ID.nl logo
Zo kun je Office personaliseren
© CIDimport
Huis

Zo kun je Office personaliseren

Over Microsoft Office wordt weleens gekscherend gezegd dat je gemiddeld slechts 15 procent van alle functies gebruikt. Waarom zorgen we er dan niet voor dat dit gedeelte ook écht eenvoudig toegankelijk is en de rest van de opties ons niet stoort? Pas Office aan zodat het kantoorpakket werkt zoals jij wilt!

Tip 01: Donker

In Windows is het al een tijdje mogelijk, maar ook in Office kun je kiezen voor een zwart thema. De vensters krijgen hiermee een donkere achtergrond en dat werkt goed in combinatie met een zwart thema van Windows. Kies Bestand / Opties. In de sectie Algemeen kies je voor Zwart bij de optie Office-thema. Je vindt deze optie in de sectie Persoonlijke instellingen voor uw exemplaar van Microsoft Office. Om de rest van de werkomgeving ook zwart te maken, open je het instellingenvenster van Windows (tip: gebruik Windows-toets+I) en kies Persoonlijke instellingen / Kleuren. Bij Kies uw kleur selecteer je Donker. De donkere modus werkt vooral prettig in een donkerverlichte omgeving, bijvoorbeeld als je vaak ‘s avonds werkt.

©PXimport

Tip 02: Snelle toegang

De werkbalken in Office bepalen in grote mate hoe je met de software omgaat. Met de juiste stappen kunnen we de balken volledig naar onze hand zetten. Office heeft meerdere werkbalken, waaronder de werkbalk Snelle toegang. Je vindt deze linksboven in het venster. Deze balk geeft toegang tot veelgebruikte functies, zoals het ongedaan maken van een handeling of het opslaan van het document. Klik met de rechtermuisknop op de werkbalk en kies Werkbalk Snelle toegang aanpassen. Een nieuw venster wordt geopend. Aan de linkerkant zie je de beschikbare opdrachten, terwijl je rechts de huidige opties vindt. Het aantal beschikbare opdrachten is groot. Ze zijn onderverdeeld in verschillende categorieën, waaronder Populaire opdrachten. Je vindt deze opties bij de sectie Kies opdrachten uit. Selecteer de opdracht die je aan de werkbalk wilt toevoegen en klik op Toevoegen. Bestaande opdrachten (aan de rechterzijde van het venster) kun je selecteren en weghalen door te klikken op Verwijderen. Tevreden met de selectie? Bepaal hierna de volgorde van de knoppen. Selecteer de opdracht waarvan je de positie wilt aanpassen en gebruik de knoppen Omhoog en Omlaag om ze te verschuiven.

©PXimport

Tip 03: Aanpassingsbestand

Maak je gebruik van verschillende computers met Office en heb je veel aandacht besteed aan het personaliseren van de werkbalk Snelle toegang? Je hoeft dezelfde handelingen niet op elke computer opnieuw uit te voeren. Rechtsonder in het instellingenvenster van de werkbalk Snelle toegang vind je de sectie Aanpassingen. Kies Importeren en exporteren / Alle aanpassingen exporteren. Geef het instellingenbestand een naam en sla het op. Op de computer waarop je hetzelfde lint of dezelfde werkbalk wilt gebruiken, open je het eerdergenoemde instellingenvenster, maar kies je nu voor Importeren en exporteren / Aanpassingsbestand importeren. Wijs het eerder gemaakte bestand aan en klik op Openen. De werkbalk wordt aangepast en is direct bruikbaar.

Heb je in het verleden de werkbalk Snelle toegang aangepast en wil je weer beginnen met een schone lei? In het instellingenvenster kies je bij het keuzeveld Aanpassingen voor Beginwaarden / Alle aanpassingen opnieuw instellen.

