ID.nl logo
20 X570-moederborden voor AMD Ryzen-processors getest
© PXimport
Zekerheid & gemak

20 X570-moederborden voor AMD Ryzen-processors getest

Met de derde generatie Ryzen-processors heeft AMD met de AMD Ryzen 5 3600 en Ryzen 5 2600 momenteel de interessantste processors op de markt in handen. Om het maximale eruit te halen, heb je een van de nieuwe moederborden met X570-chipset nodig. Wij legden twintig moederborden op de pijnbank en zochten voor jou de beste exemplaren uit.

Voordat we ons verdiepen in de X570-moederborden is het belangrijk stil te staan bij de vraag of je wel een relatief duur X570-moederbord nodig hebt. De verschillen tussen de nieuwe X570- en de oudere X470- en B450-chipsets, waar de nieuwe Ryzen-processors ook compatibel mee zijn, zijn namelijk niet heel groot. De X570-chipset biedt meer snelle usb 3.2 Gen 2-poorten, voorheen usb 3.1, wat vooral handig is voor veel snelle externe opslag. Tevens is het de eerste chipset die pci-express 4.0 ondersteunt, al zijn er vooralsnog weinig pci-e 4.0-devices, met uitzondering van nog snellere ssd’s.

Deze relatief prijzige AMD X570-moederborden zijn dus vooral interessant voor een mid- of high-end systeem, of als je overweegt de komende jaren een high-end videokaart toe te voegen. Voor eenvoudigere wensen zijn B450- en X470-borden een prima keuze.

Er resteren nog vier grote fabrikanten die moederborden maken

-

Waar moet je écht op letten?

Er resteren nog vier grote fabrikanten als het op moederborden aankomt: ASRock, ASUS, Gigabyte en MSI. Zij kopen de X570-chipset van AMD en bouwen daar elk hun eigen product omheen, met verschillende specificaties en prijspunten. Zaken als het bios, de software en de stroomvoorziening variëren sterk per merk. Daarom bespreken we eerst de inherente voor- en nadelen van elke fabrikant, alvorens we de echte uitschieters uitlichten.

Het is vooral zaak om je eigen subjectieve wensen in kaart te brengen. Hoeveel m.2-ssd’s of sata-schijven ga je gebruiken, hoeveel ventilatoren of rgb-accessoires wil je aansluiten, hoeveel rgb-headers heb je nodig, welke (usb-)aansluitingen heeft je behuizing, hoeveel usb-poorten wil je achterop en wat zijn je eisen op gebied van wifi of sneller netwerken? We waarderen moederborden die veel bieden voor hun prijs, maar leg jouw eigen eisen goed naast onze tabel voordat je de knoop doorhakt.

Zo testen we

Onze testconfiguratie bestaat uit een AMD Ryzen 7 3700X, G.Skill Trident Z Royal 3600 MHz 16 GB (2x 8 GB), Seasonic Prime Titanium 850W-voeding en Samsung 970 Evo Plus-ssd. We testen moederborden door alle instellingen voor de cpu en het geheugen gelijk te trekken, zo voorkomen we dat ‘handige trucjes’ (c.q. valsspelen) op een moederbord de processor voorbij zijn officiële specificaties pushen. Prestaties tussen moederborden verschillen soms enkele procenten per sample van hetzelfde bord. Het is dan ook onwaarschijnlijk dat kleine verschillen in de resultaten in de tabel (1-3 procent) leiden tot daadwerkelijk significant andere resultaten bij de eindgebruiker. Testresultaten dienen dan ook primair om structurele problemen te ontdekken.

ASUS

Vooral wat bios en bijbehorende software betreft, heeft ASUS een duidelijke voorsprong op de concurrentie. En omdat de prestatieverschillen tussen de twintig geteste moederborden bij gelijke instellingen verwaarloosbaar zijn, levert een dergelijke voorsprong in de praktijk een groot voordeel op.

De keerzijde is dat ASUS zich van dat voordeel bewust lijkt en moederborden die functioneel verder gelijkwaardig zijn voor een hogere prijs verkoopt. Vooral aan de onderkant van de markt is dat merkbaar, want zowel de Prime X570-P (199 euro, niet getest) als de Prime X570-PRO (279 euro) biedt in vergelijking met directe tegenhangers relatief weinig aansluitingen. Zo beschikken deze borden over een beperkt aantal interne usb-headers voor je behuizing.

