ID.nl logo
Inductie, keramisch of gas: wat zijn de voordelen en nadelen?
© PXimport
Huis

Inductie, keramisch of gas: wat zijn de voordelen en nadelen?

Denk je erover na om een nieuwe kookplaat te kopen? Wij helpen je graag met het vinden van die ene geweldige én goedkope kookplaat. Om te beginnen is het goed om te weten dat er grofweg drie soorten kookplaten zijn: gaskookplaten, inductiekookplaten en keramische kookplaten. 

In dit artikel vind je een aantal tips, waarmee je kunt bepalen wat de beste kookplaat voor jouw situatie is. We bespreken de voordelen en nadelen van alle drie de soorten kookplaten. We sluiten af met een conclusie. Daarin kun je in één oogopslag zien waar je op moet letten bij het vergelijken van alle kookplaten op Kieskeurig.nl.

Koken op gas

Koken op gas heeft verschillende voordelen. Om te beginnen kun je de warmte van een gaskookplaat heel goed en gemakkelijk regelen: een kwestie van de vlam hoger of lager zetten. Je ziet meteen wat je doet en je eten brandt minder snel aan. Het tweede voordeel van koken op gas is dat een gaskookplaat relatief goedkoop in de aanschaf is. Op een gaskookplaat kook je dus gemakkelijk en goedkoop.

Het grootste nadeel van het koken op gas is dat het niet de meest efficiënte manier van koken is. Er gaat namelijk tot wel 50 procent van de warmte verloren. Daarnaast duurt koken op een gaskookplaat ook iets langer dan koken op een elektrische kookplaat. Een tweede nadeel is dat een gaskookplaat moeilijker schoon te maken is, zeker als je iets hebt laten overkoken of er etensresten zijn ingebrand.

Gas of elektrisch koken?

Koken op gas is niet je enige optie: je kunt ook kiezen voor elektrisch koken. Om je te helpen een keuze te maken, vergelijken we koken op gas met koken op elektra.

Elektrisch koken of op gas koken? Beide kennen voor- en nadelen. Neem gebruiksgemak. Elektrisch koken kent op dit punt een groot voordeel ten opzichte van koken op gas. Door het vlakke, gladde oppervlak kun je elektrische kookplaten namelijk goed schoonmaken.

©PXimport

We kunnen koken op gas en koken op elektra verder ook nog vergelijken op kosten. Want wat is voordeliger: koken op gas of elektrisch koken? Het verbruik van elektrisch koken ligt – afhankelijk van het type kookplaat – tussen de 175 kWh (inductiekookplaten) en 225 kWh (keramische kookplaten) per jaar. Gemiddeld verbruikt een gaskookplaat jaarlijks 37 m3 gas. Koken op gas is heel lang de goedkopere optie geweest. De prijs van gas gaat echter flink toenemen, terwijl de prijs van elektra naar verwachting zal afnemen.

Elektrisch koken: inductie of keramisch?

Binnen de categorie elektrisch koken zijn er twee soorten kookplaten: de inductiekookplaat en de keramische kookplaat. Om je te helpen bij het vinden van de beste kookplaat, gaan we in de volgende alinea dieper op beide soorten in.

Hoe werkt koken op inductie?

Er zijn verschillende typen inductieplaten, van volledige inductie tot een combinatie tussen inductie en gas. Bij een inductie kookplaat zorgt een elektromagnetisch veld voor verhitting. Om specifiek te zijn, worden elektrische stromen in draden opgewekt door veranderingen van het aanwezige magnetische veld. Er wordt daarom ook vaak gesproken over magnetische inductie.

Bij koken op inductie wordt er pas warmte opgewekt nadat je een geschikte pan op de kookplaat plaatst. Wanneer je de pan weer van de plaat haalt, is de plaat dan ook niet heet, maar alleen warm. Koken met een inductiekookplaat is zodoende veiliger dan koken op gas. Een van de andere voordelen van koken op een inductiefornuis is dat de pannen snel warm zijn.

