ID.nl logo
10 tips voor een sneller en beter wifi-netwerk
© Reshift Digital
Huis

10 tips voor een sneller en beter wifi-netwerk

Iedereen heeft wel eens last van traag of haperend wifi. Zeker wanneer je thuis bent, is dat erg vervelend. Iedereen wil namelijk altijd en met elk apparaat kunnen genieten van streaming-diensten zoals YouTube, Netflix, Spotify en SoundCloud. Goed wifi is dan echt een vereiste. En zo krijg je het.

Tip 01: Wifi-techniek

Een van de beste dingen die je kunt doen om de wifi-prestaties te verbeteren is overstappen op de laatste wifi-standaard. Er zijn namelijk verschillende standaarden voor wifi en alleen de laatste is de snelste en heeft het beste bereik. De belangrijkste standaarden op dit moment zijn 802.11n en zijn opvolger 802.11ac. Ondersteunt jouw router geen 802.11ac of 802.11n, koop dan een nieuwe. Kies dan voor een 802.11ac-router met drie of liever nog vier datastromen. Hoe meer datastromen, hoe sneller het wifi.

Elke datastroom op een 802.11ac-router is op 5 GHz goed voor 433 MBps, wat een totale bandbreedte van 1750 Mbps oplevert bij vier datastromen. Controleer ook of de router Multi-user MIMO ondersteunt, een nieuwe techniek om diverse apparaten tegelijk te laten zenden en ontvangen op het wifi. Update ook de apparaten op het wifi. Hoe meer er 802.11ac ondersteunen, hoe sneller het wifi zal zijn.

©PXimport

Tip 01 Ondersteunt een router geen 802.11n of 802.11ac, koop dan een nieuwe.

Externe antennes

Het is niet eenvoudig de juiste router te kiezen. In veel winkels is het personeel maar matig geïnformeerd of verkopen ze vooral graag wat op voorraad is. Ga dus goed voorbereid op stap: lees voordat je gaat shoppen de laatste tests en noteer merk en model van de winnaars even op een papiertje of in de smartphone. Op de site van onze collega's www.computertotaal.nl staan veel tests van losse routers, maar ook vergelijkende tests. Goede en slechte routers zijn daar al voor je uitgezocht. En wat dan opvalt? Dat de winnaars toch vaak echte antennes hebben. De snelste draadloze routers zijn op dit moment de 802.11ac-routers met een maximale theoretische snelheid van 867 tot 1300 Mbit/s, en de modellen met externe antennes weten deze waarden het dichtst te benaderen.

Tip 02: Verplaats router

Veel routers staan dicht bij het punt waar de internetaansluiting is. Dat lijkt logisch, maar vaak gaat het helemaal niet om een goede plek. Veel routers staan bijvoorbeeld in de meterkast, waar het wemelt van buizen, elektrische leidingen en televisiekabels. Ook de dikke muren verstoren hier de kwaliteit en reikwijdte van het wifi-signaal. Veel winst is dan al te behalen door de router te verplaatsen naar een plek zonder leidingen en buizen en met meer vrije ruimte rondom. Ook hoger plaatsen is beter dan op de vloer. Door de router met een langere kabel met de modem te verbinden en wat rond te lopen kun je vaak al bepalen wat een goede plek is. En zijn router en modem geïntegreerd in één apparaat, overweeg dan het accesspoint in de router uit te schakelen en een apart accesspoint op een betere plek neer te zetten.

©PXimport

Tip 02 Door de vele ijzeren buizen, kabels en dikke muren is de meterkast meestal geen goede plek voor een accesspoint.

©PXimport

Tip 03 Kun je het accesspoint niet verplaatsen, kies dan voor een tweede router of een apart los accesspoint.

Tip 03: Accesspoint

Heb je nog een oude router staan, dan kun je er ook voor kiezen die in de meterkast te zetten, daarvan het accesspoint uit te schakelen en de nieuwe router als accesspoint op een betere plaats te zetten. Het verschil in snelheid voor het bekabelde netwerk in vergelijking met het draadloze netwerk tussen een oude en nieuwe router is vooral bij draadloos groot, bij bedraad veel minder. Tenminste zolang beide routers maar gigabit ondersteunen. Plaats je twee routers achter elkaar, dan kun je ofwel de tweede router in bridge-modus zetten of je moet achter die router en voor het wifi een tweede netwerk configureren met een eigen IP-adressering. Vergeet ook de beveiliging van het wifi niet. Heb je geen router, koop dan een los accesspoint. Die zijn gemakkelijker in het gebruik, doordat deze gewoon onderdeel wordt van het thuisnetwerk en er geen apart tweede IP-netwerk hoeft te worden geconfigureerd.

