ID.nl logo
Huis

Monitor kalibreren: Zo optimaliseer je schermkleuren

Van amateurfotograaf tot professioneel graficus, iedereen die met kleur begaan is moet zijn monitor regelmatig kalibreren. Alleen zo garandeer je dat je met de juiste kleuren werkt. Weet je niet waar je moet beginnen? Je monitor kalibreren is met deze tips zo binnen handbereik.

Het mag vreemd klinken, maar geen twee monitor-modellen tonen hetzelfde rood (of groen of blauw of eender welke kleur). De getoonde kleuren zijn afhankelijk van de monitor-technologie. Het type lcd-paneel (IPS, VA, TN…), het type achtergrondverlichting (CCFL, led, zelfs het type van de leds), de keuze van de gebruikte kleurfiltermaterialen, het heeft allemaal invloed. Zelfs twee identieke modellen kunnen een licht verschillende kleurweergave hebben door variaties in het fabricageproces en veroudering. Die variatie is vaak klein en voor de doorsnee consument onbelangrijk, maar wie professioneel met kleur werkt, moet zeker zijn van de kleuren die hij ziet.

Kalibratie zorgt ervoor dat wanneer je de computer vraagt om rgb 255,0,0 te tonen (rood dus), je weet dat het getoonde rood zo dicht mogelijk aanleunt bij de gekozen norm waartegen je kalibreert. Kalibratie geeft je ook controle over hoe helder het beeld is en dat verschillende grijsstappen overeenkomen met diezelfde vooraf vastgelegde norm. Zo is je werk correct reproduceerbaar op andere monitoren of in print. Met de onderstaande tips helpen we je op weg.

In welke omstandigheden kalibreer je? Het beeld op je monitor oogt anders afhankelijk van omgevingslicht. Is er bijvoorbeeld veel invallend licht, dan zie je minder schaduwnuances. Gebruik je fluorescente lampen, gloeilampen of daglicht, dan neem je kleuren anders waar. Wie kleur-kritisch werk uitvoert moet zijn omgeving goed onder controle houden. Dat betekent niet te veel, of goed gecontroleerd omgevingslicht en reflecties in het scherm vermijden (grafische monitoren zijn hiervoor vaak uitgerust met een kap). Kalibreren doe je dan ook in diezelfde omstandigheden. Vermijd kalibreren bij veel omgevingslicht; dat kan de resultaten beïnvloeden. Tot slot: elke monitor heeft tijd nodig om op te warmen en te stabiliseren. Voor een goed resultaat wacht je 30 minuten alvorens aan het kalibratiewerk te beginnen.

Monitor-instellingen uitgelegd

Voor je aan de slag kunt, dien je een minimum aan terminologie te kennen.

Helderheid: deze instelling bepaalt de maximale helderheid van het scherm, met andere woorden: de witwaarde. Op sommige monitoren is het mogelijk dat deze instelling de zwartwaarde bepaalt. Dat is helaas een overblijfsel uit het verleden.

Contrast: deze instelling bepaalt het contrast van je monitor, met andere woorden de verhouding tussen wit en zwart.

Kleurtemperatuur: wit is niet zomaar wit. Het ‘witte’ licht van een gloeilamp is eerder oranje, terwijl daglicht veel blauwer is. Kleurtemperatuur bepaalt niet alleen hoe wit eruitziet, maar heeft ook invloed op alle kleuren. Denk maar aan hoe die leuke jurk van je vriendin er in het winkellicht helemaal anders uitziet dan wanneer ze in de zon staat.

Gamma: het elektrisch signaal dat de videokaart naar de monitor stuurt wordt niet lineair omgezet in licht. De omzetting gebeurt met een exponentiële curve, zodat de stappen in donkere tinten kleiner zijn dan die in heldere tinten. Ons oog is namelijk gevoeliger voor kleine veranderingen in donkere tinten. De exponent van die functie heet de gamma-waarde.

