ID.nl logo
Smartphone-verslaafd? Zo kom je er vanaf
© PXimport
Huis

Smartphone-verslaafd? Zo kom je er vanaf

We zijn massaal verslaafd aan onze smartphones. Volwassenen turen dagelijks gemiddeld drie uur naar hun telefoonscherm, tieners gaan zelfs met gemak over de vier uur heen. De smartphone houdt ons op de hoogte en zorgt voor vermaak, maar vormt ook een bron van afleiding. Dat is funest voor onze productiviteit en concentratie, en kan zelfs gevolgen hebben voor onze gezondheid. Het is daarom hoog tijd om ons smartphonegebruik onder de loep te nemen.

Voel jij je incompleet als je je smartphone niet bij je hebt? Stap je weer in de auto of op de fiets als je ‘m thuis bent vergeten? Raak je gespannen als er een notificatie binnenkomt, maar je niet kunt kijken? Dan ben je zeker niet de enige.

Verslaafd

Bijna de helft van alle Nederlanders zegt geen dag zonder telefoon te kunnen. Gemiddeld kijken we vijf keer per uur op onze smartphone en een op de vijf gebruikers beschouwt zichzelf telefoonverslaafd. We ergeren ons aan mensen die te veel met hun smartphone bezig zijn, maar hebben tegelijkertijd zelf de grootste moeite om hem weg te leggen.

Dat komt enerzijds omdat smartphones veel meer mogelijkheden hebben gekregen. Tien jaar geleden kon je met een mobiele telefoon niet veel meer dan bellen, sms’en en foto’s op postzegelformaat maken. Inmiddels speelt praktisch ons hele (sociale) leven zich af op een schermpje van 5 inch. Voor veel mensen is het checken van WhatsApp-berichten en de overige social media een vast ochtendritueel. Later op de dag is de smartphone altijd binnen handbereik om muziek en video’s te streamen, de agenda bij te houden en – op de momenten dat verveling toeslaat – games te spelen.

‘s Avonds nemen veel smartphonegebruikers hun telefoon mee naar bed om nog even een aflevering van die spannende Netflix-serie te kijken of te scrollen door de tijdlijn van Facebook en Instagram. Op zich is dat geen ramp, alleen gaan we er vaak langer mee door dan we vooraf hadden voorgenomen. Bovendien helpt het ook niet dat het blauwe licht wat een telefoonscherm uitstraalt ervoor zorgt dat er minder van het slaaphormoon melatonine wordt aangemaakt. En dat leidt weer tot slaapgebrek en stress.

Aandachttrekkers

Onze smartphones trekken continu onze aandacht en dat hebben sociale netwerken (en de adverteerders) maar al te goed door. Van alles op onze telefoons zijn socialmedia-apps waarschijnlijk het meest verslavend. Sommige critici beschouwen ze zelfs even schadelijk als drugs en alcohol. Hoewel daar weinig wetenschappelijk bewijs voor is, licht bijvoorbeeld bij facebooken hetzelfde beloningscentrum in het brein op als bij het gebruik van lichamelijk verslavende middelen.

Bovendien werken socialmedia-apps op een manier die vergelijkbaar is met een fruitmachine. Ze hebben een fris design en opvallende, rode notificatiebubbels die de aandacht trekken. Elke like, reactie of tag voelt als een beloning, waardoor je steeds opnieuw op zoek gaat naar die bevestiging. Omdat veel apps werken met notificaties blijf je steeds terugkomen. En eenmaal in de app kun je eindeloos scrollen en de tijdlijn verversen. Er is geen duidelijk punt om te stoppen.

Sociaal

Sociale media zijn echter niet alleen maar duivels. Ze zijn bijvoorbeeld ideaal om met verre familie, vrienden en gelijkgestemden in contact te komen. Bovendien blijkt uit onderzoek ook dat er een verband is tussen de grootte van iemands Facebook-netwerk en de dichtheid van breincellen die te maken hebben met sociale intelligentie. Oftewel: een groot online netwerk kan betekenen dat je ook in het echte leven sociaal bent.

Afkicken

Heb je toch het idee dat je smartphonegebruik de verkeerde kant op gaat, dan is de meest rigoureuze optie alle verslavende apps te verwijderen. Maar er zijn minder extreme manieren om van je telefoonverslaving af te komen. We laten je zien hoe je de verleidingen kunt weerstaan en hoe je de controle weer in eigen hand krijgt.

