ID.nl logo
Handige Opdrachtprompt-commando's voor Windows 10
© PXimport
Huis

Handige Opdrachtprompt-commando's voor Windows 10

Waar we vroeger de Opdrachtprompt er nog regelmatig bij pakten, zullen veel gebruikers het in Windows 10 ook prima zonder af kunnen. Toch zijn er nog altijd zeer handige Opdrachtprompt-commando's die je zeker een kans moet geven. We stellen er een aantal aan je voor.

Windows heeft zijn succes vooral te danken aan de gebruiksvriendelijkheid van de grafische interface (gui). Toch heeft ook de zogenoemde cli (command line interface) zeker een bestaansrecht. Sommige functies zijn namelijk lastig of helemaal niet terug te vinden in de grafische interface.

Opdrachtregelcommando’s kun je doorgaans ook nauwgezet aansturen met behulp van parameters. Bovendien laten zulke commando’s zich probleemloos opnemen in batchbestanden en kun je die automatisch laten uitvoeren vanuit het aanmeldingsscript van een gebruiker of via de taakplanner.

Er zijn meerdere manieren om in de opdrachtprompt te komen. Vanuit taakbeheer bijvoorbeeld, of via het contextmenu (rechtermuisknop op een bestand en Openen in opdrachtprompt) of door op Start / Uitvoeren te drukken (of toets Windows-toets+R) en in het venstertje dat verschijnt cmd in te voeren gevolgd door Enter.

In dit artikel geven we eerst enkele voorbeelden die duidelijk maken hoe krachtig (en nuttig) zulke commando’s kunnen zijn. Daarna tonen we je hoe je die kunt inzetten bij automatiseringsscenario’s.

Cmd-venster aanpassen

Wanneer je via het cmd-commando naar de opdrachtprompt gaat, beland je standaard in je eigen profielmap (c:\Users\<gebruikersnaam>). Nu kun je via het cd-commando (change directory) wel naar een andere map navigeren, maar je kunt het ook anders aanpakken. Open de Verkenner en navigeer naar de gewenste map. Klik een lege plek in het rechterpaneel aan terwijl je de Shift-toets ingedrukt houdt en kies Opdrachtvenster hier openen: je belandt nu meteen in de juiste map.

In Windows 10 is het eindelijk ook mogelijk een stukje tekst vanuit de gui naar het klembord te kopiëren (met Ctrl+C) en dat in een opdrachtregelvenster te plakken (met Ctrl+V).

En wie graag het uiterlijk van dit venster aanpast: klik de titelbalk met de rechtermuisknop aan, kies Eigenschappen en stel alle opties naar wens in op de tabbladen Opties, Lettertype, Indeling en Kleuren. Het is trouwens geen slecht idee om het opdrachtvenster van de administrator er anders te laten uitzien dan dat van de andere gebruikers.

©PXimport

Mapinhoud verkennen

Om de inhoud van een map te kennen raadpleeg je de Verkenner. Logisch, maar vanuit de opdrachtregel kom je specifieke informatie vaak sneller te weten. Om een idee te krijgen van de mogelijkheden voer je het commando dir /? Uit. De parameter /? kun je trouwens bij nagenoeg alle commando’s gebruiken om meer uitleg te krijgen.

Om een venster weer leeg te maken gebruik je het cls-commando (clear screen). Het komt er nu op aan de beschikbare parameters slim te combineren. Stel, je wilt een overzicht van alle bestanden, met de recentste bovenaan. Dan doe je dat met dir /O-D.

Merk ook bijvoorbeeld het verschil op tussen dir *, dir /A * en dir /B *. Dir /A toont je ook verborgen (systeem)bestanden en dir /B beperkt de uitvoer tot de bestandsnamen zonder verdere gegevens.

De mapinhoud afdrukken kan trouwens door achteraan je commando iets als >mapinhoud.txt toe te voegen, waarna je met Kladblok het txt-bestand kunt openen en afdrukken.

©PXimport

ADS-data toevoegen

Een leuk experiment is het toevoegen van ADS-data (alternate data streams) aan bestanden, althans in een ntfs-omgeving. Creëer met Kladblok een tekstbestand dat je wilt verbergen (dat noemen we even geheim.txt). Vervolgens voer je het commando type geheim.txt > saai.txt:onzichtbaar.txt uit. Dit commando zorgt ervoor dat het bestand geheim.txt als ADS-data (met de naam onzichtbaar.txt) wordt opgenomen in het bestand saai.txt. Je mag geheim.txt nu verwijderen.