©PXimport

Gebruik je zelfgemaakte werkbalken ook op de andere computers met Office

-

Tip 04: Lint aanpassen

Nu we de werkbalk Snelle toegang hebben aangepast, is de volgende stap aanpassen van het lint (een van de belangrijkste werkbalken van Office). Er zijn meerdere manieren om het lint aan te passen. Kies Bestand / Opties. Ga naar de sectie Lint aanpassen. Links zie je wederom de beschikbare opdrachten, terwijl je rechts de huidige opdrachten ziet die daadwerkelijk op het lint staan. Klik op een hoofdtabblad (in het rechtervenster) om deze uit te klappen en de onderliggende opdrachten te zien. Verwijder eerst de opdrachten die je niet gebruikt of haal het vinkje weg bij een hoofdtabblad dat je niet gebruikt. Nóg interessanter is om een eigen tabblad te maken binnen het lint, met alleen je favoriete opties. Klik op de knop Nieuw tabblad. Selecteer het en kies Naam wijzigen. Geef de tab een goede naam. Klik nu op de onderliggende regel (Nieuwe groep) en kies wederom voor Naam wijzigen. In de eerste groep voeg je je favoriete opdrachten toe, die bij elkaar passen (en daarom in dezelfde groep terecht mogen komen).

©PXimport

Tip 05: Eigen tab aanpassen

Maak hierna een nieuwe groep aan, via de knop Nieuwe groep. Ook deze geef je een passende naam. Je hebt hierbij de mogelijkheid om een passend symbool te kiezen. Dit icoontje wordt echter pas getoond, als je deze groep ooit aan de werkbalk Snelle toegang zou toevoegen (zie kader ‘Snel op het lint’), verder krijg je het nooit te zien. Voeg vervolgens onderdelen toe aan de tweede groep. Herhaal deze stappen voor alle groepjes die je aan het lint wilt toevoegen. Om snel je favoriete onderdelen voor het lint te vinden, kies je links in het venster bij Opdrachten kiezen voor Alle tabbladen. In de lijst verschijnen nu alle beschikbare opdrachten, netjes geordend per categorie. Zo zijn er categorieën voor afbeeldingen, tabellen en zoeken. Het type beschikbare opties is uiteraard ook afhankelijk van het Office-programma dat je gebruikt. Bepaal hierna de locatie van het tabblad binnen het lint: gebruik de knoppen Omhoog en Omlaag om de huidige tab te verschuiven. Wil je het aangepast lint ook gebruiken op andere computers, dan kies je voor Importeren en exporteren / Alle aanpassingen exporteren.

©PXimport

Tip 06: Lint samenvouwen

Maak je gebruik van een laptop of computer met beperkte schermruimte of wil je gewoon alle ruimte gebruiken voor je documenten? Zorg er dan voor dat het lint je niet in de weg zit. Kies Bestand / Opties en open de sectie Algemeen. Plaats een vinkje bij Lint automatisch samenvouwen. Het lint verdwijnt en is alleen zichtbaar als je op een van de tabbladen klikt. Wil je het lint op een later moment weer continu in beeld, dan klik je op het knopje met de punaise (rechtsonder) om het lint weer vast te zetten.

Wil je behalve het lint niet te veel werkbalken op verschillende plekken? Je kunt de werkbalk Snelle toegang (zie kader ‘Snel op het lint’) ook direct onder het lint plaatsen. Klik met de rechtermuisknop op de werkbalk Snelle toegang en kies voor De werkbalk Snelle toegang onder het lint weergeven.

©PXimport

Snel op het lint

Kom je op het lint een interessante optie tegen die je nóg sneller toegankelijk wilt maken, voeg deze dan toe aan de werkbalk Snelle toegang. Klik op de groep die je wilt toevoegen aan de werkbalk. Kies voor Toevoegen aan werkbalk Snelle toegang. Handig: voortaan heb je je favoriete functie snel bij de hand.

