PowerPoint: zo gebruik je het om de afbeeldingen op je dia's te stylen
Bij een PowerPointpresentatie draait het vooral om je kwaliteiten als verteller, ondersteund door fris beeldmateriaal. Om te voorkomen dat je de presentatie overlaadt met lappen tekst is het verstandig om extra zorg te besteden aan het beeldmateriaal, en daarvoor heb je genoeg aan PowerPoint zelf.
In dit artikel laten we zien hoe je de afbeeldingen in je diapresentatie kunt stylen:
- Scherpte, helderheid en contrast
- Kleurgebruik
- Uitsnijden en draaien
- Achtergrond verwijderen
- Reflectie toevoegen
Ook interessant: Zo haal je zonder kwaliteitsverlies afbeeldingen uit een presentatie
Een afbeelding zegt meer dan duizend woorden. Draag er dus zorg voor dat de plaatjes in de PowerPointpresentatie van goede kwaliteit zijn en op de juiste manier geïntegreerd zijn in de dia’s. Let daarbij vooral op stijlvastheid; laat het geen ratjetoe worden van allerlei soorten afbeeldingen.
Ideeën van Designer
Je bent aanvankelijk natuurlijk geconcentreerd op de opbouw van de presentatie, maar laat je hierbij ook inspireren door Designer. Ga naar het tabblad Ontwerpen en klik op Ontwerpideeën. Hierdoor toont dit hulpmiddel, terwijl je werkt, voortdurend voorstellen, afgestemd op de inhoud waarmee je bezig bent. Wanneer je bijvoorbeeld een foto plaatst, zal Designer een aantal suggesties tonen waardoor de afbeelding misschien beter tot zijn recht komt. En iedere keer dat je een keuze maakt, toont deze assistent verdere variaties op het thema. Op die manier kun je afbeeldingen toevoegen tot je uitkomt bij het ontwerp dat je het best bevalt.
Scherpte, helderheid/contrast
Nadat de afbeelding is geplaatst, kun je de scherpte en de helderheid/contrast verbeteren. Klik op de afbeelding, zodat het tabblad Afbeeldingsindeling verschijnt (dit tabblad komt uitsluitend in beeld als je een afbeelding hebt geselecteerd). Hier gebruik je de knop Correcties. In het keuzemenu bepaal je bovenaan of het plaatje moet worden verscherpt of verzacht. Daaronder pas je de helderheid en het contrast aan.
Je hoeft niet op de miniaturen te klikken om het resultaat op het grote plaatje te zien. Ga gewoon met de muisaanwijzer over de verschillende miniatuurtjes en het effect verschijnt in de dia. Deze correcties zijn stapsgewijs opgebouwd. Je gaat bijvoorbeeld van Verscherpen 25% naar Verscherpen 50%. Je hoeft je niet aan die stapjes te houden; klik op Opties voor afbeeldingscorrectie en je kunt de scherpte en helderheid traploos regelen met schuifregelaars.
Kleurgebruik
In het tabblad Afbeeldingsindeling vind je ook de knop Kleur. Het klinkt misschien tegenstrijdig, maar je kunt hiermee ook de kleur van een afbeelding volledig onderdrukken, zodat je een afbeelding in grijswaarden krijgt. In dit voorbeeld hebben we zelfs gekozen om de kleurinformatie om te zetten naar wit en zwart, wat ook wel ‘drempelwaarde instellen’ heet.
Je wijzigt de kleur van de geselecteerde afbeelding aan de hand van drie opties. Met de optie Kleurverzadiging kun je de afbeelding levendigere kleuren geven. Hoe lager de verzadiging, hoe grijzer de afbeelding wordt.
Om de ‘temperatuur’ te wijzigen, gebruik je Kleurtoon. Ga met de muisaanwijzer over een van de vooraf gedefinieerde miniaturen om de afbeelding koeler of warmer te maken. Wil je een gestileerd effect toepassen, zoals het retro sepia of het drempel-effect waarover we het daarnet hadden, dan gebruik je Andere kleuren.
Artistieke effecten
Het is ook mogelijk om een foto om te zetten in een potloodschets, in een tableau met verfstreken of in een plaatje waarover een plastic folie is getrokken. Alle bewerkingen zitten onder de knop Artistieke effecten.
Je kunt snel een van de effecten uit het keuzemenu selecteren, maar nog interessanter is de opdracht onderaan in dit menu: Opties voor Artistieke effecten. Hierdoor verschijnen meer mogelijkheden in de rechterbalk, en zo kun je bijvoorbeeld bij het effect Potloodschets de doorzichtigheid en de druk van het potlood instellen. Hier vind je trouwens ook de knop om onmiddellijk een ander artistiek effect te selecteren. Je moet echter wel een keuze maken, want het is niet mogelijk om verschillende effecten over elkaar aan te brengen.
Voel je je creatief?
Er is zo veel leuks om te doen!
Uitsnijden
Vaak worden foto’s interessanter door de compositie aan te passen, en dat doe je met het gereedschap Uitsnijden. Ook deze knop vind je in het tabblad Afbeeldingsindeling. Wanneer je op deze knop klikt, verschijnen er rond de geselecteerde afbeelding handvaten waarmee je precies kunt aangeven hoe PowerPoint dit plaatje moet afsnijden. Klik een tweede keer op deze knop of druk op Enter om de uitsnijding te bevestigen.
Onder de knop Bijsnijden vind je twee interessante opties. Met de Hoogte-breedteverhouding kun je een van de courante verhoudingen selecteren, zoals Vierkant of 1:1, 2:3, 3:4 enzovoort. In dit voorbeeld hebben we de tweede optie gekozen: Bijsnijden naar vorm. Op die manier kom je bij alle basisvormen die dit programma rijk is: vierkanten, pijlen, hartjes, sterren en nog veel meer. Klik op zo’n vorm om die toe te passen. Klik nog een keer op het gereedschap Uitsnijden en je kunt de afbeelding in deze vorm verschuiven. Uiteraard kun je de uitgesneden vorm ook schalen.