Wanneer je dir saai.txt uitvoert, merk je dat dit bestand leeg is (0 bytes). Echter, voer je dir /R saai.txt uit, dan duiken alsnog de ADS-data van saai.txt op. Je krijgt de inhoud van die ADS te zien via het commando "c:\system\32\notepad.exe" saai.txt:onzichtbaar.txt. Op deze manier kun je dus bestanden verbergen in andere bestanden.

©PXimport

Machtigingenbeheer

Vanuit de gui kun je uiteraard ook machtigingen van gebruikers op mappen en bestanden regelen, maar dat kan sneller vanuit de cli. Bovendien heb je via de cli meer mogelijkheden in Windows 10 Home. Je regelt zowat alles via het icacls-commando: hierin lees je trouwens ‘acl’, wat staat voor ‘access control lists’ oftewel ntfs-machtigingen.

Om de huidige machtigingen op een map of bestand te weten te komen volstaat het commando icacls <naam_van_map_of_bestand>. Je kunt ook in één keer alle huidige machtigingen van alle bestanden in een bepaalde map en bijhorende submappen bewaren om die, na eventuele experimenten, snel weer terug te zetten. Machtigingen bewaren doe je als volgt:icacls <pad_naar_map>\* /save aclbestand /T.

Om de machtigingen die je in het bestand aclbestand hebt bewaard snel terug te zetten, voer je als administrator het commando icacls <pad_naar_map> /restore aclbestand uit. Om de machtigingen op een bestand door andere te vervangen, kun je een commando uitvoeren als icacls <bestandsnaam> /grant:r <gebruikersnaam>: F (F staat voor Full access).

Let wel, als je de parameter :r (replace) weglaat, dan worden de nieuwe machtigingen aan de al bestaande toegevoegd in plaats van die te vervangen.

©PXimport

Arp-commando's

Zelfs wanneer je nauwelijks met de opdrachtprompt bekend bent, heb je vast al eens het commando ipconfig of ipconfig /all uitgevoerd. En wellicht zal ook het ping-commando je niet onbekend zijn. Voer je bijvoorbeeld ping www.pcmweb.nl uit, dan hoor je van de webserver met het bijhorende ip-adres viermaal een antwoord te krijgen.

Veel minder bekend is het arp-commando (address resolution protocol). Dat laat je toe een verbinding te maken met een host zonder vooraf het mac-adres van dat apparaat te kennen. Zo’n arp-verzoek wordt namelijk gebroadcast, wat maakt dat elk apparaat in het lokale netwerk dit verzoek ontvangt. Als het goed is zal het apparaat met dat ip-adres reageren door een arp-reply naar de vragende partij te sturen.

Een arp-commando kan dus nuttig zijn om op afstand het mac-adres te weten te komen maar ook om te weten of het apparaat actief is, zelfs als dit niet reageert op ping-verzoeken. Doe gerust zelf de test (we gaan ervan uit dat je de firewall van apparaat B zo hebt ingesteld dat echoaanvragen van ping worden geblokkeerd). Voer nu de volgende commando’s als administrator uit:

arp -d * (maak de huidige arp-tabel leeg) arp -a (bewijs dat de arp-tabel geen ingang heeft voor apparaat B) ping

©PXimport

Werken met symlinks

Veel gebruikers zijn niet bekend met zogenoemde symbolische links (kortweg symlinks). Dat zijn een soort geavanceerde snelkoppelingen naar bestanden of mappen, waarbij het erop lijkt dat het effectief om dat bestand of die map gaat in plaats van om een snelkoppeling. Het zou bijvoorbeeld kunnen dat een of ander programma vereist dat data in <map x> terechtkomen, maar dat jij dat liever in <map y> ziet gebeuren.

Dat regel je als volgt. Ga als administrator naar de opdrachtprompt en over het volgende commando uit: mklink /J <pad_naar_map_y> <pad_naar_map_x> (plaats de paden tussen dubbele, rechte aanhalingstekens als er spaties in voorkomen). Je zult merken: alle data die in <map y> belanden, komen automatisch (ook) in <map x> terecht.