©PXimport

Tip 07: Snel naar de kern

Maak je nooit gebruik van documentsjablonen (templates) en wil je gewoon snel en zonder opsmuk aan de slag met Office? Zorg er dan voor dat je niet meer wordt lastiggevallen met de keuze voor een sjabloon, telkens als je Office start. Kies Bestand / Opties. In de sectie Opties voor opstarten haal je het vinkje weg bij Startscherm weergeven wanneer deze toepassing wordt gestart. In tegenstelling tot veel andere instellingen van Office, verander je deze instelling per Office-programma. Je vindt de optie in elk Office-programma, zoals Word, Excel en PowerPoint.

Maak je wél gebruik van de sjablonen, maar vind je lang niet alle sjablonen even bruikbaar? Dun de lijst dan uit, zodat alleen de bruikbare sjablonen worden gebruikt. Klik met de rechtermuisknop op de overbodige sjablonen en kies Van lijst losmaken. Opgeruimd staat netjes!

©PXimport

Schakel de opties uit die je alleen maar in de weg zitten

-

Tip 08: Uitdunnen

Office geeft standaard een aantal recent geopende documenten aan, zodat je deze snel kunt openen. Je kunt dit aantal flink uitdunnen, zodat de lijst overzichtelijker wordt en alleen écht recente documenten toont. Kies Bestand / Opties en blader naar de sectie Geavanceerd / Weergave. In het voorbeeld gaan wij uit van Excel, maar bij de andere Office-programma’s zijn de stappen identiek. Bij Dit aantal recente werkmappen weergeven kies je het gewenste aantal. Standaard is dit 50. Zijn er belangrijke werkmappen (of documenten) waartoe je snel toegang wilt krijgen, zet dan een vinkje bij Snel toegang krijgen tot dit aantal recente werkmappen en geef het gewenste aantal op. Bij de laatste optie (Dit aantal losgemaakte recent bekeken mappen weergeven) kun je het standaardaantal van 50 ook terugbrengen naar een lager (en overzichtelijker) aantal. Kom je later in de lijst met recente bestanden nog een document tegen dat je hierin liever niet ziet staan? Klik erop met de rechtermuisknop en kies Uit lijst verwijderen. Om in één keer de bestaande lijst met recente bestanden leeg te maken, kies je voor Niet-vastgemaakte items wissen.

©PXimport

Tip 09: Outlook: notificaties

Vooral Outlook werkt intensief met notificaties, bijvoorbeeld als je nieuwe e-mail ontvangt. Soms werkt dit ronduit storend. Gelukkig kunnen we zelf bepalen hoe we van nieuwe e-mail op de hoogte worden gesteld. Open Outlook en ga naar Bestand / Opties en selecteer de sectie E-mail. In de groep Ontvangst van bericht bepaal je vervolgens hoe je op de hoogte wilt worden gesteld. Standaard wordt er een geluid afgespeeld, verschijnt een envelop op de taakbalkknop en geeft een melding een voorbeeld van het bericht. Haal de vinkjes weg bij de opties die overbodig zijn. In plaats hiervan kun je ook kiezen voor een minder aanwezige notificatie, door de muisaanwijzer kort van vorm te laten veranderen. Kies dan voor de optie Weergave van de muisaanwijzer kort wijzigen. Zet ook gelijk de meldingen voor herinneringen (bijvoorbeeld van afspraken) naar je hand. Open de sectie Geavanceerd en blader naar Herinneringen. Zet in elk geval een vinkje bij de optie Herinneringen voor gebeurtenissen in het verleden automatisch sluiten, zodat je voortaan niet meer wordt lastiggevallen door meldingen van oude afspraken, die je moet wegklikken voordat je kunt verder werken. Wil je niet meer dat een geluid klinkt, haal dan ook het vinkje weg bij Geluidsfragment afspelen of kies een ander geluidsfragment dan de standaardversie (klik op Bladeren en selecteer een bruikbaar wav-bestand).

