ID.nl logo
Waarom het weglaten van de 3,5mm-poort een slecht idee is
© PXimport
Gezond leven

Waarom het weglaten van de 3,5mm-poort een slecht idee is

Er verschijnen steeds meer smartphones die niet uitgerust zijn met een 3,5 mm koptelefoonaansluiting. Erg gebruiksonvriendelijk, maar waarom doen fabrikanten dit?

Al vlak na het verschijnen van de iPhone 6s liet de marketingafdeling van Apple het slechte nieuws voorzichtig los: De opvolger, de iPhone 7, gaat niet over een 3,5 mm koptelefoonpoort beschikken. De marketeers wisten van tevoren al dat ze een hels karwei zouden krijgen om dit de gebruiker uit te leggen, wat zou kunnen verklaren waarom het besluit al vroegtijdig naar buiten kwam. Uiteindelijk spinde Apple het als een ‘moedig besluit’ dat ten gunste komt van de ontwikkeling van draadloze koptelefoons. Bovendien zou de poort verouderd zijn. Ook de onlangs gepresenteerde iPhone 8 en iPhone X hebben deze aansluiting niet. Andere Apple-apparatuur (zoals iPads) overigens nog altijd wel.

Meespringen in de sloot

Apple is niet de enige fabrikant die het nodig vond om de koptelefoonaansluiting weg te halen. Ook niet de eerste overigens. Dat was de Chinese OPPO R5 en in Nederland Motorola’s Moto Z. De grote Chinese smartphonefabrikant Xiaomi laat de poort eveneens weg op sommige modellen. Opvallender is dat HTC met hun recente topmodel HTC U11 ook voor het weglaten van de aansluiting heeft gekozen, terwijl HTC zich al jaren probeert neer zetten als telefoonmaker voor muziekliefhebbers, door relatief goede koptelefoonoortjes mee te leveren, speakers te plaatsen aan de voorkant van het toestel en 24-bit audio-ondersteuning.

Ook Google’s aankomende topmodel de Pixel 2 zou niet over een koptelefoonaansluiting beschikken. Dat zou uiterst gênant zijn, aangezien bij de presentatie van de eerste Pixel-smartphone de spot werd gedreven met Apple’s besluit om de koptelefoonpoort weg te laten van de iPhone 7.

Opvallender is dat HTC voor het weglaten van de aansluiting heeft gekozen, terwijl HTC zich al jaren probeert neer zetten voor muziekliefhebbers

-

Waarom?

Natuurlijk komen deze fabrikanten niet met argumenten als ‘wij doen graag wat Apple doet’ om te onderbouwen waarom je geen koptelefoon kunt aansluiten op het toestel. Motorola stelde dat het toestel te dun is en HTC hamert op de voordelen van koptelefoons met usb-c-stekker, in plaats van een 3,5 millimeter-stekkertje. Het weglaten van de koptelefoonpoort zou de fabrikant ook intern meer ruimte geven. In het geval van de iPhone is hier weinig van te merken. De accu is niet groter, er is enkel een ander haptisch feedbackmotortje geplaatst. Sterker nog, een knutselaar heeft het voor elkaar gekregen om zelf een werkende (!) koptelefoonpoort in z’n iPhone 7 te bouwen. Wat alle speculaties over het wel of geen ruimte hebben voor de aansluiting wegneemt. Zie hiervoor onderstaand filmpje.

Een ander veelgehoord argument is dat de koptelefoonpoort verouderd is, zoals optische- en floppydrive op pc’s, die door Apple ook als eerste werden afgeschreven. Op Apple’s laptops, natuurlijk. Maar deze vergelijking loopt eveneens mank. Floppy’s, cd-roms en dvd-roms zijn voornamelijk het domein van de pc’s- waar ze van zijn verwijderd omdat er betere alternatieven waren (usb- en cloud-opslag bijvoorbeeld). Voor de koptelefoonpoort zijn nog geen betere alternatieven, waar ik zo op terugkom. Ook is het een universele aansluiting die al decennia op vele productgroepen (naast smartphones) te vinden is. Of je nu muzikant of luisteraar bent, een walkman uit de jaren ’80 bezit, in een muziekstudio bent of even geluid nodig hebt tijdens het werken op een laptop in een openbare ruimte. De koptelefoon werkt altijd, direct na het aansluiten. Ongeacht de leeftijd van de elektronica of de koptelefoon.