Verwant hiermee is het commando mklink /D, waarmee je in een bepaalde map een of meer links creëert die telkens naar een andere map verwijzen. Alle data uit die mappen, zijn dan in één keer bereikbaar door naar de map met die link(s) te navigeren.

Dat kan bijvoorbeeld handig zijn als je voor een project geregeld data moet benaderen die over diverse mappen verspreid zijn. Dat doe je als volgt vanuit een (lege) map: mklink /D financieel <pad_naar_eerste_map>, mklink /D logistiek <pad_naar_tweede_map> enzovoort.

©PXimport

Gedeelde mappen

Wil je snel een overzicht van alle gedeelde mappen op je systeem, dan volstaat het commando net share. Om meer informatie over de respectieve shares op te vragen, voer je de opdracht net share <sharenaam> als administrator uit. Je verneemt dan onder meer het maximum aantal gebruikers dat deze share tegelijkertijd mag benaderen, evenals de machtigingen op deze share.

Een nieuwe share creëren is uiteraard ook mogelijk. Dat doe je met een opdracht als net share fotos="c:\mediabestanden\mijn fotos". Wil je de share weer verwijderen dan zorgt net share fotos /delete daar wel voor. Een gedeelde netwerkschijf aan een vrije stationsletter koppelen kan ook, met net use x: \\<computernaam>\<sharenaam> <eventuele_wachtwoord> (de computernaam vind je bijvoorbeeld via Windows-toets+Pause).

Wil je deze koppeling permanent maken zodat die ook bij een volgende Windows-sessie actief blijft, voeg dan /persistent:yes toe achteraan het commando.

©PXimport

Back-ups & kopieën

Standaard-kopieeroperaties voer je wellicht via de Verkenner uit. Dat kan, maar je zoekt hier tevergeefs naar extra functies. Het opdrachtregelcommando robocopy biedt veel meer geavanceerde mogelijkheden, zoals het parameteroverzicht je meteen duidelijk maakt. We beperken ons hier tot een paar eenvoudige voorbeelden.

Met het commando robocopy "c:\mijn documenten" f:\ /MIR zorg je ervoor dat de bronmap (c:\mijn documenten) automatisch naar de doelmap wordt gespiegeld (MIRrored). Let wel, tenzij je het commando door de parameter /XX laat volgen, worden reeds bestaande data in de doelmap verwijderd tijdens deze back-upoperatie. Ook nuttig om weten: de parameter /SEC zorgt ervoor dat de originele machtigingen behouden worden in de doelmap. En met /LOG:<tekstbestand> houd je een logboek van de operatie bij.

Robocopy-opdrachten kunnen door de talrijke parameters behoorlijk complex worden. Gelukkig is er een optie om die opdrachten te bewaren; het volstaat achteraan /SAVE:<jobnaam> toe te voegen. Om diezelfde opdracht naderhand weer uit te voeren tik je dan robocopy /JOB:<jobnaam> in.

©PXimport

In batch

Een groot voordeel van opdrachtregelcommando’s is dat je die eenvoudig in een batchbestand kunt opnemen, zodat die commando’s in regel chronologisch na elkaar worden uitgevoerd zodra je het batchbestand aanroept (bijvoorbeeld vanuit de Windows taakplanner). Zo’n bestand maak je gewoon aan met Kladblok en geef je de extensie .cmd mee.

Je zou bijvoorbeeld een batchbestand op je bureaublad kunnen plaatsen dat de volgende opdrachtregel bevat: net use x: \\<computernaam>\<sharenaam> /persistent:no [/user:<inlognaam> <wachtwoord>]. Dat maakt dat de netwerkverbinding pas actief wordt zodra je dit batchbestand met een muisklik uitvoert, zodat Windows bij het opstarten geen tijd verliest door te zoeken naar bijvoorbeeld een verbinding met een niet langer aangekoppelde externe schijf.

