ID.nl logo
Zekerheid & gemak

Apple Health en Google Fit-data exporteren doe je zo

Apple Health en Google Fit hebben veel overeenkomsten: ze kunnen je dagelijkse activiteiten bijhouden door bijvoorbeeld je stappen te tellen en je kunt er sportsessies in bijhouden. Deze data is te exporteren, maar hoe precies en wat kun je er dan mee?

Apple Health-data exporteren

Apple Health is privacyvriendelijker omdat Apple de data niet zomaar analyseert, maar de app werkt uiteraard alleen op de iPhone. Standaard worden gegevens van de Health-app ook naar iCloud gestuurd, maar dat kun je uitschakelen. Je kunt vervolgens een offline back-up maken via iTunes op een computer.

Je kunt de data ook vanuit de app exporteren. Dat doe je door op je profielfoto rechts boven te klikken. Onderaan die pagina staat met grote letters Exporteer gezondheidsgegevens. Je krijgt dan een zipje met daarin een aantal .xml-bestanden. Daar kun je natuurlijk creatief mee spelen door het te importeren in Excel of database-tools.

Google Fit-data exporteren

Ook bij Google Fit is het mogelijk om je data te downloaden. Dat moet je via je Google-account doen, dat kan niet in de Fit-app zelf. Google heeft daarvoor een handige pagina gemaakt. Ga naar https://myaccount.google.com, en ga naar het kopje Persoonlijke info en privacy. Scrol naar onderen en klik onder het kopje Uw content downloaden of overzetten op Archief maken. Je komt op een pagina waar je alle informatie uit je Google-account kunt downloaden. Dat zijn gegevens van diensten als Gmail en Drive, maar ook minder bekende Google-diensten zoals Classroom of Data Shared For Research.

Sowieso is dit een goede plek om eens te grasduinen naar wat de internetgigant over je weet, maar voor nu zet je hier in ieder geval het schuifje achter Fit aan. Je kunt dan nog kiezen wat je precies wilt downloaden. Dat kan alle Fit-data zijn, of alleen je activiteiten of wat ‘dagelijkse cumulatieve gegevens’ genoemd wordt. Als je hier een archief van opvraagt, krijg je dat binnen afzienbare tijd toe gemaild.

Fitness-data importeren

Google Fit heeft één groot probleem: je kunt geen data importeren. Een groot gemis, want als je definitief overstapt naar Google Fit kun je eerder vergaarde data niet zomaar meer inzien. Met Apple Health is dat met een omweg wel mogelijk. Het makkelijkst is natuurlijk om de data te synchroniseren met iCloud, maar als dat niet werkt of als je dat niet wilt, kan het ook op een andere manier.

Eén daarvan is om het .xml-bestand dat je hebt gekregen te converteren naar een .csv-bestand. Online zijn genoeg tooltjes te vinden die dat gratis doen. Een handigere manier is de app Health Data Importer , die precies gebouwd is om dit probleem op te lossen.

©PXimport

If This, Then That

Als je liever niet afhankelijk bent van Google of Apple, of gewoon wat meer controle wilt hebben over hoe je data koppelt, is er een andere oplossing: IFTTT (If This, Then That). Voor wie dit nog niet zo goed kent: met IFTTT kun je verschillende applicaties aan elkaar koppelen en zo acties uitvoeren die niet standaard in die applicaties werken. De dienst is bijvoorbeeld handig om automatisch gegevens te uploaden naar sociale media of naar gerelateerde diensten.

IFTTT is ook in het geval van fitnesstrackers en -diensten een ideale manier om data uit te wisselen en over te zetten. Ook daarbij geldt dat de diensten compatibel moeten zijn met IFTTT en dat is niet altijd het geval. Samsung Health, Google Fit en Apple Health worden niet ondersteund, maar ook de polsbandjes als Garmin, Polar en TomTom ontbreken in het aanbod.

