ID.nl logo
Huis

20 tips voor snel en stabiel internet

Je bent best tevreden met je draadloze netwerk, maar de laatste tijd gebeurt het geregeld dat de ontvangst wegvalt. Of je wilt graag ook achter in de tuin draadloos surfen, maar het signaal blijkt ontoereikend. Wat dan? Twintig praktische tips voor je draadloze netwerk.

Het aantal draadloze netwerkjes heeft de laatste jaren een enorme vlucht genomen. Begrijpelijk, want zo’n wireless lan (wlan) is comfortabel en je hoeft je huis niet met kabels te ontsieren. Het blijkt echter uit talrijke internetforums dat vele gebruikers ook met allerlei problemen te maken krijgen. Dikwijls hebben die te maken met een onbetrouwbaar of ontoereikend draadloos signaal.

Daarom hebben we in dit artikel de beste tips en trucs verzameld om de ontvangst te optimaliseren en zo nodig het wifi-signaal te versterken. We hebben ze in twee ‘groepen’ opgedeeld: eerst tien tips waar je enige behendigheid of wat (extra) software voor moet aanspreken en vervolgens tien tips waar je met extra hardware aan de slag gaat.

Tot slot: in het artikel gebruiken we doorgaans de term (draadloos) accesspoint, ongeacht of dat nu om een puur accesspoint (zonder routerfuncties) dan wel een draadloze router gaat. Sommige routers bevatten trouwens een functie waarmee je hem als accesspoint kunt instellen.

Tip 1: Plaatsing

In principe positioneer je het accesspoint zo centraal mogelijk. Het kan ook helpen het apparaat wat hoger te plaatsen (maar ook weer niet tot aan het plafond), zodat het signaal minder snel gereflecteerd wordt door allerlei objecten op de vloer. Plaats het evenmin in een kast of nabij grote metalen voorwerpen. Normaliter horen de antennes verticaal te staan, maar wie weet levert een andere hoek in jouw situatie een betere ontvangst op.

Tip 2: Stoorelementen

Dikke muren, vooral ook met gewapend beton, zijn een gekende stoorfactor voor een wifi-signaal. Maar ook draadloze dect-telefoons, babyfoons en zelfs magnetrons kunnen het rf-signaal verstoren (zeker binnen de 2,4 GHz-band: zie ook tip 12). Houd daarom je accesspoint(en) zoveel mogelijk uit de buurt van dergelijke apparaten. 

Tip 3: Site survey

Voor grotere oppervlakten voer je bij voorkeur een site survey uit om te weten te komen wat de optimale positie van je accesspoint(en) is. Dat kan met de Windows-tool Ekahau HeatMapper (vereist een gratis registratie). De bedoeling is dat je het programma op je laptop installeert en dan ermee rondwandelt. Heatmapper pikt automatisch wifi-signalen op, somt alle gedetecteerde accesspoints op en brengt via ingekleurde vlakken de sterkte van het draadloze signaal in beeld. Idealiter gebruik je een plattegrond als achtergrond voor deze inkleuring. Zo krijg je goed inzicht in de signaalsterktes over je gehele oppervlakte. De gratis versie beperkt je wel tot vijftien minuten onderzoekstijd.

Tip 4: Wifi-detectie

Ook al heb je geen behoefte aan een echte site survey, het kan zeker nuttig zijn (zie onder meer tip 5) te weten welke naburige draadloze netwerken er zijn. Daarvoor kun je aan de slag met het gratis inSSIDer voor Windows, een opensourcetool die lichter is dan Heatmapper. Selecteer de juiste netwerkadapter en het programma zet in een grafiek de signaalsterkte (in dB) van alle gedetecteerde draadloze netwerken in kaart, zowel in de 2,4 als de 5 GHz-band. Je leest bovendien het ssid, het mac-adres en de producent van de accesspoints af, evenals het gebruikte kanaal en de eventuele beveiligingsmethode. Met behulp van een gps-toestel, minimaal NMEA 2.3, kom je tevens achter de lengte- en breedtegraad van elk accesspoint.