Een nieuwe standaard die de 3,5 mm-poort vervangt is er nog niet. Sterker nog, het weglaten van de oude standaard zou de ontwikkelingen voor nieuwe draadloze alternatieven versnellen. Zo wordt in feite van de uitdaging voor koptelefoonmakers het probleem gemaakt voor de luisteraar.

©PXimport

Gevolgen

Het is lastig goede argumenten te vinden voor het weglaten van de koptelefoonaansluiting, maar de gevolgen zijn voor consumenten op meerdere manieren ongunstig. De markt raakt opeens onnodig versnipperd. Zometeen kom je in de schappen van elektronica- en muziekwinkels koptelefoons tegen met een 3,5 mm-aansluiting, usb-c-aansluiting of lightning-aansluiting, naast de bluetooth-koptelefoons en adapters.

Ben je al in bezit van een goede koptelefoon? Dan kun je via een adapter de koptelefoon alsnog aansluiten op de lightning- of usb-c-poort. Maar een adapter is geen oplossing voor een probleem dat in de eerste plaats niet had mogen bestaan. Los van de onhandigheid dat je zo’n adapter makkelijk verliest of vergeet is het een melkkoe van jewelste. Bovendien kun je niet opladen en luisteren tegelijk. En dat terwijl het afspelen van muziek en video een flinke aanslag is op je batterij.

Ontwikkelingen op het gebied van bluetooth gaan hard, maar Bluetooth audio wordt altijd gecomprimeerd verzonden.

-

Dan maar over op een draadloze koptelefoon? Ontwikkelingen op het gebied van bluetooth gaan hard, maar bluetooth-audio wordt altijd gecomprimeerd verzonden, wat de geluidskwaliteit altijd nadelig zal beïnvloeden. Het vervelendst is nog dat je je opeens zorgen moet gaan maken over de accuduur en het opladen van je koptelefoon. Accu’s slijten ook nog eens snel, waardoor je na verloop van tijd je koptelefoon moet vervangen. Een bedrade koptelefoon zal dit soort slijtage niet kennen, hoogstens kabelbreuk, waarbij je in de meeste gevallen gewoon het draadje van je koptelefoon vervangt voor een paar euro.

Een usb-c of lightning-koptelefoon dan maar aanschaffen? Dan kun je deze weer niet gebruiken op andere apparatuur en eveneens niet opladen wanneer je de koptelefoon gebruikt. De DAC (digital audio converter, die het digitale signaal omzet naar geluid) kan in theorie dan van de telefoon naar koptelefoon of adapter verplaatst worden. Maar dat garandeert geen betere audiokwaliteit.

©CIDimport

Waarom niet allebei?

In theorie is er ook niks aan te merken op een usb-c- en lightning-koptelefoon. Met deze aansluiting is het bijvoorbeeld ook mogelijk om noise cancelling mogelijk te maken zonder dat je een accu nodig hebt - de spanning wordt dan uit je telefoon gehaald. Maar daarmee praat je het wegnemen van de oude poort niet goed. Beide aansluitingen hebben immers al jarenlang prima naast elkaar gezeten, evenals dat je prima een bluetooth-koptelefoon kunt gebruiken op een smartphone met 3,5 mm-poort.

Conclusie

Smartphones hebben de rol ingenomen van mp3-spelers, die op hun beurt het stokje overnamen van discmans en walkmans. Het ondersteunen van standaard-koptelefoons is daarom een basale functie die je mag verwachten van je smartphone. Het aanwakkeren van draadloze koptelefoons is een uitdaging van de koptelefoonmaker zelf. Niet Apple, niet HTC, niet Google of welke andere smartphonemaker dan ook. Vergeet echter niet dat deze bedrijven er groot financieel belang bij hebben om de koptelefoonpoort af te pakken. Voor kabels en apparatuur met lightning-aansluiting moet betaald worden aan Apple en voor de fabrikanten in het algemeen zijn adapters een makkelijke melkkoe, net als koptelefoons die dankzij hun accu vervangen moeten worden. Laat je dus niet misleiden door verhalen dat de 3,5 mm-poort verouderd zou zijn.

