ID.nl logo
Breng herinneringen tot leven in een paar klikken
© Michael Rosskothen - stock.adobe.com
Huis

Breng herinneringen tot leven in een paar klikken

Wat doe jij met de foto's die je op vakantie of van een speciale gebeurtenis hebt gemaakt? Je kunt ze wegschrijven naar een map om er vervolgens niet meer naar om te kijken, maar die plaatjes verdienen zoveel meer. Maak een fotopresentatie, compleet met muziek, titels en effecten. En daarna? Delen maar!

In dit artikel laten we zien hoe je een fotopresentatie maakt:

  • Selecteer je mooiste foto’s en importeer ze in Clipchamp
  • Voeg overgangen, titels, filters, en achtergrondmuziek toe
  • Maak gebruik van AI om een unieke presentatie te maken
  • Exporteer je creatie en deel hem via sociale media

Lees ook: Raak ze niet kwijt! Met deze methoden kun je je dierbare foto's bewaren

Een fotopresentatie stelt je in staat om een selectie van je beste foto’s te maken en deze op een aantrekkelijke manier te rangschikken. Niet alleen leuk voor jezelf, maar ook om te delen met familie en vrienden. Voor ons doel maken we gebruik van Clipchamp. Dit programma – waarvan een gratis variant beschikbaar is – biedt je niet alleen de mogelijkheid om dynamische fotopresentaties te maken, maar ook om volwaardige video’s te monteren. Prettig is dat je de software in Windows 10 en Windows 11 kunt installeren, maar ook via de browser kunt gebruiken. Wij gaan aan de slag met de desktop-app van Clipchamp.

Met Clipchamp maak je eenvoudig verzorgde presentaties van je foto’s.

Foto’s selecteren

Geef het project eerst een naam: in het projectvenster van Clipchamp vind je linksboven het naamvak. Welke foto’s neem je op in de presentatie? Maak een selectie van het materiaal. In de sectie Jouw media kies je voor Media importeren. Standaard zoekt Clipchamp op de lokale schijf, maar in plaats hiervan kun je ook online mappen gebruiken.

Klik hiervoor op de pijl naast de knop Media importeren en kies de locatie. Zo kun je onder meer OneDrive, Google Drive en Dropbox selecteren. Kies voor Door bestanden bladeren als je wilt zoeken op de lokale schijf. Naast foto’s kun je ook andere media importeren, zoals video’s en muziek. Dit biedt je de mogelijkheid om in de presentatie foto’s met video’s af te wisselen.

Kies welke foto’s je gaat gebruiken.

Meer foto's dan opslagruimte?

Een externe harde schijf of NAS lost je probleem op

Tijdlijn bouwen

Op basis van de fotoselectie bepaal je de opbouw van je presentatie. Rechts in het venster vind je een tijdlijn. Hierop plaats je de verschillende elementen. Uiteraard zijn dat je foto’s, maar de tijdlijn kan ook andere onderdelen bevatten. Goede voorbeelden zijn overgangseffecten, titels en muziek. Daarmee gaan we verderop aan de slag.

De eerste keer dat je een foto plaatst, bepaalt Clipchamp op basis van de afmetingen welke formaat de presentatie moet krijgen. Daarmee hoef je geen genoegen te nemen. Rechtsboven vind je een knop met de huidige afmeting, bijvoorbeeld 2:3. Klik hierop en kies de gewenste afmeting, bijvoorbeeld 1:1 of 21:9. Voor welk formaat je moet kiezen, hangt vooral af van de foto’s die je gaat gebruiken: zijn die veelal staand of liggend?

Bepaal de gewenste afmetingen van je canvas.

Internetverbinding

Clipchamp maakt intensief gebruik van je internetverbinding, bijvoorbeeld voor het online opslaan van je media. Zorg ervoor dat je tijdens het gebruik van Clipchamp online bent. Heb je Clipchamp al enige tijd geopend, maar niet gebruikt? De app geeft aan wanneer het tijd is om deze opnieuw op te starten om de dienst te kunnen synchroniseren.

Foto’s optimaliseren

Het is handig om snelle optimalisaties voor je foto direct door te voeren zodra je deze op de tijdlijn hebt gezet. Selecteer de foto op de tijdlijn. Aan de bovenkant van de foto vind je een compacte werkbalk met snelle acties. Zo kun je de foto bijsnijden als je bepaalde elementen wilt weglaten. En afhankelijk van de fotogrootte kun je foto ook hier ook passend maken voor het frame of juist beeldvullend maken.

