ID.nl logo
Zo bewerk je al je foto's met gratis software
© Reshift Digital
Huis

Zo bewerk je al je foto's met gratis software

Hoe mooi een foto ook lijkt zodra je hem hebt gemaakt, het plaatje is altijd nog fraaier te maken. Op smartphones gebruiken we daar apps voor, maar de programma's op onze computers zijn een stuk krachtiger en geven een beter resultaat. In dit artikel behandelen we een aantal gratis fotobewerkers.

Tip 01: App of programma

Foto's die gemaakt zijn met een camera of smartphone, kun je altijd nog mooier maken in een fotobewerker. Zo kun je de kleuren verfrissen, hier en daar een vlekje wegwerken, een spannendere uitsnede maken en de scherpte, belichting en het contrast verbeteren. Nu we steeds meer met onze telefoons fotograferen en we aan goedkope apps gewend zijn, is de bereidheid om veel geld aan een fotobewerker uit te geven flink afgenomen.

Daarom is het prettig dat er ook voor je pc fraaie fotobewerkers bestaan die helemaal gratis zijn. Ze bieden enorm veel mogelijkheden en er zijn professionele resultaten mee te behalen. Bewerken met een app op een smartphone is leuk om een foto snel te verfraaien en meteen online te delen. Met een fotobewerker op de computer heb je meer mogelijkheden en zijn de resultaten beter.

Ook kun je met muis en toetsenbord een stuk secuurder werken dan met een vinger of stomp pennetje op het telefoonscherm. Dat is maar goed ook, want op een groot scherm of echte afdruk is elke onvolkomenheid in je foto's direct te zien.

©PXimport

Tip 01 Een goede fotobewerker hoeft niet veel te kosten. Gratis is nog beter.

Tip 02: Paint.net

Een fotobewerker waarmee je op zeer eenvoudige wijze verbeteringen aanbrengt, is Paint.NET. Anders dan de naam doet vermoeden is dit geen website maar de naam van het programma zelf. Een nadeel is dat je op de downloadwebsite heel goed moet opletten. Er staan veel grote download-knoppen die heel andere software ophalen. Klik alleen ergens op als er duidelijk bij staat dat het om het programma Paint.NET gaat.

Het programma kan automatisch de belichting en de kleuren van een foto optimaliseren. Hiervoor kies je Adjustments / Auto-level. Onder Adjustments kun je er ook voor kiezen om de foto in één klap naar zwart-wit of sepia om te zetten. Sepia is de klassieke oranje-bruine kleur. Valt het resultaat van één of meer bewerkingen tegen, dan kies je Edit / Undo om ze stapsgewijs weer teniet te doen. Dit kan trouwens ook via sneltoets Ctrl+Z.

©PXimport

Tip 02 Een foto omzetten in een klassieke sepia-kleur.

Tip 03: Heldere kleuren

Handmatig de belichting en het contrast naar smaak instellen kan ook. Dit doe je via Adjustments / Brightness/Contrast. Met twee schuifregelaars kun je het effect doseren. De kleuren optimaliseren gaat via Adjustments / Hue/Saturation. Bij de saturation pas je de verzadiging (saturatie) van kleuren aan. Kleuren zijn op die manier eenvoudig feller te maken of juist af te zwakken.

Bij hue verandert het uiterlijk van de kleuren. Zit er een nare kleurzweem over de foto, dan is dat met deze schuifbalk vaak wel te herstellen. Of, zoals dat tegenwoordig met veel apps op de telefoon gedaan wordt, je kunt er ook expres een gaaf kleureffect mee aan je foto's toevoegen.

©PXimport

Tip 03 Expres een kleurzweem toevoegen wordt tegenwoordig veel gedaan, maar bij voeding ziet het er wat apart uit.

Tip 04: Roteren

Staat een foto op de kop of ligt het plaatje op z'n kant, dan roteer je de foto in Paint.NET zodat alles weer netjes rechtop staat. Onder Images in de menubalk vind je opties om de foto te roteren, maar spiegelen kan ook nog.

Camera's en smartphones weten tegenwoordig uit zichzelf wel hoe je de camera vasthoudt, zodat de foto altijd netjes rechtop zou moeten staan. In theorie, want in de praktijk gaat dit nog weleens mis. In dat geval herstel je het met enkele muisklikken in je fotobewerker.

