ID.nl logo
Huis

De huidige staat van vaste internetverbindingen

Een internetverbinding is inmiddels bijna net zo belangrijk als stromend water uit de kraan. Hoewel we met smartphones telkens meer draadloos verbonden zijn, blijven vaste internetverbindingen voor thuis onverminderd belangrijk.

Een vaste internetverbinding kan op drie manieren je huis inkomen: de televisiekabel, het telefonienetwerk (dsl) of glasvezel. Kijk je naar de populariteit van de technieken, dan is volgens marktonderzoeksbureau Telecompaper kabel de meest gekozen vorm van internettoegang: maar liefst 3,38 miljoen van het totaal aantal vaste internetaansluitingen van 7,34 miljoen maakt gebruik van kabel. Dsl is tweede met 2,86 miljoen aansluitingen terwijl glasvezel goed is voor 1,1 miljoen aansluitingen.

Dat is overigens niet het totaal aantal aansluitingen, zo zijn volgens Telecompaper 2,65 miljoen huizen van een glasvezelaansluiting voorzien. Niet iedereen gebruikt immers iedere aansluiting, veel woningen zijn van meerdere aansluitingen voorzien. Marktleider KPN heeft overigens aangegeven de uitrol van fiber to the home (ftth) terug te schroeven en te investeren in het verder verglazen van het dsl-netwerk. Hierbij blijft de uiteindelijke aansluiting in huis de vertrouwde koperdraad.

Kabelinternet

Kabelinternet gebruikt het kabeltelevisienetwerk voor het verzorgen van de internetverbinding. Vanuit het verleden heeft kabelinternet een slechte naam omdat de snelheid zo sterk gedeeld werd met ander gebruikers dat de snelheid vaak merkbaar daalde. Tegenwoordig is het ‘kabelnetwerk’ sterk verglaasd en alleen het laatste stuk naar de huizen gebruikt nog koper. De verbinding op dat laatste stuk koper wordt nog wel per segment gedeeld. In de praktijk is echter niet iedereen tegelijkertijd in een segment volop aan het downloaden, waardoor de beloofde snelheid vaak gewoon gehaald wordt.

Net als dsl is kabelinternet asynchroon: de uploadsnelheid is lager dan de downloadsnelheid. Ziggo biedt voor consumenten momenteel een maximale downloadsnelheid van 300 Mbit/s terwijl de uploadsnelheid dan beperkt is tot 30 Mbit/s. Dat is lang niet de maximale snelheid: zakelijk biedt Ziggo al 500 Mbit/s (40 Mbit/s up). Daarnaast moet DOCSIS 3.1, de opvolger van de huidige standaard EuroDOCSIS 3.0, een snelheid van 1 Gbit/s mogelijk maken terwijl dit in theorie zelfs 10 Gbit/s (met 2 Gbit/s up) wordt.

DSL

Dsl (Digital Subscriber Line) transporteert data digitaal over de telefoonlijn. Je hebt net als bij glasvezel je eigen lijn naar een centrale, maar deze is wel gevoelig voor storing. Hoe langer de afstand is, hoe langzamer de verbinding wordt. Via deze site kun je voor dsl controleren welke maximale snelheid op jouw adres op basis van lijnlengte en technologie vermoedelijk mogelijk is. De meest gebruikte technologie is vdsl2 (Very High Speed Digital Subscriber Line 2).

Bij gebruik van vectoring waarbij voor ruis in de verbinding gecompenseerd wordt, is een snelheid van 100 Mbit/s mogelijk. Daarnaast kunnen twee lijnen gecombineerd worden (bonding) waarmee 200 Mbit/s mogelijk wordt. Daarnaast test KPN opvolger VPlus waarmee momenteel 200 Mbit over één aderpaar en 400 Mbit/s over twee aderparen gehaald wordt. Al deze dsl-technieken zijn asynchroon: de upload is een tiende van de download.

Glasvezel

Glasvezel is de modernste techniek en spreekt het meest tot de verbeelding. Zo is niet alleen de downloadsnelheid razendsnel, dankzij de mogelijkheid tot een symmetrische verbinding geldt datzelfde voor de uploadsnelheid. De glasvezelaansluiting is afgemonteerd met apparatuur die geschikt is voor 100 Mbit/s of 1 Gbit/s. De maximale snelheid die je daadwerkelijk kunt afsluiten is doorgaans 500 Mbit/s, al zijn er regionale aanbieders die al 1 Gbit/s bieden.