©PXimport

Ook in Outlook hoef je geen genoegen te nemen met de standaardinstellingen

-

Tip 10: Outlook: weergave

In Outlook speelt de weergave van berichten een grote rol. Je kunt dit programma dan ook tot in detail aanpassen en een persoonlijke weergave maken. We maken hiervoor gebruik van het tabblad Beeld. Kies Weergave-instellingen. Klik op Kolommen en bepaal vervolgens welke informatie getoond moet worden in het Outlook-venster. Je gaat hiervoor op dezelfde manier te werk als eerder beschreven bij het aanpassen van het lint. Kies in het linkergedeelte van het venster voor de opdrachten die je wilt meenemen en voeg ze toe met een klik op Toevoegen. Met de knoppen Omhoog en Omlaag geef je ze de juiste positie. Bevestig door op OK te klikken. Klik hierna op de knop Overige instellingen. In dit venster kun je een ander lettertype kiezen voor de weergave van berichten. Ook bepaal je hier of het leesvenster rechts (standaard) of juist onderin moet worden getoond. Wil je niet meer gebruikmaken van het leesvenster, bijvoorbeeld omdat je de schermruimte wilt gebruiken voor een overzicht van zoveel mogelijk berichten, dan kies je voor Uit.

©PXimport

▼ Volgende artikel
Zelf je elektrische kookplaat aansluiten? Zo doe je dat slim en veilig!
© andrey
Huis

Zelf je elektrische kookplaat aansluiten? Zo doe je dat slim en veilig!

Hoewel koken op gas voorlopig nog mag, is duidelijk dat de toekomst elektrisch is. Veel mensen stappen nu al over op elektrisch koken – vaak in combinatie met inductie. Ben jij toe aan een nieuwe kookplaat of wil je van het gas af? Dan is het goed om te weten hoe je zo’n elektrische kookplaat aansluit, waar je op moet letten en wanneer je beter een professional kunt inschakelen.

Na het lezen van dit artikel weet je:
  • Dat er 1-, 2- en 3-fase-aansluitingen en -kookplaten zijn
  • Hoe je met de multimeter bepaalt wat voor aansluiting jij hebt
  • Hoe je de elektrische kookplaat aansluit

Dit vind je vast ook interessant: Wat voor soort kookplaten zijn er?

Eén, twee of drie fasen: wat betekent dat?

In tegenstelling tot een gaskookplaat, die je simpelweg aan een gasaansluiting koppelt, is een elektrische kookplaat net iets technischer. Zo'n kookplaat kan worden aangesloten op één, twee of drie elektrische fasen. Welke van de drie je nodig hebt, hangt af van het vermogen van je kookplaat én van de aansluiting in je keuken.

Een 1-fase kookplaat is het eenvoudigst. Die werkt op een gewone stekker met twee pinnen, precies zoals je gewend bent van andere apparaten in huis. Deze modellen hebben een beperkt vermogen – maximaal 3680 watt – maar zijn vaak krachtig genoeg voor wie niet al te fanatiek kookt. Aansluiten is simpel: stekker erin en je kunt aan de slag.

Voor een 2-fase kookplaat heb je een zogenoemde perilex-stekker nodig, met vijf pinnen. Die zie je vooral bij iets krachtigere inductiekookplaten. Meestal worden dit soort kookplaten zonder stekker geleverd, en is het slim om een elektricien in te schakelen voor de installatie. Het benodigde vermogen ligt tussen de 3681 en 7360 watt.

Een 3-fase kookplaat vraagt nog meer stroom en werkt op krachtstroom. Ook hier gebruik je een perilex-stekker met vijf pinnen, maar je moet wel eerst controleren of je meterkast daar op is voorbereid. De aansluitwaarde ligt boven de 7360 watt en het is belangrijk dat de aansluiting klopt – anders werkt de kookplaat niet of loop je zelfs risico op overbelasting. Laat dit daarom bij voorkeur aan een vakman over.

©vectorizer88 - stock.adobe.com

Een kookplaat voor 1- en 2-fase

Je kunt ook kiezen voor een kookplaat met powermanagement. Dat is een kookplaat die je op een normaal stopcontact of op een perilex-stopcontact aansluit. Deze kookplaat kun je in de toekomst uitbreiden, als je dat wilt, maar hiervoor hoef je nu nog niet meteen de aanpassingen in de meterkast en aansluiting door te voeren. Als je wel de aanpassingen in de meterkast laat doen, heb je profijt van de kracht van een 2-fase kookplaat.