©PXimport

Tip 04 Roteer een foto die niet juist wordt weergegeven.

Tip 05: Retoucheren

Als er op een foto vlekjes of andere onregelmatigheden zitten, haal je die met een fotobewerker eenvoudig weg. Het kan ook zijn dat je iets gewoon uit het plaatje wil weghalen omdat je je eraan stoort. Zoals zwerfvuil op straat of op het gras. Speciaal voor dit retoucheerwerk zit er in fotobewerkers een gereedschap genaamd kloonstempel of retoucheerpenseel. Wij gebruiken er het programma PixBuilder Studio voor.

Klik in het gereedschapsvenster (aan de linkerzijde van het scherm) op het pictogram van een pleister. Dit is het Retoucheerpenseel. Uiterst rechts in het venster Gereedschapsopties stel je met een schuifbalk de grootte van het penseel in. Aan het cirkeltje om de muiscursor lees je de huidige grootte af. Vaak is het makkelijker dit met een sneltoets te doen, zodat je achter elkaar een hele rits plekjes kunt bijwerken. Met de [-toets maak je het penseel steeds een stapje kleiner en met de ]-toets juist groter. Houd de toets ingedrukt om sneller van grootte te veranderen.

©PXimport

Tip 05 Storende objecten en vlekken haal je weg met een retoucheerpenseel.

Tip 06: Repareren

Stel bij kleine vlekjes het retoucheerpenseel net iets groter in dan datgene dat je wil wegwerken. Dan kan het probleem al met één muisklik opgelost zijn. Iets groters repareren door er met ingedrukte muisknop overheen te schilderen mag uiteraard ook.

Je kunt dus altijd kiezen tussen klikken of schilderen. Om iets onzichtbaar te repareren, is het wel nodig dat je eerst het bronmateriaal aanwijst. Dat is een plek in de omgeving van wat je wil wegtoveren waar wel goed beeldmateriaal zit. Ligt er bijvoorbeeld een blikje op het gras, dan klik je eerst met ingedrukte Alt-toets op het gras ernaast.

Daarna klik je pas op het zwerfvuil of schilder je erover. Het gras wordt niet alleen over het blikje heen gekopieerd. Het wordt ook nog eens zo aangepast dat het naadloos in de omgeving opgaat. Een onzichtbare reparatie dus.

©PXimport

©PXimport

Tip 06 Het is de bedoeling dat er onzichtbaar gerepareerd wordt.

Tip 07: Niet rond

Het leuke is dat je het retoucheerpenseel in PixBuilder Studio een heel andere vorm kunt geven. Klik rechts in het venster Gereedschapsopties op het knopje Penseel aanpassen. Met Ronding is het penseel af te platten, desnoods zelfs tot het een streepje is.

Met Hoek kun je het vervolgens schuin zetten. Zodoende is het mogelijk om in zelfs de smalste hoekjes en kleinste openingen te werken met het retoucheerpenseel. Via Hardheid stel je de randen van het penseel in. Door de rand zachter te maken, zal de reparatie vloeiender in de omgeving opgaan, terwijl een hard penseel een meer abrupte overgang geeft.

©PXimport

Tip 07 Kies een penseelpunt die het beste bij de reparatie past.

Tip 08: Zoner Photo Studio

Ook Zoner Photo Studio 16 Free is een fotobewerker waarmee handige bewerkingen mogelijk zijn. Het is wel nodig dat je het programma eenmalig activeert door een e-mailadres op te geven zodra je het programma voor het eerst start. Je krijgt daarna een wachtwoord toegestuurd, waarna je gebruik kunt maken van enkele gratis online diensten, maar dit hoeft niet.

Zoner Photo Studio Free is meteen ook een programma om je complete fotoverzameling te beheren, maar daar gaan wij in dit artikel verder niet op in. Links op het scherm zoek je een map met foto's op, waarna onderin in een filmstrip fotominiaturen verschijnen. Ook is een voorbeeldweergave van de huidige geselecteerde foto te zien in het midden van het scherm. Klik rechtsboven op het tabblad Editor om de geselecteerde foto te bewerken. Je kunt op elk moment terugkeren naar de fotobeheerder door te klikken op Manager.

©PXimport

Tip 08 Met Zoner Photo Studio Free kun je je volledige fotoverzameling beheren.