Er zijn echter ook nadelen. Zo heb je om te kunnen koken op inductie (soms) nieuwe pannen nodig. Een ander nadeel is dat inductieplaten qua aanschafkosten vaak de duurste kookplaten zijn.

Hoe werkt keramisch koken?

Een keramische kookplaat werkt met metalen spiralen die middels elektriciteit worden verwarmd. Deze verwarmingselementen worden bedekt met een glasplaat en gloeien rood als ze heet zijn. Volgens velen is keramisch koken zelfs makkelijker dan koken op gas. Net als bij een gasfornuis kun je meestal aan een knop draaien om het verwarmingselement aan te zetten. Daarnaast heb je bij keramisch koken niet per se nieuwe pannen nodig.

Een nadeel van de keramische kookplaat is dat het verwarmen en afkoelen van de platen langzaam gaat en de temperatuur niet zo heel nauwkeurig te regelen is. Bij keramische kookplaten ligt je stroomverbruik hoger dan bij koken op inductie.

©PXimport

Het verschil tussen inductie en keramisch

Als je voorkeur uitgaat naar elektrisch koken, kun je kiezen tussen keramisch of inductie. Maar wat is het verschil tussen inductie en keramisch? Om te beginnen heb je om te koken op inductie (soms) inductiepannen nodig. Deze pannen hebben een platte, dikke en magnetiseerbare bodem die de opgewekte warmte goed kan verdelen. Bij het koken op een keramische kookplaat kun je sowieso ook niet-metalen pannen gebruiken.

Een tweede verschil heeft te maken met stroomverbruik. We beginnen met het verbruik van een inductiekookplaat. Inductie behaalt het hoogste energierendement, namelijk zo’n 80 tot 90 procent. Met een inductiekookplaat verbruik je gemiddeld 175 kWh per jaar. Het verbruik van een keramische plaat ligt met 225 kWh hoger. Het rendement van koken ligt bij deze kookplaten rond de 60 procent.

Conclusie: inductie, keramisch of gas?

Om te bepalen wat de beste kookplaat voor jouw situatie is, zetten we de voor- en nadelen nog even op een rijtje.

• Bij koken op gas kun je de warmte goed regelen. Een gaskookplaat is goedkoop in aanschaf. Koken op gas is echter inefficiënt; er gaat warmte verloren. Met de stijgende gasprijzen is deze manier van koken niet echt toekomstbestendig. • Koken op inductie is vanwege de snel afkoelende platen veilig. Ook is een inductiekookplaat zuiniger dan een keramische kookplaat. Het nadeel is dat je soms nieuwe pannen nodig hebt. • Keramisch koken is eenvoudig. Ook heb je vaak geen nieuwe pannen nodig. Een nadeel is dat de temperatuur niet zo heel nauwkeurig te regelen is en het stroomverbruik hoger ligt.

Andere aandachtspunten

Wanneer je weet op welke kookplaat je voortaan wilt koken, kun je kijken naar het aantal kookzones. Je kunt kookplaten in verschillende afmetingen kopen, waarbij meestal geldt dat hoe breder de plaat is, hoe meer kookzones je hebt. En dat is bij elektrische kookplaten wel iets om rekening mee te houden. 

Voordat je overstapt van gas naar elektrisch is het zaak te kijken naar de stopcontacten in je keuken en je meterkast. Het kan namelijk zijn dat je deze moet ombouwen. Een geschikte aansluiting is belangrijk, omdat je elektrische kookplaat anders niet (goed) werkt of de stoppen kunnen doorslaan.

Als je alleen 2-polige stopcontacten hebt, dan is jouw aansluiting geschikt voor 1-fase elektrische kookplaten. Als je 5-polige stopcontacten hebt, dan kan je aansluiting geschikt zijn voor 2- of 3-fase elektrische kookplaten. Het fasen meten kan met een multimeter. Neem daarnaast ook een kijkje naar de fornuisgroep in de meterkast. 

Is jouw meterkast niet geschikt voor de kookplaat die je wilt kopen? Het aanpassen van een meterkast is geen gemakkelijk klusje. Zodoende raden we aan om bij twijfel een vakman in te schakelen.

