ID.nl logo
5 veelgemaakte fouten bij het koken op inductie
© alfa27 - stock.adobe.com
Huis

5 veelgemaakte fouten bij het koken op inductie

Aangebrand eten, vibrerende pannen of ongelijke resultaten: wie net begint met koken op inductie kan tegen dit soort frustraties aan lopen. Gelukkig zijn ze makkelijk te voorkomen. Wij vertellen wat de meest gemaakte fouten zijn bij het koken op inductie én hoe je ze voorkomt.

In het kort

Overgestapt van gas op inductie? Dat is vaak even wennen. Wij zetten 5 veelgemaakte fouten bij het koken op een rij, zodat jij ze niet hoeft ze maken. Dit zijn ze:

  1. Verkeerde pannen gebruiken
  2. Kookzones niet goed benutten
  3. Te hoog vermogen gebruiken
  4. Boostfunctie te veel gebruiken
  5. Niet goed schoonmaken

Inductieplaat kopen?

Check hier de beste deals!

Fout 1: Verkeerde pannen gebruiken

Een klassieke fout bij het koken op inductie is het gebruik van pannen die eigenlijk niet geschikt zijn voor dit type kookplaat. Inductie werkt via een magnetisch veld dat de bodem van de pan rechtstreeks verwarmt. Zijn jouw pannen niet magnetisch, dan is het gevolg een tragere opwarming, ongelijke garing en onnodig veel energieverbruik. Soms reageert een inductiekookplaat helemaal niet op gewone pannen.

Weet je niet zeker of jouw pannen geschikt zijn voor inductie? Doe dan de magneettest: pak een (koelkast)magneet en houd 'm tegen de bodem van de pan. Plakt de magneet stevig vast? Dan is de pan geschikt voor inductie. Glijdt de magneet weg of is de magnetische werking veel te zwak? Dan kun je beter niet koken met deze pan. 

Extra tip: als je nieuwe pannen voor je inductiekookplaat wilt kopen, let dan niet alleen op de magnetische werking. Ook de dikte van de bodem is belangrijk. Pannen met een bodem van minstens 4 à 5 mm dik verminderen de kans op aanbranden en trillen bij hoog vermogen. Kies daarnaast voor keukengerei van hout of siliconen; dat voorkomt krassen aan de onderkant van de pan. 

Fout 2: Kookzones niet goed benutten

Een inductiekookplaat werkt het best met pannen die qua formaat goed door de kookzone worden herkend. Zet je een pan neer die veel kleiner is dan de kookzone, dan kan het zijn dat de plaat hem niet detecteert of dat er minder vermogen beschikbaar is. Er gaat echter geen warmte verloren: alleen het deel van de pan dat binnen het magnetisch veld valt, wordt verwarmd. Een pan die juist groter is dan de kookzone kan leiden tot ongelijkmatige verhitting, omdat alleen het middendeel voldoende wordt opgewarmd. Let er daarnaast op dat de bodem van de pan vlak en schoon is, zodat het contact met het glasoppervlak optimaal blijft. Een kromgetrokken of vuile bodem kan de werking verstoren.

©vectorizer88 - stock.adobe.com

Fout 3: Te snel opwarmen

Inductie warmt veel sneller op dan gas. Daardoor zetten veel mensen het vermogen al snel te hoog, met als gevolg dat olie of eten kan aanbranden. Het is slimmer om op een lagere stand te beginnen en de temperatuur geleidelijk op te voeren, zeker bij bakken of sudderen. Voor water koken mag je gerust vol vermogen gebruiken, maar bij braden is dat vaak niet nodig. Merk je dat je pan gaat trillen of de kookplaat een zoemend geluid maakt, dan staat hij waarschijnlijk te hoog. Gebruik bovendien olie of vet met een hoog rookpunt, zoals arachideolie, zonnebloemolie, kokosolie of geklaarde boter (ghee). Daarmee voorkom je dat het vet te snel verbrandt.

Fout 4: Boostfunctie te veel gebruiken 

Veel inductiekookplaten hebben een boostfunctie die het vermogen tijdelijk flink opschroeft. Ideaal om snel een pan met water aan de kook te brengen of grote hoeveelheden soep of pasta te verhitten. Voor delicate bereidingen is de booststand minder geschikt, omdat de pan dan zo heet wordt dat eten kan aanbranden of ongelijk gaart. Gebruik hem dus met beleid: handig als je snel kracht nodig hebt, maar niet bedoeld om continu op te koken.

Fout 5: Niet goed schoonmaken 

Vlekken en etensresten op je inductiekookplaat zijn niet alleen onhygiënisch, ze kunnen ook blijvende schade veroorzaken. Vooral suikers zijn verraderlijk: die kunnen bij verhitting het glasoppervlak aantasten. Ook verbrande resten laten vaak hardnekkige vlekken achter en kunnen het glas op den duur verkleuren of zelfs doen barsten. Maak de kookplaat daarom na gebruik altijd schoon. Gebruik een licht vochtige doek met een mild reinigingsmiddel, zoals een beetje afwasmiddel of een speciaal middel voor inductiekookplaten. Voor aangekoekte resten is een speciale kookplaatschraper handig. Vermijd schuurmiddelen en schuursponsjes, want die veroorzaken krassen en maken het glas dof.

