ID.nl logo
iPhone X - Prachtig scherm met zonnebril
© Reshift Digital
Huis

iPhone X - Prachtig scherm met zonnebril

Vorige week plofte hij bij me op de deurmat: de iPhone X. Nou ja, plofte: hij werd me in de handen gedrukt. En dat is maar beter ook, want het blijkt dat van alle iPhones tot nu toe de X het snelste kapot gaat bij vallen. Ik heb er een paar dagen flink mee gestoeid en heb inmiddels een goed beeld kunnen vormen van het toestel.

Dat het een duur toestel is, hoef ik je niet te vertellen. De grote vraag is natuurlijk wat je daar precies voor terugkrijgt en of dit toestel je het Apple-gevoel teruggeeft dat de afgelopen jaren een beetje is weggezakt.

Design

Ik heb het er vorige week al even over gehad: het design van de iPhone is fantastisch. Het toestel voelt superluxe, de randen glanzen prachtig en de glazen voor- en achterkant maken het allemaal extra luxe. Interessant is de TrueDepth-camera aan de voorkant, die zorgt voor een uitsparing in het display. Ik gaf in de hands-on al aan dat ik dat een prachtig ontwerp vond en dat mijn vrouw het superlelijk vond. Interessant genoeg blijkt vrijwel elke man die ik deze week mijn iPhone heb laten zien die uitsparing mooi te vinden, terwijl vrouwen het in de regel niets vinden. Geen idee wat dat betekent, maar het is wél een interessant smaakverschil.

©PXimport

In combinatie met de prijs van het toestel zorgt het design wel voor een voortdurende angst. Ik kan me niet herinneren dat ik ooit zó bang ben geweest om mijn iPhone te laten vallen. Mijn kinderen vragen voortdurend of ze even op mijn iPhone mogen en het antwoord is steevast ‘Nee’. De iPhone 7 Plus was natuurlijk ook al niet heel goedkoop, maar die gaf ik (zonder hoesje én zonder angst) probleemloos aan mijn kinderen. De enige die hem ooit heeft laten vallen was ik zelf. Het uiterlijk is zó fraai dat het je voortdurend herinnert aan het feit dat je een peperduur toestel in je handen hebt. Betekent dat dat het design te luxe is? Integendeel, het betekent simpelweg dat je aan alles voelt dat dit toestel te duur is. Tel daarbij op dat uit tests blijkt dat je iPhone na één keer stuiteren waarschijnlijk niet meer te gebruiken is (het scherm werkt dan niet meer) én dat het bijna 600 euro kost om te repareren en je begrijpt dat je een toestel hebt dat je bijna niet eens uit je zakt durft te halen. Ik heb daar nooit last van gehad, maar behandel dit toestel al een week als de prinses op de erwt.

©PXimport

Display

De iPhone X is de eerste iPhone die wordt geleverd met een OLED-display. Van het idee werd ik razend enthousiast, want de displays van de Galaxy-toestellen maakten me altijd nogal jaloers. In alle eerlijkheid: dat doen ze nog steeds. Het display van de iPhone X is mooi (zéker omdat het van rand tot rand is) en superhelder, maar verder niet heel spectaculair . Ik moet eerlijk zijn: Samsung misbruikt contrast in het kwadraat en de displays zijn superhelder, waardoor het beeld van het scherm spat, maar erg realistisch zijn ze vaak niet. Apple geeft enorm veel om kleurechtheid en het zou kunnen dat het display daarom ietwat tegenvalt. Dat gezegd hebbende: waar Apple van houdt, daar lig ik niet zo wakker van. Het is mijn telefoon en mijn verwachting en ik denk dat veel meer mensen hier tegenaan zullen lopen. In dat opzicht lijkt Apple een beetje vergeten dat wij niet allemaal designers zijn die vinden dat kleurechtheid heilig is. Kortom: ik ben nog steeds een beetje jaloers op het display van de Galaxy S8, zelfs al is het display van Apple misschien realistischer.

Thuisknop

Alles went, zo óók een ontbrekende Thuisknop. Toen ik het toestel net in handen had, ergerde ik me enorm aan het ontbreken van die knop en kon ik niet met de interface uit de voeten. Dat stoorde me enorm – en eigenlijk nóg – omdat Apple voor mij gelijkstaat aan een fijne intuïtieve interface. Na bijna een week ben ik aan de interface gewend. Gewend (want ik probeerde op de iPhone 7 Plus van mijn vrouw omhoog te vegen om haar toestel te ontgrendelen), maar intuïtief vind ik het echter nog steeds niet. Ik vind het nog steeds belachelijk dat je twee keer op je standby-knop moet drukken om de download van een appje te bevestigen.

