Zo bewerk je al je foto's met gratis software
Hoe mooi een foto ook lijkt zodra je hem hebt gemaakt, het plaatje is altijd nog fraaier te maken. Op smartphones gebruiken we daar apps voor, maar de programma's op onze computers zijn een stuk krachtiger en geven een beter resultaat. In dit artikel behandelen we een aantal gratis fotobewerkers.
Tip 01: App of programma
Foto's die gemaakt zijn met een camera of smartphone, kun je altijd nog mooier maken in een fotobewerker. Zo kun je de kleuren verfrissen, hier en daar een vlekje wegwerken, een spannendere uitsnede maken en de scherpte, belichting en het contrast verbeteren. Nu we steeds meer met onze telefoons fotograferen en we aan goedkope apps gewend zijn, is de bereidheid om veel geld aan een fotobewerker uit te geven flink afgenomen.
Daarom is het prettig dat er ook voor je pc fraaie fotobewerkers bestaan die helemaal gratis zijn. Ze bieden enorm veel mogelijkheden en er zijn professionele resultaten mee te behalen. Bewerken met een app op een smartphone is leuk om een foto snel te verfraaien en meteen online te delen. Met een fotobewerker op de computer heb je meer mogelijkheden en zijn de resultaten beter.
Ook kun je met muis en toetsenbord een stuk secuurder werken dan met een vinger of stomp pennetje op het telefoonscherm. Dat is maar goed ook, want op een groot scherm of echte afdruk is elke onvolkomenheid in je foto's direct te zien.
©PXimport
Tip 01 Een goede fotobewerker hoeft niet veel te kosten. Gratis is nog beter.
Tip 02: Paint.net
Een fotobewerker waarmee je op zeer eenvoudige wijze verbeteringen aanbrengt, is Paint.NET. Anders dan de naam doet vermoeden is dit geen website maar de naam van het programma zelf. Een nadeel is dat je op de downloadwebsite heel goed moet opletten. Er staan veel grote download-knoppen die heel andere software ophalen. Klik alleen ergens op als er duidelijk bij staat dat het om het programma Paint.NET gaat.
Het programma kan automatisch de belichting en de kleuren van een foto optimaliseren. Hiervoor kies je Adjustments / Auto-level. Onder Adjustments kun je er ook voor kiezen om de foto in één klap naar zwart-wit of sepia om te zetten. Sepia is de klassieke oranje-bruine kleur. Valt het resultaat van één of meer bewerkingen tegen, dan kies je Edit / Undo om ze stapsgewijs weer teniet te doen. Dit kan trouwens ook via sneltoets Ctrl+Z.
©PXimport
Tip 02 Een foto omzetten in een klassieke sepia-kleur.
Tip 03: Heldere kleuren
Handmatig de belichting en het contrast naar smaak instellen kan ook. Dit doe je via Adjustments / Brightness/Contrast. Met twee schuifregelaars kun je het effect doseren. De kleuren optimaliseren gaat via Adjustments / Hue/Saturation. Bij de saturation pas je de verzadiging (saturatie) van kleuren aan. Kleuren zijn op die manier eenvoudig feller te maken of juist af te zwakken.
Bij hue verandert het uiterlijk van de kleuren. Zit er een nare kleurzweem over de foto, dan is dat met deze schuifbalk vaak wel te herstellen. Of, zoals dat tegenwoordig met veel apps op de telefoon gedaan wordt, je kunt er ook expres een gaaf kleureffect mee aan je foto's toevoegen.
©PXimport
Tip 03 Expres een kleurzweem toevoegen wordt tegenwoordig veel gedaan, maar bij voeding ziet het er wat apart uit.
Tip 04: Roteren
Staat een foto op de kop of ligt het plaatje op z'n kant, dan roteer je de foto in Paint.NET zodat alles weer netjes rechtop staat. Onder Images in de menubalk vind je opties om de foto te roteren, maar spiegelen kan ook nog.
