ID.nl logo
7 manieren waarop een AirTag je leven makkelijker maakt
© PXimport
Huis

7 manieren waarop een AirTag je leven makkelijker maakt

Met de Apple AirTag raak je nooit meer je tas, portemonnee of autosleutels kwijt. Maar wist je dat je de tracker in nog veel meer situaties kunt gebruiken? In dit artikel vertellen we je hoe een AirTag je leven gemakkelijker maakt.

💡 In dit artikel lees je dat je met een AirTag veel meer kunt dan alleen je spullen tracken. Van belangrijk pakketje in de gaten houden tot nooit meer knuffels kwijt, van AirTag als digitaal visitekaartje tot je vrienden vinden in een menigte.

P.S. De AirTag is dan wel van Apple, maar je kunt hem ook uitlezen met een Android-telefoon. Hóe, dat lees je in dit artikel.

1: Nooit meer op zoek naar je geparkeerde auto of fiets

Het overkomt iedereen weleens: je weet niet meer waar je je auto hebt neergezet in die grote parkeergarage. In plaats van lang te zoeken naar je auto, kun je overwegen altijd een AirTag in je auto te bewaren, bijvoorbeeld onder de stoel of in het handschoenenkastje. Open op je telefoon de Zoek Mijn-app en je hebt direct een idee van waar de auto ongeveer staat. Ook bij diefstal van je auto is een AirTag handig. Je kunt bij aangifte direct aangeven waar je auto zich bevindt.

Spring je liever op de fiets? Er is ook een speciale fietsbel ontwikkeld, waar je de AirTag tussen klemt (onder andere verkrijgbaar bij Amazon). Als je je fiets dan niet meer kunt vinden, dan kun je hem via de tracker gemakkelijk opsporen. En omdat de tracker verstopt zit in de bel, is de kans groot dat dieven de AirTag niet zullen vinden, waardoor je nooit de locatie kwijtraakt van je gestolen fiets.

©comzeal - stock.adobe.com

2: Kat volgen

Laat jij je kat geregeld buiten en ben je vaak ongerust dat je huisdier niet meer thuiskomt? Dan kun je een AirTag ook in de halsband van je kat stoppen. Je blijft dan altijd op de hoogte van de actuele locatie van je kat. De tracker van Apple is bovendien (spat ) waterbestendig, waardoor je niet bang hoeft te zijn dat de AirTag niet meer werkt als het buiten regent.

©Erik Žunec

3: Bagage volgen

Na een vliegreis begint het lange wachten op je bagage. Misschien komt je bagage helemaal niet aan op de luchthaven: die berichten kwamen afgelopen tijd ook voorbij. Voor je eigen gemoedsrust wil je wellicht een AirTag aan je koffer hangen. Of beter nog: ín je koffer hangen, zodat de tracker tijdens de reis niet van je koffer valt. Het maakt de wachttijd op de luchthaven waarschijnlijk niet korter, maar het is wel fijn om te weten dat je koffer er écht aankomt. En raakt je bagage toch verloren, dan weet je wellicht beter dan het luchtvaartpersoneel waar je koffer zich ongeveer bevindt.

©aanbetta - stock.adobe.com

4: Bij het verzenden van een belangrijk pakket

Het klinkt een beetje overdreven om een AirTag mee te sturen met een pakketje. Een AirTag kost immers enkele tientjes en je kunt bij het postbedrijf ook een track en trace-code aanvragen. Maar moet je écht een waardevol pakketje versturen, dan kun je dit best overwegen. Je weet dan in ieder geval dat het pakket daadwerkelijk op het juiste adres is aangekomen (of niet).

5: In een knuffel naaien

Ieder kind heeft wel een favoriete knuffel, een knuffel die je nooit mag kwijtraken. En dat gebeurt nog weleens met zoveel speelgoed in huis. Naai de AirTag in de knuffel om er zeker van te zijn dat je deze nooit kwijtraakt. Een bijkomend voordeel: je weet ook waar je kind zich ongeveer bevindt.

©Warinthorn Krueangkham

P.S. Heeft je kind een favoriete knuffel? Koop er dan voor alle zekerheid meteen een tweede exemplaar van. Want stel dat je, wanneer het bedtijd is, dankzij de AirTag ziet dat je kind zijn knuffel op het kinderdagverblijf heeft laten liggen ... fijn om te weten, maar daar heb je op het moment zelf dan weinig aan.

6: AirTag als digitaal visitekaartje gebruiken

Je kunt van je AirTag ook een virtueel visitekaartje maken op basis van de NFC-chip in de tracker. Bij het instellen van de Verloren modus voor de AirTag, via de Zoek-mijn-app op je iPhone, kun je je naam en contactgegevens invoeren. Iedere keer als iemand een NFC-toestel tegen de AirTag houdt, kan degene jouw gegevens zien. Dit maakt de AirTag een uitstekende vervanger voor het traditionele visitekaartje. Je moet de tracker wel in de Verloren modus zetten, maar in deze modus blijven alle functies evengoed werken.