Trouwens ... dat ding is dus stiekem helemaal geen standby-knop meer. Als je hem ingedrukt houdt, komt Siri je begroeten, maar je iPhone X start er niet opnieuw door op. Daarvoor moet je die knop in combinatie met de volume omhoog-knop indrukken (en sorry, dat vind ik beláchelijk). Zo zijn er meer kleine nadelige dingen: het stoort me dat ik niet kan weergeven hoeveel procent batterij ik nog heb (past niet in de interface) en is het sluiten van appjes echt ongelooflijk omslachtig. Hoewel ik na een week aan de interface gewend ben, kan ik maar één conclusie trekken: het weglaten van de Thuisknop is een noodgreep en Apple heeft dat niet goed opgelost. Over weglaten gesproken: de koptelefoonpoort ontbreekt nog altijd. En nog altijd zijn daar geen goede argumenten voor te vinden.

©PXimport

Face ID

Die Thuisknop is verdwenen omdat Apple graag een display wilde van rand tot rand. Dat betekent dat Touch ID, waar Apple de afgelopen jaren flink in geïnvesteerd heeft, plotseling van tafel moest worden geveegd. Face ID komt daarvoor in de plaats en eerlijk is eerlijk: de technologie werkt uitstekend. Met bril, zonder bril, mijn toestel herkent me zonder problemen … bij voldoende licht. Wel stoort het me dat ik goed recht in de camera moet kijken, terwijl het bij Touch ID voldoende was om mijn toestel vast te houden. En als je ’s nachts in bed even je iPhone wilt ontgrendelen, dan hoef je geen hulp van Face ID te verwachten (terwijl dat theoretisch wel zou moeten lukken, dankzij de infraroodsensor). Ergens wel begrijpelijk, maar een stap terug, want Touch ID werkte wél gewoon in het donker. En dan ga je je toch afvragen: hoe kan het dat ik méér betaal, maar functionaliteit moet inleveren.

Toen ik mijn iPhone X net had, dacht ik dat hij niet goed functioneerde. Wanneer ik notificaties ontving, stond er alleen melding; de inhoud werd niet getoond. Dit bleek dus een extraatje te zijn van Face ID: pas als je iPhone ziet dat jij je telefoon in handen hebt, wordt de inhoud van deze notificaties getoond. Tof idee, maar ook hier geldt: heb je weinig licht, dan zie je dus alleen melding staan. In de praktijk stoor ik me er dus meer aan dan dat het me helpt (uiteraard kun je het uitschakelen).

©PXimport

TrueDepth-camera

Die TrueDepth-camera heeft natuurlijk meer in z’n mars dan alleen maar Face ID. Het is in de basis dezelfde 7-megapixelcamera als in de vorige serie iPhones, met een aantal extra functionaliteiten. Die functionaliteiten zorgen bijvoorbeeld voor de mogelijkheid om Animoji’s te animeren en foto’s te nemen in Portrait Lighting-modus. Die Animoji’s, waarover ik vorige week al schreef in de hands-on, zijn hilarisch. Maar wat ik al vreesde bleek al snel waarheid: er is niemand die me zo’n geanimeerde emoticon kan terugsturen, want ik ben de enige idioot in mijn omgeving met een smartphone van 1329 euro, dus de lol is er snel vanaf. Héél snel. Door de TrueDepth-camera zouden ook de filters van Snapchat beter moeten werken, maar daar merk ik nog weinig van: de maskers wiebelen nog net zo over mijn hoofd als ik die in vreemde hoeken draai. Wellicht is dat een kwestie van tijd en moet Snapchat de app nog optimaliseren.

©PXimport

Portrait Lighting vind ik in alle eerlijkheid een aanfluiting. Ik ben groot fan van de Portretmodus die werd geïntroduceerd bij de iPhone 7 Plus. Die modus maakt fenomenale foto’s waardoor ik regelmatig de vraag krijg: 'Schiet je die gewoon met je smartphone?' Dezelfde verwachting had ik voor de Portrait Lighting-modus, al wist ik door het testen van de iPhone 8 Plus al dat het weinig spectaculair was. Ik heb het dan vooral over de theatermodus, die ervoor zorgt dat de persoon op de voorgrond wordt geïsoleerd op een zwarte achtergrond. De iPhone 7 en 8 Plus hebben daar twee camera’s voor nodig, de iPhone X kan het dankzij de TrueDepth-camera met infrarood. Kunnen is echter een groot woord. Het ziet er gewoon niet uit – en dat wordt benadrukt omdat Portretmodus zo briljant is. Het ziet er letterlijk uit alsof iemand iets te hard heeft geknipt in Photoshop. Delen van het gezicht vallen weg terwijl delen achtergrond juist met een klein randje zichtbaar blijven, waardoor het er gewoon slordig geknipt uitziet. Wat natuurlijk wel gaaf is, is dat Portretmodus ook in de TrueDepth-camera zit. Het werkt nét iets minder goed dan de gewone camera, maar nog steeds goed genoeg om indruk te maken met je selfies.