Klik op Meer (herkenbaar aan de drie puntjes) voor andere snelle acties. Hier kun je bijvoorbeeld de afbeelding negentig graden draaien of spiegelen. Met de optie Afbeelding in afbeelding combineer je meerdere foto’s combineren in één weergave. Kies Meer opties om een fade-in en fade-out te geven aan de foto.

De volgorde van de foto’s kun je op elk moment aanpassen: je versleept hiervoor een afbeelding naar een andere positie op de tijdlijn. Ook bepaal je hoelang een foto moet verschijnen. Op de tijdlijn pak je een foto aan een van de zijkanten vast en maak je deze korter of trek je deze juist uit. Klik met de rechtermuisknop op een afbeelding op de tijdlijn om aanvullende opties te bekijken. Hier kun je de foto dupliceren, als je deze bijvoorbeeld op een ander moment in de presentatie nogmaals wilt gebruiken. Maak je ook gebruik van videofragmenten, dan kun je via de optie Splitsen het fragment in meerdere segmenten opdelen.

Filters

Clipchamp heeft een flink aantal filters in huis. Je opent ze via Filters (rechts in het venster). Met filters geef je je foto’s een andere uitstraling. Zo zijn er filters die de foto warmer of juist koeler maken. Ook zijn er filters waarmee je de kleuren dempt en waarmee je een zwart-witversie van het materiaal maakt.

Clipchamp is er ook in een betaalde variant. Die biedt meer filters: je herkent ze aan het pictogram van een diamant. Klik op het filter dat je wilt toepassen. Met de schuif Intensiteit bepaal je hoe sterk het effect op de foto wordt toegepast.

Voor meer controle kies je voor Kleuren aanpassen. Met behulp van een aantal schuifregelaars bepaal je de belichting, het contrast, de kleurverzadiging en kleurtemperatuur en transparantie van je foto’s.

Aan filters geen gebrek in Clipchamp.

Mengmodus

Relatief nieuw in Clipchamp is de mengmodus. Je vindt deze in het deelvenster Kleuren aanpassen. Met de mengmodus kun je twee foto’s in je presentatie in elkaar laten overvloeien. Plaats twee foto’s bovenop elkaar in de tijdlijn en selecteer de eerste foto. Kies hierna bij Mengmodus welk effect je wilt toevoegen, bijvoorbeeld Lichter maken.

Overgangen

Tijd om aandacht te besteden aan de overgangen tussen de foto’s. Op dit moment volgen de foto’s elkaar immers wel heel snel op. Kies het onderdeel Overgangen, links in het venster. Bij Clipchamp zijn de overgangen in verschillende groepen ondergebracht. Zo vind je onder Wipes de overgangen met een schuivende beweging. Onder Zooms en spins vind je de snellere overgangen, bijvoorbeeld met een draaiende beweging.

Voor een fotopresentatie werken de overgangen onder Vervagen vaak goed dankzij hun subtiele karakter. Je voegt een overgang toe door deze tussen twee foto’s op de tijdlijn te verslepen. Speel het segment hierna af en controleer of je tevreden bent over het resultaat.

De subtiele overgangen onder Vervagen werken vaak goed.

Muziek

Verrijk je fotopresentatie met achtergrondmuziek. Dit kan je eigen muziek zijn, die je eerder hebt toegevoegd in de sectie Jouw media. Daarnaast kun je kiezen uit muziek die met Clipchamp wordt geleverd. Op de tijdlijn klik je op Audio toevoegen. Een nieuw deelvenster opent. Onder Alle inhoud klik je op Muziek om muziek uit de bibliotheek toe te voegen. Interessante subsecties voor fotopresentaties zijn Intro & outro music, Chill, Calm en Lo-fi.

Wil je je presentatie iets dynamischer maken, dan keer je terug naar het deelvenster met alle inhoud en kies je voor Geluidseffecten. In de subsectie Transition music and sounds vind je interessante effecten die je bij de individuele foto-overgangen kunt inzetten. Ook Holiday sound effects werken goed voor je fotopresentatie. Net als bij de filters geldt: items met het pictogram van een diamant zijn alleen beschikbaar in de betaalde variant van Clipchamp.