In zijn eenvoudigste vorm is een batchbestand dus niets anders dan een chronologische opeenvolging van individuele opdrachtregelcommando’s. Iets als volgt bijvoorbeeld, waarbij de bronmap na de kopieeroperatie wordt leeggemaakt:

cls xcopy c:\mijndata d:\backups /M/E/H/R/I/Y del c:\mijndata\.* /Q*

Maar er zijn ook wel complexere constructies mogelijk, zoals in het volgende voorbeeld, waarin je alle bestanden met specifieke extensies van je schijf verwijdert:

@echo off rem Dit batchbestand wist specifieke bestanden title Selectieve bestandsverwijdering echo Bezig met wissen … for %%t in (tmp bak log) do del c:\.%%t /s* echo Bestanden gewist! pause

©PXimport

Aanmeldingsscript

Het is ook mogelijk een batchbestand (of een ander script) automatisch te laten uitvoeren zodra een specifieke gebruiker zich bij Windows aanmeldt. Dat kan in Windows Professional of hoger door Windows-toets+R in te drukken en vervolgens de opdracht lusrmgr.msc uit te voeren, waarna je de gewenste gebruiker aanklikt en het tabblad Profiel opent. Hier vul je dan de naam van het batchbestand in.

Je kunt het echter ook regelen vanuit de opdrachtregel, zelfs in de Home-versies van Windows. Dat gaat via het commando net user <gebruikersnaam> /scriptpath:<naam_van_batchbestand>. Voorwaarde is wel dat je dit batchbestand plaatst in een gedeelde map met de sharenaam ‘netlogon’, waarbij je er ook voor zorgt dat die gebruiker minimaal leesrechten op die map krijgt toegekend.

©PXimport

Taakplanner

Een batchbestand als aanmeldingsscript instellen is één manier om het automatisch te laten uitvoeren tijdens de login, maar het kan ook anders: met behulp van de ingebouwde Taakplanner. Die is trouwens veel flexibeler, want je kunt een batchbestand (of een ander script of programma) bijvoorbeeld ook laten uitvoeren tijdens het opstarten, op een specifiek tijdstip, bij het vergrendelen van het systeem enzovoort.

Wij willen bijvoorbeeld elke vrijdagnamiddag een batchbestand laten uitvoeren dat met specifieke opties een schijfopruiming start. In dit batchbestand nemen we dan (onder meer) het commando cleanmgr /sagerun:1 op (althans nadat we cleanmgr /sageset:1 vooraf één keer vanop de opdrachtregel hadden uitgevoerd en daar de gewenste opties hadden ingesteld).

©PXimport

Tot slot. Klik het vergrootglaspictogram aan in de Windows taakbalk en zoek naar taak. Start Taakplanner op en klik in het rechterpaneel op Taak maken (Basistaak maken kan ook, maar geeft je minder opties). Geef je taak een geschikte naam mee en zet desgewenst een vinkje bij Uitvoeren ongeacht of gebruiker wel of niet is aangemeld. Open het tabblad Triggers, druk op de knop Nieuw en kies (bijvoorbeeld) Gepland bij Start deze taak, waarna je het gewenste tijdstip en frequentie instelt (bijvoorbeeld Elke 1 vrijdag, om 16:00).

Bevestig met OK en open het tabblad Acties. Klik hier op Nieuw en verwijs via Bladeren naar je batchbestand. Bevestig met OK (2x) en vul desgevraagd je wachtwoord in. Als het goed is vind je nu de taak terug in het linkerpaneel, bij Task Scheduler-bibliotheek. Daar hoef je alvast niet meer aan te denken!

▼ Volgende artikel
Zo deel je je keuken handig en logisch in
© Andy Dean Photography
Huis

Zo deel je je keuken handig en logisch in

Of je nu graag uitgebreid kookt of elke avond snel klaar wilt zijn: een slimme keukenindeling maakt het verschil. Alles moet logisch op zijn plek staan, zodat je moeiteloos overal bij kunt en na afloop ook weinig tijd kwijt bent aan opruimen.

Je keuken slim indelen? Wij hebben tips voor:
  • Vaatwasser, gootsteen en vuilnisbak
  • Werkblad en kookplaat
  • Koelkast
  • Neem de keuken-driehoek als uitgangspunt
  • Kies de optimale werkhoogte
  • Opbergruimte

Lees ook: Fornuis op maat: kies het aantal pitten dat bij je past

Vaatwasser, gootsteen en vuilnisbak

Heb je plannen voor een nieuwe keuken? Denk dan nu al na over welke slimme keuzes je kunt maken met de indeling. Plaats bijvoorbeeld de vaatwasser, de spoelbak en de afvalemmer dicht bij elkaar. Je hoeft dan nooit ver te lopen met vieze borden en je kunt ze makkelijk leegschrapen, eventueel afspoelen en direct inruimen. Staat de afvalbak in een kastje direct naast de vaatwasser? Let er dan op dat je het deurtje nog goed kunt openen als de deur van de vaatwasser omlaag staat. Dat werkt makkelijker bij het inruimen. Plaats verder de vaatwasser niet direct tegen een zijmuur. Tijdens het inruimen loop je dan sneller kans op spetters tegen de muur.

