ID.nl logo
Mobiel betalen met NFC-smartphone
© Reshift Digital
Huis

Mobiel betalen met NFC-smartphone

Al jaren wordt er door banken en providers gepraat over betalen via onze mobiele telefoon. Er zijn ondertussen al heel wat verschillende initiatieven, maar van massale adoptie is nog geen sprake. Wordt 2013 dan toch het jaar dat we met ons mobieltje gaan betalen?

©CIDimport

De meest besproken techniek om mobiel betalen mogelijk te maken is Near Field Communications (nfc). Met behulp van nfc kunnen over een korte afstand draadloze signalen verstuurd worden. Het aardige ervan is dat zo’n contactloze verbinding ook werkt met passieve chips die geen stroomvoorziening hebben. Een actieve nfc-chip kan dan de informatie uitlezen die op de passieve chip staat.

©CIDimport

Mobiel betalen in supermarkt met NFC

©CIDimport

Nfc brengt allerlei mogelijkheden met zich mee. In de praktijk hoeft u enkel maar een telefoon op een nfc-punt te leggen om contact te maken. Inchecken bij een evenement kan bijvoorbeeld met behulp van uw nfc-telefoon en in het openbaar vervoer zou het een vervanging kunnen zijn voor de ov-chipkaart. U hoeft dan niet in een rij te gaan staan voor een kassa. Ook kunnen kleine voorwerpen, zoals energiemeters, visitekaartjes of menukaarten met een passieve nfc-chip worden uitgerust, die dan met behulp van een mobieltje kunnen worden uitgelezen.

Toepassingen op basis van nfc zijn er momenteel ook al. Zo is het mogelijk bij Diergaarde Blijdorp (zie afbeelding) in te checken met een nfc-telefoon wanneer de klant een ticket via de website heeft besteld. Supermarktketens Albert Heijn en C1000 hebben in het verleden testen gedaan met nfc-betalingen. Kortom, die portemonnee met pasjes kan het wel vergeten. Uw mobiele telefoon moet het met behulp van nfc in de toekomst allemaal gaan vervangen.

Alternatieven

Nfc is echter niet de enige technologie die gebruikt kan worden om te betalen via de mobiele telefoon. Een oud alternatief voor nfc is bijvoorbeeld het sms betalen. De gebruiker heeft daarbij een betaalaccount bij een provider en kan vervolgens opwaarderingen en betalingen doen met behulp van sms-berichten. In Nederland wordt die manier van afrekenen onder andere gebruikt bij verschillende parkeerstations van bedrijfjes als Parkmobile en smsparking (die bedrijfjes hebben overigens ook apps waarmee je een parkeeractie kunt melden). Ook de Rabobank maakt sms betalen mogelijk via zijn Minitix-account. Echt groot is betalen via sms nooit geworden, maar bijvoorbeeld in arme landen is deze betaalmethode erg populair. Bedrijfjes als M-Pesa die in Kenia en Zuid-Afrika actief zijn hebben er miljoenen gebruikers (onder andere omdat daar niet zoveel geldautomaten zijn).

©CIDimport

Een veel genoemd alternatief voor de nfc-chip is ook wel de qr-code. Zo'n qr-code is een soort barcode die met behulp van de camera op de mobiele telefoon  kan worden gescand. Een qr-code lezer app op uw mobiele telefoon vertaalt de code vervolgens in een link naar een website, webwinkel of app store. In zo'n webwinkel kan dan een bestelling gedaan worden. Het voordeel van de qr-code op nfc is dat iedere telefoon wel een camera heeft en zodoende in principe iedere telefoon geschikt is. Ook is de qr-code relatief goedkoop en kunnen ze overal in geplakt worden. Nadeel is wel dat communicatie maar één kant uit gaat. De qr-code kan bijvoorbeeld niet opnieuw geprogrammeerd worden. In die zin is nfc een veelzijdiger techniek.

Er zijn ondertussen al een hoop qr-code toepassingen in omloop. De meest spectaculaire toepassing van qr-codes vond misschien wel plaats in Korea. Supermarktketen Tesco gebruikte daarbij de wanden in de metro om die uit te rusten met levensgrote afbeeldingen van producten. De metrobezoekers konden eenvoudig de qr-code scannen en met de app het product kopen in de webwinkel. De producten werden vervolgens thuis bezorgd. In Nederland springt de qr-code vooral in het oog op de vele posters en advertenties, een manier om mensen naar de website te lokken.