©PXimport

Camera’s aan de achterkant

Interessant is dat Apple niet meer verwijst naar de camera’s aan de achterkant als iSight-camera’s, maar als ‘camera’s aan de achterkant’. Op z’n website (en in de presentatie) gaf Apple hoog op over de camera’s, die een grotere en snellere 12 MP-sensor zouden hebben, een nieuwe kleurenfilter en diepere pixels. Ik heb de camera uiteraard uitvoerig getest. Het belangrijkste verschil zit hem wat mij betreft in de optische beeldstabilisatie van de telelens. Als het buiten flink zonnig is en je foto’s neemt van een kleurrijke situatie, zul je verschil zien tussen de foto’s die je neemt met een iPhone X en een iPhone 7 Plus, maar niet schokkend veel. Het is in situaties met minder licht dat de X laat zien wat hij in z’n mars heeft. Zelfs bij erg weinig licht kun je nog goede foto’s schieten. Hier zie je wél duidelijk verschil met de 7 Plus – en die was ook al niet slecht.

©PXimport

Eerder in deze recensie heb ik al aangegeven hoe blij ik ben met de Portret-functie, en die is alleen nog maar beter geworden. Waarom? Door optische beeldstabilisatie dus. Wanneer je een portretfoto schiet, dan moet je je toestel uiteraard wel goed stilhouden voor een goed resultaat, waardoor het soms ook even duurt voor je je foto kunt schieten (en je eerder geneigd bent om voor de gewone modus te gaan). Omdat de telelens nu optische beeldstabilisatie heeft, is het nemen van goede foto’s in de portretmodus veel eenvoudiger en dat levert echt prachtige plaatjes op. Ik wás al verliefd op deze functie, maar nu wil ik ermee trouwen. Verder is het gewoon een fantastische camera, maar dat was het ook al in de iPhone 7 Plus en natuurlijk de 8 Plus.

©PXimport

AR

De iPhone X wordt door Apple gepresenteerd als het ultieme apparaat voor Augmented Reality, dankzij de dubbele camera en de A11 Bionic Chip. Ik ben geen programmeur en geen data-analist maar ik geloof absoluut dat, als je er diagnostische tests op loslaat, de iPhone X op het gebied van AR beter scoort dan de iPhone 7 en 8. Maar als consument merk je daar op dit moment niets van. Niet weinig: nee, niets! Welke AR-game of app ik ook installeerde, hij werkte net zo goed op mijn X als op mijn 7 Plus. Het kan natuurlijk zo zijn dat dat over een paar maanden anders is en dat de apps zo zwaar en geavanceerd worden dat de iPhone 7-serie dat niet meer trekt. Maar laten we eerlijk zijn: als dat een half jaar duurt (en dat duurt het zeker), dan zitten we al in mei / juni en staat het nieuwe toestel alweer voor de deur. Een iPhone X kopen voor AR? Het is dikke vette onzin.

Batterij

Apple geeft altijd netjes op hoe lang je doet met de batterij van je smartphone. Dat is allemaal leuk en aardig, maar je hebt niets aan die statistieken. Ja, als je tien uur achter elkaar actief bent op wifi, of veertien uur alleen maar aan het bellen bent. In werkelijkheid is dat niet hoe je een iPhone gebruikt. Je gebruikt immers álles door elkaar heen. Spelletjes, mail, internet, Netflix (waarbij video en internet dus worden gecombineerd) enzovoort. Dat verklaart dus ook waarom je iPhone veel sneller leeg is dan die tien à veertien uur die Apple je belooft. Ik heb mijn iPhone X nu een kleine week gebruikt en tot nu toe ben ik erg enthousiast. Het is nog steeds niet zo dat ik vier uur in de trein kan zitten en daarna met een halfvolle batterij zit. Wél is het zo dat ik met mijn iPhone X die reis durf te maken zonder een powerbank, omdat ik weet dat ik het wel ga redden. Combineer dat met het feit dat er steeds meer draadloze oplaadpunten zijn, en je batterijzorgen zijn voorbij. Saillant detail: wist je trouwens dat je met een draadloze oplader niet kunt Candy Crushen tijdens het opladen? Het ding moet namelijk op de lader liggen. Nooit over nagedacht, maar bloedirritant. Stiekem gebruik ik dus af en toe nog een kabeltje.