©PXimport

Tip 04 Bekijk de verdeling van de wifi-netwerken over de kanalen met een app op de smartphone.

Tip 04: Kanaal kiezen

Moderne routers ondersteunen twee wifi-netwerken, een in de 2,4GHz-band en een in de 5Ghz-band. Elke band is daarbij nog weer opgedeeld in een aantal kanalen. De 2,4GHz-band is onderverdeeld in de kanalen 1 tot en met 13, de 5,0GHz-band de kanalen 36, 40, 44 en 48. Elk wifi-netwerk gebruikt één zo'n kanaal. Wil je bereik en snelheid van het wifi verbeteren, kies dan een band die door zo min mogelijk andere netwerken in de buurt wordt gebruikt. Om het kanaalgebruik van de verschillende netwerken zichtbaar te maken, kun je het programma InSSIDer gebruiken. Dit was een gratis programma, maar is het helaas niet meer. Je kunt een licentie kopen via www.inssider.com, maar elders online zijn oude versies te vinden die nog wel gratis zijn.

Zoek bijvoorbeeld op InSSIDer Home 3.1.2.1. Start InSSIDer, kies de 2,4GHz- of 5GHz-band en bekijk dan welk kanaal de meeste vrije ruimte heeft. Geen pc, gebruik dan een app als Meraki Wifi Stumbler of WiEye Wifi scanner (beide alleen voor Android). Log dan in op de router en kies bij elk wifi-netwerk in plaats van Auto het juiste kanaal.

©PXimport

Tip 04 Gebruik het kanaal waar de minste andere netwerken actief zijn.

Nieuwe firmware

Voor de meeste routers brengen de fabrikanten nog nieuwe firmwares uit. De nieuwe software kan weliswaar de hardware niet aanpassen; hij kan er wel voor zorgen dat die beter wordt gebruikt en dus voor betere prestaties zorgen. Log in op de router en kijk bij Administration of Beheer welke firmwareversie op de router is geïnstalleerd. Kijk dan op de website van de routerfabrikant of er voor dat merk en model een nieuwere firmware is of laat de router zelf zoeken naar een nieuwere firmware. Veel routers kunnen dat, bijvoorbeeld via Advanced settings / Administration / Firmware upgrade, of laten al bij het inloggen zien dat er een nieuwere firmware is.

©PXimport

Er is nieuwe firmware gesignaleerd

Tip 05: Activeer QoS

Quality of Service (QoS) is een techniek om belangrijke programma's meer bandbreedte te geven op het netwerk dan minder belangrijke. Zo kun je met QoS voorrang geven aan het streamen van een film boven het downloaden van updates. De echte snelheid van een netwerk verandert er niet door, maar wel de manier waarop gebruikers het ervaren. Log in op de router. Kijk in de webinterface voor de optie OoS of Adaptive QoS. De laatste is de slimmere versie, waarbij de router dezelfde soort programma's in een groep plaatst. Bij traditionele QoS moet je voor elk programma zelf aangeven welke prioriteit het heeft. Soms wil de router nog weten wat de maximale upload- en downloadsnelheden zijn; bepaal die via www.speedtest.net. Schakel daarna QoS in en selecteer de voor jou belangrijke toepassingen. Geef de belangrijkste de hoogste prioriteit op het netwerk.

©PXimport

Tip 05 QoS vergroot niet de echte snelheid van het wifi, maar geeft belangrijke programma's voorrang op de minder belangrijke.