Het oor wil ook wat

Je kunt je fotopresentatie nog wat interessanter maken als je ook een passend muziekje toevoegt. Je kunt hiervoor uiteraard gebruikmaken van eigengemaakte muziek. Ben je wat minder muzikaal aangelegd, dan zet je slim rechtenvrije muziek in. Online vind je verschillende aanbieders.

Goede voorbeelden zijn www.artlist.io en www.music-bay.net. Houd er rekening mee dat je voor sommige muziek alsnog een kleine bijdrage betaalt, bijvoorbeeld als de muziek een bepaalde lengte overschrijdt. Vaak kun je dan per track betalen, zodat je geen abonnement hoeft af te sluiten.

Bijschriften

Het kan handig zijn om bij je foto’s bijschriften te zetten, bijvoorbeeld waarin je de locatie noemt. Op de tijdlijn kies je voor Tekst toevoegen. Wil je de presentatie eenvoudig houden, dan kies je voor Tekst zonder opmaak. In de praktijk werken voor ons doel de teksttypen onder Caption goed. Hiermee geef je subtiel extra informatie over een foto, bijvoorbeeld de naam van een museum of restaurant.

Ook interessant is het toevoegen van beoordelingen, bijvoorbeeld bij foto’s van een hotel of musea. Hierbij combineer je tekst met een aantal grafische sterren, waarmee je je waardering aangeeft. Je vindt dit teksttype in de sectie Special. Tot slot neem je een kijkje in de sectie Intro/Outro, waarmee je een begin en einde van de presentatie toevoegt. Afhankelijk van het gekozen effect, verschijnt rechts een eigenschappenvenster waarin je de details kunt aanpassen.

Leuk: je vakantielocaties waarderen via het sterrensysteem.

Extra hulp

Heb je behoefte aan nog wat meer spektakel, maar ontbreekt het je aan inspiratie? Met Clipchamp kun je de hulp van AI inzetten bij het maken van je video’s. Open de thuispagina (Home) van Clipchamp. Bovenin vind je de optie Een video met AI maken. Met behulp van een wizard geef je antwoord op een aantal vragen, waarna de video wordt gemaakt.

Geef in het eerste venster een titel op voor de video. Sleep je foto’s vervolgens naar het vak eronder of klik erop en wijs de individuele foto’s aan. Klik hierna op Aan de slag. Clipchamp bekijkt de inhoud en stelt een bijbehorende stijl voor. Links in het venster zie je de voorstellen: geef met een duim omhoog of een duim omlaag aan of je de stijl vindt passen. Op basis van je antwoorden maakt Clipchamp de opzet. In de vensters erna geef je de gewenste lengte op. Ook laat je weten in welk formaat je de fotopresentatie wilt bewaren.

Zet de hulp van AI in voor het maken van je fotopresentaties.

Commentaarstem

Om je presentatie nog meer uitstraling te geven, kun je deze voorzien van een commentaarstem (voice-over). Je gebruikt deze om de verhalen achter de foto’s toe te lichten en je presentatie te verrijken met bijvoorbeeld anekdotes. Via Clipchamp neem je eenvoudig je eigen stem op, die je vervolgens onder het beeldmateriaal legt.

Open de tab Opnemen en maken en klik op Audio. In plaats van een eigen opname, kun je ook gebruikmaken van de functie Tekst-naar-spraak. Deze vind je ook in de sectie Opnemen en maken. De functie spreekt de getypte tekst voor je uit in een zelfgekozen stem.

Kies rechts in het venster de gewenste taal en stem. Op het moment van schrijven kun je bijvoorbeeld uit drie Nederlandse stemmen kiezen. Klik op Hoor deze stem voor een voorbeeld. Typ de tekst voor de stem in het vak eronder en klik op Preview. Tevreden met het resultaat? Bevestig met een klik op Opslaan. Uiterst rechts vind je ook de relatief verborgen optie Bijschriften. Hiermee worden voor je presentatie automatisch de ondertitels gemaakt: klik hiervoor op Media transcriberen en selecteer de taal. Clipchamp genereert automatisch ondertitels, die je zelf alleen nog maar hoeft te controleren.

Gebruik een kant-en-klare stem voor je video’s.

Exporteren maar

Met Clipchamp kun je eindeloos experimenteren op het gebied van overgangen, effecten en bijschriften. Ben je tevreden met het eindresultaat, dan is de fotopresentatie klaar om te delen met de buitenwereld. Rechtsboven in het venster vind je de knop Exporteren.