Tip 5: Ander kanaal

inSSIDer toont je dus ook de signaalsterkte van naburige netwerken en die wetenschap kan erg nuttig zijn: zulke netwerken kunnen namelijk ook voor rf-interferentie zorgen. Je moet namelijk weten dat een accesspoint (en de ontvanger) slechts een deel van de frequentie gebruikt: de zogenoemde kanalen. Binnen de 2,4 GHz-band bijvoorbeeld zijn dat er veertien, hoewel er vaak maar elf of dertien effectief in gebruik zijn. Kanalen hebben echter de neiging te overlappen en zo het signaal op andere kanalen te storen. Om deze interferentie te beperken, doe je er dus goed aan je accesspoint op een kanaal in te stellen dat zo ver mogelijk verwijderd is van kanalen van naburige netwerken. Binnen de elf of dertien kanalen van de 2,4 GHz-band zijn dat met name kanalen 1, 6 en 11. Vertelt inSSIDer je dat een naburig netwerk op kanaal 10 uitzendt, stel je eigen accesspoint dan in op bijvoorbeeld 1 of 6. Je kunt de kanaalkeuze ook aan je accesspoint zelf overlaten (‘auto’), maar de praktijk heeft al vaker bewezen dat dit niet altijd de beste optie is.

Tip 6: Zendvermogen

Sommige accesspoints laten je ook toe de zendkracht (transmit power) van de antenne zelf in te stellen. Blijkt het signaal ontoereikend, ga dan zeker na of die wel degelijk op volle kracht staat ingesteld (100 %). Mocht het signaal dan weer tÊ sterk blijken, waardoor het tot bij de buren reikt, dan kun je overwegen het zendvermogen net iets minder krachtig te maken.

Tip 7: Configuratie netwerkadapter

In een draadloos netwerk heb je natuurlijk niet alleen een zender, maar ook een ontvanger: de draadloze netwerkadapter van je pc, dus. Net zoals sommige accesspoints kunnen ook deze adapters je toestaan het zendvermogen aan te passen. Dat doe je dan normaliter via de setup van het bijhorende stuurprogramma. Houd er rekening mee dat als je laptop in een energiebesparingsmodus draait, het niet is uitgesloten dat ook het zendvermogen automatisch lager wordt ingesteld. In Windows druk je dan op Windows-toets+R en voer je powercfg.cpl uit. Klik bij Energiebesparing op De schema-instellingen wijzigen, Geavanceerde energie-instellingen wijzigen (eventueel ook op Instellingen wijzigen die nu niet beschikbaar zijn). In de rubriek Instellingen voor de adapter voor draadloos netwerk kun je de energiebesparingsmodi instellen op Maximale prestaties.

Tip 8: Modus

Wellicht is je accesspoint van het 802.11n-type (zie ook tip 11). Een prima keuze, maar denk er wel aan dat het apparaat normaliter terugvalt op een ander type (802.11g?) als een andere draadloze netwerkcomponent 802.11n niet ondersteunt. Wanneer alle componenten effectief met 802.11n overweg kunnen, doe je er goed aan je accesspoint zo in te stellen dat die alleen gebruikmaakt van de n-standaard (alleen wireless-n) en niet in gemende modus (mixed mode) opereert.

Tip 9: Hotspot

Blijkt de afstand tussen je accesspoint en de (verste) ontvanger te groot, dan kun je ook een Windows-pc voor de gelegenheid als draadloze hotspot laten functioneren. Die pc fungeert dan als een soort repeater (zie ook tip 16). Dat kan met de gratis tool Connectify. Of de verbinding tussen je pc en je accesspoint nu bekabeld of draadloos is, andere draadloze apparaten kunnen dankzij deze software een draadloze – en wachtwoordbeveiligde – verbinding met de pc (hotspot) opzetten om zo de bestaande connectie te gebruiken.

Tip 10: Firmware

Heb je een wat ouder accespoint, dan is het niet uitgesloten dat bepaalde mogelijkheden alsnog ter beschikking komen na een firmware-update. Dat kan gaan om (een verbeterde) ondersteuning van de 802.11n-standaard, vpn of ipv6, maar mogelijk vergroot je daardoor ook de zendkracht of laat die zich dan op z’n minst toch afstellen. Ga dus geregeld na bij de producent van je accesspoint of er een update beschikbaar is. Er is in elk geval alternatieve firmware verkrijgbaar, zoals van DD-WRT (www.dd-wrt.com), die voor heel wat routermodellen beschikbaar is. Lees grondig de bijhorende instructies, want experimenteren doe je op eigen risico. En nu je toch aan het updaten bent: controleer af en toe ook of er voor je netwerkadapter een nieuwe driver beschikbaar is. Ook die kan de prestaties verbeteren!

