ID.nl logo
Wat is nou het verschil tussen usb-c en Thunderbolt?
© Reshift Digital
Huis

Wat is nou het verschil tussen usb-c en Thunderbolt?

Thunderbolt 3 is onlosmakelijk verbonden met usb-c qua connector, maar usb-c kan ook zonder Thunderbolt bestaan. Ook usb 4 kan onderdeel zijn van usb-c. Aan de buitenkant kun je niet zien wat er precies wordt ondersteund. Kortom: wat is nou het verschil tussen usb-c en Thunderbolt?

usb-c is zo ongeveer dé standaard op nieuwe digitale hardware. Je treft de platte connector met afgeronde hoeken aan op laptops, smartphones, tablets, portable gadgets en meer. Eindelijk iets universeels, zou je zeggen. Maar hoewel usb-c een standaard lijkt, is het meer een soort van ‘serviceplatform’. Want usb-c is enerzijds usb 3.x, maar kán tegelijkertijd ook Thunderbolt zijn. En Thunderbolt (3) is dan weer een nog veel snellere seriële poort die bovendien dankzij die snelheid de pci Express-bus uit het inwendige van je computer of apparaat naar buiten brengt (zo zijn er kasten beschikbaar die Thunderbolt 3 ‘omzetten’ naar pcie-slots waar je vervolgens bijvoorbeeld een reguliere videokaart of iets dergelijks in kunt prikken). 

Probleem is dat je aan de aansluiting alleen niet kunt zien of het alleen om een usb 3.x-compatibele verbinding gaat, of dat ook Thunderbolt 3 deel uit maakt van het pakket. En om de zaak nog wat gecompliceerder te maken: er zijn ook generaties van usb-c die verschillende snelheden wat usb 3.x betreft ondersteunen. Eén troost: gaat het je alleen om ’t aansluiten van een externe harde schijf, dan maken de snelheidsverschillen gelukkig allemaal niet zo heel veel uit onder de streep. Zeker bij een mechanische harddisk niet. 

Hoe dan ook: usb-c is de naam van de mechanische aansluiting, de achterliggende ondersteunde protocollen variëren.

©PXimport

Check de specs (liefst voor aanschaf)

Terug naar de basis. Hoe kun je achterhalen wat de usb-c-aansluiting op jouw apparaat wel en niet kan? Daarvoor moet je echt even de specs van je device induiken, alleen daar staat letterlijk de ondersteunde snelheid vermeld. Usb-c Gen 1 ondersteunt bijvoorbeeld doorvoersnelheden tot en met 5 Gbps, bij Gen 2 is dat al 10 Gbps. Staat er ook Thunderbolt 3 bij vermeld? Dan stijgt die snelheid verder naar tot en met 40 Gbps. Dat laatste is een groot voordeel bij het aansturen van externe beeldschermen met een hogere – bijvoorbeeld 4K – resolutie. Je kúnt ook een extern 4K-scherm via usb-c aansluiten, maar dan maximaal eentje. Bij Thunderbolt 3 kun je veelal meerdere schermen aansluiten, bovendien worden nog weer hogere resoluties ondersteund. Ook geldt dat Thunderbolt 3 ‘native’ hdmi ondersteunt.

Kabelsoorten

Omdat Thunderbolt 3 significant hogere datasnelheden ondersteunt, is ook een ander type kabel noodzakelijk. Je kunt dus géén Thunderbolt-snelheid halen middels een standaard usb-c-kabel. Goed op letten bij de aanschaf dus. Anderzijds heeft het ook geen zin om extra te investeren in een Thunderbolt-kabel als je slechts een usb 3.x-apparaat via usb-c wilt aansluiten. Verder geldt dat de kabellengte bij de goedkopere passieve Thunderbolt 3-kabels bepalend is voor de haalbare snelheid. Wil je de 40 Gbps halen, dan is een kabellengte van maximaal 0,5 meter bruikbaar. Met duurdere actieve kabels (denk aan een paar tientjes) ben je meer flexibel.

Usb snelheden

Usb 3 bestaat inmiddels zoals gezegd in diverse uitvoeringen. De meest recente op moment van schrijven is usb 3.2, ook wel bekend als SuperSpeed+ (usb 3.1 met een maximale doorvoersnelheid van 20 Gbps wordt SuperSpeed genoemd). Superspeed+ ofwel usb 3.2 kent een maximale doorvoersnelheid van 20 Gbps (gemiddeld ergens tussen de 1 en 2,4 Gigabyte per seconde). Nog weer nieuwer is – om de verwarring compleet te maken – usb 4. Dat is de eerste usb-standaard die alleen via de usb-c aansluiting geïmplementeerd is (de 3.x-standaarden zijn ook beschikbaar via de bekende rechthoekige usb-aansluitingen, die dan blauw gemarkeerd zijn). Feitelijk is usb 4 usb met geïntegreerd Thunderbolt 3, vandaar ook dat de maximale doorvoersnelheid van 40 Gbps akelig bekend voorkomt. Inderdaad: het is erg opletten geblazen tegenwoordig met wat uw ‘simpele’ usb-c-connectortje nou precies kan!