Camera's en smartphones weten tegenwoordig uit zichzelf wel hoe je de camera vasthoudt, zodat de foto altijd netjes rechtop zou moeten staan. In theorie, want in de praktijk gaat dit nog weleens mis. In dat geval herstel je het met enkele muisklikken in je fotobewerker.
©PXimport
Tip 04 Roteer een foto die niet juist wordt weergegeven.
Tip 05: Retoucheren
Als er op een foto vlekjes of andere onregelmatigheden zitten, haal je die met een fotobewerker eenvoudig weg. Het kan ook zijn dat je iets gewoon uit het plaatje wil weghalen omdat je je eraan stoort. Zoals zwerfvuil op straat of op het gras. Speciaal voor dit retoucheerwerk zit er in fotobewerkers een gereedschap genaamd kloonstempel of retoucheerpenseel. Wij gebruiken er het programma PixBuilder Studio voor.
Klik in het gereedschapsvenster (aan de linkerzijde van het scherm) op het pictogram van een pleister. Dit is het Retoucheerpenseel. Uiterst rechts in het venster Gereedschapsopties stel je met een schuifbalk de grootte van het penseel in. Aan het cirkeltje om de muiscursor lees je de huidige grootte af. Vaak is het makkelijker dit met een sneltoets te doen, zodat je achter elkaar een hele rits plekjes kunt bijwerken. Met de [-toets maak je het penseel steeds een stapje kleiner en met de ]-toets juist groter. Houd de toets ingedrukt om sneller van grootte te veranderen.
©PXimport
Tip 05 Storende objecten en vlekken haal je weg met een retoucheerpenseel.
Tip 06: Repareren
Stel bij kleine vlekjes het retoucheerpenseel net iets groter in dan datgene dat je wil wegwerken. Dan kan het probleem al met één muisklik opgelost zijn. Iets groters repareren door er met ingedrukte muisknop overheen te schilderen mag uiteraard ook.
Je kunt dus altijd kiezen tussen klikken of schilderen. Om iets onzichtbaar te repareren, is het wel nodig dat je eerst het bronmateriaal aanwijst. Dat is een plek in de omgeving van wat je wil wegtoveren waar wel goed beeldmateriaal zit. Ligt er bijvoorbeeld een blikje op het gras, dan klik je eerst met ingedrukte Alt-toets op het gras ernaast.
Daarna klik je pas op het zwerfvuil of schilder je erover. Het gras wordt niet alleen over het blikje heen gekopieerd. Het wordt ook nog eens zo aangepast dat het naadloos in de omgeving opgaat. Een onzichtbare reparatie dus.
©PXimport
©PXimport
Tip 06 Het is de bedoeling dat er onzichtbaar gerepareerd wordt.
Tip 07: Niet rond
Het leuke is dat je het retoucheerpenseel in PixBuilder Studio een heel andere vorm kunt geven. Klik rechts in het venster Gereedschapsopties op het knopje Penseel aanpassen. Met Ronding is het penseel af te platten, desnoods zelfs tot het een streepje is.
Met Hoek kun je het vervolgens schuin zetten. Zodoende is het mogelijk om in zelfs de smalste hoekjes en kleinste openingen te werken met het retoucheerpenseel. Via Hardheid stel je de randen van het penseel in. Door de rand zachter te maken, zal de reparatie vloeiender in de omgeving opgaan, terwijl een hard penseel een meer abrupte overgang geeft.
©PXimport
Tip 07 Kies een penseelpunt die het beste bij de reparatie past.
Tip 08: Zoner Photo Studio
Ook Zoner Photo Studio 16 Free is een fotobewerker waarmee handige bewerkingen mogelijk zijn. Het is wel nodig dat je het programma eenmalig activeert door een e-mailadres op te geven zodra je het programma voor het eerst start. Je krijgt daarna een wachtwoord toegestuurd, waarna je gebruik kunt maken van enkele gratis online diensten, maar dit hoeft niet.