Tip 11: 802.11n-router

De nieuwe draadloze standaard 802.11n biedt een aantal voordelen tegenover de wat oudere 802.11g-standaard. De n-standaard kan zowel binnen de 2,4 GHz- als de 5 GHz-band opereren, er is een groter bereik mogelijk en er is een belangrijk verschil in bandbreedte (54 mbit/s versus een theoretische 600 mbit/s). Dat heeft onder meer te maken met de mimo-techniek: multiple input multiple output, het slim inzetten van antennes maakt het mogelijk verschillende datastromen tegelijk te verzenden of te ontvangen. Is je draadloze apparaat van een 802.11n-adapter voorzien en blijkt het bereik van je 802.11g-accesspoint onvoldoende, dan is de kans reÃĢel dat een accesspoint met de n-standaard je ontvangstproblemen oplost.

Tip 12: Dualband

Zoals gezegd kan een 802.11n-accesspoint overweg met twee frequentiebanden. Aangezien stoorelementen als de hierboven genoemde dect-telefoons, babyfoons en magnetrons heel vaak op de 2,4 GHz-band actief zijn, kan het het draadloze signaal ten goede komen als je je accesspoint op de 5 GHz-band laat werken. Koop je een nieuw 802.11n-accesspoint, kies dan bij voorkeur voor een dualbandtype. Op zulke apparaten is het ook mogelijk twee netwerken te configureren, eventueel elk met een andere naam. Dat maakt het mogelijk oudere apparaten (802.11g) op 2,4 GHz af te stemmen en 802.11n-netwerkadapters van het 802.11n-netwerk gebruik te laten maken.

Tip 13: Antenne

Heel wat accesspoints (en netwerkadapters) zijn van een verwijderbare antenne voorzien. Dat maakt het gemakkelijk die door een ander, krachtiger model te vervangen. Je kunt dan een Hi-Gain-antenne gebruiken, gewoonlijk van 7dBI tot 15 dBI, en vooral bedoeld voor 802.11b/g-netwerken. Onder meer Hawking Technologies heeft zich in dergelijke producten gespecialiseerd. Je vindt een aantal modellen op http://hawkingtech.com. Let wel op het verschil tussen directionele en omnidirectionele antennes. Het eerste type is vooral geschikt om een punt-naar-punt-verbinding te maken, bijvoorbeeld om een verbinding tussen twee gebouwen op te zetten, terwijl het tweede type vooral bedoeld is om de perimeter voor draadloos gebruik te verruimen. In hun gamma treft je onder meer ook een Hi-Gain Wi-Fi Signal Booster aan, een apparaatje dat je op de antenneconnector van je accesspoint (802.11b/g) aansluit.

Tip 14: Usb-adapter

Nagenoeg alle laptops en aanverwanten zijn van een ingebouwde antenne voorzien. Die zijn doorgaans van goede kwaliteit, maar hetzelfde kan niet altijd gezegd worden van adapters op een pc-card/expresscard. Hoe dan ook, ben je vaak ontevreden over de ontvangst, dan kan het helpen een draadloze usb-netwerkadapter met een externe antenne aan te sluiten. Zowel Linksys als Hawking beschikken over verschillende modellen. Er zijn ook usb-adapters waarbij de externe antenne is verbonden met een usb-kabel, zoals de Alcon AOU-2410 met een optionele 7dBi-antenne, zodat je die gemakkelijk optimaal kunt positioneren.

Tip 15: Roaming

Je wilt draadloze ontvangst in verschillende ruimtes van je bedrijf of woning? Een mogelijke oplossing is dan het plaatsen van meer dan ÊÊn accesspoint, die elk met een ethernetkabel aan je netwerk hangt. Om ervoor te zorgen dat je je met een laptop zonder merkbaar connectieverlies van de ene ruimte (accesspoint) naar de andere kunt begeven – roaming – geef je de accesspoints bij voorkeur allemaal dezelfde ssid mee, maar stel je die op verschillende kanalen in (bijvoorbeeld  1 – 6 – 11).