Tip 09: Snelle bewerkingen

Uiterst rechts op het scherm is een kolom met bewerkingen te zien. Tegen de linkerzijde ervan zit een redelijk onopvallende kolom vol met pictogrammen geplakt. Dit is een gereedschapsvak, zoals we dat in elke fotobewerker tegenkomen. Het heeft dus gewoon een andere plek dan we gewend zijn.

Klik op de bliksemschicht genaamd Quick Edits om een groepje bewerkingen te zien die vaak nodig zijn om een foto te verbeteren. Zoals Exposure waarmee je de belichting van de foto aanpast. De hele foto wordt dan lichter of donkerder. Heb je de belichting aangepast, dan kan het zijn dat de foto nog steeds niet helemaal optimaal belicht is. Het komt namelijk regelmatig voor dat slechts een bepaald deel van een foto te licht of te donker is.

Dan is het beter om alleen die gebieden aan te passen en de rest van de foto met rust te laten. Dat doe je met de schuifregelaars Darken highlights en Brighten shadows. Door alleen aan te bewerken wat echt nodig is, wordt de foto nog mooier.

©PXimport

Tip 09 De lichte en donkere gebieden van een foto zijn apart te verbeteren.

Tip 10: Scherpe details

Naast Contrast is er ook een schuifregelaar genaamd Clarity en die is heel interessant. Die verhoogt namelijk het contrast van alle kleine details, met als gevolg dat de foto plotseling stukken scherper en gedetailleerder oogt. Soms geeft het zelfs een schilderachtig effect. Met Temperature en Tint pas je achteraf de witbalans van de foto aan. Zo is het onder andere mogelijk om foto's die bij lamplicht zijn gemaakt en hierdoor een gele of oranje kleurzweem hebben gekregen, alsnog een natuurlijke kleur te geven.

Ook foto's die gemaakt zijn op een grauwe dag en daardoor wat kleurloos zijn, kunnen er kleurrijker mee gemaakt worden zodat ze meer pit krijgen. Schuif Temperature naar links om een foto gemaakt bij lamplicht af te koelen. Schuif naar rechts om een fletse, te koele foto op te warmen. Met Tint stel je de kleuren daarna nog wat beter bij mocht dat nodig zijn.

©PXimport

Tip 10 Clarity benadrukt allerlei kleine details zodat de foto nog scherper lijkt.

Tip 11: Correcties

Heb je te maken met een foto waarop de horizon of de vloer scheef staat? Klik in het gereedschapsvak dan op Align Horizon. Sleep de gestippelde lijn met ingedrukte muisknop naar de plek waar je de horizon ziet, oftewel een lijn die in de foto straks recht moet komen te liggen.

Na het slepen is het zaak de nu nog horizontale stippellijn schuin te draaien, zodat hij gelijk komt te liggen met de nu nog schuine horizon in de foto. Dat doe je door de bolletjes te verslepen. Alles uitgelijnd? Klik dan op de knop Apply en prompt staat je foto rechtop. Rode ogen van het flitslicht corrigeer je met het gereedschap Red Eye Reduction. Nu is dat effect bij mensen anders dan bij dieren. Mensenogen worden namelijk rood en dierenogen wit.

Naast de gereedschapsbalk kun je bij de opties van dit gereedschap daarom hieruit kiezen door bij Mode: op het juiste pictogram te klikken. Ze heten Remove Red Eye en Remove White Eye. Daarna is het een kwestie van met de muis op elk oog te klikken om de kleur te herstellen.

©PXimport

Tip 11 Een scheve foto staat zo weer rechtop.

Tip 12: Uitsnijden

Wil je af van iets dat zich aan de rand van de foto bevindt, dan raak je dit eenvoudig kwijt door een uitsnede te maken met het gereedschap Crop. Hiermee snijd je één of meer randen weg door een kader te slepen. Zo kan het zijn dat er onnodig veel lege ruimte langs de randen is of dat er dingen te zien zijn die afleiden. Bijvoorbeeld een arm of been van iemand die verder buiten beeld staat of een voorwerp dat de foto een beetje verpest.

Maak eerst een grove selectie. Maak het kader vervolgens precies op maat door de zijden of hoekpunten met ingedrukte muisknop te verslepen. Pas als de selectie helemaal goed is, klik je op Apply.

©PXimport

Tip 12 Via een uitsnede loos je overtollig beeldmateriaal.