Tip 06: Minder gebruikers

Wifi is erg gemakkelijk in het gebruik, maar er zitten ook nadelen aan. Zo is een draadloos netwerk een gedeeld netwerk, wat betekent dat alle apparaten samen de bandbreedte delen. Minder apparaten betekent dus dat de overgebleven apparaten sneller zullen zijn. Je kunt het draadloos netwerk sneller maken door de apparaten die een echte LAN-poort hebben, door middel van een netwerkkabel met het netwerk te verbinden. Nadat je deze apparaten met een kabel hebt verbonden, moet je niet vergeten op elk apparaat het wifi uit te schakelen. Sommige apparaten blijven namelijk toch het draadloos gebruiken ook als ze een andere mogelijkheid tot netwerkverbinding hebben. Is er geen mogelijkheid het wifi uit te schakelen, log dan in op de router. Ga naar MAC Filtering of Beveiliging / Toegangscontrole.

Schakel de Toegangscontrole of MACFiltering in en voeg het MAC-adres toe van het apparaat dat nu via de netwerkkabel is verbonden. Kies er dan voor de apparaten op de lijst uit te sluiten van het wifi. Gebruik je de toegangscontrole al om alleen de bekende apparaten tot het wifi-netwerk toe te laten, verwijder dan juist het MAC-adres van het apparaat uit de lijst.

©PXimport

Tip 06 Zet apparaten die met een netwerkkabel zijn aangesloten, in het MAC-filter van het wifi-netwerk.

Tip 07: Check het bereik

Heb je alle voorgaande tips opgevolgd, dan zou de wifi-ontvangst beter moeten zijn. Is dat echter niet het geval, dan kun je een paar dingen proberen. Heeft de router externe antennes, draai die dan eens. Zet ze verticaler of juist vlakker, meer of minder naar buiten. Elke wijziging van de antennes zorgt voor een andere spreiding van het signaal. Helpt ook dat niet, draai dan de ontvanger. Is dat een pc of notebook, kijk dan eens of de ontvangst aan de andere kant van het bureau of de keukentafel wel goed is. Je kunt ook een echte sitesurvey doen door gewoon met je smartphone of notebook rond te lopen en te kijken of de signaalsterkte verandert. Een handige app hiervoor is Cloudcheck. Installeer deze uit iTunes of Google Play en start de controle. Open het menu en kies Wi-Fi Sweetspots. Loop nu rond en zie hoe de sterkte van het signaal varieert. Gebruik dit om goede en slechte plekken te ontdekken en pas opnieuw eventueel de positionering van de antennes aan.

Wel of geen repeater?

Behalve wifi-accesspoints zijn er ook wifi-repeaters en range-extenders. Deze worden aangeprezen als de oplossing voor plekken met een zwak signaal of om het signaal verder te brengen. Beide beweringen kloppen, maar verwacht geen wonderen. De bandbreedte wordt door gebruik van een repeater namelijk kleiner! De repeater herhaalt alles wat wordt verzonden en ontvangen en verbruikt zo veel bandbreedte. Bovendien is het op bijna elk wifi-netwerk zo dat er maar één apparaat kan zenden; de andere moeten dan wachten. De uitzondering hierop is Multi-user MIMO, maar die techniek is heel nieuw en wordt door de meeste accesspoints en repeaters in elk geval nog niet ondersteund. Gebruik daarom alleen een repeater als het niet anders kan of wanneer het resultaat goed genoeg is.

Een tweede accesspoint met een apart wifi-netwerk op een ander kanaal dan het eerste wifi is een betere oplossing. Heb je een repeater, maar ben je niet tevreden met het resultaat, kijk dan of de repeater ook als accesspoint kan worden gebruikt. Die mogelijkheid wordt bijvoorbeeld geboden door moderne repeaters zoals de Netgear AC750. Kabel erin, aansluiten op de router en zenden maar!

©PXimport

Het resultaat van een wifi-repeater zal nooit zo goed zijn als dat van een apart accesspoint.

Tip 08: Betere antenne

Ieder apparaat in het wifi-netwerk zendt en ontvangt. De antenne is daarbij zeer belangrijk. De kwaliteit van een antenne wordt uitgedrukt in het aantal dBi. Deze waarde geeft aan hoe efficiënt de antenne bij het zenden elektriciteit omzet in radiogolven, en bij het ontvangen precies omgekeerd. Hoe hoger de dBi, hoe beter een antenne dit doet en hoe minder verlies aan kwaliteit. Meer dBi betekent dus dat een antenne verder zendt en ook van een verder afgelegen antenne nog een signaal ontvangt. De antennes in een standaard router zijn maximaal 5 dBi, vaak minder, terwijl er ook antennes zijn van 8dBi of 10 dBi en dat op een logaritmische schaal! Wil je dus beter zenden of ontvangen, dan is een andere antenne een goede optie om eens te verkennen. Belangrijk is wel dat de router de antenne ondersteunt; je kunt niet zomaar alles aan elkaar knopen of schroeven. Goed aankoopadvies is noodzakelijk.