ASUS is traditioneel wel sterk wat de stroomvoorziening (VRM) betreft en de opbouw van zijn X570-borden is ruim genoeg, vanaf de Prime X570-PRO zelfs zeer goed. Dat maakt de moederborden ook geschikt voor AMD’s 16-core Ryzen 9 3950X, die later dit jaar verschijnt. Hierdoor bieden alle ASUS-borden objectief gezien een goede ervaring, zolang de geboden mogelijkheden maar aan je eisen voldoen. Ook de uitstraling geeft deze moederborden iets extra’s.

ASUS komt pas echt op dreef in het luxere segment, waar de fabrikant enkele complexere features heeft toegevoegd. Overklokkers, tweakers en liefhebbers van aangepaste waterkoeling zoeken het beste moederbord voor hun doeleinden en de prijs is dan secundair. De ROG Crosshair VIII Hero (429 euro) heeft veel fan-headers, speciale headers voor je waterkoeling, extra knoppen voor (extreem) overklokken, een uitstekende stroomvoorziening om elke cpu tot het uiterste te pushen en dat ondersteund door het meest uitgebreide bios op de markt. Zolang de prijs geen bezwaar vormt, is dit hét X570-bord voor liefhebbers. Wil je waterkoeling gebruiken en twijfel je over de nog duurdere ROG Crosshair VIII Formula (599 euro)? De toevoeging van een EK-waterblok op dezelfde basis als de Hero klinkt leuk, maar biedt te weinig objectieve meerwaarde om de 170 euro hogere prijs te verantwoorden.

De ROG Strix X570-E (335 euro) is eventueel interessant als voordeligste moederbord met snelle 2,5 Gbit/s netwerkverbinding.

©PXimport

Gigabyte

Gigabyte heeft misschien wel het sterkste X570-aanbod. Zijn instapper, de X570 Gaming X (189 euro), laten we gezien de duidelijke besparingen liever links liggen, maar vanaf de X570 Aorus Elite (209 euro) zien we stuk voor stuk degelijke, aantrekkelijke borden met een betrouwbare stroomvoorziening en een collectie aansluitingen die op praktisch elk prijspunt ruimer is dan bij de concurrentie. Als je moederbord combinaties van rgb-verlichte componenten moet aansturen, verdient ASUS de voorkeur. Maar zodra dat geen overweging is, voert Gigabyte op elk prijspunt de boventoon.

De X570 Aorus Elite is zelfs zo compleet dat we voor de meeste gebruikers geen reden zien om meer uit te geven. Je krijgt een degelijke stroomvoorziening, een 10 Gbit/s netwerkverbinding, ruim voldoende rgb- en argb-headers, tien usb-poorten achterop en genoeg interne headers voor behuizingen met vier usb-poorten voorop of zelfs usb-c, iets wat geen enkele concurrent op dit prijspunt doet.

Overklokkers kunnen de iets duurdere X570 Aorus Pro (269 euro) overwegen voor de probleemdiagnosefuncties, extra fan-headers en de wat betere stroomvoorziening, en de X570 Aorus Ultra (319 euro) is een van de meer betaalbare opties met drie m.2-sloten.

De X570 Aorus Master (389 euro) in het high-end segment is van een heel andere orde: deze heeft een van de beste VRM’s op de markt, 2,5 Gbit/s netwerkverbinding, wifi 6 (oftewel 802.11ax) en een derde m.2-slot boven op de reeds goede combinatie van mogelijkheden. Daarmee is dit een sterke concurrent voor de ASUS Hero, MSI Ace en ASRock Phantom Gaming X. Tenminste, als je de beste borden op de markt overweegt.