Naast de synchrone up- en downloadloadsnelheid is een voordeel van glasvezel dat het een directe verbinding tussen jouw huis en de glasvezelcentrale is die niet beïnvloed wordt door externe storingsbronnen. De snelheid van je abonnement wordt tussen jouw huis en de centrale ook daadwerkelijk gehaald. De centrale zelf deel je uiteraard wel met andere abonnees en die heeft een gelimiteerde beschikbare bandbreedte.

De markt van internettoegang is grotendeels verdeeld tussen twee aanbieders: Ziggo en KPN

-

De markt van internettoegang is grotendeels verdeeld tussen twee aanbieders: Ziggo en KPN. Ziggo beheert een groot gedeelte van het kabelnet, terwijl KPN het telefonienetwerk en een groot gedeelte van het glasvezelnetwerk in handen heeft. Het huidige Ziggo is een fusie van UPC en Ziggo nadat Liberty Global, het Amerikaanse moederbedrijf van UPC, Ziggo in 2014 overnam. Volgens onderzoeksbureau Telecompaper heeft Ziggo met 3,19 miljoen aansluitingen een marktaandeel van 43,4 procent terwijl de internetproviders van KPN samen een marktaandeel van 40,4 procent hebben.

Achterlopers

De Europese Unie heeft als doelstelling dat iedereen in 2020 een breedbandverbinding met een snelheid van 30 Mbit/s kan hebben. Die doelstelling is met een dekking van zo’n 97 procent in Nederland overigens al bijna gehaald. Die laatste drie procent waarvoor minimaal 30 Mbit/s nu nog niet mogelijk is, zijn inwoners van de zogenoemde buitengebieden: woningen en bedrijven buiten de bebouwde kom. Een internetverbinding via dsl is doorgaans nog wel voorhanden, maar beperkt tot een paar megabit.

Natuurlijk is het probleem eenvoudig op te lossen door glasvezel aan te leggen, maar de investeringen wegen niet op tegen de kosten. KPN kwam onlangs wel met goed nieuws, want hun mobiele abonnement Internet Buitengebied heeft sinds augustus geen datalimiet meer. Voor 39 euro krijg je een onbeperkte 4G-verbinding met een gemiddelde snelheid van 20 Mbit/s. Overigens mag het 4G-modem alleen gebruikt worden op het adres waar het abonnement is afgesloten en is Internet Buitengebied niet overal beschikbaar.

Het is ook mogelijk om Internet Buitengebied gratis af te nemen als je in het buitengebied een vaste internetaansluiting van KPN hebt. KPN is verder van plan om de vaste en 4G-verbinding te combineren voor een stabielere en snellere internetaansluiting. Wellicht dat de situatie over een paar jaar met bijvoorbeeld 5G verder verbetert. Sommige inwoners van de buitengebieden kunnen niet wachten tot een punt ver in de toekomst en nemen het heft in eigen handen middels een eigen glasvezelinitiatief.

▼ Volgende artikel
Waarom jouw zuinige A+++-wasdroger straks zomaar een C-label krijgt
© fotomek
Huis

Waarom jouw zuinige A+++-wasdroger straks zomaar een C-label krijgt

Denk je net goed bezig te zijn met een A+++-wasdroger, blijkt die vanaf juli 2025 opeens een magere C te scoren. Wat is hier aan de hand? Geen paniek: je apparaat is niet plotseling minder efficiënt geworden, het energielabel wordt een stuk strenger. In dit artikel lees je waarom de regels zijn veranderd, wat het nieuwe label precies meet en hoe je wél de juiste conclusies trekt bij je volgende aankoop.

Partnerbijdrage - in samenwerking met Bemmel & Kroon

Vanaf 1 juli 2025 – morgen dus! – verandert het energielabel van wasdrogers in heel Europa. De bekende klassen als A+, A++ en A+++ verdwijnen en maken plaats voor een overzichtelijker schaal van A tot en met G. Hierdoor krijgen veel huidige A+++-drogers voortaan een label C. Niet omdat ze slechter presteren, maar omdat de normering strenger en toekomstbestendiger wordt.

Waarom een nieuw energielabel nodig was

Het oude systeem was zijn doel voorbijgeschoten. Doordat fabrikanten steeds energiezuinigere apparaten ontwikkelden, werden er voortdurend plussen aan de A-klasse toegevoegd. Daardoor ontstond een wildgroei aan energielabels die de consument eerder in verwarring bracht dan hielp. Met het nieuwe label keert de rust terug: één heldere schaal die opnieuw ruimte laat aan de top. De zuinigste klasse A blijft voorlopig zelfs leeg, zodat alleen uitzonderlijk efficiënte apparaten die plek mogen innemen.

