten heb aangesloten en vertrouwd ben met het openmaken van mijn verwarmingsketel. Het openmaken van de verwarmingsketel is namelijk de moeilijkste stap en je moet zeker weten dat je de Heat Link op aan/uit-contacten aansluit. Vind je dit eng of denk je dat je dit niet kan, dan kun je beter een monteur regelen die de Nest Thermostat installeert.

▼ Volgende artikel
Waar voor je geld: 5 in hoogte verstelbare bureau's voor een ergonomische werkplek
© LIGHTFIELD STUDIOS - stock.adobe.com
Huis

Waar voor je geld: 5 in hoogte verstelbare bureau's voor een ergonomische werkplek

Bij ID.nl zijn we gek op producten met een mooie prijs of die iets bijzonders te bieden hebben. Daarom gaan we een paar keer per week op zoek naar zulke deals. Dit keer een bijzondere categorie die nog niet eerder aan bod is geweest: verstelbare bureau's voor een ergonomische werkplek.

Veel mensen die thuiswerken heb niet altijd de mogelijkheid om een apart bureau te gebruiken en ziten bijvoorbeeld vaak aan de eet- of keukentafel. Toch kan het lonen om te investeren in een goed bureau, omdat daarmee - in combinatie met een goede stoel - je werkhouding een stuk beter wordt. Wij bekijken vijf handige bureaus 's die in hoogte verstelbaar zijn.

Casaria 160x75

Het tafelblad van dit bureau uit de Casaria‑lijn is in hoogte verstelbaar van 73 tot 118 cm en beweegt met een snelheid van 2,25 cm per seconde. Je bedient de motor via een lcd‑scherm en kan twee voorkeursstanden opslaan, zodat je met één druk op de knop naar je favoriete werkhoogtes gaat. Er zit ook een herinneringsfunctie in die je eraan herinnert om weer te gaan staan of juist te zitten. Met het robuuste stalen frame en een draagvermogen van 80 kg is het bureau geschikt voor zware monitoren. Handige details zijn de kabelgeleider, beker‑ en koptelefoonhouder en in hoogte verstelbare poten. Het blad van 160 × 75 cm bestaat uit twee delen en is afgewerkt met melamine zodat het tegen een stootje kan. Dit bureau komt inclusief montagebenodigdheden en is verkrijgbaar in verschillende kleurvarianten.

Specificaties

Bladformaat: 160x75cm
Hoogte: 73 tot 118cm
Belastbaar tot: 80kg

Avalo 140x60

Avalo levert dit elektrisch verstelbaar bureau (de P58) met een compact blad van 140 × 60 cm. De hoogte is traploos verstelbaar van 73 tot 117 cm en kun je drie verschillende hoogtestanden opslaan. Dat is handig als je het bureau deelt met collega's of medethuiswerkers, of wanneer je snel wilt wisselen tussen zit‑ en stahouding. De bediening gebeurt via een bedieningspaneeltje aan de voorkant; met één druk op de knop gaat het blad naar de gewenste stand. Het frame is gemaakt van staal, het blad van P2‑melamine en de rand is afgewerkt met hittebestendig ABS. Verder wordt benadrukt dat het bureau plug‑and‑play is: je hoeft alleen de stekker in het stopcontact te steken en kunt meteen aan de slag. Door het smalle ontwerp past het bureau goed in kleinere kamers, maar biedt het toch voldoende ruimte voor een monitor, toetsenbord en documenthouder. Voor wie een elektrische zit‑sta‑oplossing zoekt met geheugenfunctie en solide materialen is dit model een optie.

Specificaties

Bladformaat: 140x60cm
Hoogte:73 t/m 117cm
Belastbaar tot: onbekend

Avalo 120x60

Dit is een kleinere variant van de hierboven besproken Avalo AP58. Dit model heeft een 20 cm minder breed blad, maar uiteraard ook elektrisch verstelbaar. Net als de grotere uitvoering varieert de hoogte van 73 tot 117 cm en kan het bureau drie standen onthouden. Voor het instellen gebruik je een eenvoudige bediening waarbij je een favoriete zit‑ en stahoogte opslaat en later oproept. Het frame bestaat uit staal en het blad uit melamine met een rand van warmtebestendig ABS. D tafel weegt 27 kg en is het daardoor stabiel zonder moeilijk te verplaatsen. Ook deze uitvoering is plug‑and‑play; je hoeft geen ingewikkelde montage uit te voeren. Door de compactere afmetingen is dit model ideaal voor kleinere werkplekken of voor wie extra apparatuur (zoals een printer) op een tweede tafel wil plaatsen. De strakke vormgeving past in verschillende interieurs en de elektrische motor zorgt ervoor dat je eenvoudig van houding wisselt.