Zoner Photo Studio Free is meteen ook een programma om je complete fotoverzameling te beheren, maar daar gaan wij in dit artikel verder niet op in. Links op het scherm zoek je een map met foto's op, waarna onderin in een filmstrip fotominiaturen verschijnen. Ook is een voorbeeldweergave van de huidige geselecteerde foto te zien in het midden van het scherm. Klik rechtsboven op het tabblad Editor om de geselecteerde foto te bewerken. Je kunt op elk moment terugkeren naar de fotobeheerder door te klikken op Manager.
©PXimport
Tip 08 Met Zoner Photo Studio Free kun je je volledige fotoverzameling beheren.
Tip 09: Snelle bewerkingen
Uiterst rechts op het scherm is een kolom met bewerkingen te zien. Tegen de linkerzijde ervan zit een redelijk onopvallende kolom vol met pictogrammen geplakt. Dit is een gereedschapsvak, zoals we dat in elke fotobewerker tegenkomen. Het heeft dus gewoon een andere plek dan we gewend zijn.
Klik op de bliksemschicht genaamd Quick Edits om een groepje bewerkingen te zien die vaak nodig zijn om een foto te verbeteren. Zoals Exposure waarmee je de belichting van de foto aanpast. De hele foto wordt dan lichter of donkerder. Heb je de belichting aangepast, dan kan het zijn dat de foto nog steeds niet helemaal optimaal belicht is. Het komt namelijk regelmatig voor dat slechts een bepaald deel van een foto te licht of te donker is.
Dan is het beter om alleen die gebieden aan te passen en de rest van de foto met rust te laten. Dat doe je met de schuifregelaars Darken highlights en Brighten shadows. Door alleen aan te bewerken wat echt nodig is, wordt de foto nog mooier.
©PXimport
Tip 09 De lichte en donkere gebieden van een foto zijn apart te verbeteren.
Tip 10: Scherpe details
Naast Contrast is er ook een schuifregelaar genaamd Clarity en die is heel interessant. Die verhoogt namelijk het contrast van alle kleine details, met als gevolg dat de foto plotseling stukken scherper en gedetailleerder oogt. Soms geeft het zelfs een schilderachtig effect. Met Temperature en Tint pas je achteraf de witbalans van de foto aan. Zo is het onder andere mogelijk om foto's die bij lamplicht zijn gemaakt en hierdoor een gele of oranje kleurzweem hebben gekregen, alsnog een natuurlijke kleur te geven.
Ook foto's die gemaakt zijn op een grauwe dag en daardoor wat kleurloos zijn, kunnen er kleurrijker mee gemaakt worden zodat ze meer pit krijgen. Schuif Temperature naar links om een foto gemaakt bij lamplicht af te koelen. Schuif naar rechts om een fletse, te koele foto op te warmen. Met Tint stel je de kleuren daarna nog wat beter bij mocht dat nodig zijn.
©PXimport
Tip 10 Clarity benadrukt allerlei kleine details zodat de foto nog scherper lijkt.
Tip 11: Correcties
Heb je te maken met een foto waarop de horizon of de vloer scheef staat? Klik in het gereedschapsvak dan op Align Horizon. Sleep de gestippelde lijn met ingedrukte muisknop naar de plek waar je de horizon ziet, oftewel een lijn die in de foto straks recht moet komen te liggen.
Na het slepen is het zaak de nu nog horizontale stippellijn schuin te draaien, zodat hij gelijk komt te liggen met de nu nog schuine horizon in de foto. Dat doe je door de bolletjes te verslepen. Alles uitgelijnd? Klik dan op de knop Apply en prompt staat je foto rechtop. Rode ogen van het flitslicht corrigeer je met het gereedschap Red Eye Reduction. Nu is dat effect bij mensen anders dan bij dieren. Mensenogen worden namelijk rood en dierenogen wit.