©Bemmel & Kroon

Wat je ziet op het nieuwe label

Het nieuwe energielabel bevat veel meer informatie dan alleen een letter. Naast de energieklasse geeft het label nu ook inzicht in het verbruik per honderd droogbeurten, gemeten volgens een gestandaardiseerd Eco-programma. Ook de programmaduur, het maximale vulgewicht van de trommel, het geluidsniveau in decibel en de condensatie-efficiëntie staan erop vermeld. Via een QR-code kun je bovendien extra technische details opzoeken in de Europese EPREL-database. Deze toevoegingen zorgen ervoor dat je als consument beter kunt inschatten welk apparaat past bij jouw huishouden en gebruik. Meer informatie vind je op deze pagina.

©Bemmel & Kroon

1. QR-code met link naar de EU database
2. Energie-efficiëntieklasse
3. Energieverbruik in kWh/100 droogcycli*
4. Condensatie-efficiëntieklasse en -percentage

5. Geluidklasse en geluidemissie in dB(A)**
6. Maximale laadcapaciteit (nominale capaciteit in kg)**
7. Duur in uren en minuten**

* Waarden gelden voor een gewogen gemiddelde van halve en volle ladingen met een verhouding van 0,62 (24x volle lading, 76x halve lading).
** Droogcyclus van katoen eco-programma bij volle lading.

Het lastige van vergelijken

Oude en nieuwe energielabels kun je niet zomaar naast elkaar leggen. Een A+++-droger uit 2024 kan volgens de nieuwe testmethodes een label C krijgen, terwijl het apparaat in de praktijk nog steeds even zuinig is. Dat verschil komt puur door de aangescherpte meetnormen, en niet door een verandering in prestaties. Laat je dus niet misleiden door een ogenschijnlijke 'verslechtering' van het label, maar kijk naar de echte verbruiksgegevens en technische kenmerken van jouw wasdroger.

Wat dit voor jouw keuze betekent

Bij het kopen van een nieuwe droger is het dus belangrijk om verder te kijken dan alleen de letter op het label. De vermelding van het energieverbruik per honderd droogcycli geeft je een veel concreter beeld van de stroomkosten op jaarbasis. Ook het geluidsniveau, de capaciteit van de trommel en de duur van het droogprogramma bepalen in sterke mate hoe comfortabel en efficiënt het apparaat in de praktijk is. Dankzij de QR-code kun je bovendien snel en eenvoudig controleren of de technische gegevens aansluiten bij je verwachtingen.

©Viktoria

Slim kiezen met het nieuwe label

De vernieuwde energielabels maken het makkelijker om een slimme, bewuste keuze te maken. Niet alleen zie je in één oogopslag hoe energiezuinig een apparaat is volgens de nieuwste normen, je hebt ook toegang tot de details die er écht toe doen. Zo kun je jouw keuze afstemmen op wat je belangrijk vindt: lage kosten, weinig geluid, korte droogtijd of een groot vulgewicht. Door te letten op de werkelijke prestaties in plaats van alleen op een letter, maak je een duurzame keuze die ook op de lange termijn rendeert.

Wil je hulp bij het kiezen van een energiezuinige droger of persoonlijk advies over welk type het best bij jouw huishouden past? Laat je dan informeren door een specialist, zodat je met vertrouwen de juiste keuze maakt voor nu én de toekomst.

Op zoek naar een écht zuinige droger?

Bekijk de beste deals bij Bemmel & Kroon!
▼ Volgende artikel
Inbouwapparatuur in je keuken? Zo meet je alles precies goed op
© zephyr_p
Huis

Inbouwapparatuur in je keuken? Zo meet je alles precies goed op

Een nieuwe oven, koelkast of vaatwasser kiezen begint niet bij het design of de functies – het begint met een meetlint. Want hoe mooi of geavanceerd een apparaat ook is, als het nét niet past, zit je met een kostbare misser. Een paar millimeter speling kan het verschil maken tussen een perfect passende keuken en een frustrerende inbouwervaring. Met deze meetinstructies weet je zeker dat je straks niet voor verrassingen komt te staan.