Wat mag er wel en niet?

Of het wel of niet is toegestaan extra krachtige routers en antennes te gebruiken, is omgeven met veel ruis. Wij belden het Agentschap Telecom, dat hierover gaat, en kregen te horen dat de wetten zich vooral richten op het zendvermogen. Er geldt een strikt maximaal vermogen van 100 mWa op de 2,4GHz-band en 200 mWa op de 5GHz-band. Ga je dit te boven, dan ben je strafbaar.

Koop je een nieuw apparaat, let dan op de CE-markering. Deze moet zowel op de verpakking als het apparaat staan en geldt als bewijs dat het apparaat voldoet aan de eisen. Ga je verschillende onderdelen combineren, bijvoorbeeld een router en een antenne, dan moet je het uitgangsvermogen van de router optellen bij de dBi van de antenne. Samen mag het dan nog steeds niet boven het maximale vermogen uitkomen. Meer informatie vind je op www.agentschaptelecom.nl.

Tip 09: Betere ontvangst

De installatie van een externe antenne begint met het installeren van een driver. Plaats de meegeleverde cd of dvd in de pc en doorloop de installatiesoftware. Windows controleert tegenwoordig de herkomst van drivers en geeft bij minder bekende software dan een waarschuwing af. Als je zeker weet dat het om de driver voor de externe antenne gaat, klik dan op Dit stuurprogramma toch installeren. Zodra de driverinstallatie klaar is, herstart je de computer. Daarna schroef je de antenne op de behuizing en sluit je hem met een usb-kabel op de pc aan.

Even later zal Windows de eerder geïnstalleerde driver ook echt in gebruik nemen en daarmee is de installatie klaar. Met InSSIDer of een meegeleverde utility van de antennefabrikant kun je de lucht weer afzoeken naar de beschikbare netwerken. Dat zullen er heel veel meer zijn dan eerst. Het maken van een verbinding met het netwerk gaat nog net als anders; wel heeft de notebook nu een ander MAC-adres. Via Start / Uitvoeren / CMD en dan het commando ipconfig /all kun je het Fysieke adres uitlezen. Voeg dit eventueel toe aan het MAC-filter op de router.

©PXimport

Tip 09 In één keer van 11 (links) naar 36 (rechts) wifi-netwerken na de omschakeling van een standaard Intel naar de externe Alfa Networks AWUS036NHV-antenne.

Tip 10: Andere repeater

De R36-router van Alfa Network is vooral bij caravan- en camperliefhebbers populair vanwege het grote bereik en omdat deze kleine router, die helaas wel alleen de 2,4GHz-band ondersteunt, op veel verschillende manieren kan worden ingezet. Je kunt er bijvoorbeeld een 3G- of 4G-dongel op aansluiten en je mobiele internet delen. Of je kunt er via usb een externe antenne op aansluiten, die zelfs een zwak signaal aan de andere kant van de camping oppakt en gebruikt als upload voor je eigen wireless netwerk aan de binnenkant. Erg handig is dat de hele configuratie en beveiliging van je thuisnetwerk inclusief versleuteling en MAC-filtering met de router meeverhuizen.

Een beschikbaar netwerk vinden, inhaken en je bent weer online met al je apparaten. Je hoeft dus niet telkens al je apparaten aan te melden op het onbekende netwerk, alleen de router die ze meteen beschermt. Wel moet je iets meer tijd investeren in het leren gebruiken van deze router. De gebruiksvriendelijkheid van de firmware en de handleiding hebben absoluut niet de kwaliteit van de bekende merken. Opnieuw daarom het advies dit alleen bij de erkende handelaar te kopen en je goed te laten voorlichten, om een miskoop te voorkomen.

©PXimport

Tip 10 Selecteer een van de beschikbare wifi-netwerken om mee te verbinden.