Kleurruimte: ons oog kan enorm veel kleuren zien, meer dan een monitor kan weergeven. Een kleurruimte bepaalt welke kleuren een monitor weergeeft.

©PXimport

Kleuren kalibreren

Om de basisinstellingen van je monitor aan te passen gebruik je het beste een aantal testpatronen, zoals deze van Lagom. Is accurate kleur niet van levensbelang voor je werk, dan volstaat het vaak om wat aan de instellingen van je monitor te sleutelen. Denk eraan om al deze testen te doen in dezelfde omstandigheden als waarin je werkt.

Helderheid: de meeste monitoren staan veel te fel ingesteld. Activeer de lichtsensor als je monitor daarover beschikt. Is dat niet het geval, laat de helderheid dan zakken tot een wit scherm er ongeveer uitziet als een wit blad papier. Dat is veel rustiger voor je ogen en energiezuiniger.

Contrast: een te hoog contrast zal witdetail verbergen. Zet een witdetail-patroon op het scherm (Lagom: White Saturation), en laat het contrast zakken tot je nipt het 254-detail kunt zien. Moet je het contrast daarvoor te laag laten zakken en wordt het beeld te flets, kies dan een aanvaardbaar compromis.

Kleurtemperatuur: kies voor een kleurtemperatuur van 6500 K. Dat komt overeen met daglicht. (voor fotografen: dit is de kleurtemperatuur van het D65-witpunt). Lagere kleurtemperaturen maken het beeld roder, hogere temperaturen maken het blauwer. Wie ‘s avonds veel leest, kan kiezen voor een nachtmode met een wat lagere kleurtemperatuur. Sommige monitoren bieden gain-instellingen per kleur, zodat je de kleurtemperatuur nauwkeurig kunt aanpassen, maar zonder kleurmeter kun je daar eigenlijk weinig mee doen.

©PXimport

Gamma: kies een gammawaarde van 2,2. Hogere gammawaardes maken de middentonen en donkere tinten iets donkerder (mooier contrast, en dus handig bij weinig omgevingslicht), lagere gammawaardes maken de middentonen en donkere tinten iets helderder (handig bij veel omgevingslicht). Er is ook een sRGB-gammacurve, die levert een tikje meer zwartdetail. Je kunt het effect van de monitorinstelling evalueren op de Lagom- en EIZO-gammatest.

Kleurruimte: als je monitor deze optie biedt, selecteer dan sRGB (of Rec.709). Duurdere monitoren bieden soms ook een grotere kleurruimte (AdobeRGB, of DCI-P3) maar die zijn enkel nuttig voor specifiek foto- of filmwerk. Indien je twijfelt, blijf dan bij sRGB; zo garandeer je de juiste kleuren.

Afronden: doorloop tot slot even de volledige Lagom-testen, zeker die voor Black Level. Probeer je scherm zo in te stellen dat je het donkerste zwartdetail (1 en 2) nog net ziet. Is dat niet het geval, probeer dan Contrast en Gamma aan te passen. Bij sommige monitoren pas je met Helderheid het zwartdetail aan.

Voor wie?

Iedereen heeft er baat bij om op zijn minst de juiste monitorinstellingen te kiezen. Die zorgen immers voor natuurlijke kleuren, voldoende wit- en zwartdetail en een aangename, rustige kijkervaring. Als je gewoon wat surft, mailt en met Office werkt is dat voldoende. Gamers gaan vaak een klein stapje verder en kijken helderheid, contrast en gamma na, zodat ze netjes alle schaduwdetails zien. Met behulp van wat testpatronen kunnen ze een minimale kalibratie uitvoeren.Werk je in de grafische sector, fotografie, opmaak, design enzovoort, dan is regelmatige kalibratie eigenlijk verplicht. Zo niet, dan zal je nauwkeurig bewerkt beeld er bij de klant vaak niet uitzien zoals je verwacht.