Toe aan een nieuwe? Bekijk alle kookplaten op Kieskeurig.nl

Bekijk nu!

▼ Volgende artikel
10 tips om meer uit je robotstofzuiger te halen
© Mustafa_Art
Huis

10 tips om meer uit je robotstofzuiger te halen

Een robotstofzuiger scheelt flink wat werk, maar alleen als je hem goed gebruikt. Wie er net een in huis heeft, merkt al snel dat hij niet alles vanzelf doet. En ook als je al langer een robotstofzuiger gebruikt, valt er vaak nog winst te halen. Met deze tien praktische tips werkt je robotstofzuiger beter – en hoef jij minder te doen!

In het kort

Een robotstofzuiger kan je flink wat werk uit handen nemen, maar alleen als je hem goed gebruikt. Met deze 10 slimme tips werkt hij beter, blijft hij langer mee gaan en past hij zich aan jouw huishouden aan. Van zones instellen tot onderhoud: zo maak je er écht een huishoudhulp van.

Lees ook: Hier moet je op letten wanneer je een robotstofzuiger wilt kopen

1. Laat hem eerst je huis leren kennen

Veel robotstofzuigers kunnen een plattegrond van je woning maken. Dat kost eenmalig wat tijd, maar levert daarna veel gemak op. Tijdens zo'n verkenningsronde reinigt hij meestal nog niet, maar scant hij alleen. Geef hem de ruimte en zorg dat er geen spullen over de vloer slingeren. Als de kaart eenmaal is aangemaakt, kun je zones instellen, schoonmaakschema's maken en no-go-gebieden markeren.

2. Zorg voor voldoende licht

Robotstofzuigers met optische sensoren hebben licht nodig om goed te navigeren. Als je hem 's avonds laat rijden terwijl de lampen uit zijn, herkent hij obstakels minder goed. Plan het schoonmaken liever overdag of laat een lamp aan in de ruimte waar hij aan het werk is. Als het apparaat regelmatig moeite heeft om meubels of muren goed te herkennen, komt dat mogelijk door te weinig licht.

Licht, laser & optische sensoren

De lichtbehoefte van robotstofzuigers verschilt sterk per navigatiesysteem. Modellen met LiDAR-technologie (lasernavigatie) werken uitstekend in het donker omdat ze zelf licht uitstralen om obstakels te detecteren. Camera-gebaseerde robots daarentegen zijn afhankelijk van omgevingslicht om hun omgeving te kunnen 'zien' en hebben problemen in donkere ruimtes. Goedkopere modellen met alleen infrarood- of aanrakingssensoren navigeren weliswaar zonder licht, maar werken veel minder nauwkeurig en rijden vaker tegen obstakels aan.

3. Stel schoonmaakzones en kamers in

In de app van de meeste modellen kun je na de kaartopbouw aangeven welke kamers of delen van het huis wanneer moeten worden schoongemaakt. Dat is handig als je bijvoorbeeld elke ochtend de gang en keuken wilt laten doen, maar de slaapkamers alleen op zaterdag. Door het schoonmaken slim te verdelen, werkt de robotstofzuiger efficiënter en hoeft hij tussendoor minder vaak op te laden.

©Wesley Akkerman | ID.nl

4. Gebruik virtuele afbakeningen waar nodig

Veel modellen bieden de mogelijkheid om virtuele grenzen aan te maken: gebieden waar de robotstofzuiger niet mag komen. Denk aan een speelkleed met speelgoed, een losse kabel achter de bank of een plek waar de vloer nat kan zijn. In plaats van zo'n verboden plek elke keer handmatig af te schermen, door er bijvoorbeeld iets voor te zetten, stel je die zones gewoon één keer digitaal in. Het apparaat houdt daar vanaf dan automatisch rekening mee en weet dat hij daar niet meer mag komen.