©PXimport

Objectief bekeken zou je de X570 Aorus Xtreme eigenlijk het beste bord op de markt kunnen noemen. Maar omdat een prijs van 699 euro voor een moederbord lastig te verdedigen is, noemen we het vooral een paradepaardje waarmee Gigabyte laat zien waar het toe in staat is. Indrukwekkend is hij wel, met zijn extreme 16-fase VRM, de overdaad aan aansluitingen en de aanwezigheid van een extra externe controller waar je nog eens acht fans, rgb- of argb-accessoires op aan kunt sluiten. Bovendien functioneert het hele moederbord als heatsink voor alle componenten, waardoor dit het enige bord is zonder actieve ventilator. Staat er een geldboom in je tuin? Zoek dan niet verder.

De Aorus X570 I Pro WiFi (239 euro) is interessant, omdat deze op dit moment het enige mini-itx-moederbord op de markt is. Bovendien is dit model zeer solide en niet exorbitant geprijsd voor een X570-bord. Het enige serieuze bezwaar is het totaal van slechts zes usb-poorten.

©PXimport

Actieve fans?

Met uitzondering van de Gigabyte X570 Aorus Xtreme is bij elk X570-moederbord een ventilator op de chipset gemonteerd om deze te koelen. De geluidsproductie van deze ventilatoren is minimaal, waardoor je je geen zorgen hoeft te maken over geluidsoverlast. Gigabyte en MSI bieden wel de optie om de ventilator stil te zetten totdat hij echt nodig is. In theorie vinden we dat een voordeel, omdat we hierdoor de kans op slijtage op lange termijn lager inschatten.

MSI

MSI heeft het kleinste X570-aanbod, maar dat is geen nadeel. In plaats van elk prijspunt proberen te vullen met een al dan niet interessante optie, richt MSI zich op wat duidelijkere doelgroepen. De doelgroep van het goedkoopste bord in onze test, de MSI X570-A PRO (179 euro), is eenvoudig te raden: wil je zo min mogelijk uitgeven, dan is dit een serieuze optie.

Op de totale kosten van je pc is de besparing ten opzichte van de op alle fronten betere en uitgebreidere X570 Aorus Elite lastig te verdedigen, maar als elk tientje je lief is en de basale mogelijkheden voldoen, is de X570-A Pro wel het overwegen waard. Dat kunnen we helaas niet zeggen van de MSI X570 Gaming Pro Carbon WiFi (279 euro): die is voor dit prijspunt iets te zuinig met aansluitingen. Wifi 6 (oftewel 802.11ax) is weliswaar een leuke extra in dit segment, maar kun je ook los voor zo’n 20 euro toevoegen aan menig goedkoper bord.

MSI’s high-end MEG X570 ACE (389 euro) is objectief gezien wel een uitstekend moederbord. Net als zijn directe concurrentie is hij heel compleet, zeer degelijk, beschikt hij over een uitstekende stroomvoorziening en uiteraard ontbreken ook de nodige visuele toeters en bellen niet. Alleen het aantal usb-poorten achterop vinden we voor dit prijspeil aan de karige kant.

Hoewel MSI ook de bijna 800 euro kostende X570 Godlike aanbiedt, viel ons oog op de forse (eatx) Prestige X570 Creation. Met 499 euro is hij verre van goedkoop, maar daar staan meer usb-poorten tegenover dan je op elk ander X570-bord zult aantreffen. Dankzij een meegeleverde insteekkaart biedt hij bovendien vier m.2-sloten: een record. Ook is dit het voordeligste bord met 10 Gbit/s netwerkverbinding, wat de Prestige X570 Creation een echt high-end workstationbord maakt voor de veeleisende professional die de meerprijs met zijn of haar werk terug weet te verdienen.

©PXimport

ASRock

ASRock staat normaliter bekend om zijn goede prijs-kwaliteitverhouding. Zijn RGB Software, mocht je daar om geven, is een draak vergeleken met die van ASUS. Maar als je gewoon goede hardware zoekt voor een redelijke prijs, dan komt ASRock al jarenlang positief naar voren.