Het is niet hetzelfde als een NFC-visiekaartje maken, omdat je je contactgegevens niet kunt uitwisselen, maar het is een makkelijke oplossing als je geen echt visitekaartje bij de hand hebt.

7: Op zoek naar je vrienden

Ga je vaak stappen of naar concerten, dan gebeurt het waarschijnlijk regelmatig dat je net drankjes hebt gehaald, maar dat je vrienden nergens meer te vinden zijn. Je kunt ze natuurlijk bellen, maar door het harde lawaai zijn je vrienden niet altijd goed te verstaan. Zo kan het al snel een tijd duren voordat je ze weer gevonden hebt. Met een AirTag kun je echter meteen zien waar je vrienden zijn.

©Alfredo - stock.adobe.com

▼ Volgende artikel
Review LG OLED65C4 – De blijvende referentie
© LG
Huis

Review LG OLED65C4 – De blijvende referentie

Sinds LG de OLED C-serie introduceerde, heeft dit model door zijn combinatie van prestaties en prijs een reputatie opgebouwd als de maatstaf voor andere oled-tv’s. Sinds de lancering van die eerdere serie is er echter flink wat concurrentie bij gekomen. Tijd dus om te kijken of deze nieuwe LG OLED65C4 nog steeds als referentie kan dienen.

Fantastisch
Conclusie

De conclusie is duidelijk: de LG OLED65C4 is nog steeds een referentie voor wie de echte topmodellen te duur vindt, maar toch premium beeld wenst. Reclame op het Home-scherm en in de screensaver is echt ongewenst, maar je kunt het wel via de instellingen uitschakelen. Voor de volledigheid zien we graag HDR10+-ondersteuning, maar door de uitstekende dynamische tone mapping vinden we dat echter niet meer zo belangrijk.

Plus- en minpunten
  • Uitstekende piekhelderheid
  • Alpha9-processor zorgt voor knappe beeldverwerking
  • Zeer goede kalibratie zo uit de doos
  • Prachtige HDR-beelden in HDR10 en Dolby Vision
  • Goede geluidskwaliteit
  • Advertenties op het Home-scherm
  • Geen ondersteuning voor HDR10+

LG OLED65C4 Adviesprijs: 1.999 euro Wat: Ultra HD 4K 144 Hz W-OLED-tv Schermformaat: 65 inch (164 cm) Aansluitingen: 4x HDMI (4x v2.1 (48 Gbps), ARC/eARC, ALLM, VRR, HFR), 3x usb, 1x optisch digitaal uit, 2x antenne, 1x IR-blaster, wifi 5 (802.11ac), ethernet, bluetooth 5.1, WiSA Extra’s: HDR10, HLG, Dolby Vision IQ, Dolby Atmos, WebOS 24, AirPlay 2, USB/DLNA-mediaspeler, DVB-T2/C/S2, CI+-slot, Alpha 9-processor Afmetingen: 1.444 x 880 x 230 mm (incl. voet) Gewicht: 18,5 kg (incl. voet) Verbruik (per 1000 uur): SDR 97 kWh (E) / HDR 211 kWh (G)

De LG C4 mag dan wel geen topmodel zijn, een premium uitstraling heeft hij wel. Er zit een dunne metalen rand om het slanke scherm en dat detail geeft deze tv scherpe lijnen. De behuizing van de elektronica en aansluitingen is natuurlijk wat dikker, maar een profiel van 48 mm blijft slank en oogt ongetwijfeld mooi aan de muur.

De donkerbruine achterkant (LG noemt dat Umber Brown) heeft een opvallende textuur die aan stof of leer doet denken. De C4 staat op een centrale voet met geborstelde metaalkleur. Wil je een soundbar bij deze televisie aanschaffen, houd er dan rekening mee dat je onder het scherm slechts 5,5 cm ruimte hebt. 

Aansluitingen

De vier HDMI-poorten van de C4 bieden allemaal de maximale HDMI 2.1-bandbreedte (48 Gbit/s). Ze ondersteunen ALLM, 4K120 en VRR (AMD FreeSync en Nvidia G-Sync) en op één poort kun je ARC/eARC gebruiken. Dat maakt het toestel interessant voor gamers die een soundbar willen, want zelfs met een soundbar op de eARC-poort houd je drie HDMI-poorten over die 4K op 120 Hz aankunnen voor high end-gameconsoles, of zelfs 4K op 144 Hz als je een game-pc aansluit. Ook de input-lag (vertraging) bewijst dat we hier met een gamevriendelijke tv te maken hebben: bij 4K60 bedraagt die 10,1 ms, en bij 2K120 slechts 5,5 ms.