Naast de gereedschapsbalk kun je bij de opties van dit gereedschap daarom hieruit kiezen door bij Mode: op het juiste pictogram te klikken. Ze heten Remove Red Eye en Remove White Eye. Daarna is het een kwestie van met de muis op elk oog te klikken om de kleur te herstellen.
©PXimport
Tip 11 Een scheve foto staat zo weer rechtop.
Tip 12: Uitsnijden
Wil je af van iets dat zich aan de rand van de foto bevindt, dan raak je dit eenvoudig kwijt door een uitsnede te maken met het gereedschap Crop. Hiermee snijd je één of meer randen weg door een kader te slepen. Zo kan het zijn dat er onnodig veel lege ruimte langs de randen is of dat er dingen te zien zijn die afleiden. Bijvoorbeeld een arm of been van iemand die verder buiten beeld staat of een voorwerp dat de foto een beetje verpest.
Maak eerst een grove selectie. Maak het kader vervolgens precies op maat door de zijden of hoekpunten met ingedrukte muisknop te verslepen. Pas als de selectie helemaal goed is, klik je op Apply.
©PXimport
Tip 12 Via een uitsnede loos je overtollig beeldmateriaal.
Tip 13: Vager of scherper
De gratis fotobewerker die je de meeste creatieve vrijheid geeft is Gimp. Er zijn zeer geavanceerde bewerkingen mogelijk, maar je vindt er uiteraard ook allerlei standaardbewerkingen in terug.
Gimp is wel even wennen, omdat het soms net even anders werkt dan de meeste andere fotobewerkers. Wat al meteen opvalt, is dat er meerdere losse vensters zijn die je vrij over het scherm mag verplaatsen. Ben je meer gecharmeerd van een traditionele weergave, kies dan Vensters / Enkel venster-modus, waarna alles in één programmavenster wordt gegroepeerd.
Met Gimp kan een foto tot in detail bewerkt worden. In het venster Gereedschapskist zie je dan ook enorm veel pictogrammen. Onderaan zit bijvoorbeeld Vervagen/Verscherpen. Dit gereedschap heeft een druppel als pictogram. Door met ingedrukte muisknop te schilderen, vervaag je stukjes van de foto. Houdt de Ctrl-knop tijdens het schilderen ingedrukt, dan verscherp je juist. Zo bepaal je zelf wat extra scherp moet worden of wat waziger mag zijn, met als doel meer nadruk te leggen op wat er belangrijk is in de foto.
Met de gereedschapsoptie Ratio helemaal onder in het gereedschapsvak bepaal je de sterkte van het effect.
©PXimport
Tip 13 Rechts van het schaap hebben we de achtergrond vervaagd, links nog niet.
Tip 14: Bewerken
Met het gereedschap Smeren (een handje met uitgestoken wijsvinger) direct naast het gereedschap uit de vorige tip, lijkt het net of je kleuren vermengt door met een vinger door natte verf te roeren. Het kan bijvoorbeeld gebruikt worden om iets onleesbaar te maken. Een kenteken, adres, of telefoonnummer bijvoorbeeld. Handig als je een foto wil delen, maar niet alles openbaar wil hebben.
Het gereedschap is ook te gebruiken om er een creatieve smeerboel van te maken vanwege het vervagende effect dat het heeft.
Het laatste gereedschap in de kist is Doordrukken/tegenhouden. Overal waar je met dit gereedschap schildert wordt de foto lichter, tenzij je hierbij de Ctrl-toets ingedrukt houdt want dan wordt het juist donkerder. Zo accentueer je delen van een foto door ze extra licht of donker te maken. Met de gereedschapsoptie Belichting onder in het gereedschapsvak stel je de sterkte in. Het is ook te gebruiken om het hoofdonderwerp extra te benadrukken als dat nu nog te veel schuilgaat in de omgeving. Als alles ongeveer even licht of donker is, is het contrast tussen de twee erg laag, zodat het onderwerp niet goed opvalt.