Tip 13: Vager of scherper

De gratis fotobewerker die je de meeste creatieve vrijheid geeft is Gimp. Er zijn zeer geavanceerde bewerkingen mogelijk, maar je vindt er uiteraard ook allerlei standaardbewerkingen in terug.

Gimp is wel even wennen, omdat het soms net even anders werkt dan de meeste andere fotobewerkers. Wat al meteen opvalt, is dat er meerdere losse vensters zijn die je vrij over het scherm mag verplaatsen. Ben je meer gecharmeerd van een traditionele weergave, kies dan Vensters / Enkel venster-modus, waarna alles in één programmavenster wordt gegroepeerd.

Met Gimp kan een foto tot in detail bewerkt worden. In het venster Gereedschapskist zie je dan ook enorm veel pictogrammen. Onderaan zit bijvoorbeeld Vervagen/Verscherpen. Dit gereedschap heeft een druppel als pictogram. Door met ingedrukte muisknop te schilderen, vervaag je stukjes van de foto. Houdt de Ctrl-knop tijdens het schilderen ingedrukt, dan verscherp je juist. Zo bepaal je zelf wat extra scherp moet worden of wat waziger mag zijn, met als doel meer nadruk te leggen op wat er belangrijk is in de foto.

Met de gereedschapsoptie Ratio helemaal onder in het gereedschapsvak bepaal je de sterkte van het effect.

©PXimport

Tip 13 Rechts van het schaap hebben we de achtergrond vervaagd, links nog niet.

Tip 14: Bewerken

Met het gereedschap Smeren (een handje met uitgestoken wijsvinger) direct naast het gereedschap uit de vorige tip, lijkt het net of je kleuren vermengt door met een vinger door natte verf te roeren. Het kan bijvoorbeeld gebruikt worden om iets onleesbaar te maken. Een kenteken, adres, of telefoonnummer bijvoorbeeld. Handig als je een foto wil delen, maar niet alles openbaar wil hebben.

Het gereedschap is ook te gebruiken om er een creatieve smeerboel van te maken vanwege het vervagende effect dat het heeft.

Het laatste gereedschap in de kist is Doordrukken/tegenhouden. Overal waar je met dit gereedschap schildert wordt de foto lichter, tenzij je hierbij de Ctrl-toets ingedrukt houdt want dan wordt het juist donkerder. Zo accentueer je delen van een foto door ze extra licht of donker te maken. Met de gereedschapsoptie Belichting onder in het gereedschapsvak stel je de sterkte in. Het is ook te gebruiken om het hoofdonderwerp extra te benadrukken als dat nu nog te veel schuilgaat in de omgeving. Als alles ongeveer even licht of donker is, is het contrast tussen de twee erg laag, zodat het onderwerp niet goed opvalt.

Door een strook achtergrond rondom het hoofdonderwerp af te laten wijken, verhoog je het contrast waardoor het onderwerp er alsnog beter uitspringt. Het is een truc die fotografen al decennialang toepassen.

©PXimport

Tip 14 Maak stukjes van een foto lichter en donkerder voor extra contrast.

Tip 15: Lagen

In Gimp en sommige andere fotobewerkers kun je met lagen werken. Wij gebruiken het om een dubbelopname te maken. Dat zijn twee foto's die verstrengeld zijn, zodat een dubbelbeeld ontstaat. Nadat je de eerste foto hebt geopend, open je een tweede exemplaar via Bestand / Openen als lagen. Tijdelijk zie je alleen de tweede foto, omdat hij bovenop de eerste ligt; als een stapel speelkaarten.

In het venster Lagen rechts op het scherm is te zien dat beide foto's nu ingeladen zijn. Klik eerst op de bovenste foto en daarna ergens in de balk Dekking die zich vlak boven de twee lagen bevindt. Het grijze vlak en het percentage erachter geeft aan hoe transparant de bovenste foto wordt. Door deze doorzichtigheid aan te passen, wordt de onderste foto nu deels zichtbaar. Je stelt zo zelf de mengverhouding in voor de dubbelopname.

©PXimport

Tip 15 Via het lagenpalet maak je een dubbelopname op maat.