Specificaties

Bladformaat: 120x60cm
Hoogte: 73 t/m 110 cm
Belastbaar tot: onbekend

VDD Gaming 118x58cm

Het frame van deze VDD is elektrisch in hoogte verstelbaar van 73 tot 118 cm. Hiermee wissel je gemakkelijk tussen zitten en staan en kun je de juiste houding aannemen voor langdurige sessies. Het witte werkblad van 118 × 58 cm biedt voldoende ruimte voor een monitor en toetsenbord en dankzij de krachtige motor is het maximaal belastbaar tot 60 kg. De tafel wordt geleverd met instructies en alle benodigde onderdelen, waardoor je de montage zelf kunt uitvoeren. Er worden geen extra functies zoals geheugenstanden vermeld, waardoor je elke gewenste hoogte handmatig instelt. Voor wie een elektrisch verstelbaar bureau zoekt dat weinig ruimte inneemt, is dit een praktische optie; vooral gamers zullen baat hebben bij het kunnen aanpassen van de werkhoogte tijdens een sessie.

Specificaties

Formaat: 118x58cm
Hoogte: 73 tot 118cm
Belastbaar tot: 60kg

Schaffenburg Linesto Plus 140x80

Het Schaffenburg Linesto Plus‑bureau is een rechthoekige tafel met een T‑poot. Het frame is zonder gereedschap te monterenen in hoogte verstelbaar met een drukknop tussen 65,5 en 85,5 cm. De maximale belasting bedraagt 70 kg. De hoogtebediening gebeurt via een knop aan het onderstel; er zijn geen geheugenstanden. De tafel is voorzien van een 25mm dik melamine blad, een metalen onderstel en stelvoeten om de tafel waterpas te zetten. Kabelbeheer is mogelijk via accessoires, en er zijn diverse blad‑ en framekleuren beschikbaar. Het Schaffenburg-bureau heeft verder een stalen frame met twee telescoperende buisdelen en een krasvaste coating. Als enige in dit overzicht is deze Linestor geen zit/sta-bureau, maar kan hij in zithoogte tot maximaal 85,5 cm worden gebracht.

Specificaties

Formaat: 140x80cm
Hoogte: 65 tot 85,5 cm
Belastbaar tot: 70kg

▼ Volgende artikel
Zo werkt het energielabel voor smartphones en tablets
Huis

Zo werkt het energielabel voor smartphones en tablets

Sinds juni 2025 is het voor fabrikanten van smartphones verplicht om een energiebabel voor hun apparaten te voeren. De consument kan aan de hand van het energielabel zien hoe energiezuinig een telefoon is, maar ook hoe makkelijk het is om de telefoon te (laten) repareren en wat het updatebeleid voor de software is. Door middel van het nieuwe energielabel kun je dus veel bewuster kiezen voor een bepaalde telefoon.

Het energielabel werd ooit bedacht om apparaten op een uniforme manier te vergelijken, los van marketingclaims. Door elk product in te delen op een schaal van A tot en met G ontstaat ruimte om echte koplopers te herkennen en achterblijvers aan te sporen. Smartphones waren nog niet eerder voorzien van een energielabel, maar hebben dat vanaf juni 2025 wel gekregen. Dat is logisch, want bij smartphones draait energie-efficiëntie niet alleen om het stopcontact, maar vooral om hoe slim hardware en software met de energie van een accu omgaan en hoeveel jaren je uit dezelfde telefoon haalt. Door die informatie eenduidig te tonen, verschuiven de argumenten over de oplaadtijd en de schermgrootte naar hoelang een telefoon meegaat en hoe makkelijk hij te repareren is.

Ter illustratie: het nieuwe energielabel voor smartphones en tablets toont de batterijduur bij gemiddeld gebruik, maar ook of hij valbestendig is en hoe makkelijk hij gerepareerd kan worden.

Energie en duurzaamheid

Een smartphone gaat gemiddeld gezien wel een dagje mee op een enkele acculading, afhankelijk natuurlijk van het gebruik door de eigenaar. Erg veel energie wordt er dus niet verspild, maar de grootste winst wat betreft het klimaat is vooral te behalen uit de levensduur van de smartphone en of deze makkelijk te repareren is. De EU koppelt het nieuwe energielabel aan het eco-design van de telefoon. Het label dat de telefoon krijgt, is afhankelijk van een aantal factoren en is een gemiddelde van de prestaties van al deze factoren. Welk factoren dat zijn, lichten we je hieronder verder toe.