Polsbandjes van Fitbit, Jawbone en Misfit werken wel met IFTTT, evenals de populaire dienst Strava. Zeker die laatste is interessant. Want IFTTT werkt weliswaar niet met Garmin, maar je kunt je Garmin-account wel weer aan Strava koppelen en dát vervolgens weer compatibel maken met IFTTT. Het blijven omwegen.

IFTTT-recepten voor fitnesstrackers

De grootste omissie van IFTTT is die van Google Fit en Apple Health. Het zou fijn zijn als je via die twee platformen alles kon syncen naar bijvoorbeeld Google Drive, maar helaas is dat niet het geval. Wil je IFTTT gebruiken, dan moet je een beetje creatief doen - en controleren of jouw specifieke tracker wel ondersteund wordt.

Met IFTTT maak je recepten (ook wel applets genoemd) volgens het principe ‘als er dit gebeurt, doe dan dat’. Veel van deze applets zijn al hoop kant-en-klaar te gebruiken zodra je een account hebt gemaakt. Je hoeft ze alleen maar op te zoeken op de site of in de app. Om data uit Strava in een Google Drive-spreadsheet te verwerken, ga je naar Zoeken en typ je Strava in. Je ziet al gelijk wat populaire applets staan, maar als je op het Strava-logo klikt, zie je er nog meer. Daar staat onder andere de trigger om Strava aan Google Drive te koppelen.

©PXimport

Let wel op dat IFTTT alleen werkt met nieuw vergaarde data en niet met bestaande. Alle eerdere gegevens die je ooit hebt verzameld met bijvoorbeeld je Fitbit, kun je via IFTTT niet met terugwerkende kracht delen met andere diensten. Als je dat wilt, moet je een andere manier zoeken, bijvoorbeeld door alsnog alles te exporteren via een dienst als Google Fit en het ergens anders te importeren.

Wat te doen met je data

We weten inmiddels hoe we verschillende diensten aan elkaar kunnen koppelen om data uit te wisselen, maar wat nou als je je data handmatig wilt overzetten of het nader wilt bestuderen? Gelukkig bieden vrijwel alle fitness-apps de mogelijkheid je data te exporteren naar een handig bruikbaar formaat. Dat dat inmiddels bij wet verplicht is, vergeten we voor het gemak maar even …

Er zijn wat formaten die vaak voorkomen als je je data downloadt. Bij sommige diensten kun je kiezen, maar bij anderen (zoals Apple) moet je het doen met wat het bedrijf je geeft. In veel gevallen krijg je je data in een .xml-formaat. Dat is handig, want daar kun je lekker veel mee.

Je kunt zulke bestanden relatief makkelijk omzetten naar andere formaten, maar je kunt het ook gebruiken om er bijvoorbeeld zelf datavisualisaties van te maken. In andere gevallen krijg je een spreadsheet toegestuurd waar de informatie staat weergegeven. Ook met zo’n spreadsheet kun je leuke dingen doen, maar let wel op dat je dat niet zomaar overal kunt importeren.

In het ideale geval krijg je de data in een .tcx-formaat. Dat is een uitgebreidere versie van .gpx, een bestandsformaat voor locatiegegevens. Tcx-bestanden bevatten niet alleen locatiegegevens, maar ook data zoals stappen of hartslag. De populaire tracker Garmin heeft bovendien nog een eigen .fit-formaat dat veel op .tcx lijkt. Zulke bestanden zijn weer wél makkelijk te importeren in diensten zoals Strava of Runkeeper.

Als je meerdere diensten door elkaar gebruikt, is het mogelijk de datasets bij elkaar te voegen. Daar zijn gratis online tools voor, zoals GoToes. Die dienst kun je overigens ook gebruiken om data makkelijk van Garmin naar Strava om te zetten, al kun je dat ook via de websites van die diensten doen.