De bijgeleverde infraroodmodule kun je gebruiken om brontoestellen te besturen met de LG-afstandsbediening, ook wanneer deze uit het zicht staan. De C4 ondersteunt ook het WiSA-protocol (Wireless Speaker and Audio Association). Daarmee kun je compatibele draadloze luidsprekers aansluiten. Een draadloze surround-opstelling is echter niet mogelijk; je bent in dat geval beperkt tot 2.1-configuraties.

©Eric Beeckmans | ID.nl

Premium piekhelderheid

De LG C4 is uitgerust met een Evo-oledpaneel en Brightness Booster-algoritme. Dit type paneel nestelt zich qua prestaties tussen de oledpanelen met microlenzen (zoals de G4) en standaard oledpanelen (zoals de B4). De piekhelderheid scoort uitstekend: 1060 nits op een 10%-venster, en zelfs iets meer bij 2%. 

LEES OOK: Zo testen we tv's voor ID.nl

Een volledig wit beeld haalt 198 nits. Vergelijkbare modellen zoals de Sony Bravia 8 en de Panasonic Z85A zitten daar duidelijk onder. De Philips OLED809 komt meer in de buurt, maar de C4 pakt duidelijk de leiding. Qua kleurbereik presteren alle modellen vergelijkbaar met ongeveer 97% P3-dekking. Het Evo-oledpaneel heeft een goede kijkhoek en gaat reflecties goed tegen, maar de G4 doet het net iets beter. De beelduniformiteit ziet er uitstekend uit: er is geen dirty screen-effect zichtbaar. 

©LG

Dat LG goed weet hoe het prachtige beelden op het scherm tovert, zagen we al op de G4. En we merken dat de C4 die lijn mooi doorzet. In SDR is de HDR Filmmaker-modus erg goed gekalibreerd, met een accurate kleurweergave. Er is voldoende schaduwdetail, al was dat iets donkerder dan verwacht. Dolby Vision IQ met Precision Detail blijft de beste keuze voor topkwaliteit, al wordt het verschil met HDR10 steeds kleiner.

Voor HDR10 is de Filmmaker-modus een tikje te helder gekalibreerd, vooral in donkere en midtinten. Maar die afwijking is klein genoeg om door de vingers te zien. Ondersteuning voor HDR10+ ontbreekt, maar LG compenseert dat met slimme dynamische tone mapping. Net als de G4 analyseert de tv het beeld in verschillende zones voor optimale aanpassing. Met 1000 nits piekhelderheid is tone mapping niet per se nodig, maar door die slimme aanpak kun je het veilig aan laten staan. Als het algoritme moet ingrijpen, levert het uitstekend witdetail met rijke kleuren. Ook in moeilijke, donkere HDR-scènes laat de tv zich niet op een fout betrappen en toont hij zeer goede schaduwnuances. 

Uitstekende beeldverwerking

De Alpha9 Gen7-beeldprocessor verschilt maar heel weinig van de Alpha 11-processor in de G4. De features die ontbreken, lieten op de G4 geen sterke indruk achter (AI Directors Processing en Perceived Object Enhancing), dus lijkt de C4 het nauwelijks beter te doen. Bij het testen merken we dat ook. Zowel upscaling als ruisonderdrukking scoren zeer goed. Hinderlijke kleurstroken in zachte kleurovergangen kan de processor duidelijk elimineren, zonder dat je aan detail hoeft in te leveren.

Oledpanelen hebben een erg goede bewegingsscherpte, te danken aan de snelle pixelresponstijd. Dat heeft echter een nadeel: filmbeelden in 24 fps kunnen zichtbaar beginnen te stotteren als de camera snel beweegt. Dat effect kun je wegwerken met de functie Trumotion, al speelt persoonlijke smaak daarbij een grote rol. Voor vloeiende beelden is de Vloeiend-stand prima, al creëert die soms wel beeldfouten als de achtergrond erg complex is.

De instelling Cinematografische Beweging is voor filmpuristen; persoonlijk opteren we liever voor de stand Natuurlijk. Dat is een mooi compromis dat veel van het gestotter wegwerkt, zonder andere beeldfouten te introduceren. 

©LG

Dolby Atmos en DTS:X

Bij die knappe beeldprestaties hoort ook aangenaam geluid. De LG C4 beschikt over 2.2-kanalen, 40 watt vermogen en hij ondersteunt Dolby Atmos en DTS:X. Voor echte hoogte-effecten is een goede soundbar vereist, maar de surround-ervaring van de C4 is prima. De AI Sound-modus klinkt te scherp, zeker bij muziek, maar bij films viel dat gelukkig mee.

