ID.nl logo
Privacy Shield bestaat niet meer, wat nu?
© Reshift Digital
Huis

Privacy Shield bestaat niet meer, wat nu?

Het werd in 2016 vol trots gevierd, Privacy Shield. Een akkoord tussen Europa en de VS over de opslag van persoonsgegevens. Zo kan data nog steeds op een Amerikaanse server worden geplaatst, zonder dat onze privacy hieronder te lijden heeft. Inmiddels is het Privacy Shield echter opgeheven. Wat nu?

Privacy Shield bestond onder andere om de rechten van Europese gebruikers van Facebook, Gmail en andere platforms die in de cloud werken te waarborgen. Gegevens die worden opgeslagen in Amerika, zijn normaliter onderhevig aan de Amerikaanse regels, die voorschrijven dat Amerika altijd toegang moet hebben tot die gegevens.

Het Privacy Shield zorgde ervoor dat er een opvolger was van Safe Harbor, waarbij de gegevens wel werden beschermd, waardoor Amerika er niet zo makkelijk meer bij kon en al zeker niet massaal mocht surveilleren.

Op zich een grote winst voor Europa, maar toch heeft juist de Europese Commissie ervoor gekozen om het Privacy Shield op te heffen. De reden? Het Europese Hof meent dat de privacy van de Europese burgers onvoldoende werd gewaarborgd. Dat is in lijn met de kritiek die er vanaf het begin van Privacy Shield was, namelijk de vergaande bevoegdheden van de CIA en andere veiligheidsdiensten van de Verenigde Staten waren er nog steeds.

Ze mogen bovendien niet alleen noodgevallen of alleen specifieke gegevens bewaren. Te allen tijde kunnen ze welke informatie er ook op een server staat raadplegen. Natuurlijk was het al een verbetering op de Safe Harbor, maar uiteindelijk was het niet genoeg.

Ongeldig verklaard

Daardoor is op 16 juli in de Schrems II-zaak besloten dat het Privacy Shield ongeldig is. Je mag op dit moment dus geen persoonsgegevens doorspelen aan de VS met als waarborg Privacy Shield. Een waarborg is wel nodig wil je volgens de Algemene Verordening Gegevensbescherming (AVG) persoonsgegevens naar derde landen (landen buiten de Europese Economische Ruimte) sturen.

Privacy Shield was dat waarborg waar het gaat om het certificeren van bedrijven binnen de Verenigde Staten, om te bewijzen dat er genoeg was gedaan om te zorgen dat de persoonsgegevens van Europeanen werden beschermd.Nu dat waarborg is weggevallen, mogen organisaties binnen de EU geen persoonsgegevens meer doorspelen aan organisaties die zich binnen de Verenigde Staten bevinden.

De VS heeft geen AVG of iets soortgelijks, waardoor de privacy van gegevens aanzienlijk minder goed is gewaarborgd. In de Amerikaanse wet staat zelfs dat de Amerikaanse inlichtingendienst en overige veiligheidsdiensten recht hebben om gegevens van Amerikaanse bedrijven te zien én te gebruiken. Kortom, alle data van burgers uit de EU kan hierdoor worden gebruikt, zolang dit op een server staat die zich binnen Amerika bevindt.

©PXimport

Dat het waarborg niet meer bestaat heeft verregaande gevolgen voor Europese bedrijven. Zij moeten exact weten waar zij hun data heen sturen. Is dat binnen de VS, dan is dat in principe nog geen probleem. Het wordt namelijk pas een issue wanneer je zonder toestemming de gegevens van mensen naar een derde land stuurt. Je kunt hier zien met welke bedrijven je in de problemen komt, mocht je hiermee gegevens delen van je klanten.

Je mag altijd gegevens op jouw verzoek aan de VS doorgeven, zolang dit echt alleen je eigen gegevens betreffen. Denk dus aan je privé-account van Instagram of het opslaan van foto’s in iCloud. Gaat het echter om gegevens van anderen, dan moet je mensen hier nadrukkelijk over informeren en hun nadrukkelijke toestemming hebben. Je kunt er ook voor kiezen om uit te wijken naar een Europees bedrijf.

In ieder geval moet je actie ondernemen. Of je vraagt nadrukkelijk om toestemming en laat zien wat de risico’s zijn in Amerika, of je gaat naar een Europese dienstverlener en stopt de samenwerking met het Amerikaanse bedrijf. Zorg dat je goed kunt aantonen dat je actie hebt ondernomen, want als je je niet aan de AVG houdt, dan kun je miljoenenboetes verwachten.

Ombudsman

Er is nog een reden waarom het Europese Hof het Privacy Shield ongeldig heeft gemaakt. Het ombudsmanprincipe dat ervoor bestond bood ook onvoldoende bescherming. Via een onbudsman konden burgers uit de EU hun klachten aankaarten met betrekking tot de verwerking van hun persoonsgegevens. Het zou uiteraard een onafhankelijke ombudsman moeten zijn, maar volgens het Hof kan die onafhankelijkheid niet worden verzekerd.