Waar vind je het nieuwe energielabel?

Wanneer je online een nieuwe telefoon koopt, vind je het algemene energielabel doorgaans bij het product zelf. Je ziet echter niet direct de andere onderdelen waarop de telefoon is beoordeeld. In een fysieke winkel is het de bedoeling dat er bij de telefoon een kaartje of bordje is geplaatst, met daarop een QR-code waarmee je direct op de juiste informatiepagina van EPREL komt.

In een webwinkel zul je meestal geen QR-code tegenkomen, maar alleen het energielabel zelf. Vaak kun je – zoals bij Mediamarkt – een productspecificatie-pdf downloaden met de extra informatie, waarin ook weer een QR-code is opgenomen, waarmee je naar de EPREL-site wordt doorgestuurd.

Levensduur accu

Het nieuwe energielabel laat zien wat de gemiddelde levensduur van de accu van de telefoon is. Dat wordt bekeken aan de hand van het aantal laadcycli: hoe vaak kan een telefoon opnieuw worden opgeladen voordat de kwaliteit van de accu achteruit gaat? Daarbij wordt een capaciteitsvermindering van 80 procent aangehouden: na hoeveel keer laden is de capaciteit tot 80 procent gedaald? Hoe hoger dit getal, des te betrouwbaarder is de accu.

Op het uitgebreide energielabel zie je hoe vaak een accu opnieuw kan worden opgeladen totdat de totale capaciteit tot 80 procent daalt.

Uithoudingsvermogen

Uiteraard wordt er ook gekeken naar de gebruiksduur van een telefoon of tablet als deze volledig is opgeladen. Door het uitvoeren van een zogeheten reallife-situatie wordt het gemiddelde gebruik van een smartphone geëmuleerd. Hoeveel uur en minuten je met de smartphone kunt werken op die enkele lading, wordt op het label getoond.

Hoelang houdt de batterij van de telefoon of accu het vol bij gemiddeld gebruik? Ook dat zie je op het energielabel terug.

Vrije val

Een van de andere eigenschappen waarop wordt getest, is de vrije val-test. Hoe snel gaat een telefoon kapot als je deze vanaf een bepaalde hoogte op een harde ondergrond laat vallen? Misschien vraag je je af wat dit met duurzaamheid te maken heeft? Nou, heel veel: als je telefoon snel kapot gaat als je hem laat vallen, moet je al snel een nieuwe. Niet heel duurzaam dus. Op het energielabel vind je de valbestendigheid tussen de A en E. Hoe lager de letter (A), des te beter kan zo'n telefoon een val overleven. De test is gebaseerd op een val van 1 meter boven een verharde ondergrond en wordt met vijf modellen van hetzelfde toestel tot wel 270 keer uitgevoerd.

Valtest vanaf 1 meter, hoe minder snel een telefoon stuk gaat, des te hoger is het label dat hij toegekend krijgt.

Elke keer dat een telefoon is gevallen, wordt gecontroleerd of het scherm nog functioneert en reageert op aanrakingen, of de camera het nog doet, of de mobiele functies als wifi en mobiel nog werken, of de telefoon kan worden opgeladen en of de audio nog goed functioneert. Barsten in het frame of het glas worden wel geaccepteerd, mits de telefoon nog veilig kan worden gebruikt. Bijvoorbeeld als het glas wel gebarsten is, maar geen splinters heeft.

Hoe goed een telefoon beschermd is tegen valschade is ook onderdeel van het energielabel. Het scherm mag daarbij overigens wel gebarsten zijn, het is geen glastest.

Bescherming tegen stof of water

Ook de zogeheten IP-tests (IP = Ingression Protection, of indringbescherming) worden uitgevoerd bij de telefoons en zijn een belangrijk onderdeel van de algehele score die een telefoon krijgt. De apparaten worden getest op het binnendringen van stof en water. De waterbestendigheidstest controleert bijvoorbeeld of een smartphone bestand is tegen spatwater vanuit verschillende richtingen, zonder dat de werking of veiligheid van het toestel wordt aangetast. Hiermee wordt gegarandeerd dat een telefoon in elk geval bestand is tegen vocht, bijvoorbeeld bij het gebruik tijdens een regenbui, het morsen van vloeistof of het gebruik van natte handen.

Of een telefoon waterdicht is, wordt ook getest.

Repareerbaarheid

Een ander duurzaamheidsonderdeel waar de EU goed naar kijkt, is de repareerbaarheid van een smartphone. Dat omvat een groot aantal parameters, zoals welke onderdelen makkelijk te vervangen zijn, in hoeverre een consument bepaalde onderdelen zelf kan vervangen, en hoelang en hoe goed bepaalde onderdelen van de telefoon op voorraad zijn.