©PXimport

©PXimport

©PXimport

Processor

Dit is een recensie van de iPhone X en dus ontkom je niet aan benchmarks. Die heb ik heb gedraaid en het zal je niet verrassen: de iPhone X is supersnel (maar opmerkelijk genoeg niet sneller dan de iPhone 8 Plus). Maar boeit dat? Totaal niet. De iPhone 7 Plus heeft het afgelopen jaar bij geen enkel spel gehaperd en ik verwacht niet dat hij dat komend jaar zal doen. De iPhone X is super, supersnel, maar dat is dus wel een gevalletje naar de supermarkt in je Ferrari: je hebt die snelheid (voorlopig) totaal niet nodig.

Conclusie

Wanneer je alles zo op een rijtje zet, zou je de indruk kunnen krijgen dat ik de iPhone X geen goede telefoon vind. Het tegendeel is waar: ik vind het een fantastisch toestel. Maar daar zit direct de crux: ik vond mijn iPhone 7 Plus ook een fantastisch toestel. Ik keek uit naar de Animoji, maar die ben ik inmiddels zat. De camera is fantastisch, maar dat was de vorige camera ook. TrueDepth voegt weinig toe en hoewel Face ID echt heel goed werkt, is het niet gemakkelijker dan Touch ID. Sterker nog: in sommige gevallen is het zelfs minder gemakkelijk. De iPhone X is een fenomenaal toestel met een mooi (maar niet briljant) display en een prachtig design. Maar de enige reden die ik kan verzinnen om hem te kopen is dat het een cool ding is om te hebben. Functioneel heb je er op dit moment namelijk totaal geen reden om hem aan te schaffen.

Goed
Conclusie

**Prijs** € 1159,- (64GB), € 1329,- (256GB) **OS** iOS 11 **Scherm** 5,8 inch **Processor** Apple A11 Bionic **RAM** 3GB **Opslag** 64GB/256GB **Batterij** 2716 mAh **Camera** 12 megapixel dualcam (achter), 7 megapixel (voor) **Connectiviteit** 4G (LTE), Bluetooth 5.0, wifi, gps **Formaat**14,4 x 7,1 x 0,8 cm **Overig** Fast charge, draadloos opladen via Qi **Kopen** [Kieskeurig.nl](https://www.kieskeurig.nl/smartphone/product/3659843-apple-iphone-x)

Plus- en minpunten
  • Fraai display
  • Optische beeldstabilisatie in telelens
  • Prachtig design
  • Ontzettend breekbaar
  • 1329 euro!
  • Display is mooi, maar niet meer dan dat
  • TrueDepth voegt niets toe
  • Geen koptelefoonpoort
▼ Volgende artikel
Review Eufycam S4 – Meest flexibele en uitgebreide camerasysteem
© Wesley Akkerman
Zekerheid & gemak

Review Eufycam S4 – Meest flexibele en uitgebreide camerasysteem

In de basis lijkt de Eufycam S4 op de eerder gelanceerde Eufycam S4 Max. Maar dit nieuwe camerasysteem biedt een groot voordeel: je hebt geen kabels nodig. Stroom krijg je via een zonnepaneeltje, terwijl de data draadloos via wifi geregeld wordt. Dat mag wat kosten: de set met twee cameramodules en de Homebase 3 kost 699 euro.

Fantastisch
Conclusie

Laten we er niet omheen draaien: de prijs is vrij fors. Maar wat ons betreft is het pakket dat wel waard dankzij het geavanceerde dual-camerasysteem. Je bent daarnaast niet gebonden aan één opslagmethode of een cloudopslagdienst, en kunt op de langere termijn kosten besparen. Ook heb je dankzij de zonnepanelen en de oplaadbare accu's niets te maken met ingewikkelde kabels, waardoor je de S4 echt ophangt waar je maar wilt. Verder is 24/7 opnemen gewoon een optie. De aanpasbaarheid in opslag, stroom en functies maakt het daarom een waardevolle investering.

Plus- en minpunten
  • Geavanceerd dual-camerasysteem
  • Goede beeld- en geluidskwaliteit
  • Vier soorten herkenning
  • Toegankelijke applicatie
  • Geen cloudopslagdienst nodig
  • Uitgebreid, flexibel, aanpasbaar
  • Opties voor energiebeheer
  • Forse aanschafprijs

De EufyCam S4 combineert twee camera's in één behuizing voor uitgebreide buitenbeveiliging. Bovenaan zit een vaste 4K-groothoeklens (van 130 graden) die continu een breed gebied overziet. Zodra die camera een gebeurtenis detecteert, geeft hij een signaal aan de onderste camera. Dat is een pan-tilt-zoomlens (PTZ) die 360 graden kan draaien en tot 8x kan inzoomen. De PTZ-camera volgt het bewegende doelwit automatisch, waardoor de Eufycam S4 zowel een goed overzicht als gedetailleerde ingezoomde tracking biedt.