Telefoonvrij festival

Festivalorganisator Rob Simon zag zijn bezoekers de laatste jaren meer bezig met hun telefoon dan met dansen en genieten van de muziek. Eind vorig jaar besloot hij een telefoonvrij festival te organiseren. “Niet om mensen dwars te zitten, maar om ze dichter bij elkaar te brengen.” Simon vindt dat de smartphone niet past bij de ervaring van een festival, waar je komt om verrast te worden en nieuwe mensen te ontmoeten. Op Georgie’s Wintergarten in Amsterdam vroeg hij bezoekers om hun smartphones thuis te laten of in een kluisje te stoppen. Hij kreeg er veel positieve reacties op. Aangezien bellen en appen onmogelijk was, had het festivalterrein uit praktische overwegingen wel een herkenningspunt voor mensen die elkaar waren kwijtgeraakt.

©PXimport

Leg je telefoon weg

Een voor de hand liggende tip om je telefoongebruik te doseren, is door vaste momenten te kiezen waarop je je toestel níét gebruikt. Bijvoorbeeld als je in de badkamer bent, gaat (avond)eten of een wandeling met de hond maakt. Veel mensen grijpen op dit soort momenten zonder dat ze het doorhebben naar hun smartphone. Ze hebben de drang om continu en haast dwangmatig te checken of er nog nieuwe appjes, mails of Facebook-berichten zijn binnengekomen. Wees je daarvan eens bewust door regelmatig je smartphone weg te leggen. Op die manier doorbreek je gewoontes en gebruik je je telefoon alleen als het echt nodig is.

©PXimport

Werp drempels op

Heb je het idee dat je bepaalde apps te vaak gebruikt, zet ze dan in mapjes of verplaats ze naar de tweede of derde pagina. Het kost dan net wat meer tijd en moeite om de app te openen. Bovendien maakt het je bewuster van het gebruik ervan, omdat je vaker moet swipen en tikken. Probeer je ondertussen af te vragen of het een noodzakelijke actie is of dat je het alleen maar doet voor afleiding of tegen verveling. Je kunt je gebruik ook beperken door je toestel niet in je zak, maar in je tas te stoppen. Zo voorkom je dat alsmaar hersenloze pakken van je telefoon.

Niet storen-modus

Beperk de afleiding door op de momenten dat je je telefoon binnen handbereik of in zicht hebt liggen. Praktisch elk toestel namelijk heeft een zogenaamde niet storen-modus die inkomende berichten, oproepen en andere notificaties dempt. Je vindt een dergelijke optie in de telefooninstellingen onder het kopje Geluid of Berichtgeving. Meestal kun je oproepen van bepaalde (favoriete) contacten wel door laten komen en ook kun je een automatisch antwoord inschakelen voor als je écht niet kunt opnemen. Schakel de niet storen-modus automatisch in op de momenten dat je slaapt, op werk bent of met vrienden bent. Je zult merken dat je uiteindelijk rustiger wordt en je beter kunt concentreren.

©PXimport

Notificaties beperken

Vind je de niet storen-modus te ingrijpend, maar wil je wel het aantal inkomende notificaties beperken? Kijk dan eens welke apps voor veel afleiding zorgen. Ga op Android naar Instellingen / Apps en klik op de apps waarvan je geen meldingen meer wilt ontvangen. Druk vervolgens op Meldingen uitschakelen of Meldingen en geef aan dat de app je niet meer mag storen. Heb je een iPhone, dan bepaal je op dezelfde manier via Instellingen / Berichtgeving of apps notificaties mogen sturen. Zet het schuifje achter Sta berichtgeving toe uit en de desbetreffende app laat je voortaan met rust.

Gebruiksduur

©PXimport

In Google Play en de App Store staan diverse apps die je helpen erachter te komen of je al dan niet verslaafd bent aan je smartphone. Een goede optie is SPACE - Break phone addiction, deze app houdt precies in de gaten hoe vaak en hoelang je met je telefoon bezig bent. Ga je te ver, dan krijg je een waarschuwing. Ook kun je instellen dat op gezette tijden oproepen en notificaties worden geblokkeerd. De app laat je doelen stellen en je progressie monitoren over een periode van 60 dagen. Hoe beter je het doet, hoe meer sterren je verzamelt in de digitale melkweg.