Tip 16: Repeater

Een andere mogelijkheid om je draadloze bereik te vergroten is een zogenoemde repeater (ook wel range extender genoemd) – een oplossing die sterk aan populariteit wint. Zo’n repeater vangt het wifi-signaal van het accesspoint op en stuurt het versterkt weer door. Een degelijk en populair product is Fritz! Wlan Repeater N/G, die in eerste instantie bedoeld is om 802.11a/b/g/n-netwerken te versterken (zowel binnen 2,4 als op 5 GHz), maar met een firmware-update ook muziek kan streamen. Intussen is al een opvolger beschikbaar, de Fritz!WLAN Repeater 300E, die van een gigabit-netwerkaansluiting is voorzien. De configuratie kan eventueel via wps (wifi protectedsSetup) gebeuren. De prijs voor elk van deze apparaten ligt rond â‚Ŧ 75. De Netgear Universal Wi-Fi Range Extender (WN3000RP; â‚Ŧ 69,95), werkt net even anders – en nog makkelijker. Je steekt het apparaat in een stopcontact, meld het bij je wlan aan (802.11b/g/n) en het draadloze signaal wordt automatisch versterkt doorgestuurd.

Tip 17: Brug

Soms is het installeren van een extra accesspoint geen optie: het apparaat bevindt zich bijvoorbeeld in je werkruimte achter in de tuin en een ethernetkabel leggen zie je niet zitten. In dat geval kun je ook een wireless bridge opzetten. Dat houdt in dat je twee accesspoints draadloos met elkaar verbindt en in de configuratie de wireless bridge-modus selecteert. Op de switch van het tweede accesspoint (rechts op bovenstaande afbeelding) laten zich normaliter alleen apparaten met ethernetkabel aansluiten. Draadloze verbindingen met het primaire accesspoint (links op de afbeelding) zijn wel mogelijk. Wil je die ook op het andere accesspoint, dan kun je de repeater bridge-modus activeren. Een dergelijke configuratie vergt wel enige inspanning. Heb je inderdaad zo’n opstelling op het oog, ga dan wel eerst na of de apparaten – eventueel na een (alternatieve?) firmware-update: zie ook tip 10 – wel de nodige ondersteuning bieden en in wds (wireless distribution system) voorzien. Houd er tevens rekening mee dat begrippen als repeater (bridge) en wireless bridge vaak door elkaar worden gebruikt.

Tip 18: Buitenshuis

Er zijn ook oplossingen specifiek voor gebruik buitenshuis: googel maar even naar accesspoint, router, antenna of repeater in combinatie met outdoor. We vinden dergelijke apparaten in het gamma van onder meer Hawking, Linksys (Cisco) en EnGenius. Deze horen uiteraard weersbestendig te zijn en eventueel voorzien ze ook in poe (power-over-ethernet): er is dan geen stopcontact nodig, want de stroom wordt via de ethernetkabel geleverd. Relatief nieuw in het aanbod van EnGenius Senao is het Outdoor Wireless-N access point ENH-200, met een zendvermogen tot 500 mW en een ingebouwde, directionele 10 dBi-antenne. Het apparaat kun je ook als wireless bridge inzetten.

Tip 19: MiFi

Bevind je je ergens onderweg en heb je nergens wifi-toegang, dan biedt MiFi nog een mogelijke uitweg. Een MiFi-apparaatje is een draadloze router die je met je (3G-) mobiele telefoon verbindt en op die manier een wifi-hotspot opzet voor je draadloze apparaten. Een vrij populair apparaat is de Huawei E585 MiFi (circa â‚Ŧ 120). De meeste smartphones voorzien in een vergelijkbare, maar in de praktijk niet altijd zo betrouwbare of flexibele functie: tethering. Hierbij kunnen apparaten, zoals je laptop, via de wifi-connectie of zelfs via een usb- of bluetoothconnectie gebruik maken van de internetverbinding op je telefoon.