5. Dweilen? Wees voorzichtig met schoonmaakmiddelen

Kan jouw robotstofzuiger ook dweilen? Gebruik dan alleen het aanbevolen reinigingsmiddel of gewoon water. Veel gewone schoonmaakmiddelen zijn te sterk of laten resten achter, waardoor leidingen of sproeiers kunnen verstoppen. Sommige robotstofzuigers hebben een speciaal reservoir voor schoonmaakmiddel, maar dat geldt niet voor elk model. Iets om naar te kijken voordat je een robotstofzuiger gaat kopen.

6. Maak borstels, wieltjes en sensoren regelmatig schoon

Haren, stof en vuil hopen zich snel op rond de draaiende onderdelen van de robotzuiger. Vooral huisdierharen kunnen oor problemen zorgen. Maak elke week de hoofdborstel los, controleer de zijborstels en veeg vuil weg met een droge doek of meegeleverd hulpstuk. Vergeet ook de val- en navigatiesensoren niet: die kunnen door stof minder goed functioneren, wat de navigatie beïnvloedt.

©Vershinin Evgenii

7. Leeg het stofreservoir af en toe ook zelf

Veel robotstofzuigers hebben een zelflegende functie. Handig, maar ook dan is het slim om af en toe zelf te controleren of alles goed blijft werken. Het stofreservoir is meestal klein en raakt sneller verstopt dan je denkt. Leeg het na een paar schoonmaakbeurten, zeker als je merkt dat hij minder vuil opzuigt of als hij zelf aangeeft dat het reservoir leeg is, maar je toch nog stof en kruimels op de vloer ziet liggen.

8. Zet het laadstation op een vaste plek

Een robotstofzuiger onthoudt zijn omgeving en zoekt na elke beurt zijn laadstation op. Verplaats je dat station naar een andere plek, dan moet hij opnieuw leren waar hij zich bevindt. Zet het station dus op een centrale, bereikbare plek waar voldoende ruimte is en laat het daar staan. Zo voorkom je dat hij de weg kwijt raakt of fouten maakt bij het navigeren.

9. Pas op bij huisdieren

Een ongelukje van een huisdier kan vervelende gevolgen hebben als de stofzuiger erdoorheen rijdt. Laat hem daarom liever schoonmaken op momenten dat je huisdieren buiten zijn of je zeker weet dat de vloer schoon is. Zo voorkom je niet alleen vieze sporen, maar ook schade aan het apparaat en extra schoonmaakwerk achteraf.

©Надія Коваль - stock.adobe.com

10. Automatiseer waar het kan, maar houd controle

Robotstofzuigers zijn bedoeld om werk uit handen te nemen. Toch blijft het verstandig om regelmatig de app te openen, meldingen te controleren en updates uit te voeren. Soms kun je met een kleine aanpassing – zoals het verplaatsen van een kabel, het instellen van een extra schoonmaakbeurt op vrijdag – het resultaat flink verbeteren.

Robotstofzuiger klaar? Zuigen maar!

Het is simpel: hoe beter je robotstofzuiger weet wat hij moet doen, hoe beter hij zijn werk doet. Met deze tips zorg je ervoor dat dat het geval is. En ja, je moet zelf ook af en toe nog wat doen, zoals het stofreservoir controleren of dierenhaar uit de wieltjes te peuteren, maar dat kost hooguit een paar minuutjes van je tijd. Want je weet nu hoe je ervoor zorgt dat de omstandigheden zo goed mogelijk zijn én hoe je hem 'traint'. En daarmee komt hij dicht in de buurt van je ideale huishoudhulp!


🤖 🧹 Accessoires voor je robotstofzuiger?

Je vindt ze

▼ Volgende artikel
Zelf je elektrische kookplaat aansluiten? Zo doe je dat slim en veilig!
© andrey
Huis

Zelf je elektrische kookplaat aansluiten? Zo doe je dat slim en veilig!

Hoewel koken op gas voorlopig nog mag, is duidelijk dat de toekomst elektrisch is. Veel mensen stappen nu al over op elektrisch koken – vaak in combinatie met inductie. Ben jij toe aan een nieuwe kookplaat of wil je van het gas af? Dan is het goed om te weten hoe je zo’n elektrische kookplaat aansluit, waar je op moet letten en wanneer je beter een professional kunt inschakelen.