Laden

Je kunt via usb-c (meestal) je apparaat ook laden. Datzelfde kan ook met een Thunderbolt 3-capabele usb-c-aansluiting, alleen dan met een hoger vermogen. Nu is er – hoe kan het haast ook anders – wel een praktisch probleempje met laadkabels. Veel fabrikanten optimaliseren hun kabel namelijk óf voor laadsnelheid óf voor doorvoersnelheid. Allebei kan, maar dat kost een extra aderpaar in de kabel afschermen. En dat gebeurt bij de meeste snellaadkabels niet. Sterker nog: dergelijke usb-c-kabels ondersteunen vaak slechts usb 2.0-snelheden (ofwel maximaal 480 Mbps). 

Wil je een kabel die én kan (snel)laden én usb 3-snelheden ondersteunt, lees dan heel goed de kleine lettertjes op de verpakking. Vaak staat er in hele grote letters op vermeld dat razendsnel laden (vanzelfsprekend afhankelijk van ’t vermogen van de lader…) mogelijk is en worden mooie PR-termen gebruikt. Tegelijkertijd staat er dan ergens in kleine lettertjes op de achterkant de doorvoersnelheid van slechts 480 Mbps vermeld. Dergelijke kabels zorgen voor bijvoorbeeld strooptrage externe harde schijven. Alleen al er echt 5 Gbps of – liever nog – 10 Gbps doorvoersnelheid op de beoogde laadkabel vermeld staat kun je deze universeel inzetten.

 Maar je raadt het al: dergelijke kabeltjes zijn net iets duurder en moeilijker verkrijgbaar. Want een fabrikant verkoopt liever én een laadkabel én een datakabel.

©PXimport

Wat nu?

In de praktijk heb je als eindgebruiker relatief weinig keuze over wat voor mogelijkheden de usb-c poort op een beoogd apparaat kan, dat heeft de fabrikant voor je bepaald. Alleen als je echt het onderste uit de kan wilt halen qua snelheid en mogelijkheden (bijvoorbeeld omdat je een pro bent die beslist externe videokaarten en/of meerdere 4K monitoren wilt gebruiken) is Thunderbolt 3 of USB 4 een must. Thunderbolt 3 (en steeds vaker usb 4) tref je in ieder geval alvast aan op alle recente Mac’s en de betere recente laptops. Een opletpuntje alvorens je tot aanschaf over gaat als je die snelheid echt nodig hebt. 

Voor de rest geldt: kies bij voorkeur een computer, smartphone, tablet Chromebook enzovoorts voorzien van tenminste één usb-c aansluiting. Of die wel of geen Thunderbolt 3 of usb 4 ondersteunt is voor het overgrote deel van de gebruikers momenteel (nog) niet zo heel interessant. Wel is het opletten als je besluit om bijvoorbeeld een wat oudere of goedkopere laptop (opruiming!) aan te schaffen. Check dan of daar usb-c op aanwezig is. En zo ja, of die tenminste 10 Gbps ondersteunt. 

Dat betekent dat je ook snellere randapparaten (denk aan een rappe externe ssd) op snelheid kunt gebruiken. Al geldt tegelijkertijd dat 5 Gbps voor een externe mechanische harddisk in principe ook snel zat is. Realiseer je simpelweg dat er een hele verborgen wereld aan mogelijkheden schuilgaat achter usb-c, het is beslist niet alleen de connector die – hoewel beeldbepalend – alleszeggend is.

▼ Volgende artikel
Wat is local dimming en waarom is het belangrijk?
© ER | ID.nl
Huis

Wat is local dimming en waarom is het belangrijk?

Het gebrek aan een rijk contrast is een van de grootste ergernissen bij lcd- en ledtelevisies. Fabrikanten hebben daarom een slimme techniek bedacht die het contrast aanzienlijk verbetert: local dimming. In dit artikel leggen we uit hoe deze techniek van jouw grijze nachtlucht weer een inktzwarte sterrenhemel maakt.

Het contrast van je televisie is misschien wel de belangrijkste eigenschap voor mooi beeld. We willen dat wit verblindend wit is en zwart echt inktzwart. Bij oledtelevisies is dat makkelijk, want daar geeft elke pixel zelf licht. Maar de meeste televisies in de Nederlandse huiskamers zijn nog steeds lcd- of ledschermen (inclusief QLED). Die werken met een lamp achter het scherm, de zogeheten backlight. Local dimming is de techniek die probeert de nadelen van die achtergrondverlichting op te lossen.