▼ Volgende artikel
Panasonic brengt Lumix TZ99 nu ook in het wit uit
© Panasonic
Huis

Panasonic brengt Lumix TZ99 nu ook in het wit uit

Panasonic introduceert een nieuwe uitvoering van de Lumix TZ99: een compacte superzoomcamera die er nu ook is in een witte variant. Door zijn formaat (11,2 x 6,7 x 4,3 cm) is dit model makkelijk mee te nemen. Panasonic noemt het zelf dan ook een reiscamera.

📸 Veelzijdige lens en stabiel beeld

De LUMIX TZ99 White is uitgerust met een 24–720 mm LEICA DC-lens met 30x optische zoom, uit te breiden tot 60x met iZoom. Dankzij de 5-assige HYBRID O.I.S.+ beeldstabilisatie blijven beelden scherp, ook bij het inzoomen of bij opnames uit de hand.

📸 Video in 4K en slowmotion

Naast fotografie is de camera geschikt voor 4K-video's met 30 beelden per seconde en 4K PHOTO waarmee je snel bewegende momenten vastlegt. Voor creatieve effecten is er ook HD-video met 120 fps slowmotion.

📸 Scherm en bediening

De TZ99 White heeft een kantelbaar 1.840k-dot touchscreen dat het eenvoudig maakt om vanuit verschillende hoeken te fotograferen of vloggen. Via de gebruiksvriendelijke interface kunnen instellingen snel aangepast worden.

📸 Moderne connectiviteit

Dankzij USB-C kan de camera snel worden opgeladen. Met bluetooth 5.0 maak je verbinding met je smartphone om foto's direct te delen of de camera op afstand te bedienen.

De Panasonic Lumix TZ99 White is verkrijgbaar voor een adviesprijs van 549 euro.

Slide
Slide
Slide
Wat maakt een reiscompactcamera handig?

Een reiscompactcamera zoals de LUMIX TZ99 White biedt een krachtige zoomlens in een klein formaat. Zo kun je zowel weidse landschappen als details in de verte vastleggen zonder van lens te wisselen. Bovendien zijn ze lichter en kleiner dan een spiegelreflex of systeemcamera, waardoor je ze makkelijk meeneemt op vakantie of een stedentrip.

▼ Volgende artikel
Meer dan één beeldscherm? Met deze tips en instellingen werk je slimmer en handiger
© mila103 - stock.adobe.com
Huis

Meer dan één beeldscherm? Met deze tips en instellingen werk je slimmer en handiger

Gebruik je meerdere beeldschermen? Lees dan vooral verder, want de kans is groot dat je nog niet het maximale haalt uit je opstelling. Met handige instellingen en programma's richt je je werkomgeving nóg beter in en profiteer je optimaal van meerdere beeldschermen. Kijk maar!

In het kort

In dit artikel gaan we aan de slag met handige instellingen en slimme programma's om werken met meerdere beeldschermen soepeler te maken. Van functies die standaard in Windows zitten tot extra tools als PowerToys en DisplayFusion: zo richt je je werkplek precies in zoals jij dat wilt.

Lees ook: Beeldscherm kijkt niet lekker? In 3 stappen verbeter je het!

We beginnen met de functies die al in Windows 11 zitten en waarvoor je nog geen hulp van buitenaf nodig hebt. De belangrijkste opties vind je in de Windows-instellingen, bereikbaar via Windows-toets+I. Kies Systeem / Beeldscherm. Mogelijk maken de verschillende beeldschermen gebruik van verschillende resoluties: elk beeldscherm heeft een 'native' resolutie waarop de kwaliteit optimaal is.

Met behulp van de schaalinstellingen kun je de schermen alsnog een meer uniforme uitstraling geven. Kies eerst het beeldscherm bovenin (begin met het scherm met de hoogste schermresolutie) en kies hierna de waarde bij Schaal, bijvoorbeeld 150%.Herhaal deze stap bij elk ander scherm en zorg dat het uiterlijk zo goed mogelijk overeenkomt. Ben je niet tevreden met de standaardwaarden? Klik op Schaal en geef een eigen waarde op bij Aangepaste schaal.

Pas de schaal per beeldscherm aan en zorg voor meer uniformiteit.