Sowieso is het van belang om goed in de gaten te houden wat de Europese politiek gaat doen met het wegvallen van het Privacy Shield. Dat er een alternatief moet komen waarin de privacy van Europese burgers buiten Europa nog beter wordt gewaarborgd is duidelijk. De European Data Protection Board (EDPB) gaat nu kijken wat de mogelijke vervolgstappen kunnen zijn. De verwachting is dat het vormen van de opvolger van het Privacy Shield nog maanden in beslag neemt.

▼ Volgende artikel
Bestandsnamen in bulk wijzigen? Maak kennis met PowerRename uit Power Toys
© ID.nl
Huis

Bestandsnamen in bulk wijzigen? Maak kennis met PowerRename uit Power Toys

Een paar bestanden hernoemen is zo gebeurd. Maar zodra je tientallen of honderden namen moet aanpassen, schiet handmatig werk tekort. Dan komt externe software goed van pas. PowerRename, onderdeel van de PowerToys-collectie, biedt uitkomst. Met deze slimme tool kun je grote aantallen bestanden in één keer hernoemen. Dat gaat snel, efficiënt en precies zoals jij het wilt.

Dit gaan we doen

In dit artikel zie je hoe je PowerRename uit PowerToys instelt en gebruikt om grote aantallen bestanden tegelijk te hernoemen. We laten zien hoe je de tool activeert, hoe je hem oproept via Verkenner en hoe je zoek-en-vervangacties, letterinstellingen en automatische nummering toepast. Zo wijzig je in één keer volledige reeksen bestandsnamen, zonder handmatig werk.

Lees ook: Leuker, sneller en handiger: boost je Windows-pc met PowerToys

PowerRename activeren

PowerRename is een stuk krachtiger dan de standaard hernoemfunctie van Windows. De tool maakt deel uit van PowerToys, een opensource-project van Microsoft. Wil je de Microsoft Store-versie installeren? Open dan het Startmenu, zoek naar Microsoft Store en start de app. Typ PowerToys in het zoekveld bovenaan. Klik op Installeren zodra je het programma hebt gevonden. Na installatie verschijnt PowerToys in het systeemvak van Windows. Open het, kies in de linkerkolom PowerRename en je ziet meteen een korte animatie van hoe de tool werkt. Klik op Instellingenopenen en controleer of PowerRename is ingeschakeld. Let op: bij ons werkte PowerRename pas na een herstart van het systeem.

Een animatie toont hoe PowerRename werkt.

Contextueel menu in Verkenner

Open de map met de bestanden die je wilt hernoemen. Selecteer ze allemaal met Ctrl+A en klik met de rechtermuisknop op de selectie. In het contextmenu van Windows Verkenner kies je onderaan de opdracht Naam wijzigen met PowerRename.

Haal PowerRename uit het contextueel menu in Windows Verkenner.

Zoeken en vervangen

Daarna opent het venster van PowerRename. In het veld Zoeken geef je in welk deel van de bestandsnaam je wilt vervangen. In het veld eronder typ je de nieuwe tekst. In ons voorbeeld vervangen we het woord Image door Kreta2015. Nog vóór de wijziging wordt uitgevoerd, toont PowerRename een overzicht: links de oorspronkelijke bestandsnamen, rechts de nieuwe. Zo zie je meteen wat er verandert. Daaronder kies je of de aanpassing moet gelden voor de volledige naam inclusief extensie, alleen de bestandsnaam, of alleen de extensie.

Met de knoppen onder Tekstopmaak pas je eenvoudig het hoofdlettergebruik aan, van alles in kleine letters, naar alles in hoofdletters, alleen een hoofdletter aan het begin, of elke beginletter van een woord in hoofdletters. Het laatste pictogram schakelt de nummering in. Activeer je dat, dan voegt PowerRename automatisch nummers tussen haakjes toe aan de bestandsnamen.

De nieuwe namen verschijnen in voorvertoning naast de oorspronkelijke namen.     

Je allermooiste foto's hernoemd?

Druk ze af en plak ze in een foto-album
▼ Volgende artikel
Wat is local dimming en waarom is het belangrijk?
© ER | ID.nl
Huis

Wat is local dimming en waarom is het belangrijk?

Het gebrek aan een rijk contrast is een van de grootste ergernissen bij lcd- en ledtelevisies. Fabrikanten hebben daarom een slimme techniek bedacht die het contrast aanzienlijk verbetert: local dimming. In dit artikel leggen we uit hoe deze techniek van jouw grijze nachtlucht weer een inktzwarte sterrenhemel maakt.