Om te begrijpen waarom local dimming nodig is, moet je eerst weten hoe een standaard led-tv werkt. Simpel gezegd is het een groot paneel met pixels die zelf geen licht geven, maar alleen van kleur veranderen. Achter die pixels brandt een grote lichtbak. Als het beeld zwart moet zijn, sluiten de pixels zich om het licht tegen te houden. Helaas lukt dat nooit voor de volle honderd procent; er lekt altijd wat licht langs de randjes. Hierdoor zien donkere scènes er vaak wat flets en grijzig uit. De achtergrondverlichting staat immers vol aan, ook als het beeld donker moet zijn.

Nooit meer te veel betalen? Check Kieskeurig.nl/prijsdalers!

De lampen dimmen waar het donker is

Local dimming pakt dit probleem bij de bron aan. In plaats van één grote lichtbak die altijd aan staat, verdeelt deze techniek de achtergrondverlichting in honderden (en bij duurdere tv's soms duizenden) kleine zones. De televisie analyseert de beelden die je kijkt continu. Ziet de processor dat er linksboven in beeld een donkere schaduw is, terwijl rechtsonder een felle explosie te zien is? Dan worden de lampjes in de zone linksboven gedimd of zelfs helemaal uitgeschakeld, terwijl de lampjes rechtsonder juist fel gaan branden.

Het resultaat is direct zichtbaar. Zwart wordt weer echt zwart, simpelweg omdat er geen licht meer achter dat deel van het scherm brandt. Tegelijkertijd blijven de lichte delen van het scherm helder. Dat zorgt voor een veel groter contrast en geeft het beeld meer diepte. Vooral bij het kijken van HDR-films en -series is dat van belang. Zonder local dimming kan een led-tv eigenlijk geen goed HDR-beeld weergeven, omdat het verschil tussen licht en donker dan te klein blijft.

©ER | ID.nl

Niet alle local dimming is hetzelfde

Het klinkt als een wonderoplossing, maar de uitvoering verschilt enorm per televisie. Het grote toverwoord hierbij is het aantal zones. Hoe meer zones de tv onafhankelijk van elkaar kan aansturen, hoe preciezer het licht kan worden geregeld. Goedkopere televisies gebruiken vaak edge lit local dimming. Hierbij zitten de lampjes alleen in de rand van de tv. Dat werkt redelijk, maar is niet heel nauwkeurig. Je ziet dan soms dat een hele verticale strook van het beeld lichter wordt, terwijl er eigenlijk maar één klein object moest worden verlicht.

De betere variant heet full array local dimming. Hierbij zitten de lampjes over de hele achterkant van het scherm verspreid. De allernieuwste en beste vorm hiervan is miniLED. Daarbij zijn de lampjes zo klein geworden dat er duizenden in een scherm passen, wat de precisie van oled begint te benaderen. Als er te weinig zones zijn, kun je last krijgen van zogenaamde 'blooming'. Dat zie je bijvoorbeeld bij witte ondertiteling op een zwarte achtergrond: er ontstaat dan een soort wazige lichtwolk rondom de letters, omdat de zone groter is dan de tekst zelf.

Welke merken gebruiken local dimming?

Bijna elke grote televisiefabrikant past deze techniek inmiddels toe, maar ze doen dat voornamelijk in hun middenklasse en topmodellen. Samsung is een van de voorlopers, zeker met hun QLED- en Neo QLED-televisies, waarbij ze in de duurdere series gebruikmaken van geavanceerde miniLED-techniek voor zeer precieze dimming. Ook Sony staat bekend om een uitstekende implementatie van full array local dimming, die vaak geprezen wordt om de natuurlijke weergave zonder overdreven effecten. Philips past het eveneens toe in hun (mini)ledmodellen, vaak in combinatie met hun bekende Ambilight-systeem voor een extra contrastrijk effect.

Ga voor de full monty!

Local dimming is dus geen loze marketingkreet, maar een dankbare techniek voor iedereen die graag films of series kijkt op een led- of QLED-televisie. Het maakt het verschil tussen een flets, grijs plaatje en een beeld dat van het scherm spat met diepe zwartwaarden. Ben je in de markt voor een nieuwe tv? Vraag dan niet alleen óf er local dimming op zit, maar vooral of het gaat om full array dimming. Je ogen zullen je dankbaar zijn tijdens de volgende filmavond!