We raden aan om de Standaard-, Muziek- of Bioscoop-stand te kiezen, afhankelijk van wat je kijkt of luistert. We zijn vooral gecharmeerd van de warme, goed gebalanceerde klank van de C4. Die bevat ook aardig wat bas en er is meer dan voldoende volume voor de doorsnee huiskamer. Wie de volumeknop iets te enthousiast opendraait (verder dan echt noodzakelijk), kan wel vervorming horen. 

webOS 24 en webOS Re:New

Wie een C4 in huis haalt, krijgt webOS 24 als besturingssysteem. Maar dankzij het webOS Re:New-programma krijg je gedurende vijf jaar de meest recente versie van webOS op je tv. Dat is in elk geval een mooie garantie dat je smart-tv nog wel even up-to-date blijft. Houd er wel rekening mee dat de eerste update (naar webOS 25) vermoedelijk pas in het najaar van 2025 naar deze modellen komt. Hier lees je meer over WebOS. Het artikel behandelt webOS 23, maar de meeste wijzigingen zijn puur cosmetisch.

©Eric Beeckmans | ID.nl

De belangrijkste nieuwe functie is de toevoeging van Google Cast. Omdat LG al AirPlay 2 ondersteunde, maakt de C4 het nu voor zowel Android- als iOS-gebruikers erg eenvoudig om content naar het tv-scherm te streamen. De Quick Cards op het startscherm zijn iets compacter geworden, maar functioneren nog steeds op dezelfde manier. Ze groeperen bepaalde functies, zoals Games, Muziek, de Thuis-hub, Thuiskantoor, Sport, Leren en Toegankelijkheid.

©Eric Beeckmans | ID.nl

Het app-aanbod is bijzonder volledig; zowel internationale als lokale streaming-apps zijn ruim vertegenwoordigd. De lay-out werkt prima en je navigeert vlot door het aanbod. De Magic Remote is een integraal onderdeel van het gebruiksgemak. Je beweegt de cursor op het scherm eenvoudig door met de remote naar het scherm te wijzen.

Helaas, we hebben ook een negatieve opmerking. LG plaatst advertenties op het Home-scherm en in de screensaver. En dan bedoelen we niet de gebruikelijke aanbevelingen voor content, maar echte ongerelateerde reclame (automerken, sportwinkels, dat werk). Gelukkig kun je het wel uitschakelen: je leest in dit artikel hoe je reclame verwijdert

Conclusie

De conclusie is duidelijk: de LG OLED65C4 is nog steeds een referentie voor wie de echte topmodellen te duur vindt, maar toch premium beeld wenst. Reclame op het Home-scherm en in de screensaver is echt ongewenst, maar je kunt het via de instellingen gelukkig wel uitschakelen. Voor de volledigheid zien we graag HDR10+-ondersteuning, maar door de uitstekende dynamische tone mapping vinden we dat niet meer zo belangrijk.

Wat krijg je dan wel? De beste piekhelderheid in deze categorie, uitstekende kalibratie in de Filmmaker-modus, prachtige, levensechte kleuren en een natuurlijk perfect contrast. De beeldverwerking levert betrouwbare en erg goede resultaten – ook met oudere bronnen. Dankzij het webOS Re:New-programma krijg je nu vijf jaar updates op het webOS smart-tv-systeem. Een zeer ruim app-aanbod, AirPlay2 en Google Cast maken het entertainment-aanbod erg volledig. Ook gamers vinden alles wat ze nodig hebben op de C4. De prijs is wat ons betreft eveneens gerechtvaardigd.

▼ Volgende artikel
Zo beveilig je je thuisnetwerk met het opensource OPNsense
© ParinPIX - stock.adobe.com
Huis

Zo beveilig je je thuisnetwerk met het opensource OPNsense

Stel, je wilt je thuisnetwerk beter afschermen en beveiligen. Wellicht heb je hiervoor een oude pc of mini-pc ter beschikking of je zet een hypervisor in. Dan is de gratis en opensource-firewall en -routersoftware OPNsense precies wat je zoekt. We geven je hier een solide basis.

Na het lezen van dit artikel weet je hoe je OPNsense kunt configureren als krachtige, gratis en opensource firewall voor je netwerk:

  • Installeer OPNsense op een mini-pc of als virtuele machine
  • Controleer de basisinstellingen
  • Beheer de firewallregels
  • Breid functionaliteit uit met plug-ins

Ook interessant om te lezen: Bescherm je thuisnetwerk: DNS-filters voor zorgeloos surfen

Je router zorgt al voor enige bescherming van je netwerk en waarschijnlijk gebruik je ook een softwarematige firewall, zoals de Windows Firewall. Maar als je meer flexibiliteit wilt en liever alles zelf instelt, dan is OPNsense een uitstekend alternatief. Het is gratis en opensource. Het tweede betekent dat iedereen de broncode kan bestuderen, wat de kans op achterdeurtjes verkleint. De naam ‘opensense’ is dus zeker niet toevallig gekozen.