Met veel sterke opties op de markt is het niet eenvoudig om jezelf te onderscheiden. De X570 Extreme4 (189 euro) en de X570 Steel Legend (224 euro) bieden op zich een gebalanceerde set mogelijkheden voor hun prijs, maar kunnen net als alle andere borden onder de 250 euro lastig opboksen tegen de sterke Gigabyte X570 Aorus Elite. Ze moeten het dan vooral hebben van wat extra fan-headers en het feit dat ASRock zijn borden heeft voorbereid op een wifi-uitbreiding. Mocht je dat willen, dan kun je voor circa twee tientjes wifi 6 (oftewel 802.11ax) aan deze borden toevoegen met de Intel AX200-chip. De Steel Legend is ook het voordeligste bord met acht sata-poorten voor de echte datavreter.

De X570 Taichi (325 euro) biedt met fysieke knoppen wel iets unieks op zijn prijspunt: fijn als je frequent met je moederbord werkt zonder behuizing. Dat komt boven op een prima totaalplaatje met onder andere goede VRM’s, wifi 6, drie m.2-sloten en wederom die acht sata-poorten. Toch kun je je afvragen of goedkopere opties niet voldoende zijn. Of misschien wil je juist wat luxers, bijvoorbeeld een bord met een snellere netwerkaansluiting.

Dat is waar de X570 Phantom Gaming X (379 euro) om de hoek komt kijken. Feitelijk is dit hetzelfde moederbord als de Taichi, maar dan met een iets ander likje verf en een 2,5 Gbit/s netwerkpoort. Ook de Phantom Gaming X bestaat uit uitstekende componenten, al blijft de totale lijst met aansluitingen wederom op een paar punten achter bij onder meer de Aorus Master. Dat brengt hem in een lastige positie. Wil je meer sata-poorten, dan heeft ASRock het voordeel. Maar extra opslagmogelijkheden alleen vormen op dit prijspunt een lastig verkoopargument. ASRock lijkt dus deels te leunen op liefhebbers van het merk en deels op zijn designs, die net even afwijken van de concurrentie.

©PXimport

Conclusie

Waar goedkope X470-borden of (Intel) Z390-moederborden soms objectief slecht waren, gaat dat voor geen enkel X570-moederbord op. Zelfs de goedkoopste opties bieden kwalitatief zulke degelijke componenten dat AMD’s aangekondigde 16-core processor probleemloos op deze borden gebruikt kan worden.

Hierdoor is het cruciaal om je eigen eisen op een rij te zetten, afhankelijk van onder meer je doeleinden, behuizing of gewenste opslag. Voldoet de goedkoopste maar eenvoudige MSI X570-A Pro? Dan is die geen bezwaar. Onze redactietip gaat echter uit naar de Gigabyte X570 Aorus Elite. Vanwege de kwaliteit, maar vooral wegens de zeer ruime selectie aan aansluitingen die ruimschoots voldoen voor de meeste doeleinden, van gamen tot creatieve taken.

Bij de high-end borden met snelle netwerkverbinding, wifi 6 en een nog ruimere selectie aansluitingen strijden de Gigabyte X570 Aorus Master, MSI MEG X570 ACE en ASUS ROG Crosshair VIII Hero om de winst. De ASUS pakt de winst voor overklokkers, aangepaste water-loops en hobbyisten, dankzij enkele specifieke voordelen voor die doeleinden. Al is het wederom Gigabyte dat in dat segment de meeste hardware biedt voor een iets betere prijs. Samen zijn het de beste borden van deze generatie.

En dan is er nog een tweede bord dat onze tip verdient, want de MSI Prestige X570 Creation biedt meer usb-poorten en m.2-opslag dan elke concurrent. Gecombineerd met zijn 10 Gbit/s netwerkverbinding is dit onze keuze voor een professioneel workstation waarbij geld geen rol speelt.

©PXimport

▼ Volgende artikel
Review Dreame L10s Ultra (2nd gen) – Goedkoper en beter dan voorganger
© Wesley Akkerman
Huis

Review Dreame L10s Ultra (2nd gen) – Goedkoper en beter dan voorganger

Tot onze verbazing zien we dat de Dreame L10s Ultra (2nd gen) een van de grootste nadelen van zijn voorganger zomaar wegneemt: deze nieuwe robotstofzuiger is namelijk honderden euro's goedkoper dan zijn voorganger ooit geweest was. Sterker nog: ook nu nog is eerste L10s Ultra duurder dan zijn opvolger. Tijd om te bekijken hoe de Gen 2 in de praktijk presteert.