Het systeem werkt daarnaast zelfstandig via wifi, maar je kunt het ook koppelen aan de Homebase 3. Zonder HomeBase kun je de beelden lokaal opslaan op de 32 GB aan interne opslagruimte of een microSD-kaart van 256 GB. De Homebase breidt die optie uit tot 16 TB (via een los te kopen harde schijf) en is daarnaast het slimme brein dankzij Bionic Mind AI. Die lokale AI zorgt voor snelle gezichtsherkenning en onderscheidt mensen, voertuigen en huisdieren. Ook kan het de beelden van meerdere camera's aan elkaar koppelen binnen hetzelfde netwerk.

©Wesley Akkerman

Op de bovenkant kun je het zonnepaneel monteren. Achterop zit de accu, die je eruit kunt halen om op te laden.

Stroomtoevoer geen obstakel

Standaard werkt de Eufycam S4 op een accu en neemt hij alleen op bij detectie. In het pakket dat wij testen zit standaard een zonnepaneel van 5,5 watt. Als dat één uur zonlicht vangt, kan de gekoppelde camera (via het enige draadje dat je nodig hebt) een dag draaien. Je kunt het paneel direct op de camera bevestigen, maar ook om een hoekje plaatsen als daar meer zonlicht is. Daar is de kabel lang genoeg voor. Wil je 24/7 opnemen? Ook geen probleem, maar in dat geval moet je wél kabels gaan trekken. Dan moet de S4 namelijk altijd aan kunnen staan.

Het mooie aan de accu van de Eufycam S4 is dat de fabrikant die zo flexibel mogelijk inrichtte. Niet alleen kun je de camera gewoon met een normale usb-c-kabel opladen (als er even geen zonlicht is), ook kun je de batterij uit de behuizing halen. Daar zit namelijk ook een usb-c-poort op, waardoor je het systeem niet helemaal uit elkaar hoeft te halen als de accu leeg is. Ook handig: zodra de batterij achteruitgaat, kun je die dus heel gemakkelijk vervangen (tenminste, voor zolang Eufy die los aanbiedt, maar dat zal voorlopig nog wel even het geval zijn).

©Wesley Akkerman

De Homebase 3 (S380) waarmee je veel AI-functies ontgrendelt en de lokale opslag tot 16 TB kunt uitbreiden.

Indringers afschrikken

Houd er overigens rekening mee dat je de Eufycam S4 wel echt op zijn plek zult moeten monteren. Daarbij moet ook worden geboord; geen nadeel, maar wel een kanttekening. De Eufy-app leidt je daarna soepel door de installatie. Voor detectie gebruikt de camera een combinatie van radar en een passieve infraroodsensor (PIR), wat nauwkeuriger is en zelfs afstand kan meten. Om indringers af te schrikken, is de IP65-weerbestendige camera uitgerust met felle ledlampen (voor nachtzicht in kleur), een luide 105dB-sirene en rood-blauwe waarschuwingslichten.

Hoewel de Eufycam S4 automatisch werkt, kun je gelukkig ook een hoop dingen zelf aansturen via de app. Zo kun je de kantel- en draaicamera zelf met pijltjestoetsen bedienen als je iets niet vertrouwt en thuis of buitenshuis even iets wilt controleren. Ook kun je het alarm en de lampen aanzetten wanneer je dat nodig acht. Verder kun je van alles instellen via de overzichtelijke app, zoals privacyschermen, het gebied waarin de camera bewegingen meeneemt, antidiefstaldetectie, activiteitenzones en zowel energie- als videobeheer.

©Wesley Akkerman

De camera's nemen overdag en 's avonds in kleur op. In het middelste screenshot zie je de directe bediening.

Eufycam S4 kopen?

Uit onze praktijkervaring blijkt dat de Eufycam S4 precies doet wat hij belooft. Zodra er een persoon wordt geregistreerd, volgen de camera's onderop de beweging totdat die persoon uit beeld is. Dat gaat moeiteloos en geruisloos (ook niet geheel onbelangrijk). Je krijgt hier bovendien op tijd melding van en via de app kun je alle beelden in haarscherpe kwaliteit en met voldoende kleur volgen. Je moet de camera's wel wat hoger ophangen, aangezien hij stopt met volgen zodra het onderwerp binnen één meter afstand is. Doe je dat niet, dan creëer je als het ware een dode hoek.

De prijs is fors, maar wat ons betreft is het pakket dat bedrag wel waard dankzij het geavanceerde dual-camerasysteem. Je bent daarnaast niet gebonden aan één opslagmethode of een cloudopslagdienst, en kunt op de langere termijn kosten besparen. Daarnaast heb je dankzij de zonnepanelen en de oplaadbare accu's niets te maken met bekabeling, waardoor je de S4 echt ophangt waar je maar wilt. Verder is 24/7 opnemen gewoon een optie. De aanpasbaarheid in opslag, stroom en functies maakt het daarom een waardevolle investering.