OPNsense is een afsplitsing van pfSense, een firewallproject dat op zijn beurt weer gebaseerd is op m0n0wall (dat ongeveer twintig jaar geleden begon). Toen het pfSense-team tien jaar later aankondigde te willen commercialiseren, leidde dit in 2015 tot de lancering van OPNsense door het Nederlandse netwerkbedrijf Deciso. In tegenstelling tot pfSense blijft OPNsense volledig gratis en opensource onder de BSD-licentie.

De software heeft een moderne, gebruiksvriendelijke webinterface en ondersteunt functies als IPS/IDS (Intrusion Detection/Prevention System), VPN (zoals WireGuard), verkeersmonitoring en bandbreedtebeheer, en biedt een architectuur voor opensource-plug-ins.

1 Benodigdheden

OPNsense draait op diverse hardware en er zijn zelfs ‘security appliances’ beschikbaar waarop OPNsense reeds is geïnstalleerd. Voorbeelden zijn de DEC700-serie van Deciso voor kleinere netwerken en de DEC4200-serie voor grotere bedrijven (geschikt voor 19inch-racks). Maar in dit artikel installeren we OPNsense zelf. We gebruiken hiervoor een gratis en opensource hypervisor, Oracle VM VirtualBox, maar je kunt dit op vrijwel identieke wijze op bijvoorbeeld een bare-metal-machine doen, zoals een oude pc of een mini-pc (zie ook het kader ‘Zuinige mini-pc’).

De minimale systeemeisen zijn bescheiden, zeker voor een thuisnetwerk. Je kunt al starten met een 1GHz-dualcore-processor, 2 GB RAM en 4 GB opslagruimte. In de praktijk is het beter om iets krachtigere hardware te gebruiken: minstens een 1,5GHz-processor met meer dan twee cores, 4 tot 8 GB RAM en minimaal 40 GB. Dit hangt natuurlijk ook af van welke functies je activeert. Een cache-webproxy zoals Squid of een Captive Portal kunnen bijvoorbeeld flink wat cpu-belasting veroorzaken.

Deciso maakt ook eigen hardware voor kleine en grote bedrijven.

Zuinige mini-pc

Je kunt OPNsense op een oude pc installeren, vooropgesteld dat deze voldoet aan de minimale hardware-eisen, maar dergelijke apparaten zijn vaak niet energiezuinig. Een betere optie is een mini-pc: goede prestaties en toch energiezuinig. Ga voor een 64bit-processor, zoals een Intel Celeron J4125 of Intel N100, en zorg voor 8 GB RAM of meer als je extra functies als IDS/IPS wilt gebruiken.

Je hebt minimaal twee, maar liever drie of meer gigabit- of multi-gigabit-ethernetpoorten nodig. Een ssd van 128 GB kan volstaan. Geschikte mini-pc’s zijn bijvoorbeeld de Protectli Vault FW48, HUNSN RS34g en Beelink EQ12. Deze voorbeelden zijn verkrijgbaar tussen 250 en 300 euro.

Beelink EQ12: mini-pc met Intel N100-processor, 16 GB geheugen, een ssd van 512 GB, wifi 6 en twee 2,5Gbit/s-poorten.

2 Fysieke machine

De benodigde schijfkopiebestanden voor OPNsense vind je op de officiële website. Op het moment van schrijven is versie 24.7 Thriving Tiger de meest recente stabiele versie. Klik op de Download-knop en selecteer amd64 als architectuur. Ga je voor een fysieke installatie, zoals op een (mini-)pc, dan kies je vga als image-type.

De download komt weliswaar in de vorm van een bz2-archief, maar dit kun je naar een img-schijfkopiebestand uitpakken met een gratis tool als 7-Zip. Dit img-bestand kun je vervolgens naar een bootstick schrijven, bijvoorbeeld met het gratis Rufus of balenaEtcher. Bij deze laatste selecteer je Install from file, verwijs je naar het img-bestand, kies je bij Select target een usb-stick en start je de procedure met de Flash!-knop.

De pc die je vervolgens met dit bootmedium opstart, dient wel over minstens twee netwerkadapters te beschikken. Of zelfs drie voor bijvoorbeeld een gastnetwerk of een DMZ-zone voor servers die je van je primaire netwerk wilt isoleren. In de meeste scenario’s is een van deze adapters direct met je modem(/router) verbonden.

In paragraaf 4 lees je meer over de installatieprocedure.

Je kunt het img-bestand omzetten naar een bootstick met balenaEtcher.