Geef er een draai aan
Iedere afbeelding kun je snel roteren. Selecteer de afbeelding en kies de knop Draaien. Met een muisklik kun je het plaatje links- of rechtsom kantelen. Het is ook mogelijk om de afbeelding verticaal of horizontaal te spiegelen. En je kunt de afbeelding uiteraard handmatig roteren via de greep die boven aan de afbeelding verschijnt.
Gebruik je verschillende afbeeldingen op dezelfde dia, dan krijg je het mooiste resultaat als je ze allemaal in dezelfde hoek kantelt. Selecteer daarom in het keuzemenu Meer opties voor draaien. Hierdoor verschijnt in de rechterbalk het panel Afbeelding opmaken, waar je niet alleen de hoogte en breedte van iedere afbeelding numeriek ingeeft, maar ook de draaihoek tot op de graad nauwkeurig bepaalt.
Sneller consistent Wil je verschillende afbeeldingen met exact dezelfde afmetingen, dezelfde schaduw, in dezelfde draaihoek plaatsen, dan doe je dat het best met de opdracht Afbeelding wijzigen.
Plaats eerst één plaatje op de dia. Roteer en schaal dit, en plaats eventueel een schaduw via de knop Afbeeldingseffecten. Als je helemaal tevreden bent, dupliceer je dit plaatje met Ctrl+D.
Dupliceer dit plaatje zo vaak als je afbeeldingen nodig hebt. Daarna klik je op één van de gedupliceerde foto’s met de rechtermuisknop en kies je de opdracht Afbeelding wijzigen. In het selectiemenu kies je een van de andere foto’s en PowerPoint zal die afbeelding meteen schalen, roteren en van het juiste achtergrondeffect voorzien. Je wijzigt dus de inhoud van de afbeelding, maar je behoudt de opmaak.
Achtergrond verwijderen - snel
Soms wil je het onderwerp op een afbeelding vrijmaken van de achtergrond. PowerPoint heeft daar twee tools voor. Als je klikt op de knop Kleur, zul je daar de optie Doorzichtige kleur instellen terugvinden. Deze functie is bedoeld voor egale achtergronden. De cursor wijzigt in een soort pipet waarmee je de achtergrondkleur die je wenst te verwijderen ‘opzuigt’. PowerPoint maakt hiermee de aaneensluitende secties van dezelfde tint transparant. Helaas kun je dit met deze tool niet corrigeren. Het is dus een alles-of-niets-oplossing.
In dit voorbeeld hebben we geluk, want alleen bovenaan blijven er nog secties lucht zichtbaar. We snijden die weg met het gereedschap Bijsnijden. Daarna geven we de skyline met Kleur / Andere kleuren een blauwe tint en schalen we de afbeelding zodat die over de volledige breedte van de dia kan worden uitgespreid.
Achtergrond verwijderen – nauwkeurig
Een meer verfijnde manier om de achtergrond transparant te maken, is de tool met de veelzeggende naam Achtergrond verwijderen. Dat is de eerste knop van het tabblad Afbeeldingsindeling. Hier beschik je over twee stiften, een groene en een rode, om aan te geven welke gebieden je wilt behouden en welke gebieden je wilt verwijderen. Iedere keer dat je een groene of rode streep trekt, moet PowerPoint even rekenen welke zones het zal corrigeren.
Deze manier duurt dus langer dan de vorige techniek, maar de functie werkt wel veel nauwkeuriger dan Doorzichtige kleur instellen. Ben je klaar, dan klik je bovenaan op de knop Wijzigingen behouden. Als je de bewerkte afbeelding als een nieuw bestand wilt opslaan, klik je met de rechtermuisknop op de foto en selecteer je Opslaan als afbeelding.
Reflectie
Om titels en afbeeldingen iets meer stijl te geven, kun je een reflectie-effect toepassen. Selecteer eerst de afbeelding waarop je dit effect wilt zien. Je kunt desgewenst ook meerdere afbeeldingen selecteren. Daarna klik je met de rechtermuisknop op de afbeelding en selecteer je Afbeelding opmaken. In het rechterpaneel kun je dan de gewenste reflectievoorinstelling kiezen.
Eventueel kun je ook in het tabblad Afbeeldingsindeling op Afbeeldingseffecten klikken en dan Weerspiegeling selecteren. Ga opnieuw met de muisaanwijzer over de verschillende voorinstellingen zodat PowerPoint het effect op de afbeelding kan tonen.
In het rechterpaneel kun je doorzichtigheid, de grootte, de vervaging en de afstand van de reflectie tot in detail regelen.
Afbeeldingen comprimeren Door heel veel afbeeldingen toe te voegen aan de presentatie kan het PowerPoint-bestand best lijvig worden. Je kunt de diashow comprimeren of verkleinen, zodat deze soepeler zal afspelen en ook makkelijker te versturen is. Gebruik daarom afbeeldingen in het jpg-formaat. Kies alleen afbeeldingen in het png-formaat als die plaatjes een transparante achtergrond hebben. Daarna klik je op een afbeelding en in het tabblad Afbeeldingsindeling kies je Afbeeldingen comprimeren. Er verschijnt een pop-up waarin je aangeeft of alleen deze afbeelding of alle afbeeldingen verkleind moeten worden. Je kunt ook aanvinken dat de beeldinformatie van bijgesneden gebieden verwijderd mag worden. Ten slotte selecteer je de resolutie.