Uitstekend
Conclusie

Dreame heeft met de Dreame L10s Ultra (2nd Gen) een fijne balans gevonden tussen een uitgebreide en functionele robotstofzuiger en een redelijke prijs. De maximaal 700 euro die je betaalt, is geen immens hoog bedrag voor de prestaties die je in huis haalt. Je krijgt bovendien toegang tot allerlei premium functies, zoals uitschuifbare dweilpads en de borstel. Je moet er wel rekening mee houden dat je soms de dweil zelf even moet schoonmaken om de prestaties op hoog niveau te houden, maar verder vinden we deze robotstofzuiger top.

Plus- en minpunten
  • Flinke zuigkracht
  • Dweilen gaat veel beter
  • Uitschuifbare onderdelen
  • Aanpassingsmogelijkheden
  • Overzichtelijke app
  • Navigatie gaat beter
  • Prijs-kwaliteitverhouding
  • Objectherkenning niet altijd accuraat
  • Vereist wat handmatig onderhoud
  • Geen warm water
  • Dweil schoonmaken duurt lang
  • Hardnekkige viezigheid kan achterblijven

De Dreame L10s Ultra (2nd Gen) heeft een adviesprijs van 699 euro, maar is nu al online verkrijgbaar voor minder. Als je de introductieprijs van de voorganger in het achterhoofd neemt (meer dan duizend euro) dan begrijp je dat we daar enigszins verrast over zijn. Dat model uit begin 2023 beviel, maar stelde ook teleur op een aantal vlakken. Zo botste het nog wel eens ergens tegenaan, had je nog wat handmatig onderhoud, werd het tapijt niet goed schoongemaakt, was de app onoverzichtelijk en zat je als het ware vast aan de schoonmaakmiddelen van Dreame.

Zijn opvolger doet een hoop dingen anders, terwijl de ervaring toch grotendeels hetzelfde blijft. Daarmee bedoelen we dat fabrikant Dreame een aantal negatieve aspecten aangepakt heeft, en de positieve eigenschappen heeft behouden. En dat zonder de prijs te verhogen. Ergens kon dat ook niet anders, gezien het bestaan van bijvoorbeeld de Dreame X40 Ultra en de aankomende X50 Ultra. Die nemen het stokje over van de meest dure Dreame-robots van dit moment, waardoor de vernieuwde L10s Ultra een lager prijskaartje hanteert.

©Wesley Akkerman

©Wesley Akkerman

Navigeren gaat goed, maar…

De robot en de basis hebben eenzelfde, stijlvol en praktisch ontwerp als andere Dreame-robotstofzuigers en zijn daardoor inmiddels heel herkenbaar. Voor- en bovenop tref je de middelen aan voor objectherkenning, zoals een camera en een laser (LiDAR). Hoewel dit model wel over objectherkenning beschikt, zit er geen AI-camera aan boord (zoals op de duurdere stofzuigers). Over het algemeen navigeert de robot goed door het huis en vermijdt hij verschillende soorten spullen die op de grond liggen en staan.

Waar deze stofzuiger een beetje moeite mee heeft, zijn smalle openingen. Het lijkt net alsof het apparaat een bepaalde route niet 'durft' te nemen uit angst om ergens vast te komen zitten. Daardoor kan het gebeuren dat specifieke plekjes niet meegenomen worden. De objectherkenning laat ook nog wel een iets te wensen over. Het kan zijn dat de robot over kabels heenrijdt en daardoor zichzelf vastrijdt (als het dikke kabels zijn) of iets opzuigt (als het dunne kabels zijn). Bij ons lieten de dweilpads daardoor ook een keer los; die bleven hangen achter een dikke stekkerkabel.