Blokkeer apps

Inzicht in je gebruik kan een eyeopener zijn om minder vaak je smartphone te pakken. Maar het vergt alsnog flink wat discipline om niet op elk vrij moment de sociale media te checken of YouTube-filmpjes te bekijken. Apps als ( OFFTIME ) en Flipd laten je niet alleen zien welke apps ten koste gaan van je productiviteit, maar geven ook de optie om ze voor een bepaalde tijd te blokkeren. Vanuit de app zet je een timer aan en vervolgens kun je zonder afleiding werken of studeren. Flipd voegt daar zelfs een competitie-element aan toe door ook te laten zien hoe je vrienden het op dat gebied doen.

©PXimport

Digitale bomen planten

Forest maakt je op een originele manier bewuster van je (overmatige) smartphonegebruik. Bij deze app plant je zaadjes die uit kunnen groeien tot bomen. Hoe gek het ook klinkt, het aanleggen van een virtueel bos blijkt een goede motivator, want open je tussendoor andere apps, dan loop je het risico dat de boom sterft. Hetzelfde kan er gebeuren als je gaat bellen, al kun je wel zonder gevolgen telefoontjes opnemen. Forest blokkeert geen notificaties, dus of je er daadwerkelijk je verslaving mee beteugelt hangt af van je eigen motivatie en discipline. Een leuk extraatje is dat je credits verzamelt door je telefoon niet te gebruiken. Uiteindelijk kun je daarmee bomen in de echte wereld laten planten.

Zwart-wit modus

Uit onderzoek blijkt dat de kleur rood ons brein stimuleert. Het is dus niet toevallig dat nieuwe notificaties vaak worden aangeduid met een rood bolletje. De prikkel om continu je telefoon te pakken en meldingen te bekijken kun je wegnemen door je telefoonscherm op zwart-wit te zetten. Op de iPhone ga je hiervoor naar Instellingen / Algemeen / Toegankelijkheid / Aangepaste weergave. Schakel vervolgens Kleurfilters in. Op Android-toestellen moet je doorgaans eerst de Ontwikkelaarsopties inschakelen door zeven keer op het Build number te tikken in het scherm Instellingen / Over de telefoon. Ga vervolgens vanuit de Instellingen naar Ontwikkelaarsopties en schakel Simulate color space / Monochromacy in.

Extra afkicktips

Er zijn nog talloze andere manieren om bewuster met je telefoon om te gaan. Gebruik je smartphone bijvoorbeeld niet als wekker, maar koop een ouderwetse alarmklok. Door je telefoon uit de slaapkamer te bannen, kun je beter ontspannen en verbetert je nachtrust. Verwijder socialmedia-apps van je telefoon, zoals Facebook en Twitter. Wil je toch even je feed checken, gebruik dan je browser. Probeer te vermijden dat je niet elk moment dat je je verveelt naar je smartphone grijpt. Kijk om je heen, knoop een gesprek aan met een onbekende of lees een boek. Grote kans dat je daar veel meer voldoening uit haalt!

©PXimport

▼ Volgende artikel
Zelf je elektrische kookplaat aansluiten? Zo doe je dat slim en veilig!
© andrey
Huis

Zelf je elektrische kookplaat aansluiten? Zo doe je dat slim en veilig!

Hoewel koken op gas voorlopig nog mag, is duidelijk dat de toekomst elektrisch is. Veel mensen stappen nu al over op elektrisch koken – vaak in combinatie met inductie. Ben jij toe aan een nieuwe kookplaat of wil je van het gas af? Dan is het goed om te weten hoe je zo’n elektrische kookplaat aansluit, waar je op moet letten en wanneer je beter een professional kunt inschakelen.

Na het lezen van dit artikel weet je:
  • Dat er 1-, 2- en 3-fase-aansluitingen en -kookplaten zijn
  • Hoe je met de multimeter bepaalt wat voor aansluiting jij hebt
  • Hoe je de elektrische kookplaat aansluit

Dit vind je vast ook interessant: Wat voor soort kookplaten zijn er?

Eén, twee of drie fasen: wat betekent dat?

In tegenstelling tot een gaskookplaat, die je simpelweg aan een gasaansluiting koppelt, is een elektrische kookplaat net iets technischer. Zo'n kookplaat kan worden aangesloten op één, twee of drie elektrische fasen. Welke van de drie je nodig hebt, hangt af van het vermogen van je kookplaat én van de aansluiting in je keuken.