Werkblad en kookplaat

Het werkblad is meer dan alleen een plek om iets op te zetten. Je gebruikt het om te snijden, te mixen, spullen neer te leggen en borden op te scheppen. Zorg daarom dat je voldoende vrije werkruimte overhoudt – dus niet alles volbouwen met apparatuur. Plaats de spoelbak of kookplaat liever niet op een hoek. Je hebt aan beide kanten plek nodig, zodat je je handen vrij kunt houden en spetters opvangt. Reken aan weerszijden minimaal veertig centimeter. Dat oogt niet alleen rustiger, het werkt ook prettiger. Handig om te weten: bij je keukenspecialist wordt hiervoor vaak de term aflegruimte gebruikt. En nog even over de kookplaat: plaats die bij voorkeur niet pal naast de koelkast of een hoge kast; dat geeft weinig bewegingsvrijheid en maakt het lastig om met meerdere mensen tegelijk in de keuken te staan.

©Olga Yastremska and Leonid Yastremskiy

Koelkast

Een koelkast gebruik je vaker dan je denkt – gemiddeld zo'n 35 keer per dag. Zet 'm daarom op een plek waar je er makkelijk bij kunt, ook als je vanuit de woonkamer even snel iets wilt pakken. Zet de koelkast liever niet helemaal achterin of op een plek waar je niet vanzelf langsloopt; dat is al snel onhandig in het dagelijks gebruik. Let ook op de temperatuur rondom de koelkast. Zet hem niet naast een oven, radiator of op een plek waar veel zonlicht komt. Kan het echt niet anders, zorg dan voor een isolerende tussenplaat en houd minstens drie centimeter ruimte vrij tussen warmtebron en koelkast.

Gebruik de keuken-driehoek

In de basis draait een keuken om drie functies: koken, spoelen en koelen. Je fornuis, gootsteen en koelkast vormen samen een denkbeeldige driehoek. Als de afstanden tussen deze drie goed gekozen zijn, werk je prettiger. Staan ze te ver van elkaar, dan loop je onnodig veel. Staan ze te dicht bij elkaar, dan dan wordt het al snel krap en onhandig. Een keukenspecialist kan helpen bij het vinden van een goede verhouding, maar je merkt het zelf vaak ook al als iets net niet lekker werkt.

Optimale werkhoogte

Ook de hoogte van je werkplekken telt mee. Een oven op armhoogte is een stuk prettiger dan op kniehoogte, zeker als je vaak bakt. Het voorkomt bukken. Heb je een kleine keuken? Kies dan voor een compacte oven of voor een fornuis met geïntegreerde oven. Datzelfde geldt voor de vaatwasser: als je die wat hoger plaatst, spaar je je rug en knieën. Voor de kookplaat geldt een andere regel: meet de afstand van je onderarm tot het werkblad. Is die ongeveer twaalf centimeter, dan zit je goed qua houding en belast je je schouders niet onnodig.

Apparatuur wat hoger plaatsen (als dat kan) heeft nog een voordeel. Wanneer je kleine kinderen hebt rondlopen, kunnen die er minder makkelijk bij. Wel zo veilig!

©lev dolgachov

Opbergruimte

Tot slot: denk na over hoe je spullen opbergt. Onderkastjes bieden veel ruimte, maar vragen vaak veel van je rug. Bovenkastjes kunnen juist weer te hoog zijn. Een buffetkast biedt uitkomst: wat je dagelijks gebruikt zet je op ooghoogte, wat minder vaak nodig is kan best wat lager of juist hoger.

Slim indelen = een fijnere keuken!

Een goede keuken draait niet alleen om de juiste apparatuur, maar vooral ook om slimme keuzes die het koken makkelijker maken. Denk na over looproutes, werkhoogtes en voldoende bewegingsruimte. Positioneer alles op logische plekken, zorg voor een werkblad met voldoende vrije ruimte en let op kleine details zoals de draairichting van kastdeurtjes. Daarmee wordt de keuken (nog meer) het hart van je huis!