Gelukkig zijn de meeste smartphones nog altijd uitgerust met een gewone koptelefoonpoort. De iPhone 6s is nog altijd een hele goede iPhone. Muziekliefhebbers kunnen ook hun hart op met 24bit-audiokwaliteit van bijvoorbeeld de Galaxy S8, Galaxy Note 8, LG V30 en verschillende Xperia-smartphones. Ben je muziekliefhebber? Kies dan voor een smartphone waar je je koptelefoon gewoon op aan mag sluiten.

▼ Volgende artikel
Hoe betrouwbaar zijn weer- en regenapps eigenlijk?
© Kaspars Grinvalds
Huis

Hoe betrouwbaar zijn weer- en regenapps eigenlijk?

Wel of niet een terrasje pakken? Jas mee of hoeft dat niet? Vanavond de BBQ aan of toch maar binnen de airfryer? Even snel de weerapp checken is inmiddels een automatisme geworden. Vooral in de zomer bekijken we massaal de regenradar. Maar hoe betrouwbaar zijn die voorspellingen eigenlijk? Waarom kloppen ze soms tot op de minuut, en lijken ze op andere momenten nergens op? En kun je erop vertrouwen als je je planning erop afstemt?

☀️⛅☔ In dit artikel lees je:

• Hoe weerapps aan hun data komen • Waarom voorspellingen soms wel, en soms niet kloppen • Hoe je een weerapp zo goed mogelijk interpreteert • Waarom het weer (vooral lokaal!) toch altijd blijft verrassen

Lees ook: De handigste apps voor een onvergetelijke zomer

Van meting tot melding: hoe een app aan zijn data komt

Weerapps maken geen eigen voorspellingen, maar gebruiken data van meteorologische instituten zoals het KNMI, ECMWF (European Centre for Medium-Range Weather Forecasts) of het Amerikaanse NOAA (National Oceanic and Atmospheric Administration). Die instellingen verwerken gigantische hoeveelheden informatie uit weerstations, satellieten, vliegtuigen, weerballonnen en radars. Op basis daarvan draaien ze computermodellen die het weer proberen te voorspellen. Zo'n model analyseert bijvoorbeeld hoe luchtdruksystemen zich bewegen, hoe windrichtingen veranderen en wat de temperatuurverschillen zijn in verschillende lagen van de atmosfeer.

Een weerapp kiest één of meer van die modellen als basis en combineert dat met eigen algoritmes en visualisaties. De bekende buienradars gaan nog een stap verder en laten regen zien die al is gevallen of onderweg is. Daarvoor gebruiken ze gegevens van neerslagradars, die elk kwartier of zelfs elke vijf minuten een nieuwe 'foto' maken van waar regenbuien zich bevinden en hoe die zich verplaatsen.

Waarom voorspellingen wél en soms juist níet kloppen

In grote lijnen zijn de verwachtingen van weerapps vaak behoorlijk accuraat, zeker als het om de eerstkomende uren gaat. Hoe dichter je bij het moment zit, hoe betrouwbaarder de voorspelling. Dat komt omdat het weer zich op korte termijn minder grillig gedraagt dan op langere termijn. Je kunt een bui redelijk goed volgen over een tijdsbestek van een uur of twee, maar het is veel lastiger om drie dagen vooruit exact te zeggen wanneer en waar die bui valt.

Vooral bij regenval in de zomer zit daar vaak de grootste afwijking. Zomerse buien ontstaan door opwarming van de lucht en ontwikkelen zich snel en lokaal. Op het ene moment lijkt er nog niets aan de hand, en tien minuten later valt er een wolkbreuk in één wijk, terwijl een paar straten verderop de stoep droog blijft. Dat maakt het haast onmogelijk om op straatniveau precies te voorspellen waar het gaat regenen.

Daarnaast hangt veel af van welk weermodel de app gebruikt. Het Europese ECMWF-model wordt wereldwijd gezien als zeer nauwkeurig, maar is ook duur om te gebruiken. Sommige apps kiezen daarom voor Amerikaanse modellen of zelfs simpelere versies om kosten te besparen. Dat maakt de ene app betrouwbaarder dan de andere, ook al lijken ze qua uiterlijk op elkaar.

©ID.nl

De weerapp goed interpreteren

Wie slim omgaat met weerapps, kan er veel profijt van hebben. Kijk niet alleen naar het icoontje van een zon of wolk, maar naar de verwachte neerslag in millimeters en het tijdstip daarvan. Bekijk ook de regenradar in beweging en niet als stilstaand beeld: je ziet dan hoe snel een bui zich verplaatst en of je die kunt ontwijken.

