Wetenschappelijk werken in Word
Voor het maken van je onderzoeken, scripties of andere wetenschappelijke documenten gelden zeer strenge regels. Word kan je niet helpen met het inhoudelijke deel, maar wél met het volgens de regels in elkaar zetten van je werkstuk. Wetenschappelijk werken in Word doe je zo.
01 Sjabloon
Voordat je begint aan je scriptie, moet je ervoor zorgen dat je het juiste sjabloon gebruikt. Elke universiteit heeft een eigen huisstijl, vaak met bijbehorend sjabloon dat al de juiste stijlen en opmaak bevat. Door dit te gebruiken, maak je het jezelf een stuk makkelijker. Let ook op dat er meerdere Word-sjablonen kunnen zijn, bijvoorbeeld eentje voor een presentatie, rapport of proefschrift. In zo’n sjabloon vind je bovendien de juiste opbouw van je scriptie, de juiste vorm van je voorpagina en titelblad en alvast een inhoudsopgave.
02 Stijl
Belangrijk is om de stijlen in zo’n sjabloon juist te gebruiken. In Word 2016 zie je in het Lint bij Stijlen de stijlen van het document. Je ziet ze dan echter niet allemaal. Handiger is om ze altijd rechts in beeld te hebben. Daarvoor klik je in Stijlen rechtsonder op het pijltje en kies je voor Stijlen toepassen. Klik dan in het venster op de A-knop om de stijlen rechts in beeld te tonen. Handig met het gebruik van stijlen en koppen is dat je eenvoudig kunt navigeren en je je geen ongeluk hoeft te scrollen. Ga in het Lint naar Beeld en vink in de sectie Weergeven het Navigatievenster aan.
03 Wijzig je stijl
Stel dat je een van de stijlen wilt wijzigen, maar dat je deze al op een groot deel van je tekst hebt toegepast. Je kunt dan natuurlijk het complete document afgaan en overal handmatig de stijl wijzigen. Het kan gelukkig slimmer, met Vervangen op het tabblad Start van het Lint. Als je dan klikt op Meer / Opmaak / Stijl kun je zoeken naar een stijl. Doe daarna hetzelfde voor het veld Vervangen door en kies de nieuwe stijl.
©PXimport
04 Opmaaksymbolen
Als je Word gebruikt, zal het op een gegeven ogenblik gebeuren dat je opmaak niet klopt en je niet precies weet waarom. Dat kan heel erg frustrerend zijn. Het is in dat geval erg nuttig om alle opmaaksymbolen te zien, zodat je erachter kunt komen waar het precies fout gaat. Om alle opmaaksymbolen te zien, ga je in het lint naar het tabblad Start, de sectie Alinea en klik je op het paragraaficoon. Je kunt ook de sneltoetscombinatie Ctrl+* (Ctrl+Shift+8) gebruiken.
05 Bronvermelding
Je kunt bronvermeldingen op twee manieren opzetten: direct in Word of via een extern programma. In Word ga je naar het tabblad Verwijzingen, waar je kijkt in de sectie Citaten en bibliografie. Zorg ervoor dat je bij Stijl eerst de verwijsstijl kiest die jouw universiteit gebruikt. Heb je dat gedaan, dan klik je op Citaat invoegen / Nieuwe bron toevoegen en vul je de gevraagde gegevens in. Tijdens het typen wil je misschien niet meteen alles invullen. Je kunt daarom ook kiezen voor Nieuwe tijdelijk aanduiding toevoegen en dan later de details bewerken. Klik na het toevoegen nogmaals op Citaat invoegen, waarna je alle bronnen ziet. Klik op Bronnen beheren om je toegevoegde bronnen aan te passen.
06 EndNote
Een aantal universiteiten biedt de mogelijkheid om je bronnen te beheren met EndNote of Reference Manager, beschikbaar voor Windows en macOS. EndNote is net even wat handiger, omdat je citaten kunt exporteren uit andere diensten, zoals het erg handige Google Scholar. In Scholar klik je dan op Citeren / EndNote bij een paper. Hetzelfde geldt voor Reference Manager. Biedt je universiteit geen van beide aan, dan kun je ook eens kijken naar Mendeley, dat gratis is en een plug-in heeft voor Word.
©PXimport
07 Literatuurlijst
Je wilt al je verwijzingen en referenties natuurlijk wel in één mooi overzicht hebben in de vorm van een literatuurlijst. Om je bibliografie in te voegen in het document ga je naar Verwijzingen / Citaten en bibliografie / Bibliografie. Je kunt dan kiezen uit drie stijlen: Geciteerde werken (dus waarnaar je in de tekst verwijst), Bibliografie (van alle bronnen die je hebt geraadpleegd) en Referenties.
8 Bladwijzers
Vaak zal het gebeuren dat je wilt verwijzen naar iets wat je eerder in hetzelfde document hebt staan. Daarvoor moet je eerst een bladwijzer aanmaken. Selecteer het woord of zinsdeel waarnaar je zo dadelijk wilt verwijzen en ga dan naar Invoegen / Koppelingen / Bladwijzer in het Lint. Geef de bladwijzer een naam en klik op Toevoegen.
9 Kruisverwijzing
Nadat je je bladwijzer hebt aangemaakt, kun je ernaar verwijzen met een kruisverwijzing. Zet de cursor op de plek waar je de verwijzing wilt maken. Klik op Invoegen / Koppelingen / Kruisverwijzing. Bij Verwijzingstype kun je kiezen uit Figuur (om naar een afbeelding te verwijzen), Kop, Tabel en meer. Wij kiezen hier voor Bladwijzer. Je bladwijzer van net staat in de lijst. Zorg dat Invoegen als hyperlink actief is. Bij Verwijzing naar stel je de stijl van de verwijzing in. Als je straks je scriptie exporteert als pdf, kunnen lezers klikken op de verwijzing om naar de bladwijzer te gaan zonder nog Ctrl in te hoeven drukken, zoals in Word.