3 Virtuele machine

Doe je liever een installatie op een virtuele machine, kies dan voor dvd als image-type om een iso-schijfkopiebestand te krijgen. Zo’n virtuele installatie kan bijvoorbeeld handig zijn om een veilig testlab te bouwen met meerdere virtuele machines. De gratis en opensource-hypervisor Oracle VM VirtualBox is een goed programma om te gebruiken.

Installeer VirtualBox, start deze op en druk op de knop Nieuw. In het dialoogvenster geef je OPNsense op bij Naam, kies je een geschikte map (met voldoende opslagruimte) en verwijs je bij ISO-image naar het uitgepakte iso-bestand. Stel Type in op BSD, Subtype op FreeBSD, en Versie op FreeBSD (64-bit).

Open de sectie Hardware, waar je afhankelijk van je systeembronnen en het beoogde gebruik het veld Basisgeheugen instelt op bijvoorbeeld 4096 MB, en Processoren op 2. Stel Harde schijf in op bijvoorbeeld 40 GB en bevestig met Afmaken. De nieuwe virtuele machine wordt nu toegevoegd.

Voor je deze start, klik je eerst met rechts op de (nog uitgeschakelde) VM en kies je Instellingen. In het onderdeel Netwerk moet je nu minimaal twee netwerkadapters instellen. In het kader ‘Virtuele netwerkconfiguratie’ en in de tabel lees je meer over hoe je dit kunt aanpakken.

Stel de nodige parameters in voor de virtuele machine van OPNsense.

Virtuele netwerkconfiguratie

Ook in een virtuele configuratie met een hypervisor zoals VirtualBox moet je de nodige netwerkadapters toevoegen. Er zijn verschillende netwerkconfiguraties mogelijk, afhankelijk van je doel en netwerkbehoeften. In de afbeelding beschrijven we kort drie vrij gebruikelijke scenario’s met twee virtuele netwerkadapters.

Als je een derde netwerk(adapter) wilt toevoegen, bijvoorbeeld voor een DMZ of gastnetwerk, is een ‘intern netwerk’ meestal de beste keuze voor maximale isolatie. Vooral als je DMZ of gastnetwerk geen toegang tot het LAN nodig heeft.

Een host-only-adapter biedt wat meer flexibiliteit, terwijl een bridged-adapter ook toegang tot je LAN-netwerk mogelijk maakt. Je zult dus zelf de nodige afwegingen voor een optimaal netwerkscenario moeten maken.

Afhankelijk van het beoogde scenario kies je de juiste netwerkconfiguratie.

4 Installatie

Start de installatie van OPNsense door de bootstick of virtuele machine op te starten en het proces te voltooien. Dit duurt grofweg vijf minuten. Aan het eind hoor je doorgaans een korte piep. De live-versie van OPNsense draait nu en is bereikbaar via het standaard ip-adres 192.168.1.1, zowel via de webinterface als via SSH met bijvoorbeeld met het gratis Putty. De standaard inloggegevens zijn gebruikersnaam root met wachtwoord opnsense.

Omdat deze live-omgeving in het geheugen draait, wordt de configuratie niet permanent opgeslagen. Dit geeft je de kans om de omgeving eerst te testen. Voor een permanente installatie moet je opnieuw installeren. Meld je hiervoor aan in de consoleprompt met de naam installer en wachtwoord opnsense. Als dit toch niet lukt: log dan in als root, kies Shell in het menu (optie 8) en typ opnsense-installer, of gebruik hiervoor SSH.

Tijdens de installatie kies je: het toetsenbord (keymap); het bestandssysteem (bij voorkeur ZFS of eventueel UFS); de partitie-opties (doorgaans stripe zonder redundantie bij een enkele schijf); en de schijf zelf (meestal da0 of nvd0). Bevestig met Yes om de schijf te partitioneren en formatteren (kies bij UFS ook Yes voor de swap). Stel een sterk root-wachtwoord in (let op de correcte toetsenbordindeling) en bevestig dit. Selecteer tot slot Complete Install – Exit and reboot.

De ‘echte’ installatie van OPNsense is volop bezig.

5 Netwerkinterfaces

Na de herstart verschijnt, na aanmelding als root, het configuratiemenu van OPNsense. Hier vind je opties als Logout, Power off system en Reboot system. Boven dit menu zie je de toegewezen netwerkinterfaces, bijvoorbeeld:

LAN (em0) -> v4: 192.168.1.1/24

WAN (em1) -> v4/DHCP4: 192.168.0.171/24

De WAN-toewijzing kan per systeem verschillen. Als er geen WAN is toegekend, kies dan menuoptie 1 (Assign interfaces). Beantwoord de vraag over LAGG’s (Link Aggregation Groups) en VLAN’s met N. Voer eventueel zelf de naam in van de nog niet toegewezen netwerkadapter (in ons voorbeeld em1). Je kunt dit proces altijd nog onderbreken en terugkeren naar het menu met Ctrl+C.