Zelf zoeken op de EPREL-site is lastig

Het zelf zoeken van gegevens van smartphones en tablets op de EPREL-site is niet heel eenvoudig. Dat komt omdat de algemene productwebsite gemaakt is om te zoeken op merk of op typenummer. Dat is prima voor wasmachines of koelkasten, die je vaak aantreft als merk+typenummer, maar bij smartphones werkt dat anders. Een model als de Samsung Galaxy S25 bijvoorbeeld zul je niet vinden met een zoekopdracht op 'S25 'of 'Galaxy S25', maar alleen op het typenummer SM-S931B. Dat typenummer wordt echter bijna nergens gecommuniceerd en is ook niet wat Samsung communiceert in bijvoorbeeld marketing-uitingen.

Ook kun je niet zoeken op EAN-code, terwijl die code juist kan worden gebruikt om een exact model van een bepaald product te kunnen vinden. Kortom: wat het zoeken van de gegevens van een smartphone betreft kan de EU nog wel wat verbeteren.

De EU wil dat smartphones langer meegaan en eenvoudiger te herstellen zijn – zowel door professionele reparateurs als (in bepaalde gevallen) door consumenten zelf. De eisen met betrekking tot repareerbaarheid blijven minimaal zeven jaar gelden na het einde van de verkoop van een model.

©WICHAN SHOP

Als het aan de EU ligt, moeten consumenten ook zelf telefoons kunnen repareren.

Een fabrikant van een smartphone moet garanties kunnen geven met betrekking tot de ondersteuning van een telefoon. Als een toestel op de Europese markt wordt uitgebracht, mag de consument verwachten dat een telefoon zeven jaar na het verschijnen van de telefoon op de markt nog steeds gerepareerd kan worden.

Onderdelen

De reparatie- of 'vervangarantie' geldt voor alle essentiële onderdelen van een smartphone of tablet, zoals de accu, camera's, externe poorten voor audio en opladen, de microfoons en luidsprekers, de knoppen en de scharnieren als het een opklapbare telefoon betreft. De fabrikant moet zelfs de schroefjes op voorraad hebben als de originele niet meer kunnen worden gebruikt.

De bovenste onderdelen kunnen door een fabrikant of een telefoonreparateur worden gerepareerd, maar de EU vindt dat ook consumenten zelf onderdelen moeten kunnen bestellen en vervangen, zoals de accu, de achterzijde, de hele beeldschermunit en de oplader. Voor die zelfrepareerbaarheid krijgt een telefoon ook een waardering van A t/m E. De fabrikant is daarnaast verplicht om aan te geven waar reserveonderdelen te verkrijgen zijn, welk gereedschap er nodig is om de reparatie te kunnen uitvoeren en waar je de benodigde handleidingen kunt vinden.

Hoelang de telefoon wordt ondersteund qua software-updates en interne onderdelen wordt ook vermeld en de telefoon krijgt hiervoor een eigen classificatie.

Reparatie-index

Telefoonfabrikanten moeten dus uitgebreide informatie geven over hoe je je smartphone kunt repareren, maar ook over de complexiteit van de reparatie. Zijn de onderdelen die je wilt vervangen bijvoorbeeld makkelijk te bereiken, of moet je eerst andere onderdelen verwijderen om erbij te kunnen? Ook dat wordt allemaal opgenomen in de uiteindelijke classificering van de telefoon: hoe minder stappen er nodig zijn, des te hoger is de score die wordt toegekend.

Hoe makkelijk is een telefoon te repareren en hoelang zijn reserve-onderdelen beschikbaar? Dat geeft dit onderdeel van het energielabel aan.

Tot slot

De Europese Unie heeft met het nieuwe energielabel voor smartphones een goede stap gezet in de richting van duurzaamheid. Het uiteindelijke doel is om ervoor te zorgen dat fabrikanten meer hun best gaan doen om een zo makkelijk mogelijk te repareren telefoon uit te brengen. Deze strengere regels in de EU betekenen ook dat deze toestellen in andere landen buiten de EU makkelijker te repareren zullen zijn, omdat een telefoonfabrikant waarschijnlijk niet compleet verschillende uitvoeringen van een model smartphone gaat maken. Maar of consumenten in landen buiten de EU ook zo makkelijk zelf aan onderdelen kunnen komen, is dan nog maar de vraag; deze mate van tegemoetkoming aan of bescherming van de consument gelden vaak niet in andere landen. Fabrikanten hoeven deze informatie dus niet beschikbaar te stellen in landen buiten de EU.