Standaard worden video’s geëxporteerd als mp4-bestand. Dit is een modern en populair bestandsformaat, dat bovendien door de meeste spelers wordt ondersteund. Je hoeft zelf alleen te bepalen in welke kwaliteit je de video exporteert: hoe hoger de kwaliteit, hoe groter het bestand. In de praktijk kun je 480p beter overslaan: die kwaliteit doet geen recht aan de foto’s. Kies voor 720p voor weergave op telefoons en 1080p voor weergave op computerschermen.

Exporteer je resultaat en deel het met de buitenwereld.

Als gif

Heb je een korte presentatie en wil je deze op een leuke manier – bijvoorbeeld via WhatsApp –delen? Exporteer dan de fotopresentatie als gif. Kies voor Exporteren / GIF. De animatie is bedoeld voor video’s van maximaal vijftien seconden.

▼ Volgende artikel
Hoe kies je de juiste afzuigkap?
© Olga Yastremska, New Africa, Afr
Huis

Hoe kies je de juiste afzuigkap?

Een afzuigkap speelt een belangrijke rol in de keuken. Het helpt kookluchtjes en vocht af te voeren en zorgt ervoor dat de lucht fris blijft. Maar met zoveel verschillende soorten en opties kan het lastig zijn om een keuze te maken. Waar moet je precies op letten? Dit artikel helpt je op weg.

Op zoek naar een (nieuw) afzuigkap? In dit artikel lees je over: • Verschillende soorten afzuigkappen • De juiste afzuigcapaciteit • Kiezen voor recirculatie of voor luchtafvoer? • Geluidsniveau • Onderhoud en gebruiksgemak

Lees ook: Afzuigkap zonder afvoer: zo werkt het

Verschillende soorten afzuigkappen

Er zijn allerlei soorten afzuigkappen, en welke je kiest hangt af van je keuken en persoonlijke voorkeuren. Wandmodellen worden aan de muur bevestigd en zijn populair in veel huishoudens. Heb je een kookeiland? Dan is een eilandkap een mooie oplossing die vrij in de ruimte hangt. Voor kleinere keukens is een onderbouwafzuigkap handig, omdat deze onder een keukenkastje wordt geplaatst. Daarnaast zijn er plafondunits en geïntegreerde afzuigkappen in kookplaten – handig wanneer je geen zin hebt in een afzuigkap boven je hoofd of wanneer je keuken een strakke uitstraling heeft.

Ook interessant: Kookplaat met ingebouwde afzuiging kopen? Hier moet je op letten

De juiste afzuigcapaciteit

De afzuigcapaciteit wordt gemeten in kubieke meters per uur (m³/u) en geeft aan hoeveel lucht de kap kan afvoeren. Hoe groter je keuken, hoe krachtiger de afzuigkap moet zijn. Vuistregel is dat je een model kiest dat de lucht in je keuken ongeveer zes tot tien keer per uur kan verversen. Vergeet ook niet dat de afzuigkap minstens net zo breed moet zijn als je kookplaat, zodat de lucht goed wordt afgevoerd.

Recirculatie of luchtafvoer

Bij afzuigkappen kun je kiezen tussen twee systemen: recirculatie en luchtafvoer. Bij luchtafvoer wordt de lucht naar buiten afgevoerd via een kanaal. Dit werkt goed en is onderhoudsvriendelijk. Recirculatie zuivert de lucht met filters en blaast deze terug de keuken in. Dit is handig als een afvoer naar buiten niet mogelijk is, bijvoorbeeld in een appartement. Wel vraagt dit systeem om vaker onderhoud, zoals het vervangen van koolstoffilters.

Nieuw koolstoffilter nodig?

Haal opgelucht adem en

Stil en prettig in gebruik

Tijdens het koken wil je niet overstemd worden door het lawaai van je afzuigkap. Geluidsniveaus worden uitgedrukt in decibellen (dB). Een stille afzuigkap ligt rond de 50 dB, terwijl luidere modellen boven de 70 dB uitkomen. In een open keuken is een stiller model vaak prettiger, zodat je zonder hinder kunt koken en praten. Kijk daarom naar het geluidsniveau, vooral op de hoogste stand, wanneer je een keuze maakt.