Een 1-fase kookplaat is het eenvoudigst. Die werkt op een gewone stekker met twee pinnen, precies zoals je gewend bent van andere apparaten in huis. Deze modellen hebben een beperkt vermogen – maximaal 3680 watt – maar zijn vaak krachtig genoeg voor wie niet al te fanatiek kookt. Aansluiten is simpel: stekker erin en je kunt aan de slag.

Voor een 2-fase kookplaat heb je een zogenoemde perilex-stekker nodig, met vijf pinnen. Die zie je vooral bij iets krachtigere inductiekookplaten. Meestal worden dit soort kookplaten zonder stekker geleverd, en is het slim om een elektricien in te schakelen voor de installatie. Het benodigde vermogen ligt tussen de 3681 en 7360 watt.

Een 3-fase kookplaat vraagt nog meer stroom en werkt op krachtstroom. Ook hier gebruik je een perilex-stekker met vijf pinnen, maar je moet wel eerst controleren of je meterkast daar op is voorbereid. De aansluitwaarde ligt boven de 7360 watt en het is belangrijk dat de aansluiting klopt – anders werkt de kookplaat niet of loop je zelfs risico op overbelasting. Laat dit daarom bij voorkeur aan een vakman over.

©vectorizer88 - stock.adobe.com

Een kookplaat voor 1- en 2-fase

Je kunt ook kiezen voor een kookplaat met powermanagement. Dat is een kookplaat die je op een normaal stopcontact of op een perilex-stopcontact aansluit. Deze kookplaat kun je in de toekomst uitbreiden, als je dat wilt, maar hiervoor hoef je nu nog niet meteen de aanpassingen in de meterkast en aansluiting door te voeren. Als je wel de aanpassingen in de meterkast laat doen, heb je profijt van de kracht van een 2-fase kookplaat.

Hoe weet je welke kookplaat bij je keuken past?

Wat je kunt aansluiten, hangt af van het type stopcontact in je keuken. Heb je een standaard wandcontactdoos met twee gaten? Dan past daar alleen een 1-fase kookplaat op. Die worden meestal geleverd met stekker en snoer, zodat je hem meteen kunt gebruiken.

Zie je een perilex-stopcontact (met vijf gaten)? Dan is je keuken in principe geschikt voor een 2- of 3-fase kookplaat. Alleen weet je dan nog niet of je meterkast daadwerkelijk drie fasen aankan. Dat kun je op twee manieren controleren: met een multimeter of door in je meterkast te kijken.

Zo check je de aansluiting met een multimeter

Heb je een multimeter in huis? Dan kun je precies meten hoeveel fasen je aansluiting ondersteunt. Teken op een papier het patroon van het perilex-stopcontact en noteer per gat wat je meet. Prik met één pin in het middelste gat (de aarde) en meet met de andere pin de overige vier. Krijg je twee keer 230 volt en twee keer 0? Dan heb je een 2-fase aansluiting. Meet je drie keer 230 volt en één keer 0? Dan is het een 3-fase aansluiting. Label de gaten met ‘L’ voor stroom en ‘N’ voor nul, zodat je straks precies weet wat waar hoort.

©Dmitriy

Voordat je een kookplaat aanschaft, check je eerst de nismaat van je aanrechtblad. Meet met een rolmaat eerst de nis op in het aanrechtblad. Doe dit voor de breedte, de diepte en de hoogte. Komen de afmetingen niet overeen met de kookplaat die je graag wilt? Kijk dan of je het aanrechtblad kunt aanpassen.

Geen multimeter? Kijk in de meterkast

Heb je geen meetapparatuur? Dan kun je in de meterkast zien hoeveel fasen er beschikbaar zijn. Bij een 2-fase aansluiting zie je twee gekoppelde groepen met een hendel ertussen. Zie je vier gekoppelde groepen? Dan is er krachtstroom aanwezig en kun je dus ook een 3-fase kookplaat aansluiten – mits het stopcontact daar geschikt voor is.

©auremar

Zelf een kookplaat aansluiten

Ga je zelf aan de slag? Dan is het belangrijk dat je weet wat je doet. Elektriciteit is geen speelgoed, dus bij twijfel: bel een vakman. Heb je een 1-fase kookplaat met powermanagement die je op een normaal stopcontact wilt aansluiten? Dan moet je deze eerst correct instellen.

Leg om te beginnen een stuk piepschuim onder de kookplaat, zodat je hem veilig kunt omdraaien zonder krassen of barsten. Plak daarna de afdichtband rondom het apparaat, bij voorkeur zo dicht mogelijk bij de glasrand. Begin aan de achterkant, zodat de naad niet in het zicht valt.