Ga na of de netwerkinterfaces correct zijn toegewezen aan de LAN- en WAN-instellingen.

6 Informatie

Na de installatie van OPNsense kun je beginnen met de configuratie en optimalisatie via het grafische dashboard. Dit is toegankelijk via de webinterface op 192.168.1.1, waar je inlogt met je (inmiddels gewijzigde) inloggegevens.

Klik linksboven op het OPNsense-logo om widgets te bekijken met statusinformatie. Bij Traffic Graph en Interface Statistics zie je bijvoorbeeld live-grafieken voor inkomend en uitgaand verkeer. Ook kun je op de Firewall-grafiek klikken om gefilterd verkeer door de firewall te bekijken. Verder geeft een widget inzicht in het geheugen-, schijf- en cpu-gebruik en toont het blok Services welke services actief zijn, zoals DHCPv4Server, Unbound DNS en Web GUI. Hier kun je services (her)starten en sommige ook stopzetten.

In de widget System Information kun je via Click to check for updates controleren op updates. Scrol naar beneden en klik op Update om OPNsense bij te werken. Bevestig met OK om het systeem na de update te herstarten.

Om het dashboard aan te passen, klik je rechtsboven op het potloodpictogram Edit dashboard, waarna je ook extra widgets kunt toevoegen, zoals OpenVPN en WireGuard.

Extra rapporten vind je in de rubriek Reporting en subrubrieken als Health (met tabbladen Packets, System en Traffic) en Unbound DNS. Om de DNS-aanvragen te kunnen zien, moet je deze rapportage wel eerst activeren. Dit doe je bij Reporting / Settings, waar je Enables local gathering of statistics inschakelt. Ook interessant is Reporting / Traffic voor een live-weergave van het verkeer – kijk ook even op het tabblad Top Talkers, voor de actiefste systemen.

Dankzij live-widgets krijg je vanuit je dashboard een goed inzicht de status van je OPNsense.

7 Basisconfiguratie

Voordat je de geavanceerdere functies van OPNsense verkent, is het verstandig enkele basisinstellingen te controleren. Ga naar System / Settings / General, waar je de Hostname (standaard OPNsense), Domain (standaard localdomain, eventueel vervangen door je eigen domeinnaam) en Time zone (bijvoorbeeld Europe/Amsterdam) kunt instellen. De optie Dutch is vooralsnog niet beschikbaar bij Language.

Bij DNS servers kun je DNS-servers instellen voor het systeem, inclusief voor de DHCP-service. Wij laten deze lijst echter leeg en vinken Allow DNS server list to be overridden bij DHCP/PPP on WAN aan, zodat de DNS-servers van de internetprovider (mogelijk via je fysieke router) worden overgenomen. Klik altijd op Save (of soms Apply) om wijzigingen te bevestigen voordat je een andere rubriek in het dashboard opent.

Vervolgens kun je bij System / Settings / Administration de optie HTTP inschakelen bij Protocol als je het storend vindt om telkens het zelf-ondertekende SSL-certificaat te bevestigen (indien gewenst, kun je via System / Trust / Certificates trouwens een echt certificaat importeren). Je kunt bij Listen interface ook kiezen voor LAN in plaats van All als je alleen verbindingen van die specifieke netwerkinterface wilt accepteren.

Controleer als eerste een aantal basisinstellingen.

8 Interfaces

Standaard activeert OPNsense een DHCP-service binnen het LAN-subnet (192.168.1.0/24). Hierdoor krijgen clients die (wellicht via een switch) met de toegewezen netwerkinterface verbinden, automatisch een compatibel ip-adres en DNS-server (standaard 192.168.1.1) toegewezen. Je kunt dit controleren bij Services / ISC DHCPv4 / [LAN]. De optie Enable DHCP server on the LAN interface staat standaard aan met een ip-bereik van 192.168.1.100 tot 192.168.1.199, zodat je ruimte hebt om bepaalde apparaten een statisch ip-adres toe te kennen. Hier vind je trouwens ook diverse geavanceerde opties.

Als alles goed is ingesteld, ga dan naar Interfaces / Assignments. Hier controleer je welke interface met welk MAC-adres aan de LAN- of WAN-interface is gekoppeld. Heb je een extra netwerkinterface, bijvoorbeeld voor een DMZ of gastnetwerk, dan kun je die hier toewijzen. Selecteer de interface bij + Assign a new interface, klik op Add en dan op Save om de interface aan de rubriek Interfaces toe te voegen. Open de nieuwe interface en vink Enable Interface en eventueel ook Prevent interface removal aan. Stel IPv4 Configuration Type in op Static IPv4 en geef een ip-adres, zoals 192.168.2.1 / 24. Bevestig met Save en Apply changes.