▼ Volgende artikel
Gamers, opgelet: de ROG Xbox Ally en Ally X komen in oktober!
© ASUS
Huis

Gamers, opgelet: de ROG Xbox Ally en Ally X komen in oktober!

ASUS Republic of Gamers (ROG) heeft op Gamescom 2025 in Keulen de ROG Xbox Ally en de krachtiger ROG Xbox Ally X onthuld. Beide handhelds liggen vanaf 16 oktober 2025 wereldwijd in de winkels. Bezoekers van de gamingbeurs kregen deze week de primeur om de nieuwe apparaten zelf uit te proberen.

Laten we beginnen met wat specs: de standaard ROG Xbox Ally draait op een AMD Ryzen Z2 A-processor met vier Zen 2-cores en acht RDNA 2-GPU-cores. In combinatie met 16 GB LPDDR5X-6400 RAM, een 512 GB SSD en een 60 Wh-batterij mikt dit model op solide prestaties voor onderweg. De Ally X gaat echter nog een stapje verder: deze versie krijgt de nieuwe AMD Ryzen AI Z2 Extreme met acht cores, zestien threads, 16 RDNA 3.5-GPU-cores en een geïntegreerde NPU. Daarbij hoort 24 GB sneller LPDDR5X-8000 werkgeheugen, een 1 TB SSD en een grotere 80 Wh-batterij voor langere speeltijd.

Xbox-ervaring in handheld-vorm

Bij het inschakelen start de Ally direct in een fullscreen Xbox-omgeving. Daarmee voelt het apparaat aan als een natuurlijke uitbreiding van de console, terwijl Windows 11 onderliggend toegang biedt tot je volledige pc-bibliotheek. Spelen kan via Game Pass, Steam en andere pc-stores, maar ook via cloudgaming of remote play vanaf een Xbox-console. Xbox heeft bovendien met gamestudio's samengewerkt om duizenden titels beter geschikt te maken voor handhelds. In de bibliotheek verschijnen nieuwe aanduidingen als Handheld Optimized en Mostly Compatible, zodat je meteen weet welke games vlekkeloos draaien.

©ASUS

Scherm, geluid en comfort

Zowel de Ally als de Ally X hebben een 7-inch Full-HD-scherm met 120 Hz verversingssnelheid, 500 nits helderheid en FreeSync Premium voor vloeiende beelden. Het scherm is beschermd met Gorilla Glass. De Ally X onderscheidt zich met dual Smart-Amp speakers, vibrerende triggers en subtiele RGB-verlichting rond de sticks voor extra feedback. Ook ergonomie kreeg de nodige aandacht: de vorm van de grepen is geïnspireerd op de Xbox-controller, met een gebalanceerd gewicht zodat langere speelsessies comfortabel blijven.

Prestaties en uitbreidbaarheid

Om te zorgen dat de hardware ook bij intensief gebruik koel blijft, introduceert de Ally X een zogenoemd Zero Gravity-koelsysteem dat in elke houding stabiel presteert. Beide modellen zijn bovendien eenvoudig uit te breiden dankzij een M.2-slot voor extra opslag. De connectiviteit verschilt wel enigszins: waar de standaard Ally beschikt over usb-c (3.2 Gen 2), microSD en wifi 6E, voegt de Ally X daar usb 4 met Thunderbolt-ondersteuning aan toe.

©ASUS

Slimme software en AI-functies

Nieuwe softwarefuncties moeten het gebruik verder stroomlijnen. Shaders worden al tijdens het downloaden voorgeladen, waardoor games sneller starten en minder energie verbruiken. Voor de Ally X zijn vanaf 2026 bovendien extra AI-mogelijkheden gepland, zoals Automatic Super Resolution voor hogere beeldkwaliteit en het automatisch vastleggen van hoogtepunten in korte videoclips.

▼ Volgende artikel
Inductie, keramisch of gas: welke pan past bij jouw kookplaat?
© Malkov Konstantin
Huis

Inductie, keramisch of gas: welke pan past bij jouw kookplaat?