Tip 20: Eigen creaties

Wie enig experimenteren niet schuwt en wat tijd over heeft, kan ook altijd zelf aan de slag om bijvoorbeeld een eigen directionele antenne met extra groot bereik te maken. Dat kan zelfs met behulp van een blikje (can leidt tot de term cantenna), al dan niet in combinatie met een schotelantenne. Of wat dacht je van een Yagi-wifi-antenne (die kamvormige tv-antennes van vroeger)? Je hoeft maar te googelen naar begrippen als cantenna of wifi antenna en je krijgt meteen een stapel hits. Tussendoor bots je ook wel op – zeg maar – hoogst originele vondsten, zoals

. Ook maar eens proberen?

â–ŧ Volgende artikel
Review Bosch Serie 6 Air Fryer – Comfortabel heteluchtfrituren
Š Bosch
Huis

Review Bosch Serie 6 Air Fryer – Comfortabel heteluchtfrituren

Met zijn elegante touchscreen, ruime kijkvenster en geïntegreerde verlichting is de Bosch Serie 6 Air Fryer een heuse blikvanger. Naast het oog willen je smaakpapillen natuurlijk ook wat. We voelden deze stijlvolle airfryer een aantal weken aan de tand. Lees hier onze ongezouten mening.

Uitstekend
Conclusie

De Bosch Serie 6 Air Fryer biedt veel waar voor zijn prijs van 169,99 euro. Merken als Ninja, Inventum en Tefal zijn vaak iets goedkoper, maar dit model heeft handige extra's zoals een kijkvenster en verlichting om het kookproces te volgen. Schoonmaken gaat snel en de gerechten smaken goed. Minpunt: er zit geen fysiek receptenboek bij.

Plus- en minpunten
  • Ruime capaciteit
  • Duidelijke touchscreen
  • Gebruiksvriendelijk
  • Maakt relatief weinig geluid
  • Groot kijkvenster
  • Ingebouwde verlichting
  • Schoonmaken kost weinig tijd
  • Vaatwasserbestendige onderdelen
  • Knapperige maaltijden
  • Stroef sluitsysteem
  • Na afwassen vocht in kijkvenster
  • Frietjes verschillen van kleur
  • Geen receptenboek

Dankzij een riante capaciteit van 7,2 liter is de Serie 6 Air Fryer (MAF671B1) geschikt voor gezinnen. Naast de airfryer zelf levert de Duitse fabrikant een grillrooster en vijf vleesspiesjes mee. Dit grillrooster komt ook van pas als je gerechten wilt 'stapelen'. Kortom, keukenprinsen en -prinsessen kunnen er alle kanten mee op. Na het uitpakken kan de kok van dienst er vrijwel meteen mee aan de slag. Je dient wel eerst even het handvat op het mandje te monteren, maar dat is vanwege het kliksysteem zo gepiept. De behuizing weegt nog geen 6 kilo, waardoor je deze airfryer van 30,9 × 31,4 × 38,8 centimeter relatief makkelijk meeneemt, mocht dat nodig zijn.

ŠMaikel Dijkhuizen

De inhoud van de productdoos.

Kookinstellingen kiezen

Het touchscreen bevat duidelijke pictogrammen voor patat, kip, vlees, vis, groente, gebak en brood. Daarnaast is er een warmhoudfunctie. Zodra je op een van de pictogrammen tikt, selecteert het apparaat de bijbehorende temperatuur en kooktijd. Het kan eigenlijk niet misgaan. Vanzelfsprekend pas je deze automatische instellingen naar eigen inzicht aan. Gebruik hiervoor de plus- en minknoppen. Kies hierbij tussen een temperatuur van minimaal 40 en maximaal 200 graden Celsius. Dat gaat in stapjes van vijf graden. Het opgegeven uitgangsvermogen bedraagt 1800 watt. Wanneer er een kookprogramma is gestart, komt het geluidsniveau uit op zo'n 63 decibel. Dat valt erg mee, zodat je in de keuken gelukkig nog gewoon een gesprek kunt voeren.

ŠMaikel Dijkhuizen

Bepaal op het overzichtelijke aanraakpaneel welk gerecht je wilt bereiden.