▼ Volgende artikel
Review Samsung The Frame Pro – Hoeveel beter is de Pro-versie écht?
© Samsung
Huis

Review Samsung The Frame Pro – Hoeveel beter is de Pro-versie écht?

Lifestyle-tv's zijn populair en Samsung weet dat als geen ander. The Frame, een tv die ook dienstdoet als kunstkader, is een succes. Nu ook Hisense en TCL een gelijkwaardig concept op de markt hebben, heeft de Koreaanse fabrikant een verbeterde versie klaarstaan.

Goed
Energy label
Conclusie

The Frame Pro is ideaal als stijlvolle muur-tv dankzij het matte scherm en de draadloze One Connect Box. De helderheid en kleur zijn verbeterd, maar het contrast blijft wat teleurstellen. Gamers moeten rekening houden met extra input-lag via de One Connect Box; de micro-HDMI is beter, maar minder praktisch. De tv oogt het mooist met heldere content en heeft een complete smart-omgeving. Wel is hij duidelijk duurder dan de gewone The Frame.

Plus- en minpunten
  • Mat scherm weert reflecties
  • Goede piekhelderheid, degelijk contrast
  • Slank design, verwisselbaar kader
  • Wandbeugel én voet bijgeleverd
  • Wireless One Connect Box
  • Goede beeldverwerking
  • Vijf HDMI 2.1-aansluitingen en gaming-features
  • One UI/Tizen smart-tv met zeven jaar updates
  • Apple AirPlay 2 en Google Cast
  • Ingebouwde Art Store
  • Lokale dimming levert beperkte verbetering
  • Matige geluidskwaliteit
  • Geen ondersteuning voor Dolby Vision of DTS-audio
  • Hogere input-lag via de draadloze One Connect Box
  • Prijzig
Samsung QE65LS03F The Frame Pro

Prijs: 1899 euro
Wat: Ultra HD 4K, 144 Hz, Edge QLED LCD-tv met lokale dimming
Schermformaat: 65 inch (139 cm)
Aansluitingen: 5x HDMI (5x v2.1 (48 Gbit/s), eARC, ALLM, VRR, 4K144), 2x usb, 1x usb-C, 1x optisch digitaal uit, 2x antenne, bluetooth, ethernet, wifi 5 (802.11ac), wireless One Connect Box
Extra’s: HDR10, HLG, HDR10+ Adaptive, One UI Tizen 9, AirPlay 2, Google Cast, usb/DLNA-mediaspeler, DVB-T2/C/S2, dual tuner, CI+-slot, NQ4 AI Gen3-processor, Art Store, verwisselbaar kader
Afmetingen: 1457 x 867 x 257 mm (incl. voet)
Gewicht: 22 kg (incl. voet)
Energieverbruik: SDR 112 kWh/1000h (F) / HDR 211 kWh/1000h (G)

Het kader aan de muur

The Frame Pro is expliciet ontworpen om aan de muur te hangen. De rug is immers helemaal vlak, en een superslanke muurbeugel is inbegrepen. Het ontwerp oogt als een minimalistisch kunstwerk, met een smal zwart frame rond het beeld. Met behulp van een magnetisch kader dat over het zwarte frame gaat, geef je de behuizing een witte of houtkleurige uitstraling. Een teakhouten kader wordt overigens meegeleverd.

Zet je de tv toch liever op een tv-meubel, dan hoef je daar geen extra spullen voor aan te schaffen; er zitten namelijk ook voetjes in de doos. De bevestiging aan het toestel is schroefloos en kan in twee posities: een hoge of lage bevestiging, zodat je eventueel een soundbar onder het scherm kunt plaatsen. De stabiliteit van de plastic voetjes laat wel iets te wensen over; bij zijdelingse druk is er duidelijk beweging merkbaar.

©Samsung

Aansluitingen

De One Connect Box is al jaren een kernonderdeel van het The Frame-concept: alle aansluitingen zitten in een externe unit, zodat er naar de tv zelf slechts één dunne kabel loopt. Bij The Frame Pro is dat idee verder doorgetrokken. De verbinding tussen de tv en de One Connect Box verloopt nu draadloos, waardoor je alleen nog een stroomkabel naar het scherm hoeft te leiden, en die laat zich doorgaans vrij gemakkelijk wegwerken. In de draadloze Connect Box vind je vier HDMI 2.1-poorten, twee usb-poorten, ethernet, wifi 5, bluetooth, een optische uitgang en een DVB-T2/C/S2-tuner met CI+-slot. Samsung claimt een draadloos bereik tot 10 meter zonder kwaliteitsverlies; in onze test ging 6 meter inderdaad probleemloos. Een stevige muur ertussen zorgde echter af en toe voor korte beelduitval.