Vijf fijne televisies die full array local dimming ondersteunen

▼ Volgende artikel
Waar voor je geld: 5 robotstofzuigers voor een extra schone vloer
© ID.nl
Huis

Waar voor je geld: 5 robotstofzuigers voor een extra schone vloer

Bij ID.nl zijn we gek op producten waar je niet de hoofdprijs voor betaalt of die zijn voorzien van bijzondere eigenschappen. Met een robotstofzuiger wordt de vloer schoongehouden, terwijl je er niet bij hoeft te zijn. En stofzuigen is dan wel het minste dat ze kunnen, want ook dweilen is voor veel modellen geen proleem. We vonden vijf geavanceerde exemplaren.

Philips HomeRun 7000 Series XU7100/01

De Philips HomeRun 7000 Series XU7100/01 is ontworpen om grote ruimtes aan te kunnen. Het apparaat heeft een stofzak van 3 liter en een werktijd tot 180 minuten in de laagste stand. In tegenstelling tot veel kleinere robots is deze HomeRun uitgerust met een stille motor; de opgave van 66 dB maakt hem relatief stil.

Er zit een dweilfunctie in zodat je de robot na het stofzuigen ook direct kunt laten dweilen. Via de app kies je voor een van de modi of plan je een schoonmaakprogramma in. De robot kan zichzelf navigeren, obstakels omzeilen en keert na gebruik terug naar het laadstation. Omdat de opvangbak groot is hoef je niet vaak te legen en dankzij de Li‑ion‑accu is hij geschikt voor grotere woningen. Het apparaat is van recente datum en daarom nog volop verkrijgbaar.

Dreame L10s Pro Ultra Heat

Deze robot combineert een groot stofreservoir van 3,2 liter met een lange werktijd van ongeveer 220 minuten. Dankzij de geïntegreerde dweilfunctie verwijdert hij niet alleen stof maar kan hij ook nat reinigen. De L10s Pro Ultra Heat gebruikt een zak in het basisstation, waardoor je het reservoir minder vaak hoeft te legen.

De Dreame is voorzien van een Li‑ion‑batterij aanwezig en de robot keert automatisch terug naar het station voor opladen en legen. De sensortechnologie helpt bij het vermijden van obstakels en het nauwkeurig schoonmaken van zowel harde vloeren als tapijt. Dankzij de meegeleverde app stuur je de schoonmaak aan, stel je no‑go‑zones in of plan je een dweilrondje.

Philips HomeRun 3000 Series Aqua XU3100/01

Deze Philips‑robot is bedoeld voor wie minder vaak handmatig wil schoonmaken. Hij beschikt over een gecombineerde stofzuig‑ en dweilfunctie en kan zichzelf legen via het automatische station. Met een gebruiksduur tot 200 minuten in de laagste stand en een geluidsniveau van 66 dB kan hij urenlang zijn werk doen zonder al te veel herrie. De stofcontainer van 35 cl is kleiner dan bij de HomeRun 7000, maar door het automatische leegmechanisme is dat geen probleem.

Je bedient het apparaat via de app en kunt daar zowel een schema programmeren als zones instellen. De Aqua XU3100/01 is een model uit de recente 3000‑serie en doordat hij een mop‑pad heeft kan hij zowel droog als nat reinigen, wat handig is voor harde vloeren zoals tegels en laminaat.

iRobot Roomba Combo j9+

De Roomba Combo j9+ is een model dat je vloeren zowel kan stofzuigen als dweilen. De Combo j9 beschikt over een opvangbak van 31 cl en hij kan zelf zijn inhoud legen in het automatische basisstation dat bij de set hoort. De Li‑ion‑accu zorgt voor een lange gebruiksduur en de robot maakt een routeplanning zodat elke ruimte efficiënt wordt schoongemaakt.

Via de app kun je zones instellen waar de robot niet mag komen en het dweilelement in‑ of uitschakelen. In de basis maakt de Combo j9+ zelfstandig een kaart van je woning en keert terug naar het station wanneer de accu moet opladen of de stofcontainer vol is. De robot is bedoeld voor huishoudens die gemak belangrijk vinden en biedt naast stofzuigen ook een dweilfunctie voor hardere vloeren.

MOVA Tech P50 Ultra

De MOVA Tech P50 Ultra is een forse robotstofzuiger met een basisstation. Het apparaat heeft een stofreservoir van 30 cl en wordt geleverd met een basisstation waarin je het stof eenvoudig kunt verwijderen. De robot produceert een geluidsniveau van 74 dB, iets hoger dan de Philips‑modellen, en weegt inclusief station ruim 13 kg.

Hij kan uiteraard ook automatisch terugkeren naar het station om op te laden of te legen. In de specificaties staat dat de MOVA is voorzien van een Li‑ion‑batterij en dat hij zowel kan stofzuigen als dweilen. De meegeleverde app maakt het mogelijk om routes in te stellen en zones te blokkeren. Met een vermogen van 700 W is hij krachtig genoeg voor tapijten en harde vloeren. Het is geschikt voor mensen die een uitgebreid station met automatische functies willen.