Portretmodus

De meeste beeldschermen worden gebruikt in de landschapsmodus, maar wist je dat je de monitor ook in een portretmodus kunt gebruiken? Zo kun je een opstelling maken waarbij je een beeldscherm horizontaal plaatst, terwijl je ernaast een beeldscherm in verticale stand gebruikt. Handig bij het lezen van lange artikelen of het programmeren van nieuwe software, bestaande uit vele regels code. In Windows is de functie ingebakken. Open de instellingen (Windows-toets+I), kies Systeem / Beeldscherm. Bij Beeldschermstand kies je in plaats van Liggend voor Staand. Overigens vind je hier ook de mogelijkheid om de inhoud van het scherm te spiegelen: kies voor Liggend (gespiegeld) of Staand (gespiegeld).

Handig: een van de beeldschermen in een staande stand gebruiken.


Snel schakelen

Wist je dat je met de toetscombinatie Windows-toets+P snel kunt schakelen tussen de gewenste beeldschermmodus? Schakel tussen Alleen pc-scherm, Dupliceren, Uitbreiden en Alleen tweede scherm. Via het Windows-instellingenvenster heb je ook toegang tot deze functies. Je vindt ze in het meerkeuzemenu rechtsboven bij het vlak waarin je de schermen rangschikt.

Geopend houden

Standaard minimaliseert Windows alle vensters op een beeldscherm waarmee je de verbinding verbreekt. Wil je dit niet, dan kun je afdwingen dat de vensters geopend blijven. In het instellingenvenster kies je Systeem / Beeldscherm. Klap de sectie Meerdere beeldschermen uit en haal het vinkje weg bij Vensters minimaliseren als de verbinding met een beeldscherm wordt verbroken. Heb je ook liever niet dat de vensterlocaties op een monitor bewaard blijven en begin je liever telkens met een schone lei? Haal het vinkje weg bij Vensterlocaties onthouden op basis van de verbinding met een monitor.

In het kader hiervan een praktisch advies. Als je een scherm loskoppelt en het venster wordt geminimaliseerd, kan het gebeuren dat je bij het klikken op de bijbehorende taakbalkknop wordt geconfronteerd met een venster dat 'uitvliegt' naar een beeldscherm dat niet meer is gekoppeld. Gelukkig kun je je verdere frustratie besparen: druk tegelijkertijd op de Shift-toets en de rechtermuisknop op de betreffende taakbalkknop. Klik op Verplaatsen en gebruik de muis om het verdwenen venster naar het actieve scherm te verslepen, zodat het weer zichtbaar wordt.

Geef aan hoe de vensters zich gedragen bij gebruik van meerdere vensters.

Finetuning

We gebruiken de functies binnen Windows voor nog wat 'finetuning' van onze instellingen. Standaard wordt de Windows-taakbalk op elk beeldscherm getoond. Ook de taakbalkknoppen en geopende apps worden op alle taakbalken getoond. Daarmee hoef je geen genoegen te nemen.

In de Windows-instellingen kies je Persoonlijke instellingen / Taakbalk en klap je de sectie Gedrag van taakbalk uit. Kies de gewenste modus via Bij gebruik van meerdere beeldschermen mijn taakbalk-apps weergeven op. Kies Taakbalk met open venster of voor Hoofdtaakbalk en taakbalk met open venster. Over taakbalken gesproken. Heb je liever niet dat de taakbalk op elk beeldscherm wordt getoond? Verwijder het vinkje bij Mijn taakbalk weergeven op alle beeldschermen.

Supersnelle indeling

Hoe meer beeldschermen, hoe meer tijd je kwijt bent met het indelen van de werkomgeving. Bijvoorbeeld welke vensters je op welk beeldscherm en op welke locatie op het beeldscherm wilt plaatsen. Maak je regelmatig gebruik van dezelfde vensters en indeling, dan mag de app Werkruimten – die deel uitmaakt van de gratis Microsoft PowerToys – niet ontbreken in je verzameling.