Eten bereiden

Op de bodem van het mandje bevindt zich een uitneembaar rooster. Hierop plaats je rechtstreeks een flinke lading friet, snacks of groente. Voor het bereiden van vlees kun je eventueel ook het bijgesloten grillrooster gebruiken. Een minpunt is het ietwat stroeve sluitsysteem voor het mandje. De onderzijde bevat weliswaar antislipvoetjes, maar het apparaat glijdt evengoed (te) makkelijk over het keukenblad. Hierdoor is het noodzakelijk om de achterkant van de behuizing met ÊÊn hand tegen te houden als je het mandje in het apparaat duwt. Zeker wanneer het apparaat al warm is, is dat niet zo prettig.

Dankzij het kijkvenster houd je de voortgang van het gerecht nauwlettend in de gaten. Tik je op het pictogram met het lampje, dan gaat de verlichting ongeveer tien seconden branden. Voor diverse kookprogramma's activeert de Serie 6 Air Fryer (MAF671B1) het zogeheten Shake-alarm. Je hoort dan om de zoveel minuten een piepend geluid. Na het schudden van het mandje gaat het kookproces weer verder.

ŠMaikel Dijkhuizen

Beoordeel via het kijkvenster in hoeverre de patat al klaar is.

Knapperige gerechten

Net als de meeste airfryers heeft ook dit exemplaar boven in de behuizing een verwarmingselement en ventilator. Deze fan blaast de hete lucht omlaag. Volgens de fabrikant heeft deze airfryer voldoende power om vijf porties friet klaar te maken. Dat blijkt ook in de praktijk. Het bereiden van 750 gram patat is bijvoorbeeld geen enkel probleem. Leg daarnaast gerust tien kroketten in de mand, want ze worden stuk voor stuk warm. Bosch claimt dat je gerechten zonder voorverwarmen kunt klaarmaken, maar neem deze belofte met een flinke korrel zout. Voor een knapperig resultaat is het namelijk wel degelijk nodig om de airfryer voor te verwarmen. Daarnaast is goed schudden essentieel, anders worden de frietjes niet gelijkmatig gaar.

Verder zien we een verschil in kleur, maar gelukkig smaken ook de ietwat bleke patatjes prima. Na de maaltijd ben je weinig tijd kwijt met schoonmaken. De gladde buitenkant bevat geen knoppen die uitsteken, waardoor je de behuizing vlot kunt afnemen. Verder zijn alle losse onderdelen vaatwasserbestendig. Was je het mandje handmatig af, dan belandt er soms wel wat water of sop in de loze ruimte van het kijkvenster. Dit kijkvenster bestaat namelijk uit twee 'plaatjes' van transparante kunststof. Overigens trekt dat vocht snel weg.

ŠMaikel Dijkhuizen

Een behoorlijke ventilator boven in de behuizing blaast de hete lucht rond.

ŠMaikel Dijkhuizen

In de ruime mand passen met gemak tien kroketten.

Bosch Serie 6 Air Fryer kopen?

De Bosch Serie 6 Air Fryer heeft een goede prijs-kwaliteitverhouding. Merken als Ninja, Inventum en Tefal produceren weliswaar vergelijkbare airfryers tegen een iets lagere aanschafprijs, maar toch vinden we de adviesprijs van 169,99 euro gerechtvaardigd. Dit apparaat beschikt tenslotte over enkele extra's die veel andere producten niet hebben. Zo volg je met het kijkvenster en de verlichting het kookproces op de voet. Bovendien maak je de airfryer inclusief alle accessoires binnen mum van tijd schoon. Ook niet onbelangrijk; de gerechten smaken prima! Jammer genoeg levert Bosch geen fysiek receptenboek mee.

â–ŧ Volgende artikel
🍂 Voorbereiden op de herfst: deze tuintaken doe je in september
Š Elena Elisseeva
Huis

🍂 Voorbereiden op de herfst: deze tuintaken doe je in september

Het is september, en dat betekent dat de nazomer ten einde loopt. Het licht wordt zachter, de avonden koeler en veel planten maken zich klaar voor de herfst. Dit is de maand om nog nieuw groen te planten, vaste planten te verjongen en hagen bij te knippen. Ook het gazon, de moestuin en de vijver vragen nu aandacht. Met een paar gerichte klussen zorg je dat je tuin gezond de herfst en winter ingaat.