©Wesley Akkerman

Apart bakje voor reinigingsmiddel

Net als de voorganger kan ook de Dreame L10s Ultra (2nd Gen) zijn twee roterende dweilpads niet achterlaten op het basisstation. Daardoor kunnen dat soort dingen zoals in de alinea hierboven beschreven nog wel eens fout gaan. Als zoiets gebeurt, dan stopt de robot met werken totdat je hem geholpen hebt. Als je dan op dat moment niet thuis bent, dan heb je pech. Gezien de prijs hebben we daar minder moeite mee dan voorheen, maar het kan het gebruik van een robotstofzuiger wel in de weg zitten. Helemaal als het apparaat ergens onder het bed stilstaat, en je er dus moeilijk bij kunt

Gelukkig heeft het basisstation wel een waardevolle upgrade gekregen in de vorm van een apart zeepbakje. Naast een bak voor schoon en een bak voor vies water, heb je nu een aparte bak waar je vloerreiniger in kunt stoppen. Dreame raadt uiteraard zijn eigen schoonmaakmiddelen aan, maar niets staat je in de weg zelf een middel uit te kiezen.

Helaas biedt dit model ook geen droogfunctie aan voor de gebruikte dweilpads. Ze worden wel schoongemaakt op het station, maar het duurt even voordat ze helemaal schoon en droog zijn voor de volgende ronde.

©Wesley Akkerman

©Wesley Akkerman

Maakt veel beter schoon

In vergelijking met de vorige versie maakt de Dreame L10s Ultra (2nd Gen) veel beter schoon langs randen. Dan bedoelen we langs de muren en plinten, maar ook de rand van een vloerkleed. Het gevaarte op wielen maakt dan kleine, schuine bewegingen heen en weer en rijdt kort van voren naar achteren om precies tot aan de rand schoon te kunnen maken. Het slaat in dat proces weinig tot geen stukken vloer over. Wel kan deze robotstofzuiger in een enkel geval nog wel eens met de natte dweil op het vloerkleed komen. Maar dat is niets om je zorgen om te maken.

Qua zuigkracht is het systeem er eveneens flink op vooruitgegaan, van 5300 Pa naar 10.000 Pa. Daardoor blijft er vrijwel geen stof achter op de plekken waar de Dreame L10s Ultra (2nd Gen) komt. Het kan zijn dat hij nog wel eens wat achterlaat op een hoogpolig kleed. Ook de hoekjes in huis worden niet superschoon, ondanks de uitschuifbare borstel. Maar eerlijk is eerlijk: de robot doet het veel beter dan de Dreame L10s Ultra. De borstel, gemaakt van kunststof, snijdt eventuele haren (van bijvoorbeeld huisdieren of jezelf, als je lang haar hebt) niet voor je kapot; dus je hebt zelf nog wat onderhoud aan het af en toe haarvrij maken van de borstel.

Overzichtelijke app

Dweilen gaat het systeem nog even goed af. Vooral voor het dagelijkse of wekelijkse onderhoud is de Dreame L10s Ultra (2nd Gen) uitermate geschikt, aangezien hij genadeloos afrekent met oppervlakkige vlekken. Als je wat meer hardnekkige viezigheid aan de vloer laat plakken, weet de robot daar ook nog wel raad mee. Vettigheid en opgedroogde troep kunnen echter een uitdaging vormen – waarschijnlijk omdat de stofzuiger geen gebruik maakt van warm water. De dweilpads zijn overigens eveneens uitschuifbaar, wat het schoonmaken ten goede komt.

Via de overzichtelijke app kun je heel snel bepalen hoeveel water en zeep de Dreame L10s Ultra (2nd Gen) moet gebruiken. Wellicht helpt het om die hoeveelheid aan te passen, waardoor hardnekkige viezigheid ook zou kunnen verdwijnen – maar meer water en zeep is geen garantie voor succes. Verder bepaal je in de app de zuigkracht, in welke mate de stofzuiger zijn rondes doet (met ruime of minder ruime bochten) en zie je hoe het gesteld is met de verschillende onderdelen. Met die laatste functionaliteit kun je goed zien wanneer iets aan vervanging toe is of wanneer je ergens een lapje over moet halen.

©Wesley Akkerman

©Wesley Akkerman

Dreame L10s Ultra (2nd Gen) kopen?