Haal via deze link de nieuwste versie binnen. Open hierna het onderdeel Werkruimten. Klik rechtsboven op Werkruimte maken. Vervolgens open je de vensters waarmee je altijd wilt werken (bijvoorbeeld Word, Excel en de browser). Verschuif de vensters naar de beeldschermen waarop je ze wilt plaatsen (bijvoorbeeld Word op het hoofdscherm, terwijl je de browser op het tweede scherm plaatst). Geef de vensters de gewenste afmetingen. Tevreden? Klik in het pop-upvenster van Werkruimte op Vastleggen. Geef een geschikte naam op voor het profiel (bij Naam van werkruimte) en klik op Werkruimte opslaan. Voortaan kun je het profiel kiezen in het hoofdvenster van Werkruimte en klikken op Starten. Handig: je kunt verschillende werkruimten maken.

Met Werkruimte bespaar je kostbare tijd bij het inrichten van de werkomgeving


Snelkoppeling

Je hoeft niet telkens Werkruimte te starten om een profiel te laden: maak in plaats hiervan een snelkoppeling. Klik op de drie puntjes bij de werkruimte die je vaak gebruikt en kies Bewerken. Zet een vinkje bij Bureaubladsnelkoppeling maken.

FancyZones

We blijven nog even bij de PowerToys en werpen een blik op FancyZones. Door de muisaanwijzer op de knop Maximaliseren (rechtsboven in elk venster) te houden, verschijnt een grid met mogelijke vensterindelingen. FancyZones gaat een stapje verder en laat je vaste indelingen maken. Zo zijn alle beeldschermen telkens gevuld zoals je van tevoren hebt bedacht en hoef je niet telkens handmatig voor elk scherm een indeling te maken. Open het hoofdvenster van PowerToys en kies Vensters en indelingen / FancyZones. Kies Lay-outeditor starten. Onder Sjablonen vind je kant-en-klare sjablonen die je als startpunt kunt gebruiken, maar je kunt ook kiezen voor Nieuwe indeling maken. Geef aan hoe je vensters wilt rangschikken. Teruggekeerd in het hoofdvenster van FancyZones ga je naar Zonegedrag. Activeer de optie Zones op alle beeldschermen weergeven tijdens het slepen van een venster. Je drukt voortaan op de Shift-toets om de indelingen te tonen en de vensters te rangschikken.

Zorg dat FancyZones rekening houdt met meerdere beeldschermen.


Over meerdere schermen

Voor optimaal gebruik van de beeldschermen kun je FancyZones nog meer rekening laten houden met de aanwezigheid van meerdere schermen en indelingen over meerdere monitoren mogelijk maken. In het hoofdvenster van FancyZones activeer je de optie Toestaan dat zones worden verspreid over meerdere monitoren. Het is wel belangrijk dat de schermen dezelfde dpi-schaal gebruiken. Hoe je hiervoor zorgt, lees je elders in dit artikel.

DisplayFusion

Wil je nog meer plezier halen uit een opstelling met meerdere beeldschermen, dan kun je DisplayFusion gebruiken. De app is niet gratis: je betaalt circa 30 euro voor een licentie en de volledige functionaliteit. Gelukkig kun je DisplayFusion eerst een maand proberen en uitzoeken of je deze de moeite waard vindt.

Wil je tijdens het gebruik van een beeldscherm niet worden afgeleid door de andere schermen? Gebruik dan de functie Beeldschermvervaging om de andere schermen netjes te dimmen. Kies in het linkervenster van DisplayFusion voor Monitor Vervaging en zet een vinkje bij Monitor vervaging aanzetten. Bij Monitor vervaging modus geef je aan wat er moet gebeuren. Wij kiezen voor Vervaag niet actieve monitors, maar je kunt ook kiezen voor andere modi, zoals Vervaag alles behalve het huidige venster of het vervagen van een specifieke monitor. Tot slot kun je aanpassen met welke kleur de schermen worden gedimd. Kies de gewenste kleur bij Monitor vervaging kleur.

Met DisplayFusion heb je meer controle over een opstelling met meerdere schermen.

Meer met de muis

Ook de muis speelt een belangrijke rol bij meerdere beeldschermen. Opties hiervoor vind je in DisplayFusion in het onderdeel Muis beheer. Heb je meerdere beeldschermen van verschillende formaten, dan kan de muis weleens blijven 'hangen' aan een monitorrand en niet naar het volgende scherm verspringen. Om Windows wat minder kieskeurig te maken en de muis soepeler naar het andere scherm te bewegen, activeer je Voorkom dat de muiscursor blijft haken aan niet-uitgelijnde linker-/rechterranden van de monitor. Een vergelijkbare optie is Voorkom dat de muiscursor blijft haken aan niet-uitgelijnde boven-/onderranden van de monitor. Geeft deze functie alsnog niet het gewenste resultaat? Schakel dan de hulp van Windows zelf in: in de Windows-instellingen kies je Systeem / Beeldscherm / Meerdere beeldschermen / Cursorverplaatsing tussen beeldschermen vergemakkelijken.