In dit artikel ontdek je welke tuinactiviteiten je in september mag doen: 🍂 Dit kun je zaaien en planten in september 🍂 Haal de snoeischaar maar tevoorschijn 🍂 Extra snoeitips 🍂 Planten en gras in september 🍂 Blad ruimen 🍂 Werk in de moestuin

Lees ook: Van januari tot en met december: dit doe je elke maand in de tuin

Dit kun je zaaien en planten in september

In september kan er nog veel de grond in. Bosanemonen, herfst- en winterakonieten en cyclamen doen het goed wanneer je ze nu plant, net als groenblijvers die de tuin ook in de koude maanden kleur geven. Koop je een boom, let er dan op dat het blad nog stevig en fris oogt. Een boompje dat al kaal aan het worden is, kun je beter niet planten.
Wie volgend voorjaar een bloemenzee wil, zaait in deze periode korenbloemen, goudsbloemen en klaprozen. Ook vaste planten die al jaren op dezelfde plek staan, kun je nu delen om ze te verjongen. Wil je een groenblijver verplaatsen, dan is dit de juiste tijd: de grond is nog warm genoeg voor de wortels om zich goed te herstellen.

ŠLeika production

Haal de snoeischaar maar tevoorschijn

Veel planten kun je nu nog een knipbeurt geven. Begin bij kuipplanten die buiten staan, want snoeiwonden genezen beter in de buitenlucht. Ook hagen kun je in september mooi in vorm brengen. Werk van onder naar boven en knip ze licht taps toe, zodat ook de onderste takken voldoende licht krijgen. Geef daarna wat compost zodat de haag sterk de winter ingaat.
Lavendel kort je ongeveer tien centimeter in, de Japanse wijnbes die vrucht heeft gedragen knip je helemaal terug en hortensia's ontdoe je van de stugge bloemen. Bij bomen en struiken verwijder je aangetast blad. Daarnaast is het slim om wekelijks uitgebloeide bloemen van dahlia's, rozen en andere zomerbloeiers weg te knippen. Zo blijft de tuin verzorgd en verklein je de kans op ziektes.

ŠSKT Studio

Extra snoeitips

Kies voor een droge dag, zonder felle zon en zonder dreigende vorst. Snoei net boven een knop. Wijst die naar binnen, dan groeit de nieuwe tak ook die kant op. Een knop die naar buiten wijst zorgt ervoor dat de tak zich die richting op ontwikkelt.

Lees ook: Welke snoeischaar voor welke tuinklus?

Planten en gras in september

Sommige planten hebben juist nu extra zorg nodig. Camelia's en rododendrons vormen in september hun knoppen voor volgend jaar en hebben daarom voldoende water nodig. Tweejarige planten zoals vingerhoedskruid kun je verplaatsen naar een nieuwe plek in je tuin. Hoge bloeiers als zonnebloemen, dahlia's en herfstasters geef je steun, zodat ze niet bezwijken onder de eerste herfststormen.
Het gazon vraagt een andere aanpak dan in de zomer. Maai het gras wat hoger en zaai waar nodig bij. Verticuteer eerst om mos en dood gras te verwijderen. Kies een zaadmengsel dat past bij zon of schaduw, afhankelijk van de ligging van je tuin. Heb je in augustus niet bemest, dan is dit hÊt moment om dat alsnog te doen. Vul kuilen aan en houd je terras vrij van onkruid en mos.

Blad ruimen

In september beginnen bomen hun bladeren te verliezen. Laat ze niet liggen op het gazon, want daardoor krijgt het gras te weinig lucht en licht en kunnen schimmels ontstaan. Ook in de vijver kan blad problemen geven doordat het zuurstofgehalte van het water afneemt. Houd daarom gazon, terras en vijver zoveel mogelijk bladvrij.

Werk in de moestuin

Ook in de moestuin valt er nog genoeg te doen. Boontjes moeten tijdig worden geplukt om taaie peulen te voorkomen. Tomaten die nog groen zijn leg je op een zonnige plek zodat ze verder kunnen rijpen. September is ook de maand van de appel- en perenoogst. Maak er compote, sap of een taart van, of bewaar ze op een koele plek. Verder kun je winterpostelein en raapstelen zaaien, zodat je later in het seizoen nog kunt oogsten.

Mooie appeloogst?

Tijd voor appeltaart!