©vladdeep

Onderhoud en gebruiksgemak

Het schoonmaken van een afzuigkap hoort erbij. Filters van metaal kun je eenvoudig in de vaatwasser doen, terwijl koolstoffilters vervangen moeten worden. Kies een model waarbij dit gemakkelijk gaat. Ook energiezuinige modellen zijn het overwegen waard; ze verbruiken minder stroom en zijn beter voor je portemonnee én het milieu.

Advies: eerst kijken, dan kopen

Bij het kiezen van een afzuigkap is het belangrijk dat deze aansluit bij je keuken en manier van koken. Ga kijken in een winkel of online om de verschillende mogelijkheden te zien. Vraag advies als je twijfelt over welke optie het beste bij je past. Want heb je een afzuigkap eenmaal hangen, dan zul je hem niet heel snel vervangen. Zorg dus dat je weet wat je wilt voordat je tot aankoop over gaat!

▼ Volgende artikel
Overal toegang tot je Pi: ontdek Raspberry Pi Connect
© tutye - stock.adobe.com
Huis

Overal toegang tot je Pi: ontdek Raspberry Pi Connect

Als je thuis een Raspberry Pi hebt draaien en je van buitenaf ermee wilt verbinden, dan moet je normaal gesproken wat zaken in je netwerk configureren. Met Raspberry Pi Connect is dat verleden tijd. Deze dienst geeft je eenvoudig van overal toegang tot je Raspberry Pi’s. Je kunt niet alleen via de opdrachtregel inloggen, maar ook op afstand een desktopsessie met grafische applicaties draaien. En dat gewoonweg in je browser. In dit artikel nemen we de mogelijkheden onder de loep.

Na het lezen van dit artikel weet je hoe je je Raspberry Pi eenvoudig op afstand kunt beheren:

  • Installeer Raspberry Pi Connect
  • Maak een Raspberry Pi-ID aan en koppel je apparaat aan Connect
  • Open een terminalsessie

Ook interessant: Niet kopen maar kijken: zo simuleer je een microcontrollerbordje

Stel dat je een Raspberry Pi thuis hebt draaien met enkele services die je ook op afstand wilt beheren of troubleshooten. Dan zou je via het SSH-protocol (Secure Shell) kunnen inloggen om een opdrachtregel te openen. Of stel dat je vanaf iedere plek toegang wilt hebben tot de programma’s in de desktopomgeving van Raspberry Pi OS. Dan zou je een VNC-verbinding (Virtual Network Computing) naar het computertje kunnen opzetten.

Dat kan allemaal, maar je moet er traditioneel wel wat voor configureren aan je netwerk. De meeste internetproviders bieden consumenten geen vast ip-adres aan, dus je hebt al een dynamisch DNS-adres nodig dat bij elke wijziging van je ip-adres een update krijgt. Bovendien moet je ook de juiste poorten (voor SSH en/of VNC) op je modem forwarden naar je Raspberry Pi. Om ervoor te zorgen dat die poorten naar de correcte locatie worden doorgestuurd, moet je op het minicomputertje ook nog eens een statisch ip-adres instellen of in de DHCP-server van je interne netwerk (waarschijnlijk op je router) een vaste ip-reservering toekennen. Voor velen is dit behoorlijk ingewikkeld en omslachtig.

De makers van de Raspberry Pi hebben hiervoor een oplossing ontwikkeld: Raspberry Pi Connect. Deze oplossing bestaat aan de ene kant uit software die je op je Raspberry Pi installeert en aan de andere kant uit de website https://connect.raspberrypi.com. Je hoeft je alleen maar aan te melden op deze website om via een versleutelde verbinding met je Raspberry Pi te communiceren, grafisch of in een terminalsessie.