©PXimport
10 Cloud
Sla je document op in OneDrive of Dropbox. Zo heb je automatisch een back-up én kun je terug naar eerdere versies. Voor OneDrive doe je het volgende: log bij Office 2016 in met je Microsoft-account of ga naar Account / Een service toevoegen / Opslag / OneDrive. Ga dan naar Bestand / Opslaan als / OneDrive – Persoonlijk en sla je document op in je OneDrive. Voor Dropbox plaats je je document simpelweg in de Dropbox-map.
11 Versies
Zodra je je document hebt opgeslagen in OneDrive, kun je eenvoudig terug naar een eerdere versie. Maak wat wijzigingen en sla het bestand op. Er verschijnt rechtsboven naast Delen een nieuw icoon, dat lijkt op een klok. Als je erop klikt, zie je eerdere versies van het document. Klik op een versie om een bepaalde revisie in te zien en je wijzigingen eventueel terug te draaien. Voor Dropbox verschijnt er rechts in beeld een Dropbox-icoon. Klik erop en kies voor Versiegeschiedenis. De browser opent en je kunt eerdere versies van je document terugzien.
12 Gesplitst
Soms wil je twee keer hetzelfde document naast elkaar hebben staan, bijvoorbeeld omdat je informatie uit twee hoofdstukken even met elkaar wilt vergelijken. Je kunt dat eenvoudig doen in Word door naar het tabblad Beeld te gaan en dan te kiezen voor Splitsen, waarna het document in tweeën wordt gedeeld. Heb je meer ruimte nodig, klik dan op Nieuw venster om het document in een nieuw Word-venster te openen. Extra handig: klik op Naast elkaar weergeven om ze naast elkaar te zetten en klik dan op Synchroon schuiven zodat je in beide documenten tegelijk kunt scrollen.
©PXimport
13 Secties
Secties zijn handig voor twee specifieke gevallen: namelijk voor Romeinse nummering of voor liggende pagina’s. Je maakt een nieuwe sectie aan in Word door te gaan naar Indeling / Eindemarkeringen. Kies dan voor een optie uit het menu Sectie-einden, zoals bijvoorbeeld Volgende pagina om na de geselecteerde pagina een nieuwe sectie te laten beginnen. Om een sectie-einde te verwijderen, selecteer je deze en druk op je op de delete-knop op het toetsenbord.
Plagiaat herkennen
Voor wat extra zekerheid is het fijn om vooraf je tekst door een plagiaatherkenner te halen. Soms kan het gebeuren dat je tekst al dan niet met opzet lijkt op een andere tekst, of dat je vergeten bent een gedeelte te herschrijven. Je kunt hiervoor bijvoorbeeld The Plagiarism Checker gebruiken. Die tool scant het internet en kijkt of je tekst ergens terugkomt. Er geldt wel een limiet van duizend woorden per scan. De tool werkt ook voor het Nederlands.
14 Romeinse cijfers
Het is altijd een gevecht om de eerste paar pagina’s met Romeinse cijfers te laten starten. Om dat te bereiken, maak je een nieuwe sectie na het titelblad en een sectie tot aan waar je de Romeinse nummering wilt laten lopen. Dubbelklik dan op het paginanummer, selecteer het, klik met rechts en kies voor Opmaak paginanummers. Kies voor de Romeinse nummering, zet bij Beginnen bij een 1 en klik op OK. Op het tabblad Ontwerpen zorg je dat Eerste pagina afwijkend niet geselecteerd is, anders zie je op de eerste pagina geen paginanummer.
©PXimport
15 Liggend
Soms wil je een pagina liggend maken, om een grafiek of tabel goed tot zijn recht te laten komen. Om één of een aantal pagina’s te draaien, moet je een nieuwe sectie aan maken (zie tip 13) voor de pagina die je wilt draaien en weer een nieuwe sectie aan het einde van de pagina die je wilt draaien. Heb je dat gedaan, dan ga je naar Indeling / Afdrukstand en kies je voor Liggend in de lijst, zodat alleen de pagina’s in die sectie gedraaid worden.
16 Bestand invoegen
Een handige optie van Word is dat je verschillende bestandstypen direct in Word kunt invoegen. Daarvoor ga je naar het tabblad Invoegen / Tekst / Object. Kies het bestandstype dat je wilt invoegen, bijvoorbeeld Microsoft Office Excel Worksheet en klik op OK. Er verschijnt een Excel-werkblad en de interface van Word verandert naar die van Excel. Je hebt alle opties van Excel tot je beschikking. Klik simpelweg ergens anders als je klaar bent. Je kunt het werkblad ook apart openen in Excel: klik er met rechts op en kies voor Worksheet-object / Openen waarna een nieuw Excel-venster opent.
17 Spelling en grammatica
Tijdens het typen checkt Word standaard continu je spelling en grammatica. Handig, maar bij het maken van een scriptie gebruik je waarschijnlijk veel vaktermen die Word niet kent. Voeg het woord dan toe aan je woordenboek door er rechts op te klikken en te kiezen voor Spelling / Toevoegen aan woordenlijst. Je kunt er ook voor kiezen om het woord nu en later te negeren met de optie Alles negeren. Zodra je op het punt staat je scriptie in te leveren, is het een goed idee nog één keer alle gevonden fouten van Word langs te gaan: ga daarvoor naar Controleren / Controle / Spelling- en grammaticacontrole.
©PXimport