Voor gamers is het een gemengd verhaal. De HDMI-poorten ondersteunen 4K144, ALLM en VRR (HDMI VRR, AMD FreeSync en NVIDIA G-Sync compatible), en poort 3 biedt ARC/eARC. Maar de draadloze verbinding zorgt wel voor extra vertraging: in 4K60 zagen we een input-lag van zo'n 40 à 45 ms. Om dat te omzeilen heeft Samsung op de tv zelf een micro-HDMI-aansluiting geplaatst die dezelfde gamefuncties ondersteunt. Daarmee daalde de input-lag naar 13,5 ms bij 4K60 (en 8,5 ms bij 2K120). Niet heel elegant, maar wel effectief. Daarnaast zit er op de tv ook nog een usb-c-poort, bedoeld voor bijvoorbeeld een webcam.

Lees ook: Review Samsung QE55LS03B The Frame – Kunstwerk én tv

De One UI/Tizen smart-tv

Eén ding moet je Samsung nageven: ze leveren een indrukwekkende hoeveelheid functies in hun smart-tv-omgeving. Dat vereist wel een goede organisatie, maar die heeft Samsung ondertussen wel onder de knie. Het startscherm toont alles wat met tv-kijken en streaming te maken heeft. Centraal in beeld vind je de laatst gespeelde bron en aanbevelingen (uit Samsung TV Plus). Onderaan staat een rij met favoriete apps die je naar voorkeur kunt ordenen en aanpassen. Je kunt ook live-tv en HDMI-ingangen in deze rij plaatsen. Scrol verder naar beneden en je vindt rijen met aanbevelingen per app. Verwijder je een app uit de rij met favorieten, dan verdwijnt ook de rij met aanbevelingen uit die app.

Naast een erg ruim app-aanbod ondersteunt deze Samsung ook AirPlay 2 en Google Cast. Via de pictogrammen links op het startscherm kun je naar Daily+ navigeren, waar je alle functies vindt die minder met tv-kijken te maken hebben. Denk aan SmartThings (de IoT-omgeving), Workspace (allerlei functies voor computergerelateerd werk op de televisie), Philips Hue, Samsung Food en Fitness-apps. De Art-sectie bespreken we verderop.

De afstandsbediening is de vertrouwde Samsung-remote, maar deze keer in het wit. Hij is klein en eenvoudig vormgegeven, met een ingebouwde oplaadbare batterij en een fotovoltaïsch paneel aan de achterkant. Leg je hem met dat paneel naar boven, dan laadt hij vanzelf op via omgevingslicht. Voor een snellere laadbeurt is er ook een usb-c-poort aanwezig. De toetsen voelen prettig aan en hebben een lichte, precieze aanslag. Door het beperkte aantal knoppen is de bediening snel te doorgronden. De instellingenknop linksboven opent niet alleen het instellingenmenu, maar ook de kleur- en nummertoetsen.

©Eric Beeckmans | ID.nl

Kunst in overvloed

Om de kunstfunctie waar te maken, biedt Samsung sinds de eerste generatie van The Frame een eigen kunst-app. Navigeer op het startscherm naar links en open daar de Art-sectie. Je krijgt toegang tot meer dan 3000 kunstwerken, afkomstig uit grote musea en uiteenlopende collecties, van klassieke meesters tot moderne kunst en fotografie. Toegang tot de volledige Art Store kost 4,99 euro per maand, al zijn de eerste drie maanden gratis. Wie niet wil betalen, kan gebruikmaken van het gratis aanbod Art Streams, met elke maand dertig nieuwe werken rond een thema. Daarnaast zijn er nog andere opties: zo kun je je eigen foto's tonen met behulp van vooraf gemaakte sjablonen. The Frame Pro functioneert op die manier als een fraai digitaal fotokader. Wie iets speelsers wil, kan kiezen voor AI-gegenereerde kunst: selecteer een aantal sleutelwoorden uit een vaste lijst en de tv genereert een passend beeld.

De SmartThings-app is daarbij een handige aanvulling, vooral om door de Art Store te bladeren. Je kunt sorteren op artiest, genre, medium, kleur, museum, thema of populariteit. Via de instellingen pas je bovendien het gedrag van de Art Mode aan. Zo kun je helderheid en kleurtemperatuur finetunen en instellen hoe de tv omgaat met de ingebouwde bewegings- en lichtsensor. De Art Mode schakelt automatisch uit wanneer er geen beweging wordt gedetecteerd of het licht wegvalt. Dat is zinvol, want de Art Mode verbruikt nog steeds stroom, doorgaans tussen de 60 en 90 watt.