Connect geeft je van overal toegang tot je Raspberry Pi’s

1 Connect installeren

Open een terminalvenster op je Raspberry Pi of log in via SSH. Werk dan met de eerste opdracht de pakketbronnen bij en update met de tweede opdracht alle pakketten:

sudo apt update

sudo apt full-upgrade

Wanneer alle pakketten up-to-date zijn, installeer je Raspberry Pi Connect. Voor dit programma bestaan er twee pakketten. De volledige versie ondersteunt zowel inloggen op een terminalvenster als werken in de grafische interface. Je installeert deze versie met de opdracht:

sudo apt install rpi-connect

Wil je alleen een terminalsessie openen, bijvoorbeeld omdat je geen grafische interface op de Raspberry Pi draait, dan installeer je de lite-versie van Connect. Die installeer je met de opdracht:

sudo apt install rpi-connect-lite

Na de installatie is de systemd-service van Raspberry Pi Connect ingeschakeld als gebruikersdienst. Dat wil zeggen dat die service vanaf nu elke keer automatisch opstart wanneer je je met je gebruikersnaam aanmeldt. Meld je nu dus af en weer opnieuw aan om de systemd-service te starten of start hem deze ene keer handmatig met de opdracht:

systemctl --user start rpi-connect

Vaak wil je ook op afstand op je Raspberry Pi inloggen als je gebruiker nog niet of niet meer is aangemeld. Schakel daarom ‘user lingering’ in met de opdracht:

loginctl enable-linger

Doe je dat niet, dan zal na een herstart van de Raspberry Pi de systemd-service niet meer starten tot je lokaal inlogt en is de Raspberry Pi dus ook niet meer op afstand bereikbaar via Connect.

2 Raspberry Pi-ID

De website https://connect.raspberrypi.com vereist een Raspberry Pi-ID, het account voor alle diensten van Raspberrypi.com. Dat account maak je gratis aan: vul je e-mailadres, een wachtwoord en je naam in. Met twee vinkjes geef je aan dat je akkoord gaat met de algemene voorwaarden en dat je een mens bent.

Klik op Continue en klik daarna op de verificatielink die je per e-mail ontvangt. Vanaf nu kun je je op https://connect.raspberrypi.com aanmelden met je Raspberry Pi-ID.

Aangezien je via je Raspberry Pi-ID toegang krijgt tot je Raspberry Pi’s, is het belangrijk dat je dat account goed afschermt. Kies dus een sterk wachtwoord. Laat dit bij voorkeur door je wachtwoordbeheerder genereren, zodat het lang genoeg is en uit willekeurige tekens bestaat. Als je naar je profiel van Raspberry Pi-ID gaat, kun je daar ook tweefactorauthenticatie inschakelen. We raden dit sterk aan.

De Raspberry Pi-ID is je account voor Connect en toekomstige diensten.

3 Koppel je Raspberry Pi (grafisch)

Elke Raspberry Pi waartoe je toegang wilt krijgen, moet je eerst aan Connect koppelen. Heb je de volledige versie van Connect geïnstalleerd (zie paragraaf 1), dan verschijnt er in de statusbalk bovenaan rechts van de grafische interface een grijs icoontje van een cirkel met twee vierkantjes.

Klik op dit icoontje en vervolgens in het menu dat verschijnt op Sign in. Dit opent een verificatielink in de browser op je Raspberry Pi. Meld je op die pagina aan met je Raspberry Pi-ID en geef je apparaat een naam. Klik op Create device and sign in.

Het icoontje in de statusbalk bovenaan wordt nu blauw, waarmee je weet dat je apparaat met Connect is verbonden. Je krijgt ook een e-mail ter bevestiging dat je apparaat met je account is verbonden. Als je op het icoontje klikt, bevat het menu opties om van je account af te melden (waarna je Raspberry Pi niet meer op afstand bereikbaar is) en om de toegang tot je grafische desktop (scherm delen) en terminalsessie (shell op afstand) individueel in of uit te schakelen.

De status van Raspberry Pi Connect is altijd zichtbaar in de statusbalk bovenaan.

4 Koppel je Raspberry Pi (opdrachtregel)

Wanneer je Raspberry Pi OS Lite draait en dus geen grafische interface hebt, dien je de verificatielink op de opdrachtregel aan te vragen. Dat doe je met de opdracht:

rpi-connect signin

Je krijgt dan een link te zien die je moet bezoeken, in de vorm https://connect.raspberrypi.com/verify/XXXX-XXXX. Dat kan met elk willekeurig apparaat, dus doe het gerust op je computer. Meld je op die pagina aan met je Raspberry Pi-ID en geef je apparaat een naam. Klik op Create device and sign in.