Veel apps geven tegenwoordig ook aan hoe 'zeker' een voorspelling is. Staat er bijvoorbeeld 40% kans op regen? Dan betekent dat: op 4 van de 10 vergelijkbare dagen in het verleden viel er daadwerkelijk neerslag. Het is geen gokje, maar een inschatting op basis van modelberekeningen. En hoe hoger dat percentage, hoe groter de kans dat het ook echt nat wordt.

Waarom het weer (vooral lokaal!) blijft verrassen

Ondanks alle technologie blijft het weer een natuurverschijnsel met een eigen wil. Geen enkel model is feilloos. Kleine veranderingen in luchtdruk of windrichting kunnen grote gevolgen hebben, zeker in een land als Nederland waar zee, rivieren en open vlaktes allemaal invloed uitoefenen. Dat verklaart waarom het soms ineens hard begint te regenen terwijl je app nog droog weer beloofde – of andersom.

Toch is de betrouwbaarheid van de meeste apps de afgelopen jaren sterk toegenomen. Snellere computers, betere satellietbeelden en geavanceerdere modellen zorgen ervoor dat de inschattingen steeds dichter bij de werkelijkheid komen. Maar honderd procent garantie biedt geen enkele app, en dat is misschien maar goed ook: want we moeten natuurlijk wel íéts hebben om over te klagen, toch?

Regen én harde wind?

Kijk voor stormparaplu's

▼ Volgende artikel
10 tips om meer uit je robotstofzuiger te halen
© Mustafa_Art
Huis

10 tips om meer uit je robotstofzuiger te halen

Een robotstofzuiger scheelt flink wat werk, maar alleen als je hem goed gebruikt. Wie er net een in huis heeft, merkt al snel dat hij niet alles vanzelf doet. En ook als je al langer een robotstofzuiger gebruikt, valt er vaak nog winst te halen. Met deze tien praktische tips werkt je robotstofzuiger beter – en hoef jij minder te doen!

In het kort

Een robotstofzuiger kan je flink wat werk uit handen nemen, maar alleen als je hem goed gebruikt. Met deze 10 slimme tips werkt hij beter, blijft hij langer mee gaan en past hij zich aan jouw huishouden aan. Van zones instellen tot onderhoud: zo maak je er écht een huishoudhulp van.

Lees ook: Hier moet je op letten wanneer je een robotstofzuiger wilt kopen

1. Laat hem eerst je huis leren kennen

Veel robotstofzuigers kunnen een plattegrond van je woning maken. Dat kost eenmalig wat tijd, maar levert daarna veel gemak op. Tijdens zo'n verkenningsronde reinigt hij meestal nog niet, maar scant hij alleen. Geef hem de ruimte en zorg dat er geen spullen over de vloer slingeren. Als de kaart eenmaal is aangemaakt, kun je zones instellen, schoonmaakschema's maken en no-go-gebieden markeren.

2. Zorg voor voldoende licht

Robotstofzuigers met optische sensoren hebben licht nodig om goed te navigeren. Als je hem 's avonds laat rijden terwijl de lampen uit zijn, herkent hij obstakels minder goed. Plan het schoonmaken liever overdag of laat een lamp aan in de ruimte waar hij aan het werk is. Als het apparaat regelmatig moeite heeft om meubels of muren goed te herkennen, komt dat mogelijk door te weinig licht.

Licht, laser & optische sensoren

De lichtbehoefte van robotstofzuigers verschilt sterk per navigatiesysteem. Modellen met LiDAR-technologie (lasernavigatie) werken uitstekend in het donker omdat ze zelf licht uitstralen om obstakels te detecteren. Camera-gebaseerde robots daarentegen zijn afhankelijk van omgevingslicht om hun omgeving te kunnen 'zien' en hebben problemen in donkere ruimtes. Goedkopere modellen met alleen infrarood- of aanrakingssensoren navigeren weliswaar zonder licht, maar werken veel minder nauwkeurig en rijden vaker tegen obstakels aan.

3. Stel schoonmaakzones en kamers in

In de app van de meeste modellen kun je na de kaartopbouw aangeven welke kamers of delen van het huis wanneer moeten worden schoongemaakt. Dat is handig als je bijvoorbeeld elke ochtend de gang en keuken wilt laten doen, maar de slaapkamers alleen op zaterdag. Door het schoonmaken slim te verdelen, werkt de robotstofzuiger efficiënter en hoeft hij tussendoor minder vaak op te laden.