▼ Volgende artikel
Cool artikel: zelf ijskoffie en ijsthee maken
© xMarshall
Huis

Cool artikel: zelf ijskoffie en ijsthee maken

Warm! Dorst! Hoog tijd dus voor ijskoffie en ijsthee. Je hoeft er niet eens voor naar de winkel: je kunt het binnen een paar minuten zelf maken, vaak gewoon met wat je al in huis hebt. Lekker verfrissend, en meestal ook gezonder én goedkoper dan wat je in de supermarkt vindt. In dit artikel lees je precies hoe je dat doet. Proost!

🧊 ➕ ☕ 🟰 😋
  • Zelf ijskoffie maken
    • Koud zetten
    • Met warme koffie
  • Extra luxe: affogato
  • Zelf ijsthee maken
  • 5x varieertips voor ijskoffie
  • 5x varieertips voor ijsthee

Lees ook: Geen ijsmachine, toch zelf ijs maken? Natuurlijk kan dat! 

Wie van koffie houdt, kan met ijskoffie alle kanten op. Je kunt koffie koud zetten (cold brew), of juist warme koffie gebruiken en die laten afkoelen.

In beide gevallen begint het met sterke koffie. Hoe sterker, hoe beter, want ijsblokjes verdunnen de smaak. Zet bijvoorbeeld een dubbele espresso of gebruik een koffiemachine op de hoogste intensiteit. Laat de koffie afkoelen, giet 'm over een glas vol ijsblokjes en voeg melk of plantaardige drink (haver, amandel of soja) toe als je dat lekker vindt.

Liever iets milders? Dan is cold brew een goed alternatief. Meng grofgemalen koffie met koud water in een kan of fles. Je moet er wel de tijd voor nemen, want je moet het daarna zo'n twaalf uur in de koelkast laten trekken. Daarna filter je het koffiedik eruit met een zeef of koffiefilter. Het resultaat is een zachte, cafeïnerijke drank die minder bitter is dan je zou verwachten – ideaal voor wie gewone zwarte koffie te scherp vindt. Verdun het naar smaak met melk, water of siroop, bijvoorbeeld vanillesiroop of hazelnootsiroop. Tip: je kunt ook wat meer maken dan je nodig hebt en dat in de koelkast bewaren (maximaal drie dagen). Heb je op een later tijdstip dan trek in ijskoffie, dan hoef je niet eerst twaalf uur te wachten.

Gebruik je een espressomachine, dan heb je meer controle over de smaak. Voor een krachtige ijskoffie kies een Arabica/Robusta-blend. Door de Robusta-bonen in deze melanges krijg je een pittige smaak en een stevige crèmelaag – ook lekker in ijskoffie.

Liever iets zachters of fruitigers? Ga dan voor 100% Arabica-bonen. Die zijn milder en hebben vaak meer nuance. Zulke bonen geven je ijskoffie een verfijnde smaak, soms met citrus- of bloemtonen.

Ook decafé werkt prima, bijvoorbeeld als je 's avonds nog iets kouds wilt drinken zonder daarna klaarwakker te liggen.

©annapustynnikova

IJskoffie of dessert? Wat maakt het uit: affogato ☝🏼is altijd lekker!

Traditionele ijskoffie maak je met ijsblokjes. Heb je zin in een luxe update? Dan is affogato echt iets voor jou. Schenk hiervoor een warme espresso over een bolletje vanille-ijs. Het ijs smelt deels, de koffie wordt iets zachter van smaak en samen vormen ze een combinatie om je vingers bij af te likken. Je serveert affogato in een glas of klein schaaltje, eventueel met wat geraspte pure chocolade, amandelschaafsel of een scheutje likeur erbij.

IJsthee: verkoelende dorstlesser

Ook ijsthee maak je in een paar simpele stappen. Gebruik losse thee of gewone theezakjes, maar zet het sterker dan je normaal zou doen. De thee wordt namelijk verdund zodra je er ijs aan toevoegt. Zwarte thee is een klassieker, maar groene thee, kruidenmengsels of gearomatiseerde soorten werken net zo goed. Let wel op: groene thee en kruideninfusies zijn gevoeliger voor een bittere nasmaak als je ze te lang laat trekken. Hou de trektijd dus korter dan bij zwarte thee. Hieronder lees je welke watertemperatuur je moet gebruiken en hoe lang je het mengsel moet laten trekken.