Open het aansluitcompartiment onder de kookplaat en controleer het aansluitschema dat daar staat. Gebruik de bijgeleverde bruggetjes om de juiste verbindingen te maken. Sluit het snoer aan: bruin op L, blauw op N en geelgroen op aarde. Zet het snoer vast met trekontlasting en sluit het klepje.

Draai nu de kookplaat weer om en steek de stekker in het stopcontact. Leg de kookplaat op z’n plek in het aanrechtblad. Houd de pauzeknop vijf seconden ingedrukt om het menu te openen. Zoek via de plusknop naar het onderdeel ‘PO’ (power) en stel het vermogen in op 3.7 in plaats van 7.4. Bevestig dit door de pauzeknop nog eens vijf seconden ingedrukt te houden. Je kookplaat is nu geschikt voor een standaard aansluiting.

Houd de stekker op de juiste positie tijdens het meten met de multimeter. Kijk hoe je de stekker in het getekende stopcontact zou steken, zodat je de juiste kleuren van de draden noteert op je tekening.

Een 2-fase kookplaat aansluiten: zo werkt het

Heb je een 2-fase kookplaat? Dan moet je eerst bepalen welke kleur draad bij welk contact hoort. Meet het snoer door met een multimeter, op de piepstand of op de Ohm-stand. Noteer welke draad bij welke stekkerpin hoort en gebruik die info bij het aansluiten.

Open vervolgens het aansluitvak onder de kookplaat en kijk welk aansluitschema je moet gebruiken. L1 en L2 koppel je aan de juiste stroomdraden, 01 en 02 aan de juiste nuldraad. Maak de trekontlasting los, sluit de draden aan zoals je eerder hebt gemeten, en zet alles weer stevig vast.

Steek daarna de stekker in het stopcontact en plaats de kookplaat netjes in het blad. Dankzij de afdichtband blijft alles goed op z'n plek. Zet vervolgens de kookplaat aan en test of alle kookzones werken. Krijg je een foutmelding? Dan is er waarschijnlijk iets misgegaan bij het aansluiten. Geen foutmelding? Dan is je kookplaat klaar voor gebruik.

©S.Engels

Het is gebruikelijk dat de pannen een licht tikkend of zoemend geluid maken tijdens het koken. Dit heeft te maken met het magnetisch veld van de kookplaat. Ruik je een vreemde geur na het installeren van de kookplaat? Dit is ook gebruikelijk en de geur trekt uiteindelijk weg.

▼ Volgende artikel
⛈️ Wat te doen bij onweer: thuis, buiten en op de camping
© Olga Yastremska, New Africa, Africa Studio
Huis

⛈️ Wat te doen bij onweer: thuis, buiten en op de camping

Vooral in de zomer is het vaak raak: code geel of code oranje wegens onweer. Weet jij wat je wél en juist níet moet doen als er een onweersbui nadert? Thuis kun je veel risico's beperken, maar juist buitenshuis – en zeker op de camping – is het opletten geblazen. In dit artikel lees je hoe je jezelf en anderen beschermt, of je nu binnen, buiten of aan het kamperen bent.


In het kort:

⚡ Onweer & thuis ⚡ Onweer & buiten ⚡ Onweer en kamperen: 🏕️ Tent 🚐 Caravan

Lees ook: Regen, regen en nog eens regen … zo voorkom je wateroverlast

Thuis tijdens onweer: veilig, maar niet zonder risico's

In huis ben je relatief goed beschermd tegen blikseminslag, zeker als het gebouw voorzien is van een goede bliksemafleider. Toch zijn er een paar voorzorgsmaatregelen die je serieus moet nemen. Gebruik bij onweer liever geen apparaten die verbonden zijn met het stroomnet of met leidingen. Denk aan de wasmachine, een vaste telefoon of een bedrade computer. Bliksem kiest daarbij meestal de makkelijkste route naar de grond, en dat zijn vaak metalen onderdelen in huis zoals koperdraden of waterleidingen.

Trek bij voorkeur de stekkers uit het stopcontact van kwetsbare apparatuur zoals computers, tv's of de router. Een stekkerdoos met overspanningsbeveiliging biedt wel wat bescherming, maar niet bij een directe inslag. Ga liever ook niet douchen of in bad, want waterleidingen kunnen de elektrische spanning van een blikseminslag geleiden.