Of je nu op gas, inductie of een keramische plaat kookt, het type kookplaat in je keuken bepaalt in grote mate welke pannen je kunt gebruiken. Daarbij draait het vooral om het materiaal van de pan. In dit artikel lees je wat je nodig hebt om zorgeloos en efficiënt te kunnen koken, wat er op jouw fornuis ook staat. Smakelijk alvast!

👨🏼‍🍳 In het kort:

• Gas, inductie of keramisch: zo werken deze kookplaten • Van koper tot roestvrijstaal: welke pan past bij welke kookplaat? • Onderhoudstips voor je kookplaat • Misvattingen ontkracht

Lees ook: Overstappen van gasfornuis naar inductieplaat: de voor- en nadelen

Hoe werkt jouw kookplaat eigenlijk?

Om te begrijpen welke pannen het best op jouw kookplaat werken, is het handig om eerst te weten hoe die kookplaten precies hun werk doen. Een gaskookplaat verwarmt je pan direct via een open vlam: simpel, doeltreffend en visueel controleerbaar. Bij inductie gebeurt dat heel anders: een spoel onder het kookoppervlak wekt een magnetisch veld op, waardoor alleen pannen met een magnetiseerbare bodem zelf warm worden. De plaat zelf blijft koel. Keramische kookplaten zitten daar qua techniek tussenin. Onder een glad glasoppervlak zit een elektrisch verwarmingselement dat de plaat en vervolgens de pan verwarmt.

Van koper tot RVS: welke pan werkt waarbij?

Pannen zijn er in allerlei materialen, en elk daarvan gedraagt zich anders op een kookplaat. Hieronder lees je wat je van de bekendste soorten kunt verwachten.

Roestvrijstaal (RVS)

RVS is een echte alleskunner. Deze pannen doen het goed op alle soorten kookplaten, zolang ze voor inductie wel een magnetische bodem hebben. RVS geleidt warmte iets minder goed dan bijvoorbeeld koper of gietijzer, maar met een goede, dikke bodem kun je er uitstekend mee uit de voeten, ook op inductie.

©tsarenko | Fototocam

Gietijzer

Gietijzeren pannen zijn zwaar, maar daar krijg je gelijkmatige warmteverdeling voor terug. Ze zijn prima geschikt voor gas en keramisch, en door hun magnetische eigenschappen ook voor inductie. Let wel op bij glas-keramische kookplaten: de wat ruwe of ongelijke bodem van gietijzer kan krassen veroorzaken en minder efficiënt verwarmen. Ook het onderhoud vraagt aandacht – afwassen doe je met warm water en keukenpapier, niet in de vaatwasser.

©kseyale

Check: geschikt voor inductie? Bij inductiekookplaten is het belangrijk dat de pan magnetisch is, anders zal deze niet werken. Dit kun je eenvoudig controleren door een magneet aan de onderkant van de pan te houden - als deze wordt aangetrokken, is de pan compatibel.

Lees ook: Zo kook je extra zuinig op een inductiekookplaat

Koper

Met koperen pannen kook je snel en nauwkeurig: koper geleidt warmte als de beste. Tegelijk zijn ze kwetsbaarder voor krassen en deuken, en ze vergen wat meer onderhoud om mooi te blijven. Niet geschikt voor de vaatwasser dus. Op gas en keramisch doen ze het prima, maar voor inductie heb je een speciale bodem nodig. Zonder die aanpassing werkt het simpelweg niet.

©fotofabrika

Aluminium

Aluminium is licht, betaalbaar en geleidt warmte goed. Het doet zijn werk uitstekend op gas en keramisch. Voor inductie moet aluminium speciaal bewerkt zijn – alleen dan werkt het magnetische veld. Aluminium krast en deukt snel, dus voorzichtigheid is geboden bij gebruik én schoonmaak.