Je kunt op elk moment de status van de Connect-service opvragen met de opdracht:

rpi-connect status

Hiermee zie je of je Raspberry Pi met Connect is gekoppeld en of het delen van je scherm en de terminalsessie op afstand zijn ingeschakeld. Wil je ooit een gekoppelde Raspberry Pi van jouw account afmelden, dan kan dat met deze opdracht (waarna die Raspberry Pi niet meer op afstand bereikbaar is):

rpi-connect signout

De toegang tot een terminalsessie of het delen van een scherm via Connect schakel je eenvoudig uit met een van deze opdrachten:

rpi-connect shell off of

rpi-connect vnc off

Weer inschakelen doe je door off te vervangen door on in dezelfde opdrachten.

5 Terminalsessie op afstand

Als je nu in een browser naar https://connect.raspberrypi.com gaat, vanaf welke locatie dan ook, zie je de zojuist gekoppelde Raspberry Pi in de lijst met apparaten. Eronder zie je in grijze kadertjes welke verbindingsmogelijkheden beschikbaar zijn: Screen sharing (een grafische desktop via VNC) en/of Remote shell (een terminalsessie via SSH).

Klik op de knop Connect via en kies dan Remote shell. Je browser opent een nieuw venster. Na een korte wachttijd ben je verbonden met de Raspberry Pi en krijg je een opdrachtregel te zien alsof je lokaal met toetsenbord en beeldscherm werkt. Je hoeft zelfs geen wachtwoord in te voeren.

Je kunt nu allerlei opdrachten uitvoeren. Met de opdracht exit of door het browservenster te sluiten, sluit je een terminalsessie weer af. Houd er wel rekening mee dat het afsluiten van de terminalsessie alle opdrachten beëindigt die je op dat moment hebt draaien, tenzij het om services gaat. Als je opnieuw via Connect aanmeldt, wordt er een nieuwe terminalsessie opgestart. Wil je dat opdrachten blijven draaien nadat je je afmeldt of wil je vanaf verschillende locaties toegang tot dezelfde terminalsessie, gebruik dan een zogenoemde terminal multiplexer, zoals screen of tmux.

Open op afstand een terminalsessie op je Raspberry Pi vanuit je browser.

6 Delen van je scherm

Als je op https://connect.raspberrypi.com achter de Raspberry Pi op Connect via klikt en dan kiest voor Screen sharing, opent je browser een nieuw venster waarin de desktopomgeving van deze Raspberry Pi verschijnt. Je kunt hier nu op werken alsof je voor je Raspberry Pi zit met een toetsenbord, muis en beeldscherm. Het verschil met de vorige manier is dat hier niet een nieuwe sessie wordt opgestart: je krijgt de desktop te zien met de programma’s die al open waren en kunt dus gewoon op afstand doorwerken in een sessie waarop je thuis was aangemeld.

Het icoontje van Connect krijgt in de statusbalk een paarse achtergrondkleur om aan te geven dat je scherm wordt gedeeld. In het browservenster heb je bovenaan rechts twee knoppen voor het gedeelde klembord. Met Copy from remote kopieer je het klembord van de Raspberry Pi, zodat je de tekst op je computer kunt plakken. Met Paste to remote plak je de inhoud van het klembord van de computer waarachter je nu zit naar de Raspberry Pi.

Met de knop Disconnect bovenaan links verlaat je de sessie, maar die sessie blijft wel actief. De programma’s die openstonden, blijven dus draaien. En wanneer je opnieuw verbindt via Connect, kom je gewoon weer in de bestaande sessie.

Connect geeft op afstand toegang tot het bureaublad van je Raspberry Pi.

Beperkingen

Raspberry Pi Connect werkt alleen vanaf Raspberry Pi OS met codenaam bookworm, de recentste versie van het besturingssysteem op het moment van schrijven. Bovendien werkt het delen van je scherm alleen met de window-server genaamd Wayland. Standaard gebruikt Raspberry Pi OS alleen Wayland op 64bit-versies van het besturingssysteem op de Raspberry Pi 4, Pi 400 of Pi 5. Gebruik je de X-window-server, dan kun je dus niet je scherm delen met Connect.

Heb je meerdere schermen op de Raspberry Pi aangesloten, dan kan Connect alleen het primaire scherm delen. Bovendien kun je alleen via Connect een desktop openen als er al een grafische sessie open is. Na een reboot van je Raspberry Pi moet je dus of lokaal aanmelden op de desktop of automatisch aanmelden in de grafische omgeving inschakelen voordat je op afstand bij de desktop kunt.

Laat de Raspberry Pi automatisch in de grafische omgeving aanmelden.