Na het lezen van dit artikel weet je:
  • Dat er 1-, 2- en 3-fase-aansluitingen en -kookplaten zijn
  • Hoe je met de multimeter bepaalt wat voor aansluiting jij hebt
  • Hoe je de elektrische kookplaat aansluit

Dit vind je vast ook interessant: Wat voor soort kookplaten zijn er?

Eén, twee of drie fasen: wat betekent dat?

In tegenstelling tot een gaskookplaat, die je simpelweg aan een gasaansluiting koppelt, is een elektrische kookplaat net iets technischer. Zo'n kookplaat kan worden aangesloten op één, twee of drie elektrische fasen. Welke van de drie je nodig hebt, hangt af van het vermogen van je kookplaat én van de aansluiting in je keuken.

Een 1-fase kookplaat is het eenvoudigst. Die werkt op een gewone stekker met twee pinnen, precies zoals je gewend bent van andere apparaten in huis. Deze modellen hebben een beperkt vermogen – maximaal 3680 watt – maar zijn vaak krachtig genoeg voor wie niet al te fanatiek kookt. Aansluiten is simpel: stekker erin en je kunt aan de slag.

Voor een 2-fase kookplaat heb je een zogenoemde perilex-stekker nodig, met vijf pinnen. Die zie je vooral bij iets krachtigere inductiekookplaten. Meestal worden dit soort kookplaten zonder stekker geleverd, en is het slim om een elektricien in te schakelen voor de installatie. Het benodigde vermogen ligt tussen de 3681 en 7360 watt.

Een 3-fase kookplaat vraagt nog meer stroom en werkt op krachtstroom. Ook hier gebruik je een perilex-stekker met vijf pinnen, maar je moet wel eerst controleren of je meterkast daar op is voorbereid. De aansluitwaarde ligt boven de 7360 watt en het is belangrijk dat de aansluiting klopt – anders werkt de kookplaat niet of loop je zelfs risico op overbelasting. Laat dit daarom bij voorkeur aan een vakman over.

©vectorizer88 - stock.adobe.com

Een kookplaat voor 1- en 2-fase

Je kunt ook kiezen voor een kookplaat met powermanagement. Dat is een kookplaat die je op een normaal stopcontact of op een perilex-stopcontact aansluit. Deze kookplaat kun je in de toekomst uitbreiden, als je dat wilt, maar hiervoor hoef je nu nog niet meteen de aanpassingen in de meterkast en aansluiting door te voeren. Als je wel de aanpassingen in de meterkast laat doen, heb je profijt van de kracht van een 2-fase kookplaat.

Hoe weet je welke kookplaat bij je keuken past?

Wat je kunt aansluiten, hangt af van het type stopcontact in je keuken. Heb je een standaard wandcontactdoos met twee gaten? Dan past daar alleen een 1-fase kookplaat op. Die worden meestal geleverd met stekker en snoer, zodat je hem meteen kunt gebruiken.

Zie je een perilex-stopcontact (met vijf gaten)? Dan is je keuken in principe geschikt voor een 2- of 3-fase kookplaat. Alleen weet je dan nog niet of je meterkast daadwerkelijk drie fasen aankan. Dat kun je op twee manieren controleren: met een multimeter of door in je meterkast te kijken.

Zo check je de aansluiting met een multimeter

Heb je een multimeter in huis? Dan kun je precies meten hoeveel fasen je aansluiting ondersteunt. Teken op een papier het patroon van het perilex-stopcontact en noteer per gat wat je meet. Prik met één pin in het middelste gat (de aarde) en meet met de andere pin de overige vier. Krijg je twee keer 230 volt en twee keer 0? Dan heb je een 2-fase aansluiting. Meet je drie keer 230 volt en één keer 0? Dan is het een 3-fase aansluiting. Label de gaten met ‘L’ voor stroom en ‘N’ voor nul, zodat je straks precies weet wat waar hoort.