Lees verder op pagina 2

Sixpack

Het is nog steeds een hele discussie welke techniek nu het beste geschikt is voor mobiel betalen, maar op de lange termijn lijkt nfc het wel te gaan winnen. Het belangrijkste probleem van nfc is dat lang niet alle telefoontoestellen nfc ondersteunen. Mobiele telefoonfabrikanten brengen maar mondjesmaat modellen uit met nfc. Een toestel als de Samsung Galaxy S3 heeft bijvoorbeeld wel nfc, maar de populaire iPhone-toestellen niet. Om dit op te lossen zijn er ook wel nfc-stickers bedacht die u op de telefoon kunt plakken. Zo'n sticker communiceert dan niet met de telefoon, maar identificatie is bijvoorbeeld wel mogelijk.

©CIDimport

Geen nfc? Een sticker lost het op

In Nederland moest nfc vooral van de grond komen door Sixpack, een samenwerking tussen de ABN Amro, ING en RaboBank en de drie mobiele operators die Nederland rijk is (KPN, Vodafone en T-Mobile). De zes wilden een eigen betaalplatform ontwikkelingen waar dan bijvoorbeeld winkelbedrijven zich op konden aansluiten. Helaas verliep het allemaal niet zo voorspoedig. Hoewel in 2011 Sixpack met veel tamtam van start ging, besloten de zes er al deze zomer een punt achter het initiatief te zetten. Volgens Wim Westerhof, de vroegere programmadirecteur van Sixpack, kwam dat vooral dat de oprichting van een bedrijf een te complexe operatie bleek. Onderlinge afspraken maken was lastig en uiteindelijk gaan de bedrijven nu los van elkaar bepalen wat ze met nfc willen doen en hoe.

En nu?

In 2013 willen de zes niet stil gaan zitten en starten de meesten eigen initiatieven op basis van nfc. Rabobank heeft bijvoorbeeld in augustus het bedrijfje MyOrder gekocht, een identificatiedienst die in combinatie met een nfc-sticker bestellingen kan verwerken. De gebruiker koopt de sticker op de site cashlessbetalen.nl en koppelt deze aan een Rabo MiniTix-portemonnee, een betaalaccount van maximaal 300 euro die gekoppeld is aan uw bankrekening. Momenteel is MyOrder vooral te vinden in bedrijfsrestaurants, maar het is bijvoorbeeld ook mogelijk mobiel te bestellen bij Pathé-bioscopen en bij diensten als Thuisbezorgd.

Ook de anderen hebben plannen met nfc. ABN Amro en ING willen bijvoorbeeld betalingen via nfc mogelijk maken in 2013, maar dan via de bankpas. Vanaf 2013 krijgen klanten van ABN en ING wanneer ze een nieuwe pas aanvragen een pas met nfc-chip. Daar kunnen de gebruikers dan nog niks mee, omdat er nog geen betalingsterminals met nfc actief in Nederland. Begin 2013 zullen de  banken echter ook een aantal testen bij winkels uitvoeren (waar en wanneer is nog niet bekend). Die testervaringen zullen als input worden gebruikt om eind 2013 de eerste betalingen met de mobiele telefoon mogelijk te maken. En de providers? Ook die zeggen in 2013 in de weer te gaan met nfc, hoewel ze daar verder geen uitspraken over willen doen. Uitzondering is wel Vodafone, dat liet weten in 2013 een mobiel, contactloos betaalproduct te gaan lanceren in samenwerking met VISA en V-Pay. De dienst moet een eerste stap zijn naar een mobiele portemonnee die in de tweede helft van 2013 op de Nederlandse markt komt. Een grootschalige uitrol van nfc is dus van de baan, maar ook in 2013 kunt u weer op meer plekken mobiel betalen als u dat wilt.

Tekst: Bram Semeijn

Dit artikel komt uit Computer Idee nummer 5, jaargang 2013.

▼ Volgende artikel
Wat is local dimming en waarom is het belangrijk?
© ER | ID.nl
Huis

Wat is local dimming en waarom is het belangrijk?

Het gebrek aan een rijk contrast is een van de grootste ergernissen bij lcd- en ledtelevisies. Fabrikanten hebben daarom een slimme techniek bedacht die het contrast aanzienlijk verbetert: local dimming. In dit artikel leggen we uit hoe deze techniek van jouw grijze nachtlucht weer een inktzwarte sterrenhemel maakt.

Het contrast van je televisie is misschien wel de belangrijkste eigenschap voor mooi beeld. We willen dat wit verblindend wit is en zwart echt inktzwart. Bij oledtelevisies is dat makkelijk, want daar geeft elke pixel zelf licht. Maar de meeste televisies in de Nederlandse huiskamers zijn nog steeds lcd- of ledschermen (inclusief QLED). Die werken met een lamp achter het scherm, de zogeheten backlight. Local dimming is de techniek die probeert de nadelen van die achtergrondverlichting op te lossen.