Tekst: Eric Beeckmans

▼ Volgende artikel
Waarom je tv-beeld onnatuurlijk oogt (en hoe je dat oplost)
© DC Studio
Huis

Waarom je tv-beeld onnatuurlijk oogt (en hoe je dat oplost)

Je hebt net een klein fortuin uitgegeven aan een gloednieuwe 4K- of zelfs 8K-televisie. Je installeert hem, start je favoriete filmklassieker en zakt onderuit op de bank. Maar in plaats van een bioscoopervaring bekruipt je het gevoel dat je naar een goedkope soapserie of een homevideo zit te kijken. De acteurs bewegen vreemd soepel, de actiescènes lijken versneld en de magie is ver te zoeken. Geen zorgen, je televisie is niet stuk. Hij doet eigenlijk iets te goed zijn best.

Dit fenomeen is zo wijdverspreid dat er een officiële term voor is: het 'soap opera effect'. In technische kringen wordt dit ook wel bewegingsinterpolatie of 'motion smoothing' genoemd. Hoewel fabrikanten deze functie met de beste bedoelingen in hun televisies bouwen, is het voor filmfanaten vaak een doorn in het oog. Gelukkig is het eenvoudig op te lossen... als je tenminste weet waar je moet zoeken.

Nooit meer te veel betalen? Check
Kieskeurig.nl/prijsdalers!

Wat is het 'soap opera effect' precies?

Om te begrijpen wat er misgaat, moeten we kijken naar hoe films worden gemaakt. De meeste bioscoopfilms en veel dramaseries worden opgenomen met 24 beelden per seconde. Die snelheid geeft films hun karakteristieke, dromerige uitstraling. Een beetje bewegingsonscherpte hoort daarbij; dat is wat onze hersenen associëren met 'cinema'. Moderne televisies verversen hun beeld echter veel vaker: meestal 60 of zelfs 120 keer per seconde.

Om dat verschil te overbruggen, verzint je slimme televisie er zelf beelden bij. De software kijkt naar beeld A en beeld B, en berekent vervolgens hoe een tussenliggend beeld eruit zou moeten zien. Dit voegt de tv toe aan de stroom. Het resultaat is een supervloeiend beeld waarin elke hapering is gladgestreken.

Voor een voetbalwedstrijd of een live-uitzending is dat geweldig, omdat je de bal en spelers scherper kunt volgen. Maar bij een film zorgt die kunstmatige soepelheid ervoor dat het lijkt alsof je naar een achter de schermen-video zit te kijken, of dus naar een soapserie zoals Goede Tijden, Slechte Tijden, die traditioneel met een hogere beeldsnelheid werd opgenomen. De filmische illusie wordt hierdoor verbroken.

©ER | ID.nl

De winkelmodus is ook een boosdoener

Naast beweging is er nog een reden waarom het beeld er thuis soms onnatuurlijk uitziet: de beeldinstellingen staan nog op standje zonnebank. Veel televisies staan standaard in een modus die 'Levendig' of 'Dynamisch' heet. Deze stand is ontworpen om in een felverlichte winkel de aandacht te trekken met knallende, bijna neon-achtige kleuren en een extreem hoge helderheid. Bovendien is de kleurtemperatuur vaak nogal koel en blauw, omdat dat witter en frisser oogt onder tl-licht. In je sfeervol verlichte woonkamer zorgt dat echter voor een onrustig beeld waarbij huidtinten er onnatuurlijk uitzien en details in felle vlakken verloren gaan.

Hoe krijg je de magie terug?

Het goede nieuws is dat je deze 'verbeteringen' gewoon kunt uitzetten. De snelste manier om van het soap opera effect en de neonkleuren af te komen, is door in het menu van je televisie de beeldmodus te wijzigen. Zoek naar een instelling die Film, Movie, Cinema of Bioscoop heet. In deze modus worden de meeste kunstmatige bewerkingen, zoals bewegingsinterpolatie en overdreven kleurversterking, direct uitgeschakeld of geminimaliseerd. Het beeld wordt misschien iets donkerder en warmer van kleur, maar dat is veel dichter bij wat de regisseur voor ogen had.