Wil je je inbouwapparatuur tot op de millimeter nauwkeurig installeren, dan is precies meten onmisbaar. In dit artikel lees je over:

• Algemene meetprincipes • Waar je precies op moet letten bij een ⋄ inbouwkoelkast of -vriezer  ⋄ inbouwoven en -magnetron  ⋄ inbouwvaatwasser ⋄ inbouw-espressomachine  • Welke veelgemaakte fouten je moet zien te vermijden • Wat je altijd als laatste moet doen

Ook interessant: Een inbouwkoelkast kopen: waar moet je op letten?

Goed meten is het halve werk

Voordat je aan de slag gaat met meten, is het slim om een paar basisregels aan te houden. Gebruik altijd een betrouwbare rolmaat en eventueel een digitale schuifmaat voor extra precisie. Meet de binnenafmetingen van de nis (dus niet de buitenkant van je keukenkast) en noteer breedte, hoogte én diepte.

Houd daarnaast rekening met de ventilatieruimte: meestal is 2 tot 5 cm aan de achterkant en zijkanten nodig. En check of er ruimte is voor stopcontacten, wateraansluitingen en kabeldoorvoeren – die bepalen vaak óók of het apparaat goed kan worden geplaatst.

©Andrey Sinenkiy

Waar moet je op letten per apparaat?

Elk soort inbouwapparaat heeft zijn eigen eisen en aandachtspunten. Hieronder lees je per type waar je bij het opmeten en installeren specifiek op moet letten. Zo kom je niet voor verrassingen te staan.

Inbouwkoelkast of -vriezer

De hoogte van de nis is hier allesbepalend. Veelvoorkomende maten voor inbouwkoelkasten en -vriezers zijn 88, 140 en 178 cm, maar afwijkingen komen vaak voor. Let op het deursysteem: een sleepdeurmechanisme vraagt meestal om iets meer ruimte in de breedte. Diepte is vaak 55 cm, maar modellen met een ventilator achterop kunnen richting de 60 cm gaan.

Inbouwoven of -magnetron

Standaard? Niet helemaal. De nisbreedte is meestal 56 cm, terwijl het frontpaneel iets breder is (ca. 59,5 cm) voor een nette aansluiting. Hoogtes verschillen: compacte ovens zijn 45 cm hoog, standaardmodellen 60 cm. Magnetrons vragen soms extra ruimte aan de bovenkant voor uitstekende bedieningspanelen.

Inbouwvaatwasser

Hier draait het vooral om hoogte. Die varieert tussen 81,5 en 87 cm, met verstelbare poten voor wat speling. Meet ook de plinthoogte (van vloer tot onderkant kast), en vergeet de watertoevoer niet – reken op zo’n 5 cm extra ruimte in de diepte voor de slang.

Inbouw-espressomachine

Kleiner apparaat, maar niettemin precisiewerk. De breedte is vaak rond de 56 cm, maar de diepte varieert sterk. Let vooral op het waterreservoir (dat tot 55 cm diep kan zijn) en op kleppen of deurtjes die naar voren openen: die hebben extra werkruimte nodig.

©Cristina Villar Martin | Ladanifer

Veelgemaakte fouten die je makkelijk voorkomt

Zelfs met zorgvuldige metingen kan het misgaan, vaak doordat kleine details worden vergeten. Denk aan ventilatieruimte, uitstekende stekkers of leidingen die net in de weg zitten. Een handige tip: plak een strook tape op de vloer op de plek waar de achterkant van het apparaat komt, en markeer waar stekkers en leidingen zitten. Zo zie je snel of er iets in de weg zit.

Ook niet onbelangrijk: controleer of de nis waterpas is! Zeker bij koelkasten met uitschuiflades kan een scheve ondergrond voor problemen zorgen. Pas waar nodig je kast of ondervloer aan voordat je installeert.

Bij renovaties gelden vaak afwijkende maten. Oudere keukens hebben soms dikkere wanden of ongebruikelijke dieptes. Meet dus altijd de huidige situatie én de specificaties van je nieuwe apparaat. Twijfel je? Schakel een keukenexpert in, zeker bij combinaties zoals een oven met magnetron, waarbij elk detail telt.

En tot slot: de allerbelangrijkste stap

Het klinkt als een open deur, maar het voorkomt de meeste problemen: meet altijd twee keer! Schrijf je maten op en leg ze naast de officiële productspecificaties. Let daarbij op details als verstelbare voetjes, uitsparingen voor de deur of een uitschuifbaar bedieningspaneel. Zo weet je zeker dat jouw nieuwe inbouwapparaat niet alleen technisch past, maar ook mooi aansluit bij de rest van je keuken. Want uiteindelijk draait het om één ding: alles moet kloppen – tot op de millimeter.