Om te begrijpen waarom local dimming nodig is, moet je eerst weten hoe een standaard led-tv werkt. Simpel gezegd is het een groot paneel met pixels die zelf geen licht geven, maar alleen van kleur veranderen. Achter die pixels brandt een grote lichtbak. Als het beeld zwart moet zijn, sluiten de pixels zich om het licht tegen te houden. Helaas lukt dat nooit voor de volle honderd procent; er lekt altijd wat licht langs de randjes. Hierdoor zien donkere scènes er vaak wat flets en grijzig uit. De achtergrondverlichting staat immers vol aan, ook als het beeld donker moet zijn.

Nooit meer te veel betalen? Check Kieskeurig.nl/prijsdalers!

De lampen dimmen waar het donker is

Local dimming pakt dit probleem bij de bron aan. In plaats van één grote lichtbak die altijd aan staat, verdeelt deze techniek de achtergrondverlichting in honderden (en bij duurdere tv's soms duizenden) kleine zones. De televisie analyseert de beelden die je kijkt continu. Ziet de processor dat er linksboven in beeld een donkere schaduw is, terwijl rechtsonder een felle explosie te zien is? Dan worden de lampjes in de zone linksboven gedimd of zelfs helemaal uitgeschakeld, terwijl de lampjes rechtsonder juist fel gaan branden.

Het resultaat is direct zichtbaar. Zwart wordt weer echt zwart, simpelweg omdat er geen licht meer achter dat deel van het scherm brandt. Tegelijkertijd blijven de lichte delen van het scherm helder. Dat zorgt voor een veel groter contrast en geeft het beeld meer diepte. Vooral bij het kijken van HDR-films en -series is dat van belang. Zonder local dimming kan een led-tv eigenlijk geen goed HDR-beeld weergeven, omdat het verschil tussen licht en donker dan te klein blijft.

©ER | ID.nl

Niet alle local dimming is hetzelfde

Het klinkt als een wonderoplossing, maar de uitvoering verschilt enorm per televisie. Het grote toverwoord hierbij is het aantal zones. Hoe meer zones de tv onafhankelijk van elkaar kan aansturen, hoe preciezer het licht kan worden geregeld. Goedkopere televisies gebruiken vaak edge lit local dimming. Hierbij zitten de lampjes alleen in de rand van de tv. Dat werkt redelijk, maar is niet heel nauwkeurig. Je ziet dan soms dat een hele verticale strook van het beeld lichter wordt, terwijl er eigenlijk maar één klein object moest worden verlicht.

De betere variant heet full array local dimming. Hierbij zitten de lampjes over de hele achterkant van het scherm verspreid. De allernieuwste en beste vorm hiervan is miniLED. Daarbij zijn de lampjes zo klein geworden dat er duizenden in een scherm passen, wat de precisie van oled begint te benaderen. Als er te weinig zones zijn, kun je last krijgen van zogenaamde 'blooming'. Dat zie je bijvoorbeeld bij witte ondertiteling op een zwarte achtergrond: er ontstaat dan een soort wazige lichtwolk rondom de letters, omdat de zone groter is dan de tekst zelf.

Welke merken gebruiken local dimming?

Bijna elke grote televisiefabrikant past deze techniek inmiddels toe, maar ze doen dat voornamelijk in hun middenklasse en topmodellen. Samsung is een van de voorlopers, zeker met hun QLED- en Neo QLED-televisies, waarbij ze in de duurdere series gebruikmaken van geavanceerde miniLED-techniek voor zeer precieze dimming. Ook Sony staat bekend om een uitstekende implementatie van full array local dimming, die vaak geprezen wordt om de natuurlijke weergave zonder overdreven effecten. Philips past het eveneens toe in hun (mini)ledmodellen, vaak in combinatie met hun bekende Ambilight-systeem voor een extra contrastrijk effect.

Ga voor de full monty!

Local dimming is dus geen loze marketingkreet, maar een dankbare techniek voor iedereen die graag films of series kijkt op een led- of QLED-televisie. Het maakt het verschil tussen een flets, grijs plaatje en een beeld dat van het scherm spat met diepe zwartwaarden. Ben je in de markt voor een nieuwe tv? Vraag dan niet alleen óf er local dimming op zit, maar vooral of het gaat om full array dimming. Je ogen zullen je dankbaar zijn tijdens de volgende filmavond!

Vijf fijne televisies die full array local dimming ondersteunen

▼ Volgende artikel
Waar voor je geld: 5 robotstofzuigers voor een extra schone vloer
© ID.nl
Huis

Waar voor je geld: 5 robotstofzuigers voor een extra schone vloer

Bij ID.nl zijn we gek op producten waar je niet de hoofdprijs voor betaalt of die zijn voorzien van bijzondere eigenschappen. Met een robotstofzuiger wordt de vloer schoongehouden, terwijl je er niet bij hoeft te zijn. En stofzuigen is dan wel het minste dat ze kunnen, want ook dweilen is voor veel modellen geen proleem. We vonden vijf geavanceerde exemplaren.