Check: geschikt voor keramisch? Voor keramische kookplaten moet de bodem van de pan vlak en glad zijn om een goede warmteoverdracht te garanderen en krassen op de plaat te voorkomen.

Pannen met een dikke, goed geleidende bodem leveren doorgaans het beste resultaat, ongeacht het fornuis. Koper en gietijzer scoren hoog op warmteverdeling en -behoud, terwijl roestvrij staat en aluminium het juist moeten hebben van slimme combinaties en coatings. Denk bijvoorbeeld aan een antiaanbaklaag of een gelaagde bodem, die verschillende eigenschappen combineren voor betere prestaties.

Welke pan op welke kookplaat?

MateriaalGasInductieKeramisch
RVSJaJa*Ja
GietijzerJaJaJa
AluminiumJaNee**Ja
KoperJaNee**Ja

*= Mits voorzien van een ferromagnetische bodem ** = Alleen als ze een speciale inductie-geschikte bodem hebben

Nog even in het kort:

⚪ RVS pannen werken goed op alle kookplaten, maar kunnen door inductie sneller en gelijkmatiger verhit worden. ⚫ Gietijzer is minder geschikt voor inductie vanwege de oneffen bodem, maar werkt prima op gas en keramisch. 🟠 ⚪ Koper en aluminium geleiden goed, maar zijn gevoelig voor krassen en deuken.

Zo houd je je kookplaat en pannen in topvorm

Met een beetje aandacht gaan je kookplaat én pannen langer mee. Voor inductie is het cruciaal dat de bodem van je pan vlak en onbeschadigd is, anders kunnen er krassen op de plaat ontstaan. Keramische platen vragen om een zachte aanpak: gebruik geen schurende middelen of scherpe voorwerpen. Hardnekkige resten? Leg er wat vochtig keukenpapier op en laat het twintig minuten weken. Daarna kun je het vuil meestal met een nat doekje verwijderen. Voor echt aangekoekte plekken is een speciale keramische schraper een veilig alternatief.

Lees ook: Inductiekookplaat schoonmaken? Dit moet je wel doen en dit niet

©Maryna Pleshkun | zest_marina

Misverstanden de wereld uit: vier hardnekkige kookmythes

Er doen nogal wat verhalen de ronde over pannen en kookplaten. Tijd om de vier hardnekkigste misverstanden recht te zetten.

1. Overstappen betekent al je pannen vervangen

Niet per se. Veel pannen kun je gewoon blijven gebruiken, ook als je overstapt naar een andere kookplaat. Kijk goed naar het materiaal, de staat van de pan en of de bodem geschikt is voor je nieuwe kooktype. Je hoeft dus zeker niet halsoverkop een nieuwe pannenset te kopen.

2. Inductie is gevaarlijk

Sommige mensen maken zich zorgen over het magnetisme van inductieplaten. Dat is nergens voor nodig: het magnetische veld is zwak en werkt alleen als er een geschikte pan op staat. Voor de gebruiker is het volkomen veilig.

3. Keramische platen zijn breekbaar

Zolang je ze met zorg gebruikt en pannen met een gladde bodem kiest, gaan keramische kookplaten jarenlang mee zonder noemenswaardige schade. Het glas is stevig, maar vraagt wel om voorzichtig gebruik.

4. Elke pan werkt op elke kookplaat

Helaas, zo eenvoudig is het niet. Niet elk materiaal is compatibel met elk type kookplaat. De juiste pan kiezen begint bij weten wat voor kookplaat je hebt en wat voor bodem die pan nodig heeft.

Tot slot

Je weet nu waar je op moet letten als je een pan kiest voor jouw kookplaat. Niet ieder materiaal werkt overal even goed, maar met de juiste match zit je altijd goed. Tijd om de keuken in te duiken en je kookkunsten de vrije loop te laten. Veel plezier aan het fornuis!