©Wesley Akkerman | ID.nl

4. Gebruik virtuele afbakeningen waar nodig

Veel modellen bieden de mogelijkheid om virtuele grenzen aan te maken: gebieden waar de robotstofzuiger niet mag komen. Denk aan een speelkleed met speelgoed, een losse kabel achter de bank of een plek waar de vloer nat kan zijn. In plaats van zo'n verboden plek elke keer handmatig af te schermen, door er bijvoorbeeld iets voor te zetten, stel je die zones gewoon één keer digitaal in. Het apparaat houdt daar vanaf dan automatisch rekening mee en weet dat hij daar niet meer mag komen.

5. Dweilen? Wees voorzichtig met schoonmaakmiddelen

Kan jouw robotstofzuiger ook dweilen? Gebruik dan alleen het aanbevolen reinigingsmiddel of gewoon water. Veel gewone schoonmaakmiddelen zijn te sterk of laten resten achter, waardoor leidingen of sproeiers kunnen verstoppen. Sommige robotstofzuigers hebben een speciaal reservoir voor schoonmaakmiddel, maar dat geldt niet voor elk model. Iets om naar te kijken voordat je een robotstofzuiger gaat kopen.

6. Maak borstels, wieltjes en sensoren regelmatig schoon

Haren, stof en vuil hopen zich snel op rond de draaiende onderdelen van de robotzuiger. Vooral huisdierharen kunnen oor problemen zorgen. Maak elke week de hoofdborstel los, controleer de zijborstels en veeg vuil weg met een droge doek of meegeleverd hulpstuk. Vergeet ook de val- en navigatiesensoren niet: die kunnen door stof minder goed functioneren, wat de navigatie beïnvloedt.

©Vershinin Evgenii

7. Leeg het stofreservoir af en toe ook zelf

Veel robotstofzuigers hebben een zelflegende functie. Handig, maar ook dan is het slim om af en toe zelf te controleren of alles goed blijft werken. Het stofreservoir is meestal klein en raakt sneller verstopt dan je denkt. Leeg het na een paar schoonmaakbeurten, zeker als je merkt dat hij minder vuil opzuigt of als hij zelf aangeeft dat het reservoir leeg is, maar je toch nog stof en kruimels op de vloer ziet liggen.

8. Zet het laadstation op een vaste plek

Een robotstofzuiger onthoudt zijn omgeving en zoekt na elke beurt zijn laadstation op. Verplaats je dat station naar een andere plek, dan moet hij opnieuw leren waar hij zich bevindt. Zet het station dus op een centrale, bereikbare plek waar voldoende ruimte is en laat het daar staan. Zo voorkom je dat hij de weg kwijt raakt of fouten maakt bij het navigeren.

9. Pas op bij huisdieren

Een ongelukje van een huisdier kan vervelende gevolgen hebben als de stofzuiger erdoorheen rijdt. Laat hem daarom liever schoonmaken op momenten dat je huisdieren buiten zijn of je zeker weet dat de vloer schoon is. Zo voorkom je niet alleen vieze sporen, maar ook schade aan het apparaat en extra schoonmaakwerk achteraf.

©Надія Коваль - stock.adobe.com

10. Automatiseer waar het kan, maar houd controle

Robotstofzuigers zijn bedoeld om werk uit handen te nemen. Toch blijft het verstandig om regelmatig de app te openen, meldingen te controleren en updates uit te voeren. Soms kun je met een kleine aanpassing – zoals het verplaatsen van een kabel, het instellen van een extra schoonmaakbeurt op vrijdag – het resultaat flink verbeteren.

Robotstofzuiger klaar? Zuigen maar!

Het is simpel: hoe beter je robotstofzuiger weet wat hij moet doen, hoe beter hij zijn werk doet. Met deze tips zorg je ervoor dat dat het geval is. En ja, je moet zelf ook af en toe nog wat doen, zoals het stofreservoir controleren of dierenhaar uit de wieltjes te peuteren, maar dat kost hooguit een paar minuutjes van je tijd. Want je weet nu hoe je ervoor zorgt dat de omstandigheden zo goed mogelijk zijn én hoe je hem 'traint'. En daarmee komt hij dicht in de buurt van je ideale huishoudhulp!


🤖 🧹 Accessoires voor je robotstofzuiger?

Je vindt ze