Door een strook achtergrond rondom het hoofdonderwerp af te laten wijken, verhoog je het contrast waardoor het onderwerp er alsnog beter uitspringt. Het is een truc die fotografen al decennialang toepassen.
©PXimport
Tip 14 Maak stukjes van een foto lichter en donkerder voor extra contrast.
Tip 15: Lagen
In Gimp en sommige andere fotobewerkers kun je met lagen werken. Wij gebruiken het om een dubbelopname te maken. Dat zijn twee foto's die verstrengeld zijn, zodat een dubbelbeeld ontstaat. Nadat je de eerste foto hebt geopend, open je een tweede exemplaar via Bestand / Openen als lagen. Tijdelijk zie je alleen de tweede foto, omdat hij bovenop de eerste ligt; als een stapel speelkaarten.
In het venster Lagen rechts op het scherm is te zien dat beide foto's nu ingeladen zijn. Klik eerst op de bovenste foto en daarna ergens in de balk Dekking die zich vlak boven de twee lagen bevindt. Het grijze vlak en het percentage erachter geeft aan hoe transparant de bovenste foto wordt. Door deze doorzichtigheid aan te passen, wordt de onderste foto nu deels zichtbaar. Je stelt zo zelf de mengverhouding in voor de dubbelopname.
©PXimport
Tip 15 Via het lagenpalet maak je een dubbelopname op maat.
Tip 16: Maskers
Je kunt ook een deel van een foto gebruiken voor een dubbelopname. Dat kan door de rest onzichtbaar te maken via een masker. Klik eerst met rechts op de bovenste foto in het venster Lagen en kies de optie Laagmasker toevoegen. Kies White als kleur voor het masker. Activeer vervolgens het gereedschap Penseel in de gereedschapskist.
Eronder zie je twee deels overlappende vierkanten. De bovenste geeft de kleur van het penseel aan. Klik erop en kies zwart. Schilder vervolgens over het stuk van de foto dat je wil verbergen. Om iets weer terug te halen, schakel je over naar wit en schildert er opnieuw overheen. De truc is dat je niet de foto zelf aanpast, maar het masker. Er gaat dus niets verloren en je kunt elke penseelstreek eenvoudig herstellen. Overal waar het masker wit is, is de laag met de bovenste foto zichtbaar. Is het masker zwart, dan is dat deel onzichtbaar.
Belangrijk is dat je voordat je begint met schilderen, eerst in het venster Lagen controleert of er een wit kader rondom het masker zit. Is het kader zwart, klik dan eenmalig op het masker, want anders kalk je over de foto zelf heen en gaat er wel beeldmateriaal verloren.
©PXimport
Tip 16 Met een masker bepaal je welk deel zichtbaar is van een fotolaag.
Tip 17: Bewaren als
Heb je een foto bewerkt? Bewaar de gewijzigde versie dan liever als een nieuw fotobestand. Zo heb je altijd het origineel nog, mocht je in de toekomst een andere versie willen maken. In een fotobewerker kan dit doorgaans via Bestand / Opslaan als of File / Save as. Vooraf een kopie maken mag natuurlijk ook.
In dit artikel hebben we de bewerkingen waarmee je je foto's verbetert, telkens met één gratis programma's uitgevoerd. Dat neemt niet weg dat veel van deze bewerkingen prima met meerdere van de programma's mogelijk zijn. Kijk dus gerust met welk programma je het beste uit de voeten kunt. Zitten je favoriete gereedschappen en bewerkingen verspreid over meerdere programma's? Geen probleem. De fotobewerkers zijn gratis, dus installeer ze gerust allemaal.
Bewaar een foto die je bewerkt tussendoor als een tif- of bmp-bestand en spring op je gemak van het ene naar het andere programma. Wat je in het ene programma bewaart, open je dus gewoon weer in de volgende bewerker. Pas aan het einde sla je de foto als jpg-bestand op. Op die manier behoudt je foto de hoogste kwaliteit.
©PXimport
Tip 17 Sla een foto tussentijds als tif of bmp op en niet als jpg.