Tip 16: Maskers

Je kunt ook een deel van een foto gebruiken voor een dubbelopname. Dat kan door de rest onzichtbaar te maken via een masker. Klik eerst met rechts op de bovenste foto in het venster Lagen en kies de optie Laagmasker toevoegen. Kies White als kleur voor het masker. Activeer vervolgens het gereedschap Penseel in de gereedschapskist.

Eronder zie je twee deels overlappende vierkanten. De bovenste geeft de kleur van het penseel aan. Klik erop en kies zwart. Schilder vervolgens over het stuk van de foto dat je wil verbergen. Om iets weer terug te halen, schakel je over naar wit en schildert er opnieuw overheen. De truc is dat je niet de foto zelf aanpast, maar het masker. Er gaat dus niets verloren en je kunt elke penseelstreek eenvoudig herstellen. Overal waar het masker wit is, is de laag met de bovenste foto zichtbaar. Is het masker zwart, dan is dat deel onzichtbaar.

Belangrijk is dat je voordat je begint met schilderen, eerst in het venster Lagen controleert of er een wit kader rondom het masker zit. Is het kader zwart, klik dan eenmalig op het masker, want anders kalk je over de foto zelf heen en gaat er wel beeldmateriaal verloren.

©PXimport

Tip 16 Met een masker bepaal je welk deel zichtbaar is van een fotolaag.

Tip 17: Bewaren als

Heb je een foto bewerkt? Bewaar de gewijzigde versie dan liever als een nieuw fotobestand. Zo heb je altijd het origineel nog, mocht je in de toekomst een andere versie willen maken. In een fotobewerker kan dit doorgaans via Bestand / Opslaan als of File / Save as. Vooraf een kopie maken mag natuurlijk ook.

In dit artikel hebben we de bewerkingen waarmee je je foto's verbetert, telkens met één gratis programma's uitgevoerd. Dat neemt niet weg dat veel van deze bewerkingen prima met meerdere van de programma's mogelijk zijn. Kijk dus gerust met welk programma je het beste uit de voeten kunt. Zitten je favoriete gereedschappen en bewerkingen verspreid over meerdere programma's? Geen probleem. De fotobewerkers zijn gratis, dus installeer ze gerust allemaal.

Bewaar een foto die je bewerkt tussendoor als een tif- of bmp-bestand en spring op je gemak van het ene naar het andere programma. Wat je in het ene programma bewaart, open je dus gewoon weer in de volgende bewerker. Pas aan het einde sla je de foto als jpg-bestand op. Op die manier behoudt je foto de hoogste kwaliteit.

©PXimport

Tip 17 Sla een foto tussentijds als tif of bmp op en niet als jpg.

▼ Volgende artikel
Wat is local dimming en waarom is het belangrijk?
© ER | ID.nl
Huis

Wat is local dimming en waarom is het belangrijk?

Het gebrek aan een rijk contrast is een van de grootste ergernissen bij lcd- en ledtelevisies. Fabrikanten hebben daarom een slimme techniek bedacht die het contrast aanzienlijk verbetert: local dimming. In dit artikel leggen we uit hoe deze techniek van jouw grijze nachtlucht weer een inktzwarte sterrenhemel maakt.

Het contrast van je televisie is misschien wel de belangrijkste eigenschap voor mooi beeld. We willen dat wit verblindend wit is en zwart echt inktzwart. Bij oledtelevisies is dat makkelijk, want daar geeft elke pixel zelf licht. Maar de meeste televisies in de Nederlandse huiskamers zijn nog steeds lcd- of ledschermen (inclusief QLED). Die werken met een lamp achter het scherm, de zogeheten backlight. Local dimming is de techniek die probeert de nadelen van die achtergrondverlichting op te lossen.

Om te begrijpen waarom local dimming nodig is, moet je eerst weten hoe een standaard led-tv werkt. Simpel gezegd is het een groot paneel met pixels die zelf geen licht geven, maar alleen van kleur veranderen. Achter die pixels brandt een grote lichtbak. Als het beeld zwart moet zijn, sluiten de pixels zich om het licht tegen te houden. Helaas lukt dat nooit voor de volle honderd procent; er lekt altijd wat licht langs de randjes. Hierdoor zien donkere scènes er vaak wat flets en grijzig uit. De achtergrondverlichting staat immers vol aan, ook als het beeld donker moet zijn.

Nooit meer te veel betalen? Check Kieskeurig.nl/prijsdalers!