▼ Volgende artikel
Waar voor je geld: 5 robotstofzuigers voor een extra schone vloer
© ID.nl
Huis

Waar voor je geld: 5 robotstofzuigers voor een extra schone vloer

Bij ID.nl zijn we gek op producten waar je niet de hoofdprijs voor betaalt of die zijn voorzien van bijzondere eigenschappen. Met een robotstofzuiger wordt de vloer schoongehouden, terwijl je er niet bij hoeft te zijn. En stofzuigen is dan wel het minste dat ze kunnen, want ook dweilen is voor veel modellen geen proleem. We vonden vijf geavanceerde exemplaren.

Philips HomeRun 7000 Series XU7100/01

De Philips HomeRun 7000 Series XU7100/01 is ontworpen om grote ruimtes aan te kunnen. Het apparaat heeft een stofzak van 3 liter en een werktijd tot 180 minuten in de laagste stand. In tegenstelling tot veel kleinere robots is deze HomeRun uitgerust met een stille motor; de opgave van 66 dB maakt hem relatief stil.

Er zit een dweilfunctie in zodat je de robot na het stofzuigen ook direct kunt laten dweilen. Via de app kies je voor een van de modi of plan je een schoonmaakprogramma in. De robot kan zichzelf navigeren, obstakels omzeilen en keert na gebruik terug naar het laadstation. Omdat de opvangbak groot is hoef je niet vaak te legen en dankzij de Li‑ion‑accu is hij geschikt voor grotere woningen. Het apparaat is van recente datum en daarom nog volop verkrijgbaar.

Dreame L10s Pro Ultra Heat

Deze robot combineert een groot stofreservoir van 3,2 liter met een lange werktijd van ongeveer 220 minuten. Dankzij de geïntegreerde dweilfunctie verwijdert hij niet alleen stof maar kan hij ook nat reinigen. De L10s Pro Ultra Heat gebruikt een zak in het basisstation, waardoor je het reservoir minder vaak hoeft te legen.

De Dreame is voorzien van een Li‑ion‑batterij aanwezig en de robot keert automatisch terug naar het station voor opladen en legen. De sensortechnologie helpt bij het vermijden van obstakels en het nauwkeurig schoonmaken van zowel harde vloeren als tapijt. Dankzij de meegeleverde app stuur je de schoonmaak aan, stel je no‑go‑zones in of plan je een dweilrondje.

Philips HomeRun 3000 Series Aqua XU3100/01

Deze Philips‑robot is bedoeld voor wie minder vaak handmatig wil schoonmaken. Hij beschikt over een gecombineerde stofzuig‑ en dweilfunctie en kan zichzelf legen via het automatische station. Met een gebruiksduur tot 200 minuten in de laagste stand en een geluidsniveau van 66 dB kan hij urenlang zijn werk doen zonder al te veel herrie. De stofcontainer van 35 cl is kleiner dan bij de HomeRun 7000, maar door het automatische leegmechanisme is dat geen probleem.

Je bedient het apparaat via de app en kunt daar zowel een schema programmeren als zones instellen. De Aqua XU3100/01 is een model uit de recente 3000‑serie en doordat hij een mop‑pad heeft kan hij zowel droog als nat reinigen, wat handig is voor harde vloeren zoals tegels en laminaat.

iRobot Roomba Combo j9+

De Roomba Combo j9+ is een model dat je vloeren zowel kan stofzuigen als dweilen. De Combo j9 beschikt over een opvangbak van 31 cl en hij kan zelf zijn inhoud legen in het automatische basisstation dat bij de set hoort. De Li‑ion‑accu zorgt voor een lange gebruiksduur en de robot maakt een routeplanning zodat elke ruimte efficiënt wordt schoongemaakt.

Via de app kun je zones instellen waar de robot niet mag komen en het dweilelement in‑ of uitschakelen. In de basis maakt de Combo j9+ zelfstandig een kaart van je woning en keert terug naar het station wanneer de accu moet opladen of de stofcontainer vol is. De robot is bedoeld voor huishoudens die gemak belangrijk vinden en biedt naast stofzuigen ook een dweilfunctie voor hardere vloeren.

MOVA Tech P50 Ultra

De MOVA Tech P50 Ultra is een forse robotstofzuiger met een basisstation. Het apparaat heeft een stofreservoir van 30 cl en wordt geleverd met een basisstation waarin je het stof eenvoudig kunt verwijderen. De robot produceert een geluidsniveau van 74 dB, iets hoger dan de Philips‑modellen, en weegt inclusief station ruim 13 kg.

Hij kan uiteraard ook automatisch terugkeren naar het station om op te laden of te legen. In de specificaties staat dat de MOVA is voorzien van een Li‑ion‑batterij en dat hij zowel kan stofzuigen als dweilen. De meegeleverde app maakt het mogelijk om routes in te stellen en zones te blokkeren. Met een vermogen van 700 W is hij krachtig genoeg voor tapijten en harde vloeren. Het is geschikt voor mensen die een uitgebreid station met automatische functies willen.