Philips HomeRun 7000 Series XU7100/01

De Philips HomeRun 7000 Series XU7100/01 is ontworpen om grote ruimtes aan te kunnen. Het apparaat heeft een stofzak van 3 liter en een werktijd tot 180 minuten in de laagste stand. In tegenstelling tot veel kleinere robots is deze HomeRun uitgerust met een stille motor; de opgave van 66 dB maakt hem relatief stil.

Er zit een dweilfunctie in zodat je de robot na het stofzuigen ook direct kunt laten dweilen. Via de app kies je voor een van de modi of plan je een schoonmaakprogramma in. De robot kan zichzelf navigeren, obstakels omzeilen en keert na gebruik terug naar het laadstation. Omdat de opvangbak groot is hoef je niet vaak te legen en dankzij de Li‑ion‑accu is hij geschikt voor grotere woningen. Het apparaat is van recente datum en daarom nog volop verkrijgbaar.

Dreame L10s Pro Ultra Heat

Deze robot combineert een groot stofreservoir van 3,2 liter met een lange werktijd van ongeveer 220 minuten. Dankzij de geïntegreerde dweilfunctie verwijdert hij niet alleen stof maar kan hij ook nat reinigen. De L10s Pro Ultra Heat gebruikt een zak in het basisstation, waardoor je het reservoir minder vaak hoeft te legen.

De Dreame is voorzien van een Li‑ion‑batterij aanwezig en de robot keert automatisch terug naar het station voor opladen en legen. De sensortechnologie helpt bij het vermijden van obstakels en het nauwkeurig schoonmaken van zowel harde vloeren als tapijt. Dankzij de meegeleverde app stuur je de schoonmaak aan, stel je no‑go‑zones in of plan je een dweilrondje.

Philips HomeRun 3000 Series Aqua XU3100/01

Deze Philips‑robot is bedoeld voor wie minder vaak handmatig wil schoonmaken. Hij beschikt over een gecombineerde stofzuig‑ en dweilfunctie en kan zichzelf legen via het automatische station. Met een gebruiksduur tot 200 minuten in de laagste stand en een geluidsniveau van 66 dB kan hij urenlang zijn werk doen zonder al te veel herrie. De stofcontainer van 35 cl is kleiner dan bij de HomeRun 7000, maar door het automatische leegmechanisme is dat geen probleem.

Je bedient het apparaat via de app en kunt daar zowel een schema programmeren als zones instellen. De Aqua XU3100/01 is een model uit de recente 3000‑serie en doordat hij een mop‑pad heeft kan hij zowel droog als nat reinigen, wat handig is voor harde vloeren zoals tegels en laminaat.

iRobot Roomba Combo j9+

De Roomba Combo j9+ is een model dat je vloeren zowel kan stofzuigen als dweilen. De Combo j9 beschikt over een opvangbak van 31 cl en hij kan zelf zijn inhoud legen in het automatische basisstation dat bij de set hoort. De Li‑ion‑accu zorgt voor een lange gebruiksduur en de robot maakt een routeplanning zodat elke ruimte efficiënt wordt schoongemaakt.

Via de app kun je zones instellen waar de robot niet mag komen en het dweilelement in‑ of uitschakelen. In de basis maakt de Combo j9+ zelfstandig een kaart van je woning en keert terug naar het station wanneer de accu moet opladen of de stofcontainer vol is. De robot is bedoeld voor huishoudens die gemak belangrijk vinden en biedt naast stofzuigen ook een dweilfunctie voor hardere vloeren.

MOVA Tech P50 Ultra

De MOVA Tech P50 Ultra is een forse robotstofzuiger met een basisstation. Het apparaat heeft een stofreservoir van 30 cl en wordt geleverd met een basisstation waarin je het stof eenvoudig kunt verwijderen. De robot produceert een geluidsniveau van 74 dB, iets hoger dan de Philips‑modellen, en weegt inclusief station ruim 13 kg.

Hij kan uiteraard ook automatisch terugkeren naar het station om op te laden of te legen. In de specificaties staat dat de MOVA is voorzien van een Li‑ion‑batterij en dat hij zowel kan stofzuigen als dweilen. De meegeleverde app maakt het mogelijk om routes in te stellen en zones te blokkeren. Met een vermogen van 700 W is hij krachtig genoeg voor tapijten en harde vloeren. Het is geschikt voor mensen die een uitgebreid station met automatische functies willen.