De lampen dimmen waar het donker is

Local dimming pakt dit probleem bij de bron aan. In plaats van één grote lichtbak die altijd aan staat, verdeelt deze techniek de achtergrondverlichting in honderden (en bij duurdere tv's soms duizenden) kleine zones. De televisie analyseert de beelden die je kijkt continu. Ziet de processor dat er linksboven in beeld een donkere schaduw is, terwijl rechtsonder een felle explosie te zien is? Dan worden de lampjes in de zone linksboven gedimd of zelfs helemaal uitgeschakeld, terwijl de lampjes rechtsonder juist fel gaan branden.

Het resultaat is direct zichtbaar. Zwart wordt weer echt zwart, simpelweg omdat er geen licht meer achter dat deel van het scherm brandt. Tegelijkertijd blijven de lichte delen van het scherm helder. Dat zorgt voor een veel groter contrast en geeft het beeld meer diepte. Vooral bij het kijken van HDR-films en -series is dat van belang. Zonder local dimming kan een led-tv eigenlijk geen goed HDR-beeld weergeven, omdat het verschil tussen licht en donker dan te klein blijft.

©ER | ID.nl

Niet alle local dimming is hetzelfde

Het klinkt als een wonderoplossing, maar de uitvoering verschilt enorm per televisie. Het grote toverwoord hierbij is het aantal zones. Hoe meer zones de tv onafhankelijk van elkaar kan aansturen, hoe preciezer het licht kan worden geregeld. Goedkopere televisies gebruiken vaak edge lit local dimming. Hierbij zitten de lampjes alleen in de rand van de tv. Dat werkt redelijk, maar is niet heel nauwkeurig. Je ziet dan soms dat een hele verticale strook van het beeld lichter wordt, terwijl er eigenlijk maar één klein object moest worden verlicht.

De betere variant heet full array local dimming. Hierbij zitten de lampjes over de hele achterkant van het scherm verspreid. De allernieuwste en beste vorm hiervan is miniLED. Daarbij zijn de lampjes zo klein geworden dat er duizenden in een scherm passen, wat de precisie van oled begint te benaderen. Als er te weinig zones zijn, kun je last krijgen van zogenaamde 'blooming'. Dat zie je bijvoorbeeld bij witte ondertiteling op een zwarte achtergrond: er ontstaat dan een soort wazige lichtwolk rondom de letters, omdat de zone groter is dan de tekst zelf.

Welke merken gebruiken local dimming?

Bijna elke grote televisiefabrikant past deze techniek inmiddels toe, maar ze doen dat voornamelijk in hun middenklasse en topmodellen. Samsung is een van de voorlopers, zeker met hun QLED- en Neo QLED-televisies, waarbij ze in de duurdere series gebruikmaken van geavanceerde miniLED-techniek voor zeer precieze dimming. Ook Sony staat bekend om een uitstekende implementatie van full array local dimming, die vaak geprezen wordt om de natuurlijke weergave zonder overdreven effecten. Philips past het eveneens toe in hun (mini)ledmodellen, vaak in combinatie met hun bekende Ambilight-systeem voor een extra contrastrijk effect.

Ga voor de full monty!

Local dimming is dus geen loze marketingkreet, maar een dankbare techniek voor iedereen die graag films of series kijkt op een led- of QLED-televisie. Het maakt het verschil tussen een flets, grijs plaatje en een beeld dat van het scherm spat met diepe zwartwaarden. Ben je in de markt voor een nieuwe tv? Vraag dan niet alleen óf er local dimming op zit, maar vooral of het gaat om full array dimming. Je ogen zullen je dankbaar zijn tijdens de volgende filmavond!

Vijf fijne televisies die full array local dimming ondersteunen

▼ Volgende artikel
Waar voor je geld: 5 robotstofzuigers voor een extra schone vloer
© ID.nl
Huis

Waar voor je geld: 5 robotstofzuigers voor een extra schone vloer

Bij ID.nl zijn we gek op producten waar je niet de hoofdprijs voor betaalt of die zijn voorzien van bijzondere eigenschappen. Met een robotstofzuiger wordt de vloer schoongehouden, terwijl je er niet bij hoeft te zijn. En stofzuigen is dan wel het minste dat ze kunnen, want ook dweilen is voor veel modellen geen proleem. We vonden vijf geavanceerde exemplaren.