Hoe weet je welke kookplaat bij je keuken past?

Wat je kunt aansluiten, hangt af van het type stopcontact in je keuken. Heb je een standaard wandcontactdoos met twee gaten? Dan past daar alleen een 1-fase kookplaat op. Die worden meestal geleverd met stekker en snoer, zodat je hem meteen kunt gebruiken.

Zie je een perilex-stopcontact (met vijf gaten)? Dan is je keuken in principe geschikt voor een 2- of 3-fase kookplaat. Alleen weet je dan nog niet of je meterkast daadwerkelijk drie fasen aankan. Dat kun je op twee manieren controleren: met een multimeter of door in je meterkast te kijken.

Zo check je de aansluiting met een multimeter

Heb je een multimeter in huis? Dan kun je precies meten hoeveel fasen je aansluiting ondersteunt. Teken op een papier het patroon van het perilex-stopcontact en noteer per gat wat je meet. Prik met één pin in het middelste gat (de aarde) en meet met de andere pin de overige vier. Krijg je twee keer 230 volt en twee keer 0? Dan heb je een 2-fase aansluiting. Meet je drie keer 230 volt en één keer 0? Dan is het een 3-fase aansluiting. Label de gaten met ‘L’ voor stroom en ‘N’ voor nul, zodat je straks precies weet wat waar hoort.

©Dmitriy

Voordat je een kookplaat aanschaft, check je eerst de nismaat van je aanrechtblad. Meet met een rolmaat eerst de nis op in het aanrechtblad. Doe dit voor de breedte, de diepte en de hoogte. Komen de afmetingen niet overeen met de kookplaat die je graag wilt? Kijk dan of je het aanrechtblad kunt aanpassen.

Geen multimeter? Kijk in de meterkast

Heb je geen meetapparatuur? Dan kun je in de meterkast zien hoeveel fasen er beschikbaar zijn. Bij een 2-fase aansluiting zie je twee gekoppelde groepen met een hendel ertussen. Zie je vier gekoppelde groepen? Dan is er krachtstroom aanwezig en kun je dus ook een 3-fase kookplaat aansluiten – mits het stopcontact daar geschikt voor is.

©auremar

Zelf een kookplaat aansluiten

Ga je zelf aan de slag? Dan is het belangrijk dat je weet wat je doet. Elektriciteit is geen speelgoed, dus bij twijfel: bel een vakman. Heb je een 1-fase kookplaat met powermanagement die je op een normaal stopcontact wilt aansluiten? Dan moet je deze eerst correct instellen.

Leg om te beginnen een stuk piepschuim onder de kookplaat, zodat je hem veilig kunt omdraaien zonder krassen of barsten. Plak daarna de afdichtband rondom het apparaat, bij voorkeur zo dicht mogelijk bij de glasrand. Begin aan de achterkant, zodat de naad niet in het zicht valt.

Open het aansluitcompartiment onder de kookplaat en controleer het aansluitschema dat daar staat. Gebruik de bijgeleverde bruggetjes om de juiste verbindingen te maken. Sluit het snoer aan: bruin op L, blauw op N en geelgroen op aarde. Zet het snoer vast met trekontlasting en sluit het klepje.

Draai nu de kookplaat weer om en steek de stekker in het stopcontact. Leg de kookplaat op z’n plek in het aanrechtblad. Houd de pauzeknop vijf seconden ingedrukt om het menu te openen. Zoek via de plusknop naar het onderdeel ‘PO’ (power) en stel het vermogen in op 3.7 in plaats van 7.4. Bevestig dit door de pauzeknop nog eens vijf seconden ingedrukt te houden. Je kookplaat is nu geschikt voor een standaard aansluiting.