Maak het werken met meerdere schermen en de muis eenvoudiger.

Triggers

Net als het elders besproken onderdeel Werkruimten, vind je in DisplayFusion een aantal opties die helpen met het snel indelen van de gewenste werkomgeving. Open het onderdeel Triggers en kies Triggers inschakelen. Met triggers activeer je een vaste actie. Open je bijvoorbeeld een specifiek venster dat je altijd op het tweede scherm wilt tonen, dan zorgt DisplayFusion ervoor dat het venster direct na openen automatisch wordt verplaatst naar de gewenste plek. Klik op Toevoegen. Geef vervolgens aan wat er gebeurt. Kies bijvoorbeeld Venster gemaakt of Venster hersteld. Kies Toevoegen en geef aan wat er moet gebeuren (bijvoorbeeld Verplaats venster naar geselecteerde monitor of Venster op monitor centreren).

Alt+Tab

Maak je regelmatig gebruik van de toetscombinatie Alt-toets+Tab-toets om snel te schakelen tussen geopende vensters? In combinatie met DisplayFusion kun je hierover nog meer controle uitoefenen. Ga naar de sectie Alt-Tab(links in het venster). Vervolgens kun je aangeven op welk beeldscherm het vensteroverzicht moet worden getoond. Zo kun je kiezen voor Geef alleen op de primaire monitor weer, laat alle vensters zien. In de praktijk is een handigere keuze: Geef alleen op de huidige monitor weer, laat alle vensters zien. Wil je niet dat de vensters van alle beeldschermen worden getoond, maar alleen de vensters van het scherm waarop je werkt? Kies voor Geef alleen op de huidige monitor weer, laat alleen huidige vensters zien. De opties eronder geven aanvullende controle over Alt+Tab: zo kun je hier aangeven of het bureaublad moet 'meetellen' als volwaardig venster in het overzicht (Toon het bureaubladvenster) en bijvoorbeeld of je titelteksten onder elk venster wilt zien (Toon de titeltekst onder ieder item in het Alt-Tab venster).

ScreenBright

Meer controle over de uitstraling van de beeldschermen, zoals witbalans en kleurtemperatuur? Met wat hulp van buitenaf kun je de verschillende beeldschermen meer met elkaar in lijn brengen, vooral als ze naast elkaar staan. ScreenBright is een gratis en compact programma dat je hiermee helpt. Een woord vooraf: de app ondersteunt de meeste beeldschermen, maar mogelijk kun je bij sommige schermen de instellingen niet aanpassen via ScreenBright. Open het programma en kies White background. Gebruik de schuifbalken om de variabelen zoals witbalans en kleurtemperatuur aan te passen. Je herhaalt deze stap op elk beeldscherm, totdat je tevreden bent en de uitstraling van de schermen zo uniform mogelijk is.

Klein maar fijn: variabelen zoals witbalans en kleurtemperatuur instellen.

Eye-candy

Na al dat serieuze werk: het oog wil ook wat. Maak je gebruik van een opstelling met meerdere beeldschermen horizontaal naast elkaar? Dan kun je je werkplek een verzorgde uitstraling geven met een bureaubladachtergrond die over meerdere schermen wordt gespreid. Op www.dualmonitorbackgrounds.com vind je een verzameling bruikbare beelden. Ze zijn onderverdeeld in verschillende categorieën. Download er een paar en experimenteer om te zien welke het beste werken. In de Windows-instellingen kies je Persoonlijke instellingen. Kies Achtergrond aan uw persoonlijke voorkeur aanpassen / Afbeelding / Door foto's bladeren. Kies de afbeelding. Belangrijk: bij de optie Afbeelding aanpassen zodat deze op uw bureaublad past kies je voor Over meerdere schermen.

Download een achtergrond die geschikt is voor meerdere beeldschermen.

Uit de breedte én de hoogte

Monitorstandaards shop je