Philips HomeRun 7000 Series XU7100/01

De Philips HomeRun 7000 Series XU7100/01 is ontworpen om grote ruimtes aan te kunnen. Het apparaat heeft een stofzak van 3 liter en een werktijd tot 180 minuten in de laagste stand. In tegenstelling tot veel kleinere robots is deze HomeRun uitgerust met een stille motor; de opgave van 66 dB maakt hem relatief stil.

Er zit een dweilfunctie in zodat je de robot na het stofzuigen ook direct kunt laten dweilen. Via de app kies je voor een van de modi of plan je een schoonmaakprogramma in. De robot kan zichzelf navigeren, obstakels omzeilen en keert na gebruik terug naar het laadstation. Omdat de opvangbak groot is hoef je niet vaak te legen en dankzij de Li‑ion‑accu is hij geschikt voor grotere woningen. Het apparaat is van recente datum en daarom nog volop verkrijgbaar.

Dreame L10s Pro Ultra Heat

Deze robot combineert een groot stofreservoir van 3,2 liter met een lange werktijd van ongeveer 220 minuten. Dankzij de geïntegreerde dweilfunctie verwijdert hij niet alleen stof maar kan hij ook nat reinigen. De L10s Pro Ultra Heat gebruikt een zak in het basisstation, waardoor je het reservoir minder vaak hoeft te legen.

De Dreame is voorzien van een Li‑ion‑batterij aanwezig en de robot keert automatisch terug naar het station voor opladen en legen. De sensortechnologie helpt bij het vermijden van obstakels en het nauwkeurig schoonmaken van zowel harde vloeren als tapijt. Dankzij de meegeleverde app stuur je de schoonmaak aan, stel je no‑go‑zones in of plan je een dweilrondje.

Philips HomeRun 3000 Series Aqua XU3100/01

Deze Philips‑robot is bedoeld voor wie minder vaak handmatig wil schoonmaken. Hij beschikt over een gecombineerde stofzuig‑ en dweilfunctie en kan zichzelf legen via het automatische station. Met een gebruiksduur tot 200 minuten in de laagste stand en een geluidsniveau van 66 dB kan hij urenlang zijn werk doen zonder al te veel herrie. De stofcontainer van 35 cl is kleiner dan bij de HomeRun 7000, maar door het automatische leegmechanisme is dat geen probleem.

Je bedient het apparaat via de app en kunt daar zowel een schema programmeren als zones instellen. De Aqua XU3100/01 is een model uit de recente 3000‑serie en doordat hij een mop‑pad heeft kan hij zowel droog als nat reinigen, wat handig is voor harde vloeren zoals tegels en laminaat.

iRobot Roomba Combo j9+

De Roomba Combo j9+ is een model dat je vloeren zowel kan stofzuigen als dweilen. De Combo j9 beschikt over een opvangbak van 31 cl en hij kan zelf zijn inhoud legen in het automatische basisstation dat bij de set hoort. De Li‑ion‑accu zorgt voor een lange gebruiksduur en de robot maakt een routeplanning zodat elke ruimte efficiënt wordt schoongemaakt.

Via de app kun je zones instellen waar de robot niet mag komen en het dweilelement in‑ of uitschakelen. In de basis maakt de Combo j9+ zelfstandig een kaart van je woning en keert terug naar het station wanneer de accu moet opladen of de stofcontainer vol is. De robot is bedoeld voor huishoudens die gemak belangrijk vinden en biedt naast stofzuigen ook een dweilfunctie voor hardere vloeren.

MOVA Tech P50 Ultra

De MOVA Tech P50 Ultra is een forse robotstofzuiger met een basisstation. Het apparaat heeft een stofreservoir van 30 cl en wordt geleverd met een basisstation waarin je het stof eenvoudig kunt verwijderen. De robot produceert een geluidsniveau van 74 dB, iets hoger dan de Philips‑modellen, en weegt inclusief station ruim 13 kg.

Hij kan uiteraard ook automatisch terugkeren naar het station om op te laden of te legen. In de specificaties staat dat de MOVA is voorzien van een Li‑ion‑batterij en dat hij zowel kan stofzuigen als dweilen. De meegeleverde app maakt het mogelijk om routes in te stellen en zones te blokkeren. Met een vermogen van 700 W is hij krachtig genoeg voor tapijten en harde vloeren. Het is geschikt voor mensen die een uitgebreid station met automatische functies willen.