Houd de stekker op de juiste positie tijdens het meten met de multimeter. Kijk hoe je de stekker in het getekende stopcontact zou steken, zodat je de juiste kleuren van de draden noteert op je tekening.

Een 2-fase kookplaat aansluiten: zo werkt het

Heb je een 2-fase kookplaat? Dan moet je eerst bepalen welke kleur draad bij welk contact hoort. Meet het snoer door met een multimeter, op de piepstand of op de Ohm-stand. Noteer welke draad bij welke stekkerpin hoort en gebruik die info bij het aansluiten.

Open vervolgens het aansluitvak onder de kookplaat en kijk welk aansluitschema je moet gebruiken. L1 en L2 koppel je aan de juiste stroomdraden, 01 en 02 aan de juiste nuldraad. Maak de trekontlasting los, sluit de draden aan zoals je eerder hebt gemeten, en zet alles weer stevig vast.

Steek daarna de stekker in het stopcontact en plaats de kookplaat netjes in het blad. Dankzij de afdichtband blijft alles goed op z'n plek. Zet vervolgens de kookplaat aan en test of alle kookzones werken. Krijg je een foutmelding? Dan is er waarschijnlijk iets misgegaan bij het aansluiten. Geen foutmelding? Dan is je kookplaat klaar voor gebruik.

©S.Engels

Het is gebruikelijk dat de pannen een licht tikkend of zoemend geluid maken tijdens het koken. Dit heeft te maken met het magnetisch veld van de kookplaat. Ruik je een vreemde geur na het installeren van de kookplaat? Dit is ook gebruikelijk en de geur trekt uiteindelijk weg.

▼ Volgende artikel
⛈️ Wat te doen bij onweer: thuis, buiten en op de camping
© Olga Yastremska, New Africa, Africa Studio
Huis

⛈️ Wat te doen bij onweer: thuis, buiten en op de camping

Vooral in de zomer is het vaak raak: code geel of code oranje wegens onweer. Weet jij wat je wél en juist níet moet doen als er een onweersbui nadert? Thuis kun je veel risico's beperken, maar juist buitenshuis – en zeker op de camping – is het opletten geblazen. In dit artikel lees je hoe je jezelf en anderen beschermt, of je nu binnen, buiten of aan het kamperen bent.


In het kort:

⚡ Onweer & thuis ⚡ Onweer & buiten ⚡ Onweer en kamperen: 🏕️ Tent 🚐 Caravan

Lees ook: Regen, regen en nog eens regen … zo voorkom je wateroverlast

Thuis tijdens onweer: veilig, maar niet zonder risico's

In huis ben je relatief goed beschermd tegen blikseminslag, zeker als het gebouw voorzien is van een goede bliksemafleider. Toch zijn er een paar voorzorgsmaatregelen die je serieus moet nemen. Gebruik bij onweer liever geen apparaten die verbonden zijn met het stroomnet of met leidingen. Denk aan de wasmachine, een vaste telefoon of een bedrade computer. Bliksem kiest daarbij meestal de makkelijkste route naar de grond, en dat zijn vaak metalen onderdelen in huis zoals koperdraden of waterleidingen.

Trek bij voorkeur de stekkers uit het stopcontact van kwetsbare apparatuur zoals computers, tv's of de router. Een stekkerdoos met overspanningsbeveiliging biedt wel wat bescherming, maar niet bij een directe inslag. Ga liever ook niet douchen of in bad, want waterleidingen kunnen de elektrische spanning van een blikseminslag geleiden.

Ramen kun je gewoon dicht houden, en als je wilt kijken naar het natuurgeweld, doe dat dan vanaf een veilige plek binnenshuis. Zorg dat huisdieren binnen zijn en zet het alarmsysteem even uit als dat storingsgevoelig is bij blikseminslag.

Buiten bij onweer: voorkom dat je zelf bliksemafleider bent

Ben je onderweg of buiten als het begint te donderen, dan is het zaak om snel te handelen.