Tot slot is het goed om te zien dat de accu ruim drie uur meegaat. Dat is deels afhankelijk van de instellingen die je zelf prefereert, maar dan nog is het een zeer nette score. Dit voorkomt dat de robot lange omwegen moet maken om tussentijds op te laden, waardoor het werk sneller gedaan kan worden. Verder moet je qua onderhoud dus rekening houden met vastgelopen haren, de oprit (die snel vies wordt) en zowel de water- als zeepbakken. Niet heel veel meer dus dan bij duurdere modellen; maar vooral dat vastgelopen haar kan irritant worden.

Onderaan de streep vinden we dat Dreame met de Dreame L10s Ultra (2nd Gen) een fijne balans heeft gevonden tussen een uitgebreide en functionele robotstofzuiger en een redelijke prijs. De maximaal 700 euro die je betaalt, is geen immens hoog bedrag voor de prestaties die je in huis haalt. Je krijgt bovendien toegang tot allerlei premium functies, zoals uitschuifbare dweilpads en de borstel. Je moet er wel rekening mee houden dat je soms de dweil zelf even moet schoonmaken om de prestaties op hoog niveau te houden, maar verder vinden we deze robotstofzuiger top.

▼ Volgende artikel
Maakt je blender lawaai? Zo los je het op
© InsideCreativeHouse
Huis

Maakt je blender lawaai? Zo los je het op

Een blender of een keukenmachine maakt geluid, dat is nu eenmaal zo. Er zitten bewegende onderdelen in, en er komt flink wat kracht bij kijken. Maar wat als je blender meer lawaai maakt dan zou moeten? Gelukkig kun je dat vaak zelf oplossen. Hier lees je hoe.

In dit artikel lees je:

  • Waarom je blender zo'n herrie maakt
  • Dat dat eigenlijk best logisch is
  • Dat je er (misschien) toch iets aan kunt doen

Lees ook: 9 dingen die je óók met je blender kunt maken

Waarom maakt mijn blender lawaai? 

De messen van een blender draaien doorgaans in de rondte met zo'n 20.000 toeren per minuut – bijna tien keer zo veel als de wielen van je auto als je lekker aan het cruisen bent. Geen wonder dus dat daar wat geluid bij komt kijken. 

Oudere blenders maken vaak meer lawaai dan nieuwe, en hoe langer je je blender hebt, des te meer geluid hij gaat maken, omdat de onderdelen verouderd raken. Daar is verder weinig aan te doen, behalve een nieuwe blender kopen. 

Stille blenders

Er zijn steeds meer stille blenders op de markt, al blijven ze natuurlijk altijd geluid maken. Doorgaans geldt dat hoe krachtiger het model, des te hoger de geluidsproductie. Denk dus goed na of je wel de krachtigste blender nodig hebt, of dat je het met een simpeler – en stiller! – model af kan. 

Fabrikanten doen er ook steeds meer aan om het geluid tegen te houden, bijvoorbeeld door een geluidsreductiesysteem en een slimme vorm van de messen en de glazen kan. Nieuwer is niet altijd beter, maar in dit geval vaak wel. 

©HP

Resonantie

Een van de hoofdredenen van een luide blender is de resonantie in de rest van je keuken. Probeer je blender maar eens op te tillen tijdens het blenden: dan hoor je meteen een stuk minder. Dat komt doordat het geluid doordreunt in het keukenblad, of zelfs in de muren waar de blender bij in de buurt staat. 

Zorg er dus voor dat de blender zo vrij mogelijk staat, niet tegen de muur en er ook niet vlakbij. Je kunt ook tijdelijk een handdoek of theedoek onder de blender leggen om het doordreunen te voorkomen, al moet je er wel voor zorgen dat het apparaat waterpas blijft staan. 

Veel blenders en keukenmachines hebben zuignappen, zodat ze wel op hun plek blijven staan, maar niet direct met het aanrechtblad in aanraking komen. Dat scheelt ook weer een slok op een smoothie! 

Conclusie

Je blender maakt nu eenmaal geluid, daar is weinig aan te doen. Je kunt het wel binnen de perken houden door te zorgen dat de blender goed waterpas staat en dat alle onderdelen goed schoon zijn. Zet hem niet tegen of in de buurt van de muur, en zet hem eventueel op een handdoek of theedoek om de ergste trillingen te voorkomen. En anders kun je natuurlijk altijd op zoek gaan naar een nieuwe, stille blender.