Het contrast van je televisie is misschien wel de belangrijkste eigenschap voor mooi beeld. We willen dat wit verblindend wit is en zwart echt inktzwart. Bij oledtelevisies is dat makkelijk, want daar geeft elke pixel zelf licht. Maar de meeste televisies in de Nederlandse huiskamers zijn nog steeds lcd- of ledschermen (inclusief QLED). Die werken met een lamp achter het scherm, de zogeheten backlight. Local dimming is de techniek die probeert de nadelen van die achtergrondverlichting op te lossen.

Om te begrijpen waarom local dimming nodig is, moet je eerst weten hoe een standaard led-tv werkt. Simpel gezegd is het een groot paneel met pixels die zelf geen licht geven, maar alleen van kleur veranderen. Achter die pixels brandt een grote lichtbak. Als het beeld zwart moet zijn, sluiten de pixels zich om het licht tegen te houden. Helaas lukt dat nooit voor de volle honderd procent; er lekt altijd wat licht langs de randjes. Hierdoor zien donkere scènes er vaak wat flets en grijzig uit. De achtergrondverlichting staat immers vol aan, ook als het beeld donker moet zijn.

Nooit meer te veel betalen? Check Kieskeurig.nl/prijsdalers!

De lampen dimmen waar het donker is

Local dimming pakt dit probleem bij de bron aan. In plaats van één grote lichtbak die altijd aan staat, verdeelt deze techniek de achtergrondverlichting in honderden (en bij duurdere tv's soms duizenden) kleine zones. De televisie analyseert de beelden die je kijkt continu. Ziet de processor dat er linksboven in beeld een donkere schaduw is, terwijl rechtsonder een felle explosie te zien is? Dan worden de lampjes in de zone linksboven gedimd of zelfs helemaal uitgeschakeld, terwijl de lampjes rechtsonder juist fel gaan branden.

Het resultaat is direct zichtbaar. Zwart wordt weer echt zwart, simpelweg omdat er geen licht meer achter dat deel van het scherm brandt. Tegelijkertijd blijven de lichte delen van het scherm helder. Dat zorgt voor een veel groter contrast en geeft het beeld meer diepte. Vooral bij het kijken van HDR-films en -series is dat van belang. Zonder local dimming kan een led-tv eigenlijk geen goed HDR-beeld weergeven, omdat het verschil tussen licht en donker dan te klein blijft.

©ER | ID.nl

Niet alle local dimming is hetzelfde

Het klinkt als een wonderoplossing, maar de uitvoering verschilt enorm per televisie. Het grote toverwoord hierbij is het aantal zones. Hoe meer zones de tv onafhankelijk van elkaar kan aansturen, hoe preciezer het licht kan worden geregeld. Goedkopere televisies gebruiken vaak edge lit local dimming. Hierbij zitten de lampjes alleen in de rand van de tv. Dat werkt redelijk, maar is niet heel nauwkeurig. Je ziet dan soms dat een hele verticale strook van het beeld lichter wordt, terwijl er eigenlijk maar één klein object moest worden verlicht.

De betere variant heet full array local dimming. Hierbij zitten de lampjes over de hele achterkant van het scherm verspreid. De allernieuwste en beste vorm hiervan is miniLED. Daarbij zijn de lampjes zo klein geworden dat er duizenden in een scherm passen, wat de precisie van oled begint te benaderen. Als er te weinig zones zijn, kun je last krijgen van zogenaamde 'blooming'. Dat zie je bijvoorbeeld bij witte ondertiteling op een zwarte achtergrond: er ontstaat dan een soort wazige lichtwolk rondom de letters, omdat de zone groter is dan de tekst zelf.

Welke merken gebruiken local dimming?

Bijna elke grote televisiefabrikant past deze techniek inmiddels toe, maar ze doen dat voornamelijk in hun middenklasse en topmodellen. Samsung is een van de voorlopers, zeker met hun QLED- en Neo QLED-televisies, waarbij ze in de duurdere series gebruikmaken van geavanceerde miniLED-techniek voor zeer precieze dimming. Ook Sony staat bekend om een uitstekende implementatie van full array local dimming, die vaak geprezen wordt om de natuurlijke weergave zonder overdreven effecten. Philips past het eveneens toe in hun (mini)ledmodellen, vaak in combinatie met hun bekende Ambilight-systeem voor een extra contrastrijk effect.

Ga voor de full monty!

Local dimming is dus geen loze marketingkreet, maar een dankbare techniek voor iedereen die graag films of series kijkt op een led- of QLED-televisie. Het maakt het verschil tussen een flets, grijs plaatje en een beeld dat van het scherm spat met diepe zwartwaarden. Ben je in de markt voor een nieuwe tv? Vraag dan niet alleen óf er local dimming op zit, maar vooral of het gaat om full array dimming. Je ogen zullen je dankbaar zijn tijdens de volgende filmavond!

Vijf fijne televisies die full array local dimming ondersteunen