Ramen kun je gewoon dicht houden, en als je wilt kijken naar het natuurgeweld, doe dat dan vanaf een veilige plek binnenshuis. Zorg dat huisdieren binnen zijn en zet het alarmsysteem even uit als dat storingsgevoelig is bij blikseminslag.

Buiten bij onweer: voorkom dat je zelf bliksemafleider bent

Ben je onderweg of buiten als het begint te donderen, dan is het zaak om snel te handelen.

Onthoud: als je de bliksem ziet en binnen 10 seconden de donder hoort, zit je binnen de gevarenzone. Zoek dan zo snel mogelijk een veilige schuilplek.

De veiligste plek is een gebouw met muren en een dak – bijvoorbeeld een winkel, huis of station. Een auto met metalen carrosserie is ook een prima optie. Die werkt als een kooi van Faraday en geleidt de stroom om je heen in plaats van door je heen.

Vermijd tijdens onweer open velden zoals weilanden of sportterreinen, want daar ben je letterlijk het hoogste punt. Ook hooggelegen plekken zoals duinen of heuveltoppen vormen een risico. Zoek geen beschutting onder een boom die in z'n eentje op een veld staat – dat is juist een bliksemmagneet. Blijf verder uit de buurt van metalen objecten zoals hekken, masten of fietsen, en houd afstand van water – of dat nu een meer, sloot of zwembad is.

Kun je nergens heen? Maak jezelf dan zo klein mogelijk: hurk neer op je voetzolen, houd je voeten tegen elkaar en wikkel je armen om je knieën. Ga niet liggen; zo vergroot je je contactoppervlak met de grond, wat het risico op aardstroom vergroot.

©ID.nl

Kamperen met onweer: extra opletten in tent of caravan

Kamperen geeft een gevoel van vrijheid, maar bij onweer ben je juist extra kwetsbaar. Een tent biedt geen enkele bescherming tegen bliksem, hoe stevig het doek ook is. Het metalen frame vergroot het risico juist, vooral als je op een open veld kampeert of vlak bij een losse boom staat.

Als er onweer op komst is, zoek dan zo snel mogelijk een veilig onderkomen. Een stenen sanitairgebouw, de receptie of je auto bieden veel meer bescherming dan een tent. Zit je in een camper of caravan met een metalen buitenkant? Dan ben je redelijk veilig, mits je ramen en deuren gesloten houdt en geen contact maakt met metalen delen. Stacaravans met een houten of kunststof omhulsel bieden die bescherming niet: het klopt dat ze geen stroom geleiden, maar ze voeren die ook niet af. Daardoor kan een blikseminslag via leidingen of metalen onderdelen binnen alsnog gevaarlijk uitpakken. Tijdens onweer blijf je dus beter uit de buurt van dat soort constructies.

Laat ook je elektronische spullen niet in de tent of aan opladers zitten. Berg ze los op, zonder kabels of contact met de grond.

Staan er bomen op de camping? Zorg dat je tent daar niet direct onder staat. Bij inslag kunnen takken afbreken of kan de bliksem via de wortels naar de grond doorslaan. Ook op campings in de bergen of aan open water is het risico op blikseminslag extra hoog – check bij aankomst wat de aanbevolen schuilplaatsen zijn.

En hoe zit het met de tentstokken?

Metalen tentstokken zijn niet per definitie gevaarlijk, maar ze kunnen wel extra risico opleveren bij onweer. Omdat tenten vrijwel altijd met metalen haringen in de grond staan, is er al snel sprake van een geleidende verbinding met de bodem. Bij een blikseminslag kan de stroom zich dan via het frame en de haringen verspreiden, met risico voor wie zich in de tent bevindt. Daarom blijft het advies: verlaat bij onweer de tent en zoek een écht veilige plek op.

Tot slot: een goede voorbereiding helpt

Kijk altijd naar de weersvoorspelling voordat je op pad gaat. Veel weerapps geven een melding bij onweerskansen, vaak met een tijdsindicatie en locatie. Op de camping is het handig om bij aankomst al te weten waar je naartoe kunt bij slecht weer.

Zorg ook dat je zaklamp, powerbank en radio of noodaccu paraat hebt als je kampeert, voor het geval de stroom uitvalt. En vooral: blijf rustig. Onweer is gevaarlijk, maar met de juiste kennis en voorzorgsmaatregelen voorkom je ongelukken.

🔦 Voor als de stroom uitvalt

Licht in de duisternis!