Sinds kort hebben veel moderne televisies ook de zogeheten Filmmaker-modus. Dat is de heilige graal voor puristen. Als je deze modus activeert, zet de tv met één druk op de knop alle onnodige nabewerkingen uit en respecteert hij de originele beeldsnelheid, kleuren en beeldverhouding van de film.

Wil je de beeldmodus niet volledig veranderen, maar alleen dat vreemde, soepele effect kwijt? Dan moet je in de geavanceerde instellingen duiken. Elke fabrikant geeft het beestje een andere naam. Bij Samsung zoek je naar Auto Motion Plus of Picture Clarity, bij LG-televisies ga je naar TruMotion, bij Sony naar Motionflow en bij Philips naar Perfect Natural Motion. Door deze functies uit te schakelen of op de laagste stand te zetten, verdwijnt het goedkope video-effect en krijgt je film zijn bioscoopwaardige uitstraling weer terug.

▼ Volgende artikel
Chrome Remote Desktop: ideaal voor ondersteuning op afstand
© ER | ID.nl
Huis

Chrome Remote Desktop: ideaal voor ondersteuning op afstand

Een apparaat op afstand bedienen hoeft geen geld te kosten en is verrassend eenvoudig. Of je nu bestanden wilt openen, technische problemen wilt oplossen of meerdere toestellen wilt beheren: met Chrome Remote Desktop kan het allemaal, gratis en zonder gedoe.

De helper begint

Een groot voordeel van Chrome Remote Desktop is de brede compatibiliteit: het werkt met Windows, macOS, Linux en ChromeOS. Bovendien is het veilig – verbindingen worden versleuteld – en je hebt alleen een Chrome-browser nodig. We beginnen aan de kant van degene die op afstand toegang wilt tot een andere computer, degene die ondersteuning biedt vanaf computer A. Op computer A opent de gebruiker Chrome en surft naar https://remotedesktop.google.com. Daar verschijnen twee opties: Dit scherm delen en Verbinding maken met een andere computer. Omdat computer A support wil geven aan een extern apparaat, kiest de gebruiker voor de tweede optie. In dat scherm verschijnt een veld om een toegangscode in te geven, de code volgt zo meteen.

Degene die support geeft, gebruikt het onderste vak.

Acties voor de hulpvrager

Op computer B, de computer die toegang zal verlenen, moet de gebruiker ook in Chrome surfen naar dezelfde website. Daar kiest hij voor de optie Dit scherm delen. Voordat dat mogelijk is, moet Chrome Remote Desktop eerst worden gedownload en geïnstalleerd. De gebruiker klikt daarvoor op de ronde blauwe knop met het witte downloadpijltje. Hiermee wordt een Chrome-extensie geïnstalleerd. Na de installatie verschijnt in het vak Dit scherm delen een blauwe knop met de tekst Code genereren. Wanneer de gebruiker daarop klikt, wordt een toegangscode van 12 cijfers aangemaakt. Die code geeft hij of zij door aan gebruiker A.

Wie support krijgt, moet de code via een berichtje of telefoontje doorgeven.

Scherm delen

Op computer A geeft de gebruiker de code op in Chrome Remote Desktop. Vervolgens wacht hij tot gebruiker B bevestigt dat A toegang mag krijgen tot zijn scherm. Zodra dat is gebeurd, verschijnt het volledige bureaublad van computer B in een nieuw Chrome-venster op computer A. Door dit venster schermvullend weer te geven, kan A probleemloos handelingen uitvoeren op de pc van B. Voor de veiligheid beschikken beide gebruikers over een knop om de sessie op elk moment te beëindigen. Uiteraard is een stabiele internetverbinding noodzakelijk. Daarnaast krijgen beide partijen de melding dat ze klembordsynchronisatie kunnen inschakelen. Hiermee wordt het mogelijk om eenvoudig tekst of bestanden te kopiëren en te plakken tussen beide apparaten.

Gebruiker A krijgt het volledige scherm van B in een Chrome-venster te zien.