©Dmitriy

Voordat je een kookplaat aanschaft, check je eerst de nismaat van je aanrechtblad. Meet met een rolmaat eerst de nis op in het aanrechtblad. Doe dit voor de breedte, de diepte en de hoogte. Komen de afmetingen niet overeen met de kookplaat die je graag wilt? Kijk dan of je het aanrechtblad kunt aanpassen.

Geen multimeter? Kijk in de meterkast

Heb je geen meetapparatuur? Dan kun je in de meterkast zien hoeveel fasen er beschikbaar zijn. Bij een 2-fase aansluiting zie je twee gekoppelde groepen met een hendel ertussen. Zie je vier gekoppelde groepen? Dan is er krachtstroom aanwezig en kun je dus ook een 3-fase kookplaat aansluiten – mits het stopcontact daar geschikt voor is.

©auremar

Zelf een kookplaat aansluiten

Ga je zelf aan de slag? Dan is het belangrijk dat je weet wat je doet. Elektriciteit is geen speelgoed, dus bij twijfel: bel een vakman. Heb je een 1-fase kookplaat met powermanagement die je op een normaal stopcontact wilt aansluiten? Dan moet je deze eerst correct instellen.

Leg om te beginnen een stuk piepschuim onder de kookplaat, zodat je hem veilig kunt omdraaien zonder krassen of barsten. Plak daarna de afdichtband rondom het apparaat, bij voorkeur zo dicht mogelijk bij de glasrand. Begin aan de achterkant, zodat de naad niet in het zicht valt.

Open het aansluitcompartiment onder de kookplaat en controleer het aansluitschema dat daar staat. Gebruik de bijgeleverde bruggetjes om de juiste verbindingen te maken. Sluit het snoer aan: bruin op L, blauw op N en geelgroen op aarde. Zet het snoer vast met trekontlasting en sluit het klepje.

Draai nu de kookplaat weer om en steek de stekker in het stopcontact. Leg de kookplaat op z’n plek in het aanrechtblad. Houd de pauzeknop vijf seconden ingedrukt om het menu te openen. Zoek via de plusknop naar het onderdeel ‘PO’ (power) en stel het vermogen in op 3.7 in plaats van 7.4. Bevestig dit door de pauzeknop nog eens vijf seconden ingedrukt te houden. Je kookplaat is nu geschikt voor een standaard aansluiting.

Houd de stekker op de juiste positie tijdens het meten met de multimeter. Kijk hoe je de stekker in het getekende stopcontact zou steken, zodat je de juiste kleuren van de draden noteert op je tekening.

Een 2-fase kookplaat aansluiten: zo werkt het

Heb je een 2-fase kookplaat? Dan moet je eerst bepalen welke kleur draad bij welk contact hoort. Meet het snoer door met een multimeter, op de piepstand of op de Ohm-stand. Noteer welke draad bij welke stekkerpin hoort en gebruik die info bij het aansluiten.

Open vervolgens het aansluitvak onder de kookplaat en kijk welk aansluitschema je moet gebruiken. L1 en L2 koppel je aan de juiste stroomdraden, 01 en 02 aan de juiste nuldraad. Maak de trekontlasting los, sluit de draden aan zoals je eerder hebt gemeten, en zet alles weer stevig vast.

Steek daarna de stekker in het stopcontact en plaats de kookplaat netjes in het blad. Dankzij de afdichtband blijft alles goed op z'n plek. Zet vervolgens de kookplaat aan en test of alle kookzones werken. Krijg je een foutmelding? Dan is er waarschijnlijk iets misgegaan bij het aansluiten. Geen foutmelding? Dan is je kookplaat klaar voor gebruik.

©S.Engels

Het is gebruikelijk dat de pannen een licht tikkend of zoemend geluid maken tijdens het koken. Dit heeft te maken met het magnetisch veld van de kookplaat. Ruik je een vreemde geur na het installeren van de kookplaat? Dit is ook gebruikelijk en de geur trekt uiteindelijk weg.