Zwarte thee: 95–100 °C, 4–5 minuten
Groene thee: 70–80 °C, 2–3 minuten
Kruideninfusies/rooibos: 95–100 °C, 5–6 minuten

©shersor

Laat de thee eerst een beetje afkoelen, of gebruik niet te veel ijs in één keer. Zo blijft de smaak in balans en voorkom je dat je thee bitter of waterig wordt. Je kunt de thee ook helemaal laten afkoelen op het aanrecht en daarna in de koelkast zetten – dan krijg je een heldere, frisse ijsthee zonder smaakverlies.

Voeg daarna eventueel smaakmakers toe zoals schijfjes citroen, munt of een beetje honing. Suiker los je het best op in de thee als die nog warm is, anders blijft het onder in je glas liggen. Houd je liever van minder zoet, dan kun je het ook bij een paar druppels citroen of een scheutje appelsap houden. Gebruik je verse vruchten zoals perzik of sinaasappel, snijd die dan in dunne plakjes en laat ze even meetrekken.

Gooi je ijsthee niet direct vol ijs, zeker niet als je hem lang wilt bewaren. Door de ijsklontjes vlak voor het serveren toe te voegen, blijft de smaak beter behouden. En als je slim bent, vries je wat van de thee zelf in als ijsklontjes. Zo wordt je drankje koud, zonder dat het verwatert.

Tot slot: experimenteren en bewaren

Het fijne aan zelf ijskoffie of ijsthee maken, is dat je eindeloos kunt variëren. Wissel af met kruiden, citrus, melksoorten of zoetmakers. Probeer eens een koude espresso met gecondenseerde melk of een groene ijsthee met gember en limoen. Hieronder hebben we zowel voor ijskoffie als ijsthee vijf smaakvariaties voor je verzameld.

Maak in één keer een grotere hoeveelheid en bewaar die in een afsluitbare fles in de koelkast. Zo heb je altijd iets klaarstaan als je behoefte hebt aan iets verfrissends én lekkers te drinken. Let er wel op dat vers gemaakte ijsthee en cold brew koffie maar een paar dagen houdbaar zijn. Drink het binnen drie dagen op, dan is de smaak op z'n best.  

©vikakurylo81 - stock.adobe.com

5 bijzondere ijskoffievariaties

Kokos-kardemom: kokosmelk, gemalen kardemom, honing
Sinaasappel-kaneel: geraspte sinaasappelschil, kaneelpoeder, ahornsiroop
Hazelnoot-salted caramel: hazelnotenmelk, karamelsiroop, snufje zeezout
Chocolade-chili: cacaopoeder, cayennepeper, bruine suiker
Rozemarijn-citroen: verse rozemarijn, citroensap, agavesiroop

5 bijzondere ijstheevariaties

Watermeloen-munt: watermeloensap, verse munt, limoen
Perzik-basilicum: verse perzik, basilicumblaadjes, honing
Hibiscus-granaatappel: hibiscusbloemen, granaatappelsap, stevia
Komkommer-dille: komkommer, verse dille, snufje zeezout
Ananas-tijm: ananasblokjes, tijmblaadjes, kokoswater

Smaakvariaties: hoe & wat

Tijdens het trekken (in de hete koffie/thee):

• Kruiden zoals kardemom, kaneel, rozemarijn, basilicum, dille, tijm
• Citrusschil (sinaasappel)
• Hibiscusbloemen

Na het afkoelen toevoegen:

• Verse sappen (watermeloen, granaatappel, citroensap)
• Verse stukjes fruit (perzik, ananas, komkommer)
• Melksoorten (kokosmelk, hazelnotenmelk, amandelmelk)
• Zoetmakers (honing, stroop, stevia)
• Verse kruiden die snel bitter worden (munt)

Extra smaakmakers:

• Cacaopoeder: eerst mengen met beetje heet water, dan toevoegen
• Zeezout: altijd op het laatst, naar smaak

Maak je ijskoffie

nóg lekkerder met een scheutje koffiesiroop