▼ Volgende artikel
Waarom je tv-beeld onnatuurlijk oogt (en hoe je dat oplost)
© DC Studio
Huis

Waarom je tv-beeld onnatuurlijk oogt (en hoe je dat oplost)

Je hebt net een klein fortuin uitgegeven aan een gloednieuwe 4K- of zelfs 8K-televisie. Je installeert hem, start je favoriete filmklassieker en zakt onderuit op de bank. Maar in plaats van een bioscoopervaring bekruipt je het gevoel dat je naar een goedkope soapserie of een homevideo zit te kijken. De acteurs bewegen vreemd soepel, de actiescènes lijken versneld en de magie is ver te zoeken. Geen zorgen, je televisie is niet stuk. Hij doet eigenlijk iets te goed zijn best.

Dit fenomeen is zo wijdverspreid dat er een officiële term voor is: het 'soap opera effect'. In technische kringen wordt dit ook wel bewegingsinterpolatie of 'motion smoothing' genoemd. Hoewel fabrikanten deze functie met de beste bedoelingen in hun televisies bouwen, is het voor filmfanaten vaak een doorn in het oog. Gelukkig is het eenvoudig op te lossen... als je tenminste weet waar je moet zoeken.

Nooit meer te veel betalen? Check
Kieskeurig.nl/prijsdalers!

Wat is het 'soap opera effect' precies?

Om te begrijpen wat er misgaat, moeten we kijken naar hoe films worden gemaakt. De meeste bioscoopfilms en veel dramaseries worden opgenomen met 24 beelden per seconde. Die snelheid geeft films hun karakteristieke, dromerige uitstraling. Een beetje bewegingsonscherpte hoort daarbij; dat is wat onze hersenen associëren met 'cinema'. Moderne televisies verversen hun beeld echter veel vaker: meestal 60 of zelfs 120 keer per seconde.

Om dat verschil te overbruggen, verzint je slimme televisie er zelf beelden bij. De software kijkt naar beeld A en beeld B, en berekent vervolgens hoe een tussenliggend beeld eruit zou moeten zien. Dit voegt de tv toe aan de stroom. Het resultaat is een supervloeiend beeld waarin elke hapering is gladgestreken.

Voor een voetbalwedstrijd of een live-uitzending is dat geweldig, omdat je de bal en spelers scherper kunt volgen. Maar bij een film zorgt die kunstmatige soepelheid ervoor dat het lijkt alsof je naar een achter de schermen-video zit te kijken, of dus naar een soapserie zoals Goede Tijden, Slechte Tijden, die traditioneel met een hogere beeldsnelheid werd opgenomen. De filmische illusie wordt hierdoor verbroken.

©ER | ID.nl

De winkelmodus is ook een boosdoener

Naast beweging is er nog een reden waarom het beeld er thuis soms onnatuurlijk uitziet: de beeldinstellingen staan nog op standje zonnebank. Veel televisies staan standaard in een modus die 'Levendig' of 'Dynamisch' heet. Deze stand is ontworpen om in een felverlichte winkel de aandacht te trekken met knallende, bijna neon-achtige kleuren en een extreem hoge helderheid. Bovendien is de kleurtemperatuur vaak nogal koel en blauw, omdat dat witter en frisser oogt onder tl-licht. In je sfeervol verlichte woonkamer zorgt dat echter voor een onrustig beeld waarbij huidtinten er onnatuurlijk uitzien en details in felle vlakken verloren gaan.

Hoe krijg je de magie terug?

Het goede nieuws is dat je deze 'verbeteringen' gewoon kunt uitzetten. De snelste manier om van het soap opera effect en de neonkleuren af te komen, is door in het menu van je televisie de beeldmodus te wijzigen. Zoek naar een instelling die Film, Movie, Cinema of Bioscoop heet. In deze modus worden de meeste kunstmatige bewerkingen, zoals bewegingsinterpolatie en overdreven kleurversterking, direct uitgeschakeld of geminimaliseerd. Het beeld wordt misschien iets donkerder en warmer van kleur, maar dat is veel dichter bij wat de regisseur voor ogen had.

Sinds kort hebben veel moderne televisies ook de zogeheten Filmmaker-modus. Dat is de heilige graal voor puristen. Als je deze modus activeert, zet de tv met één druk op de knop alle onnodige nabewerkingen uit en respecteert hij de originele beeldsnelheid, kleuren en beeldverhouding van de film.

Wil je de beeldmodus niet volledig veranderen, maar alleen dat vreemde, soepele effect kwijt? Dan moet je in de geavanceerde instellingen duiken. Elke fabrikant geeft het beestje een andere naam. Bij Samsung zoek je naar Auto Motion Plus of Picture Clarity, bij LG-televisies ga je naar TruMotion, bij Sony naar Motionflow en bij Philips naar Perfect Natural Motion. Door deze functies uit te schakelen of op de laagste stand te zetten, verdwijnt het goedkope video-effect en krijgt je film zijn bioscoopwaardige uitstraling weer terug.