Ga vervolgens naar Services / ISC DHCPv4 / [interfacenaam] om de DHCP-server in te schakelen en een passend ip-bereik in te stellen. Je doet er wellicht ook goed aan om Services / Unbound DNS / General te openen en daar Register ISC DHCP4 Leases en Register DHCP Statis Mappings in te schakelen, zodat je de machines ook via hun hostnaam kunt bereiken.

Je moet de extra netwerkinterface wel nog even koppelen en configureren.

9 Firewall

Bij een extra netwerk zijn alle inkomende verbindingen standaard geblokkeerd door de firewall. Open Firewall / Rules en selecteer de LAN-interface. OPNsense heeft hier al pass-regels aangemaakt voor IPv4 en IPv6 (verwijder de IPv6-regel indien gewenst). De regel IPv4* LAN net * * * * * staat al het verkeer toe.

Voor je extra interface kun je regels toevoegen, bijvoorbeeld om toegang tot het LAN-netwerk te blokkeren. Klik op de rode plus-knop, stel Action in op Block, en kies DMZ bij Interface. Laat Protocol op any staan, stel Source in op DMZ net en kies LAN net bij Destination. Voeg een beschrijving toe, zoals Blokkeer LAN toegang. Sla deze wijzigingen op met Save en bevestig met Apply changes.

Om je DMZ wel toegang tot je DNS-server en gateway binnen het LAN te verlenen, kun je extra pass-regel toevoegen. Kies Pass bij Action, DMZ bij Interface, en Single host or network bij Destination. Vul hier het (standaard) ip-adres 192.168.1.1 in, stel Protocol in op TCP/UDP en kies bij Destination bij de optie Port (other) voor poort 53.

Kopieer deze pass-regel via de Clone-knop en pas deze aan voor TCP, en respectievelijk poort 80 en 443, zodat je HTTP(S)-verkeer naar je gateway toestaat. Zorg met behulp van de pijlknopjes dat de drie pass-regels boven de blokkeerregel staan, aangezien de firewall deze regels altijd van boven naar beneden doorloopt.

De kans is groot dat je de standaardfirewallregels nog wat moet verfijnen.

10 Firewall-regels voor DMZ-zone

Wil je wel verkeer van de DMZ naar het internet toestaan, voeg dan een extra regel toe. Kies Pass als Action en DMZ als Interface. Stel Source in op DMZ net en Destination op WAN net. Vul een beschrijving in, bijvoorbeeld Toegang naar internet toelaten, en bewaar de regel.

Voor het toegankelijk maken van services op de DMZ vanaf het internet, ga je naar Firewall / NAT / Port Forward. Klik op Add, kies WAN als Interface en stel het juiste protocol in, bijvoorbeeld TCP/UDP. Selecteer WAN address bij Destination en stel bij Destination Port Range de poort(en) in die je wilt openstellen, bijvoorbeeld HTTP. Vul bij Redirect target IP het ip-adres in van het DMZ-netwerk dat het verkeer moet ontvangen. Indien nodig stel je bij Redirect target Port een alternatieve poort in voor de service (bijvoorbeeld (other), 8080). Bewaar de regel en bevestig ook hier met Apply changes.

Zo zou de firewall-regelset van je extra netwerk (bijvoorbeeld een DMZ-zone) er eventueel uit kunnen zien.

11 Plug-ins

Zoals je aan de menu-opties in je dashboard kunt zien, biedt OPNsense allerlei mogelijkheden en services, zoals VPN (inclusief OpenVPN en WireGuard), OpenDNS en een Captive Portal. We hebben helaas niet de ruimte hier verder op in te gaan, maar tonen je nog wel hoe je de functionaliteit van OPNsense kunt uitbreiden met gratis plug-ins. Bekende namen zijn clamav, ddclient, freeradius, os-intrusion-detection, iperf, nginx, squid, tftp, VirtualBox en VMware guest additions, zabbix enzovoort.

Om bijvoorbeeld ClamAV toe te voegen, zorg je er eerst voor dat OPNsense up-to-date is. Ga vervolgens naar System / Firmware / Plugins en klik op de plusknop Install bij os-clamav. Op het tabblad Updates volg je de voortgang van de installatie.

Na de installatie vind je ClamAV in de rubriek Services. Ga naar Configuration, klik op Download signatures en zorg dat Enable clamd service is ingeschakeld. Pas waar nodig de instellingen aan en klik op Save om de wijzigingen op te slaan.

Veel configuratiewerk vergt ClamAV dus niet, andere plug-ins vergen juist wat meer aanpassingen.

ClamAV is slechts een van de tientallen beschikbare plug-ins voor OPNsense.