Onthoud: als je de bliksem ziet en binnen 10 seconden de donder hoort, zit je binnen de gevarenzone. Zoek dan zo snel mogelijk een veilige schuilplek.

De veiligste plek is een gebouw met muren en een dak – bijvoorbeeld een winkel, huis of station. Een auto met metalen carrosserie is ook een prima optie. Die werkt als een kooi van Faraday en geleidt de stroom om je heen in plaats van door je heen.

Vermijd tijdens onweer open velden zoals weilanden of sportterreinen, want daar ben je letterlijk het hoogste punt. Ook hooggelegen plekken zoals duinen of heuveltoppen vormen een risico. Zoek geen beschutting onder een boom die in z'n eentje op een veld staat – dat is juist een bliksemmagneet. Blijf verder uit de buurt van metalen objecten zoals hekken, masten of fietsen, en houd afstand van water – of dat nu een meer, sloot of zwembad is.

Kun je nergens heen? Maak jezelf dan zo klein mogelijk: hurk neer op je voetzolen, houd je voeten tegen elkaar en wikkel je armen om je knieën. Ga niet liggen; zo vergroot je je contactoppervlak met de grond, wat het risico op aardstroom vergroot.

©ID.nl

Kamperen met onweer: extra opletten in tent of caravan

Kamperen geeft een gevoel van vrijheid, maar bij onweer ben je juist extra kwetsbaar. Een tent biedt geen enkele bescherming tegen bliksem, hoe stevig het doek ook is. Het metalen frame vergroot het risico juist, vooral als je op een open veld kampeert of vlak bij een losse boom staat.

Als er onweer op komst is, zoek dan zo snel mogelijk een veilig onderkomen. Een stenen sanitairgebouw, de receptie of je auto bieden veel meer bescherming dan een tent. Zit je in een camper of caravan met een metalen buitenkant? Dan ben je redelijk veilig, mits je ramen en deuren gesloten houdt en geen contact maakt met metalen delen. Stacaravans met een houten of kunststof omhulsel bieden die bescherming niet: het klopt dat ze geen stroom geleiden, maar ze voeren die ook niet af. Daardoor kan een blikseminslag via leidingen of metalen onderdelen binnen alsnog gevaarlijk uitpakken. Tijdens onweer blijf je dus beter uit de buurt van dat soort constructies.

Laat ook je elektronische spullen niet in de tent of aan opladers zitten. Berg ze los op, zonder kabels of contact met de grond.

Staan er bomen op de camping? Zorg dat je tent daar niet direct onder staat. Bij inslag kunnen takken afbreken of kan de bliksem via de wortels naar de grond doorslaan. Ook op campings in de bergen of aan open water is het risico op blikseminslag extra hoog – check bij aankomst wat de aanbevolen schuilplaatsen zijn.

En hoe zit het met de tentstokken?

Metalen tentstokken zijn niet per definitie gevaarlijk, maar ze kunnen wel extra risico opleveren bij onweer. Omdat tenten vrijwel altijd met metalen haringen in de grond staan, is er al snel sprake van een geleidende verbinding met de bodem. Bij een blikseminslag kan de stroom zich dan via het frame en de haringen verspreiden, met risico voor wie zich in de tent bevindt. Daarom blijft het advies: verlaat bij onweer de tent en zoek een écht veilige plek op.

Tot slot: een goede voorbereiding helpt

Kijk altijd naar de weersvoorspelling voordat je op pad gaat. Veel weerapps geven een melding bij onweerskansen, vaak met een tijdsindicatie en locatie. Op de camping is het handig om bij aankomst al te weten waar je naartoe kunt bij slecht weer.

Zorg ook dat je zaklamp, powerbank en radio of noodaccu paraat hebt als je kampeert, voor het geval de stroom uitvalt. En vooral: blijf rustig. Onweer is gevaarlijk, maar met de juiste kennis en voorzorgsmaatregelen voorkom je ongelukken.

🔦 Voor als de stroom uitvalt

Licht in de duisternis!