Mat scherm oogt als papier

Een van de grootste troeven van The Frame Pro is het matte scherm. Dat heeft twee duidelijke voordelen. Allereerst heb je nauwelijks last van reflecties. Zwakke lichtbronnen verdwijnen bijna volledig en zelfs fel of direct licht wordt sterk verzacht en uitgesmeerd. Daardoor blijft het beeld goed zichtbaar in ruimtes waar gewone tv's snel hinder ondervinden. Daarnaast versterkt het matte scherm de kunstbeleving. Het beeld oogt minder als een helder, glimmend display en meer als papier, wat vooral bij klassieke kunst heel mooi werkt. Er is wel een keerzijde: een mat scherm drukt het contrast iets. En precies daar komen we uit bij het volgende punt.

©Samsung

Beeldkwaliteit

De meest opvallende verbetering van The Frame Pro is de overstap naar Neo QLED-achtergrondverlichting. In theorie levert dat niet alleen rijkere kleuren op dankzij de Quantum Dots, maar ook beter contrast door local dimming. In de praktijk blijkt die uitvoering echter beperkt: Samsung gebruikt edge-ledverlichting, waarbij de leds alleen langs de onderrand van het scherm zitten. De local dimming werkt daardoor alleen in 24 verticale kolommen. Dat is beduidend minder verfijnd dan echte full-array local dimming.

Het VA-paneel zelf heeft een behoorlijk eigen contrast van ongeveer 4.500:1. Maar omdat de dimming slechts in kolommen werkt, kan de tv dat contrast in testpatronen nauwelijks verbeteren. Dat zie je terug in films: de zwarte balken boven en onder het beeld blijven zichtbaar grijs, donkere scènes worden nooit echt diepzwart en heldere details – zoals sterren – kunnen plaatselijke halo's veroorzaken. Met andere woorden: op het gebied van contrast is de vooruitgang beperkt.

Op helderheid scoort de The Frame Pro wél merkbaar beter. In Filmmaker Mode (HDR) haalt hij een piek van 926 nits op een venster van 10% en ongeveer 697 nits op een volledig wit scherm. Dat is een forse stap vooruit ten opzichte van de vorige The Frame, die rond de 500 nits bleef hangen. De Quantum Dots leveren bovendien een breed kleurbereik van 94% P3. De kalibratie in Filmmaker Mode is over het algemeen uitstekend, al ogen sommige tinten wat te helder en verliezen ze daardoor nuance. Bij SDR presteert The Frame Pro eveneens goed, al kunnen rode tinten en huidkleuren soms wat flets overkomen. In zowel SDR als HDR blijft het zwartdetail wel netjes behouden. 

©Samsung

Zeer goede beeldverwerking, matige audio

The Frame Pro maakt gebruik van dezelfde rekenmodule als topmodel S95F: de NQ4 AI Gen3-processor. Die levert zichtbaar mooie resultaten, met goede deinterlacing, sterke ruisonderdrukking en nette upscaling. De bewegingsscherpte van het paneel zelf is echter wat beperkt, waardoor snelle voorwerpen soms een lichte dubbele rand krijgen. Motion interpolation werkt wel overtuigend; de processor grijpt snel en meestal correct in, zonder opvallende artefacten. De AI-modus kun je beter uitgeschakeld laten; die zorgt zelden voor een aantrekkelijk beeld.

Ondanks het slanke ontwerp heeft Samsung een 2.0.2-audiosysteem met 40 watt vermogen ingebouwd. Dat klinkt op papier aardig, maar in de praktijk ontbreekt vooral bas, waardoor muziek aan warmte en body verliest. De hoogtekanalen voegen weinig toe en het surround-effect blijft mager, zelfs met Dolby Atmos-bronnen. Voor dagelijks tv-kijken zijn de dialogen helder genoeg, maar wie ook muziek of films met impact wil horen, ontkomt eigenlijk niet aan een soundbar.

Conclusie

Als lifestyle-tv blijft The Frame Pro een aantrekkelijke keuze met een paar duidelijke troeven. Het matte scherm geeft kunst een overtuigende, bijna papieren uitstraling en houdt hinderlijke reflecties goed tegen. De draadloze One Connect Box maakt ophangen aan de muur bovendien bijzonder eenvoudig.

De stap vooruit ten opzichte van de gewone The Frame zit vooral in helderheid en kleurweergave. Het contrast blijft echter achter, en dat is jammer: een sterker zwartniveau had The Frame Pro echt naar een hoger niveau getild. Voor gamers is dit toestel ook niet ideaal: de draadloze verbinding zorgt voor merkbare input-lag. De micro-HDMI-poort op de tv zelf biedt wel een snellere optie, maar is minder praktisch.

De tv komt het best tot zijn recht met heldere beelden en kunstweergave. De kalibratie en beeldverwerking zijn uitstekend, en de Tizen-interface biedt een ruim app-aanbod, inclusief AirPlay 2 en Google Cast. Het prijskaartje blijft wel aan de hoge kant; je betaalt duidelijk extra voor de lifestyle-uitstraling.